Ducffold
LANDBOUW en VEETEELT.
NCRCCNS l(/ST/Nf
The pen with the twenty-
f ive-years-point
Verkrijgbaar in den Boekhandel
van de
N V. vh. HFRMs. COSTER Zn.,
Voordam 9, Telef- 3, Alkmaar.
Een nieuwe ramp op
Midden-Java.
Tsj
ëSi»inenSaind
e A --UEVERW
BE A VOYTll&EY VA
- E A VI II k E E K H A G li Y T Jl E.
InÏïtrt r' he" •»•>«-• Ge»e?d?£ paH
Wilt gij U weer frisch
en opgewekt voelen, vrij
van slechte spijsvertering
verstopping en de daaruit
voortvloeiende lusteloos
heid, gebruik dan Foster's
Maagpilllen.
0.65 per flacon.
punt nu, waarop hij zijn gelijk zou willen
bewijzen door getuigen, heeft de rechter nem
niet tot dat bewijs toegelaten omdat volgens
art. 1934 van het Burgerlijk Wetboek geen
bewijs door getuigen kan plaats hebben no
pens hetgeen tegen of boven den inhoud der
schriftelijke akte (in dit geval het contract
van aanbesteding) gevorderd wordt noch
ook omtrent hetgeen men mocht beweren dat
vóór, ten tijde of na het opmaken van zoo
danige akte zou zijn gezegd. De rechter was
van oordeel, dat de aan den heer Jansen door
de gemeente gegeven opdracht was in over
eenstemming met de bewoordingen van het
bestek. De heer Jansen daarentegen beweert,
dat er bij besprekingen met den Directeur
der gemeentewerken een nadere overeenkomst
is tot stand gekomen. De Directeur ontkent
dit, maar bovendien zou een dergelijke mon
delinge afspraak met het oog op de stellige
wetsbepaling geen kracht hebben. Hierbij
dient dan verder te worden gelet op art.
1646 van dat Wetboek, volgens hetwelk de
aannemer geen vermeerdering van den prijs
kan vorderen, noch onder voorwendsel van
vermeerdering van arbeidsloonen of bouw
stoffen, noch onder dat van gemaakte veran
deringen of bijvoegselen die niet in het be
stek begrepen zijn, indien die veranderingen
of vergrootingen niet schriftelijk zijn inge
willigd. Een dergelijke schriftelijke inwilli
ging ontbreekt.
De vraag welke partijen verdeeld houdt is,
of hetgeen de heer Jansen als bijwerk wil
aangemerkt zien en waarvoor hij een door
den rechter niet erkende vordering bij de ge
meente heeft ingediend, inderdaad al dan
niet begrepen was in het bestek.
Ook al stelt men zich op het standpunt,
dat er na de rechterlijke uitspraak niets meer
te beslissen valt, wij willen alles vermijden
wat den schijn zou kunnen wekken alsof de
gemeente zich feitelijk voor een belangrijk
bedrag heeft verrijkt ten koste van den aan
nemer. Nu deze zich blijft beklagen, hebben
wij geen bezwaar ertoe mede te werken, dat
een z.g. bindend advies omtrent deze aange
legenheid wordt ingewonnen op de wijze als
tegenwoordig in de bestekken cler gemeente
ten aanzien van sommige punten wordt toe
gelaten De heer Jansen kon destijds van een
dergelijke bepaling geen gebruik maken, om
dat de mogelijkheid van het vragen van een
bindend advies toen nog niet van de besteks-
voorwaarden deel uitmaakte. Wij hebben
daarom den heer Jansen medegedeeld, dat
wij bereid zijn ertoe mede te werken, dat aan
de beoordeeling van een commissie van des
kundigen overeenkomstig de tegenwoordig
geldende algemeene besteksvoorwaarden
wordt onderworpen de vraag, of het bestek
en de teekeningen, volgens welke bij brief
van 7 April 1925 prijsopgaven zijn verzocht,
de aflevering der meubelen zooals deze ge-
eischt is, dekten, m. a. w. of het gedeelte van
het door hem uitgevoerde werk, dat hij als
bijwerk bschouwt, al dan niet in het contract
van aanbesteding was begrepen en zoo neen,
welk gedeelte van het uitgevoerde werk daar
in niet was begrepen en voor welk bedrag
dit had kunnen worden uitgevoerd. Wij
merkten daarbij op, dat, zoo de Raad een der
gelijke overeenkomst zou willen aangaan, wij
ons, voordat het advies zou worden ingewon
nen van de te benoemen commissie, eerst zou
den op de hoogte stellen van het standpunt
van Gedeputeerde Staten en van den Minis
ter met betrekking tot de mogelijkheid van
uitvoering van het besluit.
