mkniarsckt Cumul.
Inschrijving voor den dienstplicht.
DE VEBLOREN INJECTIENAALD.
KKIII.I.HTON.
DE GEVOLGEN VAN DEN HUIDIGEN TOE
STAND OP HET GEBIED VAN DEN EXPORT
VAN ZUIVELPRODUCTEN.
indird twee en dertigste Jaargang.
w.—z
(f#. 286 1930
Donderdag 4 December.
Radio-hoekje
Vriiadg 5 December.
Hilversum, 298 M. 8.12.4.8.en
ean 9.30—12 V.A.R.A., 12.—4.— en van
8—9.30 St. Nicolaas A.V.R.O. 8.Gramo
foonplaten. 10.— Morgenwijding (V.P.R.O.)
«O 15 Voordracht Cees Bakker. 10.30 Zie-
kenuurtje. 11.30 Gramofoonplaten. 12.2.
Concert Omroeporkest. 2.052.30 School-
nitzending. 2.303.Gramofoonplaten.
24.Concert A.V.R.O.-Kwintet. 4.Or
gelspel door Johan Jong. 4.30 St. Nicolaas-
vertelling. 5.— Concert door het V.A.R.A.-
Orkest. 5.30 St. Nicolaas bij Fam. Mulder.
Vervolg concert. 6.30 Uitsl. Fotogr.
wedstrijd in bijzijn van St. Nicolaas. 6 45
Concert door het V.A.R.A.-orkest. 7.15 Sin-
terklaar en Teun de Klepperman bij de Pomp
te Nergenshuizen. 7.30 Sinterklaar bij het
V.A.R.A -Orkest. 8.9.30 St Nicolaas-
Avond-programma. 9.30 Hoorspel: Het
Huishouden van Jan Steen" door Het Groot
Volkstooneel. 11.Gramofoonplaten. 12.—
Sluiting.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K- R. O.)
8—9.15 Gramofoonpl. 11.30—12.— Godsd
Halfuurtje. 12—12.15 Politieber. 12.15
I.45 Concert door het K. R. O.-Kwintet. 1.45
_2— Gramofoonplaten. 2.2.45 Kook
cursus. 2.45—3.45 K. R. O.-Orkest. 3 45
4.15 Verzorging van den zender. 4.154 30
Gramofoonplaten. 4.305 45 K, R. O.-
Orkest. 5.456 45 Gramofoonpl. 6.457.15
Eng. les. 7.157.45 P. Heilker: De geschie
denis van het Esperanto. 7 45—8.— Politie
berichten. 8.—12.Cab. avond ter geleg.
van St. Nicolaas, m. m. v. het K.R.O.-orkest.
Fr. Bouwmeester, St. Fontaine, J. Bacilek,
Ant. v. Duinkerken, ca. 9.Vaz Dias.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11-05 Lezing. 12.20 Concert. M. Mac
Gibbon, viool. F. Jackson, piano. 12.50 Or
gelconcert door J. E. Humphreys. D. Rob-
son, zang. 1.50 Gramofoonplaten. 2.50 Uitz.
voor scholen. 4.50 Orkestconncert. 5.35 Kin
deruurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten 6.55
Berichten. 7.Zang door M. Bonin en J.
Thome 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 „If"
Tooneelstuk van Lord Dunsany. 9.35 Berich
ten. 9.50 Berichten. 9.55 Berichten. 10.10
Concert. E. Cruickshank, alt. Orkest. 11.20
—12 20 Dansmuziek
Parits „RadioijParis", 1725 M. 12 50
220 Gramofoonplaten. 4.05 Gramofoonpla
ten. 6.50 Gramofoonplaten 8.20 Causerie
met muzik. illustratie. 9.05 Concert. Orkest
en cello. 9.50 Concert. Orkest, orgel en so
liste.
Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonplaten 10.10.15 Gramofoonplaten.
II.30 Gramofoonplaten. 12 251.50 Or
kestconcert. 6.358.„Sankt Nicolaus
kommt". 7.209.30 Orkestconcert. Inter
mezzo: „Christkinds Erdenreise". Sprookies-
Opera van Gustav Kneip. Daarna: Berich
ten en tot 11.20 Orkestconcert.
