mirngirstl! Coinnt. MEI OE „00 X" DE LUCHT IN. r ondcrd twee sn dertigste Jaargang, Zaterdag November. DE KANAALPLANNEN EN GEESTMERAMBACHT. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Kiespijn-Tabletten. 60 ct. Laxeer-Tabietten 60 ct. Zenuw-Tabletten .75 ct Maag-Tabletten 75 ct. Sport HEERENBAAI Binnenland Luchtvaart No. 264 1330 De heer Hart geeft een uitvoerige uiteen- Jétting, die sommigen wel den schrik om het hart moet doen slaan. Hij verzet zich tegen de kanaalplannen rooais 50 jaar geleden de menschen in de polders zich tegen de komst van den spoor weg verzetten, naar grootvader (D. Kooiman, burgemeester van Bovenkarspel, voorzitter van den polder het Grootslag) me menigmaal verhaalde. Ik wilde dat de heer Hart deed als groot vader destijds en dat hij een beetje meer vooruit keek. Zeker heb ik respect voor den ernst, waarmede hij tracht tegen te houden een zaak, die hij niet goed acht. Maar vriend Hart, gij weet toch immers even goed als ik, dat de vooruitgang van den tijd niet is tegen te houden. Geleidelijk schrijdt alles voort en de kanaalplannen zijn niet een zaak van vandaag of gister, maar van tientallen jaren. En thans heeft vader iTijd het zoover gebracht, dat die kanalen er komen, zeer binnenkort. Gij, tegenstander, en ik, voorstander, voelen dat immers beiden evenzeer. En zoudt gij nu werkelijk kunnen vol houden, dat die plannen zoo slecht in elkaar zitten als gij het doet voorkomen? Ik ken u jen vertrouw volkomen, dat gij het eerlijk meent als gij zegt, dat de polders Oudorp, Geestmerambacht (Oosterdijk en Molen- geerzen) en Heerhugowaard bij toevoeging aan het hoogheemraadschap van de Uit waterende sluizen in Kennemerland en West- Friesland meer waterbezwaar zullen onder vinden dan tot dusver. Maar, geloof mijhet kuiken wil ditmaal wijzer zijn dan de hen. Gij wilt het namelijk beter weten dan man nen als de heer Ringers, thans directeur- generaal van den rijkswaterstaat (de hoogste post bij den rijkswaterstaatsdienst) en de heer Reigersman, hoofdingenieur-directeur van den provincialen waterstaat (de hoogste post bij den provincialen waterstaatsdienst) Die mannen hebben in hun schriftelijke rap porten de verzekering gegeven, dat de ge noemde polders door de verlenging van de boezemscheiding geen nadeel zullen onder vinden. Persoonlijk hebben zij op mijn zeer txsliste vraag dienaangaande zich daarvoor tegenover het provinciaal bestuur met hun woord borg gesteld. Vergeet toch niet, dat die mannen een naam hebben te verliezen. De rijkswaterstaat en de provinciale water staat zijn wettelijk zoowel als financieel bij machte om hun verzekeringen gestand te doen Heeft vervolgens niet ook het college van fedeputeerde staten een naam te verliezen? oudt gij meenen, dat dit ooit genoegen zou nemen met een verslechtering van den toe stand als gevolg van maatregelen van het provinciaal bestuur zelf? Zoudt gij van mij persoonlijk niet tevens verwachten, dat ik zal zorgen, dat uw mooie en vruchtbare polders niet het geringste nadeel zullen ondervinden? Er wordt wel eens geklaagd, dat onze wa terstaatsingenieurs te duur zijn. Die klacht is mijns inziens onjuist. Waren zij minder duur, dan zouden zij geen goed werk leveren. Maar waarover wordt niet geklaagd? Dat hun werk niet aan de vooropgestelde verwachtingen zou beantwoorden. Er wordt niet geklaagd, dat ingenieur Ringers te IJmuiden geen goede zeesluis heeft ge bouwd. Er wordt niet geklaagd, dat onze rijkswaterstaat de Zuiderzeewerken niet dege lijk uitvoert. Er wordt niet