Ducffold LANDBOUW en VEETEELT. NCRCCNS l(/ST/Nf The pen with the twenty- f ive-years-point Verkrijgbaar in den Boekhandel van de N V. vh. HFRMs. COSTER Zn., Voordam 9, Telef- 3, Alkmaar. Een nieuwe ramp op Midden-Java. Tsj ëSi»inenSaind e A --UEVERW BE A VOYTll&EY VA - E A VI II k E E K H A G li Y T Jl E. InÏïtrt r' he" •»•>«-• Ge»e?d?£ paH Wilt gij U weer frisch en opgewekt voelen, vrij van slechte spijsvertering verstopping en de daaruit voortvloeiende lusteloos heid, gebruik dan Foster's Maagpilllen. 0.65 per flacon. punt nu, waarop hij zijn gelijk zou willen bewijzen door getuigen, heeft de rechter nem niet tot dat bewijs toegelaten omdat volgens art. 1934 van het Burgerlijk Wetboek geen bewijs door getuigen kan plaats hebben no pens hetgeen tegen of boven den inhoud der schriftelijke akte (in dit geval het contract van aanbesteding) gevorderd wordt noch ook omtrent hetgeen men mocht beweren dat vóór, ten tijde of na het opmaken van zoo danige akte zou zijn gezegd. De rechter was van oordeel, dat de aan den heer Jansen door de gemeente gegeven opdracht was in over eenstemming met de bewoordingen van het bestek. De heer Jansen daarentegen beweert, dat er bij besprekingen met den Directeur der gemeentewerken een nadere overeenkomst is tot stand gekomen. De Directeur ontkent dit, maar bovendien zou een dergelijke mon delinge afspraak met het oog op de stellige wetsbepaling geen kracht hebben. Hierbij dient dan verder te worden gelet op art. 1646 van dat Wetboek, volgens hetwelk de aannemer geen vermeerdering van den prijs kan vorderen, noch onder voorwendsel van vermeerdering van arbeidsloonen of bouw stoffen, noch onder dat van gemaakte veran deringen of bijvoegselen die niet in het be stek begrepen zijn, indien die veranderingen of vergrootingen niet schriftelijk zijn inge willigd. Een dergelijke schriftelijke inwilli ging ontbreekt. De vraag welke partijen verdeeld houdt is, of hetgeen de heer Jansen als bijwerk wil aangemerkt zien en waarvoor hij een door den rechter niet erkende vordering bij de ge meente heeft ingediend, inderdaad al dan niet begrepen was in het bestek. Ook al stelt men zich op het standpunt, dat er na de rechterlijke uitspraak niets meer te beslissen valt, wij willen alles vermijden wat den schijn zou kunnen wekken alsof de gemeente zich feitelijk voor een belangrijk bedrag heeft verrijkt ten koste van den aan nemer. Nu deze zich blijft beklagen, hebben wij geen bezwaar ertoe mede te werken, dat een z.g. bindend advies omtrent deze aange legenheid wordt ingewonnen op de wijze als tegenwoordig in de bestekken cler gemeente ten aanzien van sommige punten wordt toe gelaten De heer Jansen kon destijds van een dergelijke bepaling geen gebruik maken, om dat de mogelijkheid van het vragen van een bindend advies toen nog niet van de besteks- voorwaarden deel uitmaakte. Wij hebben daarom den heer Jansen medegedeeld, dat wij bereid zijn ertoe mede te werken, dat aan de beoordeeling van een commissie van des kundigen overeenkomstig de tegenwoordig geldende algemeene besteksvoorwaarden wordt onderworpen de vraag, of het bestek en de teekeningen, volgens welke bij brief van 7 April 1925 prijsopgaven zijn verzocht, de aflevering der meubelen zooals deze ge- eischt is, dekten, m. a. w. of het gedeelte van het door hem uitgevoerde werk, dat hij als bijwerk bschouwt, al dan niet in het contract van aanbesteding was begrepen en zoo neen, welk gedeelte van het uitgevoerde werk daar in niet was begrepen en voor welk bedrag dit had kunnen worden uitgevoerd. Wij merkten daarbij op, dat, zoo de Raad een der gelijke overeenkomst zou willen aangaan, wij ons, voordat het advies zou worden ingewon nen van de te benoemen commissie, eerst zou den op de hoogte stellen van het standpunt van Gedeputeerde Staten en van den Minis ter met betrekking tot de mogelijkheid van uitvoering van het besluit. Wij voegden daaraan ten slotte toe, dat, mocht het te vragen advies voor den heer Jansen ongunstig