JeJó nieuws! cMaqqïs JUjdmetüomakn töxp Duofold i»e iv0vhk» v eïnf vebkei:k v g etjtft» Boeken •een onverbeterlijke strooper. Tooneei. Verkrijgbaar in den Boekhandel van de N V. vh. HERMs. COSTER &Zn„ Voordam 9,. Telef. 3, Alkmaar. Ingezonden stukken Binnenland werkplaatsbedrijf der ned. spoorwegen Hoeffelman. persisteerde bij zijn reeds ge nomen requisitoir, waarbij het f 300 boete, subs. 1 maand hechtenis had geëischl. Hij ging nog even in op de verdediging van mr. G. J, H Becker. waarbij deze had verklaard uit bekomen inlichtingen te weten, dat ook de in de advertenties aangeboden boekjes en foto's niet aanstootelijk waren voor de eer baarheid. Volgens het O. M. gaat het niet om de boekjes en foto's, maar alleen om de ad vertenties. Mr. Becker vond geen aanleiding nog te repliceeren. Uitspraak 2 December. Hij wil zijn naam niet bekladden. Dinsdag stond voor het kantongerecht te Terborg een 51-jarige strooper uit Heeren- berg terecht, die reeds niet minder dan 360 bekeuringen op zijn naam heeft. Beklaagde brengt gemiddeld acht maanden per jaar in het huis van bewaring door en werd ook nu weer voor vier gevallen van stroopen tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld. Tot zijn verdediging zeide verdachte te moeten stroopen om te eten. Aan bedelen wil de hij zich niet schuldig maken, daar hij met een verblijf in Veenhuizen zijn naam niet wilde bekladden. DIEFSTAL. Op 14 October 1.1. kwam een jongeman een kantoor op de Brouwersgracht te Amsterdam binnengeloopen en verzocht, even te mogen telefoneeren. Het verzoek werd hem toege staan, doch onmiddellijk na zijn vertrek be merkte men, dat een geldkistje met 58 ver dwenen was. De kantoorjuffrouw stuurde hem dadelijk den fietsjongen achterna en op diens aanwijzing, korten tijd later, werd in de Haarlemmerstraat een jongeman gearresteerd als verdacht van den diefstal. Weliswaar was het geldkistje niet in het be zit van den arrestant, maar er was een ge tuige, die gezien had, dat hij in de Haarlem merstraat een bruine tasch aan een fietser overhandigde, terwijl een andere getuige ver klaarde, dat een fietser, die onbekend geble ven is, met een geweldige vaart in de Haar lemmerstraat tegen een lantaarnpaal opreed, kwam te vallen en vervolgens wegfietste met achterlating van een bruine tasch, waarin bij onderzoek het geldkistje met de 58 bleek té zijn. En waar ten overvloede nog de arrestant door de kantoorjuffrouw werd herkend als de jongeman met de bruine tasch, die kwam ver zoeken om te mogen telefoneeren, werd hij in hechtenis gehouden en vervolgd. Ook voor de Vierde Kamer der Amsterdam- sche rechtbank waarvoor hij zich te verant woorden had, ontkende de 20-jarige verdach te, een electricien, die reeds vier veroordee lingen van tezamen vijf jaar achter den rug heeft. Het O. M. verklaarde het feit wettig en overtuigend bewezen en vorderde één jaar gevangenisstraf tegen den verdachte. Uitspraak 3 December a.s. „De verslaggever van de Nieuws bode", door Tjeerd Adema, uitgave van O. B. van Qoor &- Zenerts uitg.-mij. te Den Haag. Een van de weinige boeken, die iets ver tellen uit de „wereld van schaar en lijmpot", zooals het weieens een weinig smalend heet. Wie dit boek gelezen heeft, zal echter weten, dat er voor een goed journalist heel wat meer noodig is dan dat hij kan knippen en lijmen. Het geheele omvangrijke couran- tenbedrijf, zoowel het redactioneel als het technische, wNorden hierin behandeld. Tjeerd Adema, zelf doorkneed in alle journalistieke werkzaamheden, vertelt van de ervaringen van een jongen pienteren verslaggever, dien hij allerlei karweitjes laat opknappen die zoo voor en na in het krantenbedrijf voorvallen en waarbij goed inzicht, snel handelen en speurzin zoo