RUWE
HU/D
Vereeniging totontwikkeling
van den landbouw in
Hollands Noorderkwartier.
ars c/?uw'^-
Whst
Rechtszaken
H. WiLLtHS, verur.oord 117.1
WE AVONTUREN VAN EEN VERKEERSAGENTE E
Schrale Lippen
Gesprongen Handen
gen bestudeert men reeds verschillende plan
nen en spr.'s overtuiging is. dat men daar
voor evenals in andere landen een weg kan
vinden.
Ir. De Vries zeide in antwoord aan de
verschillende sprekers, dat het hem bekend
is dat het gebruik van gemengd voedsel in
Noord-Holland toeneemt. Hij merkte nog op,
dat de handel een beter gebruik van den
voorlichtingsdienst weet te maken dan de
erboen. De coöperaties moeten voorkomen,
dat zij er op den duur naast zullen grijpen
De gemakzucht is er; men kan daar tegen
toch niet vechten. Beter is het de zaken in
goede banen te lelden. Het was ook hem be
kend, dat de particuliere fabrikanten plan
hebben om in samenwerking met het Rijks
proefstation een controledienst in het leven
te roepen.
Dr. M o 1 h u i s e n zeide, dat er reeds een
staatscommissie is benoemd, bestaande uit
vertegenwoordigers van fabrikanjen en land
bouworganisaties met een neutralen voorzit
ter. Deze commissie zal de regeering advies
uitbrengen.
Onder applaus der vergadering bracht
hierop de voorzitter ir. De Vries dank voor
zijn belangrijke inleiding.
Bovengenoemde vereeniging vergaderde
Woensdag te Schagen.
De voorzitter, de heer P. Stapel te Hoog-
karspel, heette in het bijzonder welkom den
burgemeester van Schagen en den secretaris
van het Ned. Landbouwcomité Dr. Molhui
zen, die niet alleen bureau-secretaris is, doch
die in woord en geschrift de belangen van
den landbouw in dezen crisistijd krachtig
verdedigd. (Applaus).
Spr. oordeelde het noodig een enkel woord
te spreken over de crisis, die allen zoo ter
harte gaat.
Zoolang de zaken normaal verloopen be
kommert inea zich weinig om de beteeke-
nis van den landbouw in de organisatie van
den staat. In de oorlogsjaren nam de land
bouw wel een voorname plaats in, omdat
toen de landbouw tot taak had het Neder-
landsche volk van voedsel te voorzien. Spr.
bracht in herinnering de maatregelen in die
jaren door de regeering den landbouw opge
legd, waardoor het Nea. volk voor nog groo-
ter ellende bewaard bleef.
De landbouw gaf in die jaren gevolg aan
de roepstem van de regeering. Nu vraagt de
landbouw steun. De kleine tuinders en de
landbouwers in de aardappelmeelindustrie
kunnen zich niet meer staande houden en
ook voor de anderen in den landbouw wordt
dit moeielijk. Velen missen het geld om hun
arbeiders te betalen. Ook de middenstand zal
daardoor nadeel ondervinden.
De centrale landbouworganisaties stelden
een urgentie-program op en boden dit de re
geering aan. In woord en geschrift is het
Ned. volk duidelijk gemaakt hoe zeer er van
een noodtoestand 6prake is. Wat deed
de regeering?
Deze bracht een suikerwetje tot stand, dat
weinig hulp biedt. De minister stelde een cri
siscommissie in die zeker nuttig werk doet.
De zoo gewenschte Directeur Generaal van
den landbouw zal er niet komen, evenmin
verlaging van de spoorvrachten. De drukken
de sociale lasten worden niet van den land
bouw afgewenteld.
Steun aan de aardappelmeelindustrie ls
In voorbereiding. Meer steun aan de suiker
bietenverbouwers wordt overwogen Laat de
regeering, aldus spr., overtuigd zijn dat er
haast is. Velen kunnen niet staande blijven
In de oorlogsjaren vroeg men van den
landbouw tarwe. Nu de landbouw medewer
king vraagt, komen er tal van verzoeken bij
de regeering om het Maal- en Menggebod
niet aan te nemen o.a. van de K. v. K. te
Rotterdam, die betoogt, da' het gevolg er
misschien van zal zijn, dat de werkloosheid
ten plattelande er door zal verminderen, doch
dat die in het bakkersbedrijf er door zal toe
nemen. Spr. vraagt of hier ernstige menschen
aan het woord zijn.