Kalundbcrg, 1153 Al. 11.20-1.20 Orkest
concert. 2 204.20 Orkestconcert en zang
4.20—5.— Kinderuurtje. 7.408.05 Viool
recital door Henrioues 8.058 55 .,Brogede
Skaebner". Vertelling van W. v. Hollander.
8 55—9.05 Lezing. '9.25—9 45 Vocale duet
ten 9 4510.20 Piano-duetten.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6 50
Gramofoonplaten. 9.05 Orkestconcert. 8.35
338.2 M.) Concert georganiseerd door de
SAROV.
Zeesen, 1635 M. 5.45—7.— Lezingen,
daarna vroegconcetr. 9.5011.20 Voor
duetten. 11.20—12.15 Gramofoonplaten
12.15—12 50 Berichten. 12.50 Berichten en
daarna gramofoonplaten. 1.503.50 Voor
drachten. 3.50—4.50 Middagconcert vanuit
Leipzig. 4 50—7 15 Lezingen. 7.20 Operette
„Die singende Vénus" van Gustac Beer en
Fritz Lunzer. Daarna Popuair concert.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
Blaakt 1 ekend, dat in JANUARI as.
voor den dienstplicht moeten worden
ingeschreven personen, die geboren zijn
in 1912.
Voor de aangifte ter inschrijving zal
in het BIJZONDER gelegenheid worden
gegeven in het gebouw „DE NIEUWE
Van ALltt CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J E DE B K.
76>
„Doet u even de deur dicht, dan zal ik het
u vertellen. Sartorius is weg, voor hem is
Esther veilig, maar ze is in zoo'n zenuwrch-
%en toestand, dat ze dit nog niet mag weten.
Houdt je flink, Dido, je moet wat ik je ver
tellen ga, heel kalm opnemen. Thérèse is
dood, ze stierf vannacht."
Hij dacht dat ze flauw ging vallen, maar
2e greep de deurknop vast en hield zich goed.
„Dood!" zeide ze met droge lippen. „On
mogelijk. Gisterenavond was zewat is er
gebeurd? Was ze ziek?"
„Neen, ze heeft een ongeluk gehad. Er zal
wel een gerechtelijk onderzoek volgen. Het is
Voor u zoo pijnlijk en zoo akelig, maar u moet
overtuigd zijn, dat het voor ons allen veel
akeliger zou zijn als ze nog leefde."
Met aschgrauw gezicht keek ze hem
„"oger ik geloof niet dat ik je begrijo."
t Is eenvoudig zoo, lieve tante. Wat Miss
°we gisteren zeide was de waarheid, ze
sprak geen wartaal."
„Je bedoelt, dat Thérèse en Dr. Sartorius
li? onm°gelijk, dat kan je niet meenen."
„[k meen het nog. 't Zijn moordenaars, ze
,en mijn vader vermoord."
„Je vader, maar hij stierf aan de typhus,
ar is niets vreemds in."
«Zij bezorgden hem die typhus door bacil-
wi)erLS,chi0eIenStraat nr" 3' voor hen
lettert amen aanvan8en met de
A.—Bo.
Br.—E.
F.—H.
I.—KI.
Ko.—M.
N.R.
S.—St.
Sw.—V.
aan:
MAANDAG 5 JANUARI 1931
voorm. 10—12)4.
MAANDAG 5 JANUARI 1931
namiddags 2K— 4%.
DINSDAG 6 JANUARI 1931
vcarm. 10—l^K.
DINSDAG 6 JANUARI 1931
namiddags 2K—4)4.
WOENSDAG 7 JANUARI 1930
voorm. 1012)4.
SCHOLIEREN WOENSDAG 7 JA
NUARI 1930, nam. 2)4—4)4.
DONDERDAG 8 JANUARI
1931, voorm. 10—12)4.
DONDERDAG 8 JANUARI
1931, namiddags 2)4— 4)4.
VRIJDAG 9 JANUARI 1931
voorm. 10—12)4.
VRIJDAG 9 JANUARI 1931
namiddags 2)4 4%.
SCHOLIEREN, die op den voor hen be
stemden dag geen gelegenheid hebben,
knni-en zich aangeven op WOENSDAG
7 JANUARI 1931, des namiddags van
2)44/4 nnr.
