mirngirstl! Coinnt.
MEI OE „00 X" DE LUCHT IN.
r ondcrd twee sn dertigste Jaargang,
Zaterdag November.
DE KANAALPLANNEN EN
GEESTMERAMBACHT.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Kiespijn-Tabletten. 60 ct.
Laxeer-Tabietten 60 ct.
Zenuw-Tabletten .75 ct
Maag-Tabletten 75 ct.
Sport
HEERENBAAI
Binnenland
Luchtvaart
No. 264 1330
De heer Hart geeft een uitvoerige uiteen-
Jétting, die sommigen wel den schrik om het
hart moet doen slaan.
Hij verzet zich tegen de kanaalplannen
rooais 50 jaar geleden de menschen in de
polders zich tegen de komst van den spoor
weg verzetten, naar grootvader (D. Kooiman,
burgemeester van Bovenkarspel, voorzitter
van den polder het Grootslag) me menigmaal
verhaalde.
Ik wilde dat de heer Hart deed als groot
vader destijds en dat hij een beetje meer
vooruit keek. Zeker heb ik respect voor den
ernst, waarmede hij tracht tegen te houden
een zaak, die hij niet goed acht.
Maar vriend Hart, gij weet toch immers
even goed als ik, dat de vooruitgang van den
tijd niet is tegen te houden. Geleidelijk
schrijdt alles voort en de kanaalplannen zijn
niet een zaak van vandaag of gister, maar
van tientallen jaren. En thans heeft vader
iTijd het zoover gebracht, dat die kanalen er
komen, zeer binnenkort. Gij, tegenstander,
en ik, voorstander, voelen dat immers beiden
evenzeer.
En zoudt gij nu werkelijk kunnen vol
houden, dat die plannen zoo slecht in elkaar
zitten als gij het doet voorkomen? Ik ken u
jen vertrouw volkomen, dat gij het eerlijk
meent als gij zegt, dat de polders Oudorp,
Geestmerambacht (Oosterdijk en Molen-
geerzen) en Heerhugowaard bij toevoeging
aan het hoogheemraadschap van de Uit
waterende sluizen in Kennemerland en West-
Friesland meer waterbezwaar zullen onder
vinden dan tot dusver. Maar, geloof mijhet
kuiken wil ditmaal wijzer zijn dan de hen.
Gij wilt het namelijk beter weten dan man
nen als de heer Ringers, thans directeur-
generaal van den rijkswaterstaat (de hoogste
post bij den rijkswaterstaatsdienst) en de
heer Reigersman, hoofdingenieur-directeur
van den provincialen waterstaat (de hoogste
post bij den provincialen waterstaatsdienst)
Die mannen hebben in hun schriftelijke rap
porten de verzekering gegeven, dat de ge
noemde polders door de verlenging van de
boezemscheiding geen nadeel zullen onder
vinden. Persoonlijk hebben zij op mijn zeer
txsliste vraag dienaangaande zich daarvoor
tegenover het provinciaal bestuur met hun
woord borg gesteld.
Vergeet toch niet, dat die mannen een
naam hebben te verliezen.
De rijkswaterstaat en de provinciale water
staat zijn wettelijk zoowel als financieel bij
machte om hun verzekeringen gestand te doen
Heeft vervolgens niet ook het college van
fedeputeerde staten een naam te verliezen?
oudt gij meenen, dat dit ooit genoegen zou
nemen met een verslechtering van den toe
stand als gevolg van maatregelen van het
provinciaal bestuur zelf? Zoudt gij van mij
persoonlijk niet tevens verwachten, dat ik zal
zorgen, dat uw mooie en vruchtbare polders
niet het geringste nadeel zullen ondervinden?
Er wordt wel eens geklaagd, dat onze wa
terstaatsingenieurs te duur zijn. Die klacht is
mijns inziens onjuist. Waren zij minder duur,
dan zouden zij geen goed werk leveren.
Maar waarover wordt niet geklaagd?
Dat hun werk niet aan de vooropgestelde
verwachtingen zou beantwoorden. Er wordt
niet geklaagd, dat ingenieur Ringers te
IJmuiden geen goede zeesluis heeft ge
bouwd. Er wordt niet geklaagd, dat onze
rijkswaterstaat de Zuiderzeewerken niet dege
lijk uitvoert. Er wordt niet geklaagd, dat
ingenieur Reigersman ons geen goede dijken
heeft gegeven-of geen goede wegen maakt.