geklaagd, dat ingenieur Reigersman ons geen goede dijken heeft gegeven-of geen goede wegen maakt. Zoudt gij dan meenen, dat menschen met zulk een staat van dienst uw polders onder water zullen zetten? Kom dan toch, vriend Hart, i'k w i 1 u wijzer hebben. Ik twijfel niet, of gij zult bij nader inzien met mij vertrouwen hebben in hun technische berekeningen en hun plannen. Gij weet toch ook wij mochten zoovele malen daaraan samen arbeiden hoezeer ik de belangen van onze polderbewoners een goed hart toedraag. Denkt gij, dat ik het voor mijn geweten zou kunnen verantwoor den aan deze zaken mede te werken als ik daarvan gevaar duchtte voor uw land? Voor uw land, dat uw en mijn voorvaderen uit moerassen hebben gehaald. Ik voor mij zou het beschouwen als een beleediging van de kennis en de bekwaam heid en van den schitterenden staat van dienst der ontwerpers van deze plannen, in dien ik ondanks hun meest stellige verzeke ringen, dat uw polders geen enkel gevaar dreigt, het toch nog beter zou willen weten Maar nu schrijft gij, dat gij in de verga dering van Geestmerambacht tot ons hebt gezegd: Wanneer u er zoo zeker van bent, geef ons dan een bewijs, dat wij altijd kun nen doormalen op Schermerboezem. Welnu, heer Hart, ik heb u immers met blijkbare instemming van den dijkgraaf van de uitwaterende sluizen, die mede in uw ver gadering tegenwoordig was, veel meer gege ven dan dat! Ik heb aan de geheele vergade ring van Geestmerambacht toegezegd (toch maar gelukkig dat aanstonds de polderver gaderingen openbaar zijn), dat ik aan gede puteerde staten zou voorstellen aan Geest merambacht zwart op wit den waarborg te geven, dat het na de verlegging van de boe zemscheiding niet meer wateroverlast zal ondervinden dan thans en dat gedeputeerde staten met gebruikmaking van alle be voegdheden, die de waterstaatswet geving hun schenkt en dat zijn er e 1 e zoo noodig maatregelen zullen treffen om deze toezegging gestand te doen; dat zij desnoods niet zullen terugdeinzen het hoogheemraadschap van de uitwaterende sluizen te bevelen (niet „aansporen", zooals gj' schrijft) een watergemaal te stichten Maar hoezeer ik ook er toe wil medewerken, dat er mede in op te nemen, ik ben rotsvast overtuigd, dat dit niet noodig zal zijn. Zoud. gij dan nu reeds die stichting van 'n gemaa1 billen? En als het dan niet «v>«dig blijkt Bij Apoth. en Drogisten. Dat ware toch immers geld wegsmijten! Men weet wel, dat ik niet bang ben voor geld uit geven, mits het goed besteed wordt. Maar wegsmijten doe ik het niet. Kom. doe nu als uw dijkgraaf. Deze, de heer Schrooder, was eerst ook tegenstander. Maar thans behoort hij tot de voorstanders, die vertrouwen stellen in het door besturen en hoofdambtenaren gegeven woord, dat zij niet dan met verlies van hun reputatie zou den kunnen schenden. Ik zeide het reeds: de tijd gaat voort en de kanaalplannen zijn niet tegen te houden Veel beter dan hiertegen te strijden, doet gij als gij tracht u de meest mogelijke waarbor gen te verzekeren. Laten wij dan althans daarin gaan hand aan hand. Op één ding moet ik ten slotte nog wijzen ten aanzien van Uw schets der financieels lasten voor Uw polderbewoners. Op zes ma nieren, zegt gij, moeten zii in de kosten beta len. Kom, kom dan toch. Dat klinkt heel ver schrikkelijk. Maar zoudt gij nu werkelijk meenen, dat gij, omdat het Rijk en de pro vincie van iedere zes guldens, die de kanalen kosten, er vijf op tafel leggen, belastingver- hooging bij Rijk of provincie zult onder gaan? Als dat om andere redenen