Ikfikadek ko%£tye&, inu /3 ct.
mkiiwcli! Coirant.
DE VERLOREN INJECTIENAALD.
FEUILLETON.
Is een heerlijke,
zachte
Kwal i teitssi^aret
vanl/^cent-
en U krijgt Z meer/
HMtferd twee en dertigste Jaargang.
Woensdag HH Oetober
Radio-hoekje
Pi»ovincaaal nieuws
Ko. 255
1930.
Donderdag 30 Oetober.
Hilversum, 298 M. 8.9.45 Gramofoon-
fclaten. 10.Morgenwijding. 10.30—12.
Concert door het A.V.R.O.-Kwintet. 12.
Concert door het orkest van het Rembrandt-
theater onder leiding van David Hartogs.
2.2.30 Halfuurtje voor de vrouw. 3.
4.Naailes. 4.4.30 Gramofoonplaten.
4-305.30 Ziekenuurtje door Ant. van
Dijk. 5.307.Concert door het Omroep
orkest onder leiding van N. Treep. Jon.
Lammen, bas. 7.—7.30 Engelsche les 7.30
—8 Lezing over Filmkunst door L. J.
IJordaan. 8.Gramofoonpl. 8.15 Concert
door het Concertgebouw orkest onder lei
ding van Pierre Monteux. L. Wullner, de-
;lamatie. 10.15 Persber. 10.30 Voordracht
door A. D. Hildebrand. 10.40 Gramofoonpl.
10.50 Voorlezing door A. D. Hildebrand.
11.12.Gramofoonpl.
Huizen, 1875 M. 8.—9.15 K.R.O. Gra
mofoonplaten. 10.10.30 Zang door N. C.
R. V.-dameskoor. 10.3011.Ziekendienst
onder leiding van Ds. J. J. v. Petegem.
11.3012.Godsdienstig halfuurtje door
pastoor Perquin. 12.151.45 Concert door
het K-R.O.-Trio. 1.452.Gramofoon.
2.-2.45 Gramofoonpl. 2.45—3.45 Hand
werkles. 3.45 Gramofoonplaten. 4.Zie-
kenuurtje onder leiding van ds. E. Groene-
veld. J. H. SmitDuyzentkunst, bariton
met orgelbegeleiding. 5.6.30 N.C.R.V.
Concert door het Amsterdamsch Vocaal
kwartet. 5.456.Lezing over het onver
zorgde kind. 6.30 Kniples. 6.45 Esperanto-
lezing. 7.15 Cursus Maleisch. 8.Concert
door het Chr. Radio-Orkest onder leiding
van P. v. d. Hurk. Lezing door F. de Boer,
over: In de wereld gezonden. 10.Persber
10.4511.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Concert. M. Harrison,
sopraan. Trio. 1.20 Orgelspel door P. Kevin
Buckley. 2.20 Berichten. 2.30 Schooluitz.
4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20
Lezing. 6.35 Berichten. 6.50 Berichten. 7.
Piano-recital door M. Cole. 7.20 Lezing.
7.45 Lezing. 8.15 Concert. Orkest. M Ma-
rova, sopraan. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35
Berichten. 9.40 Lezing. 10.05 Toespraken
o.a. door den Prins van Wales. 10.35 Dans
muziek.
Parijs „Radio-Paris"1725 M: 12.50
2.20 Gramofoonpl. 8.20 Concert. Orkest en
solisten. 9.05 Solistenconcert.
Leutgenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo
foonplaten. 9.3511.15 Gramofoonplaten.
11.30 Gramofoonpl. 12.251.50 Concert
Orkest en soliste. 4.505.50 Orkestconcert.
7.20 Operette-muziek. 8.20 „Mutter Erde"
Drama van Max Halbe. Daarna tot 11.20:
Orkestconcert.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Or
kestconcert. 2.204.20 Orkestconcert. 7.20
9.20 Orkestconcert en zang. 9.2011.20
Dansmuziek.
Brussel, 508.5 Ai. 5.20 Trio-concert. 6.50
Gramofoonplaten. 8.35 Orkestconcert.
Zeesen, 1635 M. 5.05—6.20 Lezingen.
