m ar HOEST m n r v v iwaÉl M §1 W 9 hm m Panische Brieven. STILLEND Sehaah rubriek Si DamrubrSek mMmmm HÉ, wm.mk Mx. 1 m mm mr Ingezonden stukken z L w Sljjmop lossend In Dooien 20 en 30 cent. Bij Apoth. en Drogisten ken, in bouwlanden zelfs op daken van boe renschuren en schaapskooien. We willen het even bekijken, als een van de weinige in den winter wildgroeiende planten Dat het plantje tot de Composieten of Samen- gesteldbloemigen moet gerekend worden, zien we wel dadelijk aan de aardige, kleine bloem- hoofdjes, die enkel buisbloempjes bevatten. Deze kleine, vijfslippige bloempjes zitten dicht opeengehoopt en komen maar heel wei nig boven het omwindsel uitkijken. Het heeft er iets van, alsof dit met een geel dekseltje gesloten is. Als we zoo'n hoofdje uiteenplui- zen, dan zien we, dat elk afzonderlijk- bloempje slechts een haarkroontje voor kelk- heeft. Neemt men een hoofdje, waarvan de gele buisjes zijn afgevallen, dan steken deze haarkroontjes boven het omwindsel uit en 't is dan alsof het gele dekseltje door een wit is vervangen. Ook het omwindsel zullen we even bezien en dan vindt ge ook dit stellig mooi. 't Is een fraai cylindertje, dat uit smalle blaadjes be staat, die dicht tegen elkander aangedrukt zijn en bovenaan in een zwart puntje uitloo- pen We wandelen door den polder terug. Hoort ge dat zachte gepiep? Het wordt voortge bracht door de vogeltjes, die ge daar een twintig meter links van den weg ziet heen en weer trippelen. Dat zijn Leeuwerikken, Ja, maar het zijn geen voorwerpen van den ge wonen Akkerleeuwerik, waarvan we in het voorjaar zulke mooie nestjes hebben gevon den, en ook niet van den Kuifleeuwerik, die zulke aardige verlengde kopvederen heeft. De vogels, die we daar zien, komen in den zomer niet bij ons voer, daar zij hun broedplaatsen hebben in de koude streken van Europa en Azië. Ze worden genoemd Bergleeuwerik (Octocoiys alpestris) en ook wel Fransche Leeuwerik, Strand- en Zeeleeuwerik. Eiken winter komt deze soort in kleine vluchten bij ons voor, en soms vrij talrijk, om zich hier te voeden met zaadjes van zeekraal en andere aan de kust groeiende planten. De Bergleeuwerik is mooier gekleurd dan de bij ons broedende leeuweriksoorten. Voor al de kop is graai geel met zwart op kruin, vangen en krop en aan elke zijde van den kop vindt men een naar achteren afhangend vederpluimpje. Ook onderscheidt hij zich door zwartgekleurde pooten. Meermalen heeft men Bergleeuwerikken aan in kooien, doch veel heeft men niet aan deze vogels. Ze zingen minder goed dan onze Veldleeuwerik en 't is ook niet de aard van het dier, om op den bodem of een zitstokje zijn gezang te la ten hooren. In het land waar hij zijn nest maakt, stijgt hij hoog op, om ook onder voort durend klapwieken, even als onze Leeuwerik dat doet, zijn tiereliertjes te jubelen. Tot broeden in gevangenschap heeft men, voor zooverre bekend is, den Bergleeuwerik nog niet kunnen bewegen. Zie, daar vliegt het troepje heen. beschrijft een cirkel om ons, om zich weder op dezelfde plaats te begeven, vanwaar de vogels opge vlogen zijn. Jaagt men ze opnieuw op, dan zullen ze dezelfde bewering herhalen, soms vele malen achter elkander. Hiermede besluiten we onze laatste wande ling. Mochten U de twaalf tochten bevallen ziin, dan stel ik mij voor in 1931 op dezelfde wijze excuries te maken. We hebben telkens maar enkele zaken uit de zoo rijke natuur •kunnen bezien en behandelen. We zullen dan ook wat meer vogels in hun intieme leven beschouwen, want de avifauna is dit jaar wel svat stiefmoederlijk behandeld. J. DAALDER Dz. Oplossing eindspel 404. 