luiden, de gemeente verder aan deze aangelegenheid geen aandacht meer kan schenken en de zaak daarmede der halve definitief zal zijn beslist. De heer Jansen heeft o"? bericht, het in winnen van een bindend advies op dezen voet op prijs te zullen stellen. Wij stellen U thans voor, dienovereenkom stig, het nader aangegaan besluit te nemen HET AANHOUDEN VAN STIER KALVEREN De secretaris van den Provincialen Bond van Rundveefokvereenigingen in Noord-Hol land, schrijft ons: Na de inleiding over „Het aanhouden van stierkalveren in verband met de afstam ming" gehouden op de 54e Algemeene Ver gadering van den Bond 17 Dee. jl. te Hoorn, ontstond eenige discussie over de vraag in hoeverre de critiek van de Rijksveeteeltconsu- lenten de heeren de Jong en Anema van in vloed was geweest op de afname van ons fokvee. Door enkele uitlatingen van bezoekers der vergadering, welke ons nadien bereikten is ons gebleken, dat door deze discussie, de aandacht eenigermate is afgeleid van de hoofdstrekking der inleiding. Het kwam ons daarom wenschelijk voor nog eens in korte trekken de hoofdpunten van den gedachtengahg in het betoog hierbij te releveeren. 1. De toestand vóór het instellen van de fokkerij-registratie. In de eerste plaats werd genoemd dat men in Noordhoiiand als vee- fokkende provincie reeds vanouds getracht heeft den veestapl te verbeteren. Daarbij werd gereleveerd dat vanwege een groot aantal ge meentebesturen de stierenhouaerij werd ver zorgd. De veronderstelling werd hierbij uit gesproken, dat door besmettelijke veeziekten en daardoor groote sterfte onder het vee de resultaten niet altijd gunstig zijn geweest. 2. Het oprichten van Stamboeken en ae Regeeringszorg voor de rundveefokker ij. Vervolgens werd genoemd dat in het laatste kwartgedeelte van de vorige eeuw de Stam boeken werden opgericht. In deze provincie werkten toen het Noordhollandsch- en het Nederlandsch Rundvee Stamboek. Van een grooten invloed op de veefokkerij zijn deze organisaties waarschijnlijk in den eersten lijd uiet geweest. In 1897 werden door de Regeering over het geheele land ingesteld de zoogenaamde Provinciale Veeverbeterings Commissies. Op aanmoediging en met iinancieele steun van de Noordhollandsche Commissie werden hier de fokvereenigingen opgericht, zoodat daardoor in deze provincie de geregistreerde fokkerij zich in deze richting en organisatie vorm heeft ontwikkeld, waarbij vooral aan dacht werd geschonken aan de melkcontroie. 3. De rundveefokvereenigingen en de Pro vinciale Bond van fokvereenigingen. In den eerster tijd van hun bestaan werkten de fok- vereeu.gingen geheel los van elkander en op geheel verschillende manieren werd de admi nistratie gevoerd en de fokdieren aangewe zen. Om hierin verbetering te brengen en een meer uniforme werkwijze te bevorderen werd in 1903 opgericht de Provinciale Bona van Rundveefokvereenigingen in Noordhol land. Door den inleider werd er op gewezen dat men in de eerste jaren daarin niet geheel slaagde, hetwelk wel tot uiting kwam op de groote Nationale Landbouwtentoonstelling welke in 1913 te 's Graver'1 age werd ge houden. In doorsnee kon het uit Noordhoi land ingezonden vee zich niet boven de mid delmatige inzendingen verheffen. In de latere jaren is er wel meer vooruit gang gekomen, tenminste afgaande op ce uitslagen van de groo'e tentoonstellingen in de jaren 1923 en 1928 te 's-Gravenhage ge houden. Volgens de uitspraken van de onpartijdi ge jury-leden en ook volgens de verslagen van de desbetreffende gedenkboeken over deze tentoonstellingen kwam het Noordhol landsche vee beide keeren aan de spits. 4. Critiek op het werk. Vanaf 1927 werd door de Rijksveeteeltconsulenten de heeren de Jong en Anema critiek uitgeoefend op het werk der Noordhollandsche vereenigingen voornamelijk op het meikonderzoek en de ter Centrale Keuring aangeboden stieren. 