DAGBLADVOOR ALKMAAR EN ONSTREKEN.
r
1
J
KEES PRUIS
Mo. 257
VRIJDAG 31 OCTOHEK 1930
132e Jaargang.
Uit het Parlement
Dagelijksch overzicht.
Buitenland
HEVIGE AARDBEVING IN
MIDDEN-ITALIE.
SCHOUWBURG ..HARMONIE"
Zondag 2 Nov. a.s. 8 uur
ALKMAARSGHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en
Teeetdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—
franco door bet geheele Rijk 2.5*.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 1.25, bij groote contracten rabat. Greote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER <4 ZOON, Vrordam C 9, post
giro 379M. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAS.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
i. Den Haag, 30 Oct. 1930.
De Tweede Kamer heeft heden voortgezet
<0e behandeling der Pachtwetten maar haar
niet ten einde kunnen brengen. De bespre
king over een der belangrijkste punten zal
morgen worden voortgezet, maar dan hoopt
men toch er mede gereed te komen.
Terwijl tot nog toe geen enkel amendement
wijziging in het regeringsvoorstel had ge
bracht is zulks heden wel gelukt. De Kamer
echter is begonnen het wonderlijk amende
ment van den heer Fleskens (r.k.) om aan
pachter en verpachter het recht te geven na
een pacht van ten minste drie jaar de rech
ter te verzoeken de pachtsom te herzien, te
verwerpen. Daarna heeft zij hetzelfde lot
doen ondergaan aan een regeeringsartikel,
waarbij aan de regeering de vrijheid werd
gegeven om bij algemeenen maatregel van
bestuur buitengewone omstandigheden aan
te geven, welke aanleiding zouden opleve
ren om vermindering van de pacht te kunnen
eischen. De Kamer wilde om verschillende
redenen daar niets van weten, waarvan wel
de meest afdoende was, dat die bepaling in
strijd zou zijn met art. 151 van de Grond
wet. Vooral de heer Beumer (a.r.) had dit
met klem betoogd.
De regeering had voorgesteld den opzeg
gingstermijn voor lange contracten en con
tracten zonder bepaalden termijn op ten
minste één jaar te stellen.
De heer Fleskens (r.k.) stelde voor dien
termijn op twee jaar te bepalen, maar toen
de regeering daartegen bezwaar bleek te heb
ben, liet hij zich afdingen en nam genoegen
met een termijn van 18 maanden en daarme
de heeft de Kamer zich met 57 tegen 26 stem
men vereenigd.
In art. 1634, regelend het voortduren of
eindigen van een pacht in geval van overlij
den, was de mogelijkheid geopend van een
beslissing van den kantonrechter. Die beslis
sing zou evenwel zonder booger beroep zijn
en daartegen kwamen de juristen Rutgers
van Rozenburg (c.h.) en Van Rappard (lib.)
in het geweer en de Kamer heeft zich aan
hun zijde geschaard en een amendement om
wel hooger beroep van een beslissing van
den kantonrechter toe te staan met 45 tegen
37 stemmen goedgekeurd.
In behandeling kwam toen art. 1636, waar
in een regeling wordt gegeven van het zoo
genaamde continuatie-recht. Daarbij wordt
aan den kantonrechter de bevoegdheid gege
ven om tweemaal doch niet meer dan voor
tien jaar in het geheel een pachtcontract te
verlengen wanneer de pachttermijn is afge-
loopen en de pachter dezen gecontinueerd
wil zien. De rechter mag evenwel geen wij
ziging brengen in de pachtvoorwaarden,
welke tevoren hebben gegolden.
Dit ging verscheidenen leden niet ver ge
noeg en er werden ettelijke amendementen
ingediend. Het verst ging een amendement
van den heer Ebels (v.d.) om in geval van
opzegging zonder redelijken grond den pach
ter het recht te geven den verpachter aan te
spreken voor een schadeloosstelling. Andere
leden, o.a. de heeren Fleskens (r.k.) en Van
der Sluis (s.da.p.), wilden den rechter be
voegd verklaard zien om bij het geven van
continuatie ook een nieuwen pachtprijs vast
te stellen.
