ilimistli Courant.
DE VERLOREN INJECTIENAALD.
Man ik sta werkelijk
paf ik heb al veel
van Chief Whip ge
hoord maar die kwa
liteit en smaak overtref
fen mijn stoutste ver-
wachtingen
FEUILLETON.
De Beste voor Uw Gezondheid!
M«nd«rd tww m d«r#g*tJaargang,
Radio-hoekje
- V1RG1N1A
Een defect compas.
K«. 258
1830.
Zaterdag 1 Xovember
Zondag 2 November.
Hilversum, 298 M. V.A.R.A. van 9.—
10.— en van 5.-8.—. V.P.R.O. van 10.3CX—
12.—- A.V.R.O. van 12.—5.— en 8.—12.—
9.Tuinbouwhalfuurtje. Lezing over broei
kassen. 9.30 Postduivenberichten 9.35 Espe-
rantoberichten. 9.40 M. Beversluis leest ver-
Ten voor. 10.30 Dienst in de Remonstrant-
sche kerk te Haarlem. Prof. Cr. v. Mourik
Broekman, spreker. 12.Radio-Volksuniver-
r. Emii
Concert door het A.V.R.O.-Octet. B. Lenskp
siteit. Spr. Émiel Hullebroeck. 12.30—2
viool. 2.2-30 Boekbespreking door Dr.
Goedewagen. 2.30 Concert door 't Water-
landsch Fanfarecorps. 3.-5— Uitzending
yoetbal wedstrijd NederlandZwitserland.
8.15—9-— Populair concert door het om-
roeporksii q. 1. v. N. Treep. 9.— '„De dia-
piant van Kacdtnaal de Mazarm", radio-
tooneel van Conan Doyle. 9.35 „Migoon,
opera van Thomas en „Faust", opera van
Gounod. Fragmenten. Versterkt orkest o. h
v A. v. Raalte en H. Zeldenrust. 11.—12.—
Gramofooopl.
Huizeen 1875 M. K. R. O.-uttzending, be-
l»lve 9-50 en 5.50. 8.309.30 Morgenwij
ding. 9.50 N.C.R.V. Dienst in de Geref.
.Kerk te Sche veilingen. Ds. G. O. Donner,
voorganger. 12.1.30 Concert door het
Sextet o. 1. v. P. Lustenhouwer. 1.30—2.
Godsdienstonderricht door D. Bont. 2,2.30
Literair halfuurtje. 2.30—4— Concert door
het K R.O.-Orkest onder leiding van J. Ger
ritsen. 4.5.Ziekenlof. 5.50 Dienst in de
Ned. Herv. Kerk te Kralingen. Ds. J. E. v.
d. Valk, voorganger. 7.458.10 Lezing over
de zucht naar vergeestelijking. 8.15—10.40
Concert door de Gron. Orkestvereeniging o.
1. v. K. Kuiler. Mevr. V. Binnendijk, so-
f-aan. 9.40 Nieuwsberichten. 10.40—11.
piloog. Klein Koor.
Daventry, 1554.4 M. 3 20 Kerkcantate
No. 180 van Bach. 4.05 Kinderkerk. 4.35
Concert. Militair Orkest. A. Cramer, bari
ton. 5.35 Piano-recital door C. Curzon. 6.05
Lezing. 8.20 Kerkdienst. 9.05 Lezing. 9.10
Berichten. 9.25 Gmcert. Orkest. G. Baker,
bariton. 10.50 Epiloog.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50 Ora-
inofoonplaten. 1.20 Gramofoonpl. 2.20 Gra-
mfooonplaten. 4.50 Gramofoonpl. 5.50 Con
cert. Koor, orkest en solisten. 7.50 Circus.
9.05 Concert. Orkest, koor en solisten.
Langenberg, 473 M. 6.207.50 Gramo-
foonplaten. 8.259.20 Morgenwijding.
10.4511.20 Gramofoonpl. 12.20—1.50 Or
kestconcert. 2.10—2.35 Cembalo-concert.
6.-6.35 Gramofoonplaten. 7.30 „Requiem"
van Lothar Windsperger. Orkest, koor, so
listen en orgel. 9.50—10.50 Strijkkwartet.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.20 Or
kestconcert. 1.50—3.50 Trio-concert en zang.
