DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Morgenavond
BORNEO-FILM
Uit het Parlement
Buitenland
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door bet geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.26, bij groots contractea rabat. Gueote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERUs. POSTER ZOON, Voordam C 0, post
giro 37000. Telef. 3, redactie 33.
Ho, 255
Directeur: C. KRAK.
WOEHIDA» 29 OCTOBEK 193©
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 28 Oct. 1930.
De Tweede Kamer heeft, gelijk te voor
spellen was, met op twee na algemeene stem
men afgewezen het verzoek van den heer
Wijnkoop (comm.) om zijn zonderlinge inter
pellatie tot de regeering te mogen richten
over de vrijwaring van de leden van het Par
lement. Men weet, dat de verwijdering van
zijn politieken geloofsgenoot De Visser uit
de vergaderzaal tot deze interpellatie aanlei
ding had gegeven. De heer De Visser, die he
den weer op zijn post was, probeerde nu de
zaak over een anderen boeg te werpen, door
te verzoeken een paar vragen tot de regee
ring te mogen richten. Welke die vragen wa
ren, zei hij niet, wist hij misschien zelf niet
jecht, maar daarom bracht de voorzitter dit
verzoek ook niet in stemming. Morgen zal
de heer De Visser met nader geformuleerde
vragen komen. Als het nu raear niet weer op
relletjes uitloopt! Daarvoor is de nationale
tijd toch te kostbaar.
De Kamer heeft hedenmiddag een berin
gemaakt met de behandeling van de Pacht
wetten. Vriendelijk zijn ze niet ontvangen.
Dat waren ze in de afdeelingen reeds niet,
doch van de acht sprekers, die wij heden-
middag hebben gehoord, was er niet een, die
onverdeeld gunstig er over oordeelde.
De eerste spreker was de heer Van der
Sluis (s.d.a.p.), die als een der oorzaken van
de slechte toestanden in het landbouwbedrijf
noemde de te geringe toeneming van den be
schikbaren cultuurgrond en de snellere stij
ging van gegadigden voor landbouwterrei-
nen. Daardoor worden de pachten tot het
onmogelijke opgedreven en is het bestaan
van vele landbouwers onhoudbaar. In de
tweede plaats is de gebrekkige rechtstoestand
een oorzaak van de ellende. De thans voor
gedragen ontwerpen bedoelen daaraan een
einde te maken, maar ze gaan niet ver ge
noeg op geen der hoofdpunten: vergoeding
van door den pachter aangebrachte verbete
ringen, het remissierecht (pachtverlaging
wanneer de toestand voor den pachter door
onvoorziene omstandigheden verslechtert) en
het recht tot continuatie van het afgeloopen
pachtcontract, mits met toestemming des
rechters. De spr. en zijn partijgenooten heb
ben een aantal amendementen op die punten
voorgesteld en hij beval deze aan.
De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.), die
meende dat de nieuwe regeling minder drin
gend van aard was dan b.v. een maalgebod
of maatregelen tegen dumping, vond het ont
werp in zijn hoofdbeginselen niet slecht en
vooral waardeerde hij het continuatierecht,
dat echter verbetering behoeft. Van het re
missierecht was hij geen voorstander.
De heer Bakker (c.h.) was weinig met het
voorstel ingenomen, omdat het op twee ge
dachten hinkt, kostbaar in uitvoering zal
zijn en vol moeilijkheden zit. Hij keurde ook
af, dat de regeling teveel centraliseerde, te
weinig rekening hield met de plaatselijke toe
standen. Zou de regeling niet enkel op die
streken waarvoor zij geschikt is van toepas
sing kunnen worden verklaard?
De heer Hiemstra (s.d.a.p.) was door het
voorstel diep ontmoedigd en wanneer dit
niet belangrijk en grondig wordt gewijzigd
zal het geen effect hebben. De spreker zette
dit nader uiteen en brak vervolgens den staf
over een voorstel van den communist De
Visser, die evenals de regeering een regeliiy
voor de Pachtcommissies had opgesteld,
waarvan evenwel de heer Hiemstra vrijwel
niets heel liet.
