JeJó nieuws!
cMaqqïs JUjdmetüomakn töxp
Duofold
i»e iv0vhk» v eïnf vebkei:k v g etjtft»
Boeken
•een onverbeterlijke strooper.
Tooneei.
Verkrijgbaar in den Boekhandel
van de
N V. vh. HERMs. COSTER &Zn„
Voordam 9,. Telef. 3, Alkmaar.
Ingezonden stukken
Binnenland
werkplaatsbedrijf der
ned. spoorwegen
Hoeffelman. persisteerde bij zijn reeds ge
nomen requisitoir, waarbij het f 300 boete,
subs. 1 maand hechtenis had geëischl. Hij
ging nog even in op de verdediging van mr.
G. J, H Becker. waarbij deze had verklaard
uit bekomen inlichtingen te weten, dat ook
de in de advertenties aangeboden boekjes en
foto's niet aanstootelijk waren voor de eer
baarheid. Volgens het O. M. gaat het niet om
de boekjes en foto's, maar alleen om de ad
vertenties.
Mr. Becker vond geen aanleiding nog te
repliceeren. Uitspraak 2 December.
Hij wil zijn naam niet bekladden.
Dinsdag stond voor het kantongerecht te
Terborg een 51-jarige strooper uit Heeren-
berg terecht, die reeds niet minder dan 360
bekeuringen op zijn naam heeft.
Beklaagde brengt gemiddeld acht maanden
per jaar in het huis van bewaring door en
werd ook nu weer voor vier gevallen van
stroopen tot vier maanden gevangenisstraf
veroordeeld.
Tot zijn verdediging zeide verdachte te
moeten stroopen om te eten. Aan bedelen wil
de hij zich niet schuldig maken, daar hij met
een verblijf in Veenhuizen zijn naam niet
wilde bekladden.
DIEFSTAL.
Op 14 October 1.1. kwam een jongeman een
kantoor op de Brouwersgracht te Amsterdam
binnengeloopen en verzocht, even te mogen
telefoneeren. Het verzoek werd hem toege
staan, doch onmiddellijk na zijn vertrek be
merkte men, dat een geldkistje met 58 ver
dwenen was. De kantoorjuffrouw stuurde hem
dadelijk den fietsjongen achterna en op diens
aanwijzing, korten tijd later, werd in de
Haarlemmerstraat een jongeman gearresteerd
als verdacht van den diefstal.
Weliswaar was het geldkistje niet in het be
zit van den arrestant, maar er was een ge
tuige, die gezien had, dat hij in de Haarlem
merstraat een bruine tasch aan een fietser
overhandigde, terwijl een andere getuige ver
klaarde, dat een fietser, die onbekend geble
ven is, met een geweldige vaart in de Haar
lemmerstraat tegen een lantaarnpaal opreed,
kwam te vallen en vervolgens wegfietste met
achterlating van een bruine tasch, waarin bij
onderzoek het geldkistje met de 58 bleek té
zijn.
En waar ten overvloede nog de arrestant
door de kantoorjuffrouw werd herkend als de
jongeman met de bruine tasch, die kwam ver
zoeken om te mogen telefoneeren, werd hij in
hechtenis gehouden en vervolgd.
Ook voor de Vierde Kamer der Amsterdam-
sche rechtbank waarvoor hij zich te verant
woorden had, ontkende de 20-jarige verdach
te, een electricien, die reeds vier veroordee
lingen van tezamen vijf jaar achter den rug
heeft.
Het O. M. verklaarde het feit wettig en
overtuigend bewezen en vorderde één jaar
gevangenisstraf tegen den verdachte.
Uitspraak 3 December a.s.
„De verslaggever van de Nieuws
bode", door Tjeerd Adema, uitgave
van O. B. van Qoor &- Zenerts
uitg.-mij. te Den Haag.
Een van de weinige boeken, die iets ver
tellen uit de „wereld van schaar en lijmpot",
zooals het weieens een weinig smalend
heet. Wie dit boek gelezen heeft, zal echter
weten, dat er voor een goed journalist heel
wat meer noodig is dan dat hij kan knippen
en lijmen. Het geheele omvangrijke couran-
tenbedrijf, zoowel het redactioneel als het
technische, wNorden hierin behandeld.
Tjeerd Adema, zelf doorkneed in alle
journalistieke werkzaamheden, vertelt van
de ervaringen van een jongen pienteren
verslaggever, dien hij allerlei karweitjes
laat opknappen die zoo voor en na in het
krantenbedrijf voorvallen en waarbij goed
inzicht, snel handelen en speurzin zoo vaak
onmisbaar zijn.
