DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Prof. Dr. J. G. HEERING
Een Alkmaarsche cursus voor oplei'
ding van winkelpersoneel.
Volksuniversiteit.
Uit het Parlement
spreekt Maandag
20 Oct. in de Harmonie.
ffo. 246
ZATERDAG IS OCTOBEH 1»36
132e Jaargang.
Een
goed geschoolde winkeljuffrouw zal den klanten
geen knollen voor citroenen verkoopen.
De moderne winkelier is een wetenschappelijk onderlegd man,
die een veelomvattende opleiding heeft genoten.
DONDERDAG 23 OCTOBER
begint de inleidings-cursus
door F. J. VORSTEN BURG,
Gelegenheid tot vragen stellen.
„KERK EN VREDE".
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER QEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.25, bij groots eontracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. riOSTER de ZOON, Voordam C 0, post
giro 37000. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Bekend is de anecdote van den manufac-
rier, die toevallig hoorde, dat zijn bediende
een dame niet antwoorden kon op de vraag
waarom de zijde op het oogenblik zoo duur
was.
„Antwoorden", zei hij, toen de klant ver
dwenen was, „moet je altijd en als je niet
precies weet waarom of de zijde zoo duur
is dan zeg je bijvoorbeeld maar, dat de zijde
wormen zeldzaam zijn geworden".
Dat zou die snuggere bediende niet meer
vergeten en toen dienzelfden middag een an
dere dame informeerde waarom een el lint
zoo kostbaar was kreeg zij, tot groote ont
steltenis van den luisterenden patroon, te
hooren, dat de lintwormen op het oogenblik
buitengewoon moeilijk te krijgen waren.
Wij weten niet of dit werkelijk gebeurd is,
dan wel of er maar een grapje van gemaakt
is, maar vast staat wel, dat de jonge man,
die hier achter de toonbank stond geen leer
ling geweest is van de opleidingsschool voor
winkelpersoneel waarover we zoo dadelijk
nog heel wat bijzonderheden zullen vertel
len.
Toevallig, zoo vertelde ons een onzer le
zers, stond ik gisteren in een winkel waar
een klant naar den prijs van wijnglazen in
formeerde.
Hij kreeg de keus uit exemplaren van 1
en van 1.50 per stuk, maar de blijkbaar
niet-deskundige juffrouw had beide prijzen
verwisseld, zoodat het kristallen glas voor
den laagsten prijs werd aangeboden.
Op een vraag van den kooper waarom
het kostbaarste glas het goedkoopst was.
moest het jeugdige verkoopstertje het ant
woord schuldig blijven. Zij had er niet het
minste verstand van en de patroon moest ten
slotte gehaald worden om het misverstand
uit den weg te ruimen.
En wie schetst de verbazing van den Alk
maarder die kort geleden telefonisch een
rok-hemd bestelde en eenhemdrok thuis
gestuurd kreeg.
Jonge meisjes, die meestal dadelijk van
de schoolbanken in den een of anderen win
kel neergepoot worden en die dan aan
nieuwsgierige klanten moeten uitleggen
waarom deze beter het een dan het ander
kunnen koopen, waarin het prijsverschil zit
en van welke plaatsen en fabrieken het ge
vraagde afkomstig is, kan men niet altijd
kwalijk nemen, dat zij wel eens eerlijk moe
ten bekennen, dat zij er eigenlijk met veel
van afweten.
De klant begrijpt dat dan zelf wel en
wanneer de verkoopster 'een beetje vriende
lijk en behulpzaam is gaat hij maar op eigen
oordeel af en bestaat er alle kans, dat de
zaak hem of haar ten slotte als klant zal
kunnen behouden.
Maar hoeveel personeel is er niet, of is er
niet geweest, dat bij gebrek aan beter maar
aangenomen werd en in geen enkel opzicht
voor het vak geschikt bleek.
Hoeveel winkeljuffrouwen iijn er, vooral
in manufacturenwinkels, niet geweest, wier
booze gezichten zoo duidelijk haar gedach
ten verrieden wanneer er eens meer hoedjes
of couponnetjes te voorschijn gehaald moes
ten worden dan zij verwacht hadden, dat de
klant óf maar iets kocht waarin zij eigen
lijk geen zin had, óf de herinnering aan een
zoo vervelend onderhoud bleef bewaren, dat
zij in beide gevallen nooit meer in die zaak
terug is gekomen.