niet noo dig is, dan hiervoor stellig niet, of het blijft althans een centenkwestie. Het hoogheem raadschap Noordhollands Noorderkwartier, dat gij met name noemt, heeft aan de alge- meene vergadering duidelijk uiteengezet, dat het zijn bijdrage in anderen vorm geheel ver goed krijgt. Dus dat geeft geen cent belas- tingverhooging. Van de zes blijven dan nog over: gemeente, Uitwaterende sluizen en Geestmerambacht. De bijdragen van de gemeenten zijn zeer gering. Als Geestmerambacht bijdraagt, be hoeft het niet te deelen in de bijdrage, reeds toegezegd door de Uitwaterende sluizen. Dat wist gij blijkbaar niet. Maar wat blijft er nu nog over? 4250 per jaar voor geheet Geestmerambacht, met een omslagplichtlg gebied van ruim 15000 hectaren. Dat is 28 ct. per hectare. Natuurlijk als kanalen u niets waard zijn, als zelfs het kanaal Omval-Huigendijk u niets waard is, zooals er een tijd was dat men spoorwegen niet wilde, dan hebt gij er ook die 28 ct. niet voor over. Na het schrijven van het vorenstaande heeft de heer Reigersman me nog het volgen de ter hand gesteld, dat in het kort nog eens weergeeft hetgeen in alle tot dusver in druk verschenen rapporten te dezer zake reeds was te vinden. Ik acht het nuttig dit thans nog te laten volgen. De heer Hart bestrijdt de verlegging van de boezemscheiding door aan den toestand van Raaksmaatsboezem voor 1894 te herin neren en het te doen voorkomen alsof de wa terstaatkundige toestand, die na uitvoering van de kanalenplannen en afsluiting van de Zuiderzee zal ontstaan, niet zal verschillen van den toestand van Raaksmaatsboezem vóór 1894. Dit nu is onjuist. Stond men vóór 1894 in Geestmerambacht herhaaldelijk voor peil, deze omstandigheid is na uitvoering van de evengenoemde werken niet meer te vree zen. Dat Schermerboezem thans nog meer malen aan peil staat, mag niet als bewijs van de bewering van den heer Hart gelden, omdat de toestand geheel veranderen zal. De Schermerboezem van de toekomst zal, wat de waterloozing betreft, immers in veel gunstiger omstandigheden verkeeren dan de Schermerboezem van thans. Heeft men thans aan de Oostzijde een Zuiderzee, waarop vooral in tijden, dat dit voor de loozing het minst gewenscht is, hooge standen voorko men, in de toekomst zal men daar hebben een afgesloten Zuiderzee, later het IJsel- meer, een watervlak van een zóó groote op pervlakte, dat het bij hooge Noordzeestanden gedurende eenigen tijd het water van de daarop loozende rivieren en waterschappen kan opnemen, zonder dat het peil, hetwelk normaal op 0.40 M. N. A. P. gehouden wordt, te zeer zal stijgen om loozing onmo gelijk te maken. Voor Noord-Holland komt hier de gunstige omstandigheid bij, dat als gevolg van af- waaiïng, bij de meest heerschende winden, de standen aan de kust het laagst zullen zijn. Voorts zal de circulatie in Schermerboe zem zeer worden verbeterd door de doorste ken bij den Omval en bij Rustenburg uit te voeren. Het water zal dan niet meer gelijk thans het geval is, bij Schardam worden opgestuwd, aldaar niet meer het noodpeil be reiken en dus ook geen oorzaak meer zijn, dat aan alle op Schermerboezem loozende gemalen het sein tot stoppen wordt gegeven. Het behoeft geen betoog, dat het onder de ze verbeterde omstandigheden onnoodig is, dat de uitwaterende sluizen tot de stichting van een gemaal overgaan. De bewering, dat het peil van een polder of boezem zonder gemaal nimmer te beheer- schen is, mist allen grond. De boezem van Amstelland kan als voorbeeld van een vrije, onbemalen boezem