Geneeskundige brieven.
LANDBOUW en VEETEELT,
fransch invoerverbod voor
ned. vee.
Binnenland
nnoï van insignes
door spoorwegpersoneel.
verkeersongevallen.
Buitenland
Onze Koloniën,
Voor de huisvrouw.
iv heer Scbennerhorn: De weg in den
Qogtwouderpolder is slecht en eischt verbete-
voorzitter: De grint is er, dus er kan
begonnen worden. Dit jaar zullen wij het
o? doen maar de vraag is of de Starnmeer
T wjj doen voor een billijke vergoeding te
gelijk met hare wegen.
De heer SchermerhoraZaterdag is er ver
gadering van het polderbestuur maar ik denk
dat deze er niet voor te vinden zullen zijn.
ne polder heeft het al eens gedaan, maar de
„varingen daarbij opgedaan waren niet pret
tig De weg is nu zeer slecht.
De heer Helder: De weg is den geheelen
zomer zoo mooi geweest als geen weg in de
Starnmeer.
Hierna sluiting der vergadering.
Een gevoelig nadeel voor den afzet
van jok-vee.
Naar aanleiding van het bericht van het
gfopzetten der afgifte van invoervergunnin
gen door de Fransche regeering aan de Ne-
derlandsche veefokkers verneemt het Hbld.
nog, dat weliswaar de Veeëxport- en Han
delsvereniging te 's-Gravenhage (leden van
het Ned. Rundveestamboek) bij den uitvoer
van vee naar Frankrijk weinig betrokken is,
doch dat het met het Friesche fokcentrum
anders gesteld is. Frankrijk koopt zijn Ne-
derlandsche fokdieren n.1. bijna uitsluitend
in Friesland. De twee laatste jaren wéren de
Fransche koopers bijna geregeld in de weer
in die provincies. Bij den verkoop van een
der beste stamboekbeslagen in Mei van dit
jaar werd ongeveer de helft van het beslag
door Franschen opgekocht, waarbij prijzen
van 1000 tot 1500 voor koeien betaald
werden.
Voor de provincie Friesland beteekent deze
maatregel dan ook ernstige schade.
In de eerste tien maanden van het loopen-
de jaar betrok Frankrijk in totaal plm. 2500
stuks fok- en gebruiksvee, dat is méér dan
één ander land, behalve België.
Daarbij komt, zooals gezegd, dat de Fran
sche veefokkers ook belang stellen in de be
tere soorten fokvee (stamboekvee), en bereid
zijn, daarvoor bij voorkomende gelegenhe
den flinke prijzen te besteden. Voor ons fok
vee was Frankrijk dus een afzetgebied van
groote beteekenis.
Overigens is het geenszins de eerste maal,
dat Frankrijk zijn grenzen voor Neder-
landsch vee (uitgezonderd voor stieren) ge
heel sluit, doch het is te hopen, dat de vete
rinaire autoriteiten er binnen niet te langen
tijd in zullen slagen, een regeling te treffen,
die beide landen bevredigen kan.
N.-HOLL. VARKENSSTAMBOEK.
Een mesterij voor selectieproeven.
In een te Amsterdam gehouden ver
andering van afgevaardigden van de
Holl. Mij. van Landbouw, L. T. B., U. L.
G., de slagersvereenigingen „Amster
dam", „D. E. L." en „St. Petrus", de
Commissie van Advies voor Selectie-
mesterijen in Nederland, de Varkens
stamboeken in N.-Holland, Utrecht en
Z.-Holland, Hollands Noorderkwartier,
het Rijkslandbouwproefstation en de
Proefzuivelboerderij te Hoorn, den
Nieuwen Bond van Zuivelfabrieken in
N.-H en de Rijksveeteeltonsulenten in
Noord-Holland, Utrepbt en Zuid-Hol
land. is besloten om te trachten voor de
provinciën N.-Holland, Utrecht en Z.-
Holland een Varkensmesterij voor selec
tieproeven op te richten.