6.206.50 Gramofoonpl. 9.2011.20 Le
zingen. 11.2012.15 Gramofoonpl. 12.15—
1.20 Berichten 1.20—2.20 Gramofoonpl.
2.203 50 Lezingen. 3.504.50 Concert.
4.50—7.20 Lezingen. 7.20 Gramofoonplaten.
8.20 „Mutter Erde". Drama in 5 bedrijven
van Max Halbe. 9.35 Berichten. Daarna
tot 11.50 Dansmuziek.
PROV. STATEN VAN NOORD
HOLLAND.
Gistermorgen kwamen de Prov. Staten van
Noordholland bijeen onder voorzitterschap
van den commissaris der koningin.
De voorzitter deed voorlezing van de inge
komen voorstellen en stelde vervolgens aan
de orde het voorstel-Polak c.s. inzake den
nood in den tuinbouw
met het praeadvies van Ged. Staten om de
provincie voor zeventig procent te doen borg
staan voor te sluitc.i leeningen, mits de ge
meenten voor dertig procent garandeeren.
De heer Colijn (a r.) verklaarde, accoord
te gaan met het prae-advies. Spr. zou alleen
willen vragen, of het voorstel van Gedep.
Staten wel ver genoeg gaat. Hij meende dit
te moeten betwijfelen. De nood onder de tuin
ders is groot, maar ook die onder de akker
bouwers is niet minder drukkend. Spr. kende
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door j. E. DE B K.
45)
„U moet een douche nemen of Chalmers moet
u roskammen als een paard", zeide ze vroolijk.
„Ik zou toch wel eens willen weten of de dokter
iets noodig had; ik wil hem niet boos maken.
„Hoor eens hier", zeide Roger, „u besteedt te
veel aandacht aan zijn mogelijke wenschen.
Zeg hem dat hij naar den duivel mag loopen."
„En waar moet ik dan heen?" lachte ze.
„Zeker met den eerstvolgenden trein uit Cannes
vertrekken?"
Getroffen door zijn warmen toon keek ze op
en zag zijn vroolijke oogen ernstig worden. Ze
had het gevoel, dat alleen de aanwezigheid van
zijn tante hem belette haar een kus te geven.
Met een nevel voor oogen en gejaagd adem
halend verrichtte ze haar werkzaamheden.
Steeds had ze Roger's beeld voor oogen en ze
begon te gelooven dat hij van haar hield. Als
het maar echt was, mannen vergeten zoo gauw.
Naar de zitkamer teruggaande, zag ze den
dokter bij het venster staan, zoekend in zijn
zwart leeren tasch. Dadelijk kreeg ze het ge
voel dat er iets niet in orde was. Zijn trekken
waren strak gespannen. Was hij verstoord
over iets? Ze kon maar niet bedenken waar-
oVer. Hij zeide niets, maar volgde haar in de
vele voorbeelden van akkerbouwers, die niet
in staat zijn de noodige zaken aan te koopen
voor de bewerking van hun land. Aan plato
nische verklaringen, zooals wij vaak hooren
op vergaderingen, hebben de menschen niets.
Omdat velen financieel niet in staat zijn hun
bedrijf voort te zetten, is hulp voor de akker
bouw dringend noodig. Spr stelde daarom
voor in de voordracht van Ged. Staten ach
ter het woord tuinbouw te plaatsen „en ak
kerbouw".
