miïiüstlt Ciimt.
Gioote Najaars-VeemarKt
heeren-baai
De kanaalplannen in
West-Friesland.
Hiüéeni Iwee en dertigste Jaargang.
/>ateri!ay I November.
Filmnieuws.
Brieven uit de hoofdstad.
verhuizen.
alle; n voor jou.
Vraag en Aanbad
Ve. 258 1930
De Directeur van het Marktwezen te Alk
Aaar brengt ter algemeene kennis, dat ter
gelegenheid van de groote Najaarsveemarkt
op Dinsdag 4 en woensdag 5 November
a.s., het vee, hetwelk men niet per vaartuig
naar de markt brengt, alleen aangevoerd
jnag worden langs den Helderschenweg,
over de Heilooërbrug, de Schermervlotbrug
of over de Frieschebrug.
Aanvoer van vee over de Bergerpoort, de
Emmabrug, de Popmansbrug of de beide
rustieke voetbruggen is verbodeen.
Hef vee vanaf den Schermerweg naar de
markt gebracht moet over de SCHERMER-
«VLOTBRUG en den ACHTERWEG wor
sten vervoerd.
Vaartuigen met voor de markt bestemd
vee moeten gelost worden aan de Handels
kade, dé Havenmeester zal de ligplaatsen
aanwijzen.
s In verband hiermede zullen, voor zooveel
•ooodig, de schepen welke een ligplaats aan
de Handelskade hebben, op aanwijzing van
den Havenmeester tijdelijk worden verlegd.
Het vee langs den Helderschen weg en
per vaartuig aangevoerd aan de Handels
kade mag alleen naar de markt worden ge
wacht over de Korte Nieuwesloot van de
BUnrw^lclf.Pt
I Bij de SCHERMERVLOTBRUG, de
FRIESCHEBRUG, de HEILOOERBRUG
en aan de KORTE NIEUWESLOOT zal
het aan te voeren vee deskundig worden on
derzocht en zal het verschuldigde marktgeld
oioeten wemden voldaan,
j. In het algemeen mag men geen vee ter
Biarkt brengen zonder voorafgegaan des
kundig onderzoek en betaling van het markt-
•geld.
De toegangen tot de markt zullen worden
opengesteld op DINSDAG van des voor-
middags 10 uur tot des, namiddags 1 uur;
op WOENSDAG van des voormiddags 7
uur tot des voormiddags 10 uur.
De Directeur voornoemd,
v D. SCHENK.
In de jongste vergadering van de Ka-
toer v. Koophandel heeft de heer Hoog
land een inleiding gehouden over de
West-Friesche kanaalplannen in ver
band met de weigering van Geestmer-
ambacht om 500 bij te dragen in den
aanleg van het kanaal AlkmaarOud
karspelKolhorn.
Naar aanleiding daarvan ontvingen
wij het volgende schrijven:
Het blijkt wel, dat de heer Hoogland
n i et op de hoogte was van de watertoe
standen in 't Ambacht van Westfries-
iand, genaamd Geestmer Ambacht van
vóór de jaren 1894, toen het stoomge
maal te R-.»rtswoud er nog niet stond.
Die watertoestanden in genoemd Am
bacht waren vóór 1894 bijzonder slecht
te noemen. Met wat veel waterval ston
den de lage landen gedeeltelijk of soms
geheel onder water en soms zoo erg, dat
het vee er af moest en te vroeg naar den
stal. Vooral de meren, zoor.'s: Kerk- en
Dergmeer, Dieps- en Monsmeer, Greb- en
Kleimeer, Vronermeer enz., (wat later
uitmuntende tuingrond bleek te zijn)
hadden dan veel last van het water. Toen
dan in 1894 het stoomgemaal te Aarts
woud gereed kwam kregen wij de ver
lossing van dat water, zoodat al die
meren en laag gelegen landen in ge
noemd Ambrcht van weiland in besten
tuingrond werden omgezet, en dat land,
dat vóór 1894 ongeveer 30 a 40 per
snees waard was, kreeg later een waarde
van 60 tot 100 per snees.
Natuurlijk zijn op deze laatste waar
den ook hypotheken verstrekt.