3.50—4.20 Kinderuurtje. 7.207.35 „Fa-
milien Hansen" van Jens Locher. 7.358.35
Orkestconcert. 8.559.30 Zang. 9.30
10.15 Orkestconcert. 10.1511.50 Dansmu
ziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Gramofoonpl
6.20 Dansmuziek. 6.50 Gramofoonpl. 8.35
Instrumentaal en vocaal concert
Zeesen, 1635 M. 6.20 Gymnastiek. Daar
na: Concert. 7.208 20 Lezingen en klok
kenspel. 8.20 Orge'spel. 8.50 Kerkdienst
1020 Feestconcerf. Koor en orkest. 11.50
Orkestconcert. 1.20 Lezing. 1.50 Piano-reci
tal. Daarna: Liederen-voordracht. 2.35 Be
richten. 3.30 Orkestconcert. 5.207.30 Le
zingen 7.30 „Requiem" van L. Windsper
ger. Solisten, koor, orkest en orgel. 9.35 Be
richten. Daarna tot 11.50 Dansmuziek.
Maandag 3 November.
Hilversum, 298 M. (Algemeen programma,
te verzorgen door de V.A.R.A.) 8 Gramo
foonplaten. 10.— (V.P.R.O.) Morgenwij
ding. 10.15 Voordracht. 10.30 Ziekenuurtje,
viool, piano en voordracht. 11.30 Gramo
foonplaten. 12.Concert. Septet onder lei
ding van Is. Eyl. 2.15 Orgelspel door Joh.
Jong. 2.45 Boekbespreking. 3.30 Concert
voor viool, orgel en piano. 4.30 Kinderver
tellingen. 5.Concert. E. de Haas, sopraan
met pianobegel. 5.30 Concert. Mandoline
ensemble. 6.Lezing over de Brandbeveili
ging. 6.30 Vervolg mandolineconcert. 7.—
Concert door het V.A.R.A.-Orkest onder lei
ding van Hugo de Groot. 7.30 Lezing over
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J. E. DE B K.
48)
'tWas of haar hart stil stond bij die vreese-
lijke verdenking die bij. haar opkwam. Een
stem zeide: wat nonsens, in deze vredige om-
geving gebeuren zulke dingen niet, en een an
dere stem zeide: waarom nonsens, zulke dingen
gebeuren wel.
Chalmers kwam zacht binnen, nam het blad
met de koffiekopjes mede en zette whiskey-
soda neer, ofschoon er niemand was onl het te
gebruiken. Zijn kalme stap, het eentonige ge
klik van de klok, zelfs de rozen in het Aubus-
*on karpet weerspraken haar verdenking. En
toch
Ze probeerde rustig de zaak te overdenken
en zich niet te laten meesleepen door haar ach
terdocht. Op het motief kwam het aan er
moest een motief voor de daad bestaan. Was er
in dit geval een motief? Zij wist dat er een was.
Maar was ze daar zeker van? Holliday was
vertrokken naar Zuid-Amerika en lady Clilford
bad hem laten gaan. Sloeg dat niet den bodem
hl? Alles dwarrelde door haar hoofd. Het kon
niet waar zijn. Ze kreeg een opgelucht gevoel
*n ze had kunnen lachen om haar dwaze ge
dachten.
Een zware stap klonk in den gang en ze be-
greep dat de dokter binnen zou komen. Nu zou
*e hem zijn naald teruggeven. Ze hield het
ding in haar hand tpeo Cartorius de kamer bin-
«•«fcwann.
CHIEF
WHIP
7.45 Lezing. 8.05 Gramofoonpl. 9.20 Be
richten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 10.
vegetarisme. 8.Concert door het versterkte
V.A.R.A -orkest onder leiding van Hugo de
Groot. L. v. d. MeerScager, zangeres.
10.Persber. 10.4512.Gramofoonpl.
Huizen, 1875 M. N.C.R.V.-uitzending be
halve van 9.30—10.30 K.R.O. 8.15—9.30
Gramofoonpl. 9.3010.30 K R O. Requiem
Mis in de St. Thomas Aquinokerk te Am
sterdam. 10.30 Korte ziekendienst. 11.
Lezen van Chr. lectuur. 11.30 Gramofoonpl.
12.30 Orgelconcert door J. Zwart. 1.45
Gramofoonplaten. 2.Lezing over muziek-
voordrachten en declamatie 2.-2.35 Cause
rie over kamerplanten. 3.15 Kniples. 3 45
Gramofoonplaten. 4.Ziekenuurtje onder
leiding van Dr. W. J de Wilde. Zang en
orgelspel. 5.6.30 Concert. Mevr. Hasse
Pieneman, sopraan met pianobegeleiding.
