DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Morgenavond BORNEO-FILM Uit het Parlement Buitenland 132e Jaargang. Dagelijksch overzicht. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door bet geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.26, bij groots contractea rabat. Gueote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERUs. POSTER ZOON, Voordam C 0, post giro 37000. Telef. 3, redactie 33. Ho, 255 Directeur: C. KRAK. WOEHIDA» 29 OCTOBEK 193© Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 28 Oct. 1930. De Tweede Kamer heeft, gelijk te voor spellen was, met op twee na algemeene stem men afgewezen het verzoek van den heer Wijnkoop (comm.) om zijn zonderlinge inter pellatie tot de regeering te mogen richten over de vrijwaring van de leden van het Par lement. Men weet, dat de verwijdering van zijn politieken geloofsgenoot De Visser uit de vergaderzaal tot deze interpellatie aanlei ding had gegeven. De heer De Visser, die he den weer op zijn post was, probeerde nu de zaak over een anderen boeg te werpen, door te verzoeken een paar vragen tot de regee ring te mogen richten. Welke die vragen wa ren, zei hij niet, wist hij misschien zelf niet jecht, maar daarom bracht de voorzitter dit verzoek ook niet in stemming. Morgen zal de heer De Visser met nader geformuleerde vragen komen. Als het nu raear niet weer op relletjes uitloopt! Daarvoor is de nationale tijd toch te kostbaar. De Kamer heeft hedenmiddag een berin gemaakt met de behandeling van de Pacht wetten. Vriendelijk zijn ze niet ontvangen. Dat waren ze in de afdeelingen reeds niet, doch van de acht sprekers, die wij heden- middag hebben gehoord, was er niet een, die onverdeeld gunstig er over oordeelde. De eerste spreker was de heer Van der Sluis (s.d.a.p.), die als een der oorzaken van de slechte toestanden in het landbouwbedrijf noemde de te geringe toeneming van den be schikbaren cultuurgrond en de snellere stij ging van gegadigden voor landbouwterrei- nen. Daardoor worden de pachten tot het onmogelijke opgedreven en is het bestaan van vele landbouwers onhoudbaar. In de tweede plaats is de gebrekkige rechtstoestand een oorzaak van de ellende. De thans voor gedragen ontwerpen bedoelen daaraan een einde te maken, maar ze gaan niet ver ge noeg op geen der hoofdpunten: vergoeding van door den pachter aangebrachte verbete ringen, het remissierecht (pachtverlaging wanneer de toestand voor den pachter door onvoorziene omstandigheden verslechtert) en het recht tot continuatie van het afgeloopen pachtcontract, mits met toestemming des rechters. De spr. en zijn partijgenooten heb ben een aantal amendementen op die punten voorgesteld en hij beval deze aan. De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.), die meende dat de nieuwe regeling minder drin gend van aard was dan b.v. een maalgebod of maatregelen tegen dumping, vond het ont werp in zijn hoofdbeginselen niet slecht en vooral waardeerde hij het continuatierecht, dat echter verbetering behoeft. Van het re missierecht was hij geen voorstander. De heer Bakker (c.h.) was weinig met het voorstel ingenomen, omdat het op twee ge dachten hinkt, kostbaar in uitvoering zal zijn en vol moeilijkheden zit. Hij keurde ook af, dat de regeling teveel centraliseerde, te weinig rekening hield met de plaatselijke toe standen. Zou de regeling niet enkel op die streken waarvoor zij geschikt is van toepas sing kunnen worden verklaard? De heer Hiemstra (s.d.a.p.) was door het voorstel diep ontmoedigd en wanneer dit niet belangrijk en grondig wordt gewijzigd zal het geen effect hebben. De spreker zette dit nader uiteen en brak vervolgens den staf over een voorstel van den communist De Visser, die evenals de regeering een regeliiy voor de Pachtcommissies had opgesteld, waarvan evenwel de heer Hiemstra vrijwel niets heel liet. De heer Ament (r.k.) koesterde weinig ver wachting van het ontwerp, omdat het met veroorlooft de pacht te