De heer Ament (r.k.) koesterde weinig ver
wachting van het ontwerp, omdat het met
veroorlooft de pacht te laten afhangen van
de opbrengst van de producten. Mocht de
spr. zich voor het ontwerp verklaren, dan
zal de regeering tegemoetkomend moeten
zijn tegenover de ingediende amendementen.
De heer Bierema (lib.) zette uiteen, dat de
nieuwe wet de huidige slechte toestanden
niet zal verbeteren, hij vreesde integendeel,
dat de nieuwe regeling nieuwe moeilijkheden
zal doen geboren worden. Instemming be
tuigde hij met de bepaling, dat de opzegging
van een pachtcontract met een termijn van
een jaar moest geschieden.
Maar overigens was hij met de regeling
van de drie hierboven genoemde hoofdpun
ten weinig ingenomen. Vooral had hij be
zwaar tegen het z.g. continuatierecht, omdat
het te bfperkt van aard zal zijn en boven
dien ten gevolge zal hebben, dat de onder
linge verhoudingen er slechter door zullen
worden. De spreker gaf de voorkeur aan een
regeling als in Engeland bestaat, dat er in
het contract een schadeloosstelling wordt ge
noemd voor het geval, dat de pacht op on
redelijke gronden wordt opgezegd. Dat
werkt in de practijk zeer goed ook als pre-
tief middel.
De heer Ebels (v.d.) was het omtrent de
hoofdpunten vrijwel eens met den vorigen
spreker, maar hij kwam in het bijzonder op
tegen de talrijke beperkingen van de bedrijfs-
vrijheid van den pachter.
De Nederlandsche boer heeft die werkelijk
niet noodig.
De laatste spreker van den middag, de
heer Weitkamp (c.h.), heeft op zijn gewone
anaAmnAa wiiz£ heiooffd dat de slechte toe
stand in het boerenbedrijf voor een belang
rijk deel werd veroorzaakt door het gemis
van een goede organisatie der boeren, waar
door zij niet zijn opgewassen tegen handel,
kapitaal en regeering. Intusschen vond hij de
aan de orde zijnde wet niet van veel beteeke-
n^s, verbetering van de Jachtwet ware wel
zoo goed geweest. Wat hij in het bijzonder
tegen het voorstel had was de inmenging
van de rechterlijke macht waardoor aan de
advocaten weer een kans wordt gegeven om
geld te verdienen. De spr. kwam aan het slot
van zijn nog al onderhoudende rede tot de
aanbeveling van het instituut van teeltpacht,
waarbij de pacht in natura wordt betaald
nadat door een officieele instantie de waarde
van de producten is vastgelegd. Zou zooiets
in de hedendaagsche maatschappij nog mo
gelijk zijn?
De beraadslaging is des avonds voortge
zet. Daarover in ons volgend nummer.
STRATEGISCHE WERKEN IN BELGIE
NABIJ ONZE GRENS,
Aanleg van nieuwe spoorwegen tusschen
Antwerpen en Esschen.
Een strategisch werk van de Noordzee
tot aan de Maas.
Het vorig jaar werd geheel Nederland
opgeschrikt door de opzienbarende publica
ties van het Utrechtsch Dagblad. Dat blad
publiceerde een reeks artikelen, waarin groote
strategische plannen van België ten opzichte
van Nederland besproken werden. Deze pu
blicaties hebben heel wat stof tot commentaar
opgeworpen, maar tenslotte werd het geheele
zaakje zoo'n beetje in de doofpot gestopt.