De voordeelen van den iussc henhand el
De heer Polak (s. d.) meende voor een ge
makkelijke taak te staan. In het prae-advies
wordt wel gezegd, dat spr's voorstel behoort
te worden ingetrokken, maar wie het prae-
advies geheel leest, bemerkt, dat spr.'s voor
stel feitelijk is overgenomen. Er valt over den
nood eigenlijk niet te spreken, de nood be
staat. In de eerste plaats, omdat de tuinders
voor hun producten niet den prijs kunnen
maken, dien zij hebben gekost. Het merk
waardige hierbij is, dat de consument in de
groote steden van die prijsdaling niets be
merkt. Men betaalt er prijzen, de een behoor
lijk loon in den tuinbouw zouden mogelijk
maken. Men vraagt zich af, waar toch het
verschil in de prijzen op de veiling en in de
stad blijft? Er moet een einde aan dien toe
stand komen en het is zeker een taak voor de
tuinders om na te gaan, wat er na de veiling
met hun product gebeurt. Maar ook de over
heid dient zich met dit vraagstuk bezig te
houden. Als overheid en producenten samen
werken, zal zonder twijfel de producent een
redelijken prijs kunnen maken. Dit vraagstuk
mag aan de gemeentelijke en de gewestelijke
overheid niet ontgaan: zij moet prikkelend
en regelend optreden. Spr. vroeg of Ged. Sta
ten bereid zijn, dit vraagstuk in studie te
nemen en te gelegener tijd advies aan de Sta
ten uit te brengen.
Een andere oorzaak van de crisis is vol
gens spr. gelegen in de internationale han
delspolitiek, hetgeen hij uitvoerig uiteenzette
Spr. stelde vervolgens de vraag of het wel in
de eerste plaats op den weg der provincie ligt
om helpend op te treden en bij beantwoordde
die vraag ontkennend, omdat het z.i. de
regeering is, die hulp moet verdienen. Wat de
in het voorstel van spr. genoemde rentever
goeding van 3 betreft, was hij het eens
met het prae-advies, zoodat er geen bezwaar
bestond voor spr., om zijn voorstel in te trek
ken. Spr. noemde voorts als voorwaarde bij
het verleenen van steun, dat het geld der pro
vincie niet in handen komt van de grondeige
naren. Tenslotte drong hij erop aan, dat
maatregelen worden getroffen, dat ook de
tuinbouwers in betere jaren iets reserveeren
voor de moeilijke jaren. Er zou een fonds
kunnen worden gevormd, waaraan ook de
overheid een bepaald aandeel bijdraagt. Wat
het amendement-Colijn betreft, verklaarde
spr. zijn meening voor te behouden, totdat
Ged. Staten zich daarover hebben uitgespro
ken.
Een ministerie van landbouw gevraagd.
De heer Kostelijk (v. d.) ging het prae-
advies na en merkte naar aanleiding van het
betoog van den heer Polak op, dat de regee
ring den tuinbouw geheel aan zijn lot over
laat. Spr. vroeg wat het te beteekenen heeft,
als men reclame maakt voor onzen tuinbouw,
terwijl inmiddels de tariefmuren steeds hoo-
ger worden opgetrokken. Hij berekende, dat
in Amerika het invoerrecht twaalf maal zoo
hoog is als de kosten van ons product. De or
ganisaties staan dan ook machteloos, de hulp
moet komen van de regeering. Spr. achtte het
zeer noodig, dat er een ministerie van land
bouw komt. Wat de renteberekening betreft,
meende spr. dat rente van 5 geheven zou
moeten worden. Hij was het met den heer
Colijn eens, dat ook in den akkerbouw moei
lijkheden bestaan en gaf het voorstel-Colijn
aan Ged. Staten in welwillende overweging.
De heer Van de Vall (s.-d.) zeide, dat er
tuinbouwers zijn, die in andere bedrijven
moeten gaan werken uit nood, o m. aan de
Zuiderzeewerken, waar een volwaardig ar
beider 15 verdient. En er zijn vele gebieden
van tuinbouw in deze provincie: De Streek,
Geestmerambacht, Kennemerland, Aalsmeer.
Velen zijn zich al op de bloembollenteelt
gaan toeleggen. Spr. vreesde, dat de Staten
leden de gevolgen van het amendement-
Colijn niet kunnen overzien en dat aan
neming daarvan ten gevolge zal kunnen heb
ben, dat de voordracht zal worden verwor
pen. De woorden, door den heer Colijn ge
richt tot de landsregecring, hebben op spr.
diepen indruk gemaakt, omdat zij gericht zijn
tegen een regeering, waarin geestverwanten
van den heer Colijn een zoo groot aandeel
hebben.