laten afhangen van de opbrengst van de producten. Mocht de spr. zich voor het ontwerp verklaren, dan zal de regeering tegemoetkomend moeten zijn tegenover de ingediende amendementen. De heer Bierema (lib.) zette uiteen, dat de nieuwe wet de huidige slechte toestanden niet zal verbeteren, hij vreesde integendeel, dat de nieuwe regeling nieuwe moeilijkheden zal doen geboren worden. Instemming be tuigde hij met de bepaling, dat de opzegging van een pachtcontract met een termijn van een jaar moest geschieden. Maar overigens was hij met de regeling van de drie hierboven genoemde hoofdpun ten weinig ingenomen. Vooral had hij be zwaar tegen het z.g. continuatierecht, omdat het te bfperkt van aard zal zijn en boven dien ten gevolge zal hebben, dat de onder linge verhoudingen er slechter door zullen worden. De spreker gaf de voorkeur aan een regeling als in Engeland bestaat, dat er in het contract een schadeloosstelling wordt ge noemd voor het geval, dat de pacht op on redelijke gronden wordt opgezegd. Dat werkt in de practijk zeer goed ook als pre- tief middel. De heer Ebels (v.d.) was het omtrent de hoofdpunten vrijwel eens met den vorigen spreker, maar hij kwam in het bijzonder op tegen de talrijke beperkingen van de bedrijfs- vrijheid van den pachter. De Nederlandsche boer heeft die werkelijk niet noodig. De laatste spreker van den middag, de heer Weitkamp (c.h.), heeft op zijn gewone anaAmnAa wiiz£ heiooffd dat de slechte toe stand in het boerenbedrijf voor een belang rijk deel werd veroorzaakt door het gemis van een goede organisatie der boeren, waar door zij niet zijn opgewassen tegen handel, kapitaal en regeering. Intusschen vond hij de aan de orde zijnde wet niet van veel beteeke- n^s, verbetering van de Jachtwet ware wel zoo goed geweest. Wat hij in het bijzonder tegen het voorstel had was de inmenging van de rechterlijke macht waardoor aan de advocaten weer een kans wordt gegeven om geld te verdienen. De spr. kwam aan het slot van zijn nog al onderhoudende rede tot de aanbeveling van het instituut van teeltpacht, waarbij de pacht in natura wordt betaald nadat door een officieele instantie de waarde van de producten is vastgelegd. Zou zooiets in de hedendaagsche maatschappij nog mo gelijk zijn? De beraadslaging is des avonds voortge zet. Daarover in ons volgend nummer. STRATEGISCHE WERKEN IN BELGIE NABIJ ONZE GRENS, Aanleg van nieuwe spoorwegen tusschen Antwerpen en Esschen. Een strategisch werk van de Noordzee tot aan de Maas. Het vorig jaar werd geheel Nederland opgeschrikt door de opzienbarende publica ties van het Utrechtsch Dagblad. Dat blad publiceerde een reeks artikelen, waarin groote strategische plannen van België ten opzichte van Nederland besproken werden. Deze pu blicaties hebben heel wat stof tot commentaar opgeworpen, maar tenslotte werd het geheele zaakje zoo'n beetje in de doofpot gestopt. Men hoorde sinds dien niets meer van die strategische plannen, totdat dezer dagen het Dagblad van Noord-Brabant met een kers- versch artikel komt, dat nadere bijzonder heden geeft van de strategische plannen van België. Het blad heeft een onderzoek inge steld naar aanleiding van het bericht, dat de Belgische spoorwegen thans zullen overgaan tot het leggen van vier sporen op het baan vak Brussel-Antwerpen en dat daarna het baanvak Antwerpen-Esschen aan de beurt zal komen. Bij dat onderzoek bleek het blad, dat deze plannen inderdaad bestaan, en toen men vroeg, of die vier sporen wel noodig waren, beweerde men, dat zulk 'n plan al voor den oorlog bestond. Het zeer drukke vervoer van personen en bijzonder van goederen zou deze. uitbreiding noodzakelijk maken. Daarenboven was het passagiersvervoer van de tusschen Esschen en Antwerpen gelegen plaatsen naar en van de laatstgenoemde stad zoo toe genomen, dat men op den duur tot een over belasting van de spoorlijn zou komen. Maar waarom, vroeg het blad, heeft men dan ontkend, dat dit plan bestond? Omdat