Men hoorde sinds dien niets meer van die
strategische plannen, totdat dezer dagen het
Dagblad van Noord-Brabant met een kers-
versch artikel komt, dat nadere bijzonder
heden geeft van de strategische plannen van
België. Het blad heeft een onderzoek inge
steld naar aanleiding van het bericht, dat de
Belgische spoorwegen thans zullen overgaan
tot het leggen van vier sporen op het baan
vak Brussel-Antwerpen en dat daarna het
baanvak Antwerpen-Esschen aan de beurt
zal komen.
Bij dat onderzoek bleek het blad, dat deze
plannen inderdaad bestaan, en toen men
vroeg, of die vier sporen wel noodig waren,
beweerde men, dat zulk 'n plan al voor den
oorlog bestond. Het zeer drukke vervoer van
personen en bijzonder van goederen zou deze.
uitbreiding noodzakelijk maken. Daarenboven
was het passagiersvervoer van de tusschen
Esschen en Antwerpen gelegen plaatsen
naar en van de laatstgenoemde stad zoo toe
genomen, dat men op den duur tot een over
belasting van de spoorlijn zou komen.
Maar waarom, vroeg het blad, heeft men
dan ontkend, dat dit plan bestond? Omdat
hetaldus het antwoord in verband met
militaire aangelegenheden werd gebracht,
terwijl het zuiver „economiek" is.
Nu meent het blad, dat die „economiek"
ver gezocht moet worden, vooral, nu deze
vierdubbelsche lijn enkel tot Esschen en niet
tot Roozendaal zou loopen. Een terzake des
kundige Nederlander, die aan de economische
motieven totaal geen waarde bleek toe te ken
nen, gaf de volgende uitzetting aan het bo
vengenoemde blad:
Roozendaal is in het internationale spoor
wegverkeer het z.g. verdeelstation van Ant
werpen. De groote goederentreinen voor en
van België worden op 't uitgebreide empla
cement te Roozendaal gerangeerd en gedistri
bueerd, en niet in Esschen. Dit laatste station
heeft daarvoor geen emplacement, geen in
stallatie, geen personeel.
Het emplacement te Roosendaal is groot
genoeg om de taak als verdeelstation naar
behooren te vervullen. Voor den oorlog was
het vervoer drukker dan thans. Toen heelt
men wel eens met gebrek aan plaatsruimte
gekampt, doch de lijn naar België bleef nim
mer in gebreke.
Zelfs zeer drukke toeneming van het goe
derenvervoer zal nimmer echter oorzaak zijn,
dat naast de bestaande lijn op Nederland nog
een tweede gelegd zou moeten worden.
Van een verdubbeling van het korte stukje
van Esschen op Roosendaal zal dan ook wel
nimmer iets komen. Krachtens de fusie-over
eenkomst in de Nederlandsche Spoorwegen
moet iedere nieuwe bouw de goedkeuring heb
ben van den minister van waterstaat. Men
begrijpt natuurlijk wel, dat er geen ministe
rieel besluit tot het leggen van twee lijnen op
Roosendaal zal verschijnen. Dergelijk besluit
zou geen economisch, doch een totaal ande:
oogmerk dienen
Wanneer nu aangetoond is, dat bij de voor
genomen verdubbeling van de lijn op Esschen
noch een economisch, noch een spoorweg-
technisch belang gediend wordt, dan klemt de
vraag: wahrtoe dient die ver
dubbeling dan?
Het is van algemeene bekendheid, dat Bel
gië na den oorlog er toe overgegaan is sterke
strategische werken langs de Nederlandsche
grenzen óf in stand te houden, óf op te rich-
ten.
Het slagwoord, waarvan men zich in mili
taire kringen aldaar steeds bediegt, is: Neder.
land verdedigt Limburg niet, dus moeten wij
ons zelf helpen.
Hiermede dienen ook die maatregelen in
verband te worden gebracht, welke reeds
omschreven waren in de te Utrecht gepubli
ceerde documenten en thans door de aan het
licht komende feiten, voor echt in plaats van
valsch dienen door te gaan.