De minister van justitie, de heer Donner,
heeft zich tegen alle amendementen ver
klaard, daar hij meende dat men verstandig
zou doen met de nieuwe instelling niet te
hard van stal te loopen. Morgen wordt de
bespreking over dit punt voortgezet.
Als de Pachtwetten zijn afgehandeld,
krijgt de Kamer tot 11 November vacantie
ten einde zich voor te bereiden op de behande
ling van de Rijksbegrooting. De voorzitter
'had reeds op 6 November willen beginnen,
maar op aandrang van de heeren Knotten
belt (lib.) en Nolens (r-k.) heeft hij goedge
vonden, dat men eerst 11 Nov. weer bijeen
komt. Hij heeft intussohen den spreektijd bij
de Algemeene Beschouwingen belangrijk be
snoeid, vergeleken met andere jaren. Toege
kend zijn nu 2 uur aan de beide grootste par
tijen, de Katholieken en de Sociaal-democra
ten, de Anti-revolutionnairen en Christelijk-
Historischen krgen der 1 uur, de Libera
len en Vrijznnig-Democraten ieder 5 kwar
tier, de Staatsk. Ger. en de Communisten
ieder een uur, de éénmansspartijtjes ieder
drie kwartier.
De Kamer heeft zich daarmee vereenigd,
nadat echter de heer De Visser eerst ge
vraagd had onbeperkten spreektijd. Maar die
heeft ook altijd zoo veel op het hart en is
nooit beknopt!
Een door hem ingediende interpellatie al
weer loopende over de verhouding van onze
regeering en de Kamerleden tot den Paus
heeft de Kamer op voorstel des voorzitters
met algemeene stemmen op twee na afgestemd
Wie die twee waren, behoeven we wel niet te
zeggen!
DE „GAZETTE DU FRANC".
Het proces tegen madame Hanau begonnen.
De geschiedenis der „Gazette".
Gistermiddag is te Parijs voor de elfde
Kamer der correctioneele rechtbank het proces
begonnen tegen de „Gazette du Franc'Men
verwacht, dat de zaak twintig dagen in be
slag zal nemen.
Tot zoover het bericht, waaruit reeds
blijkt, dat dit een niet-alledaagsch proces is.
Om echter de kwestie goed te kunnen begrij
pen, moeten we in gedachten een paar jaar
terug gaan. Bijna twee jaar geleden (3 Dec.
1928) werd madame Hanau, de oprichtster
van de „Gazette du Franc" gearresteerd.
Sedert dien tijd heeft zij voortdurend van
zich doen spreken. Bij geregelde tusschen-
poozen deden zich „coups de théatres voor-
Nu eens was „madame la présidente" be
klaagde, dan weer was zij aanklaagster.
Men herinnert zich, zoo vertelt het Hbld
dat Georgès Anquetil op een aanklacht van
madame Hanau van chantage werd beschul
digd en tot vier jaar gevangenisstraf werd
veroordeeld; dat Gaston Chardon, procu
ratiehouder van een der curatoren uit het
faillissement der „Gazette", de vorige week
wegens verduistering van een millioen francs
tot tien jaar opsluiting werd veroordeeld;
men herinnert zich madame Hanau s voedsel-
weigering in de Santé-gevangenis, haar over
brenging naar een hospitaal, haar sensatio-
neele vlucht; men herinnert zich haar zeer
recente manipulaties in België en de ver
klaring der Brusselsche regeering, dat men
haar eventueel den toegang in België zou
ontzeggen
De „Gazette du Franc' was den oen
Maart 1925 door mevr. Hanau en haar ex-
echtgenoot Lazare Bloch (van wien zij in
1920 was gescheiden) opgericht. De onder
neming groeide tot een ontzaglijk uitgebreid
consortium met vertakkingen over het ge
heele land. Dè voornaamste financieele in
stellingen waren de Compagnie générale fi-
nancière et foncière, de Socitété fran^aise des
valeurs, en het Consortium financier de
Bourse et de gestion. Om klanten te winnen
stichtte mevr. Hanau een pubhciteitsagent-
schap, de „Interpresse".
