Staaistlii Courant
FEUILLETON.
X.
Hindird drie en dertigste Jaargang.
Donderdag S Jan»'**1'»
Radio-hoekje
DE V. L. R. A.
RADIOSTATIONS IN HEDJAZ.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
Nieuwjaarsrede.
1931.
H». 6
Vrijdag 9 Januari.
Hilversum, 1875 M. (8.-10
van
11—12.— V.A.RA,
IfcioV1°-'".- V'P.RO. e„
n4—1 8Gramofoon-
A.V.R.O. van 12.j. v
Ijkten. 10.—IJv^Xim.IIH>.30 Ziekenuur-
12.Tijdsein
orkest.' 2 052.30 Schooluitzending. 2 30-
De minister van waterstaat heeft aan de
V. L. R. A. op haar verzoek, zendvergun
ning verleend, teneinde den liberalen omroep
in de gelegenheid te stellen, een gedeelte van
het congres van den Bond van jonge liberalen
uit te zenden.
o"""Gramofoonplaten. 3.4. Concert
w A V R.O -KVintet 4.— Orgelspel
foh rong 4.45 Concert. Mevr. Jo
$5 zang Joh. Jong, piano. 5.15 Concert
V R A-Orkest. Mevr. Toet, zang. Joh.
llong, piano. 6.15 Accordeonmuziek door Jo
Kokers. 6.45 Concert door het V.A.R.A.-
Orkest 7.05 Actueele mededeelingen door
tiet N V V. 7.20 W. H. Vliegen: Oorsprong,
geschiedenis en hedendaagschen stand der
socialistische beweging. 7.45 Politieber 8.
Tijdsein. 8.01 Ds F. W. J. v. d. Kujoorai
Sacramenten. 8.30 Concert. Ferd. Helman,
viool. H. v. Wezel,cello. Henr. Bosmans
piano. 9.Dr. J. A. de Koning: Walther
Rathenau. 9.30 Vervolg concert 10.- Pers
berichten. 10.03 Vaz Dias. 0. 5 Willem
Piiper: Psyychologie en muziek. 10.4o Ver
volg concert. 11.— Gramofoonplaten. 12.—
Sluiting.
Huizen, 298 M. (Algemeen programma,
te verzorgen door de N.C.RV.) 8.8.15
Schriftlezing. 8.15—9.30 Gramofoonplaten.
10.3011.Ziekendienst. 11.12.30 Gra
mofoonplaten. 12.30—2.— Concert. H. Her-
mann, viool. A. v. d. Satr, alt-viool. H. v. d.
Horst Jr., cello. Mevr. R. A. v. d. Horst
Bleekrode, piano. 2—3.15 Gramofoonplaten.
3.15—4.15 Concert. J. Vink, hobo d amors
en hobo. P. v. d. Hurk, fluit. L. Weiner,
viola di gamba en J. Monissen, piano. 5.
5.30 Cursus Handenarbeid. 5 306.30 Or
gelconcert door Jac. Bonset. Met medewer
king van L. C. Keereweer, cello. 7.—7.30
Cursus Engelsch voor beginners. 7.308.
A. J. Herwig: „De Humus-vorming in den
grond". 8.—10.45 Concert. Chr. Radio
orkest onder leiding van G. Stam. Dr G. P
Marang: „Wij gaan op naar Jeruzalem"
Ca. 10.Vaz Dias. 10.4511.30 Gramo
foonplaten.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05—11.20 Lezing. 12.20 Concert.