dienen. Teekenend is het, dat het Rijk de bemaling van den boezem van het Noordzeekanaal na de voorgenomen vergrooting van dien boezem met het IJmeer zal weglaten. Dat de Wieringermeerpolder en andere laaggelegen polders, wier peil steeds en aan merkelijk beneden dat van het buitenwater ligt, nimmer een bemaling zullen kunnen ont beren, spreekt vanzelf, doch dit geval is, zoo als bij eenig nadenken valt in te zien, niet te vergelijken met dat van Schermerboezem. Het moge juist zijn, dat men met een sluis bij Huigendijk de Schermerringsloot op eenvoudige wijze voor schepen van 100 ton bevaarbaar kan maken; een dergelijke verbetering zou voor de scheepvaart weinig zin hebben, aangezien daardoor nog geen vaarweg geschikt voor het snelle moderne motorverkeer wordt verkregen. De scheepvaartstatistieken wijzen uit, dat de scheepvaart overal toeneemt, de tonnen inhoud der vaartuigen grooter wordt en de snelvarende motorboot het zeillschip ver dringt. Ook voor de streek Alkmaar en Kol- horn en voor de \T ieringermeer zal een ka naal zijn nut bewijzen, mits 't voldoet aan d.* eischen, die de scheepvaart stelt, met welke eischen bij het kanalenplan rekening gehou den is. D. KOOIMAN, lid van Ged. Staten van Noord-Holland. Purmerend, 7 November 1930. Voetbal. De wedstrijden van Zondag. Terwijl we ons neerzetten, om de kansen der verschillende clubs voor morgen te be schouwen, ziet de lucht er niet kwaad uit. De laatste uren is er geen druppel regen ge vallen, zoodat we alle hoop hebben, dat er nu eindelijk eens een voetbaldag komt, waar op niets valt aan te merken. Dat zou dan de eerste keer zijn in dit seizoen.... Het programma, dat morgen afgedraaid moet worden, is zeer lijvig. Alle eerste klas sers in ons land zijn in actie, zoodat, als elke wedstrijd doorgaat, er 550 voetballers trap pen zullen in de hoogste afdeeling, die men kent. (Wel droevig, dat er nu nog niet 2 daarvan geschikt is, om Nederland behoorlijk te vertegenwoordigen....) In afd. I trekt natuurlijk Z. F. C.—Ajax de meeste belangstelling. Beide clubs zijn favoriet voor de eerste plaats en beide clubs hebben nog geen wedstrijd verloren. En ook, beide clubs spelen thuis het beste. Daarom zouden we Z. F. C. de beste kansen geven, vooral ook, omdat Ajax met minstens twee invallers uit moet komen. De club van v. d. Meulen ontvangt D. F C. en hier zal het krachtsverschil wel niet groot zijn. Theoretisch hebben de bezoekers de beste kansen, maar de verdediging van H. F. C. is vrij sterk, zoodat een gelijk spel heelemaal niet onmogelijk is. 't Wordt trou wens hoog tijd voor het oude H. F. C. Evenmin zal de uitslag in de V. U. C. H. D. V. S. ontmoeting ver van een gelijk spel verwijderd zijn. Toch meenen we, dat de thuisclub de beste kansen heeft. Hetzelfde is het geval met H. B. S. Stormvogels, waar de Hagenaars zeker moe ten winnen, vooral nu ze den steun van Denis weer hebben, al zal die steun wellicht voor- loopig meer een moreele zijn. 't Gooi—Excelsior? We zouden de bezoe kers wel een kansje willen geven! In afd. II ontvangt Feijenoord het Haag- sche A. D. O. en al is Feijenoord sterker, toch zal ze moeite genoeg hebben met Tap c.s. Een kleine overwinning voor de thuis club ligt echter voor de hand. Sparta speelt ook al thuis en wel tegen Hilversum. Het wil ons voorkomen, dat Sparta een gemakkelijker taak heeft dan Fijenoord en dus wint. Blauw-Wit, de derde gegadigde voor den titel, moet nu niet weer verliezen, want dan raakt ze heelemaal achterop. Trouwens, te gen R. C. H. moet zij op eigen terrein de bei de puntjes kunnen behouden. K. F. C. moet naar E. D. O. Dat wordt v/eer een enthousiaste partij, waarbij de puntjes verdeeld worden. Ook V. S. V.