hetaldus het antwoord in verband met militaire aangelegenheden werd gebracht, terwijl het zuiver „economiek" is. Nu meent het blad, dat die „economiek" ver gezocht moet worden, vooral, nu deze vierdubbelsche lijn enkel tot Esschen en niet tot Roozendaal zou loopen. Een terzake des kundige Nederlander, die aan de economische motieven totaal geen waarde bleek toe te ken nen, gaf de volgende uitzetting aan het bo vengenoemde blad: Roozendaal is in het internationale spoor wegverkeer het z.g. verdeelstation van Ant werpen. De groote goederentreinen voor en van België worden op 't uitgebreide empla cement te Roozendaal gerangeerd en gedistri bueerd, en niet in Esschen. Dit laatste station heeft daarvoor geen emplacement, geen in stallatie, geen personeel. Het emplacement te Roosendaal is groot genoeg om de taak als verdeelstation naar behooren te vervullen. Voor den oorlog was het vervoer drukker dan thans. Toen heelt men wel eens met gebrek aan plaatsruimte gekampt, doch de lijn naar België bleef nim mer in gebreke. Zelfs zeer drukke toeneming van het goe derenvervoer zal nimmer echter oorzaak zijn, dat naast de bestaande lijn op Nederland nog een tweede gelegd zou moeten worden. Van een verdubbeling van het korte stukje van Esschen op Roosendaal zal dan ook wel nimmer iets komen. Krachtens de fusie-over eenkomst in de Nederlandsche Spoorwegen moet iedere nieuwe bouw de goedkeuring heb ben van den minister van waterstaat. Men begrijpt natuurlijk wel, dat er geen ministe rieel besluit tot het leggen van twee lijnen op Roosendaal zal verschijnen. Dergelijk besluit zou geen economisch, doch een totaal ande: oogmerk dienen Wanneer nu aangetoond is, dat bij de voor genomen verdubbeling van de lijn op Esschen noch een economisch, noch een spoorweg- technisch belang gediend wordt, dan klemt de vraag: wahrtoe dient die ver dubbeling dan? Het is van algemeene bekendheid, dat Bel gië na den oorlog er toe overgegaan is sterke strategische werken langs de Nederlandsche grenzen óf in stand te houden, óf op te rich- ten. Het slagwoord, waarvan men zich in mili taire kringen aldaar steeds bediegt, is: Neder. land verdedigt Limburg niet, dus moeten wij ons zelf helpen. Hiermede dienen ook die maatregelen in verband te worden gebracht, welke reeds omschreven waren in de te Utrecht gepubli ceerde documenten en thans door de aan het licht komende feiten, voor echt in plaats van valsch dienen door te gaan. Al die maatregelen passen volkomen in het kader der Fransche verdedigingsplannen en zullen dus wel een uitvloeisel zijn van het ge heim militair aceoord, dat tusschen Frankrijk en België bestaat. Naast de behandelde sporengeschiedenis staat nog de geheimzinnigheid rond het in aanleg zijnde groote kanaal van Luik naar Antwerpen. Het militair karakter van dit kanaal wordt niet meer ontkend. Zulks zou bij het stilaan vorderen van de werken ook onmogelijk rijn. Van Luik af omsluit dit kanaal de z g. „enclave" van Maastricht als een gordel tot Breigden, maakt daar een hoek van 90 gra den in de richting Genck en is verder via Hasselt, Beeringen, Gheel, Herenfhals, Ant werpen ontworpen. Titans is men bezig met grondaankoop in Belgisch-Limburg. Die grondaankoop, beter gezegd onteigening, gaat al zeer eigenaardig in zijn werk. Ze wordt klaarblijkelijk niet al leen geleid door het kanaalbelang, want er wordt veel meer aangekocht, dan door de waterstaatkundigen wordt noodig geoordeeld. Daarenboven moet iedere grondaankoop eent door het militaire gezag worden goedge keurd. Militairen verschijnen dan ook alom ter plaatse, meten terreinen af enz. Onder Sutendaal en Genck rijn thans gronden in beslag genomen, hier en daar zelfs van zeer groote oppervlakte. Een en ander heeft groote verbittering gewekt onder de bevolking, die zich dikwerf de beste stukken grond ziet af genomen. Overigens is het thans in die streken van algemeene bekendheid dat diverse technische kanaalwerken te elfder ure