De regeering heeft wat goed te maken,
trok in die oorlogsjaren een wissel op den
landbouw en spr. hoopt, dat deze wisse!
verzilverd zal worden. (Applaus).
Van de ingekomen stukken vermelden wij
een schrijven van het Prov. Bestuur, waarin
wordt medegedeeld, dat, door het besluit van
13 Nov. '29 de watervoorziening van niet
rendabele gedeelten afdoende is geregeld,
naar het oordeel van dit bestuur.
In 9 gemeenten vond de regeling, waarbij
met steun van de prov. en de gemeenten,
deze gebieden werden aangesloten, reeds toe
passing.
De voorzitter constateerde, dat deze
regeling ook in ziin gemeente nuttig werkt.
Mededeelingen Noord-Hollandsche
Groot Yorkshire Varkensstamboek.
Van het Noord Hollandsch Groot York
shire Varkensstamboek kwam eene dankbetui
ging in voor het besluit om 200.— toe te
zeggen voor het plan tot stichting van een
varkensstal.
Het drijven van vee langs de wegen.
Het Koninkl. Ned. Landbouwcomité heeft
overleg gepleegd met den Minister van Wa
terstaat over het Motor- en Rijwielreglement,
in verband met het drijven van vee langs de
wegen, met het resultaat dat door den Minis
ter zal worden overwogen in hoeverre het
wenschelijk is het motor- en rijwielreglement
jn den gewenschten zin te wijzigen.
Gelet op het landbouwbelang, waarvoor
het drijven van vee langs de wegen noodza
kelijk is, hoopt het Bestuur dat hiermede re
kening zal worden gehouden en eene bevre
digende regeling zal worden getroffen.
Weg van Hoorn naar Enkhuizen.
Het Bestuur heeft zich tot Gedeputeerde
Staten gewend met een schrijven waarin
wordt verzocht om voor den Provincialen
weg van Hoorn naar Enkhuizen, waar deze
tot het dorp Venhuizen geheel overeenkom
stig onze wenschen is waarvoor wij zeer
erkentelijk zijn ook overeenkomstig het
destijds gegeven advies zooveel mogelijk
tot het Noordeinde door het dorp Ven
huizen met opruiming van enkele huizen
en terugzetting van hekken voor de wonin-
groote bezwaren zij
door schadesnijding, het minder goede ver
voer te water in de tegenwoordige slooten
en vooral door het dwarse verkeer van de
landerijen over dezen weg. Bovendien zou
door dit plan voor den rit naar Enkhuizen
het verkeer slechts een paar minuten worden
bekort, wat niet opweegt tegen de bezwaren
door ons genoemd.
Bestrijding mond- en klauwzeer.
Het Bestuur heeft zich gewend tot den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw met een uitvoerig schrijven over de be
strijding van het Mona- en Klauwzeer.
Op dit schrijven kwam het volgende ant
woord in:
Met belangstelling nam ik kennis van den
inhoud van Uw in margine aangehaald
schrijven.
Naar aanleiding hiervan moge ik U het
volgende opmerken, daarbij de verschillende
door U besproken punten op den voet vol
gende. Uw Bestuur is van meening, dat het
eenige middel om de ziekte met succes te be
strijden is om van Rijkswege een zeer uitvoe
rig wetenschappelijk onderzoek in te stellen
naar de smetstof en de bestrijdingsmiddelen
daarvoor.
Het kan U bekend zijn, dat door de Regee
ring gelden voor den bouw van een Staats-
veeartsenijkundig Onderzoekings Instituut
zijn aangevraagd en deze bereids door de
Staten-Generaal zijn toegestaan, terwijl met
ingang van 1 September jl. een directeur
voor bedoeld instituut is benoemd. Onderzoe
kingen als door U voorgesteld zullen in de
eerste plaats door genoemd instituut moeten
geschieden.