De heer Guépin (y.-b.) merkte op, dat de
te verleenen hulp een tijdelijk karakter moet
dragen. Zijn er omstandigheden, welke er toe
leiden, dat cle nood een frequente nood
wordt? vroeg hij. Het zou den V. B. aange
namer zijn geweest, als Ged. Staten een maxi
mum-bedrag hadden genoemd, maar hij was
badkamer toen ze er de kom, die ze voor Ro
ger's band gebruikt had, terug bracht.
„Zuster Rowezeide hij heel gewoon, maar
zijn stem had een vreemde klank.
„Ja dokter".
In zijn hand had hij het étui met het injectie-
spuitje. „Wat hebt u gedaan met de naald, die
ik zooeven gebruikte?"
Even fronste ze het voorhoofd. „De naald?'
en verbluft staarde ze hem aan.
HOOFDSTUK 23.
„De naald, heb ik die gehad?"
„Zeker, ik gaf ze u zooals ik altijd doe". Ze
wreef zich het voorhoofd, moeite doende het
zich te herinneren.
„Hebt u dat gedaan?" zeide ze, van haar stuk
gebracht. Ik herinner het mij niet."
„Maar ik wel. Ik wil haar terug hebben. Wat
hebt u er mede gedaan?
Ze herinnerde zich er niets van. Het ongeval
met Roger's hand had al het andere uit haar ge
heugen gewischt.
„Weet u het zeker?" stamelde ze.
„Zeker", zeide hij op stelligen toon en met
een gebaar van ergernis. „Ik zeg u, dat u de
naald in uw hand had toen u de kamer uit
vloog. Daar is geen twijfel aan."
„Dan heb ik ze hier of daar neergelegd. Ik zal
er dadelijk naar zien". In het bad maakte zij de
kom schoon.
„U moet er direct naar zien".
Verbaasd over zijn bevelenden toon, keek ze
hem snel aan. Nog nooit had een medicus zoo
tegen haar gesproken. Hoe kon bij nu zoo boos
overtuigd, dat dit ongeveer een bedrag zal
zijn, zooals de vorige maal is verleend. Spr.
achtte het juist, dat nu 70 van de garan
tiestelling voor rekening van de provincie
komt, in plaats van 90 zooals in 1923.
De steunverlening hoort volgens spr. aller
eerst thuis bij de regeering, daarna bij de ge
meenten en eerst in de derde plaats bij de
provincie. De renteheffing besprekend, gaf
spr. toe, dat het moeilijk is, een rente te
fixeeren. Hij was het er mee eens, dat niet
zoover gegaan moet worden, dat een rente
loos voorschot gegeven wordt.
Spr. achtte de opmerking van den heer
Polak volkomen juist, dat het een onopgelost
vraagstuk is, waar de groote verschillen blij
ven tussehen de prijzen van het product op
de veiling en op de markt. Spr. gaf enkele
voorbeelden en vermeldde bijzonderheden uit
een rapport van de Ned. Ver. van Huisvrou
wen. Spr. zou gaarne het prae-advies van
Ged. Staten op het vcorstel-Miedema c.s. af
wachten. De tuinbouw is een speciaal Noord-
hollandsch bedrijf, daarom meende spr., dat
het wel op den weg der provincie ligt om
steun te verleenen. Wat het amendement
Colijn aangaat, meende spr., dat er geen aan
leiding is om dit amendement te steunen. Als
de heer Colijn voor den akkerbouw iets wil
doen, weet hij beter dan anderen, den weg
naar de regeering te vinden.
De heer Dekker (r.-k.) constateerde, dat de
rijksregeering in verzuim is, ten aanzien van
land- en tuinbouw. Spr. meende dan ook, dat
de hulp van de regeering moet uitgaan;
maar als de provincie nu voorgaat, dan is
dat toe te juichen. Spr. uitte zijn dankbaar
heid voor hetgeen Ged. Staten voorstellen
Het stond voor spr. vast, dat er ook in den
akkerbouw groote moeilijkheden zijn, daarom
steunde hij gaarne het amendement-Colijn.
Vervolgens zette de heer Zeeman (s.-d.)
uiteen, waarom de tuinbouw steun zoozeer
noodig heeft en waarom hij de voordracht
van Ged. Staten toejuichte.