De verkoopsters hebben het directe con
tact met het publiek en daarom is het voor
alle winkelzaken van het grootste belang,
dat deze meisjes vriendelijk en hulpvaardig
zijn en tevens, dat zij blijk geven door en
door vertrouwd te zijn met alle bijzonder
heden van de artikelen welke zij verkoopen.
Verkoopkracht is een gave en er zullen
altijd winkelbedienden zijn die meer verkoo
pen dan anderen, maar ook zij, die deze
gave niet bezitten kunnen toch een zoodanige
opleiding krijgen, dat zij de klanten tevreden
kunnen stellen en tegelijkertijd de zaak
waarin zij werken zooveel mogelijk kunnen
bevoordeelen.
Er zijn bedienden, die een dame, die om
een dozijn zakdoeken komt, niet laten ver
trekken voordat zij er nog twaalf lakens en
sloopen bij gekocht heeft Er is natuurlijk
kans, dat die dame nog eens terug komt,
maar er is ook kans, dat zoowel zij als haar
vriendinnen jQOftit jQcÈT ovej dejj wihkèl-
drempel zullen stappen en in dat geval heeft
de al te ijverige bediende voor zijn patroon
meer bedorven dan gewonnen.
Wat dus zeggen wil, dat ook een verkoop
ster of verkooper een beetje menschenkennis
moet opdoen en aan het onderhoud met den
klant al dadelijk moet kunnen bemerken of
deze van het aanprijzen van goederen waar
om niet nadrukkelijk gevraagd werd, al dan
niet gediend is.
Als wij dat alles eens goed bekijken, komen
we onwillekeurig tot de conclusie dat het
baantje van winkelbediende buitengewoon
moeilijk en verantwoordelijk is en dan vra
gen we ons onwillekeurig af of er uit han
delskringen nooit eens een poging gedaan
is om deze categorie zakenmenschen een
vakopleiding te geven.
Dat blijkt inderdaad wel het geval te zijn
want er is, nog niet zoo lang geleden, in
Alkmaar, door bemiddeling van de Kamer
van Koophandel een lezing gehouden door
den heer J. Traast uit Amsterdam, die de
noodzakelijkheid van een goede opleiding
uiteen gezet heeft en krachtig heeft aange
spoord ook in Alkmaar en omgeving tot op
richting van een cursus over te gaan.
Dat heeft men in Alkmaar niet vergeten.
De onderwijscommissie der Kamer heeft het
initiatief gencèien en een en ander bespro
ken met de middenstandsvereenigingeij,
waarna de Vereeniging voor den Handeldrij-
venden en Industrieelen Middenstand hier
ter stede een cursus voorbereid heeft waar
voor zich dezer dagen niet minder dan een
tachtigtal candidaten heeft opgegeven.
Ook in Schagen heeft men inmiddels iets
dergelijks op touw gezet, zoodat daar dezer
dagen een cursus met ongeveer twintig leer
lingen is begonnen.
Wat zal nu hier ter stede op een derge-
lijken cursus hoofdzakelijk behandeld moeten
worden?
De man, die daarop het beste antwoord
kan geven is de heer Traast uit Amsterdam,
die daar ter stede directeur is van de afdee-
ling Handelsschool tot opleiding van ver
koopsters, gevestigd in de Marnixstraat, een
school, die al van betrekkelijk ouden datum
is, maar onder zijn leiding, sinds enkele
jaren de modelschool is geworden waarin
winkelpersoneel een volledige opleiding kan
krijgen.
Jarenlang is deze school de eenige in ons
land geweest, maar er is er ook een in Den
Haag geopend en daarnaast worden thans
in de grootere plaatsen cursussen opgericht,
waarin natuurlijk niet zulk volledig onder
richt wordt gegeven, maar waarin men dan
toch de bron der verkoopsterswijsheid op de
voornaamste plaatsen zal kunnen aanboren.
Met den secretaris en een belangstellend
lid der Kamer van Koophandel voor Hol
lands Noorderkwartier, hebben wij, met het
oog op de Alkmaarsche plannen, dezer da
gen aan die school een bezoek gebracht,
waarbij de directeur zoo vriendelijk geweest
is ons tijdens de lesuren volkomen van theo
rie en practijk van zijn school op de hoogte
te stellen.