Bij de inschrijving gelieve men mede
to brengen het trouwboekje der onders
of andere familie-panieren; is een der
ouders of zijn beide ouders overleden,
dan moeten worden overgelegd de stuk
ken, die betrekking hebben op de voor
ziening in de voogdij. Zij, die in aanmer
king komen voor vrijstelling wegens
broederdienst, leggen tevens over alle
stukken betreffende den dienst hunner
oudere broeders.
Omtrent deze inschrijving en omtrent
de inschrijving, die in sommige gevallen
binnen een anderen termijn moet plaats
hebben, geldc-n de volgende bepalingen
van de Dienstplichtwet en van het
Dienstplichtbesluit.
Wie wel en wie niet ingeschreven
moeten werden.
Art. 6 der wet. 1. Behoudens de bepa
ling van het tweede lid wordt voor den
dieno'olicht ingeschreven:
a. de Nederlander, die op 1 Januari
van het jaar, waarin hij 19 jaar oud
yvordt, woonplaats heeft in Nederland of
in een plaats in het buitenland, welke
niet meer dan 15 K.M. van de Neder-
landsche grens is gelegen of wiens wet
tige vertegenwoordiger op genoemd tijd
stip aldaar woonplaats heeft,
b. de niet-Nederlander, die op ge-
n >emd tijdstip ingezetene is;
2. Vooi den dienstplicht wordt niet
ingeschreven de ingezetene, niet Neder
lander, die:
a. is geboren in Nederlandsch-Indië,
Suriname of Cura^ao;
b. blijkt te beLooren tot een Staat
waar de Nederlanders niet aan verplich
ten krijgsdienst zijn onderworpen of
waar ten aanzien van den dienstplicht
het beginsel van wederkeerigheic is
aangenomen.
In welke gemeenten de inschrijving
moet geschieden.
Art. 8 van het Dienstplichtbesluit. 1.
De inschrijving voor den dienstplicht
geschiedt
a inaien de wettige vertegenwoordi
ger in Nederland woonplaats heeft in de
gemeente, waarin deze woonplaats is
gelegen;
b indien de in te schrijven persoon in
Nederland woonplaats heeft, in de ge
meente, waarin deze woonplaats is ge
legen, tenzij hij een wettige vertegen
woordiger heeft, die in een andere ge
meente in Nederland woonplaats heeft;
3. Voor de toepassing van het vorig
lid wordt in aanmerking genomen de
woonplaats, die de ingevolge art. 6 der
wet in te schrijven persoon of zijn wet
tige vertegenwoordiger had op 1 Ja
nuari van het jaar, waarin eerstbedoel
de persoon 19 jaar oud wordt, of de
woonplaats, die de ingevolge art. 7 der
wet in te schrijven persoon of zijn wet
tige vertegenwoordiger had op den dag,
waarop het in da artikel bepaalde van
toepassing is geworden.
Aangifte ter inschrijving.
Art. 8 der wet. 1. Behoudens de door
Ons vast te stellen uitzonderingen ge
schiedt de inschrijving voor den dienst
plicht op aangifte bij den burgemeester
der door i ns aan te wijzen gemeente.
2. De aangifte geschiedt door den in te
schrijven persoon zeil of bij verhindering
door zijn wettigen vertegenwoordiger;
len in zijn melk te doen. Toen hij beter werd,
heeft Sartorius hem doen instorten door een
inspuiting met typhus-toxine, een doodelijk
vergif. De oude man had niets geen kans op
genezing. En dat ging alles zoo stil en on
gemerkt, dat we het nooit zouden geweten
hebben als Esther er niet was geweest. Ze
heeft mij het leven gered, ziet u. Ze wilden
mij er ook uit hebben."
Ze legde de hand op haar bevende lippen
en scheen een onmacht nabij. Bedoel je, dat
ze jou ook wilden vermoorden."
„Tantelief, denk daar niet verder over, het
is allemaal voorbij, dank zij dat arme kind.
Gaat u weer naar haar toe, ik kom ook dade
lijk. Maar wacht, u moet eerst wat drinken."