De door U bedoelde voorlichting aan de
veehouders, betreffende de behandeling van
het zieke aan mond- en klauwzeer lijdende
rund als zoodanig ligt meer op den weg van
de practiseerende veeartsen, echter deel ik U
mede, dat het in het voornemen ligt om den
Inspecteur van den Veeartsenijkundigen
Dienst in algemeenen dienst, P. J. 't Hooft
op te dragen in overleg met de landbouwor
ganisaties door het houden van inleidingen
de veehouders zooveel mogelijk van voorlich
ting te dienen inzake de bestrijdingsmaatre
gelen, zoowel die welke door de veehouders
kunnen worden genomen als die door de Re
geering worden toegepast.
Opwekking tot medewerking van de zijde
der landbouworganisaties zal door mij op
hoogen prijs worden gesteld.
Het zal U verder ook bekend zijn, dat de
Rijksseruminrichting steeds tracht èn in het
begin van een nieuwe periode èn later serum
in groóte hoeveelheden beschikbaar te heb
ben.
Stal inspecties zijn steeds op ruime schaal
gehouden, ook in den winter 1929/1930,
toen het mond- en klauwzeer slechts spora
disch voorkwam; van 1 Januari 1.1. tot I
April d. a. v. werden b.v. niet minder dan
13000 bedrijven geïnspecteerd.
Tenslotte is een herziening van de veewet,
waarbij* uit den aard der zaak zeer zeker
aan de aangelegenheid der marktveestallen
en aan die van de ontsmetting der auto's
waarmede vee is vervoerd de noodige aan
dacht zal worden gewijd, in voorbereiding.
Hierbij dienen echter tal van belangen te
worden overwogen, vooral in tijdsomstandig
heden als wij thans beleven, nu c or de
heerschende malaise de bestaansmogelijkhe
den voor velen zijn bemoeilijkt.
Het zal U duidelijk zijn, dat een dergelijke
voorbereiding de noodige tijd vereischt. Van
het door U aangeboden overleg zal t. z. t.
gaarne gebruik worden gemaakt.
Het Bestuur hoopt door meer overleg met
het Ministerie en het Veterinair Staatstoe
zicht de bestrijding van het mond- en klauw
zeer te bevorderen.
De heer J n. d e V r i e s, veeteelt-consulent,
deed eenige mededeelingen over verschillende
proeven van het Veevoederbureau.
Besloten werd de volgende vergadering in
Alkmaar te houden.
Tot voorzitter werd gekozen de heer
J. Best Nz. te Berkhout.
Tot leden van de commissie tot onderzoek
van de rekening 1930 en de begrooting voor
1931 werden gekozen mr. W C. Wendelaar,
mr. P. Langeveld en mr. P. A. Offers, allen te
Alkmaar.
Onderzoek naar de kosten van het
wegenonderheud.
Namens de Wegencommissie rapporteerde
de heer G. Nobel het volgende:
De Wegencommissie heeft zich in verbin
ding gesteld met alle Waterschappen in de
Provincie met het doel om gegevens te ver
zamelen over de kosten die de Waterschap
pen hebben gemaakt ten behoeve van de
wegen. De verzamelde gegevens aan alle
leden toegezonden wijzen duidelijk de
steeds verhoogde uitgaven aan en pleiten er
voor dat liet zeer noodig is dat financieelen
steun aan den landbouw wordt verleend
voor het onderhoud van de wegen, omdat het
niet juist is dat tenbehoeve van het algemeen
verkeer de landbouw deze kosten alleen
draagt.
De Commissie heeft zeer tot haar genoegen
kennis genomen van de plannen van Heeren
Gedeputeerde Staten onder Provincie, die in
deze met een voorstel komen om jaarlijks
180000 bij te dragen in de kosten van on
derhoud van wegen die daarvoor even
tueel. volgens de Provincie, voor in aanmer
king zouden komen.