Wij voegden daaraan ten slotte toe, dat,
mocht het te vragen advies voor den heer
Jansen ongunstig luiden, de gemeente verder
aan deze aangelegenheid geen aandacht
meer kan schenken en de zaak daarmede der
halve definitief zal zijn beslist.
De heer Jansen heeft o"? bericht, het in
winnen van een bindend advies op dezen voet
op prijs te zullen stellen.
Wij stellen U thans voor, dienovereenkom
stig, het nader aangegaan besluit te nemen
HET AANHOUDEN VAN STIER
KALVEREN
De secretaris van den Provincialen Bond
van Rundveefokvereenigingen in Noord-Hol
land, schrijft ons:
Na de inleiding over „Het aanhouden van
stierkalveren in verband met de afstam
ming" gehouden op de 54e Algemeene Ver
gadering van den Bond 17 Dee. jl. te Hoorn,
ontstond eenige discussie over de vraag in
hoeverre de critiek van de Rijksveeteeltconsu-
lenten de heeren de Jong en Anema van in
vloed was geweest op de afname van ons
fokvee.
Door enkele uitlatingen van bezoekers der
vergadering, welke ons nadien bereikten is
ons gebleken, dat door deze discussie, de
aandacht eenigermate is afgeleid van de
hoofdstrekking der inleiding.
Het kwam ons daarom wenschelijk voor
nog eens in korte trekken de hoofdpunten
van den gedachtengahg in het betoog hierbij
te releveeren.
1. De toestand vóór het instellen van de
fokkerij-registratie. In de eerste plaats werd
genoemd dat men in Noordhoiiand als vee-
fokkende provincie reeds vanouds getracht
heeft den veestapl te verbeteren. Daarbij werd
gereleveerd dat vanwege een groot aantal ge
meentebesturen de stierenhouaerij werd ver
zorgd. De veronderstelling werd hierbij uit
gesproken, dat door besmettelijke veeziekten
en daardoor groote sterfte onder het vee de
resultaten niet altijd gunstig zijn geweest.
2. Het oprichten van Stamboeken en ae
Regeeringszorg voor de rundveefokker ij.
Vervolgens werd genoemd dat in het laatste
kwartgedeelte van de vorige eeuw de Stam
boeken werden opgericht. In deze provincie
werkten toen het Noordhollandsch- en het
Nederlandsch Rundvee Stamboek. Van een
grooten invloed op de veefokkerij zijn deze
organisaties waarschijnlijk in den eersten
lijd uiet geweest.
In 1897 werden door de Regeering over
het geheele land ingesteld de zoogenaamde
Provinciale Veeverbeterings Commissies. Op
aanmoediging en met iinancieele steun van
de Noordhollandsche Commissie werden
hier de fokvereenigingen opgericht, zoodat
daardoor in deze provincie de geregistreerde
fokkerij zich in deze richting en organisatie
vorm heeft ontwikkeld, waarbij vooral aan
dacht werd geschonken aan de melkcontroie.