5. De Fokrichüng. Deze critiek was de aanleiding om het werk nog eens onder de loupe te nemen en te zien wat eventueel ver betering behoeft. Ten opzichte van het melkonderzoek komt de inleider tot de conclusie, dat het vier- weeksch melkonderzoek hetwelk door de Re geering als volwaardig wordt beschouwd, absoluut voldoende is om de dieren op hun melk en vet te keren kennen. Aan fokkers welke de kans meenen te hebben om fokvee in het binnenland te verkoopen geeft hij in overweging tweeweeksch melkonderzoek toe te passen. Drieweeksch melkonderzoek acht hij in dit verband beslist niet voldoende. Ten opzichte van het fokvee wordt de meening uitgesproken, dat in de eerste plaats de productie voor melk- en vetopbrengst zeer belangrijk vooruit is gegaan en zeer goed genoemd mag worden. Verder dat in door snee het exterieur van ons vee gaat in de richting van de eischen welke men aan het zwartbonte Hollandsche melkvee, mag stel len, n.1. in de eerste plaats een ruime bouw van den romp in het algemeen en in het bij zonder van de ribben en buikwand in het be lang van voedselberging en verwerking daarvan. Dan zijn ruime uiers, goede melk- teekens, soepele huid en fijne kop en horens meestal regel. Ook is vrijwel regel voldoen de zware en droge benen met goeden stand Als voorkomende fouten werden genoemd, soms wat scherpe iets hooge kruiskam, wat weinig behangenheid in het achterstel en een enkele maal wat arm gespierde voor hand. Verder wat laat rijp, hetgeen vooral voor de jarige stieren een bezwaar genoemd mag worden. Hier tegen over werd gesteld de fokrich- ting van een andere streek, zooals deze op a'e dit najaar aldaar gehouden keuring werd gedemonstreerd Door den inleider werd er op gewezen dat de dieren zich in doorsnee kenmerkten door een zeer correcten, gesloten en gespirden bouw Over het algemeen kon den de meikteekens en vooral de uiers hem niet bekoren. Vergeleken met Noordholland zijn de die ren uit deze streek correcter en gespierder gebouwd. Wat vroeger rijp, maar hoogst waarschijnlijk vrij belangrijk minder in melk en vetopbrengst. Met een voorbeeld van melkstaten van voorouders van twee stieren vertegenwoordi gers van beide fokinrichtingen toont spreker 't verschil in opbrengst aan geld aan. Op grond hiervan meent spreker ondanks de genoemde critiek te moeten adviseeren op den ingeslagen weg voort te gaan en vooral aan den ruimen bouw en goede meikteekens aandacht te blijven schenken. 6. Hoogere eischen stellen bii het aanfok ken van stieren. Ofschoon de meening werd uitgesproken, dat de fokrichting geheel gaat in het belang van de rentabiliteit van het veehoudersbedrijf geeft de inleider toch als zijn meening te kennen, dat er nog ver schillende zaken zijn welke met het oog op een grootern voorui gang van den veestapel beter verzorgd konden worden. O.m. wordt daarbij gewezen op het aanhouden van stier kalveren. Vergeten wordt volgens hem meer malen dat de stier als 't ware den halven vee stapel vertegenwoordigt. Jonge fokkers hou den vaak uit onkunde stierkalveren aan van moederdièren welke hiervoor onvoldoende waardig zijn, hetzij uit een oogpunt van on voldoende goed exterieur, en oudere fokkers voldoende goed exterieur en oudere fokkers dopn dit meestal uit handelsoverwcgir.gen Vervolgens wordt door den inleider aan de hand van de uitslagen der keuringen ovei 1927—193C, met cijfers aangetoond dat de kans van goedkeuring van stieren uit moe- derdieren met onbekende afstamming zeer gering is. En ten slotte geeft hij een beschouwing over de toeslagpunten, waaruit blijkt, dat dieren met de hoogste punten voor afstam ming ook de meeste kans hebben voor ,'d- keuring op het exterieur en derhalve ook wei de meeste kans zulle geven van de goede overerving der gewenschte eigenschappen van onze fokdieren. Gevolg van de uitbarsting van den Merapi. Dorpen verwoest. Djokia zonder water. Als gevolg van de uitbarsting van deu vulkaan Merapi wordt Midden-java thans geteisterd door overstroomingen van de rivie ren, waardoor derpen en ook de waterleiding- werken van Djocjakarta werden verwoest. Ia Djokja zit men thans zonder