M. Wilson, viool. H. Bronkhurst, piano.
12.50 Orgelspel door L. H. Warner, T. Pur-
Vis, tenor. 1.50—2.50 Gramofoonplaten. 4.20
Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Le
zing. 6.35 Nieuwsberichten. 7.Pianospel
door F. Dawson. 7.45 Lezing. 8.05 Vaude
ville. 9.20 Berichten. 9.35 "Berichten. 9.40 Le
zing. 9.55 Concert. M. Hinnenberg—Lefe-
bre, sopraan. Orkest. 10.50 Concert. Instr
Kwintet. 11.20—12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra
mofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 4.05 Gramo
foonplaten. 4.50 Causerie met medewerking
van solisten. 6.50 Gramofoonplaten. 9.05
Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo
foonplaten. 10.10.15 Gramofoonplaten
10.20—12.10 Gramofoonpl. 12.25—1.50 Or
kestconcert. 4.205.20 Concert. Schrammel-
trio en zang. 7.05 Concert. 8.05 Kamermu
ziek. DaarnaBerichten en tot 11.20 Dans
muziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest
concert. 2.20—4.20 Orkestconcert en voor
dracht. 4.204.50 Kinderuurtje. 7.208.35
Concert. Orkest en solisten Toespraken 8 50
9.05 Liederen. 9.0511.20 Uitzending
van een klankfilm. Liederen-voor dracht. Or
kestconcert. Daarna: Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Concert. Omroep-
trio. 6.Vervolg concert. 6.50 Gramofoon
platen. 8.35 Operaselectie. Hierna Berichten.
8 35 (Golflengte 338.2 M.) Concert door de
SAROV.
Zeesen, 1635 M. 5.4011.20 Berichten,
lessen en voordrachten. 11.20—12.15 Gra
mofoonplaten. 12.151.20 Berichten. 1.20
—2.20 Gramofoonplaten. 2.20—3.50 Voor
drachten. 3.504.50 Orkestconcert. 4.50
6.55 Voordrachten. 6.55 Vocaal concert.
Richard Strauss. Solisten, koor en orkest o.
1 v. Rich. Strauss. 7.40 Dansmuziek. 8 30
Radio-opera: „Hans Kuckuek" in 2 acten
van Karl. Bleyle. 3.50 Mandoline-orkest
concert.
De koning van Hedjaz en N'ejd heeft met
de Marconi-Company een contract gesloten
voor het totstandkomen van een telegrafische
communicatie voor Arabië. Vijftien draad-
looze stations zullen in de belangrijkste cen
tra van het koninkrijk gebouwd worden en
vier Marconi-apparaten, op lorries gemon
teerd, zullen geleverd worden als beweeg
bare telegraafstations, die koning Ibna
Saoed in staat zuilen stellen, voortdurend in
contact te zijn met zijn beide hoofdsteden
Mekka en Riyadh, wanneer hij woestijnreizen
maakt.
Een Engelsch ingenieur zal controle uit
oefenen op den bouw van de stations. Koning
Ibn Saoed heeft vier van zijn onderdanen
naar de Marconischool gezonden om in
structie te ontvangen.
Jfapifew Watpvkr*
- Jgchtnaar,
Rus /an d.
\r,
Onze kolonel Wagner, welke reeds
een!ge dagen ziek w*s aan eene
soort van loop, en zich gedurende de
actie in zijne reiskoets had bevonden
werd nu, daar wij van alle kanten om
singeld waren, genoodzaakt zijn riituic
te verlaten. Ik zag hem door eenige sap-
peurs in een deken binnen het quarré
dragen. Ook is hij naderhand aan de ge
volgen dezer ziekte overleden. Zijn rij
tuig werd ogenblikkelijk door onze eige
ne traii.eurs geplunderd. Nog moet ik
eene bijzonderheid vermelden, welke ge
durende het gevecht voorviel. Daar het
niet raadzaam was, in den donkeren
nacht te paard te blijven zitten, waren
alle generaals en opper-officieren afge
stegen, en marcheerden te voet aan het
hoofd hunner kolonnes. De knegt van
onzen overste Caron hield deszelfs paard
bij de hand, toen een kanonskogel over
hetzelve heenvloog en het eene oor digt
aan do kop wegnam, even als of het met
een scheermes afgesneden was, terwijl
het paard overigens geen letsel had. De
knegt echter stierf weinige dagen daar-
Ledenvergadering ten Stad-
huize op Woensdag 7 Jan.
Devoorzitter, de heer S. w! A r n t z,
opende de vergadering met een welkom tot de
aanwezigen en deelde mede, dat bericht van
verhindering was ingekomen van de heeren
Ringers, Valkering en Kluitman. Wegens
ziekte waren afwezig de heeren König, Grun-
wald en Wagenaar. De toestand van eerstge
noemde was thans vrij goed.
Devoorzitter hield hierna de
Mijne Heeren!
Een teekening, die onlangs in één on
zer weekbladen stond, toonde ons een
man, die moeizaam een zvvaren last
de maand December op zijn schouders
torste, om dien als laatste loodje naai
den stapel te dragen, waarheen hij blijk
baar met groote krachtsinspanning de
vorige elf maanden had gesjouwd.