1. gó! Keó (na hgo loopt hó door tot Dame). 2. gk6. Kf6. Deze Koning kan niet bij de pionnen kome ndoor zijn eigen f-pion 3. Kc2! b4 (of d4) 4. Kb3 (of d4) en de swarte pionnen vallen, waarna Wit zijn pionnen kan gaan helpen. Eindspel 405. 1. Ph7 Th7 2. Dhó Kd7 3. Dg6 Th8 8. Le6+ en wint. Ook na 1. Ph7 gG! is hoewel onmiddel- •ijk verlies voorkomen is, Zwart in het ladeel. Oplossing probleem 315. 1 Kdl (dreigt 2. Del mat. 1 Lf3 2. gf3 mat. 1. bc2f 2. Lc2 mat. t. Tdót 2. Ddó mat enz. Probleem no. 316. (Dr. E. Polkoska). abcdefgb Tweezet. Eindspel 407 (H. Rinck). 7 6 6 4 3 1 W m m i ft aan zet en wint. Eindspel 406 (H. Rinck). a b e d o t b c d e t g ti Wit aan zet. Remise. De volgende partij die werd gespeeld is er een uit de match MaroczySterk waarvan de uitslag luidde 2 0 3. De match werd gespeeld te Boedapest in 1917. Wit: Sterk Zwart: Maroczy. Fransche partij. 1. e4 eö 2. d4 dó 3. Pc3 Pf6 4. Lgó Le7 eó? Deze zet is minder sterk, want zwart kan ten allen tijde met có 't witte cen trum vernielen. Pd7! 6. Le7 De7. 7- Ld3 Hoewel deze zet veel ge speeld wordt en werd, is hij volgens Carl Schlech- ter minder goed b.v. 7. Dbi 8. Pge2 có! 70—0 8. Pce2? Beter is 8. Pf3 of f4. 8có! 9. c3 f6 10. f4 cd4 11. cd4 feó 12. deó Ook na 12. feó komt Db4f (13. Dd2? Telfl en wint de Dame). 12Db4f 13. Dd2 Peóü Een geheel onver wachte zet. Na 14. feó volgt verpletterend Tflf met damewinst. 14. 0—0 -0. Wit heeft niet veel beters. 14Pd3f ló. Dd3 Ld7. 16. Pf3 dreigt 17. Pgó. Hiervoor heeft zwart echter een af doende verdediging die tevens een sterke aanval inhoudt. 1 6Le8f Met de bedoeling Lgfi 17. Pd4 Na 17. Peó volgt Pc6 en als Peó weggaat op 't laatst Lg6 1 7PaG! Weer fijn gespeeld. Zwart geeft zijn centrum prijs. 18. Pe6 Tac8f 19. Pc3 Lg6 De koning moet belet worden naar al te vluch ten. 20. Dd4 Na 20. Ddó volgt Tc3f enz. 20. Tf6. 21. Thel. Ruilt Wit de dames af dan v olgt Pb4 en zwart wint. 21Tc4 22. Dd2 d4! 23. fó Tfó Na 22Lfó volgt 23. Pd4 Td6 24. Te8f Kf7 25. Te7 Kf8 26. Pfó Td2 27. Td2 aangegeven door Ma roczy zelf. 24. Pd4 Tdó 25. De3 Td4 26. Td4 Td4 27. De6f Li 7 28. Dc8f Df8 29. Db7 Peó 30. Da7 Td7. Wit geeft op. Zwart heeft bijzoider mooi en agressief ge speeld. 3. 35:24 3. 18—23 4. 28 19 4. 17 28 5. 32:23 5. 8—12 6. 19 17 6. 11 44. Zeer goed gezien. Ook de volgende combinatie is inte ressant Zw. 11 sch. op: 3, 8, 9, 13, 16, 19, 20, 21, 23, 25 26 W. 11 sch. op: 27, 28, 32/35, 37, 40, 41, 45, 46. Zwart aan zet speelde 1318? Wit vervolgde: 1. 37—31 1. 26:37 2. 28—22 2. 37 30 3. 35 2 3. 21 32 4. 22 4 4. 20—24 5. 235 5. 32—37 6. 4—10 6. 23—29 7. 10—15 7. 29—33 8. 4034 en wint. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1152 van C. Blankenaar, Rotterdam. (eindspel). Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1151 (eindspel Blan kenaar). Stand. Zw. 1 sch. op 8, twee dammen op 29 en 42. W. 2 sch. op 37 en 46, twee dammen op 25 en 48. Oplossing. 1. 25—34! Zwart wordt hierdoor ge dwongen tot 29 40 of 45, want 42 31 kan niet en op 42 26 volgt 34 3 1. 29 40 of 45. 2. 48—34! 2. 