vaak onmisbaar zijn. Deze avonturen hebben soms wel een ge vaarlijken kant, zooals Jan, de held van het verhaal, ondervindt. Twee ervan ,het opstijgen van een luchtballon en de jacht op dranksmokkelaars roepen herin neringen wakker uit onze eigen omgeving, terwijl voorts de behandeling van de kwestie der al of niet opheffing van een school den lezers van het boek, die in of in de omgeving van Alkmaar wonen, niet onbe kend zal voorkomen. Overigens heeft de schrijver met vaardige pen nog tal van andere herinneringen uit zijn loopbaan opgehaald, die alles te zamen het boek zeer lezenswaardig maken, ook al omdat zij op vaak humoristische wijze wor den voorgezet, al ontbreekt natuurlijk ook de ernst niet. De teekenaar Jan Lutz voorzag het werk van tal van uitstekende illustraties. Een jongensboek van buitengewoon gehal te, dat ook door ouderen met graagte zal worden gelezen. „Oude en nieuwe Groninger liede ren", door P. Groen, uitgave van de N.V. W. D. Meinema, uitgeverij te Delft. Eindelijk dan is dit boek gereed en ver schenen! Door verschillende omstandighe den is deze uitgave, aanvankelijk verzorgd door de Erven A. de Jager te Groningen, vertraagd, maar nu zij eenmaal het licht heeft gezien, zal ook weldra iedere Gronin ger overtuigd zijn, dat het een werk is ge worden van bijzonder groot belang voor de folklore van de noordelijke provincie, die zoo vaak een parel is genoemd aan de kroon van Nederland. Met bijzondere interesse heb ben wij kennis genomen van den inhoud en we durven verzekeren, dat die zoowel als de uitvoering de verwachting heeft overtrof fen. Dat er zooveel liederen in Groningen leven zal velen hebben verbaasd. Wij trof fen er oude, zelfs heel oude in aan, waarvan bij de meesten zeker niet meer dan enkele fragmenten bekend zijn, en daarnaast an dere, die ook thans nog door velen worden gezongen. En bij alle liederen is de piano begeleiding opgenomen en daarbij treft men waar noodig een historische toelichting aan, die de waarde van deze werkelijk éénige uitgaaf aanmerkeiijk verhoogt. Een attractie op zichzelf, die deze uitgave bijzonder aantrekkelijk maakt, zijn de toe passelijke houtsneden bij elk nummer, ge maakt door N. J. B. Bulder. Wij houden er ons van overtuigd, dat vele oud-Groningers in deze streken zich het boek zullen willen aanschaffen, om er uit te zingen niet alleen in de huiskamer maar ook op hunne bijeenkomsten. Het boek is gesplitst in twee deelen, elk van circa 50 liedjes, ongeveer 100 bladzijden mooi stevig papier. Beide deelen zijn cok samengebonden verkrijgbaar. Smeulende vuren", door E. W. Savi, uitgave J. Philip Kruseman te 's-Gravenhage. Dit boek, behoorende tot Savi's Indische romanserie, mag een eerste plaats innemen onder de ontspannings-litteratuur. Geschre ven met groote kennis van de toestanden in Britsch-Indië, geeft het een kijk op het leven van de ambtenaarsfamilies, die daar geves tigd zijn. Het verhaalt van de werkzaam heden en de amusementen en doet daarbij zonder allerlei onnoodige uitweidingen de hoofdpersonen van het verhaal voor ons le ven. In het middelpunt staat Ray Meredith's mooie kindvrouwtje Joyce, die een hekel had aan Indië alleen omdat zij vreesde dat haar baby er niet gezond en flink zou opgroeien. In haar overdreven bezorgdheid weigert zij met haar man een kamp te betrekken, wat voor hem voor zijn taak als rechtsprekend ambtenaar noodig was; Joyce wil in haar woonplaats blijven, omdat zij daar eerder doktershulp voor het kind zou kunnen krij gen. Dr. Dalton, een in zichzelf gekeerd man, speelt een groote rol in het leven van haar, die zich van geen kwaad bewust is. hoewel de buitenwereld veel heeft aan te merken op den omgang tusschen beiden. Dan komt ineens het besef over