Dit beeld teekent kernachtig het afge-
loopen jaar! In de nieuwjaarsrede van
1930 uitte ik reeds de vrees, dat de
beurskrach, die in het najaar van 1929
plaats vond, zou terug slaan op het be-
diijfsleven van ons land, waarin zich
toen een kentering aankondigde. Wie
had echter durven vermoeden, dat een
wereldcrisis zou volgen, die nu reeds on
geveer een jaar duurt'? Dat er een tijdvak
zou aanbreken, waarin, zooals wij heb
ben kunnen lezen en velen, ook in ons
land, helaas aan den lijve hebben ge
voeld, het maatschappelijk leven ont
wricht is, millioenen werkloos zijn, tal-
loozen geruïneerd, velen gefailleerd;
waarin als 'tware een golf van ellende,
wanhoop, wantrouwen en moedeloosheid
over de menschheid geslagen is.
Even talrijk als uiteenloopend zijn de
gissingen en de theorieën omtrent het
ontstaan der crisis, doch de oorzaak ligt
in het duister, hetgeen geen wonder is,
wanneer men bedenkt, zooals de heer
Henny terecht in het Handelsblad
schreef, hoe gecompliceerd de vraag
stukken zijn, die met crisis en conjunc
tuur samen hangen, zooals productie,
consumptie, werkloosheid, agrarische-
en sociale vraagstukken, loon- en
crediet, politieke quaesties, tariefmu
ren, dumping, herstelvraagstuk, goud-
schaarschte etc. etc.
De laatste boodschap van president
Hoover aan het Congres heeft ons ook
weinig licht of houvast kunnen geven,
terwijl de resultaten van de tweede eco
nomische conferentie te Genève ons
evenmin hoopvol kunnen stemmen. Wij
gelooven indeidaad, dat de zoo dringend
noodige samenwerking op economisch
gebied van de verschillende Rijken thans
uiterst moeilijk te bereiken is. Het pro-
tectonisme blijft in het buitenland veld
winnen en gij weet wat het buitenland
in het afgeloopen jaar zooal deed, waar
uit ik slechts een enkele greep doe wan
neer ik U noem:
Duitschland: verhooging invoerrecht
op gerst, rogge, erwten en boter, bemoei
lijking bloembollenhandel door z.g. sa
nitaire maatregelen;
Frankrijk: verdubbelt zijn invoerrecht
op boter tot 200 francs per 100 Ko., ver
hoogt zijn invoerrecht op varkens, var-
kensvlecsch, kaas, aardappelen, aardap
pelmeel, rogge, haver en reuzel, ver-
na, hetzij door koude, hetzij aan de ge
volgen van den schrik, of van den schok
van den kogel, die zoodigt bij hem heen
was gegaan.
Zoodra de dag aanbrak, liet zich het
„hurrah!" der vijanden van alle kanten
hooren. Kozakken en barschkieren re
den als dolzinnigen rond; alsof zij ons
toonen wilden dat zij overwinnaars wa
ren. Daar wij wisten krijgsgevangen te
zijn, hadden wij onze wapenen wegge
smeten en stonden nu weerloos daar, in
bange afwachting, wat er van ons wor
den zoude. Van tijd tot tijd kwamen vij
andelijke officieren te paard bij ons, die
zeer Fransch en Hoogduitsch spraken
Zij waren meestal zeer vriendelijk en
troosteden ons daarmede, dat dit het lot
des oorlogs was; ons radende om maar
goeden moed te hoaden. Dan alle deze
fraaije woorden hielpen ons weinig:
men liet ons maar al te ras gevoelen dat
wij gevangen, en aan de willekeur des
vijands overgelaten waren. Ik geraakte
onder eenige baldadige Russen, die mij
visiteerden, mij mijne horologene en
geldbeurs afnamen, en, na mij besch-'mt
te hebben, mij verlieten. Ik moest dit
alles maar geduldig verdragen, want
tegenweer te bieden, was geene zaak,
daa. ik een Luitenant-kolonel van het
44ste regement zag dood steken, omdat
bij zich te weer stelde. Mijn arm paard
werd mij ook ontnomen; ik was oogge
tuige, dat een Rus hetzelve besteeg, en
het in triomf met zich voerde. Het duur
de niet lang, of eene andere troep om
ringde mij en nam mij mijne epauletten
biedt den invoer van Nederlandsch *ok-
vee;
Zwitserland: verhoogt zijn invoerrecht
op boter van 70 tot 120 francs.
