Ikfikadek ko%£tye&, inu /3 ct. mkiiwcli! Coirant. DE VERLOREN INJECTIENAALD. FEUILLETON. Is een heerlijke, zachte Kwal i teitssi^aret vanl/^cent- en U krijgt Z meer/ HMtferd twee en dertigste Jaargang. Woensdag HH Oetober Radio-hoekje Pi»ovincaaal nieuws Ko. 255 1930. Donderdag 30 Oetober. Hilversum, 298 M. 8.9.45 Gramofoon- fclaten. 10.Morgenwijding. 10.30—12. Concert door het A.V.R.O.-Kwintet. 12. Concert door het orkest van het Rembrandt- theater onder leiding van David Hartogs. 2.2.30 Halfuurtje voor de vrouw. 3. 4.Naailes. 4.4.30 Gramofoonplaten. 4-305.30 Ziekenuurtje door Ant. van Dijk. 5.307.Concert door het Omroep orkest onder leiding van N. Treep. Jon. Lammen, bas. 7.—7.30 Engelsche les 7.30 —8 Lezing over Filmkunst door L. J. IJordaan. 8.Gramofoonpl. 8.15 Concert door het Concertgebouw orkest onder lei ding van Pierre Monteux. L. Wullner, de- ;lamatie. 10.15 Persber. 10.30 Voordracht door A. D. Hildebrand. 10.40 Gramofoonpl. 10.50 Voorlezing door A. D. Hildebrand. 11.12.Gramofoonpl. Huizen, 1875 M. 8.—9.15 K.R.O. Gra mofoonplaten. 10.10.30 Zang door N. C. R. V.-dameskoor. 10.3011.Ziekendienst onder leiding van Ds. J. J. v. Petegem. 11.3012.Godsdienstig halfuurtje door pastoor Perquin. 12.151.45 Concert door het K-R.O.-Trio. 1.452.Gramofoon. 2.-2.45 Gramofoonpl. 2.45—3.45 Hand werkles. 3.45 Gramofoonplaten. 4.Zie- kenuurtje onder leiding van ds. E. Groene- veld. J. H. SmitDuyzentkunst, bariton met orgelbegeleiding. 5.6.30 N.C.R.V. Concert door het Amsterdamsch Vocaal kwartet. 5.456.Lezing over het onver zorgde kind. 6.30 Kniples. 6.45 Esperanto- lezing. 7.15 Cursus Maleisch. 8.Concert door het Chr. Radio-Orkest onder leiding van P. v. d. Hurk. Lezing door F. de Boer, over: In de wereld gezonden. 10.Persber 10.4511.30 Gramofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Concert. M. Harrison, sopraan. Trio. 1.20 Orgelspel door P. Kevin Buckley. 2.20 Berichten. 2.30 Schooluitz. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten. 6.50 Berichten. 7. Piano-recital door M. Cole. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.15 Concert. Orkest. M Ma- rova, sopraan. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 10.05 Toespraken o.a. door den Prins van Wales. 10.35 Dans muziek. Parijs „Radio-Paris"1725 M: 12.50 2.20 Gramofoonpl. 8.20 Concert. Orkest en solisten. 9.05 Solistenconcert. Leutgenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foonplaten. 9.3511.15 Gramofoonplaten. 11.30 Gramofoonpl. 12.251.50 Concert Orkest en soliste. 4.505.50 Orkestconcert. 7.20 Operette-muziek. 8.20 „Mutter Erde" Drama van Max Halbe. Daarna tot 11.20: Orkestconcert. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Or kestconcert. 2.204.20 Orkestconcert. 7.20 9.20 Orkestconcert en zang. 9.2011.20 Dansmuziek. Brussel, 508.5 Ai. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Orkestconcert. Zeesen, 1635 M. 5.05—6.20 Lezingen. 6.206.50 Gramofoonpl. 9.2011.20 Le zingen. 11.2012.15 Gramofoonpl. 12.15— 1.20 Berichten 1.20—2.20 Gramofoonpl. 2.203 50 Lezingen. 3.504.50 Concert. 4.50—7.20 Lezingen. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20 „Mutter Erde". Drama in 5 bedrijven van Max Halbe. 