Het doel is varkensstammen op te
sporen, die bij het kleinste voederge-
bruik het beste groeien en bij slachting
het beste product zooveel mogelijk
vleesch leveren.
Voor het fokken kan dan vooral uit
de beste stammen fokmateriaal worden
gezocht, waardoor een algemeene ver
betering kan worden verkregen. Dit is
voor de varkensfokkers en -mesters van
het grootste belang, omdat daardoor een
gunstiger verhouding tusschen voeder-
gebruik en groei zal worden bereikt. Bij
het groote verschil tusschen vet- en
vleeschprijzen zal een iets vleeziger var
ken in het algemeen beter betaald wor
den.. Ook voor de slagers en grossiers is
het van veel belang, dat zooveel moge-
bik die varkens worden gemest, welke
het meest aan de eischen van de consu
lenten xoldoen.
TEGEN DE TABAKSWET.
In een in Diligentia te Amsterdam gehou
den druk bezochte vergadering, waar o.m.
bet woord hebben gevoerd de Goudsche wet
houder K. R. van Staal, het Tweede Kamer-
v ii Visser en de voorzitter der R.K.
"'«partij, C. D. Wesseling, hebben de
»Kleinfabrikanten" in de sigarenindustrie 'n
fflohe aangenomen, waarin het banderolle-
systeem wordt gelaakt als een ongewenschte
vorm van belastingheffing en de wensch
wordt uitgesproken, dat het door een mil-
er systeem zal worden vervangen.
MANTELS STUK GEKNIPT.
De gearresteerde dader weet niet
waarom, hij het deed.
Lbnsdagavond kreeg de politie van het
ureau-Warmoesstraat te Amsterdam eenige
bbgiften van dames, die mededeelden, dat
e™ijl zij naar de étalages van „De Bij-
r„ keken, stukken uit haar mantels wa-
dpn Rechercheur, die er op uit wer-
Sponden, hebben al spoedig het succes
dpnk i zil den dader op heeterdaad kon-
siftn "bppen. Het bleek een 37-jarig gepen-
tha militair van het Indische leger,
„i "s varensgezel en zonder vaste woon-
2 te zijn. In totaal bereikten de politie
dpL? aa,"Kiften van dames, die tot de ont-
(jj„ .lnK kwamen, dat haar mantels bescha-
pp'?.„.M'aren> den staart van een bontvos af-
Wpo lin' een ceintuur door midden geknipt
was, enz.
bo j1 ziin verhoor door commissaris Hoogen-
Waar VerJd?arde de man zelf niet te weten,
Hj: m "ij zijn euveldaden bedrevenhad.
de a'f'Wi e" met een borduurschaartje en
Zakk-knipte lappen, e d., stak hij in zijn
Deze stukken zijn in beslag geno-
tidruk^Hia311 maakt Keen ontoerekenbaren
haaldeïiiK"? ajn verhoor barstte hii h"-
ter bKchikl n jUlt* Heden wordt hij
ter beschikking van de justitie gesteld.
f.,cc„ker v?"d een bespreking plaats
Nerwfr krectie en de" personeelraad der
e Spoorwegen over het verbod
ru air ,.aKeni van insignes. Hierbij lichtte
directie toe dat het verbod inzake het dra
gen van insigne in dienst of op de uniform
algemeen geldt, behoudens de enkele reeds
laren KeIeden verleende vergunning. Zij ver
klaarde zich bereid om, als haar verzoeken
daartoe bereiken, na te gaan, of ten aanzien
van bepaalde insignes, ontheffing van het
verbod kan worden verleend.
Een jongetje gedood door een
vrachtauto.
Dinsdagmiddag omstreeks halfvijf is op
de Groenstraat nabij de St. Annastraat te
Nijmegen, de achtjarige B. Elebracht door
een vrachtauto overreden en gedood. De be
stuurder van den vrachtauto, honende te
Katwijk (l.), reed met matige snelheid aan
de rechterzijde van den weg. De jongen
sprong plotseling voor den auto met het be
kende noodlottige gevolg. Het lijkje is over
gebracht naar het St. Canisiusziekenhuis.