Zoudt gij dan meenen, dat menschen met
zulk een staat van dienst uw polders onder
water zullen zetten? Kom dan toch, vriend
Hart, i'k w i 1 u wijzer hebben. Ik twijfel niet,
of gij zult bij nader inzien met mij vertrouwen
hebben in hun technische berekeningen en hun
plannen.
Gij weet toch ook wij mochten zoovele
malen daaraan samen arbeiden hoezeer
ik de belangen van onze polderbewoners een
goed hart toedraag. Denkt gij, dat ik het
voor mijn geweten zou kunnen verantwoor
den aan deze zaken mede te werken als ik
daarvan gevaar duchtte voor uw land? Voor
uw land, dat uw en mijn voorvaderen uit
moerassen hebben gehaald.
Ik voor mij zou het beschouwen als een
beleediging van de kennis en de bekwaam
heid en van den schitterenden staat van
dienst der ontwerpers van deze plannen, in
dien ik ondanks hun meest stellige verzeke
ringen, dat uw polders geen enkel gevaar
dreigt, het toch nog beter zou willen weten
Maar nu schrijft gij, dat gij in de verga
dering van Geestmerambacht tot ons hebt
gezegd: Wanneer u er zoo zeker van bent,
geef ons dan een bewijs, dat wij altijd kun
nen doormalen op Schermerboezem.
Welnu, heer Hart, ik heb u immers met
blijkbare instemming van den dijkgraaf van
de uitwaterende sluizen, die mede in uw ver
gadering tegenwoordig was, veel meer gege
ven dan dat! Ik heb aan de geheele vergade
ring van Geestmerambacht toegezegd (toch
maar gelukkig dat aanstonds de polderver
gaderingen openbaar zijn), dat ik aan gede
puteerde staten zou voorstellen aan Geest
merambacht zwart op wit den waarborg te
geven, dat het na de verlegging van de boe
zemscheiding niet meer wateroverlast zal
ondervinden dan thans en dat gedeputeerde
staten met gebruikmaking van alle be
voegdheden, die de waterstaatswet
geving hun schenkt en dat zijn er
e 1 e zoo noodig maatregelen zullen
treffen om deze toezegging gestand te doen;
dat zij desnoods niet zullen terugdeinzen het
hoogheemraadschap van de uitwaterende
sluizen te bevelen (niet „aansporen", zooals
gj' schrijft) een watergemaal te stichten
Maar hoezeer ik ook er toe wil medewerken,
dat er mede in op te nemen, ik ben rotsvast
overtuigd, dat dit niet noodig zal zijn. Zoud.
gij dan nu reeds die stichting van 'n gemaa1
billen? En als het dan niet «v>«dig blijkt
Bij Apoth. en Drogisten.
Dat ware toch immers geld wegsmijten! Men
weet wel, dat ik niet bang ben voor geld uit
geven, mits het goed besteed wordt. Maar
wegsmijten doe ik het niet.
Kom. doe nu als uw dijkgraaf. Deze, de
heer Schrooder, was eerst ook tegenstander.
Maar thans behoort hij tot de voorstanders,
die vertrouwen stellen in het door besturen
en hoofdambtenaren gegeven woord, dat zij
niet dan met verlies van hun reputatie zou
den kunnen schenden.
Ik zeide het reeds: de tijd gaat voort en
de kanaalplannen zijn niet tegen te houden
Veel beter dan hiertegen te strijden, doet gij
als gij tracht u de meest mogelijke waarbor
gen te verzekeren. Laten wij dan althans
daarin gaan hand aan hand.
Op één ding moet ik ten slotte nog wijzen
ten aanzien van Uw schets der financieels
lasten voor Uw polderbewoners. Op zes ma
nieren, zegt gij, moeten zii in de kosten beta
len. Kom, kom dan toch. Dat klinkt heel ver
schrikkelijk. Maar zoudt gij nu werkelijk
meenen, dat gij, omdat het Rijk en de pro
vincie van iedere zes guldens, die de kanalen
kosten, er vijf op tafel leggen, belastingver-
hooging bij Rijk of provincie zult onder
gaan? Als dat om andere redenen niet noo
dig is, dan hiervoor stellig niet, of het blijft
althans een centenkwestie. Het hoogheem
raadschap Noordhollands Noorderkwartier,
dat gij met name noemt, heeft aan de alge-
meene vergadering duidelijk uiteengezet, dat
het zijn bijdrage in anderen vorm geheel ver
goed krijgt. Dus dat geeft geen cent belas-
tingverhooging. Van de zes blijven dan nog
over: gemeente, Uitwaterende sluizen en
Geestmerambacht.