De Commissie vertrouwt dat dit plan al-
gemeene instemming zal genieten van de
Provinciale Staten en dat naast het Provin
ciale Wegennet eene nieuwe wegenüjst zal
worden gemaakt van Tertiaire wegen, waar
voor deze steun onder nader door de
Provincie te bepalen voorwaarden za'
worden verleend.
Voor het beheer van deze wegen wi.len
Heeren Gedeputeerde Staten meer concen
tratie, wat goed en noodig is. Onze Com
missie is in deze van meening dat het ge-
wenscht is om een beperkt aantal wegschap
pen te belasten met het beheer dezer tertiaire
wegen en zij verzoekt bij deze machtiging
van de ledenvergadering om in deze aan
Heeren Gedeputeerde Staten advies te geven.
Spr. deed ook mededeelLig van een hier-
Wybert-tabletten lijn
alleen echt In de hygië
nisch verpakte en ge
sloten blauwe doozen
4 25, 45 en 65 ets.
Weiger namaak
over ingekomen schrijven van den heer
Koster, burgemeester van Winwe! en lid van
Prov. Staten, die het onderhoud wil doen
concentreeren in daarvoor gewenschte
lichamen.
Dr. Molhuizen herinnerde aan een
adres door het Ned. Landbouwcomité tot den
minister hierover gericht. Hiervan wordt de
wenschelijkheid uitgesproken om uit het
wegenfonds ook gelden beschikbaar te
stellen voor de tertiaire wegen.
De heer Joh. deVeer, Schagen, oordeel
de, dat de polderbesturen behooren bij te dra
gen, wat gemiddeld voor den oorlog aan de
landwegen werd uitgegeven. Het gebruik der
wegen voor den landbouw is sterk vermeer
derd, omdat de landbouw veel auto's ge
bruikt, die ook belast worden, zoodat feite
lijk de landbouw dubbel belast wordt.
De heer O. Nobel zeide., dat de com
missie met het idee van de staten ,wij willen
bijdragen" zeer was ingenomen. Dit te meer,
omdat er reeds bedragen op de begrooting
zijn geplaatst.
Wij hopen door overleg veel goeds te be
reiken, doch een principieele uitspraak is er
niet gekomen.
De heer Joh. de Veer was niet zoo
dankbaar gestemd. Het is een recht, dat rijk
en provincie bijdragen in de veranderde kos
ten. Ernstige herziening is noodig Een
betere technische verzorging is de taak van
de provincie. (Applaus).
De heer R e z e 1 m a n, Zijpe, sloot zich bij
het betoog van den heer de Veer aan. Hij
merkte op, dat alle polderwegen door het
groote verkeer gebruikt worden en al deze
wegen komen dan ook voor steun in aan
merking.
De heer Z ij p, Abbekerk, onderstreepte
eveneens het betoog van den heer de Veer en
hoopte, dat het bestuur op steun voor de ter
tiaire wegen zou blijven aandringen.
De heer V. K a y, Hauwert. was van oor
deel, dat versnippering van het wegonder
houd geen voordeel is. Te groote centrali
satie vond hij echter ook niet gewenscht. Een
wegschap van 15000 H.A. was z.i. groot
genoeg. Hij verklaarde zich dan ook tegen
een verdeeling van N.H. in drie wegschappen
en wilde De Vier Noorderkogge en Drechter-
land in contact laten.
De heer J oh. d e Vee r drong op een
principieele uitspraak aan.
Spri ziet de zaak in het crisisverband en
het idee Rezelman leek hem het meest juist
(Applaus).
De voorzitter constateerde, dat de
een spoediger tevreden is dan de ander. Oor
spronkelijk zou er slechts 10 uit het
wegenfonds voor de tertiaire wegen komen.
Later toen de rijwielbplasting bij de uit-
keering kwam, werdeo de tertiaire wegen
uitgeschakeld. Noord-Holland krijgt iets meer
dan 1/11 deel.
Spr. wees op het groote belang van het
doorgaand verkeer en oordeelde het niet ge
wenscht om die wegen terwille van de ter
tiaire minder goed te onderhouden.