SIR HERBERT STANLEY HOOGE
COMMISSARIS IN ZU1D-AFRIKA.
In het Engelsche Lagerhuis deelde de mi
nister voor de dominions J. H. Thomas gis
ter mede, dat Sir Herbert Stanley zijn be
noeming tot Hooge Commissaris in £uid-
Afrika per April a.s. zou aanvaarden. Het
doel van deze aanstelling is de tengevolge
van de besluiten der rijksconferentie veran
derde positie van den gouverneur-generaal
recht te doen wedervaren. De Britsche regee-
rmg is n.1. verantwoordelijk voor de inboor-
lingenpolitiek in Basutoland, Bechuanaland
en Swaziland, benevens voor zekere' toezien
de functies in betrekking tot inboorlingenza
ken in Zuid-Rhodesia. De gouverneur-gene
raal zal niet verantwoordelijk meer zijn
aan den minister voor de dominions en het
is van essentieel belang, dat de controle over
de inboorlingenpolitiek in handen rust van
een persoon, die direct aan den minister ver
antwoordelijkheid verschuldigd is.
EEN FEESTMAAL VOOR
LONDENSCHE ARMEN.
Het geschenk van een gelukkige
bruid.
In de krypt onder de kerk St. Martin's-in-
the-Fields te Londen plegen arme menschen
die niet weten waar zij het hoofd zullen neer
leggen, te overnachten. Dinsdag bij het aan
breken van den dag, toen de eersten van deze
stakkerds de krypt begonnen te verlaten, ver
zocht een zuster hen een paar minuten te
wachten. Zij deed de ronde om de menschen
die op de banken lagen, te wekken en noodig-
hen-uit, haar naar de cantine van de kerk
te volgen. Daar was voor 120 armen een kos
telijk ontbijt aangericht. Spek en eieren,
vleesch uit blik, koffie, marmelade, dik ge
smeerde boterhammen stonden op de tafels
klaar en voor het eerst in langen tijd konden
de meeste arme menschen hun genoegen eten.
Daarna verscheen de dominee om cigaret-
ten uit te deelen en te vertellen dat het feeste
lijk ontbijt het geschenk was van een bruid
die later op den dag in de kerk zou trouwen
en door hem de hoop liet uitspreken, dat haar
gasten dien dag even gelukkig zouden zijn
als zij. Het was juffrouw Peggy Nuttall uit
Fo'kestone, die met Douglas Jay, den zoon
van een predikant, in het huwelijk verbonden
werd. (N.R.C.)
DE BRUSSELSCHE STRAATNAMEN.
Tweetaligheid of wat daar voor
doorgaat?
Al sedert geruimen tijd vormen de straat
namen te Brussel het onderwerp van getwist
tusschen Vlamingen en anti-Vlamingen. De
eigenaardige manier, welke bij het aanbren
gen van nieuwe bordjes, die de straat aandui
den, wordt gevolgd, n.1. door den naam on
vertaald te laten en alleen voor Rue het
woord Straat in de plaats te zetten, zoodat
men de zonderlingste combinaties krijgt gelijk
„Rue de 1'Etuve-Straat" of „Rue du Midi-
Straat", heeft bij de Vlaamschgezinden her
haaldelijk protest uitgelokt.
Maandagmiddag is de kwestie in den Brus-
selschen gemeenteraad ter sprake gekomen.
Het Vlaamsch-katholieke lid Speeckaert ver
oordeelde scherp de nieuwe straatbordjes en
eischte dat deze stipt tweetalig zullen zijn.
Hii werd hierin gesteund door den katholiek
du Bus de Warnaffe, die opmerkte, dat men
zich afvraagt of het Beulemanseh inderdaad
als taal der hoofdstad moet worden bekrach-
PERMANENTE CONTROLECOMMISSIE
DER ONTWAPENING.