De bijdragen van de gemeenten zijn zeer
gering. Als Geestmerambacht bijdraagt, be
hoeft het niet te deelen in de bijdrage, reeds
toegezegd door de Uitwaterende sluizen. Dat
wist gij blijkbaar niet. Maar wat blijft er nu
nog over? 4250 per jaar voor geheet
Geestmerambacht, met een omslagplichtlg
gebied van ruim 15000 hectaren. Dat is 28
ct. per hectare.
Natuurlijk als kanalen u niets waard zijn,
als zelfs het kanaal Omval-Huigendijk u
niets waard is, zooals er een tijd was dat
men spoorwegen niet wilde, dan hebt gij er
ook die 28 ct. niet voor over.
Na het schrijven van het vorenstaande
heeft de heer Reigersman me nog het volgen
de ter hand gesteld, dat in het kort nog eens
weergeeft hetgeen in alle tot dusver in druk
verschenen rapporten te dezer zake reeds was
te vinden. Ik acht het nuttig dit thans nog te
laten volgen.
De heer Hart bestrijdt de verlegging van
de boezemscheiding door aan den toestand
van Raaksmaatsboezem voor 1894 te herin
neren en het te doen voorkomen alsof de wa
terstaatkundige toestand, die na uitvoering
van de kanalenplannen en afsluiting van de
Zuiderzee zal ontstaan, niet zal verschillen
van den toestand van Raaksmaatsboezem
vóór 1894.
Dit nu is onjuist. Stond men vóór 1894 in
Geestmerambacht herhaaldelijk voor peil,
deze omstandigheid is na uitvoering van
de evengenoemde werken niet meer te vree
zen. Dat Schermerboezem thans nog meer
malen aan peil staat, mag niet als bewijs
van de bewering van den heer Hart gelden,
omdat de toestand geheel veranderen zal.
De Schermerboezem van de toekomst zal,
wat de waterloozing betreft, immers in veel
gunstiger omstandigheden verkeeren dan de
Schermerboezem van thans. Heeft men thans
aan de Oostzijde een Zuiderzee, waarop
vooral in tijden, dat dit voor de loozing het
minst gewenscht is, hooge standen voorko
men, in de toekomst zal men daar hebben
een afgesloten Zuiderzee, later het IJsel-
meer, een watervlak van een zóó groote op
pervlakte, dat het bij hooge Noordzeestanden
gedurende eenigen tijd het water van de
daarop loozende rivieren en waterschappen
kan opnemen, zonder dat het peil, hetwelk
normaal op 0.40 M. N. A. P. gehouden
wordt, te zeer zal stijgen om loozing onmo
gelijk te maken.
Voor Noord-Holland komt hier de gunstige
omstandigheid bij, dat als gevolg van af-
waaiïng, bij de meest heerschende winden,
de standen aan de kust het laagst zullen
zijn.
Voorts zal de circulatie in Schermerboe
zem zeer worden verbeterd door de doorste
ken bij den Omval en bij Rustenburg uit te
voeren. Het water zal dan niet meer gelijk
thans het geval is, bij Schardam worden
opgestuwd, aldaar niet meer het noodpeil be
reiken en dus ook geen oorzaak meer zijn,
dat aan alle op Schermerboezem loozende
gemalen het sein tot stoppen wordt gegeven.
Het behoeft geen betoog, dat het onder de
ze verbeterde omstandigheden onnoodig is,
dat de uitwaterende sluizen tot de stichting
van een gemaal overgaan.
De bewering, dat het peil van een polder
of boezem zonder gemaal nimmer te beheer-
schen is, mist allen grond. De boezem van
Amstelland kan als voorbeeld van een vrije,
onbemalen boezem dienen. Teekenend is het,
dat het Rijk de bemaling van den boezem
van het Noordzeekanaal na de voorgenomen
vergrooting van dien boezem met het IJmeer
zal weglaten.