De heer Ketelaar (v.-d.) wilde alleen iets
zeggen over het amendement-Colijn en hij
wilde den voorsteller in overweging geven
zijn gedachten niet den vorm van een amen
dement te geven.
Mevrouw Van Zlern (c.-p.) zette uitvoerig
uiteen, waaraan haars inziens de nood in den
tuinbouw te wijten is.
De voorzitter vond aanleiding spr. te her
inneren aan art. 26 van het Reglement van
Orde, bepalende, dat een lid, dat van het on
derwerp is afgedwaald, weer door den voor
zifter tot het onderwerp wordt teruggebracht
Een motie-Van Zelm om de regeering uit
te noodigen de door haar ingediende pacht-
ontwerpen te verwerpen en aan de Tweede
Kamer te vragen, het voorstel-De Visser aan
te nemen, werd niet ondersteund, zoodat het
niet in behandeling kwam.
Hierna werd gepauzeerd.
Het standpunt van Oed. Staten.
In de na de pauze voortgezette vergade
ring was het woord aan den heer Michels
(s.-d.), lid van Ged. Staten. Spr. constateer
de, dat vele sprekers instemming met de
voordracht hebben betuigd. Het is een een
voudige steunregeling, waarbij men er zich
rekenschap van moet geven, dat alleen de
mogelijkheid wordt geopend om aan de tuin
ders, die dit noodig hebben, crediet te verlee
nen.
De vraag naar de oorzaken van het prijs
verschil, dat bestaat fusschen hetgeen de
producent ontvangt en hetgeen de consu
ment moet betalen, is al eerder aan de orde
geweest. Spr. herinnerde aan de motie-v.
Vall, bij de behandeling waarvan gewezen is
op het onderzoek van deze materie door een
staatscommissie. Spr. verwees daarnaar ook
thans. Hij noemde het opmerkelijk, dat de be
drijven, die zich op glascultuur hebben toe
gelegd, veel beter de tegenslagen hebben
kunnen verdragen dan de anderen. Wat wel
de bijzondere reden is, dat Ged. Staten op
nieuw met een voorstel tot steun komen? De
tuinbouw is een op zich zelf staand bedrijf,
de werkenden in dat bedrijf zijn niet bij an
dere groepen aangesloten.
Wat den akkerbouw aangaat, meende
spr., dat uit niets is gebleken, dat deze een
steun noodig heeft of wenscht in den vorm
van credietverleening.
Den heer Polak antwoordde spr., dat Ged
Staten er veel voor voelen, dat een fonds
wordt ingesteld, waaruit in moeilijke tijder.
steun kan worden verleend. Ged. Staten zul
len een onderzoek instellen, op welke wijze
de totstandkoming van zulk een fonds moge
lijk zal zijn. Spr. meende met zekerheid te
kunnen zeggen, dat ook de gemeenten er op
zijn gesteld om te zorgen, dat de gelden in
handen komen van hen, voor wie ze gegeven
worden.
ReplUken.
De heer Colijn (a. r.) zette nog eens zijn
standpunt ten aanzien van den akkerbouw
uiteen en verklaarde zijn standpunt te hand
haven. Hij wijzigde zijn amendement in een
een motiie, waarin Ged. Staten worden uitge-
uigd, met een voorstel te komen tot steun aan
den akkerbouw.
Nadat ook de heeren Polak en Guépin
hadden gerepliceerd, merkte de heer Ketelaar
op, dat er meer kans is op aanneming van
een motie, waarin Gd. Staten worden uitge-
noodigd te onderzoeken, of steun aan den
akkerbouw moet worden verleend
De heer Colijn wijzigde zijn motie in dien
geest, waarna zij zonder hoofdelijke stem
ming wordt aangenomen.
Daarna werd de voordracht van Ged. Sta
ten zonder hoofdelijke stemming aangeno
men.
Algem. reglement op de water
schappen.
Daarna kwam aan de orde de voordracht
van Ged. Staten, houdende herziening van
het algemeen reglement op de waterschap
pen.