3. De rundveefokvereenigingen en de Pro
vinciale Bond van fokvereenigingen. In den
eerster tijd van hun bestaan werkten de fok-
vereeu.gingen geheel los van elkander en op
geheel verschillende manieren werd de admi
nistratie gevoerd en de fokdieren aangewe
zen. Om hierin verbetering te brengen en
een meer uniforme werkwijze te bevorderen
werd in 1903 opgericht de Provinciale Bona
van Rundveefokvereenigingen in Noordhol
land. Door den inleider werd er op gewezen
dat men in de eerste jaren daarin niet geheel
slaagde, hetwelk wel tot uiting kwam op de
groote Nationale Landbouwtentoonstelling
welke in 1913 te 's Graver'1 age werd ge
houden. In doorsnee kon het uit Noordhoi
land ingezonden vee zich niet boven de mid
delmatige inzendingen verheffen.
In de latere jaren is er wel meer vooruit
gang gekomen, tenminste afgaande op ce
uitslagen van de groo'e tentoonstellingen in
de jaren 1923 en 1928 te 's-Gravenhage ge
houden.
Volgens de uitspraken van de onpartijdi
ge jury-leden en ook volgens de verslagen
van de desbetreffende gedenkboeken over
deze tentoonstellingen kwam het Noordhol
landsche vee beide keeren aan de spits.
4. Critiek op het werk. Vanaf 1927 werd
door de Rijksveeteeltconsulenten de heeren de
Jong en Anema critiek uitgeoefend op het
werk der Noordhollandsche vereenigingen
voornamelijk op het meikonderzoek en de ter
Centrale Keuring aangeboden stieren.
5. De Fokrichüng. Deze critiek was de
aanleiding om het werk nog eens onder de
loupe te nemen en te zien wat eventueel ver
betering behoeft.
Ten opzichte van het melkonderzoek komt
de inleider tot de conclusie, dat het vier-
weeksch melkonderzoek hetwelk door de Re
geering als volwaardig wordt beschouwd,
absoluut voldoende is om de dieren op hun
melk en vet te keren kennen. Aan fokkers
welke de kans meenen te hebben om fokvee
in het binnenland te verkoopen geeft hij in
overweging tweeweeksch melkonderzoek toe
te passen. Drieweeksch melkonderzoek acht
hij in dit verband beslist niet voldoende.
Ten opzichte van het fokvee wordt de
meening uitgesproken, dat in de eerste plaats
de productie voor melk- en vetopbrengst zeer
belangrijk vooruit is gegaan en zeer goed
genoemd mag worden. Verder dat in door
snee het exterieur van ons vee gaat in de
richting van de eischen welke men aan het
zwartbonte Hollandsche melkvee, mag stel
len, n.1. in de eerste plaats een ruime bouw
van den romp in het algemeen en in het bij
zonder van de ribben en buikwand in het be
lang van voedselberging en verwerking
daarvan. Dan zijn ruime uiers, goede melk-
teekens, soepele huid en fijne kop en horens
meestal regel. Ook is vrijwel regel voldoen
de zware en droge benen met goeden stand
Als voorkomende fouten werden genoemd,
soms wat scherpe iets hooge kruiskam, wat
weinig behangenheid in het achterstel en
een enkele maal wat arm gespierde voor
hand. Verder wat laat rijp, hetgeen vooral
voor de jarige stieren een bezwaar genoemd
mag worden.
Hier tegen over werd gesteld de fokrich-
ting van een andere streek, zooals deze op a'e
dit najaar aldaar gehouden keuring werd
gedemonstreerd Door den inleider werd er
op gewezen dat de dieren zich in doorsnee
kenmerkten door een zeer correcten, gesloten
en gespirden bouw Over het algemeen kon
den de meikteekens en vooral de uiers hem
niet bekoren.
Vergeleken met Noordholland zijn de die
ren uit deze streek correcter en gespierder
gebouwd. Wat vroeger rijp, maar hoogst
waarschijnlijk vrij belangrijk minder in melk
en vetopbrengst.
Met een voorbeeld van melkstaten van
voorouders van twee stieren vertegenwoordi
gers van beide fokinrichtingen toont spreker
't verschil in opbrengst aan geld aan.
Op grond hiervan meent spreker ondanks
de genoemde critiek te moeten adviseeren op
den ingeslagen weg voort te gaan en vooral
aan den ruimen bouw en goede meikteekens
aandacht te blijven schenken.