Dat de Wieringermeerpolder en andere
laaggelegen polders, wier peil steeds en aan
merkelijk beneden dat van het buitenwater
ligt, nimmer een bemaling zullen kunnen ont
beren, spreekt vanzelf, doch dit geval is, zoo
als bij eenig nadenken valt in te zien, niet te
vergelijken met dat van Schermerboezem.
Het moge juist zijn, dat men met een
sluis bij Huigendijk de Schermerringsloot
op eenvoudige wijze voor schepen van 100
ton bevaarbaar kan maken; een dergelijke
verbetering zou voor de scheepvaart weinig
zin hebben, aangezien daardoor nog geen
vaarweg geschikt voor het snelle moderne
motorverkeer wordt verkregen.
De scheepvaartstatistieken wijzen uit, dat
de scheepvaart overal toeneemt, de tonnen
inhoud der vaartuigen grooter wordt en de
snelvarende motorboot het zeillschip ver
dringt. Ook voor de streek Alkmaar en Kol-
horn en voor de \T ieringermeer zal een ka
naal zijn nut bewijzen, mits 't voldoet aan d.*
eischen, die de scheepvaart stelt, met welke
eischen bij het kanalenplan rekening gehou
den is.
D. KOOIMAN,
lid van Ged. Staten van Noord-Holland.
Purmerend, 7 November 1930.
Voetbal.
De wedstrijden van Zondag.
Terwijl we ons neerzetten, om de kansen
der verschillende clubs voor morgen te be
schouwen, ziet de lucht er niet kwaad uit.
De laatste uren is er geen druppel regen ge
vallen, zoodat we alle hoop hebben, dat er
nu eindelijk eens een voetbaldag komt, waar
op niets valt aan te merken. Dat zou dan
de eerste keer zijn in dit seizoen....
Het programma, dat morgen afgedraaid
moet worden, is zeer lijvig. Alle eerste klas
sers in ons land zijn in actie, zoodat, als elke
wedstrijd doorgaat, er 550 voetballers trap
pen zullen in de hoogste afdeeling, die men
kent. (Wel droevig, dat er nu nog niet 2
daarvan geschikt is, om Nederland behoorlijk
te vertegenwoordigen....)
In afd. I trekt natuurlijk Z. F. C.—Ajax
de meeste belangstelling. Beide clubs zijn
favoriet voor de eerste plaats en beide clubs
hebben nog geen wedstrijd verloren. En ook,
beide clubs spelen thuis het beste. Daarom
zouden we Z. F. C. de beste kansen geven,
vooral ook, omdat Ajax met minstens twee
invallers uit moet komen.
De club van v. d. Meulen ontvangt D. F
C. en hier zal het krachtsverschil wel niet
groot zijn. Theoretisch hebben de bezoekers
de beste kansen, maar de verdediging van
H. F. C. is vrij sterk, zoodat een gelijk spel
heelemaal niet onmogelijk is. 't Wordt trou
wens hoog tijd voor het oude H. F. C.
Evenmin zal de uitslag in de V. U. C.
H. D. V. S. ontmoeting ver van een gelijk
spel verwijderd zijn. Toch meenen we, dat de
thuisclub de beste kansen heeft.
Hetzelfde is het geval met H. B. S.
Stormvogels, waar de Hagenaars zeker moe
ten winnen, vooral nu ze den steun van Denis
weer hebben, al zal die steun wellicht voor-
loopig meer een moreele zijn.
't Gooi—Excelsior? We zouden de bezoe
kers wel een kansje willen geven!
In afd. II ontvangt Feijenoord het Haag-
sche A. D. O. en al is Feijenoord sterker,
toch zal ze moeite genoeg hebben met Tap
c.s. Een kleine overwinning voor de thuis
club ligt echter voor de hand.
Sparta speelt ook al thuis en wel tegen
Hilversum. Het wil ons voorkomen, dat
Sparta een gemakkelijker taak heeft dan
Fijenoord en dus wint.
Blauw-Wit, de derde gegadigde voor den
titel, moet nu niet weer verliezen, want dan
raakt ze heelemaal achterop. Trouwens, te
gen R. C. H. moet zij op eigen terrein de bei
de puntjes kunnen behouden.