Deze avonturen hebben soms wel een ge
vaarlijken kant, zooals Jan, de held van
het verhaal, ondervindt. Twee ervan
,het opstijgen van een luchtballon en de
jacht op dranksmokkelaars roepen herin
neringen wakker uit onze eigen omgeving,
terwijl voorts de behandeling van de kwestie
der al of niet opheffing van een school
den lezers van het boek, die in of in
de omgeving van Alkmaar wonen, niet onbe
kend zal voorkomen.
Overigens heeft de schrijver met vaardige
pen nog tal van andere herinneringen uit
zijn loopbaan opgehaald, die alles te zamen
het boek zeer lezenswaardig maken, ook al
omdat zij op vaak humoristische wijze wor
den voorgezet, al ontbreekt natuurlijk ook
de ernst niet.
De teekenaar Jan Lutz voorzag het werk
van tal van uitstekende illustraties.
Een jongensboek van buitengewoon gehal
te, dat ook door ouderen met graagte zal
worden gelezen.
„Oude en nieuwe Groninger liede
ren", door P. Groen, uitgave van de
N.V. W. D. Meinema, uitgeverij te
Delft.
Eindelijk dan is dit boek gereed en ver
schenen! Door verschillende omstandighe
den is deze uitgave, aanvankelijk verzorgd
door de Erven A. de Jager te Groningen,
vertraagd, maar nu zij eenmaal het licht
heeft gezien, zal ook weldra iedere Gronin
ger overtuigd zijn, dat het een werk is ge
worden van bijzonder groot belang voor de
folklore van de noordelijke provincie, die
zoo vaak een parel is genoemd aan de kroon
van Nederland. Met bijzondere interesse heb
ben wij kennis genomen van den inhoud en
we durven verzekeren, dat die zoowel als
de uitvoering de verwachting heeft overtrof
fen. Dat er zooveel liederen in Groningen
leven zal velen hebben verbaasd. Wij trof
fen er oude, zelfs heel oude in aan, waarvan
bij de meesten zeker niet meer dan enkele
fragmenten bekend zijn, en daarnaast an
dere, die ook thans nog door velen worden
gezongen. En bij alle liederen is de piano
begeleiding opgenomen en daarbij treft men
waar noodig een historische toelichting aan,
die de waarde van deze werkelijk éénige
uitgaaf aanmerkeiijk verhoogt.
Een attractie op zichzelf, die deze uitgave
bijzonder aantrekkelijk maakt, zijn de toe
passelijke houtsneden bij elk nummer, ge
maakt door N. J. B. Bulder.
Wij houden er ons van overtuigd, dat vele
oud-Groningers in deze streken zich het
boek zullen willen aanschaffen, om er uit te
zingen niet alleen in de huiskamer maar ook
op hunne bijeenkomsten.
Het boek is gesplitst in twee deelen, elk
van circa 50 liedjes, ongeveer 100 bladzijden
mooi stevig papier. Beide deelen zijn cok
samengebonden verkrijgbaar.
Smeulende vuren", door E. W.
Savi, uitgave J. Philip Kruseman te
's-Gravenhage.
Dit boek, behoorende tot Savi's Indische
romanserie, mag een eerste plaats innemen
onder de ontspannings-litteratuur. Geschre
ven met groote kennis van de toestanden in
Britsch-Indië, geeft het een kijk op het leven
van de ambtenaarsfamilies, die daar geves
tigd zijn. Het verhaalt van de werkzaam
heden en de amusementen en doet daarbij
zonder allerlei onnoodige uitweidingen de
hoofdpersonen van het verhaal voor ons le
ven. In het middelpunt staat Ray Meredith's
mooie kindvrouwtje Joyce, die een hekel had
aan Indië alleen omdat zij vreesde dat haar
baby er niet gezond en flink zou opgroeien.
In haar overdreven bezorgdheid weigert zij
met haar man een kamp te betrekken, wat
voor hem voor zijn taak als rechtsprekend
ambtenaar noodig was; Joyce wil in haar
woonplaats blijven, omdat zij daar eerder
doktershulp voor het kind zou kunnen krij
gen. Dr. Dalton, een in zichzelf gekeerd
man, speelt een groote rol in het leven van
haar, die zich van geen kwaad bewust is.
hoewel de buitenwereld veel heeft aan te
merken op den omgang tusschen beiden.
