mkniarsckt Cumul. Inschrijving voor den dienstplicht. DE VEBLOREN INJECTIENAALD. KKIII.I.HTON. DE GEVOLGEN VAN DEN HUIDIGEN TOE STAND OP HET GEBIED VAN DEN EXPORT VAN ZUIVELPRODUCTEN. indird twee en dertigste Jaargang. w.—z (f#. 286 1930 Donderdag 4 December. Radio-hoekje Vriiadg 5 December. Hilversum, 298 M. 8.12.4.8.en ean 9.30—12 V.A.R.A., 12.—4.— en van 8—9.30 St. Nicolaas A.V.R.O. 8.Gramo foonplaten. 10.— Morgenwijding (V.P.R.O.) «O 15 Voordracht Cees Bakker. 10.30 Zie- kenuurtje. 11.30 Gramofoonplaten. 12.2. Concert Omroeporkest. 2.052.30 School- nitzending. 2.303.Gramofoonplaten. 24.Concert A.V.R.O.-Kwintet. 4.Or gelspel door Johan Jong. 4.30 St. Nicolaas- vertelling. 5.— Concert door het V.A.R.A.- Orkest. 5.30 St. Nicolaas bij Fam. Mulder. Vervolg concert. 6.30 Uitsl. Fotogr. wedstrijd in bijzijn van St. Nicolaas. 6 45 Concert door het V.A.R.A.-orkest. 7.15 Sin- terklaar en Teun de Klepperman bij de Pomp te Nergenshuizen. 7.30 Sinterklaar bij het V.A.R.A -Orkest. 8.9.30 St Nicolaas- Avond-programma. 9.30 Hoorspel: Het Huishouden van Jan Steen" door Het Groot Volkstooneel. 11.Gramofoonplaten. 12.— Sluiting. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K- R. O.) 8—9.15 Gramofoonpl. 11.30—12.— Godsd Halfuurtje. 12—12.15 Politieber. 12.15 I.45 Concert door het K. R. O.-Kwintet. 1.45 _2— Gramofoonplaten. 2.2.45 Kook cursus. 2.45—3.45 K. R. O.-Orkest. 3 45 4.15 Verzorging van den zender. 4.154 30 Gramofoonplaten. 4.305 45 K, R. O.- Orkest. 5.456 45 Gramofoonpl. 6.457.15 Eng. les. 7.157.45 P. Heilker: De geschie denis van het Esperanto. 7 45—8.— Politie berichten. 8.—12.Cab. avond ter geleg. van St. Nicolaas, m. m. v. het K.R.O.-orkest. Fr. Bouwmeester, St. Fontaine, J. Bacilek, Ant. v. Duinkerken, ca. 9.Vaz Dias. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11-05 Lezing. 12.20 Concert. M. Mac Gibbon, viool. F. Jackson, piano. 12.50 Or gelconcert door J. E. Humphreys. D. Rob- son, zang. 1.50 Gramofoonplaten. 2.50 Uitz. voor scholen. 4.50 Orkestconncert. 5.35 Kin deruurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten 6.55 Berichten. 7.Zang door M. Bonin en J. Thome 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 „If" Tooneelstuk van Lord Dunsany. 9.35 Berich ten. 9.50 Berichten. 9.55 Berichten. 10.10 Concert. E. Cruickshank, alt. Orkest. 11.20 —12 20 Dansmuziek Parits „RadioijParis", 1725 M. 12 50 220 Gramofoonplaten. 4.05 Gramofoonpla ten. 6.50 Gramofoonplaten 8.20 Causerie met muzik. illustratie. 9.05 Concert. Orkest en cello. 9.50 Concert. Orkest, orgel en so liste. Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo foonplaten 10.10.15 Gramofoonplaten. II.30 Gramofoonplaten. 12 251.50 Or kestconcert. 6.358.„Sankt Nicolaus kommt". 7.209.30 Orkestconcert. Inter mezzo: „Christkinds Erdenreise". Sprookies- Opera van Gustav Kneip. Daarna: Berich ten en tot 11.20 Orkestconcert. Kalundbcrg, 1153 Al. 11.20-1.20 Orkest concert. 2 204.20 Orkestconcert en zang 4.20—5.— Kinderuurtje. 7.408.05 Viool recital door Henrioues 8.058 55 .,Brogede Skaebner". Vertelling van W. v. Hollander. 8 55—9.05 Lezing. '9.25—9 45 Vocale duet ten 9 4510.20 Piano-duetten. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6 50 Gramofoonplaten. 9.05 Orkestconcert. 8.35 338.2 M.) Concert georganiseerd door de SAROV. Zeesen, 1635 M. 5.45—7.