Toen ze wat bijgekomen was, zeide hij:
„Zegt u nog maar niets aan Esther, ik zal
het haar zelf wel vertellen, maar eerst moet
u allebei het huis uit zijn. Chalmers zal in
een hotel voor ons alle drie logies bestellen en
dan laat ik u aan zijn zorg over. Ik heb uw
hulp zoo noodig, Dido, want ik wil het u nu
wel zeggen, ik ga met Esther trouwen en dat
zoo gauw mogelijk, althans als zij me heb
ben wil."
Deze verklaring had de gewenschte uit
werking. Hij zag de oude oogen zich verhel
deren en er kwam wat kleur op haar gezicht.
„Meen je dat Roger?"
„Ik heb nooit iets zoo ernstig gemeend, ik
heb dadelijk van haar gehouden."
„Daar ben ik blij om, ze is het eenige
meisie aan wie ik je zou kunnen toevertrou
wen'
Met innige genegenheid zagen ze elkander
aan. Toen, op het punt Esther's kamer bin
nen te gaan, fluisterde ze: „Je hebt me nog
niet verteld wat er met Thérèse gebeurde."
zij kan geschieden door tusschenkomst
van een daartoe schriftelijk gemach
tigde.
3. De aangifte geschiedt:
a. voor zooveel betreft de ingevolge
art. 6 in te schrijven personen, in de
maand Januari van het jaar, waarin zij
19 jaar oud worden;
b. voor zooveel betreft de ingevolge
art. 7 in te schrijven personen (zie hier
na), binnen dertig dagen na den dag,
waarop het in dat artikel bepaalde op
hen van toepassing is geworden.
Inschrijving zonder aangifte.
Art. 10 van het Dienstplichtbesluit. 1.
Zonder aangifte wordt voor den dienst
plicht ingeschreven hij die:
a. is opgenomen in een krankzinni
gen-, idioten-, doofstommen- of blinden-
resticht, een rijksopvoedingsgesticht,
een tuchtschool, een gevangenis of een
rijkswerkinrichting;
b. ingevolge art. 39 van het Wetboek
van Strafrecht ter beschikking van de
Regeering is gesteld en niet in een rijks
opvoedingsgesticht is opgenomen;
c. als vrijwilliger behoort tot de land
macht, de zeemacht of de overzeesche
weermacht, uitgezonderd den vrijwilli-
gen landstorm.
Inschrijving vóór den gewonen tijd.
Art. 15 van het Dienstplichtbesluit. 1.
Hij, die een jaar eerder wenscht te wor
den ingeschreven dan naar zijn leeftijd
zou moeten geschieden, vraagt daartoe
met opgaaf van redenen toestemming bij
een verzoekschrift, dat hij aan den Mi
nister van Defensie zendt, vóór 1 Mei
van het jaar, waarin hij 17 jaar oud
wordt. Hij legt daarbij over een bewijs
van instemming van zijn wettigen ver
tegenwoordiger. De Minister stelt den
belanghebbende in de gelegenheid een
onderzoek te ondergaan ter zake van
lichamelijke geschiktheid en lichame
lijke geoefendheid, een en ander voor
zoover niet bij het verzoekschrift ver
klaringen zijn overgelegd, waaruit de
geschiktheid en de mate van geoefend
heid voldoende blijken.
Inschrijving na den gewonen tijd.
Art. 7 der wet. 1. Voor den dienstplicht
wordt ook of wordt opnieuw ingeschre
ven voor zoover hij niet reeds inge
volge art. 6 is ingeschreven
a de Nederlander, die na 1 Januari
van het jaar, waarin hij IS jaar oud
wordt, en vóór 1 Januari van het jaar
waarin hij 25 jaar oud wordt, zijn woon
plaats in Nederland of in een plaats in
het buitenland, welke niet meer dan 15
K M. van de Nederlandsche grens is ge
legen, heeft gevestigd of wiens wettige
vertegenwoordiger in dat tijdvak zijn
woonplaats aldaar heeft gevestigd;
b. hij, die in bedoeld tijdvak Neder
lander of opnieuw Nederlander is ge
worden indien hij of zijn wettige verte
genwoordiger in Nederland of in een
plaats, als onder a bedoeld woonplaats
heeft:
c. de niet-Nederlander, die in bedoeld
tijdvak ingezetene of opnieuw ingezetene
is geworden;
d. de ingezetene niet-Nederlander, die
in bedoeld tijdvak ophoudt te behooren
tot een staat als bedoeld in art. 6, tweede
lid, onder b (zie hiervóór).