K. F. C. moet naar E. D. O. Dat wordt
v/eer een enthousiaste partij, waarbij de
puntjes verdeeld worden.
Ook V. S. V.—H. V. V. zal wel niet ver
van een gelijk spel af zijn, al staan de be
zoekers technisch ook veel hooger.
In afd. III krijgt Go ahead het van de
drie candidaten het moeilijkste. Ze moet naar
Apeldoorn, om A. G. O. V. V. te bestrijden
en deze wedstrijd is nog lang niet gewon
nen. Als Go ahead echter haar goeden vorm
terug heeft gevonden, is ze morgenavond
twee puntjes rijker.
Enschedé ontvangt Z. A. C., dat aan
bloedarmoede lijdt. Tot nog toe heeft de oude
Zwolsche slechts een puntje kunnen bemach
tigen, zoodat Enschedé morgen een vrij ge
makkelijke taak heeft, tenminste, als ze de
tegenpartij niet onderschat.
P. E. C. krijgt bezoek van Wageningen en
is verplicht, ook dit partijtje met flink ver
schil te winnen.
De vierde candidaat, Heracles, speelt thuis
tegen Tubantia. Heracles heeft, volgens de
Oostelijke pers, de technisch beste ploeg In
afd. III, maar die ploeg is lang niet produc
tief genoeg. Toch zal ze het wel klaar spelen
tegen Tubantia, al heeft dit ook o.a van
Go ahead gewonnen.
En Vitesse—Robur wordt weer een ont
moeting, waarvan niets te zeggen valt. Al
vele jaren hebben beide clubs hard tegen el
kaar moeten vechten, om te winnen, maar
nooit bleek er veel krachtsverschil te be
staan. We houden het op de thuisclub, maar
alleen, door het voordeel van eigen terrein.
In afd. IV krijgen Noad en Philips het ge
makkelijk. Noad ontvangt Wilhelmina, en
moet deze partij kunnen winnen, terwijl Phi
lips bezoek krijgt van het vrij zwakke M. V
V. en dus met groot verschil kan winnen.
Willem II moet naar B. V. V. en die reis
naar den Bosch is niet gemakkelijk, 't Zou
ons heelemaal niet verwonderen, als B. V. V.
minstens één puntje behield.
N. A. C. moet van de Valk kunnen winnen,
maar toch is oppassen de boodschap. Ze is
echter verplicht, om de beide puntjes thuis te
houden, anders raakt ze te ver achter op.
En Longa-Eindhoven wordt een ontmoe
ting, waarin de bezoekers de beste kansen
hebben.
In afd. V hebben de liefhebbers ruime
keuze: twee ontmoetingen in Groningen en
twee in Leeuwarden.
In Groningen speelt Velocitas op het Be-
Quickterrein tegen Friesland en dat wordt
een overwinning voor de kampioenen. Van
een G. V. A. V.-zege op Alcides zijn we min
der zeker, al hebben de Groningers de beste
kansen.
Frisia—Be Quick is een ouderwetsche ont
moeting. Als we op de resultaten afgaan,
dan moet Be Quick winnen. Beide partijen
hebben roemvolle dagen gehad, maar hef
schijnt, dat Be Quick eerder jong bloed in
het elftal opgenomen heeft dan Frisia, en
dat kon wel eens den doorslag geven.
Leeuwarden ontvangt Achilles en moet
dus winnen. De vraag is maar, met hoeveel
Achilles „er in gaat".
•Tenslotte gaat Veendam op bezoek bij M
S. C., de baby. Veendam is den laatsten tijd
niet zoo goed meer op dreef, als in het be
gin der competitie en M S. C. heeft een paar
aardige overwinningen kunnen boeken. We
houden het dan ook op de thuisclub.
Onze tweede-klassers.
De groote belangstelling is natuurlijk ge
reserveerd voor AlcmariaWest-Frisia. Het
verrassend goede spel der Enkhuizers en de
mooie overwinningen van hen geven aanlei
ding tot een groote spanning. Het spreekt
van zelf, dat Alcmaria er alles op zal zetten,
om de zegetocht van West-Frisia te stuiten
en we hebben het idéé, dat de mogelijkheid
daartoe bestaat. Echter, dan moet er hard,
zeer hard gewerkt worden. West-Frisia is
een stoere ploeg, die van geen ophouden
weet. Ze zal dan ook alles geven, om haar
doel schoon te houden. De voorhoede zat
echter feilen tegenstand ontmoeten bij de
Alcmaria-verdediging, die door de opname
van Ooms weer van behoorlijke sterkte is.