6.30 Friesche gedichten door mevr. Feddma
Hoogland. 7.Chr. philosophische cur
sus. 8.Causerie door Mr. v. d. Deurne.
8.30 Concert door de stafmuziek v. h. 6e
Regiment infanterie o. 1. v. L. de Morée.
Mevr. C. v. d. Mark, sopraan. Causerie door
J. v. Meggelen. 10.30 Persberichten. 10.40
11.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door
E. T. Cook. M. Lambert, bariton. 1.35 Or
kestconcert. 2.20 Berichten. 2.30 Uitz. voor
scholen. 3.40 Dansmuziek. 4.35 L. Fairney,
mezzo-sopraan. Trio. 5.35 Kinderuurtje.
6.20 Lezing. 6.35 Berichten. 6.55 Berichten.
7.Pianorecital door Laffitte. 7.20 Lezing.
m - f -
L<
Koorconcert. 10.20 Kamermuziek." 11.40
12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50—
2 20 Gramofoonplaten. 4.05 Orkestconcert.
6.50 Gramofoonpl. 8.20 Tooneeluitz., zang
en declamatie. 9.50 Concert. Kwartet en so
listen.
Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonplaten. 9.3510.35 Gramofoonpl. 11.30
Gramofoonpl. 12.25—1.50 Orkestconcert.
4.104.50 Jeugduurtje. 4.505.50 Solis
ten-concert. 7.20 Concert. Kamerorkest. So
praan, viool en declamatie. Daarna tot
11.20 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Or
kestconcert. 2.554.55 Orkestconcert en
voordracht. 7.208.50 „Helte". Tooneelspel
van G. B. Shaw. 8.509.10 Liederen. 9.10
—9.25 Anecdoten. 9.4510.20 Kamermu
ziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Kamermuziek. 6.50
Concert. 8.35 Orkestconcert.
Zeesen, 1635 M. 5.056.20 Lezingen.
6.206.50 Gramofoonpl. 9.2011.20 Le-
.Zuster, het consult is morgenmiddag om drie
uur. Ik dacht dat u dat graag zoudt weten."
„Ja dokter, ik dank u wel".
Waarom of hij haar dat vertelde begreep ze
niet. Het was niet iets voor hem. En hij bleef
in de deur staan alsof bij nog iets op het hart
had. Ze trachtte moed te verzamelen om hem
haar vondst te vertellen, toen hij zoo terloops
zeide:
„Hebt u die verloren naald nooit teruggevon
den?"
Nu was het oogenblik daar en heel kalm
hoorde zij haar stem die zeide: „Neen dokter,
is het niet gek; ze is zeker in het vuur geval
len."
HOOFDSTUK 25.
Ze sliep weinig dien nacht. Het ernstigste
probleem, dat zich ooit in haar leven had voor
gedaan, eischte spoedige oplossing. Wat moest
ze doen? De uren gingen voorbij en ze kwam
niet tot een besluit.
De moeilijkheid was, dat als ze haar achter
docht aan een familielid mededeelde er een ge
rechtelijk onderzoek zou plaats vinden en zij
bleef er buiten, haar positie werd niet geschokt.
Maar als haar verdenking ongegrond bleek te
zijn, wat waarschijnlijk het geval zou wezen,
dan was haar naam als verpleegster op de
flesch. Het was een onvergeeflijke misgreep
om een medicus, onder wien men werkte, ver
dacht te maken. Geen dokter zou haar meer
willen hebben, al had zij de zuiverste motieven
voor haar daad gehad. Ze zou gebrandmerkt
worden als vluchtig, onredelijk, onbetrouwbaar.
Haar verdienste was weg. Maar er kon iets er-
gers gebeuren; ze kon aangeklaagd worden we
gens laster. Ze wist van een dergelijk geval, de
vrouw in quaestie was ip ongenade gevallen.
zingen. 11.2012.15 Gramofoonpl. 12.15
120 Berichten. 1201.50 Gramofoonpl.
I.503.50 Lezingen. 3.504.50 Concert.
4.507.50 Lezingen. 7.50 „Collegium".
Orkest, sopraan en declamator. 8.55 Gramo
foonplaten. 9.35 Berichten. Daarna tot
II.50 Dansmuziek.
Het trof mijn bijzondere aandacht dat een
van de drie meesters in de rechten die in
hoofdzaak het woord voerden op de alge-
meene vergadering van j.1. Maandag door
den R.K. Boeren- en Tuindersbond in ver
band met de crisis in den tuinbouw te Den
Bosch gehouden, Mr. L. Niemöller het was,
die het onderwerp „Detuinbouwisop
roekelooze wijze uitgebreid", be
handelde.