2. Met betrekking tot het bepaalde on
der c geldt art. 6 tweede lid.
Strafbepalingen.
Art. 48 der wet. 1. Met hechtenis van
ten hoogste veertien dagen of geldboete
van ten hoogs,e honderd vijftig gulden
wordt gestraft:
a. hij, die niet voldoet aan een inge
volge art. 8, tweede lid (verplichte aan
gifte), op hem rustende verplichting;
b. degene, die de in verband met deze
wet van hem gevraagde opgaven niet of
niet naar waarheid verstrekt.
2. Met gevangenisstraf van ten hoog
ste twee maanden of geldboete van ten
hoogste zeshonderd gulden wordt ge
straft hij die opzettelijk een der in het
eerste lid bedoelde feiten pleegt.
Vrijstelling van den dienstplicht.
Hij, die vrijstelling wenscht wegens
BROEDERDIENST of wegens het be-
kleeden van een GEESTELIJK cf een
godsdienstig menschlievend ambt of
opleiding tot zoodanig ambt. behoort
daartoe, voor zoover mogelijk, aanvraag
te doen bij de aangifte ter inschrijving
Bij die aangifte bestaat tevens ge'e-
genheid om, indien de in te schrijven
persoon vermoedelijk een andere reden
Hij aarzelde en zeide toen: „Ze is van het
balcon op de tweede verdieping naar beneden
gevallen en heeft haar nek gebroken. De tak
ken van de blauwe regen, waaraan ze zich
vast wilde klemmen, zijn afgereten."
Deze theorie was correct, daar viel niet
aan te twijfelen. Dr. Bousquet, die na een
half uur kwam, verklaarde dat ze vier of vijf
uur dood moest zijn. Thérèse had gewacht tot
er geen kans was dat men haar hooren zou
en was dus zoowat om twee uur 's nachts uit
het raam op het balcon gekropen, dat zoowat
twaalf voet van Roger's raam verwijderd is.
Van het balcon tot dit raam was een steenen
richel, zoowat vier duim breed. Eerst kwam
dan het dichte venster van de slaapkamer en
aan dit kozijn had ze houvast gehad, maar
daarna was de klimplant tegen den muur het
eenige wat ze beet kon pakken. Ze was dus
haar weg gegaan langs den richel en Roger
wist natuurlijk niet wanneer ze gevallen was,
gaande naar of terugkomende van de badka
mer. Maar ze was neergestort op de ge
vaarlijke plaats vlak boven de steenen trap.
De wistaris was daar weggerukt van den
muur. Ze was met het hoofd terecht geko
men op een der steenen manden, met fruit ge
vuld. De kleine dokter begreep niets van de
gebroken hals van de flesch. Hij vermoedde
een geheim, maar bleef in zijn vermoedens
vrij ver van de waarheid. En Roger had geen
lust hem in te lichten, hoewel hij heel goed
begreep dat bij de lijkschouwing de waarheid
wel voor den dag zou komen. Het zou ook on
mogelijk zijn de zaak te sussen, daar hij vast
van plan was Sartorius aan te klagen en zijn
schuld kon niet bewezen worden, zonder dat
de doode vrouw mede in het geding kwam.
Om twaalf uur was alles afgedaan. De po-
van vrijstelling zal kunnen Jocn gelden,
ook hiervan opgaaf te doen.
Vrijstelling wegens BROEDERDIENST
wordt op aanvraag verleen I. indien een
wettige broeder of een wettige nalfbroe
der van den ingeschrevene op 1 Januari
van het jaar der inschrijving verkeert in
een der volgende gevallen:
a. tot gewoon dienstplichtige bestemd
is, voor zoover de voor zijn inlijving be
paalde datum nog niet is aangebroken;
b. als gewoon dienstplichtige of als
vrijwilliger tot de land- of de zeemacht
behoort;
c. 30 dagen in werkelijken dienst is
geweest;
d. militair pensioen geniet of heeft ge
noten
e. gedurende zijn werkelijken dienst
is overleden.