Hopen we op een spannende, fraaie ontmoe
ting!
Hollandia ontvangt W. F. C. en kan win
nen, al is het krachtsverschil niet groot. En
Z. V. V. heeft ook al de beste kansen op de
beide puntjes, nu ze D. E. C. ontvangt. Min
der zeker zijn we van een zege van A. F. C
op Zeeburgia, dat bij haar op bezoek komt,
maar dat de strijd H. R. C.T. O. G. een
nederlaag zal worden voor de thuisclub, kun
nen we vooralsnog niet gelooven.
In de B.-afd. heeft Haarlem een moeilijken
dag. Ze ontvangt D. W. S., een candidate
voor den titel. Toch meenen we, dat Haarlem
kan winnen, vooral doordat ze in eigen
„home" speelt. HerculesB. F. C. wordt na
tuurlijk door eerstgenoemde gewonnen, even
als de Spartaan—Bloemendaal, al zal deze
laatste ontmoeting spannender zijn.
V. V. A., dat naar Zandvoort moet, heeft
een goeden kans, terwijl BaarnVelox een
ontmoeting is met weinig krachtsverschil.
Sport in Beeld.
Wie deze week „Sport in Beeld" in han
den krijgt, moet allereerst eens lezen het ar
tikeltje over „Dat dreigende asfalt!", waarin
behandeld wordt het wegenvraagstuk, ofte
wel „klinkers of asfalt". En vefder wijzen
we den lezer op de Lilliput-verhalen van Leo
Lauer en op de commentaren, in welke laat
ste rubriek een interessant onderwerp aange
sneden wordt. De „voetbalkout van Beb en
Bob" is ook al waard om gelezen te worden,
evenals de bijdrage over den amateur-wereld
kampioen Géardin. Dan vraagt het sport-
feuilleton, de boksersroman van Leo Lauer
nog altijd de aandacht.
Van de foto's noemen we die der paarden
sport, van het voetbaldrama in Zürich en
van de aardige lieftallige filmsterretjes, zoo
dat „Sport in Beeld" wel weer door vele
sportliefhebbers gevraagd zal worden!
ECHTE FRIESCHE
LINKSHANDIGHEID EN BEROEPSKEUZE.
In „Jeugd en Beroep" van November schrijft
dr. R. J. Harrestein naar aanleiding van een
door hem gehouden enquête over de vraag of
bij beroepskeuze rekening met linkshandigheid
gehouden moet worden.
De schr. hield een enquête bij veertig bedrij
ven. Zeer merkwaardig is, dat in sommige be
drijven de voorkeur wordt gegeven aan links-
handigen.
De conclusies van het nuttige onderzoek van
dr. Harrestein op een gebied, waarvan nog niet
veel bekend is, luiden: dat de arbeider in som
mige bedrijven en fabrieken wel moeilijkheden
door zijn linkshandigheid ondervindt en dat
hierdoor wel bijzondere eischen aan zijn aan
passingsvermogen gesteld worden. Het blijkt
echter dat deze moeilijkheden op enkele uit
zonderingen na overwonnen worden, zonder dal
de bedrijfsleiding stoornissen of tekortkomingen
opmerkt.
Hiertegenover staat, dat in enkele bedrijven
voor bepaalde werkzaamheden juist linkshan-
digen in beperkt aantal gezocht zijn. Over het
algemeen doen de linkshandigen, wat hun
praestaties betreft, niet onder voor rechtshandi-
gen.
Bij geen enkele onderneming in qns land be
stonden dan ook voorschriften, die het in dienst
treden van linkshandige personen bemoeilijken.
Bij de keuze van een beroep wordt de links
handige dus door zijn aanleg niet beperkt. Wèl
stellen bepaalde beroepen (typograaf, machinale
bedrijven), grootere eischen aan zijn aanpas
singsvermogen, dan een handwerk (timmerman,
metselaar, kleermaker), waarbij een eenvoudig
gereedschap gebruikt wordt, dat, zoo noodig,
nog voor den linkshandige veranderd kan wor-
de'n,
DOOR EEN AUTOBUS GEDOOD.
