DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Westerlicht JVo. 28Ö DO ADERDAG 27 AOVEJIBER 1930 132e Jaargang. Uit het Parlement Dagelijksch overzicht* Buitenland Artistiek kont- en leerwerk, batik kleetien, Jap. en Chin. Import Ilappy-eoals. JFa. l nn Mlovst, Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- an Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.5*. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 1.25, bij groots contraeten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij v/k. HERMs. POSTER A ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAS. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 26 Nov. 1930. De Eerste Kamer heeft heden behalve aan een paar kleinere ontwerpen haar goedkeu ring gehecht aan de wet op de Arbeidsbe middeling, welke bedoelt een wettelijke rege ling te geven aaa het werken van arbeids beurzen, arbeidsbureaux, die hun diensten kosteloos verleenen en plaatsingbureaux, welke voor geld werkzaam zijn en nu een vergunning zullen moeten aanvragen. De heer Gelderman (lib.) vond de regeling vrijwel overbodig, achtte die betreffende de plaatsingbureaux, die tegen geld hun dien sten verleenen, niet billijk, daar ze ten ge volge van de door de wet gestelde voorwaar den op den duur zullen uitsterven. Ook keur de hij het af, dat bij deze wet aan de arbeids beurzen in geval van saking verboden zal worden aan de strijdende partijen diensten te bewijzen. De heeren De Bruyn (r.k.) en Dans (s.d. a.p.) waren over het algemeen zeer goed over het ontwerp "te spreken. Eerstgenoemde was er echter in het geheel niet mee inge nomen, dat de wet aan de plaatsingsbureaux nog tijd van leven gunde; ze hadden op kor ten termijn moeten verdwijnen! De heer Pollema (c.h.) nam het op voor die bureaux, daar het toch waarlijk geen schande is om tegen geld makelaarsdiensten aan werkzoekenden of werkgevers te verlee nen en de thans bestaande 150 bureaux toch niet alle werken der duisternis verrichten! Het is bekend, dat de bureaux, die er werk van maken artisten aan een positie te hel- Een, weieens leelijke dingen doen, maar men ad kunnen volstaan met verscherping van het toezicht. Minister Verschuur heeft het ontwerp uit voerig verdedigd en daarbij de noodzakelijk heid betoogd, dat in geval van staking ten arbeidsbeurs zich er buiten moet houden. Particuliere bureaux blijven natuurlijk vrij hun bemiddeling te verleenen. Tegenover den heer Pollema legde de minister er den nadruk op, dat de plaatsingsbureaux niet meer zijn dan makelaars, zich er niet om bekommeren of de door hen geleverde werkkrachten ge schikt zijn en bovendien zich tegenover ar tisten en andere afhankelijke personen aan afpersing en erger schuldig maken. De ver dwijning van die bureaux is intusschen vol strekt niet onvermijdelijk. Nadat dit ontwerp zonder hoofdelijke stemming was goedgekeurd, kwam aan de orde het wetsvoorstel betreffende de winkel sluiting. De waarschijnlijkheid, dat de Kamer het voorstel zal aannemen achten wij zeer groot. Wel zijn er bedenkingen tegen geopperd in de eerste plaats van katholieke zijde, met name door den heer Dobbelman, maar daar hij zijn stem, en die zijner partijgenooten wilde laten afhangen van het antwoord des ministers, mag men vermoeden, dat zij zich wel voor rede vatbaar zullen toonen. De heer Dobbelman was anders niet bli ld voor de gebreken van de ontworpen rege ling, erkende, dat de kleine winkeliers er al licht door in moeilijkheden kunnen geraken, dat de Joodsche winkeliers er schade door zullen lijden, terwijl de venters er in een te gunstige conditie door komen. Omtrent de re geling betreffende den Zondag was hij ook niet tevreden, maar hij meende, dat een nieu we Zondagswet zou moeten voorgaan. Hoe denkt de minister daarover? Van diens ant woord wilde hij zijn stem laten afhangen. De heer Van den Bergh (lib.) heeft een uitvoerige rede tegen het voorstel gehouden en nadrukkelijk betoogd, dat de regeling groote nadeelen voor verschillende catego rieën van burgers zal medebrengen, dat de wet feitelijk overbodig was en dat invoering er van in deze moeilijke tijden ongeoorloofd was. Hij vroeg daarom den minister of het niet mogelijk was de inwerkingtreding der wet op te schorten tot betere tijden. De volgende spreker, de heer De Gijselaar (c.h.), verklaarde zich evenals de heer Van den Bergh namens zijn fractie tegenstander van het voorstel. Het ware veel beter ge weest, wanneer de regeering een wet had voorgedragen, waarbij enkel aan de gemeen ten ae verplichting werd opgelegd een win kelsluitingsvordering te maken en daarmee had volstaan. De heer Hendriks (r.k.) toonde zich een groot voorstander van het ontwerp en dat deden de volgende sprekers, de heeren Dans (s.d.a.p.), Van Citters (a.r.) en Hermans (s d. a P-) evenzeer. De heer Van Citters die na- ncns zijn fractie het woord voerde had wel vool kritiek op het voorstel, maar de belofte van den minister, dat hij de regeling der Zondagsrust ter hand zou nemen, had hem en zijn vrienden zoo vriendelijk gestemd, dat 2'j nu maar voor het voorstel zouden stem men. Ook deed de heer Van Sasse van tJsselt (r.k.) zich hooren Misschien is n.'J niet zoo vast in het partijverband, dat hij zich toch nog onder de tegenstanders zal scharen Hij had ten minste heel wat bezwa ren, ook van juridischen aard wat betreft de bepalingen betreffende den Zondag, die niet 'n nvereenstemming waren met de oude Zon dagswet en daarom drong hij er bij den mi nister op aan met de invoering van deze wet te wachten tot er een nieuwe Zondagwet is. Van het antwoord van den minister op zijn vragen liet hij nadrukkelijk zijn stem afhan gen. Morgen komt minister Verschuur aan het woord. De Tweede Kamer is heden begonnen mei te verwerpen de beide moties, bij de begroo ting van Arbeid ten gunste van de tand- technici ingediend. De motie van mevr. BakkerNort om de termijn van bevoegdheid voor de bij het examen gezakten te verlengen werd verwor pen met 61 tegen 27 stemmen, die van mevr De Vries—Bruins om aan de gezakten een schadeloosstelling toe te kennen werd afge wezen met 53 tegen 35 stemmen. Met 64 tegen 26 stemmen heeft de Kamer zich vereenigd me* de motie-Brautigam in zake regeling van het voorschot aan de Kon. Holl. Lloyd verleenen in 1931 in afwach ting van een onderzoek naar de mogelijkheid van reorganisatie van het bedrijf. Daarop is de behandeling van het betreffende wets uit werp geschorst. Hierop is de Kamer overgegaan tot behan deling van de Begrooting van Onderwijs. Toen de vergadering egen 7 uur uiteen ging hadden zich niet minder dan 15 sprekers doen hooren en van allerlei is ter sprake ge komen. Zoo bestreed de heer Van Wijnber gen (r.k.) de motie-Lingbeek tot verlaging van de salarissen van de geestelijke onderwij zers en onderwijzeressen. Mej. Westerman (lib.) drong onder meer aan op de spoedige indiening van een nieuwe wet op het middel baar en gymnasiaal onderwijs. Mej. Groene- weg (s.d.a.p.) drong aan op een definitieve regeling van het spellingvraagstuk. In be ginsel vereenigde zij zich met de motie-Ling beek, maar gaf een betere redactie aan de hand, welke de heer Lingbeek bij zijn nadere verdediging der motie overnam. De heer Ter Laan (s.d.a.p.) pleitte voor verbetering van het volksonderwijs en het voorbereidend on derwijs. De heer Zijlstra (a.r.) verklaarde zich zeer ingenomen met het beleid van de zen minister. Ook de heer Ketelaar (v.d.) kwam op voor een nieuwe regeling van het middel baar en gymnasiaal onderwijs. Tevens drong hij bij den minister er op aan bij zijn ambt genoot van Financiën een goed woord te doen voor de verbetering van de salarissen der onderwijzers. De heer Tilanus (c.h.) juichte het toe, dat de minister het spellingvraagstuk had ter hand genomen. Hij verklaarde zich tegen de motie-Lingbeek. De heer Gerhard (s.d.a.p.) kwam op voor een betere regeling van de lichamelijk oefe ning. De heer Visscher (a.