Wat is het geval.
In Juli 1927 dus 3Vi jaar geleden!
schreef ondergeteekende naar aanleiding
van het besluit der Provinciale Staten van
N.-H. om geld te verstrekken voor demon-
stratiebedrijven ten einde de glascultuur in
N.H. te bevorderen en daarmede de tuinders
te helpen, een gedocumenteerd artikel waar
in hij tegen deze soort hulp waarschuwde,
omdat hij st e 1 s e 11 o o z e uitbreiding van
i e d e re n tak van den landbouw eerder een
gevaar dan een hulp achtte. Daar naast gaf
ik aan, wat er m.i. dan wèl gebeuren moest,
ten einde economisch iets voor de tuinders
te bereiken. Bedoeld artikel zond ik naar
„De Tuinderij", doch kreeg het terug mef het
volgende briefje:
„Omvang en inhoud van uw artikel zijn
minder geschikt voor ons blad. Onze organi
satie draagt een gemengd karakter, daarom
moeten wij bij het opnemen van economi
sche (R.E.) beschouwingen voorzichtig
zijn".
w.g. NIEMÖLLER.
Het provinciaal bestuur voor de veilingen
in N.-H., een onderdeel der organisatie,
waarvan mr. Niemöller een belangrijk leider
is, heeft tot het stichten der demonstratiebe-
drijven (in 1927) geadviseerd!
Drie-en-een-half jaar geleden toen
ik tegen uitbreiding, welke toen m.i. ook al
roekeloos was en de propaganda
daarvoor met overheidsgeld bekostigd zou
worden waarschuwde, omdat destijds
reeds te voorzien was en aan de hand der
feiten aangetoond kon worden, dat het met
al die geforceerde uitbreiderij spaak móést
loopen, toen, en herhaalde malen daarna,
heeft mr. Niemöller wel is waar anoniem
dat gevaar niet slechts ontkend, doch
meer dan eens op urrogante toon tegenover
Neen, ze moest haar argwaan voor zich hou
den. De oude man moest sterven, er was niets
aan te doen. Hij was in het laatste stadium.
Het zou alleen in het belang van de justitie zijn,
als ze sprak, tenzij
Ze dacht aan Roger, die de laatste dagen be
paald lichte typheuze verschijnselen had ver
toond. Ze herinnerde zich, dat de vader in het
begin ook slechts lichte verschijnselen had ge
had. Het geval van Roger was precies zoo,
behalve dat Roger veel jonger was. Het was
niets vreemd, dat er in een huis twee menschen
ziek werden, nu er in Cannes zooveel typhus
was. Eerst had een dienstbode het gekregen,
toen lady Clifford, doch deze was genezen.
Misschien was er wel een bacillendrager in
huis, zooals de beruchte Typhus-Mary in Ame
rika een paar jaar geleden. En toen kwam de
vreeselijke verdenking weer bij haar boven.
Wat moest ze doen. Tegen den morgen kwa.n
ze tot een besluit. Er was één ding dat ze kon
en zou doen, en zoo gauw mogelijk. En toen
viel ze in lichten slaap en werd ze gewekt door
gerucht in de hall. Ze stond op en deed een
peignoir aan, begrijpende wat er gebeurd was.
Het was vier uur, het licht brandde in de gang.
Ze zag de nachtzuster, die juist uit sir Charles
kamer kwam. Ja, het was zoo, een kwartier ge
leden was de oude man gestorven.
,,'t Ging sneller dan ik verwacht had. Ik
dacht, dat hij nog wel 24 uur zou leven. Laten
we niemand wakker maken, maar nu u toch op
bent, kunt u me helpen.
Esther knikte en de zuster ging snel weg. Een
deur ging zacht open en Roger verscheen; hij
had een hoog roode kleur, dikke oogleden en
hij droeg een donkerblauwe kamerjapon. Met
oogen vol medegevoel zag zij hem aan,
„Is het...?" v^eg hij.
„Ja zoo even", zeide ze zacht.
menschen die met hem van meening verschil
den, het tegenovergestelde beweerd.
Thans, nu er op fatsoenlijke manier voor
een deel der tuinders wordt gebedeld en de
tuinderij er over het algemeen miserabel
voor staat, mede als gevolg van de „roeke
looze uitbreiding", waarvoor mr. Niemöl
ler niet eens een onbetaalde propagandist is
geweest(?), treedt hij op in een vergadering
van 1600 pers., waarin hij als een oorzaak
van de thans heerschende crisis aanwijst:
„de roekelooze uitbreiding in
den tuinbouw!"