Donderdag is de veertienjarige Ch. R. van
Erpers Royaards uit Heemstede door een auto
bus op den Wagenweg te Haarlem overreden en
gedood.
AMSTERDAMSCHE DIAMANTBEWERKERS
TE ANTWERPEN.
De noodtoestand
De bereidwilligheid van den heer Henri Polak
tot voorspraak bij de Nederlandsche regeering
ter bereiking van terugkeer naar Amsterdam
aan te Antwerpen wonende noodlijdende Am-
sterdamsche diamantbewerkers, heeft belang
hebbenden de hoop gegeven dat van regee-
ringswege de verlangde steun zal worden ver
leend. Aldus schrijft de bijzondere Antwerp-
sche correspondent van het Hbld.
Het getal ingeschreven gezinnen bedraagt
plus minus 80, waaronder één met 13 en vele
met 6 of 7 kinderen. Bij allemaal zou bittere
misire bestaan, vele van de betrokken gezins
hoofden zijn 8 of meer maanden reeds werkloos
en zonder ander inkomen dan de zuinig, zeer
zuinig toegemeten werkloozensteun.
EEN WELSPREKEND PROTEST.
Het zetfoutenduiveltje van de Kruining-
sche Courant, het weekblad van Zuid-Beve
land en Walcheren, heeft een lezer tot een
heftig verontwaardigden protestbrief geprik
keld waarvan de inhoud, woordelijk weerge-
gegeven, als volgt luidt:
„Meheer de havetentie die Ik, bij u ge
blaas heb staa fol foute en me, neev zeg dat
es, geenen teeke op se plaas staa. Als uwes
niet beter dan drukken, waarom drukt uwes
dan".
DE ONTVLUCHTING TE ROOSENDAAL.
De vluchteling aangehouden.
Over de ontvluchting te Roosendaal wordt
nog gemeld:
De man was, toen hij over koude klaagde,
van het arrestantenlokaal naar het passanten
lokaal, dat aan de straatzijde ligt, overgebracht.
Hij heeft daar met een speld het slot aan het
traliehek van het raam weten open te krijgen
en is vervolgens door het rolluik op te trekken,
langs het bovenraam op straat gekomen. De
wachtdoende agent, die het luik hoorde vallen,
20-50ct. per ons
maakte direct alarm en zette den vluchteling,
die de Hofstraat was ingeloopen, achterna. Hier
zou hij in de armen van twee surveilleerende
agenten zijn geloopen, ware het niet, dat hij
met een zwaai zich over een buitenpoortje
slingerde en achter de huizen verdween.
Gisternacht is het aan twee brigadiers van
politie gelukt hem in de omgeving van Lang
donk onder Roosendaal aan te houden. De man
werd daarna weer in verzekerde bewaring ge
steld.
VRAGEN OVER GIJZELING.
Een onjuist antwoord van den
Minister van Justitie?
In het Voorloopig Verslag over de justitie-
begrooting voor 1931 treft men nog de volgen
de alinea aan: Eenige leden brachten nog de
belemmering ter sprake, welke de gegijzelden in
hun lectuur ondervinden. Zij meenden te we
ten, dat de mededeelingen van den Minister te
dier zake in zijn antwoord op vragen van het
lid der Kamer, mej. Groeneweg (aanhangsel
Handelingen Tweede Kamer, zitting 1929/'30
bladz. 215) niet geheel juist waren. De daar
bedoelde gegijzelde heeft niet te kennen gege
ven, dat de toezending van de courant maar
achterwege moest blijven toen hij hernam, dat
het College van Regenten in de uitreiking
moest worden betrokken. Er is eenvoudig op
den omslag vermeld: „Mag hem niet ontvan
gen." Men drong aan op het treffen van maat
regelen, waardoor bereikt wordt, dat zij, die in
deze omstandigheden komen te verkeeren, we
ten wat hun rechten zijn.
DOODGEDRUKT.
Gistermorgen is bij de werkzaamheden aan
de betonbrug over de spoorlijn te IJmuiden een
arbeider tusschen twee zandbakken bekneld
geraakt. Tijdens het overbrengen naar het zie
kenhuis is de man overleden.