9.35 Berichten. Daarna tot 11.50 Dansmuziek. PROV. STATEN VAN NOORD HOLLAND. Gistermorgen kwamen de Prov. Staten van Noordholland bijeen onder voorzitterschap van den commissaris der koningin. De voorzitter deed voorlezing van de inge komen voorstellen en stelde vervolgens aan de orde het voorstel-Polak c.s. inzake den nood in den tuinbouw met het praeadvies van Ged. Staten om de provincie voor zeventig procent te doen borg staan voor te sluitc.i leeningen, mits de ge meenten voor dertig procent garandeeren. De heer Colijn (a r.) verklaarde, accoord te gaan met het prae-advies. Spr. zou alleen willen vragen, of het voorstel van Gedep. Staten wel ver genoeg gaat. Hij meende dit te moeten betwijfelen. De nood onder de tuin ders is groot, maar ook die onder de akker bouwers is niet minder drukkend. Spr. kende Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door j. E. DE B K. 45) „U moet een douche nemen of Chalmers moet u roskammen als een paard", zeide ze vroolijk. „Ik zou toch wel eens willen weten of de dokter iets noodig had; ik wil hem niet boos maken. „Hoor eens hier", zeide Roger, „u besteedt te veel aandacht aan zijn mogelijke wenschen. Zeg hem dat hij naar den duivel mag loopen." „En waar moet ik dan heen?" lachte ze. „Zeker met den eerstvolgenden trein uit Cannes vertrekken?" Getroffen door zijn warmen toon keek ze op en zag zijn vroolijke oogen ernstig worden. Ze had het gevoel, dat alleen de aanwezigheid van zijn tante hem belette haar een kus te geven. Met een nevel voor oogen en gejaagd adem halend verrichtte ze haar werkzaamheden. Steeds had ze Roger's beeld voor oogen en ze begon te gelooven dat hij van haar hield. Als het maar echt was, mannen vergeten zoo gauw. Naar de zitkamer teruggaande, zag ze den dokter bij het venster staan, zoekend in zijn zwart leeren tasch. Dadelijk kreeg ze het ge voel dat er iets niet in orde was. Zijn trekken waren strak gespannen. Was hij verstoord over iets? Ze kon maar niet bedenken waar- oVer. Hij zeide niets, maar volgde haar in de vele voorbeelden van akkerbouwers, die niet in staat zijn de noodige zaken aan te koopen voor de bewerking van hun land. Aan plato nische verklaringen, zooals wij vaak hooren op vergaderingen, hebben de menschen niets. Omdat velen financieel niet in staat zijn hun bedrijf voort te zetten, is hulp voor de akker bouw dringend noodig. Spr stelde daarom voor in de voordracht van Ged. Staten ach ter het woord tuinbouw te plaatsen „en ak kerbouw". De voordeelen van den iussc henhand el De heer Polak (s. d.) meende voor een ge makkelijke taak te staan. In het prae-advies wordt wel gezegd, dat spr's voorstel behoort te worden ingetrokken, maar wie het prae- advies geheel leest, bemerkt, dat spr.'s voor stel feitelijk is overgenomen. Er valt over den nood eigenlijk niet te spreken, de nood be staat. In de eerste plaats, omdat de tuinders voor hun producten niet den prijs kunnen maken, dien zij hebben gekost. Het merk waardige hierbij is, dat de consument in de groote steden van die prijsdaling niets be merkt. Men betaalt er prijzen, de een behoor lijk loon in den tuinbouw zouden mogelijk maken. Men vraagt zich af, waar toch het verschil in de prijzen op de veiling en in de stad blijft? Er moet een einde aan dien toe stand komen en het is zeker een taak voor de tuinders om na te gaan, wat er na de veiling met hun product gebeurt. Maar ook de over heid dient zich met dit vraagstuk bezig te houden. Als overheid en producenten samen werken, zal zonder twijfel de producent een redelijken prijs kunnen maken. Dit