— Lezingen, daarna vroegconcetr. 9.5011.20 Voor duetten. 11.20—12.15 Gramofoonplaten 12.15—12 50 Berichten. 12.50 Berichten en daarna gramofoonplaten. 1.503.50 Voor drachten. 3.50—4.50 Middagconcert vanuit Leipzig. 4 50—7 15 Lezingen. 7.20 Operette „Die singende Vénus" van Gustac Beer en Fritz Lunzer. Daarna Popuair concert. De BURGEMEESTER van ALKMAAR Blaakt 1 ekend, dat in JANUARI as. voor den dienstplicht moeten worden ingeschreven personen, die geboren zijn in 1912. Voor de aangifte ter inschrijving zal in het BIJZONDER gelegenheid worden gegeven in het gebouw „DE NIEUWE Van ALltt CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J E DE B K. 76> „Doet u even de deur dicht, dan zal ik het u vertellen. Sartorius is weg, voor hem is Esther veilig, maar ze is in zoo'n zenuwrch- %en toestand, dat ze dit nog niet mag weten. Houdt je flink, Dido, je moet wat ik je ver tellen ga, heel kalm opnemen. Thérèse is dood, ze stierf vannacht." Hij dacht dat ze flauw ging vallen, maar 2e greep de deurknop vast en hield zich goed. „Dood!" zeide ze met droge lippen. „On mogelijk. Gisterenavond was zewat is er gebeurd? Was ze ziek?" „Neen, ze heeft een ongeluk gehad. Er zal wel een gerechtelijk onderzoek volgen. Het is Voor u zoo pijnlijk en zoo akelig, maar u moet overtuigd zijn, dat het voor ons allen veel akeliger zou zijn als ze nog leefde." Met aschgrauw gezicht keek ze hem „"oger ik geloof niet dat ik je begrijo." t Is eenvoudig zoo, lieve tante. Wat Miss °we gisteren zeide was de waarheid, ze sprak geen wartaal." „Je bedoelt, dat Thérèse en Dr. Sartorius li? onm°gelijk, dat kan je niet meenen." „[k meen het nog. 't Zijn moordenaars, ze ,en mijn vader vermoord." „Je vader, maar hij stierf aan de typhus, ar is niets vreemds in." «Zij bezorgden hem die typhus door bacil- wi)erLS,chi0eIenStraat nr" 3' voor hen lettert amen aanvan8en met de A.—Bo. Br.—E. F.—H. I.—KI. Ko.—M. N.R. S.—St. Sw.—V. aan: MAANDAG 5 JANUARI 1931 voorm. 10—12)4. MAANDAG 5 JANUARI 1931 namiddags 2K— 4%. DINSDAG 6 JANUARI 1931 vcarm. 10—l^K. DINSDAG 6 JANUARI 1931 namiddags 2K—4)4. WOENSDAG 7 JANUARI 1930 voorm. 1012)4. SCHOLIEREN WOENSDAG 7 JA NUARI 1930, nam. 2)4—4)4. DONDERDAG 8 JANUARI 1931, voorm. 10—12)4. DONDERDAG 8 JANUARI 1931, namiddags 2)4— 4)4. VRIJDAG 9 JANUARI 1931 voorm. 10—12)4. VRIJDAG 9 JANUARI 1931 namiddags 2)4 4%. SCHOLIEREN, die op den voor hen be stemden dag geen gelegenheid hebben, knni-en zich aangeven op WOENSDAG 7 JANUARI 1931, des namiddags van 2)44/4 nnr. Bij de inschrijving gelieve men mede to brengen het trouwboekje der onders of andere familie-panieren; is een der ouders of zijn beide ouders overleden, dan moeten worden overgelegd de stuk ken, die betrekking hebben op de voor ziening in de voogdij. Zij, die in aanmer king komen voor vrijstelling wegens broederdienst, leggen tevens over alle stukken betreffende den dienst hunner oudere broeders. Omtrent deze inschrijving en omtrent de inschrijving, die in sommige gevallen binnen een anderen termijn moet plaats hebben, geldc-n de volgende bepalingen van de Dienstplichtwet en van het Dienstplichtbesluit. Wie wel en wie niet ingeschreven moeten werden. Art. 6 der wet. 1. Behoudens de bepa ling van het tweede lid wordt voor den dieno'olicht ingeschreven: a. de Nederlander, die op 1 Januari van het jaar, waarin hij 19 jaar