De Voorbereidende Ontwapenings Com
missie van den Volkenbond heeft gister be
sloten tot instelling van een Permanente
Commissie voor de Ontwapening.
Deze Commissie zal tot taak hebben na
het in werking treden van het op de Ontwa
peningsconferentie te sluiten Ontwapenings
verdrag de bewapening van alle landen te
controleeren.
De Engelsche gedelegeerde Lord Robert
Cecil heeft tijdens de debatten er op gewe
zen, dat de instelling van deze Permanente
Commissie van zeer groote beteekenis is, om
dat daarmede een orgaan geschapen is, dat
officieel de bewapening van alle staten zal
controleeren.
Verder heeft de Voorbereidende Ontwape
nings Commissie besloten dat iedere staat
het recht zal hebben zich ontslagen te achten
van de te sluiten internationale ontwape
ningsovereenkomst, wanneer zijn veiligheid
bedreigd wordt.
De Duitsche delegatie heeft zich bij de
gehouden stemmingen van stemming ont
houden.
POOLSCH MILITAIR BEZOEK AAN
ROEMENIE.
De chef van den Poolschen Generalen
Staf, die momenteel in gezelschap van een
aantal officieren te Boekarest vertoeft, werd
gister door den koning van Roemenië in
audiëntie ontvangen. In aansluiting hieroo
had een feestmaaltijd plaats. De minister
van oorlog, generaal Condescu, heeft inmid
dels het Grootkruis der Orde „Polonia Res-
tituta" („Het Herstelde Polen") ontvangen.
De bladen wijzen erop, dat van militaire
plannen geen sprake kan zijn. Het betreft
hier slechts een gedachtenwisseling tusschen
bevriende staten.
DE BESPREKINGEN TUSSCHEN
LITWINOF EN GRANDI.
Over de besprekingen die te Milaan heb
ben plaats gehad tusschen den Russischen
Volkscommissaris van Buitenlandache zaken,
Litwinof, en den Italiaanschen minister van
buitenlandsche zaken, Grandi, wordt ge
meld, dat deze besprekingen betrekking had
den op een crediet dat Italië voor den tijd
van vijf jaren aan Sovjet-Rusland zou ver
kenen.
Rusland zal voor een gedeelte van dit cre
diet in Italië schepen bouwen, niet alleen
handelsschepen, doch ook onderzeebooten en
lichte kruisers.
Verder zou zijn overeengekomen, dat Rus
land een gedeelte van het crediet zal oplos
sen door graanleveranties aan Italië.
EEN ONGEWENSCHTE JOURNALIST.
Lay Han Hwan, redacteur van het Chi-
neesche blad „Min Kuo Yit Po" is gearres
teerd wegens het schrijven van haatzaaiende
artikelen. Hij zal vermoedelijk na berechti-
ging van zijn zaak worden ge-externeerd.
De consul-generaal van China te Batavia
ontving, volgens het „Alg. Ind. Dagbl. de
Preangerbode" een uitvoerig telegram uit
China van het Centrale Executieve Comité,
waarin hem verzocht wordt bij den land
voogd te requesteeren voor de vrijlating van
den Chineeschen journalist en om te verzoe
ken eventueel alleen de exhorbitante rechten
op hem toe te passen.
WEGENAANLEG VRAAGT
MILLIOENEN.
Voor de wegen in de residentie Sumatra's
Westkust is voor 1931 2.400.000 toege
staan, hetgeen 700.000 meer is dan in
1930.
maal door elke rij gaatjes Langs den onder
rand van den jumper worden 20 rijen gaatjes
voor den rand opengehouden, dus rijg van te
voren op 20 gaatjes afstand van het eind een
draad.
De eerste streep, die gewerkt wordt, is van
zijde, midden op den voorkomt van de jum
per; U stopt deze over 5 gaatjes; één over het
middelste en 2 aan weerskanten. Stop één op,
één neer en begin aan den onderkant, doch
laat bovenaan 16 gaatjes open voor den vier
kanten hals.