vraagstuk mag aan de gemeentelijke en de gewestelijke overheid niet ontgaan: zij moet prikkelend en regelend optreden. Spr. vroeg of Ged. Sta ten bereid zijn, dit vraagstuk in studie te nemen en te gelegener tijd advies aan de Sta ten uit te brengen. Een andere oorzaak van de crisis is vol gens spr. gelegen in de internationale han delspolitiek, hetgeen hij uitvoerig uiteenzette Spr. stelde vervolgens de vraag of het wel in de eerste plaats op den weg der provincie ligt om helpend op te treden en bij beantwoordde die vraag ontkennend, omdat het z.i. de regeering is, die hulp moet verdienen. Wat de in het voorstel van spr. genoemde rentever goeding van 3 betreft, was hij het eens met het prae-advies, zoodat er geen bezwaar bestond voor spr., om zijn voorstel in te trek ken. Spr. noemde voorts als voorwaarde bij het verleenen van steun, dat het geld der pro vincie niet in handen komt van de grondeige naren. Tenslotte drong hij erop aan, dat maatregelen worden getroffen, dat ook de tuinbouwers in betere jaren iets reserveeren voor de moeilijke jaren. Er zou een fonds kunnen worden gevormd, waaraan ook de overheid een bepaald aandeel bijdraagt. Wat het amendement-Colijn betreft, verklaarde spr. zijn meening voor te behouden, totdat Ged. Staten zich daarover hebben uitgespro ken. Een ministerie van landbouw gevraagd. De heer Kostelijk (v. d.) ging het prae- advies na en merkte naar aanleiding van het betoog van den heer Polak op, dat de regee ring den tuinbouw geheel aan zijn lot over laat. Spr. vroeg wat het te beteekenen heeft, als men reclame maakt voor onzen tuinbouw, terwijl inmiddels de tariefmuren steeds hoo- ger worden opgetrokken. Hij berekende, dat in Amerika het invoerrecht twaalf maal zoo hoog is als de kosten van ons product. De or ganisaties staan dan ook machteloos, de hulp moet komen van de regeering. Spr. achtte het zeer noodig, dat er een ministerie van land bouw komt. Wat de renteberekening betreft, meende spr. dat rente van 5 geheven zou moeten worden. Hij was het met den heer Colijn eens, dat ook in den akkerbouw moei lijkheden bestaan en gaf het voorstel-Colijn aan Ged. Staten in welwillende overweging. De heer Van de Vall (s.-d.) zeide, dat er tuinbouwers zijn, die in andere bedrijven moeten gaan werken uit nood, o m. aan de Zuiderzeewerken, waar een volwaardig ar beider 15 verdient. En er zijn vele gebieden van tuinbouw in deze provincie: De Streek, Geestmerambacht, Kennemerland, Aalsmeer. Velen zijn zich al op de bloembollenteelt gaan toeleggen. Spr. vreesde, dat de Staten leden de gevolgen van het amendement- Colijn niet kunnen overzien en dat aan neming daarvan ten gevolge zal kunnen heb ben, dat de voordracht zal worden verwor pen. De woorden, door den heer Colijn ge richt tot de landsregecring, hebben op spr. diepen indruk gemaakt, omdat zij gericht zijn tegen een regeering, waarin geestverwanten van den heer Colijn een zoo groot aandeel hebben. De heer Guépin (y.