op militair bevel moesten worden gewijzigd, dat de onteige ningen van de gronden tusschen het Alberi- kanaal en de Nederlandsche grens nabij Zuid-Limburg geheel voor militaire doelein den geschieden en ter plaatse ingrijpende ver anderingen zullen worden gebracht. Wel worden ook uit speculatieve oogmer ken gronden onteigend, doch dat geschiedt verder Limburg in. De ons verstrekte gege vens voegt het Dagblad van Noordd3ra- bant hieraan toe zien wij intusschen reeds vrijwel bevestigd in polemieken, die in Bel- gisch-Limburgsche bladen over deze grond onteigeningen gevoerd worden. Met de uitvoering van dit kanaalwerk wordt dan het geheele strategische werk vol eind, dat van de Noordzee af tot aan de Maas loopt. Onder Zeeuwsch-Vlaanderen is de verdedi gingslinie, door de Duitschers gelegd, ge handhaafd, rond Antwerpen, speciaal tus schen de Schelde en de spoorlijn Antwerpen- Esschen zijn de daar aanwezige militaire werken aanmerkelijk verstevigd en uitgebreid, zooals de versterkingen onder Oorderen en Hoevenen en rechts van de spoorlijn bij Hoogboom eo., terwijl ook de z.g. pilboxen, daar in menigte gedurende den oorlog ge legd, gehandhaafd zijn. Zoo komt men tot een lange serie van strategische punten op geringen afstand onzer grenzen. Zullen wij zoo vraagt het blad nog hier een conclusie aan toevoegen? Het spreekt vanzelf, dat het vredelievende Nederland geen aanleiding geeft tot zulke geweldige militaire werken langs geheel onze grens, als thans worden uitgevoerd. Onwillekeurig gaan de gedachten dan ook uit naar voorbereidingen van een nieuwen oorlog met Duitschland, waarbij Neder- landsch grondgebied tot operatie- of ge vechtsterrein „uitverkoren" wordt, wan neer onze regeering er niet in zou slagen om op afdoende wijze onze neutraliteit te ver zekeren. Tot zoover het Dagblad van Noord-Bra bant. We zullen dit relaas besluiten met een berichtje, dat we gisteravond in de N.R.C. lazen en dat eenigszins aansluit bij het bo venstaande. Het luidt als volgt: In den loop van de laatste weken hebben er besprekingen plaats gehad tusschen offi cieren van de Belgische en Fransdie gene rale staven inzake de gemeenschappelijke ver dediging van de Belgisch-Fransche Ooster- grens. Van Fransche zijde is daarbij gewe zen op de groote financieele opofferingen, welke Frankrijk zich thans getroost om de Fransch-Duitsche grens te versterken en de wapening van zijn leger op peil te houden. In verband daarmede wordt dan ook in goed- ingelichte kringen alhier verwacht, dat de regeering voornemens zou rijn aan het par lement de goedkeuring te vragen van een leening van verscheidene honderden millioe- nen fre sommigen spreken zelfs van een milliardten einde de landsverdediging op voldoende wijze te kunnen verzekeren. Een aanzienlijk deel van dit bedreig zou bestemd zijn voor den aankoop van stormwagens, vliegtuigen, mitrailleurgeweren, afweer- kanonnen, de wapening van de forten van Luik, die weldra geheel zullen rijn gemoder niseerd, het herstel van de forten van Namen en het bouwen van verdedigingswerken in Belgisch Limburg. >sfc--- ---- DE REVOLUTIE IN BRAZILIË. Het onderzoek van het Duitsche gezantschap inzake de „Baden". Wolff meldt dat uit het onderzoek van het Duitsche gezantschap te Rio de Janeiro is gebleken aat den gezagvoerder van de „Ba den", kapitein Rollin, geenerlei schuld treft en dat ook de Braziliaansche regeering hem geen verwijten heeft gemaakt. De „Baden" had van den havènmeester vergunning gekregen om uit te varen met de bepaling er bij dat bij het passeeren van het fort een signaal moest worden gegeven. In overeenstemming hiermee gaf de „Baden" bij het passeeren van het fort SCanta Cruz drie stooten op de fluit, die ook door getuigen aan den wal beslist zijn gehoord. Het saluut met de vlag van de „Baden" aan het fort werd ook door het fort beantwoord. (Volgens een vroeger bericht van Bra ziliaansche zijde heette het dat kapitein Rol lin de instructies