-r.) drong aan op zui nigheid bij het onderwijs. De heer Duymaer van Twist (a.r.) ver zocht verhooging van het bedrag uitgetrok ken voor het onderwijs aan schipperskinde ren- Dit is een zeer kleine bloemlezing van alle punten welke ter sprake zijn gekomen. We hopen, dat de lezers het voor ditmaal vol doende zullen vinden. DE ONRUST IN EUROPA. Men ziet denkbeeldig oorlogsgevaar. De reis van dr. Schacht naar Amerika. Alle congressen, conferenties en Volken- bondsvergaderingen ten spijt, niettegenstaan de alle propaganda voor een bestendigde vrede, hoort men voortdurend en in elk land schier van oorlogsgevaar spreken. Daar zijn eerst de verliezers van den wereldoorlog, die ontevreden blijven. Zij willen herziening van de vredesverdragen op meer dan een punt. En zij worden sterk gesteund door Italië, dat nog altijd groote plannen schijnt te koesteren en°nog steeds droomt van een opperheer schappij in de Miadellandsche Zee. Herziening van de vredesverdragen! Maar is daar in Frankrijk niet een zekere Tardieu, die verklaard heeft, dat herziening juist oorlog zou beteekenen? Hier staan dus twee groote partijen tegen over elkaar en hoe de oplossing nu gevonden moet worden, is een kwestie, die vooralsnog niet is opgelost. Daar komt nog als derde punt bij de hui dige grensregeling in Oost-Duitschland Vol gens dr. Curtius zou Duitschland met de tegenwoordige regeling nooit genoegen kun nen nemen. Ook daar moet dus verandering komen en ook daaruit kunnen dus kwesties rijzen. Er is dus aanleiding genoeg, om van een gewapende vrede te spreken. Iets anders is echter, of er momenteel werkelijk oorlogsge vaar dreigt. En dan meenen we dit te moeten ontkennen. Weliswaar zijn Frankrijk en Italië nu niet bepaald dikke vrienden, maar toch zullen ze elkaar heusch niet zoo gauw is de haren vliegen. Italië zal werkelijk niet een riskanten oorlog wagen tegen een zoo zwaar bewapend land als Frankrijk, vooral niet, omdat Frankrijk nog altijd sterker is dan het land van Mussolini. 0 Zou Duitschland een oorlog willen. Ook dat is niet aan te nemen. Zeker, er bestaan wel groepen in het Duitsche rijk, die nog al tijd oorlogszuchtig zijn, maar deze groepen zijn zoo zwak, dat ze eigenlijk niets in te brengen hebben. Een feit is, dat geen enkele Duitscher onder de leidende staatsmannen te vinden is, die de verantwoordelijkheid van een oorlog op zich zou durven nemen. En nu mogen de Franschen wel eens spoken in Duitschland zien, een Duitsche aanval is niet te verwachten. Een andere kwestie is de internationale cri sistoestand. In elk land heerscht werkeloos heid, in elk land zijn de belastingen druk kend voor de bevolking, in elk land heerscht een zekere mate van ontevredenheid. Mochten deze excessen tot eenige wrijving aanleiding geven, dan zouden daaruit wel inlandsche onlusten kunnen ontstaan, maar toch zeker geen oorlogen tusschen twee of meer landen. Inmiddels zou de algemeene onrust voor- loopig het best te bestrijden zijn door een be vredigende regeling van de kwestie der oor logsschulden, en in dit verband moeten we even herinneren aan de reis, die dr. Schacht, gewezen president van de Duitsche Rijksbank, naar Amerika gemaakt heeft. Schacht heeft in tal van met aandacht be luisterde redevoeringen den Amerikanen het probleem der oorlogsschulden uiteengezet en gewezen op den samenhang tusschen de schadevergoedingsbetalingen en de algemee ne malaise. De Franschen zijn er als de kippen bij om de uitwerking van Schacht's betoog te beper ken. De New-York Herald Tribune had vooraanstaande Franschen op economisch gebied geinterviewd en die waren het er over eens, dat Duitschland alleen door