Dan komt ineens het besef over haar, dat
zij niet goed deed en in overspannen toe
stand weet zij van haar man toestemming te
krijgen om met het kind naar Engeland te
vertrekken. Ray blijft alleen achter, niet we
tend wat er gebeurd is, en daardoor zijn
vrouw haar vertrek kwalijk nemend. Een
zaam in het kamp verblijvend overvalt hem
een zonnesteek. Dokter Dalton, die beseft
dat hij wat heeft goed te maken, behandelt
hem met de grootste zorg en bereikt zijn
herstel. Tot verdere verpleging komt er een
verpleegster, die blijkt de eertijds weggeloo-
pen vrouw van den dokter te zijn en deze
maakt van den patiënt zooveel werk, dat
iedereen er over spreekt op minder gunstige
wijze. Door toedoen van de bijzonder hoog
staande Honor Bright, die van den dokter
houdt en haar teleurstelling in hem nauwe
lijks kan verbergen op het vernemen dat hij
reeds getrouwd was, komen de twee weer bij
elkaar, al is het ook slechts voor den vorm.
Hcnor maakt ook dat Joyce weer terug
keert, juist op tijd om de verpleegster uit de
omgeving van haar man te doen verdwij
nen.
Voortdurend blijft Honor werkzaam om te
vereenigen wat eenmaal bij elkaar behoort,
en als loon krijgt zij ten slotte ook nog een
gelukkig huwelijksleven met den dokter, na
dat diens eerste vrouw is gevallen door een
moordenaarshand, die tegen den dokter was
opgeheven.
Een boek dat den lezer van begin tot ein
de boeit, prettig geschreven als het is, met
een goede vertaling van L. D. A. P. van Son.
H.
PHYLLIS, COMEDIE IN DRIE
BEDRIJVEN VAN MR. C. P. VAN
ROSSEM, DOOR HET HAARLEMSCH
TOONEEL.
De Kon. Rederijkerskamer Bilderdijk heeft
hare leden een verrassing bereid. Want de
opvoering van Phyllis door het H. T. was
uitstekend en heeft de leden een genotvollen
avond bereid. Het H. T. is een bloeiende en
hardwerkende dilettantenvereeniging uit de
bloemenstad. Zij werkt onder leiding van den
bekende acteur Joh. Kaart Jr. en de hand
van den beroepsregisseur is in de geheele
voorstelling te voelen. De werkende leden
merken dat ze vooruitgaan en dat wakkert
de ambitie sterk aan. Het H. T. heeft het
druk. Na Vrijdag j.1. vier een-acters te heb
ben opgevoerd, speelden de leden hier twee
maal voor Bilderdijk en nu volgen Zaterdag
en Maandag twee opvoeringen van Femina.
Daarna gaat de vereen, met Phyllis twee
maal naar 't concours n.1. te Zaandijk en te
Leiden. Na hetgeen wij hier van het H- T.
hebben gezien, kunnen wij gerust verklaren,
dat de andere deelnemende vereenigingen op
de concoursen heel sterk zullen moeten spe
len om de Haarlemmers te kloppen.
Het stuk van Mr. v. Rossum speelt in 't
begin van den grooten oorlog, na de komst
der Belgische vluchtelingen. Bij de familie
Beiner komt als nieuwe huisgenoote Madame
v. d. Broecke, een echte Vlaamsche. De oude
Beiner, getrouwd met een veel jongere
vrouw, vindt haar erg aardig. Zij kan zulke
„mooie" verhaaltjes vertellen. Phyllis, de
ruim twintigjarige dochter des huizes, heeft
vele aanbidders, met wie zij onbarmhartig
flirt. Geen enkele interesseert haar eigenlijk.
Het meest heeft zij oo met haar oom Karei,
broer van haar moeder, die een vroolijk le
ventje heeft geleid, en nu ook als huisgenoot
bij de Beiners is. Spoedig blijkt dat Phyllis
haar twintig jaar ouderen oom graag mag
lijden. Zij verlooft zich om haar ouders te
believen met Frits van Zweechen. Maar voor
den jongen wordt dit 'n marteling. Eindelijk
moet het wel tusschen Phvllis en Karei tol
een verklaring komen. Doch dan blijkt
meteen de verhouding, die er reeds lang be
staan heeft tusschen Karei en Madame v. d.