Wanneer nu genoemd Ambacht door
de kanalenplannen, gelijk gelegd wordt
|met het waterschap de Uitwaterende
Sluizen in Kennemerland en Westfries
land, kunnen wij het gemaal te Aarts
woud niet meer gebruiken, en zijn wij
aangewezen nu geheel op laatstgenoemd
waterschap te loozen, welk waterschap,
groot 68000 H.A., uitblinkt in geen
stoomgemaal te bezitten, dat direct het
water in de Zuiderzee of later IJselmeer
kan malen, zooals 't gemaal te Aarts
woud dat doet. Ook Schagen en Niedor-
perkogge, de Vier Noorderkogge, Drecb
terland en Waterland kunnen door hun
ne gemalen het water direct op zee bren
gen. Maar het waterschap de Uitwate
rende Sluizen kan dat niet, daar worden
wij, als de kanalen er komen, bijgevoegd
waardoor wij den ouden toestand van
vóór 1894 weer terug krijgen en de lage
landen daar weer de dupe van zullen
worden. Nu wil men beweren dat wij
door die kanalen een beteren afvoer van
het water zullen krijgen. Ik heb toen ge
zegd in de vergadering van 11 October
te Alkmaar, dat beetje boezemwater,
wat wij meer zullen krijgen, daar geef
ik geen cent voor, want dat beteeken t
met veel waterval niets.
De Uitwaterende Sluizen hebben een
boezembemaling van 2000 H A. en nu zal
er door het kanalenplan hoog op 100
H A. bij komen. De 2000 H A. boezem
water kunnen ons al niet redden en nu
zal zeker die 100 H.A. uitkomst moeten
geven, wat natuurlijk niet mogelijk is.
De Noordzee is voor mij hetzelfde ge
bleven, met andere woorden: met storm
achtig weer uit Noordwest (wat veel
voorkomt) en veel waterval, staat het
water op onze kusten hoog en dan kan
Schermerboezem niet spuien. Dit is nog
zeer duidelijk gebleken in de laatste wa
terperiode toen Schermerboezem van de
100 uur slechts 20 uur kon spuien,
terwijl de binnengemalen 75 uur konden
draaien en 't gemaal te Aartswoud
draaide in deze 100 uur geregeld door.
Afgevaardigden van den H. H.Waardpol-
der getuigden dan ook, wanneer wij het
gemaal te Aartswoud niet hadden, zou
onze polder blank gestaan hebben en
natuurlijk ook de andere lage landen.
Hoe kan men nu bewe-en dat wij door
een paar kanalen méér een beteren wa
terafvoer zullen hebben, dat bestaat im
mers toch niet. Wanneer de Noordzee
voor onze kusten hoog staat, dan wordt
natuurlijk straks 't IJselmeer ook hoog,
want verschillende rivieren stroomen
er dag en nacht op uit, en ook vele ge
malen die hun water op 't IJselmeer
uitslaan en dan is het niet mogelijk om
te spuien, uit welk kanaal dan ook, want
dat kan alleen gebeuren met lage zeeën
De afgevaardigde van de Uitwaterende
Sluizen deelde nog mede, in de vergade
ring van 11 October, dat het bestuur van
genoemd waterschap niet voor een ge
maal is, want dat kostte te veel. Ik heb
toen gezegd: veel meer kost 't nu dat
zoo'n gemaal er niet staat. En dat geldt
net zoo goed voor weiland als voor
bouwland. Te veel water op 't land, al is
't in den winter, is heel slecht en berok
kent veel schade.