zijn eigen geldwegsmijterij in moeilijkheden is geraakt, en dat er in ieder geval van verlaging der Young-betalingen geen sprake kan zijn, in dien de Amerikanen hun vorderingen op de geallieerden niet verlagen. De Fransche redeneering kan als een aan vulling van Schacht's betoog opgevat wor den, in dien zin, dat, wanneer de Amerikanen door Schacht overtuigd zijn, ze ook den prijs daarvoor moeten betalen, waarvan Schacht voorzichtigheidshalve niet zoo duidelijk repte: de verlaging van hun vorderingen óp Europa. Of de Amerikanen daarvoor nu zullen voelen, staat te bezien. Zoolang Ame rika het echter niet met Europa over de kwes tie der oorlogsschulden eens wordt, zal men in Frankrijk een sterk verzet beleven tegen de Duitsche pogingen om uitstel of vermindering der Young-betalingen te krijgen. Zoodoende kan deze laatste kwestie, inplaats van tot 'n oplossing te leiden die verstrekkende gun stige gevolgen zou hebben, tot vergrooting van de onrust voeren. De eerste voorwaarde, waaraan bij een revisie der Young-regeling voldaan moet worden, is inschikkelijkheid van Amerikaanschen kant. Of die verkregen zal worden door het overbrengen der Fransch-Duitsche geschillen naar Ameri kaanschen bodem, zooals door de Herald Tribune enquête contra de lezingen van Schacht dreigt te geschieden, is een vraag waarop moeilijk bevestigend antwoord valt te geven. DE OPGELOSTE CRISIS IN HET BELGISCHE KABINET. Motie van vertrouwen in de Ka mer aangenomen. De Belgische Kamer heeft gistermiddag met 95 tegen 69 stemmen en 7 onthoudingen de motie van vertrouwen, ingediend door andevijvere (Kath.) en Devèze (Liberaal) aangenomen. Tegen stemden de socialisten en Vlaamsch -Nationalisten, terwijl de Vlaamsch-Katho- lieken Van Cauwelaert en Sap, alsmede en kele Liberalen zich van stemming onthielden, tigd. Burgemeester Max antwoordde, dat het ge meentebestuur van oordeel is, dat een straat slechts één naam mag hebben. Anders komt er verwarring en vergen de opschriften te veel plaats. De wet stelt verplicht in de beide talen aan te duiden of het een straat, boule vard of plein betreft, doch de naam zelf be hoeft niet te worden vertaald. Vandaar dat de Vlaamsche straatnemen niet in het Fransch en de Fransche niet in het Vlaamsch worden vertaald. De taalkwestie heeft hier niets mede te maken, hetgeen ophitsend werkt is dat men van concessie tot concessie tegenover de Vlamingen en ten slotte tot al- geheele capitulatie komt Hoe dwaas het met de Brusselsche straat namen is gesteld, deed de socialist Leeuw nog uitkomen door er op te wijzen, dat de Rue Royale op den eenen hoek met Koningsstraat, op den anderen met Koninklijke Straat wordt aangeduid CREDIETEN VOOR DE FRANSCHE DEFENSIE. Felle critiek van Renaudel. De Fransche Kamer is gisteren, aldus het Hbld., begonnen met de discussie over dr suppletoire credieten voor de nationale defen sie in het begrootingsjaar 1930—'31. Het betreft een bedrag van c.a. een mil liard. De afg. Renaudel (soc.) deelde mede, dal zijn fractie tegen het voorstel zal stemmen en beweerde, dat men deze credieten vroeg omdat bepaalde munitie-voorraden voor de vldtochten in Marokko en Syrië opgebruikt waren- In de sub-commissie van de nationale' defensie was men het er volgens spr. over eens, dat men bij dit voorstel slechts te doen had met een gedeelte van een veel uitvoeriger program, dat niet één milliard, maar tien milliard zou eischen. De socialisten, zoo verklaarde hij, zullen alleen reeds deswege niet vóór de credieten stemmen, omdat men blijkbaar aan de verlen ging van den diensttijd tot 18 maanden of twee jaar denkt. De organisatie van de verdediging der grens en het opslaan van oorlogsvoorraden was niet geschied op de wijze, als men aan vankelijk voornemens was. De oorlogsbegrooting, zoo ging Renaudel voort, neemt een geweldigen omvang aan. Spr. wendde zich