Broecke, die op de boulevard bekend was
als Loulou. En juist door haar hevige
kwaadheid en jalouzie blijkt haar liefde voor
Karei. Frits wordt bedankt, de Vlaamsche
vertrekt en de toeschouwers hebben na af
loop alle reden om aan te nemen, dat Karei
na niet al te langen tijd bij Phyllis zal terug-
keeren als echtgenoot. Dit laat de schrijver
echter niet zien. Hij breekt in de derde acte
ineens af en laat de rest ter overdenking
aan de bezoekers. Het derde bedrijf wordt
daardoor wat kort en maakt minder indruk
dan i en ii.
De Haarlemmers hebben deze comedie
voortreffelijk gespeeld. Dat was één geheel
met vlot samenspel. Allereerst hulde aan de
dames. Met zulke krachten kan het H. T.
voor den dag komen.
Mevr. Tijsseling was uitnemend als Phyl
lis. Haar rijk genuanceerd spel deed de sce-
nes leven. Haar spel met Frits, met Oom,
met George, de moeilijke scenes in het twee
de bedrijf, de felle scene aan tafel in III,
het was alles vol leven en wel overdacht.
Maar niet minder goed was mevr. A. van
Dongen, die van de Belgische vluchtelinge
een creatie gaf, die men niet licht zal verge
ten. En wat klonk haar Vlaamsch eenig. Dat
zou een beroepsartiste haar niet verbeterd
hebben. Haar succes was groot en welver
diend. Mevr. Christoffels—Cornelis was op
arKer
m
en top een keurige en correcte mevr. Beiner,
die uitstekend sprak.
De heerenrollen in 't stuk zijn moeilijk en
niet altijd even dankbaar. De heer Haman
heeft van den ouden Beiner een kostelijk ty
pe gemaakt en zijn leuke opmerkingen amu
seerden in hooge mate. De heer v. Dongen
wist de rol van Karelö, den verliefden Oom,
door sober spel alle recht te doen, terwijl
de heer Paauw als de niet gewenschte ver
loofde, uitstekend zijn moeilijke en weinig
dankbare rol vertolkte. De heer v. d. Horst
mag nog met lof genoemd als George, ter
wijl de heer Oostweld Jr. een zeer correcten
huisknecht gaf, die zijn verhaal over de
dienstboden in de Ille acte goed deed.
De tooneelen, tuin en kamer van Phyllis,
waren keurig verzorgd, terwijl ook de klee
ding der dames en heeren in de puntjes was.
Als geheel een voorstelling die gezien mocht
worden en die het enthousiaste applaus der
toeschouwers ruimschoots verdiende.
Gisteravond was de voorstelling even
succesvol en de leden waren niet minder vol
daan. Aan 't slot van 't 2e bedrijf werden
aan de drie medewerkende dames: Phyllis,
Mme. v. d. Broecke en mevr. Beiner door den
voorzitter van de Kamer, den heer G.
Cloeck, met eenige hartelijke woorden fraaie
bloemen aangeboden.
G.
Buiten verantwoora.elijkh.eid van de Re
dactie. De opname in deze rubriek bewijst
reen*zins dot de -ednrtie er mede instemt.)
Mijnheer de Redacteur,
Het Bestuur van Het Witte Kruis te
Noordscharwoude is voornemens, met
samenwerking der gemeente Sint Pan-
cras, een tweede Wijkverpleegster aan te
stellen, tevens in verband met het aanschaf
fen van een hoogtezon-bestraling. Indien dit
plan ten uitvoer wordt gebracht, is hier
voor veel geld noodig. Zeer veel ingezetenen
van den Langendijk zijn echter nog geen
lid van de Wijkverpleging, hoewel deze al
meermalen zijn aangezocht. Meermalen is
het gebeurd, als de bode kwam vragen of
zij genegen waren lid te worden, dat dan
geantwoord werd: „O, als wij de zuster
noodig zijn, kunnen wij altijd wel lid wor
den"?
Dit werkt voor een zoo hoogstaande ver-
eeniging als de Wijkverpleging zeer moei
lijk. Het bestuur is dan ook besloten om
diegene, als zij de zuster noodig zijn een
hooge entree te laten betalen, of de visite's
welke de zuster maakt, volgens het bestaan
de tarief in rekening te brengen. Wij kunnen
dan ook niet anders doen, dan een ieder,
die nog geen lid der Wijkverpleging is, aan
raden om zoo spoedig mogelijk zich bij het
bestuur of den bode aan te melden.
HET BESTUUR.
