RUWE HU/D Vereeniging totontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwartier. ars c/?uw'^- Whst Rechtszaken H. WiLLtHS, verur.oord 117.1 WE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTE E Schrale Lippen Gesprongen Handen gen bestudeert men reeds verschillende plan nen en spr.'s overtuiging is. dat men daar voor evenals in andere landen een weg kan vinden. Ir. De Vries zeide in antwoord aan de verschillende sprekers, dat het hem bekend is dat het gebruik van gemengd voedsel in Noord-Holland toeneemt. Hij merkte nog op, dat de handel een beter gebruik van den voorlichtingsdienst weet te maken dan de erboen. De coöperaties moeten voorkomen, dat zij er op den duur naast zullen grijpen De gemakzucht is er; men kan daar tegen toch niet vechten. Beter is het de zaken in goede banen te lelden. Het was ook hem be kend, dat de particuliere fabrikanten plan hebben om in samenwerking met het Rijks proefstation een controledienst in het leven te roepen. Dr. M o 1 h u i s e n zeide, dat er reeds een staatscommissie is benoemd, bestaande uit vertegenwoordigers van fabrikanjen en land bouworganisaties met een neutralen voorzit ter. Deze commissie zal de regeering advies uitbrengen. Onder applaus der vergadering bracht hierop de voorzitter ir. De Vries dank voor zijn belangrijke inleiding. Bovengenoemde vereeniging vergaderde Woensdag te Schagen. De voorzitter, de heer P. Stapel te Hoog- karspel, heette in het bijzonder welkom den burgemeester van Schagen en den secretaris van het Ned. Landbouwcomité Dr. Molhui zen, die niet alleen bureau-secretaris is, doch die in woord en geschrift de belangen van den landbouw in dezen crisistijd krachtig verdedigd. (Applaus). Spr. oordeelde het noodig een enkel woord te spreken over de crisis, die allen zoo ter harte gaat. Zoolang de zaken normaal verloopen be kommert inea zich weinig om de beteeke- nis van den landbouw in de organisatie van den staat. In de oorlogsjaren nam de land bouw wel een voorname plaats in, omdat toen de landbouw tot taak had het Neder- landsche volk van voedsel te voorzien. Spr. bracht in herinnering de maatregelen in die jaren door de regeering den landbouw opge legd, waardoor het Nea. volk voor nog groo- ter ellende bewaard bleef. De landbouw gaf in die jaren gevolg aan de roepstem van de regeering. Nu vraagt de landbouw steun. De kleine tuinders en de landbouwers in de aardappelmeelindustrie kunnen zich niet meer staande houden en ook voor de anderen in den landbouw wordt dit moeielijk. Velen missen het geld om hun arbeiders te betalen. Ook de middenstand zal daardoor nadeel ondervinden. De centrale landbouworganisaties stelden een urgentie-program op en boden dit de re geering aan. In woord en geschrift is het Ned. volk duidelijk gemaakt hoe zeer er van een noodtoestand 6prake is. Wat deed de regeering? Deze bracht een suikerwetje tot stand, dat weinig hulp biedt. De minister stelde een cri siscommissie in die zeker nuttig werk doet. De zoo gewenschte Directeur Generaal van den landbouw zal er niet komen, evenmin verlaging van de spoorvrachten. De drukken de sociale lasten worden niet van den land bouw afgewenteld. Steun aan de aardappelmeelindustrie ls In voorbereiding. Meer steun aan de suiker bietenverbouwers wordt overwogen Laat de regeering, aldus spr., overtuigd zijn dat er haast is. Velen kunnen niet staande blijven In de oorlogsjaren vroeg men van den landbouw tarwe. Nu de landbouw medewer king vraagt, komen er tal van verzoeken bij de regeering om het Maal- en Menggebod niet aan te nemen o.a. van de K. v. K. te Rotterdam, die betoogt, da' het gevolg er misschien van zal zijn, dat de werkloosheid ten plattelande er door zal verminderen, doch dat die in het bakkersbedrijf er door zal toe nemen. Spr. vraagt of hier ernstige menschen aan het woord zijn. De regeering heeft wat goed te maken, trok in die oorlogsjaren een wissel op den landbouw en spr. hoopt, dat deze wisse! verzilverd zal worden. (Applaus). Van de ingekomen stukken vermelden wij een schrijven van het Prov. Bestuur, waarin wordt medegedeeld, dat, door het besluit van 13 Nov. '29 de watervoorziening van niet rendabele gedeelten afdoende is geregeld, naar het oordeel van dit bestuur. In 9 gemeenten vond de regeling, waarbij met steun van de prov. en de gemeenten, deze gebieden werden aangesloten, reeds toe passing. De voorzitter constateerde, dat deze regeling ook in ziin gemeente nuttig werkt. Mededeelingen Noord-Hollandsche Groot Yorkshire Varkensstamboek. Van het Noord Hollandsch Groot York shire Varkensstamboek kwam eene dankbetui ging in voor het besluit om 200.