Ook is in die vergadering gevraagd
aan de afgevaardigden van Ged. Staten:
Wanneer u er zoo zeker van bent, dat
wij met die nieuwe kanalen zoo'n besten
waterafvoer zullen krijgen, geef ons dan
een bewijs, dat wij altijd kunnen door
malen op Schermerboezem. Maar daar
hadden de heeren niet van terug en wij
kregen geen bewijs. Maar dat konden ze
ook niet doen, want 't is alles nog theo
rie en in de praktijk zal 't dan ook wel
blijken dat 't niet gaat, dat is immers
nu al bewezen. Wel hebben afgevaar
digden van Ged. Staten gezegd: als het
dan toch blijkt dat genoemd Ambacht
verslecht met zijn waterafvoer dan zul
len wij het waterschap de Uitwaterende
Sluizen aansporen een gemaal te bou
wen. Toen heb ik gezegd: dat is wel heel
goed bedoeld, maar als 't zoo ver moet
komen dan is 't voor genoemd Ambacht
al veel te laat, en is er dan wel al zooveel
schade geleden, dat men veel beter direct
een gemaal kan bouwen. Wil men de ka
nalen hier tcch doordrijven en men wil
toch niet dat de lage landen onder water
zullen loopen, dan is maar één ding
mogelijk en dat is een of twee gemalen
op Schermerboezem die 't water direct
in 't IJsselmeer kunnen brengen, zooals
nu de Wieringermeer, groot 20.000 H.A.,
twee gemalen heeft.
Maar nu men dat toch niet wil, roep
ik alle eigenaren van lage landen, wel
ernstig om op te protesteeren tegen den
toestand van vóór 1894 weer terug krij
gen, waardoor bedoelde landerijen
kanalenplannen, daar wij hiermee den
IN DEN MAALSTROOM VAN
PARIJS. v
Cinema Americain.
't Is het oude verhaal, dat toch altijd weer
nteuw blijft: een jongeling, die vol idealen
naar de groote stad komt, maar ten prooi
valt van hare verleidingen en dreigt onaer te
gaan.
Gaston Ravel k> hier de jongeling. Hij
krijgt een studiebeurs om zich vérder als
schilder te bekwamen. Hij houdt van zijn
werk en zijn moeder, een* eenvoudige vrouw,
wier portret hen aan den wand hangt, welk
werkje hij echter zóó onzacht doet, dat hij
een gat slaat in den muur die zijn kamer
scheidt van een studiegenoote, die later een
groot rol vervult in zijn leven. Zij houdt
van den jongen, die om zijn eenvoud uitge
lachen wordt door de andere jeugdige schil-
ders. Op een bal uitgenoodigd door één hun
ner, ontmoet hij de danseres Yvete de Valom-
bres, die hem door haar geflirt in hare netten
verstrikt. De arme jongen verliest zijn hoofd
geheel, offert zijn geld en zijn tijd aan haar
op, zoodat hem de studiebeurs ontnomen
wordt. Maar Yvette kan niet buiten weelde
on als hij haar die niet meer verschaffen kan
door den verkoop van schilderijen, gaat zij
terug- naar een vroegeren minnaar, ofschoon
sij Gaston er eenmaal toe had gebracht in
tegenwoordigheid zijner moeder te verklaren
dat hij haar (de danseres) liever had dan
oeze.
En dan gaat het met Gastno berg-af. Hij
komt in kleinere kroegen, geeft zich over aan
cocaïne en voorziet in zijn onderhoud door
den verkoop van zelf-geteekenöe briefkaar
ten Zoo treffen hem zijn buurmeisje-studie
weer minderwaardig zullen worden.
Zeker het water zal zonder gemaal ook
wel weg komen, is 't niet binnen een
week dan wel over 14 dagen of nog lan
ger, maar dan is 't voor genoemde lande
rijen al te laat en is de schade al gele
den en de kans verkeken. Het water
moet dan ook op de spoedigste manier
weg. Mij dunkt, heer Hoogland, dit is
zeker wel een groot motief voor ge
noemd Ambacht om tegen de kanalen
te zijn.
Want zooals ik hier den toestand
schrijf, zoo zal 't ook gebeuren dat staat
voor mij vast, zoo vast als 2 X 2 4 is.
Wij heben 't dan ook vóór 1894 flink
aan den lijve gevoeld. De verdediging
van de heeren voorstanders van de ka
naalplannen was heel zwak te noemen.
Alles berustte op een onzekere basis en
zekerheid konden de heeren dan ook niet
geven en dat is nu juist 't punt waar het
om gaat. Loopt 't, door die kanalen, met
den waterafvoer, in genoemd Ambacht
mis (en dat doet 't vast, ik ken de water
toestanden van vóór 1894 te goed) dan
hebben de eigenaren van de lage landen
een reuzen strop. De voorstanders van
de kanalenplannen nemen dan ook een
groote verantwoording op zich. Wat
moet men nu nog met kanalen doen?