Wie vrijstelling verlangt wegens op
leiding tot geestelijke, enz. moet daar
toe, voor zoover mogelijk, bij de aangifte
ter inschrijving overleggen een verkla
ring, waaruit blijkt, dat hij behoort tot
degenen, die volgens de wet voor vrij
stelling op dien grond in aanmerking
komen.
Beteekenis van de uitdrukking
„wettige vertegenwoordiger".
Waar in de DIenstp'ichtwet of in het
Dienstplichtbesluit werdt gebezigd de
uitdrukking „wettige vertegenwoor
diger", wordt daaronder verstaan de-
geen, die de ouderlijke macht, de voogdij
of de curateele uitoefent.
Bij twijfel omtrent de gemeente, waar
men zich ter inschrijving moet aanmel
den, wende men zich persoonlijk tijdig
tot de afdeeling Militaire Zaken ter ge
meente-secretarie om inlichtingen.
Alkmaar. 4 December 1930.
De Burgemeester voornoemd,
WENDELAAR.
In de gister te Hoorn gehouden vergade- I
ring hielde de heer J. A. Geluk, secretaris
van den Algemeenen Nederlandschen Zuivel-
bend een lezing over den huidigen toestand
op het gebied van den export van zuivelpro
ducten.
Met het oog op de belangrijkheid van deze
lezing voor ons geheele volk, publiceeren wij
dit afzonderlijk.
Het belangrijkste bezwaar, aldus spr., bij
den export, zijn de hooge invoerrechten, die
vrijwel algemeen in het buitenland worden
geheven.
De belangrijkste landen waarheen Neder
land zuivelproducten exporteert, zijn Duiisch-
land, België, Groot-Brittannië en Frankrijk
Van de 47 millioen K.G. boter, die in 1929
uit Nederland geëxporteerd werd, ging er
ruim 36 millicen naar Duitschland en van de
95 millioen K.G. kaas ging er 42 millioen
naar Duitschland.
Voor de melkproducten is Engeland de be
langrijkste afnemer. In 1929 werden er
192.000.000 K.G. melkproducten gefabri
ceerd en hiervan ging er 134.000.000 K G
naar Engeland.
Voor een groot deel zijn dit dan ook de
landen, waarvan wij afhankelijk zijn.
Voor den afzet van de kaas mag tot groote
belang van Nederland bij België niet over het
hoofd worden gezien.
In 1929 werd 95.000.000 K.G. kaas in
Nederland geproduceerd in hiervan ging
ruim 17.000.000 K.G. naar België.
Daarna komt Frankrijk met 11.030.000
K.G., Groot-Brittannië met bijna 10.000.000
K.G.
In totaal werd er in 1929 voor 86.000.000
aan boter, voor 79.000.000 aan kaas en
voor 56.000.000 aan melkproducten uitge
vcerd of in totaal voor 221.000.000.
Vóór 1914 werd aan invoerrecht door
Duitschland voor onze boter geheven 20
mark per 100 K.G. In de oorlogsjaren werri
niets geheven. Daarna tot 27 Nov. 1930
27)4 mark en sinds de vorige week 50 mark.
Het invoerrecht op de kaas ligt vast aan
ons handelsverdrag met Duitschland en tot
op dit oogenblik bedraagt het invoerrecht per
K.G. 20 "en 30 mark.
Voor den invoer van de gecondenseerde
melk en het melkpoeder heft Duitschland 40
mark per 100 K G. Dit is buitengewoon hoog
en heeft tengevolge, dat de export ervan naar
Duitschland belangrijk is teruggegaan.
Het staatje van Frankrijk steekt hierbij
gunstig af. Vóór 1914 bedroeg dit voor de
boter 20 franc per 100 Kilo; daarna 34, 100
fr. en op het oogenblik 200 fr. Men moet
hierbij rekening houden met de daling van de
franc, die voor den oorlog 47 cent was en op
het oogenblik 10 cent. zoodat het invoerrecht
voor de boter naar Frankrijk op het oogen
blik 20 bedraagt per 100 K.G.