-b.) merkte op, dat de te verleenen hulp een tijdelijk karakter moet dragen. Zijn er omstandigheden, welke er toe leiden, dat cle nood een frequente nood wordt? vroeg hij. Het zou den V. B. aange namer zijn geweest, als Ged. Staten een maxi mum-bedrag hadden genoemd, maar hij was badkamer toen ze er de kom, die ze voor Ro ger's band gebruikt had, terug bracht. „Zuster Rowezeide hij heel gewoon, maar zijn stem had een vreemde klank. „Ja dokter". In zijn hand had hij het étui met het injectie- spuitje. „Wat hebt u gedaan met de naald, die ik zooeven gebruikte?" Even fronste ze het voorhoofd. „De naald?' en verbluft staarde ze hem aan. HOOFDSTUK 23. „De naald, heb ik die gehad?" „Zeker, ik gaf ze u zooals ik altijd doe". Ze wreef zich het voorhoofd, moeite doende het zich te herinneren. „Hebt u dat gedaan?" zeide ze, van haar stuk gebracht. Ik herinner het mij niet." „Maar ik wel. Ik wil haar terug hebben. Wat hebt u er mede gedaan? Ze herinnerde zich er niets van. Het ongeval met Roger's hand had al het andere uit haar ge heugen gewischt. „Weet u het zeker?" stamelde ze. „Zeker", zeide hij op stelligen toon en met een gebaar van ergernis. „Ik zeg u, dat u de naald in uw hand had toen u de kamer uit vloog. Daar is geen twijfel aan." „Dan heb ik ze hier of daar neergelegd. Ik zal er dadelijk naar zien". In het bad maakte zij de kom schoon. „U moet er direct naar zien". Verbaasd over zijn bevelenden toon, keek ze hem snel aan. Nog nooit had een medicus zoo tegen haar gesproken. Hoe kon bij nu zoo boos overtuigd, dat dit ongeveer een bedrag zal zijn, zooals de vorige maal is verleend. Spr. achtte het juist, dat nu 70 van de garan tiestelling voor rekening van de provincie komt, in plaats van 90 zooals in 1923. De steunverlening hoort volgens spr. aller eerst thuis bij de regeering, daarna bij de ge meenten en eerst in de derde plaats bij de provincie. De renteheffing besprekend, gaf spr. toe, dat het moeilijk is, een rente te fixeeren. Hij was het er mee eens, dat niet zoover gegaan moet worden, dat een rente loos voorschot gegeven wordt. Spr. achtte de opmerking van den heer Polak volkomen juist, dat het een onopgelost vraagstuk is, waar de groote verschillen blij ven tussehen de prijzen van het product op de veiling en op de markt. Spr. gaf enkele voorbeelden en vermeldde bijzonderheden uit een rapport van de Ned. Ver. van Huisvrou wen. Spr. zou gaarne het prae-advies van Ged. Staten op het vcorstel-Miedema c.s. af wachten. De tuinbouw is een speciaal Noord- hollandsch bedrijf, daarom meende spr., dat het wel op den weg der provincie ligt om steun te verleenen. Wat het amendement Colijn aangaat, meende spr., dat er geen aan leiding is om dit amendement te steunen. Als de heer Colijn voor den akkerbouw iets wil doen, weet hij beter dan anderen, den weg naar de regeering te vinden. De heer Dekker (r.-k.) constateerde, dat de rijksregeering in verzuim is, ten aanzien van land- en tuinbouw. Spr. meende dan ook, dat de hulp van de regeering moet uitgaan; maar als de provincie nu voorgaat, dan is dat toe te juichen. Spr. uitte zijn dankbaar heid voor hetgeen Ged. Staten voorstellen Het stond voor spr. vast, dat er ook in den akkerbouw groote moeilijkheden zijn, daarom steunde hij gaarne het amendement-Colijn. Vervolgens zette de heer Zeeman (s.-d.) uiteen, waarom de tuinbouw steun zoozeer noodig heeft en waarom hij de voordracht van Ged. Staten toejuichte. De heer Ketelaar (v.-d.) wilde alleen iets zeggen over het amendement-Colijn en hij wilde den voorsteller in overweging geven zijn gedachten niet den vorm van een amen dement te geven. Mevrouw Van Zlern (c.