haar, dat zij niet goed deed en in overspannen toe stand weet zij van haar man toestemming te krijgen om met het kind naar Engeland te vertrekken. Ray blijft alleen achter, niet we tend wat er gebeurd is, en daardoor zijn vrouw haar vertrek kwalijk nemend. Een zaam in het kamp verblijvend overvalt hem een zonnesteek. Dokter Dalton, die beseft dat hij wat heeft goed te maken, behandelt hem met de grootste zorg en bereikt zijn herstel. Tot verdere verpleging komt er een verpleegster, die blijkt de eertijds weggeloo- pen vrouw van den dokter te zijn en deze maakt van den patiënt zooveel werk, dat iedereen er over spreekt op minder gunstige wijze. Door toedoen van de bijzonder hoog staande Honor Bright, die van den dokter houdt en haar teleurstelling in hem nauwe lijks kan verbergen op het vernemen dat hij reeds getrouwd was, komen de twee weer bij elkaar, al is het ook slechts voor den vorm. Hcnor maakt ook dat Joyce weer terug keert, juist op tijd om de verpleegster uit de omgeving van haar man te doen verdwij nen. Voortdurend blijft Honor werkzaam om te vereenigen wat eenmaal bij elkaar behoort, en als loon krijgt zij ten slotte ook nog een gelukkig huwelijksleven met den dokter, na dat diens eerste vrouw is gevallen door een moordenaarshand, die tegen den dokter was opgeheven. Een boek dat den lezer van begin tot ein de boeit, prettig geschreven als het is, met een goede vertaling van L. D. A. P. van Son. H. PHYLLIS, COMEDIE IN DRIE BEDRIJVEN VAN MR. C. P. VAN ROSSEM, DOOR HET HAARLEMSCH TOONEEL. De Kon. Rederijkerskamer Bilderdijk heeft hare leden een verrassing bereid. Want de opvoering van Phyllis door het H. T. was uitstekend en heeft de leden een genotvollen avond bereid. Het H. T. is een bloeiende en hardwerkende dilettantenvereeniging uit de bloemenstad. Zij werkt onder leiding van den bekende acteur Joh. Kaart Jr. en de hand van den beroepsregisseur is in de geheele voorstelling te voelen. De werkende leden merken dat ze vooruitgaan en dat wakkert de ambitie sterk aan. Het H. T. heeft het druk. Na Vrijdag j.1. vier een-acters te heb ben opgevoerd, speelden de leden hier twee maal voor Bilderdijk en nu volgen Zaterdag en Maandag twee opvoeringen van Femina. Daarna gaat de vereen, met Phyllis twee maal naar 't concours n.1. te Zaandijk en te Leiden. Na hetgeen wij hier van het H- T. hebben gezien, kunnen wij gerust verklaren, dat de andere deelnemende vereenigingen op de concoursen heel sterk zullen moeten spe len om de Haarlemmers te kloppen. Het stuk van Mr. v. Rossum speelt in 't begin van den grooten oorlog, na de komst der Belgische vluchtelingen. Bij de familie Beiner komt als nieuwe huisgenoote Madame v. d. Broecke, een echte Vlaamsche. De oude Beiner, getrouwd met een veel jongere vrouw, vindt haar erg aardig. Zij kan zulke „mooie" verhaaltjes vertellen. Phyllis, de ruim twintigjarige dochter des huizes, heeft vele aanbidders, met wie zij onbarmhartig flirt. Geen enkele interesseert haar eigenlijk. Het meest heeft zij oo met haar oom Karei, broer van haar moeder, die een vroolijk le ventje heeft geleid, en nu ook als huisgenoot bij de Beiners is. Spoedig blijkt dat Phyllis haar twintig jaar ouderen oom graag mag lijden. Zij verlooft zich om haar ouders te believen met Frits van Zweechen. Maar voor den jongen wordt dit 'n marteling. Eindelijk moet het wel tusschen Phvllis en Karei tol een verklaring komen. Doch dan blijkt meteen de verhouding, die er reeds lang be staan heeft tusschen Karei en Madame v. d. Broecke, die op de boulevard bekend was als Loulou. En juist door haar hevige kwaadheid en jalouzie blijkt haar liefde voor Karei. Frits wordt bedankt, de Vlaamsche vertrekt en de toeschouwers hebben na af loop alle reden