Voor den tuinbouw heeft 't geen zin
meer, die eischt snelverkeer en voor de
tuinders uit 't oosten en noorden geeft 't
een groot ongerief en kosten omdat ze
dan door twee sluizen moeten om op de
markt te komen. En evenwel de Ring
sloot, Raaksmaatboezem is met weinig
kosten bevaarbaar te maken voor sche
pen van ruim 100 ton met een sluis bij
den Huigendijk. Dat behoeft geen milli-
oenen te kosten.
Het tweede motief: het gebedel om
geld.
Wanneer het genoemd Ambacht hier
aan zou bijdragen en 't Hoogheemraad
schap N.-H. met zijn hooge lasten zich
die weelde ook nog veroorlooft, moeten
grondbezitters op 6 manieren aan die
kanalenkosten 40 jaar lang betalen. Ten
slotte nog een circulaire van de Vereeni-
ging tot Ontwikkeling van den Land
bouw in Hollands Noorderkwartier, ge
richt aan alle Polder- en Bannebesturen
woordelijk over genomen.
Winkel, Januari 1927.
M. H.!
Het bestuur onzer vereeniging acht
het gewenscht om aan de Polder- en
Bannebesturen in onze provincie die
eventueel in aanmerking mochten ko
men om gevraagd te worden voor het
verleenen van financieelen steun ten
behoeve van de kanalisatie van West
friesland mede te deelen dat het
standpunt van het bestuur in deze 't vol
gende is: Het bestuur is algemeen van
oordeel dat deze bijdrage door de belang
hebbende gemeenten moet worden bijge
dragen, terwijl een der leden pleit voor
de betaling ook van dit genoemde deel
door de provincie. Algemeen is men
tegen bijdrage van de polders afzonder
lijk, omdat deze heffing een dubbele be
lasting van de landbouwers en landeige
naren zou zijn, wat niet juist is, omdat
het behalve het landbouwbelang veel
meer een handels- en scheepvaartbelang
bevordert en als zoodanig het gemeen
telijk belang. Dit oordeel van het bestuur
werd door de vergadering van leden
goedgekeurd.
Vertrouwende dat U van deze mede-
deeling goede nota zult nemen.
Hoogachtend,
Het Bestuur:
w.g. C. KRAMER GLIJNIS, Voorzitter.
w.g. G. NOBEL, Secretaris.
U dankend voor de afgestane plaats
ruimte.
G. HART Hz.
Hoofdingeland van Westfriesland
genaamd Geestmer Ambacht, Oud
karspel.
genoote en zijn moeder aan. Bij de herken
ning stort de jongeling voor dood ter aarde,
maar een dokter verklaart dat het niet an
ders dan een zenuwtoeval is, waarvan hij
wel weer zal hersetllen, als hij Yvette maar
niet weer terug ziet.
Dat gebeurt schter «èi, want de danseres
passeert hem op het oogenblik dat hij met
zijn moeder rust op een bank na terugkeer
van het bezoek aan den dokter. De ontmoe
ting maakt Gaston bijna waanzinnig en
thuis neemt hij een revolver om Yvette te
dooden.
Moeder ontneemt hem het wapen en gaat
naar de woning der trouwelooze om
Maar op het oogenblik dat deze voor haar
verschijnt, ontzinkt haar de moed, zij vlucht,
laat haar tasch met het gevaarlijke wapen
achteren even later vindt men de danse
res stervende aan een schotwonde.
Hoe dit mysterie wordt opgelost, verklap
pen we niet. Genoeg zij het te zeggen dat er
korten tijd daarna drie gelukkigen méér zijn:
Gaston en zijn studiegenootje en dan zijn
moeder.
Een mooie film, waarin de drie genoemden
een spel leveren, dat hei kenmerk draagt van
sterke spelers. Er vallen mooie toiletten en
fijne interieurs te bewonderen.