water. Er had den geen persoonlijke ongelukken plaats. Het verband tusschmi de uitbarsting van den Merapi en de thans gemelde overstroo mingen ligt in het feit dat door de erupties de rivieren verstopt zijn en de kali-beddingen nu niet meer de groote massa's regenwater het is nu Westmoesson! kunnen verzwel gen. Nader wordt nog gemeld: De bandjir van de Kali Opak sloeg een ge deelte van de desa Tjankringan weg. Op de onderneming Bandjarhardja ontstond een groote paniek onder de bevolking door 't val len van rolsteenen. Er zijn honderden vluch telingen. Het aantal ontruimde desa's is nog niet bekend. Het bestuur treft op de bedreig de plekken de noodige maatregelen. De water werken van de onderneming Wonotjatoer leiden thans wederom 'n schade van circa 10.000. De Van der Wiik-leiding, de be langrijke irrigatie-aanvoer van drie westelijk van Djokja gelegen ondernemingen, is ern stig beschadigd. Het aquaduct is weggesla gen en werd nog niet teruggevonden. De tun nel is voor driekwart gedeelte dichtgeslibt, zoodat de wateraanvoer is onderbroken. Aan gezien de velden water noodig hadden, vreest men voor ernstige gevolgen, indien de droogte doorzet. Hulp van genietroepen ingeroepen. „De Locomotief" meldt, dat zware bandjirs van vier kalis om Moentilan Vrijdagmorgen talrijke bruggen en het spoor- en as-vervoer ernstig bedreigden. Groote keien en veel mod der werden meegevoerd. De temperatuur van het water in den bovenloop was kokend. De bruggen dreunden onder het geweld dei- machtige modderstroomen, welke vier meter hooger waren dan normaal. Het asverkeer tusschen Djokjakarta en Magelang werd eenige uren stopgezet wegens de hoogte van de bandjirende rivieren, hetgeen aanleiding- gaf tot geruchten als zouden bruggen zijn weggeslagen en dat Moentilan geïsoleerd zou zijn. Het noordelijk landhoofd van de Pabelan- brug werd ernstig beschadigdde Lamatbrug werd ondermijnd en voorloopig voor het ver keer met vrachtauto's gesloten. Het N. I. S.- verkeer is gedeeltelijk gestremd. Genietroepen uit Tjimahi zijn aangevraagd voor het explo- deeren van groote keien bovenstrooms. Een ooggetuige zag den bandjir aankomen als een reusachtige muur water, zand en keien, welke reikte tot de halve hoogte van de stammen der klapperboomen en met donde rend lawaai voorwaarts stortte. Dr. Neumann van Padang verklaarde dat de afgevoerde modder en keien slechts een gering gedeel te vormen van de enorme hoeveelheid eruptie materiaal. DE ONWILLIGE SULTAN VAN DJOKJA. Wat zal de Indische regeering nu doen? In het „Soer. Hbl." wordt gewaagd van het conflict, dat tusschen den sultan van Djokjakarta en de regeering reeds jaren han gende is, en onlangs door de officieele viering van het tienjarig regeeringsjubileum van dezen vorst naar voren is gebracht. „Met den tegenwoordigen vorst is name lijk tien jaar geleden bij diens troonsbestij ging een contract opgemaakt, waarin een som van 800.000 is vastgesteld als bedrag der civiele lijst, welk bedrag niet voor ver mindering vatbaar is, dcch waarvan rekening en verantwoording moet worden afgelegd van het bedrag van 3ÖO.COO, terwijl over dat van 5CÜ.OCO vrijelijk kan worden be schikt voor de huishoudelijke uitgaven van aen vorst. Over deze rekening en verantwoording van den vorst is niet aileen thans, doch reeds eer. kleine tien jaar verschil van meening; het geen thans in een acuut stadium is gekomen Z. H. de sultan is namelijk de meening toe gedaan, dat hij daarvan geen verantwoording behoeft te geven, de regeering en uit diens naam de te Djokja gtclaatsie vertegenwoor digers hebben er steeds de aandacht op ge vestigd, dat het met den sultan gesloten con tract wèl die verplichting oplegt. De sultan en de tegenwoordige gouverneur zijn onlangs bij den G.G. tot een z.g. etentje uitgenoodigd. De vorst schijnt daarop een termijn te hebben gekregen binnen welken een definitief antwoord van hem verwacht wordt. Deze termijn is, volgens de inlichtingen van het blad, nu verloopen en daar