oud yvordt, woonplaats heeft in Nederland of in een plaats in het buitenland, welke niet meer dan 15 K.M. van de Neder- landsche grens is gelegen of wiens wet tige vertegenwoordiger op genoemd tijd stip aldaar woonplaats heeft, b. de niet-Nederlander, die op ge- n >emd tijdstip ingezetene is; 2. Vooi den dienstplicht wordt niet ingeschreven de ingezetene, niet Neder lander, die: a. is geboren in Nederlandsch-Indië, Suriname of Cura^ao; b. blijkt te beLooren tot een Staat waar de Nederlanders niet aan verplich ten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheic is aangenomen. In welke gemeenten de inschrijving moet geschieden. Art. 8 van het Dienstplichtbesluit. 1. De inschrijving voor den dienstplicht geschiedt a inaien de wettige vertegenwoordi ger in Nederland woonplaats heeft in de gemeente, waarin deze woonplaats is gelegen; b indien de in te schrijven persoon in Nederland woonplaats heeft, in de ge meente, waarin deze woonplaats is ge legen, tenzij hij een wettige vertegen woordiger heeft, die in een andere ge meente in Nederland woonplaats heeft; 3. Voor de toepassing van het vorig lid wordt in aanmerking genomen de woonplaats, die de ingevolge art. 6 der wet in te schrijven persoon of zijn wet tige vertegenwoordiger had op 1 Ja nuari van het jaar, waarin eerstbedoel de persoon 19 jaar oud wordt, of de woonplaats, die de ingevolge art. 7 der wet in te schrijven persoon of zijn wet tige vertegenwoordiger had op den dag, waarop het in da artikel bepaalde van toepassing is geworden. Aangifte ter inschrijving. Art. 8 der wet. 1. Behoudens de door Ons vast te stellen uitzonderingen ge schiedt de inschrijving voor den dienst plicht op aangifte bij den burgemeester der door i ns aan te wijzen gemeente. 2. De aangifte geschiedt door den in te schrijven persoon zeil of bij verhindering door zijn wettigen vertegenwoordiger; len in zijn melk te doen. Toen hij beter werd, heeft Sartorius hem doen instorten door een inspuiting met typhus-toxine, een doodelijk vergif. De oude man had niets geen kans op genezing. En dat ging alles zoo stil en on gemerkt, dat we het nooit zouden geweten hebben als Esther er niet was geweest. Ze heeft mij het leven gered, ziet u. Ze wilden mij er ook uit hebben." Ze legde de hand op haar bevende lippen en scheen een onmacht nabij. Bedoel je, dat ze jou ook wilden vermoorden." „Tantelief, denk daar niet verder over, het is allemaal voorbij, dank zij dat arme kind. Gaat u weer naar haar toe, ik kom ook dade lijk. Maar wacht, u moet eerst wat drinken." Toen ze wat bijgekomen was, zeide hij: „Zegt u nog maar niets aan Esther, ik zal het haar zelf wel vertellen, maar eerst moet u allebei het huis uit zijn. Chalmers zal in een hotel voor ons alle drie logies bestellen en dan laat ik u aan zijn zorg over. Ik heb uw hulp zoo noodig, Dido, want ik wil het u nu wel zeggen, ik ga met Esther trouwen en dat zoo gauw mogelijk, althans als zij me heb ben wil." Deze verklaring had de gewenschte uit werking. Hij zag de oude oogen zich verhel deren en er kwam wat kleur op haar gezicht. „Meen je dat Roger?" „Ik heb nooit iets zoo ernstig gemeend, ik heb dadelijk van haar gehouden." „Daar ben ik blij om, ze is het eenige meisie aan wie ik je zou kunnen toevertrou wen' Met innige genegenheid zagen ze elkander aan. Toen, op het punt Esther's kamer bin nen te gaan, fluisterde ze: „Je hebt me nog niet verteld wat er met Thérèse gebeurde." zij kan geschieden door tusschenkomst van een daartoe schriftelijk gemach tigde. 