De wegencommissie staat rp het stand
punt, dat centralisatie in het wegenonderhoud
gewenscht is.
Het zal wel niet de bedoeling zijn om vier
of vijf wegschappen in het leven te roepen,
doch de thans heerschende chaos is zoo
groot, dat hierin verandering komt.
Het komt hem niet billijk toe om alleen de
uitgaven vóór 1914 aan de onderhouds
plichtigen en het meerdere op de provincie
over te hevelen.
De heer Kuiper was desondanks piet
vojdaan. Wel was hij dankbaar, dat de pro
vincie de helpende hand uitsteekt, doch het is
onvoldoende, omdat de onderhoudskosten
driemaal zoo hoog zijn als voor den oorlog.
Spr. wil een overzicht geven van de kosten
van het wegenonderhoud van 1900 tot 1914.
Dit moet een basis worden. (Applaus)
De heer de Veer betoogde, dat ook de
auto's van den landbouw belast worden. Het
is dus ons recht, dat degene die de wegen
kapot maken, de kosten betalen. Het is ons
recht.
De voorzitter oordeelde, dat de
wegencommissie al aardig op weg is. De
provincie deed niets en stelt nu 180000 be
schikbaar voor 2000 K.M. weg.
De heer Z ij p oordeelde dit te weinig
Noord-Holland betaalt 1/4 in de wegen
belasting.
De heer Rezelman stelde nog nader in
het licht, dat het onderhoud van de wegen
volgens de door den heer de Veer aangegeven
basis „de landbouw laten betalen wat de
wegen voor 1914 gemiddeld kostten". Het
meerdere moet de provincie betalen.
De heer K a y was van oordeel, dat waar
de looner. meer dan verdubbeld zijn, het niet
aangaat om de kosten van vóór 1914 als
basis te nemen.
Men ging z. i. te ver met te zeggen, dat
men er recht op heeft, dat de provincie alle
wegen in onderhoud moet nemen.
De heer C. Nobel was voor een motie,
waarin te kennen wordt gegeven, dat men in
ieder geval meer verwacht dan hetgeen Ged.
Staten voorstallen.
De heer de Veer merkte op, dat de land
bouw zich niet terug trekt. Hij was niet tegen
een correctie met het oog op de meerdere
kosten.
De voorzitter gevoelde weinig voor
een motie. Men was het eens. dat de land
bouw zooveel mogelijk ontlast moet worden
van het wegenonderhoud.
De wegencommissie wil de geleidelijke
weg en de vergadering heeft alleen wat meer
haast.
De heer Z ij p wil, dat H. N. K. zich bij
Ged. Staten aansluit bij het adres van de
Unie van Waterschappen.
De voorzitter kon zich er mede ver
eenigen, dat een hoogere steun verzocht
wordt.
De heer de Veer wilde een principieele
uitspraak. Een grondige herziening is alleen,
dat de polderbesturen alle wegen overgeven
en blijven bijdragen wat rechtvaardig op de
polderbesturen gelegd kan worden.
De voorzitter oordeelde het niet juist,
dat alle aan de wegschappen over te dragen
wegen in aanmerking komen voor provinciale
subsidie. De eene weg is toch wel belangrij
ker dan de ander.
De heer de Veer oordeelde dat de Prov.
de regeling maar moet treffen. Voor de
landbouw is het alleen van belang dat hij
weet wat betaald moet worden.
Ook de tertiaire wegen moeten bij de weg.
schappen komen.
De heer Kuiper betoogde nog eens, dat
de landbouw die wegen niet meer kan onder
houden. De gewenschte toestand is, dat Rijk
en Prov. de wegen onderhoud en dat de
landbouw, op grend van de historie een
extra bedrag voor jaarlijks onderhoud blijft
betalen.
De voorzitter vereenigde zich er
mede, dat het bestuur in dien geest een schrij
ven richt tot Prov. Staten.
Aldus werd besloten.
Hierna volgde een lezing van Jr. de
Vries ever de Coöperatieve Aankoopvereeni
gingen en de mengvoederfabrikatie.