de sultan op zijn standpunt is blijven staan, is zulks dooi den gouverneur aan de regeering medege deeld, zoodat thans de regeering zal hebben te beslissen, welke stap zal moeten worden genomen. Zal de regeering op haar standpunt blijven staan en thans eindelijk rekening en verant woording eischen, welke reeds jaren geleder, had moeten worden gegeven, doch welke de sultan niet wil afleggen, dan zal het onver mijdelijk gevolg kunnen zijn, dat bedoeld be drag van 300.000 niet wordt uitgekeerd, (tenzij de sultan daarvan verantwoording geeft)." V fTj§g JTjY*-! KOLONISATIE OP N1EUW-GUINEA MISLUKT. Verscheidene door de Vereeniging Koloni satie Nieuw-Guinea uitgezonden kolonisten keerden gedesillusionneerd terug. Eén dezer verzocht aan de redactie van de „Indisch" Courant" te waarschuwen tegen ondoordacht vertrek. Hij vertelde, dat de kolonie Hollan- dia schitterend gelegen is aan een kristalhel dere rivier, doch dat de kolonisten te weinig gereedschappen hebben en niet in staat zijn het oerbosch van zware, harde boomen neer te kappen. Van de veertig mcnschen waren er gemiddeld slechts acht aan het werk. De rest was ziek. De terugkeerende kolonist was over tuigd, dat de meesten gaarne terug zouden keeren. Zij hebben echter geen reisgeld. STEUN VOOR DE MERAPI. SLACHTOFFERS. Een Chineesch comité opgericht. Het bestuur der vereeniging Hong Boe Siang Hwe richtte een Merapi-fonds op met een comité waarin de meest vooraanstaande Chineesche ingezetenen van Batavia zitting hebben. EEN WOESTE BOOTSMAN. Stuurman mishandeld, zoadat deze overleed. De eerste stuurman van het s.s. „Van Cloon" van de Koninklijke Paketvaart Mij de heer Celly, is, blijkens een bericht uit Ba tavia, tengevolge van de verwondingen, hem toegebracht door een amokmakenden boots man, overleden. EEN WOEKERAAR GESTRAFT. Drie jaar gevangenisstra}. Het hooggerechtshof heeft het vonnis van den Raad van Justitie te Soerabaja, waarbij D. I. Abraham tot drie jaar gevangenisstraf met aftrek van preventief, werd veroordee.ü bekrachtigd. Het „Soer. Hbld." zegt, dat deze Abraham, geldschieter te Soerabaja, in 't faillissement van iemand, aan wien hij reeds jaren geld leende tegen zeer hooge woekerrente, bij de Weeskamer accepten van den - ef ai lieerde tot een bedrag van ongeveer 32.000 indiende, terwijl het grootste gedeelte dezer schulden reeds was afbetaald. Tijdens het gerechtelijk onderzoek kwamen zulke verschrikkelijke praktijken van beklaagde aan het licht, dat de Raad van oerdeel was, dat hier een strenge straf moest worden gegeven. Abraham berustte niet in het vonnis, en ging in hocger beroep, met bekrachtiging daarvan als gevolg. HET N. V V. 25 JAAR. Een drukke receptie De aan gesloten organisaties bieacn 23.000 aan als eerste storting vcar een nieuw te stichten vaeantie-cord aan zee. Het is Zaterdagmiddag op de receptie van het N. V. V. ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan dezer organisatie zeer druk geweest' Zij had plaats in de Kcnip.gszaal van Artis te Amsterdam waar het bestuur op het rijk met bloemen (er waren dertig bloemstukken gezonden) versierde podium had plaats ge nomen. De bijeenkomst werd geopend door de In ternationale, door een strijkje gespeeld en door de aanwezigen spontaan staande mee gezongen. De voorzitter, c!e lieer E. Kupers, hield een openingsrede. Hij schetste daarin de op richting cn den bloei van het N. V. V. en bracht o.a. dank aan hen, die het initiatief tot de oprichting namen: Henri Polak, P M. DRAISIt1AvAb4\ALKEi^3URC'S- Verdorst, H. J. Bruens, Jan van Zutphen, A. W. Jensch, S. J. Pothuis en bovenal Jan Oudegeest en dr. J. van den Tempel, welke twee laatstgenoemden de eerste bezoldigde bestuurders waren van het Verbond. Ook aan Edo Fimmen, die vooral in de oorlogsjaren op het gebied der levensmidde lenvoorziening voor de arbeiders een stuwen de kracht was, bracht spr. hulde. Na de aanwezigen o.w. het bestuur der Rijksverzekeringsbank en eenige buitenland- scbe gasten, welkom te hebben