Met deze feiten voor oogen, die slechts
een deel vormen van de beschermende
maatregelen, die de, vreemde Rijken heb
ben genomen, verwondert het ons niet.
dat er in ons land, ook van de zijde dezer
Kamer, de vraag gericht werd tot de Re
geering, of voortzetting van de huidige
handelspolitiek onder deze omstandig
heden wel gewettigd is, of dat bescher
ming van levensvatbare bedrijven in
ons land dient te geschieden.
Daar dit vraagstuk van veel belang is,
meen ik goed te doen hier volledig weer
te geven, hetgeen daarover in het laatste
maandschrift van het centraal bureau
voor de statistiek staat geschreven.
Wij lezen daar, dat de Regeering in
haar antwoord op de algemeene beschou
wingen over de Rijksbegrooting 1931
haar standpunt ten aanzien van eenige
in het Voorloopig Verslag geuite wen-
schen met betrekking tot de handels
politiek als volgt uiteen zette:
De Regeering meent uit dit Verslag te
moeten opmaken, dat algemeen voortzet
ting van de huidige politiek wordt ge-
wenscht, zij het dat verscheidene leden
ter coriectie of aanvulling van het be
staande stelsel een onderhandelingsta
rief en maatregelen tegen dumping heb
ben aanbevolen.
Omtrent het onderhandelingstarief
wenscht de Regeering zich van het uit
spreken van een eindoordeel te onthou
den, zoolang bij haar de aan eenige
organisaties en commissies gevraagde
adviezen over het rapport der commis-
sie-Bodenhausen niet zijn ingekomen.
Intusschen merkt de Regeering op, dat
er aan een onderhandelingstarief geen
behoefte bestaat voor de sluitjng van de
handelsverdragen, zuiver gebaseerd op
meestbegunstiging. Daarbij komt, dat de
onderhandelingstarieven er toe mede
werken om de vraagstukken van han
delspolitiek zoo gecompliceerd te ma
ken. dat de oplossing daarvan door be
moeiingen van den Volkenbond wordt
belemmerd. Ook kan moeilijk worden
aangetoond, dat eenig land met een
onderhandelingstarief over de geheele
linie haar positie heeft weten te verbe
teren. Verlichting van een eenigszins
algemeene malaise of crisis is daarvan
niet te verwachten, evenmin als van
maatregelen van retorsie. De taak van
de Regeering moet zich dus er toe be
perken, om zoo mogelijk in concrete ge
vallen door andere landen aan ons eco
nomisch leven in den weg gelegde be
zwaren weg te nemen zondende verkre
gen resultaten in de waagschaal te stel
len en dus, ook zonder de meestbegunsti
ging in gevaar te brengen, d.w.z. zonder
discriminatie toe te passen dan wel toe
te laten. Op eenigszins ruime schaal is
dit denkbeeld niet voor uitvoering vat
baar, omdat ons tarief te laag is om
reducties van eenige beteekenis er op te
kunnen toepassen en omdat men met
verhooging van het tarief, teneinde ver
lagingen mogelijk te maken, den weg
zou opgaan, die tot zoo gecompliceerde
verhoudingen en tot zooveel handelsbe
lemmeringen heeft geleid.
Wat de dumping betreft merkt de
Regeering op, dat het uiterst moeilijk is
om precies aan te geven, wanneer deze
wordt toegepast. Over afdoende gegevens
ter beantwoording van de vraag of van
Rusland uit pogingen worden aange
wend, om door invoer tegen lage prijzen
de werkloosheid te vermeerderen en
daardoor de revolutie te bevorderen, be
schikt de Regeering niet. Niet minder
gevaar dan in dumping is gelegen in
anti-dumpingmaatregelen van andere
landen, waarvan Nederland ten onrechte
herhaaldelijk het slachtoffer is. Van het
verloop der zaak en van het resultaat
der bestudeering daarvan hangt het af
of de Regeering bijzondere maatregelen
zal hebben te overwegen.