Maakt U de jumper voor een grooter
meisje, dan is het beter een split je te maken
aan den hals. Er moeten daartoe langs de
middeltjes rij gaatjes 32 gaatjes worden
opengelaten. Neem voldoende lengte dubbele
zij om 5 toeren te werken; dat is ongeveer
230 c.M. Zoodra de middelste streep in zijde
klaar is, maakt u aan eiken kant hiervan eén
in wol, daarnaast weer een van zijde en dat
gaat zoo door: om den andere wol en zijde
tot de halve streep aan den zijkant is bereikt.
Nu kunt u het gaas aan de zijkanten weg-
knppen; doch laat aan eiken kant 4 rijen
gaatjes over; in dit extra gaas moet u om-
keeren en de laatste drie toeren door dubbel-
gaas werken. Daarna op 3 gaatjes doorgaan
langs de onderzijde van de mouw en de stre
pen op de mouwen maken. Eerst 2 toeren
met zijde om de zijden streep af te maken,
dan om beurten een wollen en een zijden
streep en met een zijden streep door dubbel
gaas over de laatste drie gaatjes.
De rug wordt op de zelfde wijze als de
voorkant gestopt; U moet het zelfde aantal
rijen gaatjes openlaten voor den achterkant
van den hals. Dan den hals uitknippen, doch
twee toeren gaatjes in het rond overlaten en
dan in elk gaatje ee vaste haken rond den
hals en de ongewerkte gaatjes omvouwen om
een stevigen rand te krijgen.
De rand van den jumper wordt gestopt
met een wollen streep tusschen twee zijden
Vóór de laatste streep gestopt wordt, de laat
ste 4 rijen gaatjes omvouwen en rijgen; de
laatste 4 toeren door het dubbele gaas stop
pen.
Pers de jumper aan den verkeerden kant
met een warm ijzer en een vochtigen doek op.
Naai de zijnaden en de naden van de mou
wen dicht. Overtrekt de knocpenvormen met.
een lapje, dat van vasten is gehaakt, en naai
VULKANEN IN INDIE.
De Merapi werkt.
De vulkaan Merapi in midden Java ver
toont sedert Zondag jj. verhoogde werking.
Een onderaardsch gerommel is over groote
afstand te hooren, terwijl een gloeiend heete
lavastroom langzaam uit den berg vloeit
naar het dal in de nabijheid. Hedenmorgen
werd de afstand, welke de lavastroom be
dekt, geschat op 8 K M.
Een jumper-praatje.
Het is niet beslist noodzakelijk om jumpers
te breien of te haken; U kunt ze ook stoppen
op filet-gaas, wat bijzonder aardig en vlot
staat. Hier heeft U een idéé voor zoo'n ge
stopte jumper voor meisjes tusschen de 8 en
14 jaar; LJ kunt ze heel gemakkelijk op iedere
maat maken; neem een oud jumperfje voor
de afmetingen en bereken daar deze naar. U
heeft noodig: 56 gram Templeton's Iris Fin-
gering, groen met grijs gespikkeld b.v. of een
andere kleur, die uw meisje goed staat; dan
een knot van 112 gram Pearsall's „Jewel"
crêpe zijde, passend bij één tint van de wol,
118 c.M. filet-gaas van 107 c.M. breed;
grofte 6 gaatjes op de 2% c.M., voorts een
Stratnoid filetnaald, een haakpen no. 10 en
vier knoopenvormen van hout of ander zacht
materiaal van ongeveer 1 c.M. middellijn.
Knip nu eerst het filet-gaas af op een leng
te van 117 c.M. Wanneer de breedte voor een
andere maat wordt afgeknipt, moet u er toch
voor zorgen, dat het aantal gaasgaatjes deel
baar is door 10 met 6 over. Elke gestopte
streep telt n.1. 5 gaatjes en het stoppen begint
met een halve streep (3 gaatjes), zoodat de
strepen gelijk zijn, als de zijkanten aan elkaar
gezet zijn.