Aanvankelijk genoot de „Gazette du
Franc" een groot gezag. Bekende financiers
en staatslieden werkten er aan mede. Tot de
debacle kwam en bleek dat mevr. Hanau de
haar toevertrouwde fondsen en - gelden bij
haar transacties verloren had. Honderden
menschen werden dupe. Nochtans bleef me-
*rouw Hanau zich in een zekere sympathie
verheugen, vooral toen zij verklaarde, dat
de expertise, welke door deskundigen was
verricht, niet juist was en zij een nieuw on
derzoek verlangde. Dit is nog steeds niet toe
gestaan.
Behalve mevr. Hanau en Lazare Bloch
staan terecht graaf Bernard de Courville, di
recteur der verschillende „dochtermaatschap
pijen", Pierre Audibert, de hoofdredacteur
van de „Gazette du Franc" en Me. Paul Her
sant, rechtskundig adviseur der „Gazette".
Mevr. Hanau wordt verdedigd door Me. Al-
fred Dominique, Lazare Bloch door Me.
Henry TQrrès. Het O. M. wordt waarge
nomen door den substituut-officier Bruzin.
Reeds 25 dooden en 90 gewonden.
Volgens dè laatste berichten over de aard
beving in Midden-Italië waren er tot dus
verre 25 dooden en 90 gewonden. Deze ge
tallen zijn echter voor uitbreiding vatbaar.
Bevestigd wordt, dat de haard van de aard
beving bij Senigallia moet liggen, waar on
geveer 20 personen gedood werden en aan
zienlijke materieele schade werd aangericht.
De aardbeving werd in tal van provincies
waargenomen en zij was bijzonder hevig in
de provincies Ancona, Posaro en Macerata.
Afgezien van de groote schade zijn er in
Ancona 2 dooden en 50 gewonden en in de
femeente Cassaro 1 doode en 2 gewonden,
'e Fornetto werden twee personen gedood.
In niét minder dan 13 andere plaatsen in de
provincie Ancona werd schade aangericht.
Troepen en Milizja gijn voor het reddings
werk gerequireerd. Er wordt reeds aan het
herstel van de beschadigde telefoon- en tele
graafverbindingen gewerkt. Het spoorweg
verkeer is nergens gestagneerd. Wel werd er
door verzakking der rails nabij Senigallia en
Montemarciano vertraging veroorzaakt.
Ook te Triëst en Napels werd de aard
beving waargenomen; hier werd echter geen
schade veroorzaakt, doch ontstond wel een
paniek.
100 gewonden. Groote schade.
In het ziekenhuis van Ancona werden tot
•gisteravond laat meer dan 100 gewonden op
genomen. Het militair hospitaal moest ont
ruimd -worden, daar het door de aardbeving
beschadigd was. De zieken werden in tenten
ondergebracht. Gebouwen van het Provin-
.ciaal Bestuur, het Paleis van Justitie en tal
van kerken werden eveneens beschadigd,
evenals de bureelen van de „Corriere Adria-
tico". Ernstig geteisterd werd de gemeente
Fornetto. waar de meeste groote gebouwen
schade hebben geleden. De pier in de haven
vertoont tal-van scheuren. Een Amèrikaansch
stoomschip werd door de zeebeving, die op de
aardschokken volgde, tegen de kade gewor
pen. Vliegtuigen maken verkenningsvluchten
boven de geteisterde gebieden.
Mussolini laat zich voortdurend op de
hoogte houden van bet verloop der bergings
werkzaamheden.
Het aantal dooden hoogstens 50.