U begrijpt, Mijne Heeren, dat de ver
slagen over den bedrijfstoestand in ons
district dit jaar niet rooskleurig zullen
zijn.
Het is een groot geluk, dat het meeren-
deel der bedrijven, waaronder ik vooral
ook het bankw ezen noem, in ons land
gezond en krachtig was, toen de gewel
dige stoot moest worden opgevangen.
Voor enkelen bleek de strijd om het be
staan echter te zwaar, doch niet onopge
merkt mag blijven, dat in een aantal
branches de depressie in veel mindere
mat.. werd gevoeld dan in andere. Met
den landbouw, waarop het zakenleven
in o:.s district veelal is aangew ezen, is
het wel zeer treurig gesteld. Wanneer
men leest, dat de graanprijzen sedert
het jaar 1804 niet zoo laag ziin geweest
als thans, dan stemt dit ons toch wel tot
zeer ernstig nadenken.
Thans zal ik overgaa de bedrijfsgro
nen in ons gewest afzonderliik te behan
delen.
Grove tuinbouwproducten.
Begin 1930 waren er groote voorraden
winterkool, uien en wortelen opgeslagen.
Helaas moeten wij hieraan direct toe
voegen, dat de goede verwachtingen de
bodem is ingeslagen. De oorzaak daar
van is velerlei, doch wel hoofdzakelijk is
het treurige resultaat daaraan te wijten,
dat in de winter-campagne van begin
1930 de vraag veel te gering geweest is.
Dat die vraag is uitgebleven, houdt weer
verband met het feit, dat geen vorst van
beteekenis ingetreden is en juist vorst is
noodig, wil er naar de producten in
kwestie een levendige vraag ontstaan,
om daarmede een vlotten afzet der pro
ducten te verzekeren. De tuinders, zoo
wel als de handel, hebben dan ook in die
wintercampagne zeker geen zijde er bij
gesponnen, veeleer kunnen beide van
een slechte wintercampagne spreken.
Overgaande tot een ander hoofd-pro-
duct uit ons distdict, noemen wij de
vrcege aardappelen.
Weliswaar hebben deze geen hoogen
prijs weten te behalen, doch de handel
daarin is niet bepaald ongunstig ge
weest. Als ongunstige factor in de
aardappelcampagne van het verloopen
jaar trad de aardappelziekte op, die dooi
de vele regendagen van den zomer in
sterke mate is voorgekomen en voor de
ongerooide voorraden funeste gevolgen
had.
De vroege
zomerkooi
mocht zich slechts enkele dagen in het
begin van het seizoen, toen de voorraden
nog iet al te groot waren, in-een eenigs
zins goeuen prijs verhsueen. doch al heel
spoedig was het daamede gedaan, naar
gelang die voorraden toenamen. Weldra
waren de prijzen daarvan zóó laag, dat
het niet meer loonde de vroege kool te
oogsten De kosten van het oogsten en
van het vervoer naar de veilingen kon
den niet meer door de opbrengst worden
gïdekt. Slechts de herfstw ittekool kon
voor 1e fabrieken een eenigszins beteren
prijs maken.
Op dit oogenblik valt nog niets om
trent de bedrijfsuitkomstcn van de in-
maakfabrieken te zeggen, daar verschil
lende factoren in de naa-te toekomst
daarop nog van invloed kunnen zijn.
De oogst van de
zomer-blcemkool
is vrijwel geheel misluk* en die van de
late-bloemkool
voor een groot gedeelte.
De prijs voor de kas-producten, meer
speciaal de
tomaten,
is voor de warme kassen vrij goed ge
weest en heel goed voor de koude kassen.
De voorraden
winterkool en uien,
thans beschikbaar voor de winter
campagne begin 1931, zijn ongeveer een
derde minder in hoeveelheid dan die van
de overeenkomstige periode in 1930.
Tengevolge van de vele regens gaven
talrijke velden een slachten oogst, van
daar de geringere voorraden. Te betreu
ren is het, dat op dit oogenblik de vraag
naar de winterartikelen nog veel te
wenschen overlaat. Al weer moet het de
vorst zijn, dii hierin een gunstige ver
andering kan brengen. Voor cle tuinders
en den handel uit deze streken is het te
hopen, dat de komende maanden het
mogelijk zullen maken een vlotten afzet
tot bevredigende prijzen te verkrijgen.