40 of 45 41 3. 46 48 en wint op den zet tegen schijf 8. UIT DE PARTIJ. In de Utrechtsche Damclub kwam de volgende partijstand voor: M MM ■W-wï m m Zw. 12 sch. op: 2, 3, 6, 8, 11, 13, 15, 17, 18 19 24, 25. W. 12 sch.' op: 22, 26, 27, 28, 32, 33, 35, 37. 38, 43, 45, 48. Veel keus had wit hier niet. Hij liet volgen 43—39, waarop zwart de partij in zijn voordeel besliste. 1 43—39 1. 24—29 2. 33 24 2. 19 30 'WM m m. RBl .M m# W/ i '.ém. wm HP ÜP M m. m dd wd 'w/dhPP mmm/f. mm.tm Zw. 3 sch. op 4, 8. 38. W. 2 sch. op 15, 25 dam op 14. Wit speelt en wint. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. ERNST EN LUIM. U weet de gebeurtenissen een paar weken gdeden: De verwoesting van een gedeelte van een stadswijk van Lyon met al de verschrik kelijke gevolgen daarvan. Een groote nog steeds vóórtdurende on rust tengevolge van een buitenlandsche poli tieke gebeurtenis. Een paar banken van Parijs, waarvan één tot de meest degelijke gerekend werd en tot nu toe van een onberispelijke reputatie was, sluiten haar loketten voor haar tallooze cliën ten, die zich nu zoo maar ineens geruïneerd zien. Het proces van madame Hanau, die zich met hand en tand verdedigt en wier persoon lijkheid de bewondering opwekt zelfs van haar felste tegenstanders; welk proces een warnet van intriges, complotten en machina ties aan het licht doet komen, die allemaal ten doel hadden een lastige concurrente on schadelijk te maken. Het voor nationale eigenliefde pijnlijke geval van een bestuurbare luchtballon, die tragisch en zielig in het water valt, teiwijl die van een ander, nog kort geleden vijandelijk land fier de wereld door paradeert. Al die gebeurtenissen hebben niet verhin derd, dat er op den vastgestelden dag een zeer fantastisch pompeus en tegelijkertijd vroolijk, rookers-congres gehouden is, ge wijd aan het vierde eeuwfeest van den man, die de tabak aan Frankrijk leeide kennen Jean Nicot. In een zaal, die den symbolischen naam van „Salie de la Gaitè" draagt, hebben ern stige meneeren lang en zwaar geredeneerd over verschillende tabaks-problemen, over de verschillende manieren om tabak te iooken, over de Staats monopolie, en over de werke lijk kolossale sommen, die daardoor de Staats-kas invloeien. In een ander établissement van Mont- martre wordt eenige uren daarna een roo- kers-wedstrijd georganiseerd, een wedstrijd in het pijpen-, sigaren- en sigaretten rooken, om het vlugst en om. het langzaamst. De vlugste rooker slaagt erin in twee minuten en twintig seconden een sigaar tot asch te trek ken; de langzaamste rooker lukt het veertig minuten over zijn pijp te doen. Ter eere van de plechtigheid gratis rooken voor iedereen. Is 'net noodig te zeg gen, dat het publiek daarvan profiteert? On derwijl wisselen zangers en voordragers el kaar op de estrade af en zingen en zeggen te midden van een dichten blauwen damp hu moristische of grappig-ernstige coupletten, gewijd aan al de heerlijkheden die het „Ni- cot's kruid" verschaffen kan. Dan wordt de „Tabaks-koningin" voor 1931 gekozen. En daarna wordt er een wed strijd gehouden voor dames in het gracieus- rooken. De titel van het „meest gracieuse rook- stertje van Frankrijk" valt toe aan een zeer bekende en populaire tooneelspeelster, die op een goeden dag beroemd is geworden door een „historisch" grof woord, dat ze een ver keersagent