om aan te nemen, dat Karei na niet al te langen tijd bij Phyllis zal terug- keeren als echtgenoot. Dit laat de schrijver echter niet zien. Hij breekt in de derde acte ineens af en laat de rest ter overdenking aan de bezoekers. Het derde bedrijf wordt daardoor wat kort en maakt minder indruk dan i en ii. De Haarlemmers hebben deze comedie voortreffelijk gespeeld. Dat was één geheel met vlot samenspel. Allereerst hulde aan de dames. Met zulke krachten kan het H. T. voor den dag komen. Mevr. Tijsseling was uitnemend als Phyl lis. Haar rijk genuanceerd spel deed de sce- nes leven. Haar spel met Frits, met Oom, met George, de moeilijke scenes in het twee de bedrijf, de felle scene aan tafel in III, het was alles vol leven en wel overdacht. Maar niet minder goed was mevr. A. van Dongen, die van de Belgische vluchtelinge een creatie gaf, die men niet licht zal verge ten. En wat klonk haar Vlaamsch eenig. Dat zou een beroepsartiste haar niet verbeterd hebben. Haar succes was groot en welver diend. Mevr. Christoffels—Cornelis was op arKer m en top een keurige en correcte mevr. Beiner, die uitstekend sprak. De heerenrollen in 't stuk zijn moeilijk en niet altijd even dankbaar. De heer Haman heeft van den ouden Beiner een kostelijk ty pe gemaakt en zijn leuke opmerkingen amu seerden in hooge mate. De heer v. Dongen wist de rol van Karelö, den verliefden Oom, door sober spel alle recht te doen, terwijl de heer Paauw als de niet gewenschte ver loofde, uitstekend zijn moeilijke en weinig dankbare rol vertolkte. De heer v. d. Horst mag nog met lof genoemd als George, ter wijl de heer Oostweld Jr. een zeer correcten huisknecht gaf, die zijn verhaal over de dienstboden in de Ille acte goed deed. De tooneelen, tuin en kamer van Phyllis, waren keurig verzorgd, terwijl ook de klee ding der dames en heeren in de puntjes was. Als geheel een voorstelling die gezien mocht worden en die het enthousiaste applaus der toeschouwers ruimschoots verdiende. Gisteravond was de voorstelling even succesvol en de leden waren niet minder vol daan. Aan 't slot van 't 2e bedrijf werden aan de drie medewerkende dames: Phyllis, Mme. v. d. Broecke en mevr. Beiner door den voorzitter van de Kamer, den heer G. Cloeck, met eenige hartelijke woorden fraaie bloemen aangeboden. G. Buiten verantwoora.elijkh.eid van de Re dactie. De opname in deze rubriek bewijst reen*zins dot de -ednrtie er mede instemt.) Mijnheer de Redacteur, Het Bestuur van Het Witte Kruis te Noordscharwoude is voornemens, met samenwerking der gemeente Sint Pan- cras, een tweede Wijkverpleegster aan te stellen, tevens in verband met het aanschaf fen van een hoogtezon-bestraling. Indien dit plan ten uitvoer wordt gebracht, is hier voor veel geld noodig. Zeer veel ingezetenen van den Langendijk zijn echter nog geen lid van de Wijkverpleging, hoewel deze al meermalen zijn aangezocht. Meermalen is het gebeurd, als de bode kwam vragen of zij genegen waren lid te worden, dat dan geantwoord werd: „O, als wij de zuster noodig zijn, kunnen wij altijd wel lid wor den"? Dit werkt voor een zoo hoogstaande ver- eeniging als de Wijkverpleging zeer moei lijk. Het bestuur is dan ook besloten om diegene, als zij de zuster noodig zijn een hooge entree te laten betalen, of de visite's welke de zuster maakt, volgens het bestaan de tarief in rekening te brengen. Wij kunnen dan ook niet anders doen, dan een ieder, die nog geen lid der Wijkverpleging is, aan raden om zoo spoedig mogelijk zich bij het bestuur of den bode aan te melden. HET BESTUUR. Mijnheer, Mag ik U Edele beleefd verzoeken om eenige plaatsruimte voor 't volgende? Bij voorbaat vriendelijk dank. DE SPORTPARK WATEROVERLAST. Niet alleen ondergeteekende, maar velen met