SLEEPSCHIP AAN DEN GROND GEVAREN.
Donderdagmorgen is bij Beukelenberg ten
Noordwesten van den Steenbergschen vliet bij
ebbe aan den grondgevaren het sleepschip
„Maria schipper Stoter van Groningen, gela
den met stukgoed van Rotterdam naar Antwer
pen. Bij vloed is het schip weer vlot gebracht
door de sleepboot „Doris Rijkers" van Smit s
bergingsbedrijf te Wemeldinge en naar de
vluchthaven van Dintelsas gesleept. Het schip
maakte veel water en is waarschijnlijk gebro
ken.
OVER BOORD GESLAGEN EN
VERDRONKEN.
Volgens rapport 'an den schipper van den
gisteren te IJmuiden teruggekeerden stoomtrei-
ler IJM. 59 (Clasina Luther) is tijdens storm
weer op de Noordzee de ongehuwde kok I. Ver
zijde, uit IJmuiden, over boord geslagen en
verdronken.
Een vlucht met de grootste
vliegboot ter wereld boven
Amsterdam en omgeving.
Een redacteur van het Persbureau Vaz
Dias heeft Vrijdagmiddag deelgenomen aan
de rondvlucht van „Do X" boven de hoofd
stad. Hij schrijft ons hieromtrent het vol
gende:
Reeds in den vroegen ochtend waren wij
naar Schellingwoude getrokken in afwach
ting van het vertrek van „Do X" voor de
aangekondigde rondvlucht. Er was zeer veel
belangstelling in de omgeving van het vlieg
kamp en gelukkig waren de weersomstan
digheden beter dan Woensdag, toen duizen
den veel uren geduldig op de aankomst van
het vliegwonder hebben gewacht, terwijl nu
en dan hevige regenbuien losbraken. Heden
morgen was het mooi najaarsweer en ae zon
scheen vroolijk over het vliegkamp en om
geving. De „Do X" lag rustig op het buiten
IJ aan den boei te wachten totdat de moto
ren zouden worden aangezet als voorberei
ding voor de vlucht.
Nog voor tien uur werden de motoren
reeds aan den gang gebracht om deze warm
te doen loopen. De gelukkigen, de 24 pas
sagiers, die uitgenoodigd waren om deze
vlucht mede te maken, stonden geduldig te
wachten op het teeken dat zij aan boord
konden komen.
Omstreeks 10 uur was de heer Dornier
naar de vliegboot gevaren voor een laat6te
inspectie en toen alles tegen half twaalf voor
het vertrek gereed was, werd van de „Do X"
het teeken gegeven, dat men aan boord kon
komen. Van den steiger van het vliegkamp
voeren wij in een motorboot naar de „Do X
voor het meemaken van de groote gebeurte
nis.
Tot de gelukkigen die in 's wereld grootste
vliegboot de lucht in zouden gaan behoorden
o.a. vice-admiraal Quant, commandant van
de Marine te Den Helder, ir. Stephan, direc
teur van de Fokkerfabrieken en de heer
Thomson, chef van de K.L.M. op Schiphol.
Zooals gezegd, duurde het eenigen tijd
voordat wij ons aan boord van de „Do X"
konden begeven en voor en tijdens de vaart
naar de vliegboot maakten ae deelnemers
aan den tocht elkaar gelukkig met het doen
van voorspellingen omtrent een eventueele
noodlottigen afloop van de vlucht. Op enke
len werkten deze supposities zoo suggestief,
dat zij er werkelijk bleek om den neus van
werdendoch zij stapten toch aan boord
van de „Do X". Deze ongerustheid bij en
kele aanstaande passagiers werd er zeker
niet minder op, toen alle passagiers een be
wijs moesten teekenen. waarbij zij verklaar
den af te zien van elke vordering op scha
devergoeding door de Dornier-fabrieken in
geval van dood of verminking als gevolg
van een noodlottige gebeurtenis tijdens de
vlucht. De journalisten hadden bovendien
te verklaren, dat zij geen enkel bericht over
deze tocht naar het buitenland zouden zen
den.
Toen tenslotte al deze formaliteiten warea
vervuld, kon men te ruim half twaalf vertrek
ken. Doch toen bleek dat vice-admiraal