ook tegen den „waanzin, een vloot te willen bouwen, welke die der drie groote zeemogendheden kan staan." Volgens het B. T. A. oefende Renaudel nog critiek op de haast, waarmee de regee ring in Juli 1.1. te werk was gegaan, en hij meende, dat zij thans dezelfde fouten begaat. Spr. plaatst het socialistische stelsel in zake de verdediging van Frankrijk tegenover dat der regeering en verklaart, dat het door de regeering aanvaarde stelsel 'n compromis is tusschen het stelsel der lichte en dat der zware versterkinswerkingswerken. Hij spreekt den wensch uit, dat de vakvereenigingen zul len worden uitgenoodigd deel te nemen aan de voorbereiding der industrieele mobilsatie. Tot de minister van oorlog, marine en luchtvaart richt Renaudel het verwijt, dat zij hun credietaanvragen niet met elkaar in overeenstemming hebben gebracht. Afg. Mandel (onafh.) noemde het crediet- voorstel noodzakelijk, maar hij betreurt, dat men geen algemeen bewapenings- en grens- verdeaigingsprogram heeft opgesteld. Frank rijk heeft te zeer tengevolge van zijn onvol doende bewapening in 1914 geleden, dan dat het zich aan een dergelijk gevaar nogmaals mag blootstéllen. Als Duitschland Frankrijk voor het fait accompli eener grenswijziging wil stellen, zal Frankrijk eendrachtig alle middelen, waarover het beschikt, aanwenden om te voorkomen, dat noch Frankrijk zelf, noch zijn bondgenooten, nadeel ondervinden De zitting werd daarop tot Donderdag ver daagd. ZAL AMERIKA TOETREDEN TOT HET PERMANENTE HOF VAN INT. JUSTITIE? Naar uit Washington wordt gemeld, staat het thans vast, dat president Hoover den se naat een wetsontwerp zal voorleggen tot toe treding van de Ver. St. tot het permanente Hof van Internationale Justitie te Den Haag. Het staat echter niet vast, of dit wetsont werp nog in deze zitting zal worden behan deld, of zal worden uitgesteld tot den winter 1931—1932. ONLUSTEN IN PERU. Bloedige straatgevechten. Uit Peru worden weer ernstige onlusten gemeld, te Lima zouden bloedige straatge vechten plaats vinden, en verscheidene per sonen zouden standrechtelijk zijn gefusil leerd. De censuur belet het seinen van uitvoe rige berichten. Men herinnert zich dat twee maanden geleden in Arequipa een militaire opstand uitbrak tegen president Leguia waarbij zich ook het garnizoen van Lima aansloot, met het gevolg dat president Le guia, ondanks zijn grooten aanhang, moest vluchten. Naar wordt gemeld is thans tegen de voorloopige militaire dictatuur, die na de vlucht van president Leguia werd ingesteld onder leiding van overste Sanchez Cerro, een nieuwe opstand uitgebroken. DE TOESTAND IN POLEN. Pilsoedski bepleit grondwetsher ziening. In zijn eerste interview na de verkiezingen kondigt Maarschalk Pilsoedski grondwets herziening aan. Men mag zoo zeide hij oude fouten niet herhalen en moet norma le grondslagen vestigen voor den arbeid van den staat. DE LOONEN BIT DE RIJNSCHEEP VAART VERLAAGD. Met ingang van Maandag a.s. zullen de loonen bij de Duitsche Rijnscheepvaart met 7 pCt. worden verlaagd. De nieuwe loonre geling kan niet worden opgezegd vóór 1 Maart 1931 en geldt tot 31 Maart 1931. DE AARDBEVING IN JAPAN. De jongste cijfers. Volgens de laatste berichten bedraagt het aantal slachtoffers van de hevige aardbe ving in Japan thans reeds 223 dooden en 146 gewonden. Er worden 6 personen ver mist, 655 huizen werden vernield en 4500 beschadigd. Op het schiereiland Ize werden tal van dorpen verwoest. Trams en spoorwe gen zijn hier en daar volkomen gestagneerd. Hakonemazji, dat in het jaar 1923 geheel verwoest werd, is ook thans weer zwaar ge teisterd en er zijn slechts enkele huizen blij ven staan. De badplaats Ito staat in vlam men. 291 dooden geborgen. Volgens officieele mededeelingen zijn in het aardbevingsgebied reeds 291 dooden ge borgen In Atami is door de aardbeving een kindertehuis verwoest, waardoor 