— toe te zeggen voor het plan tot stichting van een varkensstal. Het drijven van vee langs de wegen. Het Koninkl. Ned. Landbouwcomité heeft overleg gepleegd met den Minister van Wa terstaat over het Motor- en Rijwielreglement, in verband met het drijven van vee langs de wegen, met het resultaat dat door den Minis ter zal worden overwogen in hoeverre het wenschelijk is het motor- en rijwielreglement jn den gewenschten zin te wijzigen. Gelet op het landbouwbelang, waarvoor het drijven van vee langs de wegen noodza kelijk is, hoopt het Bestuur dat hiermede re kening zal worden gehouden en eene bevre digende regeling zal worden getroffen. Weg van Hoorn naar Enkhuizen. Het Bestuur heeft zich tot Gedeputeerde Staten gewend met een schrijven waarin wordt verzocht om voor den Provincialen weg van Hoorn naar Enkhuizen, waar deze tot het dorp Venhuizen geheel overeenkom stig onze wenschen is waarvoor wij zeer erkentelijk zijn ook overeenkomstig het destijds gegeven advies zooveel mogelijk tot het Noordeinde door het dorp Ven huizen met opruiming van enkele huizen en terugzetting van hekken voor de wonin- groote bezwaren zij door schadesnijding, het minder goede ver voer te water in de tegenwoordige slooten en vooral door het dwarse verkeer van de landerijen over dezen weg. Bovendien zou door dit plan voor den rit naar Enkhuizen het verkeer slechts een paar minuten worden bekort, wat niet opweegt tegen de bezwaren door ons genoemd. Bestrijding mond- en klauwzeer. Het Bestuur heeft zich gewend tot den Mi nister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw met een uitvoerig schrijven over de be strijding van het Mona- en Klauwzeer. Op dit schrijven kwam het volgende ant woord in: Met belangstelling nam ik kennis van den inhoud van Uw in margine aangehaald schrijven. Naar aanleiding hiervan moge ik U het volgende opmerken, daarbij de verschillende door U besproken punten op den voet vol gende. Uw Bestuur is van meening, dat het eenige middel om de ziekte met succes te be strijden is om van Rijkswege een zeer uitvoe rig wetenschappelijk onderzoek in te stellen naar de smetstof en de bestrijdingsmiddelen daarvoor. Het kan U bekend zijn, dat door de Regee ring gelden voor den bouw van een Staats- veeartsenijkundig Onderzoekings Instituut zijn aangevraagd en deze bereids door de Staten-Generaal zijn toegestaan, terwijl met ingang van 1 September jl. een directeur voor bedoeld instituut is benoemd. Onderzoe kingen als door U voorgesteld zullen in de eerste plaats door genoemd instituut moeten geschieden. De door U bedoelde voorlichting aan de veehouders, betreffende de behandeling van het zieke aan mond- en klauwzeer lijdende rund als zoodanig ligt meer op den weg van de practiseerende veeartsen, echter deel ik U mede, dat het in het voornemen ligt om den Inspecteur van den Veeartsenijkundigen Dienst in algemeenen dienst, P. J. 't Hooft op te dragen in overleg met de landbouwor ganisaties door het houden van inleidingen de veehouders zooveel mogelijk van voorlich ting te dienen inzake de bestrijdingsmaatre gelen, zoowel die welke door de veehouders kunnen worden genomen als die door de Re geering worden toegepast. Opwekking tot medewerking van de zijde der landbouworganisaties zal door mij op hoogen prijs worden gesteld. Het zal U verder ook bekend zijn, dat de Rijksseruminrichting steeds tracht èn in het begin van een nieuwe periode èn later serum in groóte hoeveelheden beschikbaar te heb ben. Stal inspecties zijn steeds op ruime schaal gehouden, ook