Het bergingswerk in het aardbe vingsgebied
wordt met kracht ter hand genomen. Naar
nader vernomen wordt zal het aantal gewon
den wel niet meer dan 150 bedragen. Het
aantal dooden staat nog niet vast, doch men
neemt aan, dat dit 50 niet teboven zal gaan.
De materieele 'schade is, zooals reeds ge
zegd, aanzienlijk, doch haar omvang is nog
niet te overzien. De hulpverleening concen
treert zich in hoofdzaak op Senegallia, dat
het ergst geleden heeft. De bevolking word;
van levensmiddelen voorzien. Waar zulks noo-
dig was werden tenten versterkt of op andere
wijze voor de huisvesting van dakloozen
zorg gedragen.
Het bergingswerk staat onder bevel van
den betreffenden divisiecommandant.
Een nieuwe aardschok.
Gisteravond werd in de door de aardb;
ving getroffen streek een nieuwe aardschok-
waargenomen, die onder de bevolking een
paniek veroorzaakte. Ochtendbladen van he
den bevestigen dat bij de aardbeving van
fisteren in de Italiaansche marken in totaal
5 personen werden gedood en ongeveer
300 gewond.
Een stad geheel in 't donker.
Sengallia biedt een treurigen aanblik, de
stad ligt geheel in donker, telefoon- en tele
graafverbindingen zijn verbroken. De bevol
king moest op bevel der autoriteiten haar wo
ningen verlaten en is in barakken onderge
bracht. De kerktoren helt geheel naar één
zijde over en zal afgebroken moeten worden.
De klok is op 8.17 blijven stilstaan. Speciaal
de oude binnenstad is zwaar door de aard
beving getroffen. De straten zijn geheel met
puin bedekt.
Ruim 300 gewonden.
Volgens te Rome ontvangen berichten be
draagt het aantal dooden te Sengallia elf en
het aantal gewonden 275 waarvan 23 zwaar
zijn gewond.
Te Ancona bedraagt het aantal dooden
drie en het aantal gewonden ongeveer 40.
Te Pesaro zijn geen dooden te betreuren. Er
zijn slechts enkele gewonden.
Te Fano werden geen personen gedood
maar zes vrij ernstig gewond
Het c trum der aardbeving was gelegen
in een niet al te dicht bevolkte plattelands-
streek en de aardbeving geschiede op een
uur, dat het grootste deel der bevolking bezig
was met hun werk op het land. Dit is waar
schiinliik de reden, waarom het aantal
slachtoffers niet grooter is.
BELGISCHE VERDEDIGINGSPLAN
NEN EN SPOORLIJNEN.
Het Hbld. van gistermorgen geeft in aan
sluiting op het artikel uit het Dagblad van
Noord-Brabant nog de volgende beschou
wing:
Dat de geruchten nu weer opduiken en al
deze dingen weer oproepen, is niet verwon
derlijk. wij hooren den laatsten tijd veel in
België en Frankrijk over de bescherming van
de oostgrenzen. Dezer dagen nog bevatten
de Nederlandsche bladen berichten uit Brus
sel volgens welke in den laatsten tijd bespre
kingen hebben plaats gehad tusschen officie
ren der Belgische en rransche staven inzake
de gemeenschappelijke verdediging van de
Belgische en Fransdie Oostgrenzen. Van
Fransche zijde zou daarbij zijn gewezen op
de groote financieele offers, welke Frankrijk
zich thans getroost om de Fransch Duitsche
grens te versterken en de wapening van zijn
leger op peil te houden. In verband daar
mede zou dan ook in Brusselsche kringen
worden verwacht, dat de Belgische regeering
aan het parlement een militair crediet zou
vragen van verscheidene honderden mil-
lioenen francs voor de organisatie der lands
verdediging, o.a. voor de wapening der for
ten van Luik, het herstel der forten van Na
men, en het bouwen van verdedingswerken in
Belgisch Limburg.