Mijnheer,
Mag ik U Edele beleefd verzoeken om
eenige plaatsruimte voor 't volgende? Bij
voorbaat vriendelijk dank.
DE SPORTPARK WATEROVERLAST.
Niet alleen ondergeteekende, maar velen
met mij, zullen teleurgesteld zijn, nu blijkt,
dat de gestelde watervragen, laat ik ze
zoo maar noemen, die in de laatste Raads
vergadering gesteld zijn, terzijde zijn ge
legd tot de volgende vergadering. Ik twijfel
niet, of het zaakje bloedt dood en er wordt
pas weer aan gedacht als het Sportpark
weer blank staat.
Wat is de oorzaak van dit teveel aan wa
ter?
En dan moet ik tegen de meening van de
deskundigen in, zeggen, eerstens de nieuwe
kleilaag onder de renbaan, deze is afloopend
naar het middenterrein, en is zoo vast ge
rold en geloopen, dat hij geen water door
laat, overtuig u zelf tijdens een regenbui.
En dan de nieuwe tribune, deze is wat
waterafvoer betreft niet in orde, terwijl ook
het paddock voor de tribune al zijn water
naar het middenterrein stuurt. En wat is de
oorzaak, dat op het middenterrein het water
niet wegzakt? Het hooge buitenwater en de
ondergrond van het terrein.
Spit men op het Sportpark een gat dan
vindt men op een diepte van 0.50 Meter een
grondsoort, welke wij gewoonlijk noemen
een roestlaag, keihard en welke het hemel
water zeer slecht doorlaat. Daarna zand tot
op een diepte van 1.25 Meter, dan stuit men
op een veenlaag, licht veen, welke in het
geheel geen water doorlaat.
Wat kan men nu doen om het terrein
droog en goed bespeelbaar te houden, alle
hooge buitenwater ten spijt?
Er is meer dan een maatregel, maar wel
ke is duurzaam en goed?
Om in de omstreken te blijven verwijs ik
u naar het vliegkamp De Kooy, bij den Hel
der, en vergelijk nu deze oppervlakte eens
met ont Sportpark.
Maak een zelfde draineering zooals daar
en het terrein is goed en blijft goed. Daar is
als volgt gewerkt: eerst een buis van 0.50
Meter, rondom voorzien van gaatjes, en
rondom rustende in fijn grint, het volgen
de buisje is zonder gaatjes, daarna weer een
met, en in grint, en zoo maar steeds door om
de andere.
Sluit deze aan op een put, met een schuif,
om 'n te grooten waterafvoer in den zomer
te kunnen tegengaan en vanaf dezen put op
de straatrioleering. Het voordeel van dit
soort draineering is, dat naar behoefte wa
ter al of niet kan worden afgevoerd.
Onnoodig te zeggen, hoe uitgebreider het
buizennet hoe beter, terwijl het mij niet om
mogelijk lijkt, dat zoo gewerkt wordt,
toch iederen Zendag liet veld bespeelbaar is
Op deze manier heeft men geen hinder van
hoog buitenwater. Hopende dat hieraan de
nocdige aandacht mag worden geschonken
Alkmaar, 18 Nov. '30. p. v. d. K.
Centralisatie
Naar aanleiding van de loopende geruch
ten omtrent centralisatie der werkplaatsbe-
drijven en opheffing van werkplaatsen bij de
Nederlandsche Spoorwegen, heeft het Hbl
te bevoegder plaatse inlichtingen ingewon-'
nen, waarbij ons het volgende werd medege-
deeld:
De Nederlandsche Spoorwegen beschikken
thans over de volgende groote werkplaatsen
voor herstellen van het rollend materieel:
centrale werkplaatsen te Haarlem, Tilburg*
Utrecht en Zwolle, wagenwerkplaatsen ti
Amersfoort en te Blerick.
In de werkplaatsen te Haarlem, Tilburg
en Zwolle worden zoowel locomotieven als
rijtuigen hersteld, in de werkplaats te
Utrecht rijtuigen en wagens, terwijl in de
werkplaatsen te Amersfoort en Blerick alleen
wagens worden gerepareerd.
Zooals iedere spoorwegmaatschappij,
streeft ook de N. naar verbetering van het
werkplaatsbedrijf. In het kort sa mengen»,
men omvat deze verbetering: verkorten van
den herstelduur van het materieel en ver
minderen der herstelkosten, waarbij natuur
lijk de kwaliteit van het werk op peil moet
blijven. Verkorten van den herstelduur van
het materiaal brengt als voordeelen mee, dat
meer materieel (locomotieven, rijtuigen en
wagens) voor den treindienst beschikbaar
komt, maar bovendien dat minder werk
plaatsruimte voor de herstellingen noodig
is, daar minder materieel gelijktijdig voor
herstellingen onderhanden behoeft te worden
genomen.