geheeten, deelde spr. mede, dat het bestuur besloot 5000 per jaar beschikbaar te sollen, ten einde daaruit aan een aantal leden der aan gesloten organisaties, die dit zelf niet kunnen betalen, gelegenheid te geven, gratis een week met vacantie op het Froelstra-oord door te brengen. Van dit bedrag kunnen elk ja-ar 250 leden profiteeren. Daarnaast stelde het bestuur een bedrag van 8000 beschikbaar voor den bouw van nog een „Rood Valkennest" in een der mooi ste streken van ons land. Dit ger.henk van de oudere kameraden is, zei spr., een bewijs van de groote sympathie en hartelijke kameraadschap, welke bestaat tusschen het N. V. V. en het troetelkind der moderne arbeidersbeweging, de A. J. C.; een bewijs ook van de groote waardeering, welk# het N. V. V. heeft voor het werk der jeugd beweging. Verder besloot het bestuur tot een extra storting in het pensioenfonds van het perso neel. Daarnaast zal een gratificatie worden verstrekt. Tot de werklooze kameraden zei hij. dat het Verbond al zijn krachten zal inspannen om te bereiken, dat zij op een behoorlijke wij ze zullen worden ondersteund, wanneer het niet mogelijk zal blijken, passenden arbeid voor hen te vinden. Mededeelingen Medegedeeld werd, dat de heeren J Oude geest, dr. J. van den tempel en A. B Kleere- koper dcor ziekte niet aanwezig konden zijn. Hun werden elegrammen gezonden, waarin de beste v enschen voor hun herstel werden uitgesproken. Verder werd medegedeeld, dat honderden telegrammen van gelukwensch waren ont- vangenj o.a. van den minister van arbeid Verder waren er brieven van gelukwensch van den voorzittei van net Intern. Arbeids bureau te Genève, Albert Thomas en van den algemeenen raad der Be'gisehe Arbeiders partij. Verschillende sprekers. De heer L. van der Wal voerde het woord als voorzitter van een commissie uit de aan gesloten organisaties. Als een symbool van de groote moreele beteekenis van het N. V V. vcor de arbeidersklasse fcood hij aan de eer ste som om te komen tot de stichting van eer nieuw vacantieoord aan zee, t.w. een bedrag van ver over de 23000. Deze schenking ging vergezeld van een oorkonde. De secretaris van het intern. Verbond van Vakvereenigingen, te heer Sassenbach, wenschte liet N. V. V. geluk en bracht het dank voor wat het gedaan heeft om de inter nationale verbindingen op vakvereenigings- gebied, die door den oorlog verbroken waren, weer aan te knoonen. De heer W. H. Vliegen sprak namens het partijbestuur der S. D. A P. Als stoffelijk bewijs van de gevoelens die in S. D. A. P. ten opzichte van het N V. V leven, fcood hij het Verbond een nieuwe vlag aan Spreker uitte de hoop, dat de vlag gen van N. V. V en van S. D. A. P. nog een aantal jaren gezamenlijk ter overwinning zullen optrekken. Terwijl de heer Vliegen aan het woord was, kwam het voltallige college van B. en W. van Amsterdam de zaal binnen. Nadat het welkom geheeten was, zeide de burgemeester, de heer W. de Vlugt, het be stuur dank voor de officieele uitnoodiging, die het tot B. en W. had gericht. In een toespraak, waarin hij eraan herin nerde hoe het N. V. V. stelling nam tegen het anarchisme, sprak hij de hoop uit, dat de blcei van het Vakverbond waarin het zich thans verheugt, nog jaren bestendigd zal worden De heer J. W. Albarda sprak namens de beiae soc -aem. Kamerfracï'es een woord van bartelijken gelukwensch, van blijdschap en van erkentelijkheid. Als voorzitter van den raad van commis- sanssen der N.V. „De Arkeidspers" zeide dr. F. M. Wifcaut het N. V. V. dank voor den krachtigen steun. 355. Tot slot van de wedstrijden, een wedloop tus schen een matroos en een pierot. De matroos was al spoedig over de hindernis heen. Uit belangstelling liepen, buiten de baan, alle dieren mede. Ze wilden zien hoe het afliep. iets voor de sloot gekomen, de matroos was iets voo.i en de lamPJes van beide waren nog heel De vin Sïï 4 matroos, maar de pirot was ook niet gibtei en stond zijn mannetje. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 6