(Wij publiceeren deze lezing afzonderlijk in
dit nummer).
Dr. Molhuizen wees er hierna op,
dat het in de moeilijke tijden die men thans
beleefd noodig is dat het contact van de
boeren met de organisaties zoo goed moge
lijk is.
De geest van samenwerking, dient tot de
grootst mogelijke ontplooiing te komen.
De landbouw mist nog steeds de erkenning
waarop hij recht heeft, krachtens zijn betec-
kenis in de samenleving.
Het Nederlandsch Landbouwcomité doet
in samenwerking met zusterverenigingen
wat mogelijk is om de regeering van de
volksvertegenwoordiging te bewegen den
landbouw de steun te brengen die hij be
hoeft. Een urgentie program is ter kennis
van de regeering gebracht.
Ook werd samenwerking verkregen met
confensioneele vereenigingen. Vastberaden
dient de landbouw voort te gaan de regee
ring en de volksvertegenwoordiging te over
tuigen van de ernst der tijden en dat het
noodzakelijk is spoedig en afdccmie hulp te
verleenen, aangezien anders onheilspellende
gevolgen voor den landbouw en het land het
gevolg zullen zijn. De landbouw moet in
deze actie de leuze „Eendracht maakt macht"
voor oogen houden.
Voorts moet de boer vertrouwen blijven
stellen in de mannen in wier handen hij de
behartiging van hun belangen heeft gelegd,
met waardeering van e'kanders inzichten.
Spr. sloot met den wensch dat H. N K.
zal voortgaan met dezelfde voortvarendheid,
opgewektheid en ernst haar plicht te ver
vullen jegens den boerenstand in Hollands
Noorderkwartier. (Applaus).
ZUIVER WOLLEN
ONDERKLEED/NQ
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 9 December.
DE VOORWAARDELIJKE STRAF VAN
KWIKIE WORDT TEN UITVOER
GELEGD
De wel, maar minder goed, bekende Gerar-
dus T. uit Castricum, bijgenaamd Kwikie,
dezer dagen veroordeeld tot 2 jaar gevange
nisstraf wegens medeplichtigheid bij een
diefstal met braak, verscheen heden nog voor
de meervoudige strafkamer als totaal mislukt
reclassant en vernam aldaar de mindei pret
tige boodschap, dat de voorwaardelijke straf,
8 maanden gevangenisstraf, op hem zal. wor
den ten uitvoer gelegd op grond dat hij zich
gvdurende zijn proeftijd opnieuw aan een
ernstig strafbaar feit had schuldig gemaakt.
Een waarschuwing voor eventueele lot
genoten die hun verplichtingen verwaar-
loozen.
VERDUISTERING VAN EEN OVERJAS
IN DE HARMONIE.
Deze veelbewogen zaax, reeds meerdere
malen ter tafel gebracht, werd thans door
andere samenstelling van het College, weer
geheel opnieuw behandeld.
Her betrof hier verduistering van een over
jas uit de garderobe van de schouwburg
„Harmonie" te Alkmaar in den nacht van 22
December 1929 en waarvan werd verdacht de
heer Hendrik Hreiziger, wonende te Veisen,
die deze jas wederrechtelijk had meege-
nomen in zijn auto na het verlaten der dan
cing.
Bedoeld kleedingstuk was het eigendom
van den heer Joh Haakman te Alkmaar,
eveneens een bezoeker van bovengenoemds
amusemericgeiegenheid. Deze heer werd in
middels door den heei C. de Lange, eigenaar
en ondernemer van de „Harmonie door uitbe
taling van een som van 4F schadeloos
gesteld. De heer Haakman moest toegeven,
dat zijn jas veel overeenkomst had met die
van den heer H. Wat hem betreft, hij erkende
wel de jas te hebben medegenomen, doeh bij
vergissing en niet met het doel zich de jas
toe te eigenen. Zijn grootste fout was natuur
lijk, dat hij verzuimd had de jas terug te
zenden of moeite te doen ter opsporing van
den rechtmatiger, eigenaar. Overigens leverde
dit tamelijk afgezaagde proces niet veel
nieuws meer op en kunnen wij ons oepalen
met de slotmededeeling, dat de officier hef
een lange lijdensgeschiedenis noemde en re-
quireerde f 50 boete of 50 dagen hechtenis,
omdat de heei H. zich niet had kunnen reha-
biliteeren.