6. Hoogere eischen stellen bii het aanfok
ken van stieren. Ofschoon de meening werd
uitgesproken, dat de fokrichting geheel
gaat in het belang van de rentabiliteit van
het veehoudersbedrijf geeft de inleider toch
als zijn meening te kennen, dat er nog ver
schillende zaken zijn welke met het oog op
een grootern voorui gang van den veestapel
beter verzorgd konden worden. O.m. wordt
daarbij gewezen op het aanhouden van stier
kalveren. Vergeten wordt volgens hem meer
malen dat de stier als 't ware den halven vee
stapel vertegenwoordigt. Jonge fokkers hou
den vaak uit onkunde stierkalveren aan van
moederdièren welke hiervoor onvoldoende
waardig zijn, hetzij uit een oogpunt van on
voldoende goed exterieur, en oudere fokkers
voldoende goed exterieur en oudere fokkers
dopn dit meestal uit handelsoverwcgir.gen
Vervolgens wordt door den inleider aan de
hand van de uitslagen der keuringen ovei
1927—193C, met cijfers aangetoond dat de
kans van goedkeuring van stieren uit moe-
derdieren met onbekende afstamming zeer
gering is.
En ten slotte geeft hij een beschouwing
over de toeslagpunten, waaruit blijkt, dat
dieren met de hoogste punten voor afstam
ming ook de meeste kans hebben voor ,'d-
keuring op het exterieur en derhalve ook wei
de meeste kans zulle geven van de goede
overerving der gewenschte eigenschappen
van onze fokdieren.
Gevolg van de uitbarsting van den
Merapi. Dorpen verwoest. Djokia
zonder water.
Als gevolg van de uitbarsting van deu
vulkaan Merapi wordt Midden-java thans
geteisterd door overstroomingen van de rivie
ren, waardoor derpen en ook de waterleiding-
werken van Djocjakarta werden verwoest. Ia
Djokja zit men thans zonder water. Er had
den geen persoonlijke ongelukken plaats.
Het verband tusschmi de uitbarsting van
den Merapi en de thans gemelde overstroo
mingen ligt in het feit dat door de erupties
de rivieren verstopt zijn en de kali-beddingen
nu niet meer de groote massa's regenwater
het is nu Westmoesson! kunnen verzwel
gen.
Nader wordt nog gemeld:
De bandjir van de Kali Opak sloeg een ge
deelte van de desa Tjankringan weg. Op de
onderneming Bandjarhardja ontstond een
groote paniek onder de bevolking door 't val
len van rolsteenen. Er zijn honderden vluch
telingen. Het aantal ontruimde desa's is nog
niet bekend. Het bestuur treft op de bedreig
de plekken de noodige maatregelen. De water
werken van de onderneming Wonotjatoer
leiden thans wederom 'n schade van circa
10.000. De Van der Wiik-leiding, de be
langrijke irrigatie-aanvoer van drie westelijk
van Djokja gelegen ondernemingen, is ern
stig beschadigd. Het aquaduct is weggesla
gen en werd nog niet teruggevonden. De tun
nel is voor driekwart gedeelte dichtgeslibt,
zoodat de wateraanvoer is onderbroken. Aan
gezien de velden water noodig hadden,
vreest men voor ernstige gevolgen, indien de
droogte doorzet.
Hulp van genietroepen ingeroepen.
„De Locomotief" meldt, dat zware bandjirs
van vier kalis om Moentilan Vrijdagmorgen
talrijke bruggen en het spoor- en as-vervoer
ernstig bedreigden. Groote keien en veel mod
der werden meegevoerd. De temperatuur van
het water in den bovenloop was kokend. De
bruggen dreunden onder het geweld dei-
machtige modderstroomen, welke vier meter
hooger waren dan normaal. Het asverkeer
tusschen Djokjakarta en Magelang werd
eenige uren stopgezet wegens de hoogte van
de bandjirende rivieren, hetgeen aanleiding-
gaf tot geruchten als zouden bruggen zijn
weggeslagen en dat Moentilan geïsoleerd
zou zijn.