3. De aangifte geschiedt: a. voor zooveel betreft de ingevolge art. 6 in te schrijven personen, in de maand Januari van het jaar, waarin zij 19 jaar oud worden; b. voor zooveel betreft de ingevolge art. 7 in te schrijven personen (zie hier na), binnen dertig dagen na den dag, waarop het in dat artikel bepaalde op hen van toepassing is geworden. Inschrijving zonder aangifte. Art. 10 van het Dienstplichtbesluit. 1. Zonder aangifte wordt voor den dienst plicht ingeschreven hij die: a. is opgenomen in een krankzinni gen-, idioten-, doofstommen- of blinden- resticht, een rijksopvoedingsgesticht, een tuchtschool, een gevangenis of een rijkswerkinrichting; b. ingevolge art. 39 van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking van de Regeering is gesteld en niet in een rijks opvoedingsgesticht is opgenomen; c. als vrijwilliger behoort tot de land macht, de zeemacht of de overzeesche weermacht, uitgezonderd den vrijwilli- gen landstorm. Inschrijving vóór den gewonen tijd. Art. 15 van het Dienstplichtbesluit. 1. Hij, die een jaar eerder wenscht te wor den ingeschreven dan naar zijn leeftijd zou moeten geschieden, vraagt daartoe met opgaaf van redenen toestemming bij een verzoekschrift, dat hij aan den Mi nister van Defensie zendt, vóór 1 Mei van het jaar, waarin hij 17 jaar oud wordt. Hij legt daarbij over een bewijs van instemming van zijn wettigen ver tegenwoordiger. De Minister stelt den belanghebbende in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan ter zake van lichamelijke geschiktheid en lichame lijke geoefendheid, een en ander voor zoover niet bij het verzoekschrift ver klaringen zijn overgelegd, waaruit de geschiktheid en de mate van geoefend heid voldoende blijken. Inschrijving na den gewonen tijd. Art. 7 der wet. 1. Voor den dienstplicht wordt ook of wordt opnieuw ingeschre ven voor zoover hij niet reeds inge volge art. 6 is ingeschreven a de Nederlander, die na 1 Januari van het jaar, waarin hij IS jaar oud wordt, en vóór 1 Januari van het jaar waarin hij 25 jaar oud wordt, zijn woon plaats in Nederland of in een plaats in het buitenland, welke niet meer dan 15 K M. van de Nederlandsche grens is ge legen, heeft gevestigd of wiens wettige vertegenwoordiger in dat tijdvak zijn woonplaats aldaar heeft gevestigd; b. hij, die in bedoeld tijdvak Neder lander of opnieuw Nederlander is ge worden indien hij of zijn wettige verte genwoordiger in Nederland of in een plaats, als onder a bedoeld woonplaats heeft: c. de niet-Nederlander, die in bedoeld tijdvak ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden; d. de ingezetene niet-Nederlander, die in bedoeld tijdvak ophoudt te behooren tot een staat als bedoeld in art. 6, tweede lid, onder b (zie hiervóór). 2. Met betrekking tot het bepaalde on der c geldt art. 6 tweede lid. Strafbepalingen. Art. 48 der wet. 1. Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogs,e honderd vijftig gulden wordt gestraft: a. hij, die niet voldoet aan een inge volge art. 8, tweede lid (verplichte aan gifte), op hem rustende verplichting; b. degene, die de in verband met deze wet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waarheid verstrekt. 