Een journal met o.a. een heele serie kieken
van sultans-feesten in Peli gaat aan het
hoofdnummer vooraf, alsmede een tweetal
kluchten en een gekleurde film, waarin een
romantisch gegeven is verwerkt en waarbij
de mooie kleurige Beiersche kleederdracht op
het witte doek verschijnt.
Alles te zamen een programma dat veel
bezoek verdient.
Van oud naar nieuw. Stijl van
leven en stijl van huis. Woningen
„van alle gemakken voorzien".
De „trek naar het Zuiden. Het
nieuwe dat veroudert.
Als deze brief mijn lezers onder oogen komt
is er voor tallooze Amsterdammers een
nieuw leven begonnen. Want, evenals 1 Mei,
is 1 November door het gebruik tot verhuis
dag gestempeld en vele gezinnen zijn dus ook
nu, op den drempel van het winterseizoen,
over den drempel van een nieuwe kluis ge
stapt. De lezer zal misschien de opmerking
maken dat dit niet een speciaal Amster-
damsche evenement is, en aat men ook in
andere steden en dorpen pleegt te verhuizen
Maar voor velé inwoners van de hoofdstad
beteekent de verhuizing toch nog jets anders
dan voor elders gevestigde landgenooten. Zij
beteekent: het aanvaarden van een nieuwen
levensstijl. Want het is een onomstootelijk
feit, dat de nieuwe buurten „aan den ovec-
kont van het water", zooals men zegt, wan
neer men het Noorder Amstelkanaal, dat
Amstel met Schinkel verbindt, op het oog
heeft zegevieren op de oude, ten noorden
van Jozef Tsraëls en Reynier Vinkeles-kade.
Dezelfde stadgenooten die nog vóór tien jaar
gescholden hebben op de eentonige gevel
lijnen va,n de nieuwe Amsterdamsche blok
ken, op al dat verfoeilijk kaal rechtlijnige ge
doe, diezelfde menschen verlaten hun oude en
vertrouwde boven- en benedenhuizen en trek
ken een stap verder naar het zuiden.
Ra-ra-hoe-zit dat?
I Wel, er is een factor van practischen aard,
en er is ook een psychologische factor. Deze
laatste geeft vermoedelijk in vele gevallen den
doorslag. Men wil eens veranderen, niet
waar, en ook eens den smaak van een flat
woning proeven, nu er zooveel goeds van
flat-woningen wordt verteld. Men heeft
vrienden en kennissen, die in bedoelde rich
ting vóórgegaan zijn. En dan, mij heeft zich
immers in psychisch opzicht geheel op het
moderne leven ingesteld; men kan toch
eigenlijk uit een modern cabaret of uit een
„sprekende film" huiswaarts keerend niet met
goed fatsoen een ouderwetsche woning bin
nenstappen zonder zich gedesoriënteerd te
voelen.
En dan: het gemak. De nieuwe woningen
zijn over het algemeen beter gebouwd dan de
oude, de kamers zijn van een huiselijker, een
gezelliger formaat. Alle vertrekken op één
verdieping en geen trappen-geklim! welk een
gerief! Bovendien, iedere flat heeft een bad
kamer met ingebouwd bad, kom daar eén
kilometer noordelijker eens om! en veelal be
halve koud ook warm stroomend water, dat
ergens op een onbekende plaats wordt ge
brouwen en door het geheele huizenblok
stroomt. Dan heeft menige flat nog centrale
verwarming, zoodat men niet over ijskoude
pórtalen behoeft te wandelen en het probleem
van de verwarmde keuken en slaapkamer op
gelost is. Geen stof van kolengruis of van
aschlade. Wat al gerieven
De huiseigenaars in het noorden loopen
met lange of bleeke gezichten rond en knar
sen op de tanden. Het is waar, velen onder
hen hebben niet beter verdiend, want in de
oorlogsjaren hebben zij woekerwinst gemaakt
en de ongelukkige huurders uitgemergeld.
Ook oogsten zij nu wat zij hebben gezaaid, of
liever: zij oogsten niet, omdat zij niet heb
ben gezaaid; zij hebben hun bezit verwaar
loosd, het houtwerk verveloos gelaten de mu
ren laten scheuren enz. enz. Is het dan een
wonder datk wie verhuizen kan, het ook doet?