in den winter 1929/1930, toen het mond- en klauwzeer slechts spora disch voorkwam; van 1 Januari 1.1. tot I April d. a. v. werden b.v. niet minder dan 13000 bedrijven geïnspecteerd. Tenslotte is een herziening van de veewet, waarbij* uit den aard der zaak zeer zeker aan de aangelegenheid der marktveestallen en aan die van de ontsmetting der auto's waarmede vee is vervoerd de noodige aan dacht zal worden gewijd, in voorbereiding. Hierbij dienen echter tal van belangen te worden overwogen, vooral in tijdsomstandig heden als wij thans beleven, nu c or de heerschende malaise de bestaansmogelijkhe den voor velen zijn bemoeilijkt. Het zal U duidelijk zijn, dat een dergelijke voorbereiding de noodige tijd vereischt. Van het door U aangeboden overleg zal t. z. t. gaarne gebruik worden gemaakt. Het Bestuur hoopt door meer overleg met het Ministerie en het Veterinair Staatstoe zicht de bestrijding van het mond- en klauw zeer te bevorderen. De heer J n. d e V r i e s, veeteelt-consulent, deed eenige mededeelingen over verschillende proeven van het Veevoederbureau. Besloten werd de volgende vergadering in Alkmaar te houden. Tot voorzitter werd gekozen de heer J. Best Nz. te Berkhout. Tot leden van de commissie tot onderzoek van de rekening 1930 en de begrooting voor 1931 werden gekozen mr. W C. Wendelaar, mr. P. Langeveld en mr. P. A. Offers, allen te Alkmaar. Onderzoek naar de kosten van het wegenonderheud. Namens de Wegencommissie rapporteerde de heer G. Nobel het volgende: De Wegencommissie heeft zich in verbin ding gesteld met alle Waterschappen in de Provincie met het doel om gegevens te ver zamelen over de kosten die de Waterschap pen hebben gemaakt ten behoeve van de wegen. De verzamelde gegevens aan alle leden toegezonden wijzen duidelijk de steeds verhoogde uitgaven aan en pleiten er voor dat liet zeer noodig is dat financieelen steun aan den landbouw wordt verleend voor het onderhoud van de wegen, omdat het niet juist is dat tenbehoeve van het algemeen verkeer de landbouw deze kosten alleen draagt. De Commissie heeft zeer tot haar genoegen kennis genomen van de plannen van Heeren Gedeputeerde Staten onder Provincie, die in deze met een voorstel komen om jaarlijks 180000 bij te dragen in de kosten van on derhoud van wegen die daarvoor even tueel. volgens de Provincie, voor in aanmer king zouden komen. De Commissie vertrouwt dat dit plan al- gemeene instemming zal genieten van de Provinciale Staten en dat naast het Provin ciale Wegennet eene nieuwe wegenüjst zal worden gemaakt van Tertiaire wegen, waar voor deze steun onder nader door de Provincie te bepalen voorwaarden za' worden verleend. Voor het beheer van deze wegen wi.len Heeren Gedeputeerde Staten meer concen tratie, wat goed en noodig is. Onze Com missie is in deze van meening dat het ge- wenscht is om een beperkt aantal wegschap pen te belasten met het beheer dezer tertiaire wegen en zij verzoekt bij deze machtiging van de ledenvergadering om in deze aan Heeren Gedeputeerde Staten advies te geven. Spr. deed ook mededeelLig van een hier- Wybert-tabletten lijn alleen echt In de hygië nisch verpakte en ge sloten blauwe doozen 4 25, 45 en 65 ets. Weiger namaak over ingekomen schrijven van den heer Koster, burgemeester van Winwe! en lid van Prov. Staten, die het onderhoud wil doen concentreeren in daarvoor gewenschte lichamen. Dr. Molhuizen herinnerde aan een adres door het Ned. Landbouwcomité tot den minister hierover gericht. Hiervan wordt de wenschelijkheid uitgesproken om uit het wegenfonds ook gelden beschikbaar te stellen voor de tertiaire wegen. De heer Joh. deVeer, Schagen, oordeel de, dat de polderbesturen behooren bij te dra gen, wat gemiddeld voor den oorlog aan de landwegen werd uitgegeven. Het gebruik der wegen voor den landbouw is sterk vermeer derd, omdat de landbouw veel auto's ge bruikt, die ook belast worden, zoodat feite lijk de landbouw dubbel belast wordt. De heer O. Nobel zeide., dat de com missie met het idee van de staten ,wij willen bijdragen" zeer was ingenomen. Dit te meer, omdat er reeds bedragen