2. Met gevangenisstraf van ten hoog ste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden wordt ge straft hij die opzettelijk een der in het eerste lid bedoelde feiten pleegt. Vrijstelling van den dienstplicht. Hij, die vrijstelling wenscht wegens BROEDERDIENST of wegens het be- kleeden van een GEESTELIJK cf een godsdienstig menschlievend ambt of opleiding tot zoodanig ambt. behoort daartoe, voor zoover mogelijk, aanvraag te doen bij de aangifte ter inschrijving Bij die aangifte bestaat tevens ge'e- genheid om, indien de in te schrijven persoon vermoedelijk een andere reden Hij aarzelde en zeide toen: „Ze is van het balcon op de tweede verdieping naar beneden gevallen en heeft haar nek gebroken. De tak ken van de blauwe regen, waaraan ze zich vast wilde klemmen, zijn afgereten." Deze theorie was correct, daar viel niet aan te twijfelen. Dr. Bousquet, die na een half uur kwam, verklaarde dat ze vier of vijf uur dood moest zijn. Thérèse had gewacht tot er geen kans was dat men haar hooren zou en was dus zoowat om twee uur 's nachts uit het raam op het balcon gekropen, dat zoowat twaalf voet van Roger's raam verwijderd is. Van het balcon tot dit raam was een steenen richel, zoowat vier duim breed. Eerst kwam dan het dichte venster van de slaapkamer en aan dit kozijn had ze houvast gehad, maar daarna was de klimplant tegen den muur het eenige wat ze beet kon pakken. Ze was dus haar weg gegaan langs den richel en Roger wist natuurlijk niet wanneer ze gevallen was, gaande naar of terugkomende van de badka mer. Maar ze was neergestort op de ge vaarlijke plaats vlak boven de steenen trap. De wistaris was daar weggerukt van den muur. Ze was met het hoofd terecht geko men op een der steenen manden, met fruit ge vuld. De kleine dokter begreep niets van de gebroken hals van de flesch. Hij vermoedde een geheim, maar bleef in zijn vermoedens vrij ver van de waarheid. En Roger had geen lust hem in te lichten, hoewel hij heel goed begreep dat bij de lijkschouwing de waarheid wel voor den dag zou komen. Het zou ook on mogelijk zijn de zaak te sussen, daar hij vast van plan was Sartorius aan te klagen en zijn schuld kon niet bewezen worden, zonder dat de doode vrouw mede in het geding kwam. Om twaalf uur was alles afgedaan. De po- van vrijstelling zal kunnen Jocn gelden, ook hiervan opgaaf te doen. Vrijstelling wegens BROEDERDIENST wordt op aanvraag verleen I. indien een wettige broeder of een wettige nalfbroe der van den ingeschrevene op 1 Januari van het jaar der inschrijving verkeert in een der volgende gevallen: a. tot gewoon dienstplichtige bestemd is, voor zoover de voor zijn inlijving be paalde datum nog niet is aangebroken; b. als gewoon dienstplichtige of als vrijwilliger tot de land- of de zeemacht behoort; c. 30 dagen in werkelijken dienst is geweest; d. militair pensioen geniet of heeft ge noten e. gedurende zijn werkelijken dienst is overleden. Wie vrijstelling verlangt wegens op leiding tot geestelijke, enz. moet daar toe, voor zoover mogelijk, bij de aangifte ter inschrijving overleggen een verkla ring, waaruit blijkt, dat hij behoort tot degenen, die volgens de wet voor vrij stelling op dien grond in aanmerking komen. Beteekenis van de uitdrukking „wettige vertegenwoordiger". Waar in de DIenstp'ichtwet of in het Dienstplichtbesluit werdt gebezigd de uitdrukking „wettige vertegenwoor diger", wordt daaronder verstaan de- geen, die de ouderlijke macht, de voogdij of de curateele uitoefent. Bij twijfel omtrent de gemeente, waar men zich ter inschrijving moet aanmel den, wende men zich persoonlijk tijdig tot de afdeeling Militaire Zaken ter ge meente-secretarie om inlichtingen. Alkmaar. 