—H. V. V. zal wel niet ver van een gelijk spel af zijn, al staan de be zoekers technisch ook veel hooger. In afd. III krijgt Go ahead het van de drie candidaten het moeilijkste. Ze moet naar Apeldoorn, om A. G. O. V. V. te bestrijden en deze wedstrijd is nog lang niet gewon nen. Als Go ahead echter haar goeden vorm terug heeft gevonden, is ze morgenavond twee puntjes rijker. Enschedé ontvangt Z. A. C., dat aan bloedarmoede lijdt. Tot nog toe heeft de oude Zwolsche slechts een puntje kunnen bemach tigen, zoodat Enschedé morgen een vrij ge makkelijke taak heeft, tenminste, als ze de tegenpartij niet onderschat. P. E. C. krijgt bezoek van Wageningen en is verplicht, ook dit partijtje met flink ver schil te winnen. De vierde candidaat, Heracles, speelt thuis tegen Tubantia. Heracles heeft, volgens de Oostelijke pers, de technisch beste ploeg In afd. III, maar die ploeg is lang niet produc tief genoeg. Toch zal ze het wel klaar spelen tegen Tubantia, al heeft dit ook o.a van Go ahead gewonnen. En Vitesse—Robur wordt weer een ont moeting, waarvan niets te zeggen valt. Al vele jaren hebben beide clubs hard tegen el kaar moeten vechten, om te winnen, maar nooit bleek er veel krachtsverschil te be staan. We houden het op de thuisclub, maar alleen, door het voordeel van eigen terrein. In afd. IV krijgen Noad en Philips het ge makkelijk. Noad ontvangt Wilhelmina, en moet deze partij kunnen winnen, terwijl Phi lips bezoek krijgt van het vrij zwakke M. V V. en dus met groot verschil kan winnen. Willem II moet naar B. V. V. en die reis naar den Bosch is niet gemakkelijk, 't Zou ons heelemaal niet verwonderen, als B. V. V. minstens één puntje behield. N. A. C. moet van de Valk kunnen winnen, maar toch is oppassen de boodschap. Ze is echter verplicht, om de beide puntjes thuis te houden, anders raakt ze te ver achter op. En Longa-Eindhoven wordt een ontmoe ting, waarin de bezoekers de beste kansen hebben. In afd. V hebben de liefhebbers ruime keuze: twee ontmoetingen in Groningen en twee in Leeuwarden. In Groningen speelt Velocitas op het Be- Quickterrein tegen Friesland en dat wordt een overwinning voor de kampioenen. Van een G. V. A. V.-zege op Alcides zijn we min der zeker, al hebben de Groningers de beste kansen. Frisia—Be Quick is een ouderwetsche ont moeting. Als we op de resultaten afgaan, dan moet Be Quick winnen. Beide partijen hebben roemvolle dagen gehad, maar hef schijnt, dat Be Quick eerder jong bloed in het elftal opgenomen heeft dan Frisia, en dat kon wel eens den doorslag geven. Leeuwarden ontvangt Achilles en moet dus winnen. De vraag is maar, met hoeveel Achilles „er in gaat". •Tenslotte gaat Veendam op bezoek bij M S. C., de baby. Veendam is den laatsten tijd niet zoo goed meer op dreef, als in het be gin der competitie en M S. C. heeft een paar aardige overwinningen kunnen boeken. We houden het dan ook op de thuisclub. Onze tweede-klassers. De groote belangstelling is natuurlijk ge reserveerd voor AlcmariaWest-Frisia. Het verrassend goede spel der Enkhuizers en de mooie overwinningen van hen geven aanlei ding tot een groote spanning. Het spreekt van zelf, dat Alcmaria er alles op zal zetten, om de zegetocht van West-Frisia te stuiten en we hebben het idéé, dat de mogelijkheid daartoe bestaat. Echter, dan moet er hard, zeer hard gewerkt worden. West-Frisia is een stoere