Knip vervolgens aan éen zijde van de lap
33 c.M. af, zoodat er een stuk overblijft van
74 bij 117 c.M. Vouw dit stuk in de breedte
in tweeën om den bovenkant van den schou
der te vinden en rijg bier een draad. Vouw
het daarna in de lengte in tweeën om het
midden van achter- en voorkant te vinden en
rijg een draad van den eenen zijkant naar
den anderen. Meet nu van de bovenzijde van
den schouder 14 c.M. af of een beetje meer,
als u een ruimere mouw wilt hebben. Rijg
een draad van 14 c.M. naar binnen en dan
recht naar beneden tot aan den onderkant
Doe net zoo aan den anderen kant van den
jumper.
Tel dan de gaatjes van den bovenkant van
den schouder af en merk ze om voor- en ach
terzijde van de mouwen gelijk te maken. Tel
ook de gaatjes aan den voor- en den achter
kant en merk deze eveneens.
Dan heeft u het patroon in handen. Nu
begint het stoppen: U moet steeds werken
met een dubbelen daard wol of zijde, één
twee knoopen op den band aan weerszijdert
van den jumper.
U kunt hier ook nog een rokje bij maken.
Dat is heel gemakkelijk: U neemt een recht
stuk gaas van de goede breedte en lengte
(afmeten aan het lichaam hoe lang en wijd
het worden moet). Aan den bovenkant van
het gaas zet u een satinetten band, waardoor
u een smal'elastiek voor het middel rijgt en
dan stopt u de rok in het zelfde strepen-
patroon van den jumper.
Maar zoo'n combinatie van jumper met
rok is alleen aardig voor heel jonge meisjes
van 8 a 10 jaar. Als zij geen elastiek om het
middel willen of kunnen hebben ,moet u in
plaats van een satinetten band een dito on
derlijfje op den rok zetten. Dan hangt het op
de schouders en knelt nergens.
Het lijkt, wanneer je zoo'n model beschre
ven ziet, vreeselijke gecompliceerd; doch in
werkelijkheid is het doodeenvoudig. Wanneer
u maar precies mijn aanwijzingen volgt over
het opzetten van het patroon en het afbake
nen hiervan met rijgdraden, dan heeft U alle
moeilijkheden overwonnen. Het stopwerk zelf
gaat heel snel en is zoo gemakkelijk, dat uw
dochtertje er vast en zeker ook zelf een handje
aan meehelpen wil. En wat een glorie dan
om de eigengestopte jumper te dragen!
Mijnrampen I.
In de vorige maand is de wereld opge
schrikt door twee kort op elkaar volgende
mijnrampen, waaraan talrijke menschen-
levens ten offer zijn gevallen. Zij stellen weer
niet groote duidelijkheid aan het licht, hoe de
mensch in zijn strijd om het bestaan aan al
lerlei gevaren is blootgesteld.
Sommige van die gevaren zijn reeds aan
wezig zoolang de menschheid bestaat. Het
zijn ae geweldige natuurkrachten, die vroeger
zoo goed als thans den mensch bedreigen:
wervelstormen, die alles vernietigen wat zich
op hqn weg bevindt; overstrooming met ver
drinking als gevolg; afbrokkeling van stuk
ken der aardkorst of van wat zich daarop be
vindt, zooals lawines, waaronder de mensch
bedolven wordt, of ook verbrand wanneer
's aardrijks ingewand in gloeienden toestand
door vuurspuwende bergen wordt uitge
braakt; dood door electriciteit, wanneer hij
door den bliksem getroffen wordt. Aan deze
gevaren kan men probeeren, en dat gelukt ook
tot zekere hoogte, zich te onttrekken; ophef
fen kan men ze niet.