Al die maatregelen passen volkomen in het
kader der Fransche verdedigingsplannen en
zullen dus wel een uitvloeisel zijn van het ge
heim militair aceoord, dat tusschen Frankrijk
en België bestaat.
Naast de behandelde sporengeschiedenis
staat nog de geheimzinnigheid rond het in
aanleg zijnde groote kanaal van Luik naar
Antwerpen.
Het militair karakter van dit kanaal wordt
niet meer ontkend. Zulks zou bij het stilaan
vorderen van de werken ook onmogelijk rijn.
Van Luik af omsluit dit kanaal de z g.
„enclave" van Maastricht als een gordel tot
Breigden, maakt daar een hoek van 90 gra
den in de richting Genck en is verder via
Hasselt, Beeringen, Gheel, Herenfhals, Ant
werpen ontworpen.
Titans is men bezig met grondaankoop in
Belgisch-Limburg. Die grondaankoop, beter
gezegd onteigening, gaat al zeer eigenaardig
in zijn werk. Ze wordt klaarblijkelijk niet al
leen geleid door het kanaalbelang, want er
wordt veel meer aangekocht, dan door de
waterstaatkundigen wordt noodig geoordeeld.
Daarenboven moet iedere grondaankoop eent
door het militaire gezag worden goedge
keurd. Militairen verschijnen dan ook alom
ter plaatse, meten terreinen af enz. Onder
Sutendaal en Genck rijn thans gronden in
beslag genomen, hier en daar zelfs van zeer
groote oppervlakte. Een en ander heeft groote
verbittering gewekt onder de bevolking, die
zich dikwerf de beste stukken grond ziet af
genomen.
Overigens is het thans in die streken van
algemeene bekendheid dat diverse technische
kanaalwerken te elfder ure op militair bevel
moesten worden gewijzigd, dat de onteige
ningen van de gronden tusschen het Alberi-
kanaal en de Nederlandsche grens nabij
Zuid-Limburg geheel voor militaire doelein
den geschieden en ter plaatse ingrijpende ver
anderingen zullen worden gebracht.
Wel worden ook uit speculatieve oogmer
ken gronden onteigend, doch dat geschiedt
verder Limburg in. De ons verstrekte gege
vens voegt het Dagblad van Noordd3ra-
bant hieraan toe zien wij intusschen reeds
vrijwel bevestigd in polemieken, die in Bel-
gisch-Limburgsche bladen over deze grond
onteigeningen gevoerd worden.
Met de uitvoering van dit kanaalwerk
wordt dan het geheele strategische werk vol
eind, dat van de Noordzee af tot aan de
Maas loopt.
Onder Zeeuwsch-Vlaanderen is de verdedi
gingslinie, door de Duitschers gelegd, ge
handhaafd, rond Antwerpen, speciaal tus
schen de Schelde en de spoorlijn Antwerpen-
Esschen zijn de daar aanwezige militaire
werken aanmerkelijk verstevigd en uitgebreid,
zooals de versterkingen onder Oorderen en
Hoevenen en rechts van de spoorlijn bij
Hoogboom eo., terwijl ook de z.g. pilboxen,
daar in menigte gedurende den oorlog ge
legd, gehandhaafd zijn. Zoo komt men tot
een lange serie van strategische punten op
geringen afstand onzer grenzen.
Zullen wij zoo vraagt het blad nog
hier een conclusie aan toevoegen?
Het spreekt vanzelf, dat het vredelievende
Nederland geen aanleiding geeft tot zulke
geweldige militaire werken langs geheel onze
grens, als thans worden uitgevoerd.
Onwillekeurig gaan de gedachten dan ook
uit naar voorbereidingen van een nieuwen
oorlog met Duitschland, waarbij Neder-
landsch grondgebied tot operatie- of ge
vechtsterrein „uitverkoren" wordt, wan
neer onze regeering er niet in zou slagen om
op afdoende wijze onze neutraliteit te ver
zekeren.