De school wordt bezocht door 370 leer
lingen, allen meisjes die van de Lagere
school zijn gekomen en voorbestemd zijn als
verkoopster in een van de tallooze grootere
of kleinere magazijnen op te treden. Zij vol
gen hier een driejarigen cursus, die tot het
middelbaar onderwijs wordt gerekend en zij
krijgen na hun eindexamen een Rijksdiploma.
In den regel krijgen deze meisjes dan on
middellijk een betrekking, die met het oog
op haar prestaties goed bezoldigd wordt en
er zijn zelfs reeds zaken, die bij sollicitatie
voornamelijk op de candidaten van deze
school gesteld blijken.
In het eerste leerjaar wordt daar voorna
melijk aandacht aan het schrift geschonken.
De meisjes wordt een goed loopend schrift
geleerd en de bedoeling is, dat zij respect
voor een goed handschrift leeren krijgen.
Tegelijkertijd leeren zij het rondschrift,
dat voor het maken van etalagekaartjes te
pas kan komen en met laat de meisjes zelf
allerlei aardige ontwerpjes bèdenken, die
zoowel door schrift als teekening het doel
treffendst bij verschillende soorten artike
len geplaatst kunnen worden.
Dan komt het factuurschrift aiet het eigen
aardige Gothiscliri scherp toeioopepde karak
ter, waarbij ook weer eigen ontwerpen ge-
eischt worden en waarvan de heer Traast
ons een groote verscheidenheid van aller
aardigste werkstukjes kon toonen. Het schrij
ven met de zoogenaamde ridispen en het
voor winkels zeer geschikte koordschrift zal
ook in de Alkmaarsche zaken weldra onont
beerlijk blijken
Dat alles vormt een deel van het etaleer-
onderwijs, dat schrijven, teekenen, handwer
ken en etaleer en omvat.
De afdeeling warenkennis heeft een kast
vol verrassingen.
Daar haalt de onderwijzer bijvoorbeeld
twee kousen uit, waarvan de eene wat dikker
en wolliger dan de andere is en het aan
staand verkoopstertje krijgt beide kousen in
handen en moet dan vertellen welke de duur
ste is en waarom dat het geval is. Zij krijgt
er daarna een tweetal, dat schijnbaar van
dezelfde dikte en het zelfde fabrikaat is en
moet opnieuw vertellen waarin het prijsver
schil zit. Datzelfde gebeurt met handschoe
nen en daarna komen de schoenen aan de
beurt, leert het verkoopstertje het verschil
tusschen handgenaAid, persgenaaid enz. en
hoort zij tevens de verklaring waarom het
eene zooveel duurder of goedkooper is dan
het andere. Haar wordt het begrip van klei
ne voetafwijkingen bijgebracht, maar zij gaat
op dit terrein niet zoo ver, dat zij in het ge
bied van den dokter of den schoenmaker te
recht komt.
Het blijft niet bij kleeren of schoenen,
want er zijn tallooze houtblokjes, die men van
elkander moet leeren onderscheiden, zoodat
het verkoopstertje, dat straks in een meubel-
winkel terecht komt, den klant precies zal
kunnen vertellen of hij een tafel van al dan
niet opgelegd vuren- of eikenhout voor zijn
geld heeft gekregen.
Het verschil tusschen wol en katoen, tus
schen de eene deken en de andere, alsmede
het ontstaan en de bewerking van de grond
stoffen worden onderwezen en wanneer het
meisje deze lessen met vrucht gevolgd heeft,
zal zij niet alleen haar toekomstige klanten
geen knollen voor citroenen verkoopen, maar
is zij een soort orakel geworden, dat menige
patroon zoo nu en dan, als de klanten wat al
te nieuwsgierig worden, nog wel eens te hulp
zal moeten roepen.
Hier onderhoudt men een geregeld contact
met de Amsterdamsche zaken en van alle
kanten komt het materiaal waarmede men de
warenkennis der leerlingen kan verrijken.