Het noordelijk landhoofd van de Pabelan-
brug werd ernstig beschadigdde Lamatbrug
werd ondermijnd en voorloopig voor het ver
keer met vrachtauto's gesloten. Het N. I. S.-
verkeer is gedeeltelijk gestremd. Genietroepen
uit Tjimahi zijn aangevraagd voor het explo-
deeren van groote keien bovenstrooms.
Een ooggetuige zag den bandjir aankomen
als een reusachtige muur water, zand en
keien, welke reikte tot de halve hoogte van de
stammen der klapperboomen en met donde
rend lawaai voorwaarts stortte. Dr. Neumann
van Padang verklaarde dat de afgevoerde
modder en keien slechts een gering gedeel te
vormen van de enorme hoeveelheid eruptie
materiaal.
DE ONWILLIGE SULTAN VAN
DJOKJA.
Wat zal de Indische regeering nu
doen?
In het „Soer. Hbl." wordt gewaagd van
het conflict, dat tusschen den sultan van
Djokjakarta en de regeering reeds jaren han
gende is, en onlangs door de officieele viering
van het tienjarig regeeringsjubileum van
dezen vorst naar voren is gebracht.
„Met den tegenwoordigen vorst is name
lijk tien jaar geleden bij diens troonsbestij
ging een contract opgemaakt, waarin een
som van 800.000 is vastgesteld als bedrag
der civiele lijst, welk bedrag niet voor ver
mindering vatbaar is, dcch waarvan rekening
en verantwoording moet worden afgelegd
van het bedrag van 3ÖO.COO, terwijl over
dat van 5CÜ.OCO vrijelijk kan worden be
schikt voor de huishoudelijke uitgaven van
aen vorst.
Over deze rekening en verantwoording van
den vorst is niet aileen thans, doch reeds eer.
kleine tien jaar verschil van meening; het
geen thans in een acuut stadium is gekomen
Z. H. de sultan is namelijk de meening toe
gedaan, dat hij daarvan geen verantwoording
behoeft te geven, de regeering en uit diens
naam de te Djokja gtclaatsie vertegenwoor
digers hebben er steeds de aandacht op ge
vestigd, dat het met den sultan gesloten con
tract wèl die verplichting oplegt.
De sultan en de tegenwoordige gouverneur
zijn onlangs bij den G.G. tot een z.g. etentje
uitgenoodigd. De vorst schijnt daarop een
termijn te hebben gekregen binnen welken een
definitief antwoord van hem verwacht wordt.
Deze termijn is, volgens de inlichtingen van
het blad, nu verloopen en daar de sultan op
zijn standpunt is blijven staan, is zulks dooi
den gouverneur aan de regeering medege
deeld, zoodat thans de regeering zal hebben
te beslissen, welke stap zal moeten worden
genomen.
Zal de regeering op haar standpunt blijven
staan en thans eindelijk rekening en verant
woording eischen, welke reeds jaren geleder,
had moeten worden gegeven, doch welke de
sultan niet wil afleggen, dan zal het onver
mijdelijk gevolg kunnen zijn, dat bedoeld be
drag van 300.000 niet wordt uitgekeerd,
(tenzij de sultan daarvan verantwoording
geeft)."
V
fTj§g
JTjY*-!
KOLONISATIE OP N1EUW-GUINEA
MISLUKT.
Verscheidene door de Vereeniging Koloni
satie Nieuw-Guinea uitgezonden kolonisten
keerden gedesillusionneerd terug. Eén dezer
verzocht aan de redactie van de „Indisch"
Courant" te waarschuwen tegen ondoordacht
vertrek. Hij vertelde, dat de kolonie Hollan-
dia schitterend gelegen is aan een kristalhel
dere rivier, doch dat de kolonisten te weinig
gereedschappen hebben en niet in staat zijn
het oerbosch van zware, harde boomen neer
te kappen. Van de veertig mcnschen waren er
gemiddeld slechts acht aan het werk. De rest
was ziek. De terugkeerende kolonist was over
tuigd, dat de meesten gaarne terug zouden
keeren. Zij hebben echter geen reisgeld.