ploeg, die van geen ophouden weet. Ze zal dan ook alles geven, om haar doel schoon te houden. De voorhoede zat echter feilen tegenstand ontmoeten bij de Alcmaria-verdediging, die door de opname van Ooms weer van behoorlijke sterkte is. Hopen we op een spannende, fraaie ontmoe ting! Hollandia ontvangt W. F. C. en kan win nen, al is het krachtsverschil niet groot. En Z. V. V. heeft ook al de beste kansen op de beide puntjes, nu ze D. E. C. ontvangt. Min der zeker zijn we van een zege van A. F. C op Zeeburgia, dat bij haar op bezoek komt, maar dat de strijd H. R. C.T. O. G. een nederlaag zal worden voor de thuisclub, kun nen we vooralsnog niet gelooven. In de B.-afd. heeft Haarlem een moeilijken dag. Ze ontvangt D. W. S., een candidate voor den titel. Toch meenen we, dat Haarlem kan winnen, vooral doordat ze in eigen „home" speelt. HerculesB. F. C. wordt na tuurlijk door eerstgenoemde gewonnen, even als de Spartaan—Bloemendaal, al zal deze laatste ontmoeting spannender zijn. V. V. A., dat naar Zandvoort moet, heeft een goeden kans, terwijl BaarnVelox een ontmoeting is met weinig krachtsverschil. Sport in Beeld. Wie deze week „Sport in Beeld" in han den krijgt, moet allereerst eens lezen het ar tikeltje over „Dat dreigende asfalt!", waarin behandeld wordt het wegenvraagstuk, ofte wel „klinkers of asfalt". En vefder wijzen we den lezer op de Lilliput-verhalen van Leo Lauer en op de commentaren, in welke laat ste rubriek een interessant onderwerp aange sneden wordt. De „voetbalkout van Beb en Bob" is ook al waard om gelezen te worden, evenals de bijdrage over den amateur-wereld kampioen Géardin. Dan vraagt het sport- feuilleton, de boksersroman van Leo Lauer nog altijd de aandacht. Van de foto's noemen we die der paarden sport, van het voetbaldrama in Zürich en van de aardige lieftallige filmsterretjes, zoo dat „Sport in Beeld" wel weer door vele sportliefhebbers gevraagd zal worden! ECHTE FRIESCHE LINKSHANDIGHEID EN BEROEPSKEUZE. In „Jeugd en Beroep" van November schrijft dr. R. J. Harrestein naar aanleiding van een door hem gehouden enquête over de vraag of bij beroepskeuze rekening met linkshandigheid gehouden moet worden. De schr. hield een enquête bij veertig bedrij ven. Zeer merkwaardig is, dat in sommige be drijven de voorkeur wordt gegeven aan links- handigen. De conclusies van het nuttige onderzoek van dr. Harrestein op een gebied, waarvan nog niet veel bekend is, luiden: dat de arbeider in som mige bedrijven en fabrieken wel moeilijkheden door zijn linkshandigheid ondervindt en dat hierdoor wel bijzondere eischen aan zijn aan passingsvermogen gesteld worden. Het blijkt echter dat deze moeilijkheden op enkele uit zonderingen na overwonnen worden, zonder dal de bedrijfsleiding stoornissen of tekortkomingen opmerkt. Hiertegenover staat, dat in enkele bedrijven voor bepaalde werkzaamheden juist linkshan- digen in beperkt aantal gezocht zijn. Over het algemeen doen de linkshandigen, wat hun praestaties betreft, niet onder voor rechtshandi- gen. Bij geen enkele onderneming in qns land be stonden dan ook voorschriften, die het in dienst treden van linkshandige personen bemoeilijken. Bij de keuze van een beroep wordt de links handige dus door zijn aanleg niet beperkt. Wèl stellen bepaalde beroepen (typograaf, machinale bedrijven), grootere eischen aan zijn aanpas singsvermogen, dan een handwerk (timmerman, metselaar, kleermaker), waarbij een eenvoudig gereedschap gebruikt wordt, dat, zoo noodig, nog voor den linkshandige veranderd kan