Bij de leerares in etaleeren troffen we het
eerste leerjaar in diepe aandacht voor het
groote schoolbord waarop verschillende
etalagelampen geteekend waren en aangege
ven werd hoe zij in de practijk voldeden en
waarom de eene soort weer beter was dan de
andere.
Hier werd de les even onderbroken voor de
vertooning van een film waarvan de
school er een groot aantal bezit en waar
mee de directeur ons op het tragische maar
voor den mensch nuttige leven van de zijde
worm vergast heeft.
In dit lokaal staat een groote kast vol bus
sen, flesschen, doosjes, kleedjes, glazen enz.
en na elk uur theorie komt er een uur practijk
en krijgen de meisjes een zeer bescheiden in
ventaris van b.v. een kruideniers- of een glas
winkel, alsmede een glazen kastje waarin zij
de haar gegeven voorwerpen dan op meest
smaakvolle wijze moeten etaleeren.
Waarom ziet een bouquet er zoo geheel an
ders uit als de eene vrouw de bloemen ge
schikt heeft dan als de andere het gedaan
heeft?
Waarom kan de een een lapje goed dade
lijk zoo neerleggen, dat men er met genoegen
naar kijkt en kan de andere hetzelfde probee-
ren zonder dat er ooit eenige aantrekkings
kracht van uitgaat?
Dat is een gave en wie die gave heeft, be
hoort op een school als deze tot de uitblinken
de leerlingen, maar ten slotte kunnen alle
meisjes door goed onderwijs op dit gebied
heel wat meer bereiken dan zij, die recht
streeks van de schoolbanken achter de toon
bank geplaatst worden.
Om het geleerde aan de practijk te toetsen
worden zoo nu en dan groote demonstratie-
bedrijven bezocht een tocht naar de Phi-
lips-demonstratiezaal stond juist weer op het
programma en een stad als Amsterdam
biedt voor het bezichtingen van deze bedrij
ven overvloedig gelegenheid.
In het Gymnastieklokaal deden leerlingen
van het derde cursusjaar succesvolle pogin
gen om over ïen hoog gespannen touw te
springen, wat natuurlijk niet de bedoeling
heeft dat de aanstaande verkoopstertjes
vcortaan vlug over de toonbanken zullen
wippen, maar waarbij de gedachte voorzit,
dat de meisjes niet alleen goed moeten pra
ter, maar zich ook los en bevallig moeten
leeren bewegen.
De teekenafdeeling is hier een zeer belang
rijke. Hier komt het zoeken van lijn- en
kleurcombinaties tot ontwikkeling. Men laat
de leerlingen zelf combineeren en langzamer
hand komen er alleraèldigste teekemngen
voorschijn. Lampekapjes en eenvoudige
bruiksvoorwerpen worden door de meij
zelf ontworpen en gekleurd en zoo wordt
grondslag gelegd voor het scheppen van «en
harmonisch geheel in de etalagekasten.
In een ander lokaal wordt aan voordracht,
stemvorming en handelsaardrijkskunde aan
dacht gewijd en daarnaast wordt uit het
hoofd gerekend, waarbij een toevallige bezoe
ker onwillekeurig verbluft staat over de ver
kregen resultaten. Hoe dikwijls gebeurt het
niet, dat de klant beter kan rekenen dan de
winkeljuffrouw, maar de aanstaande Amster
damsche verkoopstertjes weten binnen de mi
nuut uit het hoofd te zeggen hoeveel 2 1 '8
maal 15.74 of 32/3 maal 7.83 is en zij
kunnen deelen, optellen en aftrekken, dat het
een lust is er even naar te luisteren.
Wat doet over het algemeen een winkeljuf
frouw als er plotseling een dame binnenkomt,
die in het Fransch, het Duitsch of het En-
gelsch naar prijs en kwaliteit van verschil
lende artikelen vraagt? In den regel zal zij
den patroon roepen, die in vele gevallen ook
al spoedig tot de ontdekking komt, dat zijn
moedertaal toch maar de mooiste taal is.
Maar een meisje van de Amsterdamsche
school zal zich haar lessen herinneren, de
klant hoffelijk begroeten en van de meeste
artikelen zoowel de kwaliteiten als de prijzen
en nog allerlei bijzonderheden in de moderne
talen vertellen, wat voornamelijk in de groo
tere steden en onontbeerlijke eisch begint te
worden.