Voor kaas was het invoerrecht naar Frank
rijk voor den oorlog 12 fr; daarna 34, 80 en
60 fr en op het oogenblik 100 fr.
Voor gecondenseerde melk is het invoer
recht naar Frankrijk op het oogenblik ook ta
melijk hoog, n.1. 86 tot 140 fr., doch de in
voer daarvan is van minder beteekenis.
Zwitserland heeft het al heel mooi ge
maakt. In 1925 werd van de Nederl. boter
per 100 K.G. 20 fr. (de franc naar een waar
de van 50 cent) geheven; in 1929, 70 francs
en sinds September 1930 bedraagt dit 120
fr., dus 60 per 100 K.G.
België maakt het met ons nog het best.
Vanaf 1924 is het invoerrecht daar op de
boter gelijk gebleven, n.1. 20 franc of 1 40
per 100 K.G.
Voor de kaas heft België 72 fr. en voor
melkproducten 125 fr., die men dit jaar
teruggebracht heeft op 100 fr.
Gisteravond heeft men evenwel in de
avondbladen kunnen lezen, dat de landbouw
organisaties in België erop aandringen om
het invoerrecht op suiker en haver te verhoo-
gen. Men weet dus niet, wat ons ook daar
voor den zuivel te wachten staat. Nu is België
geen vooraanstaand land ten aanzien van ds
zuivelproductie, maar men kan tegenwoordig
nooit weten, wat er gaat gebeuren.
Groot-Brittannië heft geen invoerrecht op
boter en kaas. Met het oog op de suiker wordt
daar 3.20 per 50.8 K.G. geheven.
Ierland, hoewel voor den afzet van boter
van geen beteekenis, hief tot nog toe geen in
voerrecht daarop, doch bepaalde de vorige
week het invoerrecht op 1.19 per K.G.
Zuid-Afrika heeft het nog mooier gemaakt
en verleden week plotseling den invoer van
boter verboden.
In de Ver. Staten van Amerika werd op da
boter per K.G. 8 dollarcent, daarna 12 en op
het oogenblik 14 dollarcent of 30 Holl. cen
ten per K.G. geheven.
Op kaas heft Amerika op het oogenblik 7
dollarcent en op melkpoeder 6)4 dollarcent.
De bloemlezing, aldus spr., is niet schitte
rend. Komende tot een bespreking over de
landen, betoogde spr., dat Duitschland voor
ons land voor den afzet van de zuivelproduc
ten van het meeste belang is. Met Duitsch
land sloot Nederland daarover een handels
verdrag, gebaseerd op de meest begunsti
gingsclausule. De boter staat daar echter niet
in en daarvoor is Nederland dus afhankelijk
van wat Duitschland met andere landen over
eenkomt.
Finland sloot met Duitschland een han
delsverdrag en bereikte 2)4 mark verlaging
op het invoerrecht voor de boter. Dit gold
toen automatisch ook voor or.s land.
Met welk land Duitschland ook een lagere
overeenkomst sluit, wij gaan altijd mee. Door
het nieuwe Duitsch-Finsche handelsverdrag
betalen wij voor de boter thans ook 50 mark-
invoerrecht per 103 K.G.
Op zichzelf is de toestand onbevredigend,
maar aan den anderen kant is de meest be
gunstigingsclausule voor Nederland, dat veel
moet uitvoeren, van belang. Vooral na den
oorlog is er aan de clausule een schaduw
zijde verbonden. Dezen zomer ondervond
Nederl. moeilijkheden bij de Duitsch-Finsche
handelsovereenkomst. Op aandrang van de
landbouworganisaties wil Duitschland zijn
botorprcductie opvoeren; verhooging van in
voerrecht is daarom noodig en Duitschland
wil dan ook tot eiken prijs van het lage in
voerrecht van Finland af. Het trachtte daar
om dezen zomer met Finland een particuliere
overeenkomst te sluiten door voor een be
paald kwantum boter, aanmerkelijk grooter
dan Finland invoert, Finland bepaalde voor-
deelen te geven, met bepaling, dat voor dat
gene, wat niet kon worden ingevoerd, rouw
geld betaald zou worden. Dit deed bij ons
een geweldige actie ontstaan, omdat men
daarin terecht zag een omzeilen van de meest
begunstigingsclausule. Gelukkig is dit niet
doorgegaan. Nu is er echter weer een anders
kwestie gerezen, n.1. die van het zoogen. con-
tegent-stelsel. Men is nu met Finland over
eengekomen, dat tegen een invoerrecht van 50
mark per 100 K.G. Finland 5000 ton boter
mag invoeren, ongeveer het kwantum, dat
litie was in kennis gesteld, de lijkschouwing
zou overmorgen plaats hebben. Er was een
bevel tot inhechtenisneming van Sartorius
uitgevaardigd, maar hij was niet te vinden.