verkeerd zou hebben opge vat). Na het saluut met de vlag door de „Ba den" werd van het fort een los schot afge vuurd en een vlaggesignaal gegeven, dat de kapitein niet begreep, zoodat hij het be schouwde als niet voor hem bestemd en de voortzette. Kapitein Rollin heeft geen reis verdere waarschuwingsschoten gehoord en ook geen kogels zien inslaan. Na het passee ren van het „suikerbrood", een berg aan den ingang van de haven, voer de „Baden" buiten de baai tot op 200 M. op het fort Ca- pacabana aan om nog eventueele signalen te kunnen waarnemen, daar de zon reeds aan het ondergaan was. Zonder verder sig naal of eenige zichtbare aanleiding werd toen door het fort het noodlottige scherpe schot gelost. De opstandelingenleiders te Rio aangekomen. De leiders der opstandelingen Aranha en Collor, zijn te Rio de Janeiro aangekomen. Een nieuwe regeling in Sao Paolo. Uit particuliere bron wordt gemeld, dat in den staat Sao Paolo een nieuwe regeering is gevormd onder het presidentschap van Fran- cisco Marato, hoogleeraar in het recht te Sao Paolo. Minister van binnenlandsche za ken is José Carlos Macedo Soares, financiën de bankier José Whiteker, landbouw Souza de Quieroz, eigenaar van koffieplantages. Een Engelsch stoomschip aan gehouden en doorzocht. Bij het verlaten van de haven van Rio de Janeiro werd het Engelsche stoomschip Al- maniora tot bijdraaien gedwongen en door Braziliaansche ambtenaren onderzocht. 20 politieke vluchtelingen die met het schip Brazilië hadden willen verlaten werden ge arresteerd. Onder hen bevonden zich o.a. de vroegere vice-president Vianna en verschei dene andere tekende politieke persoonlijkhe den. De rust te Rio teruggekeerd. Volgens de te Parijs uit Rio de Janeiro ontvangen berichten is de rust in de stad weer volkomen hersteld en de orde terugge keerd. Alle banken en groote zakenhuizen zijn weer geopend. Vargas voorioopig president. Uit Rio de Janeiro wordt gemeld, dat de aanvoerder van het Zuidelijk leger der op standelingen, Vargas, door de te Rio bijeen gekomen leiders der opstandelingen een stemmig is gekozen tot voorioopig president van Brazilië. De intocht van Vargas in de Braziliaan sche hoofdstad aan het hoofd van zijn troe pen was een ware triomftocht. DE COMMUNISTEN IN DUITSCHLAND IN ACTIE. Wilde staking op een mijn bij Aken. Op de mijn Carolus Magnus bij Aken is gisteren een wilde staking uitgebroken, zoo meldt het W. B., als gevolg van het feit, dat drie communistische arbeiders, leden van den bedrijfsraad, waren ontslagen, omdat zij de werklieden hadden aangespoord op den dag der begrafenis van de slachtoffers te Alsberg het werk neer te leggen. Het personeel eischte, dat zij weer in dienst zouden worden genomen, wat leidde tot ongeregeldheden, waaraan de politie te pas moest komen. Bij een aanval op een agent ging een pistool af, waardoor een ar beider gekwetst werd. Van de nachtploeg is ongeveer de helft ca. 250 man, aan het werk gegaan. DE PARTIJPOLITIEK IN DUITSCHLAND. Geweld tegenover geweld inge val van rechtsradicale actie. Zooals men weet, is van socialistische zij de duidelijk te kennen gegeven, dat men er niet voor zal terugschrikken om eventueel rechtsradicaal geweld, met geweld te kee- ren. Thans is ook van de zijde van de republi- keinsche Rijksvlag nadrukkelijk hetzelfde ver klaard. Nadat op het einde van de vorige week mi nister Severing op een bijeenkomst te Frank fort van een 20.000 republikeinen, een scher pe rede had gehouden tegen het fascisme, heeft Zondag de voorzitter van de Rijksvlag, Hörsing, eraan herinnerd, dat de krachten van alle republikeinen zich moeten vereeni gen in een geestelijke bestrijding van de vijanden van de republiek. Waaraan hij toe voegde, dat, indien het fascisme erin vol hardt zijn strijd met dolk en revolver te voe ren, geweld met geweld moet worden ge keerd. Hörsing eindigde met de verklaring, dat een ondersteuning van de regeering Brüning noodzakelijk is en dat alléén