Zoo groeien de bordjes met „Vrij bovenhuis
te huur" en dergelijke opschriften op ontstel
lende wijze aan.
Het is waar, dat ook sommige eigenaars
dupe van de gewijzigde constellatie worden.
N.l. die bezitters, die huizen gekocht hebben
in den duursten tijd. Maar zelfs die eige
naars hebben jaren van over-voordeelige
huuropbrengst gekend en zijn dus eigenlijk
nauwelijks te beklagen.
Intusschen een heele stad staat aan de
oevers van 't Amstelkanaal en ziet naar uit 't
beloofde land. Terwijl de straten ten noorden
van dit kanaal langzaam uitsterven. Het is
een soort volksverhuizing met, als kenmer
kend symptoom: de trek naar het nieuwe,
naar een nieuwen woning-stijl, die bij den mo
dernen levensstijl past, naar huizen met liften
en moderne deuren, naar woningen met een
„hall" en centrale haarden, naar woningen,
welkers kamers onderlisg door deuren verbon
den zijn, zoodat men van kamer tot kamer en
rondom die hall krijgertje spelen kan.
Intusschen vraagt men zich wel met eenige
verbazing af, waar het op den duur heen
moet. Want Amsterdam-Zuid bouwt door;
met koortsachtige haast wordt het eene blok
naast het andere opgeworpen en er is, voor
die daar wonen wil, ruime keuze. Hoe moet
het gaan met de leegloopende wijken van het
noordelijk Amsterdam-Zuid? Gaat men nóg
ECHTE FRIESCHE
De romantiek in het a. b. t.
De laatste week, dat het A. B. T. nog on
der directie van de oude eigenaresse draait,
kan het Alkmaarsche publiek onze Neder-
landsche filmster Lien Deijers zien spelen in
de hoofdrol van een Ufa-film, getiteld „Al
leen voor jou". De film is stil, maar' boeit
niettemin, niet alleen door het fraaie spel dei-
hoofdpersonen, maar ook door de buitenge
woon fraaie natuuropnamen.
Het verhaal speelt zich af in het hoog
gebergte, in en om een sanatorium, waar zie
ken herstel zoeken, het dikwijls vinden, maar
helaas ook tevergeefs zoeken.
De lezer voelt al, waar het heen gaat. In
het sanatorium komt een jonge patiënte, die
genezing zoekt (Lien Deijers). Ze heeft een
groot voordeellevenslust. De altijd vroolijke
meid ziet het leven niet somber, maar mooi.
Scherp is de tegenstelling tusschen haar
en een andere patiënt (Wilh. Dieterle), die
eigenlijk levensmoe is. Hij zoekt al jaren ge
nezing, maar zijn ziekte blijft stationnair.
Geen achteruitgang, maar ook geen vooruit
gang. En deze jongeman zou waarschijnlijk
een eind aan zijn leven gemaakt hebben, als
het vroolijke meisje niet gekomen was. Zij
maakt kennis met hem en hoewel ze aanvan
kelijk niet veel succes heeft, integendeel, ze
wordt zelfs teruggestooten, maar de aanhou
der wint en tenslotte verovert het meiske den
zieke jongeling heelemaal, zoo zelfs, dat
zijn wil om te leven terugkomt, en hij haar
tenslotte in zijn armen sluit
Om die geschiedenis heen spelen zich an
dere af, waarbij enkele van tragischen aard.
Maar ook het vroolijke leven "maakt men
mee. Men ziet het hemelfeest in het sanato
rium en de carnavalDret. Men ceniet mee
20-50ct. per ons
noordelijker, dan komt men in het centrum en
op de oude grachten. Daar heeft men hetzeli-
de al eens vroeger beleefd. Toen de „moder
ne" huizen aan het Vondel- en Willemspark
en achter het Concertgebouw werden opge
trokken want ook deze huizen zijn eenmaal
„modern" geweest en dat is nog geen men-
schenleeftijd geleden liepen de grachthui-
zen leeg en niemand wilde die ongeriefelijke
en holle ruimten meer bewonen. Zij waren te
weidsch voor den modernen smaak, die naar
intimiteit hunkerde en naar beperkter perso
neel. Een kwart eeuw geleden gebeurde het
zelfde wat men thans ziet gebeuren. Maar,
gelukkig voor de eigenaars, bleven de gracht
huizen in een lang gevoelde behoefte voor
zien; zij werden tot kantoren ingericht en aan
commercieele oogmerken dienstbaar gemaakt.