De handel in de producten langs de
Duinstreek, Castricum, Limmen en Hei-
loo is bijzonder sleepend gew eest. De
aardbeien vonden nog eenigermate af
zet, doch de boonen en do erwten waren
vrijwel onverkoopbaar. De zwarte bes
sen zijn niet eens geplukt, slechts de
duinaardappelen gingen nog met eenige
graagte van de hand. De handel in
schorseneeren bleef ver beneden peil en
ook de sjalotten waren zoo goed als on
verkoopbaar. Résumeerende valt over
den handel dezer verschillende produc
en ringkraag af, en scheurde mij mijnen
geheele rok open; ook hierin was ik ee
duldig, en maar blijde toe, dat ik met
eenige stompen en stooten van deeze in
spectie afkwam. Nog eene verneedering
moest ik ondergaan, die mij diep smar-
te. Een Russisch grenadier kwam, met
een geladen geweer in de hand bij mij
bleef voor mij staan en rukte mij, nadat
hij zijn gew eer op den grond had neder-
ten in 1930 al weinig verheugends mede
te deelen.
De toestand van den landbouw.
De finantieele gevolgen van de we
reldcrisis kw amen in 1930 ook in ons
land steeds duidelijker tot uiting.
Bij de zuivel door een belangrijke da
ling in de prijzen. De daling trof de bo
ter in belangrijker mate dan de kaas,
tengevolge van hoogere invoerrechten
in de landen, waar tot heden het groote
kwantum werd verkocht en tevens door
de grootere productie van andere zui-
velbereidende landen.
Toch mag van 1930 voor het veehou-
dersbedrijf melkerij niet van een
noodtoestand .worden gesproken Wel
werd door het mond- en klauwzeer de
melkgift beperkt en in veel gevallen
veel nadeel geleden door deze ziekte
aan het vee, doch door grooten grasgroei
en veel hooiwinning werd ten aanzien
van de productie veel goedgemaakt. De
productie kon bovendien met voordeel
worden vergroot door de lage prijzen
van het krachtvoer.
In het einde van het jaar daalden ook
de kaasprijzen nog eens belangrijk, zoo
dat de verwachting voor de toekomst
somber gestemd is. Door de veel groote
re concurrentie uit andere landen voor
de boter dan voor de kaas, zijn de
vooruitzichten voor de kaas gunstiger
dan voor de boter. Gezien het beperkter
afzetgebied voor onze zuivelproducten,
zullen er nieuwe afzetgebieden moeten
worden gezocht, waarvoor algemeene
en krachtige samenwerking van produ
centen en handel en zoo eenigszins mo
gelijk met de Regeering noodig zal
zijn. Daarbij moet ernstig gestreefd
worden om prima producten te maken,
want dat is noodig om de kansen op
blijvenden afzet te behouden en te vcr-
grooten.
Over de onderdeelen van het vcehou-
dersbedrijf den afzet van vee in het
najaar, en cle schapenfokkerij kan
gelukkig een gunstig resultaat worden
geboekt, al begonnen in het laatste deel
van het jaar de prijzen belangrijk te da
len. De varkenshouderij bracht dooi
het goedkoope krachtvoeder een matige
winst.
In den eigenlijken landbouw den
graanbouw' is de toekomst slecht.
Van een behoorlijk inkomen is daar
geen sprake, de meesten hebben geen
inkomen, maar verlies. De wereldpro-
luctie laat hier haar invloed geweldig
gelden en daardoor staan w ij voor een
zeer moeilijk vraagstuk. Wel wordt ge
tracht dooi- het „suikerwetje" en het
meng- en maalgebod" aan den land
bouw hulp te bieden, maar het is zeer
de vraag of de resultaten wel zoo
gunstig zijn als van landbouwerszij,le
wordt verwacht en of niet zal blijken,
dat aan de uitvoering zulke groote
moeilijkheden en kosten zijn verbonden,
dat zij practisch niet zullen beantwoor
den aan het beoogde doel.
Om de moeilijkheden te boven te ko
men, zal er krachtig samengewerkt en
veel gewijzigd moeten worden De groo
te moeilijkheid is om de finantieele ver
houdingen te wijzigen in overeenstem
ming met de finantieele gevolgen van
de crisis, die den economischen toe
stand op geheel andere basis brengen.