een krachtige leiding, zooals in Pruisen sinds jaren be staat, Duitschland kan beschermen tegen binnenlandsch-politieke gevaren. UIT HET ENGELSCHE LAGERHUIS. Na de opening van de beraadslagingen in het Lagerhuis werd gisteren de ramp, welke de R 101 getroffen heeft, ter sprake gebracht. Baldwin, hierover het woord voerende, zei- de o.m., „afgezien van de publieke tragedie, gevoelen wij diepe sympathie voor den eerstee minister wegens het verlies van Lord Thom son, die niet alleen zijn collega, maar tevens zijn boezemvriend is geweest MacDonald gaf uiting aan de deelneming van het Huis met hen die tezamen om het leven zijn gekomen en thans ook te zamen in een gemeenschappelijk graf rusten. Lord Thomson, Sir Sefton Brancker en hun makkers, zoo zeide hij, rijn de pioniers van de luchtvaart geweest en aan hen die nu leven staat het hun werk voort te zetten. De premier gaf in het bijzonder uiting aan zijn erkentelijkheid tegenover Tardieu, Frank rijk en de bevolking van Beauvais, voor het daadwerkelijk medegevoel dat rij ten tijde van de ramp getoond hebben. Frankrijk, zoo zeide hij, heeft wederom het hart van ons volk veroverd. In antwoord op desbetreffende vragen van Baldwin, verklaarde de premier, dat de regee ring besloten heeft in den zelfden vorm als het Simon rapport de Boodschap van het In dische Gouvernement te publiceeren, betrek king hebbende op de constihitioneele kwesties, die besproken zullen worden door de „Ronde Tafelconferentie". Tevens legde de premier er den nadruk op, dat het Witboek inzake Palestina niet wijst op een verandering in de politiek van Enge land ten aanzien van het palestina-mandaat. Komende tot de werkzaamheden van de lm- perieele Conferentie, zeide de premier, dat hij zeer voldaan is, over de gemaakte vorderin gen. Voorts wees spreker op de beteekenis van een aantal economische problemen. Ter Rijksconferentie rijn twee dingen aan den dag getreden en weldat de Rijksvrij, handel een absoluut bedriegelijke kwestie is en voorts, dat het eenige tarief, dat Engeland kan helpen, een tarief op de voedingsmidde len is. HET ONDERZOEK NAAR DE i OORZAKEN VAN DE RAMP DER R 101. In de openingszitting van de special» rechtbank, welke belast is met een onderzoek naar de oorzaken van de ramp van de R 101, zeide Sir William Jowitt, de „attorney gene- ral", dat zich bij de stukken een rapport be vond, dat door wijlen Lord Thomson opge steld was voor de Rijksoonferentie. Hoewel het een geheim document was, had hij een speciale vergunning gekregen een af schrift aan het Hof voor te leggen en eenigi passages er uit voor te lezen. HET CONFLICT IN DE METAAL INDUSTRIE. Onder voorzitterschap van den Rijksmi nister van Arbeid, dr. Stegerwald, ziin giste- ren in het Rijksministerie van Arbeid, onder handelingen gevoerd met de werkgevers en werknemers in de Berlijnsche Metaalin dustrie, welke met de volgende overeenkomst eindigde: 1. Het werk wordt onmiddellijk op de oude voorwaarden hervat. 2- De beslissing over de in den scheids rechterlijken uitspraak van 10 October be handelde kwesties geschiedt door uitspraak van een arbitrage-commissie, bestaande uit drie onpartijdige leden, welke door den Rijks minister van Arbeid zullen worden benoemd 3.De onderhandelingen dezer commissi zullen zoo spoedig mogelijk beginnen, op rijt laatst in de eerste helft van November. DE VREESELIJKE MIJNRAMP TE FR 1E DR ICHSTH AL. 1 Thans 96 dooden. Gisternacht is in het ziekenhuis van Fiseh- bach weder een zwaargewond slachtoffer van de mijnramp te Friedrichtshal aan de gevol gen overleden. Het totaal-aantal dooden is hierdoor tat 96 gestegen. De laatste nog in de mijn Maybach aan wezige doode kon nog niet geborgen worden. Evenmin weet men nog wie dit slachtoffer is. Twee leden van de reddingscolonne, moes ten wegens ernstige gasvergiftiging, tijdens het bergingswerk opgeloopen, in het zieken huis worden opgeaómeo,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1