Dit schijnt nu te worden bevestigd door een
artikel in de Brusselsche „Nation Beige" van
gisteren, die meent te weten, dat de regee
ring voor zulke militaire uitgaven tenminste
twee milliard Belgische francs zal vragen,
teneinde, zooals de Brusselsche „Standaard"
het zegt: „voorbereid te zijn op iederen aan
val, die, de huidige internationale toestanden
in acht genomen, niet geheel en al uitgeslo
ten zou zijn"
Dat de Belgen door hun mlitaire overeen
komst van 1920 met Frankrijk den terugslag
gevoelen van de onrust, die sedert de Ita
liaansche ontwikkelingen en de jongste Duit
sche verkiezingen in Frankrijk weer is aange
wakkerd, is duidelijk. En hoe dat ook de Bel
gische positie ten opzichte van Nederland
kan beïnvloeden, heeft dezer dagen nog de
heer Van Weideren baron Rengers uiteenge
zet in zijn drie lezingen voor het Legatum
Visserianum te Leiden, waarin hij de stelling
verdedgde, dat Belgë, met afwijzing van elk
politiek of economisch verbond met het veel
machtiger Frankrijk, slechts noodgedwongen
en uit vrees voor Duicschland de mjütaire
convente van 1920 met de Franschen sloot,
en dat het gaarne door een parel lel verbond
met Engeland het evenwicht had hersteld,
hetgeen echter mislukte en ook door Locarno
niet voldoende werd gecompenseerd. „Bel
gië aldus het kort verslag van hetgeen de
heer Rengers zeide werd daarop bereid,
zij het met een beklemd hart, om uitvoering
te gaan geven aan de overeenkomst van
militaire samenwerking met Frankrijke. Een
nieuwe legerorganisatie werd in 1929 inge
voerd, en sedert dat jaar is België cezig om
zijn verdedigingsstelsel „en fonction" met dat
van Frankrijk in te rienten. Van Bazel tot
Maesijck wordt de Fransch-Belgische fortifi
catielinie in gereedheid gebracht, waarvan
het kanaal AntwerpenLuik een zeer belang
rijk onderdeel vormt. Deze linie kan zoowel
dienen voor de verdediging als voor uitvals
basis, dus voor een strategie, die .poogt den
oorlog toestand buitenhetBélgisch
grondgebied, dus in Rijnland of Ne
der 1 a n d te brengen".
Die laatste mogelijkheid komt ons onwille
keurig in gedachten, wanneer wij vernemen,
dat de Belgische spoorlijnen in het baanvak
AntwerpenEsschen en AntwerpenLira-
burgsche grens worden uitgebreid zonder
duidelijke economische motieven. Wii hebben
getracht daarover in bevoegde Nederlandsche
spoorweg- en regeeringskringen nadere in
lichtingen te verkrijgen, maar daar neemt
men, begrijpelijkerwijze, een afwachtende
houding aan. Al hebben ook wij niet den in
druk gekregen dat men van het economisch
belang van de eventueele lijnvermeerdering
bij Esschen zóó overtuigd is, dat men dit tot
Roosendaal zou willen doortrekken.
Voorloopig dienen wij echter af te wachten
of de hierboven vermelde berichten van Bel
gische zijde zullen worden bevestigd. Voorop
sta, dat een Belgisch defensieplan, dat op
eigen gebied wordt georganiseerd, natuurlijk
op zkmzelf volkomen gerechtvaardigd kan
zijn. In Nederland dienen wij echter te weten
waar wij staan, teneinde met die wetenschap
onze gedragslijn te bepalen. Die natuurlijk
volstrekt niet uitsluitend behoeft te worden
beheerscht door een hypothetisch Fransch-
Belgisoh-Duitsch conflict met alle gevolgen
daarvan, ook voor ons; maar dit ook, is zoo
lang mogelijk, rekening moet houden met den
bestaanden normalen vredestoestand, waarin
een Belgisch-Nederlandsche goede verstand
houding slechts goede vruchten kan afwer
pen.
DE ENGELSCHE
ARBEIDERSREGEERING EN
PALESTINA.