Wie heeft toch weer gezegd, dat de ge
schiedenis een spotvogel is?
Nog een paar data ter adstructie van
het bovenstaande waarop mr. Niemöller
„iets" anders beweerde dan hetgeen hij op
de vergadering te 's-Hertogenbosch betoog
de.
In November 1927 schreef hij als onder
schrift bij een artikel in „De Tuinderij",
waarin ik uiteenzette, dat de tuinders om uit
de economische beroerdigheid te komen, tot
plicht hebben er voor te zorgen, dat hun
producten op de veilingen, in „normale" om
standigheden, minstens den k o s t p r ij s
moesten opbrengen, o.a. het volgende: „Wij
erkennen ook niet dat „de" tuinbouw in
„economische beroerdigheid" verkeert. Wel
zijn er, wier bedrijf nauwelijks of geen be
staan oplevert. Als algemeen ver
se h ij n s e 1 echter is de teekening van den
heer Elion niet met de werkelijkheid in over
eenstemming".
U ziet, mr. Niemöller ontkende de juist
heid van de misère, welke toen reeds hard
groeiende was.
Op 4 October 1929 slechts één jaar ge
leden schreef mr. Niemcller in „De Tuin
derij" in polemiek met dr. Rietsema uit Bre
da, die in een artikel in de „R.K. Boeren
stand" voor den geheelen Nederl. tuin
bouw inclusief de glascultuur zèèr groote
moeilijkheden voorzag, omdat in Zuidelijke
landen, op betrekkelijk geringen afstand
van de centra der consumptie, waar men
geen glascultuur noodig heeft, gemakkelijk
tegen Nederland met zijn ontzettende pro
ductiekosten vooral aan de glascultuur ver
bonden, kan concurreeren, o.a. het volgen
de:
„Wij willen met nadruk waarschuwen te
gen zulke pessemistische uitvallen. Ze maken
slap en onzeker en brengen den tuinbouw in
moeilijkheden, doordat men de credietwaar-
digheid van het bedrijf ondermijnt. Daar
hebben wij leergeld mee betaald. Toen in
1923 de tuinbouw een moeilijk jaar door
maakte, riep alles ach en wee en stond er
Hij kwam naast haar staan en legde zijn
hand op de hare. Ze voelde de drooge hitte van
zijn huid, het hameren van zijn pols. Panische
schrik overmeesterde haar, alleen het woord
typhus joeg haar doodelijken schrik op het lijf
aan als een vormloos kruipend monster, dat
zich zijn prooi kiest en er dan mede speelt als
de kat met de muis. Ze had het uit kunnen
gillen om den jongen man naast haar te waar
schuwen voor het naderend gevaar. Hem waar
schuwen, maar waarvoor? Wat kon, wat durfde
ze zeggen? Ze trachtte zich te beheerschen.
Honderd tegen een dat haar argwaan onge
grond was. Ze moest niets zeggen, voor ze ze
kerheid had. Daar was geen onmiddellijk ge
vaar, tenzij natuurlijkDaar was weer de
naald. Die injecties met antitoxine waar ze
over spraken. Als ze maar wist datEn op
nieuw overmeesterde haar de angst. Ze voelde
dat ze in een doolhof ronddwaalde. Wat zeide
Roger daar?
Esther ik maakte geen gekheid toen ik zeide
dat ik niet zoo'n prik wilde hebben. Ik ben niet
bang voor me zelf, maar ik wil niet dat die ar
me Dido nog meer angst moet uitstaan. Vertel
me nu eens, nu zij het nog altijd over die anti
toxine heeft, zou jij het willen hebben of niet?"
Waarom vroeg hij dat? Haar tong kleefde
aan haar verhemelte en ze wachtte lang
voor ze antwoordde: „Ik zou me niet willen
laten dwingen. Aangezien de verschijnselen
bij jou al in een gevorderd stadium zijn, zou
het misschien niet eens meer helpen."
„Nu is de zaak meteen uitgemaakt. Ik wil
geen inspuiting hebben."
Ze voelde dat ze nog wat zeggen moest,
maar ze wist niet hoe te beginnen.
„Maar Roger je weet zelf heel goed dat je
ziek bent en je hoort in je bed. Het kan je
geen goed doen met verhoogiug rond te loo-
in de pers: „een stervende streek", en derge
lijke onzin meer".