toevoegde, die haar dwong met haa rauto te stoppen. De groote opschudding, die de zaak Oustric verwekt heeft, verdient, dat we daar wat langer bij blijven stilstaan. Oustric was in zijn jonge jaren eigenaar van een klein kroegje. Op een goeden dag kreeg hij er genoeg van bocks, café's-crême en borreltjes te schenken. Hij zag af van de voordeelen, die zijn toonbank en het dobbel spel van zijn gasten hem opleverden en werd vertegenwoordiger van vage handelszaakjes in Toulouse. Maar in die stad onderscheidde hij zich voornamelijk in verschillende speel holen bij poker- en baccaraspel. Toen de oorlog uitbrak, voelde hij er niets voor om naar het front te gaan, en wist daaraan te ontkomen door voor de verdediging van zijn land te gaan werken in een ammunitie fabriek. En die vrees voor de vijaiidelijke ko gels, bommen en granaten heeft hem zoo waar geluk aangebracht. De eigenaar van de fabriek zag al gauw, dat hij met een han dige, slimme vent te doen had en vertrouwde hem een opdracht toe voor Parijs, om daar met den Minister van Oorlog een leverings kwestie te gaan regelen. Hij slaagde in die opdracht volkomen naar den zin van zijn baas. En die zag zoo'n „toe komst" in dien jongen man, dat hij hem groote kapitalen toevertrouwde, waarmee Oustric naar Parijs trok. En daar opende hij op zekeren dag de „Bank Oustric." In die bank begon hii een reeks van finan- cieele ondernemingen en operaties onder ronkende, exotisch klinkende namen, die daar door alleen reeds indruk maakten op de ver beelding van hei goede publiek, dat zich ge makkelijk lokken liet door de voorspiegeling van wonderbaarlijke winsten. De kracht van de bank Oustric loopt uit op een deficit zoo fantastisch groot, als er nog nooit eerder in Frankrijk bereikt is, naai men zegt anderhalf milliard. De gevolgen van die kracht beginnen nu zoo langzamerhaud bekend te worden Dui zenden slachtoffers van Oustric zijn totaal geruïneerd, hebben er al hun spaatpennin- gen bij verloren. 't Is dus wel werkelijk een heel erg geval, en de naam van Oustric is het onderwerp van alle gesprekken. Var. alle gesprekken en natuurlijk ook van talrijke anecdotes. Op den hoek van een straat wordt een taxi-chauffeur aangereaen door een parti culiere wagen, bestuurd door den eigenaar zelf. Ruzie, geschreeuw, gescheld. De parti culier heeft de brutaliteit tegen den verbali- seerenden agent te beweren, dat de taxi chauffeur schuld heeft. Die is een oogenbük stom van verontwaardiging, en stoot dan in eens woedend het ergste scheldwoord uit, dat hij bedenken kan: Jou genieene Oustric! Een groentevrouw rijdt door de straat met haar karretje vol fruit. Maar ze heeft haar vruchten zóó daarop geschikt, dat de mooie vooraan liggen, en bijna heelemaal daarachter verborgen de rest. die zoowat half-verrot is. Een straatjongen, die langs komt, en zin in een peertje heeft, maar niet te duur betalen wil natuurlijk, heeft de truc echter in de gaten, en vraagt: Wat kosten je Oustricjes, madame? En de groenten-madame antwoordt ern stig, zonder ook zelfs maar te glamlachen: 't Ziin heelemaal geen Oustricjes, m'n beste jongen maar echte goeie, lekkere peer tjes maar je begrijpt, met dat slechte weer In een zijstraatje is een volks-oploopje. Een straatzanger, begeleid door twee mak kers met een viool en een harmonica, staat er luid en