Verbetering van het werkplaatsbedrijf
wordt.verkregen door: verbetering der werk
tuigen en gereedschappen, verhoogen der
arbeidsprestatie per man en verbetering der
werkmethodes, met name door aanschaffen
van moderne werktuigen, door een goed op.
gezet premiestelsel en door invoeren van
nieuwe werkmethodes, als o.a. autogeen- en
electrisch lasschen, maar vooral door ver
betering der organisatie en uitvoeren der
werkzaamheden als massawerk en in ketting
gang. Voor de doorvoering van beide laatst
genoemde werkmethodes is bij de N. S. noo
dig: centralisatie der bedrijven, d. w. z. uit
voeren der gelijksoortige herstellingen op zoo
min mogelijk plaatsen. Deze centralisatie
wordt doorgevoerd voor onderdeelen als kop
pelingen, buffers, draagmetalen enz. waarvan
de herstellingen thans reeds op één plaats ge
schieden, maar ook voor het materieel in zijn
geheel. Uit dit oogpunt bekeken zou de ide
ale toestand zijn: één locomotiefwerkplaats,
één rijtuigwerkplaats en één wagenwerk
plaats, maar er bestaan tegen een zoover
doorgevoerde centralisatie weer bezwaren,
als toeneming der transportkosten, risico bij
bedrijfsstoringen (brand) enz.
De Nederlandsche Spoorwegen centrali-
seeren thans volgens een vast programma
mei als voorloopig eindresultaat de volgende
herstelplaatsen: centrale werkplaatsen Haar
lem en Utrecht rijtuigen, centrale werkplaat
sen Tilburg en Zwolle locomotieven, centrale
werkplaatsen Amersfoort en Blerick wagens.
In iedere werkplaats zal dan nog maar één
soort van materieel hersteld worden, terwijl
ieder soort materieel over twee werkplaatsen
verdeeld wordt; voor het volledig uitvoeren
van dit programma is dus nog noodig: op
heffen der 'vagenh^rstellingen in de werk
plaats Utrecht, Opheffen der locomotiefher-
stellingen te Haarlem en opheffen der rij
tuigherstellingen te Tilburg en Zwolle.
Deze centralisatie kan slechts geleidelijk
tot stand komen, in de eerste plaats omdat
daarvoor noodig zijn belangrijke verbouwin
gen in de werkplaatsen, welke gedeeltelijk nog
uit verouderde gebouwen bestaan, gebouwd
in een tijd, waarin het zware moderne mate
riaal nog niet bestond en waarin aan de eco
nomische zijde van het herstelbedrijf minder
aandacht werd geschonken; maar bovendien
vereischt het voorkomen van storingen in den
regelmaat der herstellingen geleidelijkheid der
invoering. Voor deze centralisaties zijn ver
plaatsingen van het personeel onvermijdelijk;
er wordt echter naar gestreefd deze verplaat
singen tot een minimum te beperken.
De resultaten van het werkplaatsbeheer der
laatste jaren zijn gunstig. Niettegenstaande
de stijging van het verkeer het aantal trein-
kilometers nam in de laatste tien jaren met on
geveer 40 toe kon het aantal werklieden
met ongeveer 10 verminderd worden, ter
wijl ook de totale kosten der herstellingen met
17 daalden. De herstelduur van het
materieel kon in de laatste jaren ook belang-
283. Maar toen hij de groote deur weer wilde sluiten, toen
duwden beiden er tegen, zoodat hij ze niet buiten kon slui
ten. Wel heb ik van mijn leven'1, zeide de professor, heb je
ooit zoo'n brutalen kerel gezien, die denkt, dat wij bedelaars
zijn.
aanstappen;
want hij
.Gilbert'
s
284. Gelukkig kwam daar juist de koning
Dat het de koning was kon men dadelijk zien,
droeg een kroon en een jasje met bont afgezet, „unueu
zeide de koning, „wat is hier aan de hand. En toen de lakei»
die in een korte zijden broek en in een lange gekleurde jas
was gekleed had gezegd, dat hij dacht, dat het wel eens
bedelaars konden zijn, gaf de koning bevel, dat de bezoe
kers moesten worden toegelaten.