-p.) zette uitvoerig uiteen, waaraan haars inziens de nood in den tuinbouw te wijten is. De voorzitter vond aanleiding spr. te her inneren aan art. 26 van het Reglement van Orde, bepalende, dat een lid, dat van het on derwerp is afgedwaald, weer door den voor zifter tot het onderwerp wordt teruggebracht Een motie-Van Zelm om de regeering uit te noodigen de door haar ingediende pacht- ontwerpen te verwerpen en aan de Tweede Kamer te vragen, het voorstel-De Visser aan te nemen, werd niet ondersteund, zoodat het niet in behandeling kwam. Hierna werd gepauzeerd. Het standpunt van Oed. Staten. In de na de pauze voortgezette vergade ring was het woord aan den heer Michels (s.-d.), lid van Ged. Staten. Spr. constateer de, dat vele sprekers instemming met de voordracht hebben betuigd. Het is een een voudige steunregeling, waarbij men er zich rekenschap van moet geven, dat alleen de mogelijkheid wordt geopend om aan de tuin ders, die dit noodig hebben, crediet te verlee nen. De vraag naar de oorzaken van het prijs verschil, dat bestaat fusschen hetgeen de producent ontvangt en hetgeen de consu ment moet betalen, is al eerder aan de orde geweest. Spr. herinnerde aan de motie-v. Vall, bij de behandeling waarvan gewezen is op het onderzoek van deze materie door een staatscommissie. Spr. verwees daarnaar ook thans. Hij noemde het opmerkelijk, dat de be drijven, die zich op glascultuur hebben toe gelegd, veel beter de tegenslagen hebben kunnen verdragen dan de anderen. Wat wel de bijzondere reden is, dat Ged. Staten op nieuw met een voorstel tot steun komen? De tuinbouw is een op zich zelf staand bedrijf, de werkenden in dat bedrijf zijn niet bij an dere groepen aangesloten. Wat den akkerbouw aangaat, meende spr., dat uit niets is gebleken, dat deze een steun noodig heeft of wenscht in den vorm van credietverleening. Den heer Polak antwoordde spr., dat Ged Staten er veel voor voelen, dat een fonds wordt ingesteld, waaruit in moeilijke tijder. steun kan worden verleend. Ged. Staten zul len een onderzoek instellen, op welke wijze de totstandkoming van zulk een fonds moge lijk zal zijn. Spr. meende met zekerheid te kunnen zeggen, dat ook de gemeenten er op zijn gesteld om te zorgen, dat de gelden in handen komen van hen, voor wie ze gegeven worden. ReplUken. De heer Colijn (a. r.) zette nog eens zijn standpunt ten aanzien van den akkerbouw uiteen en verklaarde zijn standpunt te hand haven. Hij wijzigde zijn amendement in een een motiie, waarin Ged. Staten worden uitge- uigd, met een voorstel te komen tot steun aan den akkerbouw. Nadat ook de heeren Polak en Guépin hadden gerepliceerd, merkte de heer Ketelaar op, dat er meer kans is op aanneming van een motie, waarin Gd. Staten worden uitge- noodigd te onderzoeken, of steun aan den akkerbouw moet worden verleend De heer Colijn wijzigde zijn motie in dien geest, waarna zij zonder hoofdelijke stem ming wordt aangenomen. Daarna werd de voordracht van Ged. Sta ten zonder hoofdelijke stemming aangeno men. Algem. reglement op de water schappen. Daarna kwam aan de orde de voordracht van Ged. Staten, houdende herziening van het algemeen reglement op de waterschap pen. In een zeer uitvoerig betoog besprak de heer Ankersmit (s.-d.) het in het reglement vastgestelde stemrecht. Spr. zou den pach ters stemrecht willen geven en niet den eige naren; en voorts drong hij aan op een ande re regeling van het kiesrecht. Uitvoerig zette hierna de heer De Jong Schouwenburg (c.