op de begrooting zijn geplaatst. Wij hopen door overleg veel goeds te be reiken, doch een principieele uitspraak is er niet gekomen. De heer Joh. de Veer was niet zoo dankbaar gestemd. Het is een recht, dat rijk en provincie bijdragen in de veranderde kos ten. Ernstige herziening is noodig Een betere technische verzorging is de taak van de provincie. (Applaus). De heer R e z e 1 m a n, Zijpe, sloot zich bij het betoog van den heer de Veer aan. Hij merkte op, dat alle polderwegen door het groote verkeer gebruikt worden en al deze wegen komen dan ook voor steun in aan merking. De heer Z ij p, Abbekerk, onderstreepte eveneens het betoog van den heer de Veer en hoopte, dat het bestuur op steun voor de ter tiaire wegen zou blijven aandringen. De heer V. K a y, Hauwert. was van oor deel, dat versnippering van het wegonder houd geen voordeel is. Te groote centrali satie vond hij echter ook niet gewenscht. Een wegschap van 15000 H.A. was z.i. groot genoeg. Hij verklaarde zich dan ook tegen een verdeeling van N.H. in drie wegschappen en wilde De Vier Noorderkogge en Drechter- land in contact laten. De heer J oh. d e Vee r drong op een principieele uitspraak aan. Spri ziet de zaak in het crisisverband en het idee Rezelman leek hem het meest juist (Applaus). De voorzitter constateerde, dat de een spoediger tevreden is dan de ander. Oor spronkelijk zou er slechts 10 uit het wegenfonds voor de tertiaire wegen komen. Later toen de rijwielbplasting bij de uit- keering kwam, werdeo de tertiaire wegen uitgeschakeld. Noord-Holland krijgt iets meer dan 1/11 deel. Spr. wees op het groote belang van het doorgaand verkeer en oordeelde het niet ge wenscht om die wegen terwille van de ter tiaire minder goed te onderhouden. De wegencommissie staat rp het stand punt, dat centralisatie in het wegenonderhoud gewenscht is. Het zal wel niet de bedoeling zijn om vier of vijf wegschappen in het leven te roepen, doch de thans heerschende chaos is zoo groot, dat hierin verandering komt. Het komt hem niet billijk toe om alleen de uitgaven vóór 1914 aan de onderhouds plichtigen en het meerdere op de provincie over te hevelen. De heer Kuiper was desondanks piet vojdaan. Wel was hij dankbaar, dat de pro vincie de helpende hand uitsteekt, doch het is onvoldoende, omdat de onderhoudskosten driemaal zoo hoog zijn als voor den oorlog. Spr. wil een overzicht geven van de kosten van het wegenonderhoud van 1900 tot 1914. Dit moet een basis worden. (Applaus) De heer de Veer betoogde, dat ook de auto's van den landbouw belast worden. Het is dus ons recht, dat degene die de wegen kapot maken, de kosten betalen. Het is ons recht. De voorzitter oordeelde, dat de wegencommissie al aardig op weg is. De provincie deed niets en stelt nu 180000 be schikbaar voor 2000 K.M. weg. De heer Z ij p oordeelde dit te weinig Noord-Holland betaalt 1/4 in de wegen belasting. De heer Rezelman stelde nog nader in het licht, dat het onderhoud van de wegen volgens de door den heer de Veer aangegeven basis „de landbouw laten betalen wat de wegen voor 1914 gemiddeld kostten". Het meerdere moet de provincie betalen. De heer K a y was van oordeel, dat waar de looner. meer dan verdubbeld zijn, het niet aangaat om de kosten van vóór 1914 als basis te nemen. Men ging z. i. te ver met te zeggen, dat men er recht op heeft, dat de provincie alle wegen in onderhoud moet nemen. De heer C. Nobel was voor een motie, waarin te kennen wordt gegeven, dat men in ieder geval meer verwacht dan hetgeen Ged. Staten voorstallen. De heer de Veer merkte op, dat de land bouw zich niet terug trekt. Hij was niet tegen een correctie met het oog op de meerdere kosten. De voorzitter gevoelde weinig voor een motie. Men was het eens. dat de land bouw zooveel mogelijk ontlast moet worden van het wegenonderhoud. De wegencommissie wil de geleidelijke weg en de vergadering heeft alleen wat meer haast. De heer Z ij p wil, dat H. N. K. zich bij Ged. Staten aansluit bij het adres van de Unie van Waterschappen. De voorzitter kon zich er mede ver eenigen, dat een hoogere steun