wor- de'n, DOOR EEN AUTOBUS GEDOOD. Donderdag is de veertienjarige Ch. R. van Erpers Royaards uit Heemstede door een auto bus op den Wagenweg te Haarlem overreden en gedood. AMSTERDAMSCHE DIAMANTBEWERKERS TE ANTWERPEN. De noodtoestand De bereidwilligheid van den heer Henri Polak tot voorspraak bij de Nederlandsche regeering ter bereiking van terugkeer naar Amsterdam aan te Antwerpen wonende noodlijdende Am- sterdamsche diamantbewerkers, heeft belang hebbenden de hoop gegeven dat van regee- ringswege de verlangde steun zal worden ver leend. Aldus schrijft de bijzondere Antwerp- sche correspondent van het Hbld. Het getal ingeschreven gezinnen bedraagt plus minus 80, waaronder één met 13 en vele met 6 of 7 kinderen. Bij allemaal zou bittere misire bestaan, vele van de betrokken gezins hoofden zijn 8 of meer maanden reeds werkloos en zonder ander inkomen dan de zuinig, zeer zuinig toegemeten werkloozensteun. EEN WELSPREKEND PROTEST. Het zetfoutenduiveltje van de Kruining- sche Courant, het weekblad van Zuid-Beve land en Walcheren, heeft een lezer tot een heftig verontwaardigden protestbrief geprik keld waarvan de inhoud, woordelijk weerge- gegeven, als volgt luidt: „Meheer de havetentie die Ik, bij u ge blaas heb staa fol foute en me, neev zeg dat es, geenen teeke op se plaas staa. Als uwes niet beter dan drukken, waarom drukt uwes dan". DE ONTVLUCHTING TE ROOSENDAAL. De vluchteling aangehouden. Over de ontvluchting te Roosendaal wordt nog gemeld: De man was, toen hij over koude klaagde, van het arrestantenlokaal naar het passanten lokaal, dat aan de straatzijde ligt, overgebracht. Hij heeft daar met een speld het slot aan het traliehek van het raam weten open te krijgen en is vervolgens door het rolluik op te trekken, langs het bovenraam op straat gekomen. De wachtdoende agent, die het luik hoorde vallen, 20-50ct. per ons maakte direct alarm en zette den vluchteling, die de Hofstraat was ingeloopen, achterna. Hier zou hij in de armen van twee surveilleerende agenten zijn geloopen, ware het niet, dat hij met een zwaai zich over een buitenpoortje slingerde en achter de huizen verdween. Gisternacht is het aan twee brigadiers van politie gelukt hem in de omgeving van Lang donk onder Roosendaal aan te houden. De man werd daarna weer in verzekerde bewaring ge steld. VRAGEN OVER GIJZELING. Een onjuist antwoord van den Minister van Justitie? In het Voorloopig Verslag over de justitie- begrooting voor 1931 treft men nog de volgen de alinea aan: Eenige leden brachten nog de belemmering ter sprake, welke de gegijzelden in hun lectuur ondervinden. Zij meenden te we ten, dat de mededeelingen van den Minister te dier zake in zijn antwoord op vragen van het lid der Kamer, mej. Groeneweg (aanhangsel Handelingen Tweede Kamer, zitting 1929/'30 bladz. 215) niet geheel juist waren. De daar bedoelde gegijzelde heeft niet te kennen gege ven, dat de toezending van de courant maar achterwege moest blijven toen hij hernam, dat het College van Regenten in de uitreiking moest worden betrokken. Er is eenvoudig op den omslag vermeld: „Mag hem niet ontvan gen." Men drong aan op het treffen van maat regelen, waardoor bereikt wordt, dat zij, die in deze omstandigheden komen te verkeeren, we ten wat hun rechten zijn. DOODGEDRUKT. Gistermorgen is bij de werkzaamheden aan de betonbrug over de spoorlijn te IJmuiden een arbeider tusschen twee zandbakken bekneld geraakt. Tijdens het overbrengen naar het zie kenhuis is de man overleden. SLEEPSCHIP AAN DEN GROND GEVAREN. Donderdagmorgen