-h.) uiteen wat hij tegen ae voordracht heeft in brengen Spr. zou gaarne zien, dat met zijn wenschen werd re kening gehouden, maar bracht overigens Ged. Staten hulde voor het verrichte werk. De heer Kernkamp (c.-h.) zag in dit ont werp een nieuwe poging van Ged. Staten ont 2ich meer in te dringen in het huishoudelijk beheer der waterschappen. Dit ligt, volgens spr., niet op den weg van het college. Spr zou niet willen tornen aan de zelfstandigheid der waterschappen. Nadat nog enkele sprekers het woord had den gevoerd, werd de vergadering verdaagd tot hedenmorgen half 11 UITGEEST. Lichtbeeldenavond. Dezer dagen had in de Ned. Herv. kerk alhier onder leiding van ds. Van Peursem een lichtbeeldenavond plaats. De opkomst was zeker goed te noemen. Vertoond werden verschillende momenten uit het leven van Jezus. Door de aanwezigen werd een en an der met aandacht gevolgd. De vertooning der lichtbeelden werd afge wisseld met ingang der cathechisanten. WIERINGI.N. Maandag 3 November a.s. zal de commis saris der Koningin in deze provincie een be zoek aan Wieringen brengen. ZUIDSCHARWOUDE. De raad dezer gemeente vergaderde Maandagavond te 7.30 uur ten Raadhuize. Voorzitter de heer Jhr. van Spengler. De heeren Dijkhuizen en Groen kwamen later ter vergadering terwijl wethouder Kroon wegens ziekte afwezig was. De voorzitter hoopte op spoedige beter schap van den heer Kroon. Eenige ingekomen stukken en mededeelin- gen werden voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen was nog een aares van de af- deelingen aan den Langendijk en de kring- Alkmaar van den bond van geitenfokvereeni- gingen in Noord-Holland met verzoek een verordening in het leven te roepen, waarbij het verboden wordt bokken ter dekking be schikbaar te stellen, welk niet geregistreerd zijn. B. en W. stelden voor het adres voor ken nisgeving aan te nemen. Aldus besloten. Een adres van de plaatselijke caféhouders met verzoek het sluitingsuur der café's op Zaterdag en Zondag ook op 11 uur te bepa len evenals de overige dagen der week. Door B. en W. werd voorgesteld goedgun stig te beschikken, omdat ook te Noord- scharwoude deze uren gelden. De heer Kramer kon r.iet meegaan met B, en W. Spr. wees op Broek op Langen lijk, waar ook om 10 uur gesloten wordt en was er ook niet van overtuigd, dat het laat ste uur het nog goed moest maken voor de caféhouders. De heer Zeeman achtte het niet in het be lang van de openbare orde en ook niet in hef belang van de menschen als langer gelegen heid wordt gegeven om te drinken. Spr. be treurde het, dat in Noordscharwoude niet het zelfde sluitingsuur geldt als hier. De heer Du Burck zag niet in. dat er iets tegen is om het verzoek in te willigen, daar het hier toch groote menschen betreft. Men wordt tegenwoordig toch al zoo aan banden gelegd, zeide spr. Hij zou willen voorstellen een verzoek aan de andere raden te richten, om des Zaterdags om 11 uur en des Zondags om 10 uur te sluiten. De voorzitter zeide, dat op een dergelijk ad;es reeds eerder afwijzend beschikt is. De heer Groen zeide, dat behalve te N.