verzocht wordt. De heer de Veer wilde een principieele uitspraak. Een grondige herziening is alleen, dat de polderbesturen alle wegen overgeven en blijven bijdragen wat rechtvaardig op de polderbesturen gelegd kan worden. De voorzitter oordeelde het niet juist, dat alle aan de wegschappen over te dragen wegen in aanmerking komen voor provinciale subsidie. De eene weg is toch wel belangrij ker dan de ander. De heer de Veer oordeelde dat de Prov. de regeling maar moet treffen. Voor de landbouw is het alleen van belang dat hij weet wat betaald moet worden. Ook de tertiaire wegen moeten bij de weg. schappen komen. De heer Kuiper betoogde nog eens, dat de landbouw die wegen niet meer kan onder houden. De gewenschte toestand is, dat Rijk en Prov. de wegen onderhoud en dat de landbouw, op grend van de historie een extra bedrag voor jaarlijks onderhoud blijft betalen. De voorzitter vereenigde zich er mede, dat het bestuur in dien geest een schrij ven richt tot Prov. Staten. Aldus werd besloten. Hierna volgde een lezing van Jr. de Vries ever de Coöperatieve Aankoopvereeni gingen en de mengvoederfabrikatie. (Wij publiceeren deze lezing afzonderlijk in dit nummer). Dr. Molhuizen wees er hierna op, dat het in de moeilijke tijden die men thans beleefd noodig is dat het contact van de boeren met de organisaties zoo goed moge lijk is. De geest van samenwerking, dient tot de grootst mogelijke ontplooiing te komen. De landbouw mist nog steeds de erkenning waarop hij recht heeft, krachtens zijn betec- kenis in de samenleving. Het Nederlandsch Landbouwcomité doet in samenwerking met zusterverenigingen wat mogelijk is om de regeering van de volksvertegenwoordiging te bewegen den landbouw de steun te brengen die hij be hoeft. Een urgentie program is ter kennis van de regeering gebracht. Ook werd samenwerking verkregen met confensioneele vereenigingen. Vastberaden dient de landbouw voort te gaan de regee ring en de volksvertegenwoordiging te over tuigen van de ernst der tijden en dat het noodzakelijk is spoedig en afdccmie hulp te verleenen, aangezien anders onheilspellende gevolgen voor den landbouw en het land het gevolg zullen zijn. De landbouw moet in deze actie de leuze „Eendracht maakt macht" voor oogen houden. Voorts moet de boer vertrouwen blijven stellen in de mannen in wier handen hij de behartiging van hun belangen heeft gelegd, met waardeering van e'kanders inzichten. Spr. sloot met den wensch dat H. N K. zal voortgaan met dezelfde voortvarendheid, opgewektheid en ernst haar plicht te ver vullen jegens den boerenstand in Hollands Noorderkwartier. (Applaus). ZUIVER WOLLEN ONDERKLEED/NQ MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 9 December. DE VOORWAARDELIJKE STRAF VAN KWIKIE WORDT TEN UITVOER GELEGD De wel, maar minder goed, bekende Gerar- dus T. uit Castricum, bijgenaamd Kwikie, dezer dagen veroordeeld tot 2 jaar gevange nisstraf wegens medeplichtigheid bij een diefstal met braak, verscheen heden nog voor de meervoudige strafkamer als totaal mislukt reclassant en vernam aldaar de mindei pret tige boodschap, dat de voorwaardelijke straf, 8 maanden gevangenisstraf, op hem zal. wor den ten uitvoer gelegd op grond dat hij zich gvdurende zijn proeftijd opnieuw aan een ernstig strafbaar feit had schuldig gemaakt. Een waarschuwing voor eventueele lot genoten die hun verplichtingen verwaar- loozen. VERDUISTERING VAN EEN OVERJAS IN DE HARMONIE. Deze veelbewogen zaax, reeds meerdere malen ter tafel gebracht, werd thans door andere samenstelling van het College, weer geheel opnieuw behandeld. Her betrof hier verduistering van een over jas uit de garderobe van de schouwburg „Harmonie" te Alkmaar in den nacht van 22 December 1929 en waarvan werd verdacht de heer Hendrik Hreiziger, wonende te Veisen, die deze jas wederrechtelijk had meege- nomen in zijn auto na het verlaten der dan cing. Bedoeld kleedingstuk was het eigendom van den heer Joh Haakman te Alkmaar, eveneens een bezoeker van bovengenoemds amusemericgeiegenheid. Deze heer werd in middels door den heei C. de Lange, eigenaar en