STEUN VOOR DE MERAPI.
SLACHTOFFERS.
Een Chineesch comité opgericht.
Het bestuur der vereeniging Hong Boe
Siang Hwe richtte een Merapi-fonds op met
een comité waarin de meest vooraanstaande
Chineesche ingezetenen van Batavia zitting
hebben.
EEN WOESTE BOOTSMAN.
Stuurman mishandeld, zoadat deze
overleed.
De eerste stuurman van het s.s. „Van
Cloon" van de Koninklijke Paketvaart Mij
de heer Celly, is, blijkens een bericht uit Ba
tavia, tengevolge van de verwondingen, hem
toegebracht door een amokmakenden boots
man, overleden.
EEN WOEKERAAR GESTRAFT.
Drie jaar gevangenisstra}.
Het hooggerechtshof heeft het vonnis van
den Raad van Justitie te Soerabaja, waarbij
D. I. Abraham tot drie jaar gevangenisstraf
met aftrek van preventief, werd veroordee.ü
bekrachtigd.
Het „Soer. Hbld." zegt, dat deze Abraham,
geldschieter te Soerabaja, in 't faillissement
van iemand, aan wien hij reeds jaren geld
leende tegen zeer hooge woekerrente, bij de
Weeskamer accepten van den - ef ai lieerde tot
een bedrag van ongeveer 32.000 indiende,
terwijl het grootste gedeelte dezer schulden
reeds was afbetaald. Tijdens het gerechtelijk
onderzoek kwamen zulke verschrikkelijke
praktijken van beklaagde aan het licht, dat de
Raad van oerdeel was, dat hier een strenge
straf moest worden gegeven.
Abraham berustte niet in het vonnis, en
ging in hocger beroep, met bekrachtiging
daarvan als gevolg.
HET N. V V. 25 JAAR.
Een drukke receptie De aan
gesloten organisaties bieacn 23.000
aan als eerste storting vcar een nieuw
te stichten vaeantie-cord aan zee.
Het is Zaterdagmiddag op de receptie van
het N. V. V. ter gelegenheid van het 25 jarig
bestaan dezer organisatie zeer druk geweest'
Zij had plaats in de Kcnip.gszaal van Artis
te Amsterdam waar het bestuur op het rijk
met bloemen (er waren dertig bloemstukken
gezonden) versierde podium had plaats ge
nomen.
De bijeenkomst werd geopend door de In
ternationale, door een strijkje gespeeld en
door de aanwezigen spontaan staande mee
gezongen.
De voorzitter, c!e lieer E. Kupers, hield
een openingsrede. Hij schetste daarin de op
richting cn den bloei van het N. V. V. en
bracht o.a. dank aan hen, die het initiatief
tot de oprichting namen: Henri Polak, P M.
DRAISIt1AvAb4\ALKEi^3URC'S-
Verdorst, H. J. Bruens, Jan van Zutphen, A.
W. Jensch, S. J. Pothuis en bovenal Jan
Oudegeest en dr. J. van den Tempel, welke
twee laatstgenoemden de eerste bezoldigde
bestuurders waren van het Verbond.
Ook aan Edo Fimmen, die vooral in de
oorlogsjaren op het gebied der levensmidde
lenvoorziening voor de arbeiders een stuwen
de kracht was, bracht spr. hulde.
Na de aanwezigen o.w. het bestuur der
Rijksverzekeringsbank en eenige buitenland-
scbe gasten, welkom te hebben geheeten,
deelde spr. mede, dat het bestuur besloot
5000 per jaar beschikbaar te sollen, ten
einde daaruit aan een aantal leden der aan
gesloten organisaties, die dit zelf niet kunnen
betalen, gelegenheid te geven, gratis een
week met vacantie op het Froelstra-oord door
te brengen. Van dit bedrag kunnen elk ja-ar
250 leden profiteeren.
Daarnaast stelde het bestuur een bedrag
van 8000 beschikbaar voor den bouw van
nog een „Rood Valkennest" in een der mooi
ste streken van ons land.