- Scharwoude en Oudkarspel in den geheelen omtrek het sluitingsuur op 10 uur is bepaald, Spr. was dan ook tegen het adres. In stemming gebracht werd dit met de stemmen van de heeren Bekker en du Burck tegen, voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen was van de afdeeling Langen dijk van de vereeniging „Volksonderwijs" een adres voor instelling van geneeskundig schooltoezicht. Aangezien deze aangelegenheid in voorbe reiding is, stelden B. en W. voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten. De voorzitter deelde mede, dat het vervolg onderwijs is aangevangen met 10 leerlingen, alleen jongens. Als onderwijzer hiervoor werd met alge- meene stemmen benoemd de heer J. Renaud, hoofd der school. Van Ged. Staten was ingekomen het ver zoek om de reeds toegezegde subsidie voor de kanalisatie te verhoogen van 600 op 1100. Door B. en W. werd voorgesteld de sub sidie op 800 te bepalen. De heer Groen stelde de vraag, of deze ge meente zich de weelde wel kan veroorloven, over een zoo lange reeks van jaren een sub sidie te verleenen. Spr. moest hier ontkennend op antwoor den. Men dient de kanalisatie als een provinci aal belang te zien en de kosten niet c*p de be langhebbenden af te wentelen. De heer Du Burck zeide het standpunt van B. en W niet consequent te vinden, daar des iijds gezegd is, dat een subsidie van 600 voor deze gemeente meer dan voldoende is Spr. beschouwde het op deze manier als een handeltje en geloofde niet, dat de huidige malaise in den land- en tuinbouw door kana lisatie zou zijn opgeheven. Hij was er dan ook tegen de subsidie te verleenen. De voorzitter zeide, dat de heer du Burck destijds niet op de vergadering aanwezig was, waar de heer Ringers een uiteenzetting gaf van de kanalisatie. Ongetwijfeld zou dan weerlegd zijn, wat de heer du Burck thans naar voren brengt. De heer Kramer zeide wel vóór te zullen stemmen mits er door Ged. Staten voor wordt ingestaan, dat de verbinding over de Ring vaart de z.g. Langebalk, niet in gedrang komt. Spr. had gedacht aan een rijorug al daar. De voorzitter antwoordde, dat Ged. Staten deze voorwaarde niet zullen aanvaarden. Op deze manier, kan men ook wel het beding maken, dat een rijbrug met verkeersweg wor den aangelegd. Het staat vast, dat daar een brug komt. De heer Zeeman meende, dat bij de droog making van de Heerhugowaard met de ver binding bij de Langebalk is rekening gehou den, daar het hier een gedeelte van deze gemeente betrof. Spr. vond het ook geen sym pathiek voorstel om belanghebbenden een lijn over zoo'n kleinigheid. „Zeker dokter." Ze sprak kalm, niet toonende haar gekwetste waardigheid en zocht in het boudoir. Waar had ze dat ellendige ding gelaten? Ze herinnerde zich nu dat ze de naald in haar hand had. Ze zocht en zocht en vond het vervelend dat de dokter telkens kwam kijken. „Ik zie er niets van dokter, ik zal op mijn slaapkamer zien, waar ik mijn trousse heb ge haald. „Doe dat. Ze had het liever niet gedaan nu hij dien toon aansloeg. Het bloed schoot haar naar de wangen, maar ze toonde haar ergernis niet. Weg kon de naald niet zijn, maar na tien minuten kwam ze met leege handen terug. ,,'t Spijt me zoo, dokter, ik heb overal gezocht, de naald is verdwenen." „Verdwenen." Hij was ziedend van kwaadheid, zijn gezicht werd vuurrood en hij balde de vuisten alsof hij haar wilde slaan. „Verdwenen", herhaalde hij. „En u hebt de impertinentie om hier kalm te vertellen, dat u zoo schandeloos zorgeloos bent geweest". Ze beet zich op de lippen, ,,'t Mag zorgeloos van mij zijn geweest, dokter, maar ik dacht niet dat „Daar zit hem juist de kneep. U denkt nooit, behalve over pleiziertjes, over jonge mannen, over alles behalve over uw werk. Er is geen verontschuldiging