Bloembollenkweekerij en handel
De afdeeling Limmen van de „Alge
meene vereeniging voor Bloembollen
cultuur" ziet den toestand als volgt:
Het gew as van het afgeloopen jaar was
bijzonder goed, dank zij de gunstige
weersomstandigheden. Van alle soorten
was er een goede oogst, hetgeen zijn in
vloed deed gelden op de hoeveelheid
leverbare bloembollen, die geraapt wer
den.
De prijzen waren in het begin van het
jaar tamelijk hoog, dit in verband met
den afloop van het seizoen 1929, toen,
door een tekort aan leverbare bloem
bollen, de prijzen sterk opliepen. De
oorzaak hiervan was de slechte oogst
ten gevolge van de strenge vorst in dat
jaar.
Niettegenstaande er in het buitenland
veel verkocht was, namen cle expor
teurs, als gevolg van den goeden oogst,
een gereserveerde houding aan en be
gon de beurs-handel zeer laat, wat ten
gevolge had, dat de prijzen naar bene
den gingen, vooral van de duurdere
soorten, die tengevolge van de crisis Jn
het buitenland minder gekocht werden.
Toch bleek bij het einde van het han-
Thans van alles beroofd zijnde, had ik
geene inspectie meer te duchten; ook
liet men mij vervolgens met rust. Hoe
aangenaam zulk een toestand zij, weet
i.iemand dan die het ondervonden heeft,
en wat ik bij dit alies gevoelde, kan ik
met geene woorden uitdrukken. Ook
hier kon men den .geest der Fransche
armée ontdekken. Want ten einde ons
vaandel niet in handen des vijands zou-
gezet, den doek van den hals; doch zien
de, dat er niets meer bij mij te halen
was, spoog hij mij in het gezigt, en
schold mij uit foor eene Fransoski sabak
(Franschen hond), waarop hij mij liet
staan, om op anderen buit uit te gaan.
K' I,
NA OE BEREZ'M* "V V |l
EHErl
de vallen, en door denzelven als een
zegeteeken medegevoerd worden, scheur-
c-en eenigen van ons regement het vaan
del van den stok, en namen den adelaar
er af, dien zij zorgvuldig bij zich verbor
gen, ten einde die niet door de Russen
zouden ontdekt worden.
Nu kreeg onze kommandant last om
de of.'eieren bij elkander te doen komen
als ook de onderofficieren en soldaten,
en zoo werden wij ieder afzonderlijk
naar Borisow gedreven, waar wij in een
groot huijs werden gebragt, en van alle
zijden strengelijk bewaakt. Dit gebeurde
op den 28sten November. Daar wij met
zoo groote menigte volks in dit huis
waren, hadden wij niet eens een plekje
gronds, daar wij konden gaan liggen, en
wij waren dus genoodzaakt om overeind
te blijven staan. Een verschrikkelijk»
honger kwelde ons; want men gal ons niets t»
eten. Achter dit huis stond een paard, het
welk geblesseerd zijnde, niet meer loopen kon.
Dit moest er aan; wij slagtten het en deelden
het broederlijk; en dit magere vleesch smaakt»
ons heerlijk. Dan deze portie was gelijk men
het ligt denken kan, voor elk van ons niet
groot, en geenszins geévenredigd aan onzen
razenden honger. Gelukkig vond ik nog een
stuk geld bij mij, hetwelk door de verschillen
de inspecties ontsnapt was, doordien het tut-
schen de voering van mijnen zak was inge
schoten. Nu zag ik dat een Russisch soldaat
eene mondzak vol beschuit (sogari) had: ik liet
hem het stuk geld zien, hem te kennen geven
de, dat ik honger had, en verlangde, dat hij mij
daarvoor wat sogari zoude geven. Hij bewil-
ligde in mijn voorstel, doch ik mogt slechit
twee greepen in den zak doen. Ik sperde mij
ne vingers zoo ver als ik konde en wenschte op
dat ogenblik wel reuzenhanden gehad te heb
ben. Ik verborg den verkregenen schat zorg
vuldig en nimmer heb ik lekkerder beschuit
gegeten dan deze zwarte Russische Sogari.
(Wordt vervolgd).