mij, zullen teleurgesteld zijn, nu blijkt, dat de gestelde watervragen, laat ik ze zoo maar noemen, die in de laatste Raads vergadering gesteld zijn, terzijde zijn ge legd tot de volgende vergadering. Ik twijfel niet, of het zaakje bloedt dood en er wordt pas weer aan gedacht als het Sportpark weer blank staat. Wat is de oorzaak van dit teveel aan wa ter? En dan moet ik tegen de meening van de deskundigen in, zeggen, eerstens de nieuwe kleilaag onder de renbaan, deze is afloopend naar het middenterrein, en is zoo vast ge rold en geloopen, dat hij geen water door laat, overtuig u zelf tijdens een regenbui. En dan de nieuwe tribune, deze is wat waterafvoer betreft niet in orde, terwijl ook het paddock voor de tribune al zijn water naar het middenterrein stuurt. En wat is de oorzaak, dat op het middenterrein het water niet wegzakt? Het hooge buitenwater en de ondergrond van het terrein. Spit men op het Sportpark een gat dan vindt men op een diepte van 0.50 Meter een grondsoort, welke wij gewoonlijk noemen een roestlaag, keihard en welke het hemel water zeer slecht doorlaat. Daarna zand tot op een diepte van 1.25 Meter, dan stuit men op een veenlaag, licht veen, welke in het geheel geen water doorlaat. Wat kan men nu doen om het terrein droog en goed bespeelbaar te houden, alle hooge buitenwater ten spijt? Er is meer dan een maatregel, maar wel ke is duurzaam en goed? Om in de omstreken te blijven verwijs ik u naar het vliegkamp De Kooy, bij den Hel der, en vergelijk nu deze oppervlakte eens met ont Sportpark. Maak een zelfde draineering zooals daar en het terrein is goed en blijft goed. Daar is als volgt gewerkt: eerst een buis van 0.50 Meter, rondom voorzien van gaatjes, en rondom rustende in fijn grint, het volgen de buisje is zonder gaatjes, daarna weer een met, en in grint, en zoo maar steeds door om de andere. Sluit deze aan op een put, met een schuif, om 'n te grooten waterafvoer in den zomer te kunnen tegengaan en vanaf dezen put op de straatrioleering. Het voordeel van dit soort draineering is, dat naar behoefte wa ter al of niet kan worden afgevoerd. Onnoodig te zeggen, hoe uitgebreider het buizennet hoe beter, terwijl het mij niet om mogelijk lijkt, dat zoo gewerkt wordt, toch iederen Zendag liet veld bespeelbaar is Op deze manier heeft men geen hinder van hoog buitenwater. Hopende dat hieraan de nocdige aandacht mag worden geschonken Alkmaar, 18 Nov. '30. p. v. d. K. Centralisatie Naar aanleiding van de loopende geruch ten omtrent centralisatie der werkplaatsbe- drijven en opheffing van werkplaatsen bij de Nederlandsche Spoorwegen, heeft het Hbl te bevoegder plaatse inlichtingen ingewon-' nen, waarbij ons het volgende werd medege- deeld: De Nederlandsche Spoorwegen beschikken thans over de volgende groote werkplaatsen voor herstellen van het rollend materieel: centrale werkplaatsen te Haarlem, Tilburg* Utrecht en Zwolle, wagenwerkplaatsen ti Amersfoort en te Blerick. In de werkplaatsen te Haarlem, Tilburg en Zwolle worden zoowel locomotieven als rijtuigen hersteld, in de werkplaats te Utrecht rijtuigen en wagens, terwijl in de werkplaatsen te Amersfoort en Blerick alleen wagens worden gerepareerd. Zooals iedere spoorwegmaatschappij, streeft ook de N. naar verbetering van het werkplaatsbedrijf. In het kort sa mengen», men omvat deze verbetering: verkorten van den herstelduur van het materieel en ver minderen der herstelkosten, waarbij natuur lijk de kwaliteit van het werk op peil moet blijven. Verkorten van den herstelduur van het materiaal brengt als voordeelen mee, dat meer materieel (locomotieven, rijtuigen en wagens) voor den treindienst beschikbaar komt, maar bovendien dat minder werk plaatsruimte voor de herstellingen noodig