In een zeer uitvoerig betoog besprak de
heer Ankersmit (s.-d.) het in het reglement
vastgestelde stemrecht. Spr. zou den pach
ters stemrecht willen geven en niet den eige
naren; en voorts drong hij aan op een ande
re regeling van het kiesrecht.
Uitvoerig zette hierna de heer De Jong
Schouwenburg (c.-h.) uiteen wat hij tegen
ae voordracht heeft in brengen Spr. zou
gaarne zien, dat met zijn wenschen werd re
kening gehouden, maar bracht overigens
Ged. Staten hulde voor het verrichte werk.
De heer Kernkamp (c.-h.) zag in dit ont
werp een nieuwe poging van Ged. Staten ont
2ich meer in te dringen in het huishoudelijk
beheer der waterschappen. Dit ligt, volgens
spr., niet op den weg van het college. Spr
zou niet willen tornen aan de zelfstandigheid
der waterschappen.
Nadat nog enkele sprekers het woord had
den gevoerd, werd de vergadering verdaagd
tot hedenmorgen half 11
UITGEEST.
Lichtbeeldenavond.
Dezer dagen had in de Ned. Herv. kerk
alhier onder leiding van ds. Van Peursem
een lichtbeeldenavond plaats. De opkomst
was zeker goed te noemen. Vertoond werden
verschillende momenten uit het leven van
Jezus. Door de aanwezigen werd een en an
der met aandacht gevolgd.
De vertooning der lichtbeelden werd afge
wisseld met ingang der cathechisanten.
WIERINGI.N.
Maandag 3 November a.s. zal de commis
saris der Koningin in deze provincie een be
zoek aan Wieringen brengen.
ZUIDSCHARWOUDE.
De raad dezer gemeente vergaderde
Maandagavond te 7.30 uur ten Raadhuize.
Voorzitter de heer Jhr. van Spengler. De
heeren Dijkhuizen en Groen kwamen later
ter vergadering terwijl wethouder Kroon
wegens ziekte afwezig was.
De voorzitter hoopte op spoedige beter
schap van den heer Kroon.
Eenige ingekomen stukken en mededeelin-
gen werden voor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen was nog een aares van de af-
deelingen aan den Langendijk en de kring-
Alkmaar van den bond van geitenfokvereeni-
gingen in Noord-Holland met verzoek een
verordening in het leven te roepen, waarbij
het verboden wordt bokken ter dekking be
schikbaar te stellen, welk niet geregistreerd
zijn.
B. en W. stelden voor het adres voor ken
nisgeving aan te nemen.
Aldus besloten.
Een adres van de plaatselijke caféhouders
met verzoek het sluitingsuur der café's op
Zaterdag en Zondag ook op 11 uur te bepa
len evenals de overige dagen der week.
Door B. en W. werd voorgesteld goedgun
stig te beschikken, omdat ook te Noord-
scharwoude deze uren gelden.
De heer Kramer kon r.iet meegaan met
B, en W. Spr. wees op Broek op Langen
lijk, waar ook om 10 uur gesloten wordt en
was er ook niet van overtuigd, dat het laat
ste uur het nog goed moest maken voor de
caféhouders.
De heer Zeeman achtte het niet in het be
lang van de openbare orde en ook niet in hef
belang van de menschen als langer gelegen
heid wordt gegeven om te drinken. Spr. be
treurde het, dat in Noordscharwoude niet het
zelfde sluitingsuur geldt als hier.
De heer Du Burck zag niet in. dat er iets
tegen is om het verzoek in te willigen, daar
het hier toch groote menschen betreft. Men
wordt tegenwoordig toch al zoo aan banden
gelegd, zeide spr. Hij zou willen voorstellen
een verzoek aan de andere raden te richten,
om des Zaterdags om 11 uur en des Zondags
om 10 uur te sluiten.
De voorzitter zeide, dat op een dergelijk
ad;es reeds eerder afwijzend beschikt is.
De heer Groen zeide, dat behalve te N.-
Scharwoude en Oudkarspel in den geheelen
omtrek het sluitingsuur op 10 uur is bepaald,
Spr. was dan ook tegen het adres.