Mag er in den tuinbouw alleen maar struis
vogelpolitiek gevoerd worden, behoort het tot
de enormiteiten, wanneer men in den tuin
bouw commercieel verder ziet dan zijn neus
lang is?
Waarom noemt men het „de doodsklok
luiden" wanneer men de zaken bij z'n wa
ren naam durft noemen?
Vindt men het van meer inzicht en van
knappe voorlichting getuigen wanneer men
zooals mr. Niemöller doet, die in het begin
van d i t jaar (28 Februari) in „De Tuinderij"
schreef
„Kort na den oorlog, toen ook voor den
tuinbouw de moeilijkheden kwamen opzetten,
draaiden veler oogen naar de staatsruif. Ook
in tuinbouwkringen waren er niet weinigen,
die dachten, dat vadertje Staat een onuitput
telijke geldbuidel had en dat de Staat ten
minste wel kon bijpassen het bedrag, dat ons
product te weinig opbracht.
Te weinig in verhouding tot de ruim
loonende prijzen, die de tuinbouw in den
oorlog had genoten.
Maar vadertje Staat was doof of sliep, gaf
althans geen gehoor aan de noodklanken,
die door en voor den tuinbouw in allerlei
toonaarden werden uitgestooten.
Al dat roepen om staatscrediet, staatstoe-
slag, staatsgarantie, staatshulp, of op welke
wijze men poogde een plukje uit de staats
ruif te trekken, was vruchteloos.
De staat is een oud, grimmig, bijziend
mannetje, achter een loket, onhebbelijk, on
genaakbaar en onvatbaar voor betuigingen,
hoe dringend ook geuit, over nooden en be
hoeften, die om voorziening roepen.
Dit heeft de tuinbouw in de moeilijke ja
ren na den oorlog misschien niet begrepen,
maar in ieder geval ondervonden en aan
gevoeld en het geroep om staatshulp ver
stomde. Al het gelamenteer, in welke toon
aard ook geuit, baatte niets.
De tuinder is teruggegaan naar zijn be
drijf, bitter gestemd, maar met den vasten
wii om zichzelf door de moeilijkheden heen
te slaan.
Dit is den Nederlandschen tuinbouw gelukt
en hij staat sterker dan ooit.
Overal in de landen om ons heen hoort
men stemmen, die om regeeringshulp roe
pen. Dit behoeft ons niet sterk te verontrus
ten. Als onze collega's in de met ons con-
curreerende landen blijven voortgaan het
huis van den tuinbouw te bouwen op den
zandgrond van staatshulp, dan zal zich dat
wreken.
pen.
„Als alles voorbij is" ze begreep dat hij de
begrafenis bedoelde „zal ik je raad opvol
gen. Maar ik heb niets geen lust met weer
zin keek hij de kamer rond.
„Waarom hier blijven, ga naar een zieken
verpleging."
Hunne oogen ontmoetten elkaar en ze begre
pen wat zij bedoelden.
„Kom je me dan eens opzoeken?" vroeg hij
ernstig.
„Natuurlijk, ik kan je ook verplegen, als je
dat wenscht", zeide ze eenvoudig.
„Als je dat meent", zeide hij, „dan denk ik er
bepaald over."
Ze gingen uit elkaar toen de nachtzuster de
trap opkwam. Esther was nu geruster over
hem, maar ze zag dat het verband verschoven
was en dat de hand weer bloedde.
„Dat gaat zoo niet", zei ze zacht. „Er zou
infectie bij komen. Ga nu naar bed en tegen
het ontbijt zal ik het verbinden."
De dag die zoo vroeg begon, duurde einde-
laos, er was zooveel te doen en pas in den na
middag kon zij haar geheim plan volvoeren.
Eindelijk om vier uur ging ze in een taxi aller
hande boodschappen doen voor miss Cltfford,
op wier wensch ze zou blijven tot na de begra
fenis. De andere verpleegster was al weg.
Toen ze haar boodschappen had gedaan, ging
ze naar een kleine veraf gelegen apotheker,
waar de Cliflords niet kochten, 't Was er net
jes en ouderwetsch. Ze stapte kordaat naar
binnen, vast besloten niet zenuwachtig te zijn
en te doen alsof het iets heel gewoons was.
„Waar kan ik u mede helpen, mejuffrouw?''
Ze was blij dat de assistent Engelsch sprak.
Nu kon ze gemakkelijker haar bedoeling uit
leggen. Onverschillig zag hij haar aan toen zij
de naald uitpakte.
(Wordt vervotad).