Voor den hier ter stede op te richten cur
sus hebben zich dezer dagen, zooals gemeld,
een tachtigtal candidaten opgegeven, die in
drie groepen van ongeveer 27 leerlingen ge
splitst worden.
Groep A volgt de lessen in le warenken
nis der textielbranche waarvoor als leerares
mej. C. S. Meijer te Amsterdam is aangewe
zen, 2e den cursus in lakschrift en etaleeren,
waarin de heer H. Schuijt, leeraar M. O. tee
kenen, benevens een nog aan te stellen vak
man-etaleur zullen les geven en 3e den- cur
sus in verkoopkunde en omgangsvormen,
waarvoor de heer J. Traast, de directeur der
Amsterdamsche vakschool, al leeraar zal op
treden, die evenwel door een tijdelijke onge
steldheid niet dadelijk kan komen en in wiens
plaats de heer H. de Raat zich belangeloos
bereid verklaard heeft den cursus in te leiden.
Groep B volgt de lessen in warenkennis,
speciaal de levensmiddelenbranche, waarin
onderwijs zal worden gegeven door dr. D.
Mol, Directeur van den Keuringsdienst voor
waren te dezer stede met medewerking van
den keurmeester, den heer J. G. de Joode.
Daarnaast volgt deze groep de cursussen
lakschrift en etaleeren, benevens verkoop
kunde en omgansvormen, terwijl groep C
denzelfden cursus met uitzondering van de
warenkennis volgt.
Alle lessen worden om de 14 dagen gege
ven in de lokalen van de Handelsschool,
welke de gemeente daarvoor belangeloos be
schikbaar gesteld heeft en de cursus zal
Dinsdag 21 October a.s. des avonds te 8 uur
in een dezer lokalen officieel worden ge
opend.
In Schagen is reeds een dergelijke cursus
begonnen onder leiding van mej. L. Piet,
Directrice van de daar gevestigde Huishoud
school en in Den Helder is een cursus in
voorbereiding.
Dat alles is het werk van de Kamer van
Koophandel voor Hollands Noorderkwartier,
in samenwerking met de middenstandsorga;
nisaties, en wij kunnen niet anders dan met
voldoening constateeren, dat hier iets word;
opgezet, waarvan wij het groote nut, om niet
te spreken van de noodzakelijkheid, niet na
der in het licht behoeven te stellen.
Wij hebebn meermalen op de groeiende be-
teekenis van Alkmaar als winkelstad gewezen
en men behoeft slechts te constateeren, dat in
onze voornaamste straten het aantal particu
liere woningen steeds kleiner en het aantal
winkelpanden steeds grooter wordt en dat
zoowel de omvang als het uiterlijk en de be-
teekenis dier winkels en magazijnen zoo ge
heel anders dan vroeger zijn geworden om te
begrijpen, dat hier een bron van stadswel-
vaart ligt, voor welker goede functionneering
men rekening zal moeten houden met alle
eischen, die een veeleischend publiek in dezen
tijd zal' kunnen stellen.
Dat verscheidene zaken een groot deel van
haar personeel de thans georganiseerde cur
sussen laten volgen en daarvoor zelf het les
geld betalen, bewijst wel hoe hoog door direct
belanghebbenden de waarde van een derge
lijke opleiding geschat wordt en hoezeer men
beseft, dat in dezen tijd van scherpe concur
rentie het verkoopen niet meer als een voor
ieder begrijpelijke kunst, maar als een weten
schap beschouwd wordt, waarin men zich
voor den strijd om het bestaan tot in alk on
derdeden zal moeten bekwamen.
Dat zich reeds dadelijk een zoo groot aan
tal leerlingen voor den Alkmaarschen cursus
heeft opgegeven, is voor de organisaties, die
het initiatief namen het beste "bewijs dat de
beteekenis van deze lessen en alles wat daar
toe voorbereid en tot stand gebracht is, in
breeden kring begrepen en gewaardeerd zijn
geworden.
Cursusgeld f 1.50, f 2.25 of f 3.—.
Inschrijving bij Leeszaal of boekhandel.
Den Haag, 17 Oct. 1930.