Naast deze elementaire gevaren zijn door
de ontwikkeling der samenleving andere ont
staan. Het gebruik van werktuigen, eerst be
trekkelijk eenvoudig, later van steeds meer
samengestelden aard, gaf aanleiding tot het
ontstaan van verwondingen, soms met doode-
ii'k gevolg; het bevaren van de zee en andere
groote wateren deed velen door den storm en
verdrinking omkomen. Er is welhaast geen
vooruitgang in de maatschappij en voorname
lijk in de industrie aan te wijzen, welke niet
direct of indirect slachtoffers vergde.
In de meeste gevallen weet de mensch bij
zijn ondernemen zeer goed dat, en aan welke
gevaren hij zch bloot stelt. Zoowel de nood
zakelijkheid om in zijn onderhoud te voorzien
als zijn streven om steeds meer en wat hoo-
gers te bereiken, geven de verklaring, waar
om hij opzettelijk die gevaren trotseert. De
drang om in een zekere richting te gaan,
speelt ook een rol. Voor ons land is wel het
meest sprekende voorbeeld de begeerte om de
zee te bevaren. Dit zien wij zoowel bij de vis-
schersbevolking aan onze kust als bij vele an
deren, wier omstandigheden even goed een
werkkring in andere richting zouden veroor
loven. Er gaat dikwijls zelfs een zekere aan
trekkingskracht van het gevaar uit. Anders
zou het niet te begrijpen zijn, dat zoo velen
met voorliefde het beklimmen van hooge
bergen, het besturen van luchtvaartuigen, het
onderzoek van de poolstreken en van de
meest onherbergzame wildernissen beoefenen.
Van de gevaarlijke beroepen der industrie
staat de mijnarbeid zeker bovenaan. Voor de
maatschappij in haar tegenwoordige samen
stelling zijn steenkolen als onmisbaar te be
schouwen .Het ontgingen der in de aardkorst
aanwezige kolenlagen is dus noodzakelijk en
het mag practisch onmogelijk heeten, er mee
op te houden, omdat het beroep van den mijn
werker zoo weinig aantrekkelijks heeft en
tegelijk zoo gevaarlijk is. Van dit standpunt
uit, moet het onze eerste plicht zijn, de be
staande gevaren zooveel mogelijk te voorko
men en voor zoover dit niet gelukt, de gevol
gen te bestrijden.
Voor ons overzicht zullen wij ons bepalen
tot dj toestanden, zooals die in ons kolenge-
bied in Zuid-Limburg worden aangetroffen.
De steenkool komt voor in lagen, die meestal
hellend verloopen op zekere diepte onder de
aardoppervlakte. Die diepte bedraagt ge
woonlijk eenige honderden meters. Bij Kerk-
rade lag vroeger een laag zoo goed als aan
de oppervlakte, zoodat dat men daar met een
kruiwagen de kolen ging opscheppen en weg
halen. Dit is een groote uitzondering en het
val te begrijpen, dat deze laag reeds geheel
opgebruikt is. Om de dieper gelegen kolen te
bereiken, wordt een schacht in den bodem ge
boord totdat het mijnveld bereikt is. Omdat
meestal meer lagen onder elkaar liggen, wor
den op verschillende diepte van de boor-
schacht uit dwarse gangen in het gesteente
gemaakt om de kool te kunnen bereiken.
Groote liftkooien gaan geregeld op en neer
voor het vervoer van de arbeiders zoowel ais
van de gedolven kolen. Terwijl de verbin
dingsgangen, die een soort onderaardsch
doolhof vormen, op elke gewenschte hoogte
kunnen worden uiigehouwen en dus zóó ge
maakt worden, dat zij practisch het meest
bruikbaar zijn, wordt uit de kolenlagen alleen
de kool verwijderd, terwijl aan de natuurlijke
hoogte niets veranderd wordt. Die hoogte is
alweer verschillend, maar toch nooit zoc
hoog, dat men er rechtop in kan staan. De
gemakkelijkst te bewerken hoogte is ongeveer
75 c.M. Hieruit volgt, dat in die lagen steeds
in knielende of liggende houding gewerkt
moet worden.