In stemming gebracht werd dit met de
stemmen van de heeren Bekker en du Burck
tegen, voor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen was van de afdeeling Langen
dijk van de vereeniging „Volksonderwijs" een
adres voor instelling van geneeskundig
schooltoezicht.
Aangezien deze aangelegenheid in voorbe
reiding is, stelden B. en W. voor het adres
voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus besloten.
De voorzitter deelde mede, dat het vervolg
onderwijs is aangevangen met 10 leerlingen,
alleen jongens.
Als onderwijzer hiervoor werd met alge-
meene stemmen benoemd de heer J. Renaud,
hoofd der school.
Van Ged. Staten was ingekomen het ver
zoek om de reeds toegezegde subsidie voor
de kanalisatie te verhoogen van 600 op
1100.
Door B. en W. werd voorgesteld de sub
sidie op 800 te bepalen.
De heer Groen stelde de vraag, of deze ge
meente zich de weelde wel kan veroorloven,
over een zoo lange reeks van jaren een sub
sidie te verleenen.
Spr. moest hier ontkennend op antwoor
den.
Men dient de kanalisatie als een provinci
aal belang te zien en de kosten niet c*p de be
langhebbenden af te wentelen.
De heer Du Burck zeide het standpunt van
B. en W niet consequent te vinden, daar des
iijds gezegd is, dat een subsidie van 600
voor deze gemeente meer dan voldoende is
Spr. beschouwde het op deze manier als een
handeltje en geloofde niet, dat de huidige
malaise in den land- en tuinbouw door kana
lisatie zou zijn opgeheven. Hij was er dan
ook tegen de subsidie te verleenen.
De voorzitter zeide, dat de heer du Burck
destijds niet op de vergadering aanwezig
was, waar de heer Ringers een uiteenzetting
gaf van de kanalisatie. Ongetwijfeld zou dan
weerlegd zijn, wat de heer du Burck thans
naar voren brengt.
De heer Kramer zeide wel vóór te zullen
stemmen mits er door Ged. Staten voor wordt
ingestaan, dat de verbinding over de Ring
vaart de z.g. Langebalk, niet in gedrang
komt. Spr. had gedacht aan een rijorug al
daar.
De voorzitter antwoordde, dat Ged. Staten
deze voorwaarde niet zullen aanvaarden. Op
deze manier, kan men ook wel het beding
maken, dat een rijbrug met verkeersweg wor
den aangelegd.
Het staat vast, dat daar een brug komt.
De heer Zeeman meende, dat bij de droog
making van de Heerhugowaard met de ver
binding bij de Langebalk is rekening gehou
den, daar het hier een gedeelte van deze
gemeente betrof. Spr. vond het ook geen sym
pathiek voorstel om belanghebbenden een
lijn over zoo'n kleinigheid. „Zeker dokter."
Ze sprak kalm, niet toonende haar gekwetste
waardigheid en zocht in het boudoir. Waar had
ze dat ellendige ding gelaten? Ze herinnerde
zich nu dat ze de naald in haar hand had. Ze
zocht en zocht en vond het vervelend dat de
dokter telkens kwam kijken.
„Ik zie er niets van dokter, ik zal op mijn
slaapkamer zien, waar ik mijn trousse heb ge
haald.
„Doe dat. Ze had het liever niet gedaan nu
hij dien toon aansloeg. Het bloed schoot haar
naar de wangen, maar ze toonde haar ergernis
niet. Weg kon de naald niet zijn, maar na tien
minuten kwam ze met leege handen terug.
,,'t Spijt me zoo, dokter, ik heb overal gezocht,
de naald is verdwenen."
„Verdwenen."
Hij was ziedend van kwaadheid, zijn gezicht
werd vuurrood en hij balde de vuisten alsof hij
haar wilde slaan.
„Verdwenen", herhaalde hij. „En u hebt de
impertinentie om hier kalm te vertellen, dat u
zoo schandeloos zorgeloos bent geweest".
Ze beet zich op de lippen, ,,'t Mag zorgeloos
van mij zijn geweest, dokter, maar ik dacht niet
dat
„Daar zit hem juist de kneep. U denkt nooit,
behalve over pleiziertjes, over jonge mannen,
over alles behalve over uw werk. Er is geen
verontschuldiging voor uw gedrag."