EEN ZUIDERZEEWERKER ALS
BEKKESNIJDER
De 24-jarige grondwerker Hendrik W. uit
Zwaag Westeinde sierde heden de verdach-
tenbank naar aanleiding van hef niet gering
te achten feit, dat hij op 21 September een
ander bezoeker van het café, waarin ook
verdachte zijn toevlucht had gezocht, bij het
verlaten van dit café, in de deuropening met
een mes in zijn rechterschouder had gesto
ken. Deze bezoeker, Terschuur genaamd,
was zeker nogal taai van constitutie en voel.
de wèl een 8lag op zijn schouder doch» schonk
daaraan aanvankelijk niet veel aandacht,
maar toen hij eenigen tijd was doorgeloopen,
voelde hij iets nats langs zijn lichaam drui
pen en bleek het dat in zijn schouder een
mes stak, dat docr verdachte W daarin was
geplant. De heei Terschuur was verplicht
zich onder geneeskundige behandeling te
stellen en was gedurende 8 dagen niet tot
werken in staat. Óok waren zijn kleederen
beschadigd. Hij wenschte nu voor een en an
der een schadevergoeding van 64 en dien
de daartoe een vordering in.
De verdachte polderwerker erkende wel
dien avond dronken te zijn geweest, doch hij
wist niet meer of hij Terschuur gestoken had,
Wel was hij bereid tot schadevergoeding als
hij 't dan maar in gedeelten mocht betalen.
Een reden kon de steekvaardige polderwer
ker niet opgeven. Hij had bij zijn weten niets
tegen Terschuur, waarop de president, mr.
Ledeboer, hem een zeer gevaarlijk en bloed
dorstig persoon noemde.
De mist in de hersens van verdachte trok
echter later wat op, toen de politie hem den
mishandelde toonde en hij begon zich te be-
zinnen, dat dit de man wel kon zijn die hij
bijna om zeep hau geholpen.
De caféhouoer Houtwipper had het edele
gezelschap, waaronder ook verdachte behoor
de in zijn café ontvangen. De heeren waren
ver van nuchter tn zeer rumoerig. Zij eisch-
ten bier, doch stelden zich op advies van d«
verstandige vrouw des kasteleins tevreden
met zure en zoute haring. Deze verversching
werkte echter nog ver van kalmeerend, want
het gezelschap was bijzonder vechtlustig en
zelfs de caféhouder werd door verdachte bij
de keel gepakt en met een mes bedreigd.
Daarop ontstond er ook nog herrie met een
ander bezoeker over het bezit van een stoel
en de caféhouder zag dat verdachte een
slaande beweging maakte op den schouder
van Terschuur bij het verlaten van het café.
De caféhouder sloot teen zijn deur, blij van
het dronkenstelletje af te zijn.
De officier ging het buitensporig optreden
n den door overmatig drankgebruik uit*
van
zinnigen verdachte nog eens zorgvuldig na
en concludeerde dat netgeen dezen was te-
laste gelegd in alle opzichten bewezen kon
worden verklaard. Spreker noemde het een
IJ«
319. De bel klonk, toen de vier wielrijders aan den start
verschenen. Aan den eenen kant van het stadion, waar
de goedkoope plaatsen waren, riepen kwajongens de
oudere fietsers allerlei spottende opmerkingen toe. „Ben
je niet stram in je beentjes", riep er eentje. „Moei je geen
krukkieriep een ander-
f j nauwelijks had de koning weer het sein gegeven
ot de renners trapten dat het een aard had. Eenige ronden
lang bleven zij gelijk en men zag, dat het een spannende
wedstrijd werd Overal klonken aanmoedigingen. Het was
een aardig gezicht, die kabouters te zien, terwijl hun mut
sen en baarden waaiden in den wind.