Er was gister een donderwolkje aan de
lucht. De Commissie van Rapporteurs had
op de regeling betreffende de tegemoetkoming
aan de Zuiderzeevisschers, die door de
drooglegging van de Zuiderzee in moeilijke
omstandigheden zijn geraakt een amende
ment voorgesteld, waarbij aan de betrokke
nen een recht op tegemoetkoming werd toe
gekend, wanneer hun vaartuig in waarde
zou zijn verminderd. Dat was een ander
stelsel dan in het regeeringsartikel werd ge
huldigd, waarbij slechts dan uit de openbare
kas hulp zou worden verleend wanneer een
belanghebbende deze verzoekt bij de oprich
ting van een nieuw bedrijf en het blijkt, dat
hem dit moeilijk afgaat ten gevolge van
waardevermindering. Een recht op vergoe
ding of uitkeering zou de belanghebbende
dus niet kunnen laten gelden. De Commissie
had de uitwerking van haar denkbeeld een
beetje onbeholpen geformuleerd, doch dat
nam niet weg, dat er in de Kamer een stroo
ming viel waar te nemen ten gunste ervan.
Intusschen had de minister van waterstaat,
de heer Reijmer, tamelijk hoog van den toren
geblazen, verklaard, dat-hij bij aanneming
van het amendement zijn verdere houding
zou moeten overwegen en men sprak reeds
van een ministerieele crisis omdat de .heer
Heemskerk reeds had gerept van een conflict
tusschen den minister en de Kamer indien
het bedoelde amendement tegen 's ministers
zin werd aangenomen.
Hedenmiddag vonden evenwel de Kamer
leden een nota van den minister op hun les
senaar, waarbij deze bewindsman vrijwel
bakzeil haalde.
Hij aanvaardde daarbij in beginsel het
stelsel van schadevergoeding wegens waar
devermindering, waartegen hij zich zoo
hardnekkig had verzet en voegde in zijn ont
werp een bepaling in, luidende: Art. 6a Bij
algemeenen maatregel van bestuur worden
voorschriften vastgesteld omtrent de tege
moetkoming wegens waardevermindering
van eigendommen als gevolg van de afslui
ting van de Zuiderzee".
Wel werd de uitvoering van het thans
door hem aanvaarde beginsel overgebracht
naar de regeering, maar de Kamer vond de
enkele aanvaarding van het beginsel door
den minister blijkbaar reeds zoo mooi, dat
er al dadelijk geen vuiltje meer aan de lucht
was. Vooral toen de minister bij de daarop
volgende bespreking categorisch verklaarde,
dat hij in geval van waardevermindering
zonder op andere omstandigheden acht te
slaan erkende een recht op tegemoetkoming.
De Commissie van Rapporteurs trok hier
op haar amendement in, de heer Duys (s.d.
a.p.) deed hetzelfde, waarna het nieuwe ar
tikel met 91 tegen 2 stemmen (van de com
munisten) werd aangenomen.
Een amendement van de communisten om
den leeftijd van uitkeering van geldelijken
steun niet op 60, gelijk de regeering wilde,
doch op reeas 55 jaar te bepalen, werd met
86 tegen 5 stemmen verworpen.
Nadat ten slotte de Kamer met 64 tegen
28 stemmen had geweigerd mee te gaan met
een amendement van den heer Duys (s.d.
a.p.) om de terugbetalingen van credieten te
doen plaats hebben op grond van een rente
voet van 4 procent (in het ontwerp wordt
van 5 procent gewaagd) was de behande
ling van de wijzigingswet afgeloopen. De
eindstemming hield de voorzitter evenwel tot
Dinsdag aan.
Daarna kwam aan de orde het zooge
naamde Vlootontwerp, d.w.z het wetsont
werp tot verhooging van hoofdstuk VIII der
Rijksbegrooting voor 1930 (kosten van een
kruiser en van een llottieljevaartuig, eerste
termijn).
Blijkbaar had minister Deckers er niet op
gerekend, dat de zaak zoo vroeg aan de orde
zou komen, want op dat oogenblik was hij
niet in het gebouw. Toen daarover, speciaa.
door den heer Ketelaar (v.d.) nog al werd
gemopperd, trad de minister binnen, en
werd met gejuich ontvangen. Ondanks een
protest vap dep heer De Visser (gggSh-lr*