24 kinderen den dood vonden. Op het Zuidelijk gedeelte van het eiland Sachalin worden, maar ge meld wordt, eveneens hevige aardschokken waargenomen. DE TERREUR IN SILEZIE. Een buitengewone bijeenkomst van den Raad? Het VV. B. meldt, dat de rijksregeering, die zich bezig houdt met de terroristische be handeling van de Duitsche minderheid in Opper-Sileziö, thans nagaat of het mogelijk is op grond van het feitenmateriaal een bui tengewone bijeenkomst van den Raad van den Volkenbond bijeen te roepen. De stap van Duitschland bij den Volkenbond. Zie Alkmaarsche Crt. 18 Nov. Zie advertentie in deze courant, Naar het Hbld. verneemt, zou het rijkska binet nog gisteravond in een tegen 9 uur be legde zitting over de nota aan den volken bond nopens de terroristische behandeling der Duitschers in Polen beraadslagen. Men neemt aan, dat de nota nog in den loop van den nacht zou worden verzonden. Overigens verwacht men, dat de kabinets zitting van langen duur zal zijn, daar o.a. ook de moeilijke kwestie moet worden opge lost, of een buitengewone zitting van den Volkenbondsraad zal worden verlangd. Zaleski verzoekt Calonder naar Warschau te komen. Naar de Poolsche pers verneemt, heeft de minister van buitenlandsche zaken Zaleski den voorzitter der gemengde commissie voor Opper-Silezië, thans nagaat of het mogelijk Warschau te komen. Men neemt aan, dat dit verzoek in ver band staat met den voorgenomen stap van Duitschland bij den volkenbond. Hulp van den Volkenbond inge roepen. Naar aanleiding van het verslag aan het ministerie yan buitenlandsche zaken uitge bracht door den Duitschen consul-generaal te KattowiH, omtrent het optreden der Pool sche regeemg, tegen de Duitschers in Polen, tijdens dq/afgeloopen verkiezingscampagne en op grond van ander materiaal heeft het Duitseh* rijkskabinet gisteren besloten, om, overeenkomstig de bepalingen van het Vol kenbondspact aan het secretariaat van den Volkenbond te verzoeken de Volkenbonds raad in" buitengewone vergadering bijeen te doen komen, aangezien het beschikbare ma teriaal hiertoe voldoende aanleiding biedt. De nota aan den Volkenbond heden verzonden. De nota aan den Volkenbond tegen Po len zal hedenmorgen worden verzonden. De nota draagt een tweeledig karakter. Ten eer ste wijst zij op.de gewelddaden der Poolsche bevolking tegen de Duitsche minderheid in Oost-Ópper Silezië aan de hand van ver- schilende afzonderlijk genoemde gevallen, en ten tweede wijst de nota op den inbreuk die de Polen hebben gemaakt op de verkie zingsvrijheid, ten le. door 't uitoefenen van een terreur op de kiezers en ten 2e door het Men verwacht dat de nota Vrijdagmiddag a.s. zal worden gepubliceerd, ongeldig verklaren van verschillende Duit sche overwinningen. MISHANDELING OP EEN BERLIJNSCH POLITIEBUREAU. Een wachtmeester tot vier maan den gevangenisstraf veroordeeld. Dezer dagen hebben de gebeurtenissen op 1 Mei 1929, toen een gedeelte van Ber lijn in rep en roer was en er geducht in de straten werd gevochten, een naspel gehad voor het Berlijnsche Schöffengericht. Op een der politiebureaux werden op den avond van dien dag zeven personen, die een geweer aan een riem oyer den rug droegen (geweren, welke later onschuldige wapens bleken te zijn) op het bureau gebracht. Zij werden door de 70 politiebeambten, die zich in verband met de relletjes daar bevonden, op gruwelijke wijze „afgetuigd", waarbij twee politie-officieren aanwezig waren, zon der voldoend krachtig in te grijpen. Bij het nemen van zijn requisitoir heeft de officier van justitie oa. betoogd, dat tot dus ver geen mensch het voor mogelijk gehouden had, dat arrestanten, die ook niet de gering ste poging tot verzet deden, door beambten zoo hevig zouden worden mishandeld als hier geschied is. Bii het uitsoreken van het vonn». waarbij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1