De aanval was zoo ongewettigd, dat ze hem,
hoewel ze heel boos was, met kalmte aan kon
zien en opmerken hoe zijn lippen beelden en
eijn adem jaagde. Hij scheen een ander mensch.
Nooit had ze hem zoo driftig gezien.
„Ik wilde alleen maar zeggen dat ik, ofschoon
ik mijn ongelijk beken, niet denken kon dat u
dit alles zoo belangrijk zoudt vinden."
Hij beheerschte zich plotseling en zag haar
strak aan. Toen begon hij weer met zachte stem
zijn giftige woorden te zeggen.
„U vond het niet belangrijk, dat wilde u dus
zeggen. Laat ik u even zeggen, dat geen enke
le goede verpleegster weg zou hollen en haar
patiënt aan zijn lot zou overlaten, zooals u
daareven gedaan hebt. U hadt mijn toestemming
moeten vragen of ik u missen kon, uw gedrag
was ongepast, en...
„O, ik begrijp u, mijn wegloopen was ver
keerd, en niet het verliezen van de naald".
Ze deed haar best om niet sarcastisch te zijn,
er zich van bewust dat het de eerste maal .vas
in haar verpleegstersloopbaan, dat zij het laat
ste woord wilde hebben. Er kwam een vreemde
uitdrukking in de oogen van den dokter, iets
dat ze niet begreep. De koele mait der weten
schap, bestond niet meer.
„U zult die naald vinden zeide hij, bevende
van ingehouden toorn. „Het gaat hier om het
principe. Zorgelooze menschen kan ik niet ge
bruiken".
Toen, alsof haar kalme blik hem tot razernij
opzweepte, ging hij voort haar grove, onver
diende beleedigingen naar het hoofd te slinge
ren. Allerlei grofheden braken zich baan, het
leek een vulcanische uitbarsting;,
Geschokt en diep beleedigd had ze willen zeg
gen: „Heel goed, als u zoo over mij denkt, ga
ik dadelijk weg en moet u een andere ver
pleegster nemen". Die woorden beefden haar
«p de lippen, maar ze sprak ze niet uit en ze
wist waarom. Ze wilde niet vertrekken, dat
was de waarheid. Ze stelde belang in 't ziekte
geval, de menschen waren zoo vriendelijk en
daar was Roger.
Toen hij eindelijk buiten adem ophield, zeide
zij langzaam: „Ik kan alleen zeggen dat het mij
spijt" en toen ging ze de kamer uit.
Bevend van drift begaf ze zich dadelijk naar
haar kamer en het gordijn omklemmend staar
de ze naar buiten zonder iets te zien. Haar hart
bonsde zoo dat ze geen adem kon halen. Ze
was geheel van streek. Toen trachtte ze orde
te brengen in den chaos van gedachten, om een
klaar uitzicht in de zaak te krijgen. Was het
verliezen van een injectienaald zulk een doo-
delijk vergrijp? Onmogelijk, het had geen zin?
Was de dokter dan zoo op nauwkeurigheid ge
steld, dat zij een teer punt had aangeraakt? Die
verklaring was waarschijnlijker, maar voldeed
haar niet. Misschien had een ander zijn toorn
opgewekt en op haar had hij zijn drift gekoeld.
Of misschien wou hij haar graag kwijt zijn en
probeerde hij op die manier om zijn zin te krij
gen. Ze begreep niet waarom hij zoo'n hekel
aan haar zou hebben. Maar hij was een vreem
de man en wie weet wat voor vooroordeelen
hij had. Misschien handelde hij voor lady Clif-
ford, die reden kon hebben haar weg te wen
schen. Ja, dat zou het zijn. Die gedachte alleen
riep al haar vechtlust wakker. Ze zette de tan
den op elkaar en besloot niet toe te geven.
„Neen", zeide ze tot zichzelve, „ik laat dit ge
val niet los, tenzij ze mij er uit zetten. Sir
Charles is net zoo goed een patiënt van mij al»
van hem en ik blijf hem verplegen."
(Wordt vervolgd).