Tot zoover het Dagblad van Noord-Bra
bant. We zullen dit relaas besluiten met een
berichtje, dat we gisteravond in de N.R.C.
lazen en dat eenigszins aansluit bij het bo
venstaande. Het luidt als volgt:
In den loop van de laatste weken hebben
er besprekingen plaats gehad tusschen offi
cieren van de Belgische en Fransdie gene
rale staven inzake de gemeenschappelijke ver
dediging van de Belgisch-Fransche Ooster-
grens. Van Fransche zijde is daarbij gewe
zen op de groote financieele opofferingen,
welke Frankrijk zich thans getroost om de
Fransch-Duitsche grens te versterken en de
wapening van zijn leger op peil te houden.
In verband daarmede wordt dan ook in goed-
ingelichte kringen alhier verwacht, dat de
regeering voornemens zou rijn aan het par
lement de goedkeuring te vragen van een
leening van verscheidene honderden millioe-
nen fre sommigen spreken zelfs van een
milliardten einde de landsverdediging op
voldoende wijze te kunnen verzekeren. Een
aanzienlijk deel van dit bedreig zou bestemd
zijn voor den aankoop van stormwagens,
vliegtuigen, mitrailleurgeweren, afweer-
kanonnen, de wapening van de forten van
Luik, die weldra geheel zullen rijn gemoder
niseerd, het herstel van de forten van Namen
en het bouwen van verdedigingswerken in
Belgisch Limburg.
>sfc--- ----
DE REVOLUTIE IN BRAZILIË.
Het onderzoek van het Duitsche
gezantschap inzake de „Baden".
Wolff meldt dat uit het onderzoek van het
Duitsche gezantschap te Rio de Janeiro is
gebleken aat den gezagvoerder van de „Ba
den", kapitein Rollin, geenerlei schuld treft
en dat ook de Braziliaansche regeering hem
geen verwijten heeft gemaakt.
De „Baden" had van den havènmeester
vergunning gekregen om uit te varen met de
bepaling er bij dat bij het passeeren van het
fort een signaal moest worden gegeven. In
overeenstemming hiermee gaf de „Baden" bij
het passeeren van het fort SCanta Cruz drie
stooten op de fluit, die ook door getuigen
aan den wal beslist zijn gehoord. Het saluut
met de vlag van de „Baden" aan het fort
werd ook door het fort beantwoord.
(Volgens een vroeger bericht van Bra
ziliaansche zijde heette het dat kapitein Rol
lin de instructies verkeerd zou hebben opge
vat).
Na het saluut met de vlag door de „Ba
den" werd van het fort een los schot afge
vuurd en een vlaggesignaal gegeven, dat de
kapitein niet begreep, zoodat hij het be
schouwde als niet voor hem bestemd en de
voortzette. Kapitein Rollin heeft geen
reis
verdere waarschuwingsschoten gehoord en
ook geen kogels zien inslaan. Na het passee
ren van het „suikerbrood", een berg aan
den ingang van de haven, voer de „Baden"
buiten de baai tot op 200 M. op het fort Ca-
pacabana aan om nog eventueele signalen
te kunnen waarnemen, daar de zon reeds
aan het ondergaan was. Zonder verder sig
naal of eenige zichtbare aanleiding werd
toen door het fort het noodlottige scherpe
schot gelost.
De opstandelingenleiders te Rio
aangekomen.
De leiders der opstandelingen Aranha en
Collor, zijn te Rio de Janeiro aangekomen.
Een nieuwe regeling in Sao Paolo.
Uit particuliere bron wordt gemeld, dat in
den staat Sao Paolo een nieuwe regeering is
gevormd onder het presidentschap van Fran-
cisco Marato, hoogleeraar in het recht te
Sao Paolo. Minister van binnenlandsche za
ken is José Carlos Macedo Soares, financiën
de bankier José Whiteker, landbouw Souza
de Quieroz, eigenaar van koffieplantages.
Een Engelsch stoomschip aan
gehouden en doorzocht.