In de steengangen en de van kolen bevrij
de koollagen vinden wij reeds een bron van
gevaar. Door den druk van het gesteente zou
toch zulk een gang of spleet gemakkelijk kun
nen worden ingedrukt. Daarom worden de
gangen van een stevige inwendige betimme
ring voorzien. Vroeger geschiedde dit uitslui
tend met hout, thans wordt ook ijzer en be
ton gebruikt. Als bewijs van de groote druk-
kraent van 't gesteente ziet men soms een vrij
dikke steunbalk door midden geknapt. Een
voortdurend toezicht moet in een zoodanig ge
val Qnmiddellijk ingrijpen. Ia de kolenlagen
wordt de ruimte, welke vrij komt door het
delven der kolen, dadelijk opgevuld met stee-
nen teneinde den oorspronkelijken toestand
der aardlaag zoo goed mogelijk te behouden.
Niettegenstaande al deze voorzorgen ge-
buert hei, dat onvoorzien plotseling een groot
stuk gesteente, hetzij uit ae zijwanden, hetzij
uit het dak (het hangende), losraakt en op
een daar aanwezigen arbeider terecht komt.
Dat 'zware verwondingen, beenbreuken, soms
onmiddellijke dood het gevolg kan zijn, zal
niemand verbazen. Het strenge toezicht op
het stutterswerk is ongetwijfeld van groot nut
en in staat om het getal van dergelijke onge
lukken te verhoeden, maar nimmer zal het in
staat zijn,.ze geheel op te heffen.
Het zelfde geldt voor andere ongevallen
met mechanischen arbeid. Daartoe behooren
die door de liften of door het vervoer in de
mijngangen tot stand komen. De gangen in
den mijn-doolhof zijn niet bepaald met as
faltwegen te vergelijken. Zij zijn oneffen, door
het mijnwater glibberig, er ligt een kleinspoor
voor het vervoer der kolenwagens, zoodat
struikelen, uitglijden en vallen geen zeld
zaamheden zijn. De gangen hebben soms een
zekere helling, waarlangs de beladen ijzeren
kolenwagens, worden gevoerd en dikwijls met
groote kracht tegen elkaar botsen; ontsporin
gen zijn niet zoo heel zeldzaam. De afstand
tusschen den wand en een wagen is soms ge
ring. Dit alles maakt, dat door aanrijding,
beknelling enz. eveneens verwondingen kun
nen ontstaan.
Het maken van de steengangen geschiedt
gewoonlijk met behulp van dynamiet. In ds
steenmassa wordt een lang kanaal geboord.
In dit kanaal schuift men enkele dynamiet-
patronen, die door een electrische vonk tot
ontploffing worden gebracht. Natuurlijk wor
den de meest mogelijke voorzorgen genomen.
Vóór de ontploffing begeeft ieder zich op be
hoorlijken afstand enz. Toch komen ook hier
bij ongelukken voor, wanneer b.v. een patroon
onverwacht ontijdig afgaat en de wegvliegen
de stukken steen de omstanders treffen.
Behalve aan kool en steen en hout en ijzer
moeten wij nu ook onze aandacht wijden aan
de in de mijn aanwezige lucht. Al zijn de
mijngangen, vooral in het begin, ook vrij
ruim, toch bevinden wij ons steeds in een be
perkte ruimte zonder vensters of deuren, die in
de buitenlucht uitkomen. Er is derhalve venti
latie noodig. Daartoe wordt lucht aan een
zijde in de mijn geperst en aan den anderen
kant uitgelaten of weggezogen. Hier en daar
ziet men in de gangen zoogenaamde lucht-
deuren, waardoor aan die ingevoerde lucht
een bepaalde richting gegeven wordt.
Dat die ventilatie ook nog een ander doe'
heeft, zullen wij in een volgenden brief zien
Li A. S.