is, daar minder materieel gelijktijdig voor herstellingen onderhanden behoeft te worden genomen. Verbetering van het werkplaatsbedrijf wordt.verkregen door: verbetering der werk tuigen en gereedschappen, verhoogen der arbeidsprestatie per man en verbetering der werkmethodes, met name door aanschaffen van moderne werktuigen, door een goed op. gezet premiestelsel en door invoeren van nieuwe werkmethodes, als o.a. autogeen- en electrisch lasschen, maar vooral door ver betering der organisatie en uitvoeren der werkzaamheden als massawerk en in ketting gang. Voor de doorvoering van beide laatst genoemde werkmethodes is bij de N. S. noo dig: centralisatie der bedrijven, d. w. z. uit voeren der gelijksoortige herstellingen op zoo min mogelijk plaatsen. Deze centralisatie wordt doorgevoerd voor onderdeelen als kop pelingen, buffers, draagmetalen enz. waarvan de herstellingen thans reeds op één plaats ge schieden, maar ook voor het materieel in zijn geheel. Uit dit oogpunt bekeken zou de ide ale toestand zijn: één locomotiefwerkplaats, één rijtuigwerkplaats en één wagenwerk plaats, maar er bestaan tegen een zoover doorgevoerde centralisatie weer bezwaren, als toeneming der transportkosten, risico bij bedrijfsstoringen (brand) enz. De Nederlandsche Spoorwegen centrali- seeren thans volgens een vast programma mei als voorloopig eindresultaat de volgende herstelplaatsen: centrale werkplaatsen Haar lem en Utrecht rijtuigen, centrale werkplaat sen Tilburg en Zwolle locomotieven, centrale werkplaatsen Amersfoort en Blerick wagens. In iedere werkplaats zal dan nog maar één soort van materieel hersteld worden, terwijl ieder soort materieel over twee werkplaatsen verdeeld wordt; voor het volledig uitvoeren van dit programma is dus nog noodig: op heffen der 'vagenh^rstellingen in de werk plaats Utrecht, Opheffen der locomotiefher- stellingen te Haarlem en opheffen der rij tuigherstellingen te Tilburg en Zwolle. Deze centralisatie kan slechts geleidelijk tot stand komen, in de eerste plaats omdat daarvoor noodig zijn belangrijke verbouwin gen in de werkplaatsen, welke gedeeltelijk nog uit verouderde gebouwen bestaan, gebouwd in een tijd, waarin het zware moderne mate riaal nog niet bestond en waarin aan de eco nomische zijde van het herstelbedrijf minder aandacht werd geschonken; maar bovendien vereischt het voorkomen van storingen in den regelmaat der herstellingen geleidelijkheid der invoering. Voor deze centralisaties zijn ver plaatsingen van het personeel onvermijdelijk; er wordt echter naar gestreefd deze verplaat singen tot een minimum te beperken. De resultaten van het werkplaatsbeheer der laatste jaren zijn gunstig. Niettegenstaande de stijging van het verkeer het aantal trein- kilometers nam in de laatste tien jaren met on geveer 40 toe kon het aantal werklieden met ongeveer 10 verminderd worden, ter wijl ook de totale kosten der herstellingen met 17 daalden. De herstelduur van het materieel kon in de laatste jaren ook belang- 283. Maar toen hij de groote deur weer wilde sluiten, toen duwden beiden er tegen, zoodat hij ze niet buiten kon slui ten. Wel heb ik van mijn leven'1, zeide de professor, heb je ooit zoo'n brutalen kerel gezien, die denkt, dat wij bedelaars zijn. aanstappen; want hij .Gilbert' s 284. Gelukkig kwam daar juist de koning Dat het de koning was kon men dadelijk zien, droeg een kroon en een jasje met bont afgezet, „unueu zeide de koning, „wat is hier aan de hand. En toen de lakei» die in een korte zijden broek en in een lange gekleurde jas was gekleed had gezegd, dat hij dacht, dat het wel eens bedelaars konden zijn, gaf de koning bevel, dat de bezoe kers moesten worden toegelaten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6