Bij het verlaten van de haven van Rio de
Janeiro werd het Engelsche stoomschip Al-
maniora tot bijdraaien gedwongen en door
Braziliaansche ambtenaren onderzocht. 20
politieke vluchtelingen die met het schip
Brazilië hadden willen verlaten werden ge
arresteerd. Onder hen bevonden zich o.a. de
vroegere vice-president Vianna en verschei
dene andere tekende politieke persoonlijkhe
den.
De rust te Rio teruggekeerd.
Volgens de te Parijs uit Rio de Janeiro
ontvangen berichten is de rust in de stad
weer volkomen hersteld en de orde terugge
keerd. Alle banken en groote zakenhuizen
zijn weer geopend.
Vargas voorioopig president.
Uit Rio de Janeiro wordt gemeld, dat de
aanvoerder van het Zuidelijk leger der op
standelingen, Vargas, door de te Rio bijeen
gekomen leiders der opstandelingen een
stemmig is gekozen tot voorioopig president
van Brazilië.
De intocht van Vargas in de Braziliaan
sche hoofdstad aan het hoofd van zijn troe
pen was een ware triomftocht.
DE COMMUNISTEN IN
DUITSCHLAND IN ACTIE.
Wilde staking op een mijn bij
Aken.
Op de mijn Carolus Magnus bij Aken is
gisteren een wilde staking uitgebroken, zoo
meldt het W. B., als gevolg van het feit, dat
drie communistische arbeiders, leden van
den bedrijfsraad, waren ontslagen, omdat
zij de werklieden hadden aangespoord op
den dag der begrafenis van de slachtoffers
te Alsberg het werk neer te leggen.
Het personeel eischte, dat zij weer in
dienst zouden worden genomen, wat leidde
tot ongeregeldheden, waaraan de politie te
pas moest komen. Bij een aanval op een
agent ging een pistool af, waardoor een ar
beider gekwetst werd.
Van de nachtploeg is ongeveer de helft ca.
250 man, aan het werk gegaan.
DE PARTIJPOLITIEK IN
DUITSCHLAND.
Geweld tegenover geweld inge
val van rechtsradicale actie.
Zooals men weet, is van socialistische zij
de duidelijk te kennen gegeven, dat men er
niet voor zal terugschrikken om eventueel
rechtsradicaal geweld, met geweld te kee-
ren.
Thans is ook van de zijde van de republi-
keinsche Rijksvlag nadrukkelijk hetzelfde ver
klaard.
Nadat op het einde van de vorige week mi
nister Severing op een bijeenkomst te Frank
fort van een 20.000 republikeinen, een scher
pe rede had gehouden tegen het fascisme,
heeft Zondag de voorzitter van de Rijksvlag,
Hörsing, eraan herinnerd, dat de krachten
van alle republikeinen zich moeten vereeni
gen in een geestelijke bestrijding van de
vijanden van de republiek. Waaraan hij toe
voegde, dat, indien het fascisme erin vol
hardt zijn strijd met dolk en revolver te voe
ren, geweld met geweld moet worden ge
keerd.
Hörsing eindigde met de verklaring, dat
een ondersteuning van de regeering Brüning
noodzakelijk is en dat alléén een krachtige
leiding, zooals in Pruisen sinds jaren be
staat, Duitschland kan beschermen tegen
binnenlandsch-politieke gevaren.
UIT HET ENGELSCHE LAGERHUIS.
Na de opening van de beraadslagingen in
het Lagerhuis werd gisteren de ramp, welke
de R 101 getroffen heeft, ter sprake gebracht.
Baldwin, hierover het woord voerende, zei-
de o.m., „afgezien van de publieke tragedie,
gevoelen wij diepe sympathie voor den eerstee
minister wegens het verlies van Lord Thom
son, die niet alleen zijn collega, maar tevens
zijn boezemvriend is geweest
MacDonald gaf uiting aan de deelneming
van het Huis met hen die tezamen om het
leven zijn gekomen en thans ook te zamen
in een gemeenschappelijk graf rusten.