Er was reden om te gelooven dat hij in zijn
huis in de route de Grasse was geweest na
zijn vertrek uit villa Firenze, maar daarna
wist men niets van hem af. Zijn auto was
er niet, wat te denken gaf. Maar hij kon niet
lang vrij uitgaan, daarvoor was zijn uiterlijk
te opvallend. Het verbaasde Roger dat hij
vertrokken was en het deed hem vermoeden
dat zijn verdediging niet al te sterk stond.
Vroeg in den middag waren miss Clifford
en Esther onder geleide van dr. Bousquet in
een "auto naar Cannes gegaan, waar zij hun
intrek namen in een klein, behagelijk inge
richt hotel. Esther wist niets van den dood
van lady Clifford, want dr. Bousquet oor
deelde haar nog niet in staat dit bericht te
hooren. Een nieuwe omgeving en volkomen
rust moesten haar doen herstellen, maar het
kon weken duren voor ze er weer boven op
was. Ofschoon dr. Bousquet geen notie had
van de oorzaak van haar toestand, behalve
het zichtbare effect van de morfine, zoo be
greep hij toch dat haar zenuwen een ernsti-
gen schok hadden doorstaan. Hij nerkte
ook, dat zij ten prooi was aan een verlam-
menden angst zoolang zij in de villa was.
Dadelijk nadat zij er uit was werd zij kalmer.
Om drie uur ging Roger met een paar politie
agenten naar de woning van Sartorius. In
de slaapkamer heerschte de grootste wan
orde. Opengetrokken laden, waarvan de in
houd verspreid lag, alles duidde op een over
haast vertrek, maar het was onmogelijk te
zeggen of dit haastig afreizen Sartorius dan
wel Holliday betrof, daar beiden dezelfde ka
mer hadden gebruikt. Maar onder het bed
stonden een kleine hutkoffer en een bruin
leeren tasch, beide gesloten en voorzien van
de initialen E. R. Op de koffer was een label
van de White Star boot en een van het
Carltonhotel in Cannes. Deze koffers waren
het eerste bewijs, dat Esther's verhaal waar
heid bevatte. Op het laboratorium boven
vonden de bezoekers nieuwe bevestiging hier
van. En Roger's adem stokte toen hij alle
samenhangende détails ontdekte. De hang
lamp was vernield, evenals de ruiten in het
dakvenster. Op de tafel lag een stoel omver.
De vloer was bezaaid met glasscherven.
Vastgeknoopt aan een ijzeren kram was het
eind van een uit roode gordijnflarden ge
draaid touw, dat door het dakraam naar bui
ten hing. Allen keken zwijgend en maakten
hun eigen gevolgtrekkingen.
„Zie eens", zeide de hoofdagent, die
een blik in de alkoof geworpen had en
hij wees met zijn vinger naar het nauwe
veldbed met de verfrommelde soldaten
deken. Roger zag, dat de plek nog zicht
baar was waar Esther's lichaam gelegen
had; hij zag haar daar liggen, bedwelmd
e nhulpeloos. Op de kleine tafel een glas
onfrisch water en een injectiespuitje.
Hoe had het meisje kunnen ontsnappen,
't Was onbegrijpelijk en het leek hem
een wonder. De deuren van de kasten
stonden open en op de stoffige plankan
kon men de plaatsen zien waar flesschen
hadden gestaan, doch die weggenomen
waren. Het werd Roger op een duidelijk,
dat Sartorius, zooals Esther wel gezegd
had, zoo snel mogelijk naar huis was ge
gaan om te zien wat er gebeurd was-
(Wordt vervolgd).