levendig een liedje te zingen, dat hem door midinettes, straatjongens en fla- neerders gretig afgekocht wordt, en dat tot refrein heeft: O, als Oustric dat wist, of als ik Oustric maar kende". Een andere persoonlijkheid, die den laat- sten tijd zeer de aandacht der Parijzenaars in beslag neemt, is de Zouaaf van de Alma- brug. Die Zouaaf, een standbeeld, dat in normale tijden boven het niveau van de Seine staat, dient den Parijzenaars als maatstaf voor de hoogte van het water. Er staan daar met hem nog een paar andere militaire beelden ook, maar daar neemt niemand ooit eenige notitie van. Er wor Jt alleen maar naar dèn Zouaaf gekeken, over den Zouaaf georaat en geschreven. Hoe verder de Zouaaf onder water komt, hoe m*er het gevaar voor over stroomingen dreigt. Hoe is het met den Zouaaf? Het water staat hem al tot aan zijn knieën O, dat is nog niet zoo erg. Ja, maar met die aanhoudende •egens. En inderdaad, de Seine begint onrust barend te stijgen. En zoo is 't 11a iederen eenigszins belang rijken regenval weer de angstige vraag: Hoe is 't met den Zouaaf? M. DE ROVANNO. ervaring uit mijn léven in mijn herinnering terug roept. D. Twintig jaar geleden zag ik, op een Finic sterfeest, in deze stad twee jonge boerenmeis jes vrouwen dus dronken, over elkaar heen, uit een herberg over de straat rollen; daarbij stonden twee in denzelfden staat ver- keerende boerenjongens, uit louter verheuge nis over dit feit, met omhoog geheven armen te zingen en te springen voor zoover hun door den drank verslapte spieren hen dit ver oorloofden. Sindsdien heb ik geen alcohol meer ge proefd. Want door dit menschonteerend too- neel werd mij duidelijk de groote zelfzucht van den stelregel: omdat een ander zich be> drinkt behoef ik mijn matig quantum niet te laten. Door de intense droefenis, die mij toen ont roerde, werd mij geopenbaard het grenzen- looze egoïsme van d; vraag: „Ben ik mijns broeders hoeder!" Op de kersttafel, naast de délicieuse bou ten, prijkt ook de wijn. De werking van den alcohol is altijd en overal dezelfde, of hij genoten wordt op een Kerst- dan wel op een Pinksterfeest, en de beneveling te weeg gebracht door den wijn is niet van verhevener soort dan die, welke ver wekt wordt door dranken van minder edele herkomst. Wat al liefde is er niet gevlucht, wat al vrede is er niet verstoord, wat al licht is er niet gedoofd, door dien vermaledijden alco hol! Moet dan de geboorte van het Licht ge vierd worden met een drank, die duisternis brengt? Hoe kan er nu ooit van wereldvrede sprake zijn, zoolang men vrijwillig een drank laat voortbestaan, welke het vermogen in zich heeft den mensch tot ver beneden het dier te verlagen. Hoe zal ooit de wereldvrede een feit kun nen worden, zoolang de dieren, door den Schepper in onze hand gegeven om hun, als Zijn evenbeeld, ons heer ons mensch zijn te betoon en die dieren die naar het in zicht van Franciscus van Assisië onze half broeders ziin, in den mensch hun kwelgeest moeten vinden. Met dank voor de plaatsing, J. Fr. OEHRELS. 