De voorname en stille grachten traden in de
sfeer van het economisch bedrijf.
Dit zal evenwel niet gebeuren met de vroe
ger moderne en thans ouderwetsche woningen
van Amsterdam-Zuid. In enkele hoofdstra
ten werden benedenhuizen tot winkels ver
bouwd, maar de bovenhuizen kunnen niet
zoo gemakkelijk aan den handel dienstbaar
worden gemaakt en kantoor-ruimte wordt zoo
ver van het centrum niet gezocht.
De eigenaars zullen er blijft niets anders
over, het mes in den huurprijs moeten zet
ten. Zij moeten van 1000 terugkrimpen op
750 en in 's hemelsnaam niet veeleischend
zijn. De deftige en welgestelde lieden zullen
als bewoners plaats maken voor mensohen,
die het in den strijd om het bestaan iets
moeilijker hebben en die op de maatschappe
lijke ladder nog een sportje lager staan. De
„welgesteldheid" van de buurt zal eronder
lijden. Maar tenslotte, wij weten het, niets
hier op aarde is duurzaam en wie tijd van
leven heeft, zal de thans nieuwe wijken een
maal als hopeloos ouderwetsch voor nog
nieuwere zien leegloopen. Want eenmaal zai
de tijd komen, dat men de thans zoo begeerde
flats hokkerig en beklemmend vindt, dat men
ruimer kamer begeert, met hooge, zeer hooge
ramen, waardoor de zon vrij spel heeft; dat
men ook dubbele ramen zal vergen, tegen de
barre winterkoude; dat men den warmwater
toevoer verfoeit, omdat deze ook in den zomer
als een soort centrale-verwarming fungeert
en dat de vele gerieven van thans als even
veel gebreken en nadeelen worden opgevat.
Dan zullen de tapissières in de Beethoven-,
Schubert- en Euterpestraat en ApollQlaan
vóórkomen en als een breede stoet zullen zij
zuidwaarts trekken. Telkens komt zulk een
periodieke „trek", op voorbeeld van den Zuid-
Afrikaander, een trek, die met „vertrekken"
begint in bij „betrekken" eindigt en waarin de
bewoner eigenlijk allerminst trek heeft, wani
het brengt hem altijd schade aan have en
goed. Maar wat wil men? Trek of geen trek,
de geest van den tijd stelt zijn eischen met
onverbiddelijkheid, en het comraanda luidt:
Transport-autos vóór!!'
Amsterdam, Oct. '30. EMERGO.
van de wintersport in al haar kleur en fleur
en dat alles bij elkaar maakt de film tot een
mooi geheel, en dubbel waard, om gezien
te worden.
Zooals we boven reeds zeiden, is dit de
laatste week, dat het A. B. T. onde r haar
oude directie speelt. Ongeveer 12 jaar heeft
de N.V. Vereen. Biosc. te Leeuwarden d
zaal geëxploiteerd onder leiding van den
heer J. Efde. Toen deze kam, was het A. B.
T. bijna begraven. Het bezoek was altijd
klein," er was geen regel, kortom, er bleek
eigenlijk niets in orde.
In de jaren, dat de heer Efde de zaak ge
ëxploiteerd heeft, is ze weer opgeklommen tot
een bloeiende inrichting, zoo zelfs, dat de
zaal heel dikwijls te klein bleek. De krachtl
ge leiding van den heer J. Elfde heeft dat
gedaan.
Thans gaat deze leider Alkmaar verlaten,
na zijn beste jaren gegeven te hebben aan
den wederopbouw van bet A. B. T. De wen-
schen hem in zijn nieuwe woonplaats hetzelf
de succes toe, dat hij hier gehad heeft!