ondernemer van de „Harmonie door uitbe taling van een som van 4F schadeloos gesteld. De heer Haakman moest toegeven, dat zijn jas veel overeenkomst had met die van den heer H. Wat hem betreft, hij erkende wel de jas te hebben medegenomen, doeh bij vergissing en niet met het doel zich de jas toe te eigenen. Zijn grootste fout was natuur lijk, dat hij verzuimd had de jas terug te zenden of moeite te doen ter opsporing van den rechtmatiger, eigenaar. Overigens leverde dit tamelijk afgezaagde proces niet veel nieuws meer op en kunnen wij ons oepalen met de slotmededeeling, dat de officier hef een lange lijdensgeschiedenis noemde en re- quireerde f 50 boete of 50 dagen hechtenis, omdat de heei H. zich niet had kunnen reha- biliteeren. EEN ZUIDERZEEWERKER ALS BEKKESNIJDER De 24-jarige grondwerker Hendrik W. uit Zwaag Westeinde sierde heden de verdach- tenbank naar aanleiding van hef niet gering te achten feit, dat hij op 21 September een ander bezoeker van het café, waarin ook verdachte zijn toevlucht had gezocht, bij het verlaten van dit café, in de deuropening met een mes in zijn rechterschouder had gesto ken. Deze bezoeker, Terschuur genaamd, was zeker nogal taai van constitutie en voel. de wèl een 8lag op zijn schouder doch» schonk daaraan aanvankelijk niet veel aandacht, maar toen hij eenigen tijd was doorgeloopen, voelde hij iets nats langs zijn lichaam drui pen en bleek het dat in zijn schouder een mes stak, dat docr verdachte W daarin was geplant. De heei Terschuur was verplicht zich onder geneeskundige behandeling te stellen en was gedurende 8 dagen niet tot werken in staat. Óok waren zijn kleederen beschadigd. Hij wenschte nu voor een en an der een schadevergoeding van 64 en dien de daartoe een vordering in. De verdachte polderwerker erkende wel dien avond dronken te zijn geweest, doch hij wist niet meer of hij Terschuur gestoken had, Wel was hij bereid tot schadevergoeding als hij 't dan maar in gedeelten mocht betalen. Een reden kon de steekvaardige polderwer ker niet opgeven. Hij had bij zijn weten niets tegen Terschuur, waarop de president, mr. Ledeboer, hem een zeer gevaarlijk en bloed dorstig persoon noemde. De mist in de hersens van verdachte trok echter later wat op, toen de politie hem den mishandelde toonde en hij begon zich te be- zinnen, dat dit de man wel kon zijn die hij bijna om zeep hau geholpen. De caféhouoer Houtwipper had het edele gezelschap, waaronder ook verdachte behoor de in zijn café ontvangen. De heeren waren ver van nuchter tn zeer rumoerig. Zij eisch- ten bier, doch stelden zich op advies van d« verstandige vrouw des kasteleins tevreden met zure en zoute haring. Deze verversching werkte echter nog ver van kalmeerend, want het gezelschap was bijzonder vechtlustig en zelfs de caféhouder werd door verdachte bij de keel gepakt en met een mes bedreigd. Daarop ontstond er ook nog herrie met een ander bezoeker over het bezit van een stoel en de caféhouder zag dat verdachte een slaande beweging maakte op den schouder van Terschuur bij het verlaten van het café. De caféhouder sloot teen zijn deur, blij van het dronkenstelletje af te zijn. De officier ging het buitensporig optreden n den door overmatig drankgebruik uit* van zinnigen verdachte nog eens zorgvuldig na en concludeerde dat netgeen dezen was te- laste gelegd in alle opzichten bewezen kon worden verklaard. Spreker noemde het een IJ« 319. De bel klonk, toen de vier wielrijders aan den start verschenen. Aan den eenen kant van het stadion, waar de goedkoope plaatsen waren, riepen kwajongens de oudere fietsers allerlei spottende opmerkingen toe. „Ben je niet stram in je beentjes", riep er eentje. „Moei je geen krukkieriep een ander- f j nauwelijks had de koning weer het sein gegeven ot de renners trapten dat het een aard had. Eenige ronden lang bleven zij gelijk en men zag, dat het een spannende wedstrijd werd Overal klonken aanmoedigingen. Het was een aardig gezicht, die kabouters te zien, terwijl hun mut sen en baarden waaiden in den wind.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 14