Het aanbod van dr. Weizmann
De „Daily Herald" heeft, naar het Hbld.
meldt, onlangs tegengesproken dat de minis
ter van koloniën, lord Passfield, het denk
beeld van dr. Weizmann, vervat in een brief
van 19 September, had genegeerd om een
rondetafel-conferentie van Joden en Arabie
ren bijeen te roepen, zooals in het bekende in
gezonden stuk van de drie conservatieve lei
ders in de „Times" werd gezegd. Er was
volgens de „D. H'.' een poging gedaan om
het denkbeeld uit te voeren, maar deze was
niet geslaagd.
Naar dr. Weizmann thans in een ingezon
den stuk in de „Manchester Guardian" mee
deelt, had hij een brief aan de „Daily He
rald" geschreven, waarin hij verklaarde
nooit eenig antwoord te hebben ontvangen
van lord Passfield op het denkbeeld inzake
een rondetafel-conferentie. De „Daily He
raid" weigerde dien brief op te nemen en gaf
daarbij te verstaan, dat er vóór den brief
van 19 September een poging was gedaan
om een rondetafelconferentie tusschen Joden
en Arabieren te beleggen. Weizmann ant
woordde hierop weer op 26 October, dat
daar de Joden nimmer tot een dergelijke con
ferentie waren opgeroepen, de mededeeling
alleen betrekking kon hebben op zekere stap
pen bij de Arabieren gedaan, die blijkbaar
feen weerklank vonden. Hoe dan ook, begin
eptember werd ons, aldus dr Weizmann in
zijn jongsten. brief aan de „D. H.", op het
departement van Koloniën meegedeeld, dat
bij de Arabieren een gematigde meening de
overhand had en dat de Britsche regeering
dienovereenkomstig haar politiek vormde.
Met het oog op den nieuwen toestand en
sterk de noodzakelijkheid eener minnelijke re
geling gevoelend, herhaalden wij, zoo zegt
dr. Weizmann, ons voorstel inzake een ron-
detafel-conferentie. Dit voorstel werd door
lord Passfield genegeerd, zoodat het verwijt
in den brief der conservatieve leiders juist
en ter zake dienend is.
Ook dezen brief weigerde de „Daily He
raid" op te nemen.
Nog meer critiek van arbeiders-
zijde.
Thans oefent ook het Lagerhuis der ar
beiderspartij Josiah Wedgwood in een inge
zonden stuk in de „Timescritiek op de ver
klaring der Britsche regeering betreffende
haar politiek Palestina. Een der gevolgen er
van zal naar hij meent zijn, dat het Jewish
Agency het zal opgeven om in Jeruzalem of
in Whitehall om recht te vragen, iets wat al
tijd ietwat pijnlijk en vernederend is geweest.
In plaats daarvan heeft het de pers van de
Engelsch-sprekende wereld waarin het 't
onrecht in bijzonderheden kan behandelen,
terwijl het dan alles kan samenvatten voor
de jaarlijksche bijeenkomst der mandaten-
commjssie. Elk jaar kan het dan tevens er te
en zijn ensemble.
Genève op aandringen dat bet mandaat op
een ander mogendheid wordt overgedragen.
Nederland ligt, als zijnde het minst antise
mitisch, voor de hand, meent Wedgwood,
maar andere landen zijn misschien meer ge
neigd als Engeland er toe kan gebracht wor
den het mandaat op te geven.
DE ECONOMISCHE CRISIS IN
DUITSCHLAND.
Verklaringen van Sfegerwald.
Aan een telegram van het W. B. kan nog
het volgende omtrent de verklaringen van
Stegerwald ontleend worden.
Op twee manieren kan de Duitsche econo
mische crisis worden opgeheven. De eene
is een verstandige economische regeling der
herstelkwestie en de tweede de versterking
oer koopkracht in het land zelf.
Deze versterkte koopkracht is slechts te
bereiken door een profijtafwerpende exploi
tatie van den landbouw, het goedkooper ma-
ken der industrieele productie en door mas*
saverbruik.