Dit ger.henk van de oudere kameraden is,
zei spr., een bewijs van de groote sympathie
en hartelijke kameraadschap, welke bestaat
tusschen het N. V. V. en het troetelkind der
moderne arbeidersbeweging, de A. J. C.; een
bewijs ook van de groote waardeering, welk#
het N. V. V. heeft voor het werk der jeugd
beweging.
Verder besloot het bestuur tot een extra
storting in het pensioenfonds van het perso
neel. Daarnaast zal een gratificatie worden
verstrekt.
Tot de werklooze kameraden zei hij. dat
het Verbond al zijn krachten zal inspannen
om te bereiken, dat zij op een behoorlijke wij
ze zullen worden ondersteund, wanneer het
niet mogelijk zal blijken, passenden arbeid
voor hen te vinden.
Mededeelingen
Medegedeeld werd, dat de heeren J Oude
geest, dr. J. van den tempel en A. B Kleere-
koper dcor ziekte niet aanwezig konden zijn.
Hun werden elegrammen gezonden, waarin
de beste v enschen voor hun herstel werden
uitgesproken.
Verder werd medegedeeld, dat honderden
telegrammen van gelukwensch waren ont-
vangenj o.a. van den minister van arbeid
Verder waren er brieven van gelukwensch
van den voorzittei van net Intern. Arbeids
bureau te Genève, Albert Thomas en van den
algemeenen raad der Be'gisehe Arbeiders
partij.
Verschillende sprekers.
De heer L. van der Wal voerde het woord
als voorzitter van een commissie uit de aan
gesloten organisaties. Als een symbool van
de groote moreele beteekenis van het N. V V.
vcor de arbeidersklasse fcood hij aan de eer
ste som om te komen tot de stichting van eer
nieuw vacantieoord aan zee, t.w. een bedrag
van ver over de 23000. Deze schenking
ging vergezeld van een oorkonde.
De secretaris van het intern. Verbond van
Vakvereenigingen, te heer Sassenbach,
wenschte liet N. V. V. geluk en bracht het
dank voor wat het gedaan heeft om de inter
nationale verbindingen op vakvereenigings-
gebied, die door den oorlog verbroken waren,
weer aan te knoonen.
De heer W. H. Vliegen sprak namens het
partijbestuur der S. D. A P.
Als stoffelijk bewijs van de gevoelens die
in S. D. A. P. ten opzichte van het N V.
V leven, fcood hij het Verbond een nieuwe
vlag aan Spreker uitte de hoop, dat de vlag
gen van N. V. V en van S. D. A. P. nog een
aantal jaren gezamenlijk ter overwinning
zullen optrekken.
Terwijl de heer Vliegen aan het woord
was, kwam het voltallige college van B. en
W. van Amsterdam de zaal binnen.
Nadat het welkom geheeten was, zeide de
burgemeester, de heer W. de Vlugt, het be
stuur dank voor de officieele uitnoodiging,
die het tot B. en W. had gericht.
In een toespraak, waarin hij eraan herin
nerde hoe het N. V. V. stelling nam tegen
het anarchisme, sprak hij de hoop uit, dat de
blcei van het Vakverbond waarin het zich
thans verheugt, nog jaren bestendigd zal
worden
De heer J. W. Albarda sprak namens de
beiae soc -aem. Kamerfracï'es een woord van
bartelijken gelukwensch, van blijdschap en
van erkentelijkheid.
Als voorzitter van den raad van commis-
sanssen der N.V. „De Arkeidspers" zeide dr.
F. M. Wifcaut het N. V. V. dank voor den
krachtigen steun.
355. Tot slot van de wedstrijden, een wedloop tus
schen een matroos en een pierot. De matroos was al
spoedig over de hindernis heen. Uit belangstelling
liepen, buiten de baan, alle dieren mede. Ze wilden
zien hoe het afliep.
iets voor de sloot gekomen, de matroos was
iets voo.i en de lamPJes van beide waren nog heel De
vin Sïï 4 matroos, maar de pirot was ook niet
gibtei en stond zijn mannetje.
i