4 December 1930. De Burgemeester voornoemd, WENDELAAR. In de gister te Hoorn gehouden vergade- I ring hielde de heer J. A. Geluk, secretaris van den Algemeenen Nederlandschen Zuivel- bend een lezing over den huidigen toestand op het gebied van den export van zuivelpro ducten. Met het oog op de belangrijkheid van deze lezing voor ons geheele volk, publiceeren wij dit afzonderlijk. Het belangrijkste bezwaar, aldus spr., bij den export, zijn de hooge invoerrechten, die vrijwel algemeen in het buitenland worden geheven. De belangrijkste landen waarheen Neder land zuivelproducten exporteert, zijn Duiisch- land, België, Groot-Brittannië en Frankrijk Van de 47 millioen K.G. boter, die in 1929 uit Nederland geëxporteerd werd, ging er ruim 36 millicen naar Duitschland en van de 95 millioen K.G. kaas ging er 42 millioen naar Duitschland. Voor de melkproducten is Engeland de be langrijkste afnemer. In 1929 werden er 192.000.000 K.G. melkproducten gefabri ceerd en hiervan ging er 134.000.000 K G naar Engeland. Voor een groot deel zijn dit dan ook de landen, waarvan wij afhankelijk zijn. Voor den afzet van de kaas mag tot groote belang van Nederland bij België niet over het hoofd worden gezien. In 1929 werd 95.000.000 K.G. kaas in Nederland geproduceerd in hiervan ging ruim 17.000.000 K.G. naar België. Daarna komt Frankrijk met 11.030.000 K.G., Groot-Brittannië met bijna 10.000.000 K.G. In totaal werd er in 1929 voor 86.000.000 aan boter, voor 79.000.000 aan kaas en voor 56.000.000 aan melkproducten uitge vcerd of in totaal voor 221.000.000. Vóór 1914 werd aan invoerrecht door Duitschland voor onze boter geheven 20 mark per 100 K.G. In de oorlogsjaren werri niets geheven. Daarna tot 27 Nov. 1930 27)4 mark en sinds de vorige week 50 mark. Het invoerrecht op de kaas ligt vast aan ons handelsverdrag met Duitschland en tot op dit oogenblik bedraagt het invoerrecht per K.G. 20 "en 30 mark. Voor den invoer van de gecondenseerde melk en het melkpoeder heft Duitschland 40 mark per 100 K G. Dit is buitengewoon hoog en heeft tengevolge, dat de export ervan naar Duitschland belangrijk is teruggegaan. Het staatje van Frankrijk steekt hierbij gunstig af. Vóór 1914 bedroeg dit voor de boter 20 franc per 100 Kilo; daarna 34, 100 fr. en op het oogenblik 200 fr. Men moet hierbij rekening houden met de daling van de franc, die voor den oorlog 47 cent was en op het oogenblik 10 cent. zoodat het invoerrecht voor de boter naar Frankrijk op het oogen blik 20 bedraagt per 100 K.G. Voor kaas was het invoerrecht naar Frank rijk voor den oorlog 12 fr; daarna 34, 80 en 60 fr en op het oogenblik 100 fr. Voor gecondenseerde melk is het invoer recht naar Frankrijk op het oogenblik ook ta melijk hoog, n.1. 86 tot 140 fr., doch de in voer daarvan is van minder beteekenis. Zwitserland heeft het al heel mooi ge maakt. In 1925 werd van de Nederl. boter per 100 K.G. 20 fr. (de franc naar een waar de van 50 cent) geheven; in 1929, 70 francs en sinds September 1930 bedraagt dit 120 fr., dus 60 per 100 K.G. België maakt het met ons nog het best. Vanaf 1924 is het invoerrecht daar op de boter gelijk gebleven, n.1. 