HET SCHIP UIT SHANGHAI.
Victoria-Theater.
Dit is nu weer eens een echt zeedrama,
niet een van die bloedlooze salonfilmpjes,
maar een film van zeewater en muiterij
Daar is in de eerste plaats Ted, de steward,
die heer en meester wordt op het schip na de
muiterij. Louis Wolheim doet zijn parado
xaal klinkende naam van de beste, slechte
man in de filmwereld daarbij eer aan. Hij
oefent een waren terreur uit op de passa
giers, en ontziet niets, behalve dan de mooie
Viola (Kay Johnson). In haar verloofde, de
charmeur Howard (Conrad agel) vindt hij
een weinig krachtigen tegenstander, en om
dat hij de eenige met een wapen aan boord
is, meent hij ook het meisje wel te kunnen
veroveren. Het lot wil echter anders; zij ver
wijt hem zijn raachtswaanzin en in een bui
van krankzinnigheid stort hij zich in zee.
Een haai schiet door het waterhet ge
vecht met den haai en den vreeselijken dood
van den steward heeft de welmeenende ceii-
(Uitsluitend 2e hands artikelen).
Van 15 regels 60 cent bij vooruit
betaling te voldoen.
TE KOOP in prima staat een JON-
GENSRIJYVIEL „Witler" een een BABY
WEEGSCHAAL.
Adres: LEUW, Hofdijkstraat 10.
TE KOOP een prima eigengemaakte
donkerblauwe WINTERJAS groote
maat, voor een billijken prijs. Brieven
onder letter E 853 bur. vaa dit blad.
PIANO TE KOOP GEVRAAGD, tevens
een KINDERWAGEN en eenige MEU
BELEN. Brieven onder letter F 854 aar
het bureau van dit blad.
RADIO 4 lamps toestel met wissel
stroomapparaat, gelijkrichtei- en luid
spreker voor opruimingsprijs te koop.
VOGELENZANG 14.
suur ons meenen te moeten onthouden.
Na dagen lang wachten komt eindelijk een
schip in zicht, dat redding brengt aan de
zwaarbeproefde opvarenden, en aan Ho
ward de gelegenheid schenkt om zijn verlo
vingsgeschenk aan Viola uit iets anders dan
het laatste glaasje overgespaard water te
doen bestaan.
HetH hoogtepunt wordt stellig gevormd
door den storm, die nog realistischer wordt
door de prachtige synchronisatie. De huizen-
hooge golven die 'met woesten kracht het
schip beuken en met donderend geraas zich
op het dek stortten zijn van een angstwek
kende werkelijkheid. Heel zuiver is ook on
behagelijke benauwenis van een onbetrouw
bare bemanning weergegeven. Om kort te
zijn een spannende film die men met veel
genoegen zal zien.
Clyde Docer en zijn saxofoon-ensemble
speelt in het bijprogramma o.a. Thet marry
ing of the painted doll, terwijl Stan Laurel
en zijn dikke compagnon voor lachgas zor
gen. Verder een sprekende Our-gang co
medy. >s>'
ry.- p-
Cinema en Theater.
Deze week begint het Weekblad mei
bet ontstaan van Hollywood, 'n artikel
dat vergezeld gaat van interessante pho-
to's. Hollywood werd gesticht door Ho
race H. Wilcox; in 1904 werd er 't eerste
filmpje opgenomen. Het is nu een raillf-
oqnenstad met eenige dqizenden film
acteurs.
,De lieveling der Goden", w^riji Emil
Jannings optreed en „Boete" zijn de
films die besproken en afgebeeld"
den. Cor Klinkert bespreekt de En^e
sche dansstijl, R. van Eecke praat tifl
edelgesteenten, en het geheel is QP8
sierd met keurig uitgevoerde portrew^-n:
waaronder een van den beroemdst qnj
kestleider Felix Weingartner, van
vain Poons, Marie Meurier, Theo PJ
kei Sz de Neclerlandsche fHmregisae^i
en vele anderen, o.a. 'n leuk jopgenspojg*
tret, „Boy". Arnold van Raaljg
për lipiiip. ..Droeve Trftnftnï»-*'