1. (Buiten verantwoo;dthjkhtid van de Re- dactiDe opname in deze rubriek bewijst geenszins dat ae -edartie er mede instemt.) Mijnheer de Hoofdredacteur. Het is door het naderend Kerst-, het Vre desfeest, dat voor mijn geestesoog telkens weer opduiken een paar voorvallen uit mijn leven, voor welker uitbeelding ik U beleefd verzoek mij eenige ruimte in Uw courant te willen afstaan. U zult mij daardoor ten zeer ste verplichten en bij voorbaat zeg ik U daar voor mijn dank. Eenige jaren geleden in den Kersttijd mijn inkoopen doende werd, bij het oversteken eener straat, mijn oor getroffen door een angstig klagend geluid. Speurende waarin dit zijn oorzaak vond, zag ik voor een poe lierswinkel eenige kratten staan, volgepakt, neen, volgepropt met levende eenden en gan zen, klaarblijkelijk bestemd om als al of niet opgemaakte schotels de diverse aan te rich ten Kersttafels te versieren. Ik dacht aan al die tienduizenden dieren, offers voor ditzelf de doel, die maandenlang in nauwe ruimten zijn vetgemest, om, na de smarten van een wreed vervoer te hebben ondergaan, in de handen hunner slachters den doodangst te ervaren. En ik vroeg mij af: is dat dan 's werelds vrede, dat bij de viering van het (feboortefeest van den Vredesvorst. Wiens eer en leven soberheid was, moeten de licha men van ontelbare dieren dienen om de Lu culuslusten van den mensch, den heer der schepping, te voldoen? Zouden deze dieren, indien zij dit konden, hem niet liever het praedicaat „heer der verschrikking" toe wil len kennen? Het is het licht symbool van het eeuwig- heidslicht hetwelk in deze dagen zoo veel vuldig ontstoken wordt, dat nog een andej' V Raadselhoekse. Oplossingen der raadsels nlt het vorige nummer. Voor grooteren. A A A N N A A N IJ S L A S T 1. 3. 4. 1. 3. B Barneveld. pan merel vaandel Barneveld g a s v 1 am arend olm d Paard, paars. Jenny, stel je toch niet aan als eet malle; pel de amandelen liever voor mij. (Lepel en mand). De tuinman heeft ook asters bij ons in den tuin geplant. (kast). We stonden bij het 1 ket elkaar te verdringen. (ketel). Heeft Jacob Eduard niet gewaar schuwd? (bed). Voor kleineren. Kers, vers. Kar, wei; karwei. Kameel, struisvogel, marmot. Keizer. beker speld ruïne ruzie Breda aarde OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Mijn geheel wordt met 12 letters ge schreven en noemt een dorp in Gelderland. Een 6, 4, 7, 5 is een vrucht 1, 2, 3, 10, 6, 11, 8 zijn vaartuigen. Een 12, 4, 6, 10, 12 behoort tot het tafelgereedschap. 1, 2, 3, 11, 5, 6 is het tegenovergestel de van bot. 9, 4, 10, 6 is een reinigingsmiddel. Zoek een rijmwoord op elk der on derstaande lettergrepen, maar doe het zóó, dat je een bekend spreek woord krijgt. Wil-de spa-kers web-pen knie-te hon- men. Verborgen rivieren in ons land. Wij zagen den ouden boer eggen; hQ was werkelijk onvermoeid! De zijwand van het vertrek werd na genoeg geheel ingenomen door het groote portret. Wat zijn jullie toch malle kinderen! Verander kers in mank door telkens één letter te veranderen Do drie tusschen liggende .woorden moeten goede Holladsche woorden zijn. Voor kleineren. Met v kan ik meestal vliegen en met k kan ik heel gevaarlijk zijn. Voeg een voertuig en een voorwerp, dat rond is, bij elkaar en je krijgt oen ander woord voor bordpapier Ik hen een steek'lig diertje En rol mij soms fluks op. Je ziet alleen een bal dan, Geen pooten en geen kop Zoek uit elk der onderstaande woor* den één letter, maar zorg er voor dat deze letters, in dezelfde volg orde genomen, feestdagen vormen. Ketel bleek graaf staart moot marsch r— gi^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 15