20 franc of 1 40 per 100 K.G. Voor de kaas heft België 72 fr. en voor melkproducten 125 fr., die men dit jaar teruggebracht heeft op 100 fr. Gisteravond heeft men evenwel in de avondbladen kunnen lezen, dat de landbouw organisaties in België erop aandringen om het invoerrecht op suiker en haver te verhoo- gen. Men weet dus niet, wat ons ook daar voor den zuivel te wachten staat. Nu is België geen vooraanstaand land ten aanzien van ds zuivelproductie, maar men kan tegenwoordig nooit weten, wat er gaat gebeuren. Groot-Brittannië heft geen invoerrecht op boter en kaas. Met het oog op de suiker wordt daar 3.20 per 50.8 K.G. geheven. Ierland, hoewel voor den afzet van boter van geen beteekenis, hief tot nog toe geen in voerrecht daarop, doch bepaalde de vorige week het invoerrecht op 1.19 per K.G. Zuid-Afrika heeft het nog mooier gemaakt en verleden week plotseling den invoer van boter verboden. In de Ver. Staten van Amerika werd op da boter per K.G. 8 dollarcent, daarna 12 en op het oogenblik 14 dollarcent of 30 Holl. cen ten per K.G. geheven. Op kaas heft Amerika op het oogenblik 7 dollarcent en op melkpoeder 6)4 dollarcent. De bloemlezing, aldus spr., is niet schitte rend. Komende tot een bespreking over de landen, betoogde spr., dat Duitschland voor ons land voor den afzet van de zuivelproduc ten van het meeste belang is. Met Duitsch land sloot Nederland daarover een handels verdrag, gebaseerd op de meest begunsti gingsclausule. De boter staat daar echter niet in en daarvoor is Nederland dus afhankelijk van wat Duitschland met andere landen over eenkomt. Finland sloot met Duitschland een han delsverdrag en bereikte 2)4 mark verlaging op het invoerrecht voor de boter. Dit gold toen automatisch ook voor or.s land. Met welk land Duitschland ook een lagere overeenkomst sluit, wij gaan altijd mee. Door het nieuwe Duitsch-Finsche handelsverdrag betalen wij voor de boter thans ook 50 mark- invoerrecht per 103 K.G. Op zichzelf is de toestand onbevredigend, maar aan den anderen kant is de meest be gunstigingsclausule voor Nederland, dat veel moet uitvoeren, van belang. Vooral na den oorlog is er aan de clausule een schaduw zijde verbonden. Dezen zomer ondervond Nederl. moeilijkheden bij de Duitsch-Finsche handelsovereenkomst. Op aandrang van de landbouworganisaties wil Duitschland zijn botorprcductie opvoeren; verhooging van in voerrecht is daarom noodig en Duitschland wil dan ook tot eiken prijs van het lage in voerrecht van Finland af. Het trachtte daar om dezen zomer met Finland een particuliere overeenkomst te sluiten door voor een be paald kwantum boter, aanmerkelijk grooter dan Finland invoert, Finland bepaalde voor- deelen te geven, met bepaling, dat voor dat gene, wat niet kon worden ingevoerd, rouw geld betaald zou worden. Dit deed bij ons een geweldige actie ontstaan, omdat men daarin terecht zag een omzeilen van de meest begunstigingsclausule. Gelukkig is dit niet doorgegaan. Nu is er echter weer een anders kwestie gerezen, n.1. die van het zoogen. con- tegent-stelsel. Men is nu met Finland over eengekomen, dat tegen een invoerrecht van 50 mark per 100 K.G. Finland 