Daartoe moeten de productiekosten van
industrie en landbouw omlaag worden ge
bracht, waaruit voortvloeit, dat men met een
zekere verlaging der loonen genoegen moet
nemen, om de voorwaarden voor ae uitbrei
ding van het verbruik te doen ontstaan.
Dit leidt weer tot de vraag, of in de parti
culiere bedrijven 18 millioen arbeiders jaar
lijks 30 a 32 milliard aan loon moeten ont
vangen, om daarvan drie millioen werkloo-
zen met drie milliard mark per jaar te steu
nen, dan wel of het niet beter is, dan 21 mil
lioen werknemers aan het productieproces
deelnemen, om voorloopig eveneens slechts
dezelfde som aan loonen te ontvangen.
Daarnaast moet door een prijsdaling da
groote massa in staat worden gesteld met
31 h 32 milliard niet minder te koopen dan
thans met 33 a 34 milliard, waarvan vooi
werkloozensteun een paar milliard moet wor
den afgestaan.
In ae Berlijnsche metaalindustrie, aldu3
spr., beteekent een loonsverlaging van 1 pet
ongeveer een besparing van drie millioen
mark. Een prijsdaling van 1 pet. daarente
gen maakt de goederen 10 a 12 millioen
mark goedkooper.
Een loonsverlaging met 1 pet. in dea
mijnbouw beteekent een besparing op de loo
nen met 12 millioen per jaar, doch daaruit
moet een prijsdaling van ongeveer het drie
voudige voortvloeien, als de vermindering
van den prijs van het product ook slechts
met 1 pet. daarvan het gevolg moet zijn.
Een loonsverlaging met een milliard moet
dus samengaan met een daling der prijzen
van ten minste 2H a 3 milliard mark.
Ten slotte verklaarde de minister, dat de
arbeiders en geëmployeerden het laatste jaar
reeds de grootste offers hebben gebracht
Derhalve mag de prijsdaling niet op hèn
worden afgewenteld.
Wanneer binnen afzienbaren tijd geen
prijsverlaging voor de dagelijksche verbruiks-
artikelen tot stand komt, kunnen arbitrale
uitspraken, die loonsverlagingen inhouden,
door het Tijksministerie van arbeid niet meer
bindend worden verklaard.
De rijksregeering verzet zich ten stelligst#
*egen elke politiek, die een duurzame daling
van den levensstandaard der arbeiders ten
gevolge zou hebben. (Hbl.)
DE AGRARISCHE REGEERINGSMAAT-
REGELEN IN ROEMENIE.
Men meldt ons uit Boekarest:
In het Kabinet kon geen meerderheid ge
vonden worden voor het plan-Manoilescu in
zake de conversie der agrarische schulden.
De regeering zal thans trachten in den zin
van het onderhoud tusschen Rist, Auboin en
Mironescu een formule te vinden om den
landbouw hulp te verleenen en bovendien be
staat het voornemen van overheidswege een
instituut te stichten, dat de financieele hulp
aan den landbouw zal behartigen.
De dagbladen, ook die der oppositie, be
spreken uitvoerig en in waardeerenden zin
ae regeermgshulp voor den landbouw.
SAMENZWERING IN GRIEKENLAND
VERIJDELD.
Meer dan 100 personen gearresteerd.
Te Athene zijn in den loop van gister me»
dan 100 personen wegens rev<riutionnair«
samenzwering gearresteerd. Gisternacht ver
zamelden zich ongeveer 100 burgers en offt
eieren in een particulier gebouw in de hoot$
stad om onder leiding van den vroegeren dim
tator Pangalos over een staatsgreep te be«
raadslagen, die nog denzelfden nacht eej»
aanvang zou nemen. De samenzweerderfc
werden evenwel reeds geruhnen tijd door da
geheime politie in het oog gehouden en den-
zeVfden nacht nog gearresteerd. Tegen alls
beschuldigden zal onverwijld een proces we-
gens hoogverraad aanhaogig worden ge
maakt