is bij Beukelenberg ten Noordwesten van den Steenbergschen vliet bij ebbe aan den grondgevaren het sleepschip „Maria schipper Stoter van Groningen, gela den met stukgoed van Rotterdam naar Antwer pen. Bij vloed is het schip weer vlot gebracht door de sleepboot „Doris Rijkers" van Smit s bergingsbedrijf te Wemeldinge en naar de vluchthaven van Dintelsas gesleept. Het schip maakte veel water en is waarschijnlijk gebro ken. OVER BOORD GESLAGEN EN VERDRONKEN. Volgens rapport 'an den schipper van den gisteren te IJmuiden teruggekeerden stoomtrei- ler IJM. 59 (Clasina Luther) is tijdens storm weer op de Noordzee de ongehuwde kok I. Ver zijde, uit IJmuiden, over boord geslagen en verdronken. Een vlucht met de grootste vliegboot ter wereld boven Amsterdam en omgeving. Een redacteur van het Persbureau Vaz Dias heeft Vrijdagmiddag deelgenomen aan de rondvlucht van „Do X" boven de hoofd stad. Hij schrijft ons hieromtrent het vol gende: Reeds in den vroegen ochtend waren wij naar Schellingwoude getrokken in afwach ting van het vertrek van „Do X" voor de aangekondigde rondvlucht. Er was zeer veel belangstelling in de omgeving van het vlieg kamp en gelukkig waren de weersomstan digheden beter dan Woensdag, toen duizen den veel uren geduldig op de aankomst van het vliegwonder hebben gewacht, terwijl nu en dan hevige regenbuien losbraken. Heden morgen was het mooi najaarsweer en ae zon scheen vroolijk over het vliegkamp en om geving. De „Do X" lag rustig op het buiten IJ aan den boei te wachten totdat de moto ren zouden worden aangezet als voorberei ding voor de vlucht. Nog voor tien uur werden de motoren reeds aan den gang gebracht om deze warm te doen loopen. De gelukkigen, de 24 pas sagiers, die uitgenoodigd waren om deze vlucht mede te maken, stonden geduldig te wachten op het teeken dat zij aan boord konden komen. Omstreeks 10 uur was de heer Dornier naar de vliegboot gevaren voor een laat6te inspectie en toen alles tegen half twaalf voor het vertrek gereed was, werd van de „Do X" het teeken gegeven, dat men aan boord kon komen. Van den steiger van het vliegkamp voeren wij in een motorboot naar de „Do X voor het meemaken van de groote gebeurte nis. Tot de gelukkigen die in 's wereld grootste vliegboot de lucht in zouden gaan behoorden o.a. vice-admiraal Quant, commandant van de Marine te Den Helder, ir. Stephan, direc teur van de Fokkerfabrieken en de heer Thomson, chef van de K.L.M. op Schiphol. Zooals gezegd, duurde het eenigen tijd voordat wij ons aan boord van de „Do X" konden begeven en voor en tijdens de vaart naar de vliegboot maakten ae deelnemers aan den tocht elkaar gelukkig met het doen van voorspellingen omtrent een eventueele noodlottigen afloop van de vlucht. Op enke len werkten deze supposities zoo suggestief, dat zij er werkelijk bleek om den neus van werdendoch zij stapten toch aan boord van de „Do X". Deze ongerustheid bij en kele aanstaande passagiers werd er zeker niet minder op, toen alle passagiers een be wijs moesten teekenen. waarbij zij verklaar den af te zien van elke vordering op scha devergoeding door de Dornier-fabrieken in geval van dood of verminking als gevolg van een noodlottige gebeurtenis tijdens de vlucht. De journalisten hadden bovendien te verklaren, dat zij geen enkel bericht over deze tocht naar het buitenland zouden zen den. Toen tenslotte al deze formaliteiten warea vervuld, kon men te ruim half twaalf vertrek ken. Doch toen bleek dat vice-admiraal

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9