5000 ton boter mag invoeren, ongeveer het kwantum, dat litie was in kennis gesteld, de lijkschouwing zou overmorgen plaats hebben. Er was een bevel tot inhechtenisneming van Sartorius uitgevaardigd, maar hij was niet te vinden. Er was reden om te gelooven dat hij in zijn huis in de route de Grasse was geweest na zijn vertrek uit villa Firenze, maar daarna wist men niets van hem af. Zijn auto was er niet, wat te denken gaf. Maar hij kon niet lang vrij uitgaan, daarvoor was zijn uiterlijk te opvallend. Het verbaasde Roger dat hij vertrokken was en het deed hem vermoeden dat zijn verdediging niet al te sterk stond. Vroeg in den middag waren miss Clifford en Esther onder geleide van dr. Bousquet in een "auto naar Cannes gegaan, waar zij hun intrek namen in een klein, behagelijk inge richt hotel. Esther wist niets van den dood van lady Clifford, want dr. Bousquet oor deelde haar nog niet in staat dit bericht te hooren. Een nieuwe omgeving en volkomen rust moesten haar doen herstellen, maar het kon weken duren voor ze er weer boven op was. Ofschoon dr. Bousquet geen notie had van de oorzaak van haar toestand, behalve het zichtbare effect van de morfine, zoo be greep hij toch dat haar zenuwen een ernsti- gen schok hadden doorstaan. Hij nerkte ook, dat zij ten prooi was aan een verlam- menden angst zoolang zij in de villa was. Dadelijk nadat zij er uit was werd zij kalmer. Om drie uur ging Roger met een paar politie agenten naar de woning van Sartorius. In de slaapkamer heerschte de grootste wan orde. Opengetrokken laden, waarvan de in houd verspreid lag, alles duidde op een over haast vertrek, maar het was onmogelijk te zeggen of dit haastig afreizen Sartorius dan wel Holliday betrof, daar beiden dezelfde ka mer hadden gebruikt. Maar onder het bed stonden een kleine hutkoffer en een bruin leeren tasch, beide gesloten en voorzien van de initialen E. R. Op de koffer was een label van de White Star boot en een van het Carltonhotel in Cannes. Deze koffers waren het eerste bewijs, dat Esther's verhaal waar heid bevatte. Op het laboratorium boven vonden de bezoekers nieuwe bevestiging hier van. En Roger's adem stokte toen hij alle samenhangende détails ontdekte. De hang lamp was vernield, evenals de ruiten in het dakvenster. Op de tafel lag een stoel omver. De vloer was bezaaid met glasscherven. Vastgeknoopt aan een ijzeren kram was het eind van een uit roode gordijnflarden ge draaid touw, dat door het dakraam naar bui ten hing. Allen keken zwijgend en maakten hun eigen gevolgtrekkingen. „Zie eens", zeide de hoofdagent, die een blik in de alkoof geworpen had en hij wees met zijn vinger naar het nauwe veldbed met de verfrommelde soldaten deken. Roger zag, dat de plek nog zicht baar was waar Esther's lichaam gelegen had; hij zag haar daar liggen, bedwelmd e nhulpeloos. Op de kleine tafel een glas onfrisch water en een injectiespuitje. Hoe had het meisje kunnen ontsnappen, 't Was onbegrijpelijk en het leek hem een wonder. De deuren van de kasten stonden open en op de stoffige plankan kon men de plaatsen zien waar flesschen hadden gestaan, doch die weggenomen waren. Het werd Roger op een duidelijk, dat Sartorius, zooals Esther wel gezegd had, zoo snel mogelijk naar huis was ge gaan om te zien wat er gebeurd was- (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5