Lord Thomson, Sir Sefton Brancker en
hun makkers, zoo zeide hij, rijn de pioniers
van de luchtvaart geweest en aan hen die
nu leven staat het hun werk voort te zetten.
De premier gaf in het bijzonder uiting aan
zijn erkentelijkheid tegenover Tardieu, Frank
rijk en de bevolking van Beauvais, voor het
daadwerkelijk medegevoel dat rij ten tijde
van de ramp getoond hebben.
Frankrijk, zoo zeide hij, heeft wederom het
hart van ons volk veroverd.
In antwoord op desbetreffende vragen van
Baldwin, verklaarde de premier, dat de regee
ring besloten heeft in den zelfden vorm als
het Simon rapport de Boodschap van het In
dische Gouvernement te publiceeren, betrek
king hebbende op de constihitioneele kwesties,
die besproken zullen worden door de „Ronde
Tafelconferentie".
Tevens legde de premier er den nadruk op,
dat het Witboek inzake Palestina niet wijst
op een verandering in de politiek van Enge
land ten aanzien van het palestina-mandaat.
Komende tot de werkzaamheden van de lm-
perieele Conferentie, zeide de premier, dat hij
zeer voldaan is, over de gemaakte vorderin
gen.
Voorts wees spreker op de beteekenis van
een aantal economische problemen.
Ter Rijksconferentie rijn twee dingen aan
den dag getreden en weldat de Rijksvrij,
handel een absoluut bedriegelijke kwestie is en
voorts, dat het eenige tarief, dat Engeland
kan helpen, een tarief op de voedingsmidde
len is.
HET ONDERZOEK NAAR DE i
OORZAKEN VAN DE RAMP
DER R 101.
In de openingszitting van de special»
rechtbank, welke belast is met een onderzoek
naar de oorzaken van de ramp van de R 101,
zeide Sir William Jowitt, de „attorney gene-
ral", dat zich bij de stukken een rapport be
vond, dat door wijlen Lord Thomson opge
steld was voor de Rijksoonferentie.
Hoewel het een geheim document was, had
hij een speciale vergunning gekregen een af
schrift aan het Hof voor te leggen en eenigi
passages er uit voor te lezen.
HET CONFLICT IN DE METAAL
INDUSTRIE.
Onder voorzitterschap van den Rijksmi
nister van Arbeid, dr. Stegerwald, ziin giste-
ren in het Rijksministerie van Arbeid, onder
handelingen gevoerd met de werkgevers en
werknemers in de Berlijnsche Metaalin
dustrie, welke met de volgende overeenkomst
eindigde:
1. Het werk wordt onmiddellijk op de oude
voorwaarden hervat.
2- De beslissing over de in den scheids
rechterlijken uitspraak van 10 October be
handelde kwesties geschiedt door uitspraak
van een arbitrage-commissie, bestaande uit
drie onpartijdige leden, welke door den Rijks
minister van Arbeid zullen worden benoemd
3.De onderhandelingen dezer commissi
zullen zoo spoedig mogelijk beginnen, op rijt
laatst in de eerste helft van November.
DE VREESELIJKE MIJNRAMP TE
FR 1E DR ICHSTH AL. 1
Thans 96 dooden.
Gisternacht is in het ziekenhuis van Fiseh-
bach weder een zwaargewond slachtoffer van
de mijnramp te Friedrichtshal aan de gevol
gen overleden.
Het totaal-aantal dooden is hierdoor tat
96 gestegen.
De laatste nog in de mijn Maybach aan
wezige doode kon nog niet geborgen worden.
Evenmin weet men nog wie dit slachtoffer is.
Twee leden van de reddingscolonne, moes
ten wegens ernstige gasvergiftiging, tijdens
het bergingswerk opgeloopen, in het zieken
huis worden opgeaómeo,