voor uw gedrag." De aanval was zoo ongewettigd, dat ze hem, hoewel ze heel boos was, met kalmte aan kon zien en opmerken hoe zijn lippen beelden en eijn adem jaagde. Hij scheen een ander mensch. Nooit had ze hem zoo driftig gezien. „Ik wilde alleen maar zeggen dat ik, ofschoon ik mijn ongelijk beken, niet denken kon dat u dit alles zoo belangrijk zoudt vinden." Hij beheerschte zich plotseling en zag haar strak aan. Toen begon hij weer met zachte stem zijn giftige woorden te zeggen. „U vond het niet belangrijk, dat wilde u dus zeggen. Laat ik u even zeggen, dat geen enke le goede verpleegster weg zou hollen en haar patiënt aan zijn lot zou overlaten, zooals u daareven gedaan hebt. U hadt mijn toestemming moeten vragen of ik u missen kon, uw gedrag was ongepast, en... „O, ik begrijp u, mijn wegloopen was ver keerd, en niet het verliezen van de naald". Ze deed haar best om niet sarcastisch te zijn, er zich van bewust dat het de eerste maal .vas in haar verpleegstersloopbaan, dat zij het laat ste woord wilde hebben. Er kwam een vreemde uitdrukking in de oogen van den dokter, iets dat ze niet begreep. De koele mait der weten schap, bestond niet meer. „U zult die naald vinden zeide hij, bevende van ingehouden toorn. „Het gaat hier om het principe. Zorgelooze menschen kan ik niet ge bruiken". Toen, alsof haar kalme blik hem tot razernij opzweepte, ging hij voort haar grove, onver diende beleedigingen naar het hoofd te slinge ren. Allerlei grofheden braken zich baan, het leek een vulcanische uitbarsting;, Geschokt en diep beleedigd had ze willen zeg gen: „Heel goed, als u zoo over mij denkt, ga ik dadelijk weg en moet u een andere ver pleegster nemen". Die woorden beefden haar «p de lippen, maar ze sprak ze niet uit en ze wist waarom. Ze wilde niet vertrekken, dat was de waarheid. Ze stelde belang in 't ziekte geval, de menschen waren zoo vriendelijk en daar was Roger. Toen hij eindelijk buiten adem ophield, zeide zij langzaam: „Ik kan alleen zeggen dat het mij spijt" en toen ging ze de kamer uit. Bevend van drift begaf ze zich dadelijk naar haar kamer en het gordijn omklemmend staar de ze naar buiten zonder iets te zien. Haar hart bonsde zoo dat ze geen adem kon halen. Ze was geheel van streek. Toen trachtte ze orde te brengen in den chaos van gedachten, om een klaar uitzicht in de zaak te krijgen. Was het verliezen van een injectienaald zulk een doo- delijk vergrijp? Onmogelijk, het had geen zin? Was de dokter dan zoo op nauwkeurigheid ge steld, dat zij een teer punt had aangeraakt? Die verklaring was waarschijnlijker, maar voldeed haar niet. Misschien had een ander zijn toorn opgewekt en op haar had hij zijn drift gekoeld. Of misschien wou hij haar graag kwijt zijn en probeerde hij op die manier om zijn zin te krij gen. Ze begreep niet waarom hij zoo'n hekel aan haar zou hebben. Maar hij was een vreem de man en wie weet wat voor vooroordeelen hij had. Misschien handelde hij voor lady Clif- ford, die reden kon hebben haar weg te wen schen. Ja, dat zou het zijn. Die gedachte alleen riep al haar vechtlust wakker. Ze zette de tan den op elkaar en besloot niet toe te geven. „Neen", zeide ze tot zichzelve, „ik laat dit ge val niet los, tenzij ze mij er uit zetten. Sir Charles is net zoo goed een patiënt van mij al» van hem en ik blijf hem verplegen." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5