Geheimzinnigs ontmoeting. Pr ovinciaal nieuws Stadsnieuws GEMEENTERAAD VAN~ ALKMAAR. SCHAGEN. Donderdag had ten overstaan van den te Wieringerwaard gevestigden Notaris J- Koomen in café „Ceres" alhier de afslag f laats van de boerderij „Welgelegen" aan de Zandvenne te Schagen tezamen groot 15.03.60 H.A. toebehoorende van diverse eigenaars. Bij den inzet werd het geheel gebracht op 36052.80. Bij den afslag en combinaties werd het verhoogd tot 37388 80. De eind- combinatie werd niet gemijnd, waarna alles werd opgehouden. Daarna werd het verkocht aan den heer A. Oudes te Alkmaar voor den heer H. Raven te Schagen voor 37000. NOORDSCHARWOUDE. Instituut voor Arbeiders-Ontwik keling. Voor de afdeeling van het Instituut voor Arbeiders-Ontwikkeling sprak de heer Molle Eisma, van Haarlem, met als onderwerp „Inleiding tot de Natuurwetenschappen' Een onderwerp dat spr. goed machtig was, en in den korten tijd die hem was toegeme ten, gaf spr. ons een globaal en duidelijk overzicht van het groot organisch verband der Natuur, waarin planten, dieren en men schen leven. Wil men dit onderwerp goed behandelen dan zijn daar zeker meer avon den voor noodig. Eenige vragen werden naar genoegen beantwoord. Het Instituut heeft ongetwijfeld een goed werk gedaan om aan dit onderwerp eens de aandacht te schenken. Deze avonden zij'n het bezoeken zeker over waard. AKERSLOOT. De landerijen van wijlen mevr. Bosman Koorn in openbare verkooping gepresenteerd gezamenlijk groot ruim 20 H.A. hebben in opbod opgebracht 42.614.94. Afslag en combinatie zijn bepaald op 14 Jan: a.s. Een vrachtauto beladen met zakken vee-- voeder moest aan den Buurtweg alhier een verhuisauto passeeren en geraakte daarbij in een slappe kant van den wég waar voor eenigen tijd de buis van de waterleiding was gelegd. Het eene achterwiel geraakte geheel tot den as in den grond. Door afladen wist men den auto weer op den weg te krijgen waarbij bleek dat geen materieele schade was geleden. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. VEENHUIZEN. Bij de heden alhier gehouden polderver- iiezing zijn met algemeene stemmen herko zen als lid van 't bestuur de heer A. Appel en tot hoofdingeland de heer P. Borst. W ARMENHUIZEN. Benoemd Naar wij vernemen is de heer Jac. Tol, gas fitter aan de Gem. Gasfabriek alhier als zoo danig benoemd te Vreeswijk aan het Gem Distributiebedrijf. BEVERWIJK.' De eerste dit jaar gehouden gladiolenvei- ting door de bloembollenveiling Beverwijk stond wederom, evenals hare reeks voor gangsters in 1930, in 't teeken van lusteloos heid, weinig belangstelling en lage prijzen. Enkele soorten zooals Bleriöt en White Giant gingen nog boven de cent, doch 't meerendeel werd opgehouden of ging ver beneden de helf van genoemd bedrag weg. weg. HEILOO. Door B. en W. is de volgende aan beveling opgemaakt voor de benoeming van een administrateur van het G. E. B. In alphabetische volgorde is deze aanbe veling: 1. J. Bolten te Blokker; '2. C. ten Bruggeneate te Heiloo; 3. C. van Nieker- ken te Alkmaar. DE IJSBAAN. De baan van de Ijsbaan Heiloo is hedenmorgen door het bestuur beproefd. Het ijs is zeer mooi en ongeveer c.M. dik. Als het doorvriest is er kans dat de baan Zaterdagmiddag voor de kinderen der leden zal worden geopend. AANBESTEDING. Voor rekening van den heer J. Pool en onder architectuur van den heer J. P. v. d List, beiden alhier, is gisteren aanbesteed het bouwen van een woonhuis, pakhuis en bovenwoning. Er waren 16 inschrijvers, die als volgt hadden ingeschreven: Schaaf en Stegerhoek voor 13.784; Pilkes voor f 11.890; Schuyt (Egmond aan den Hoef) voor f 11.800; Koppen voor 11.465; A. Tip voor 11.400; Roodenburg voor 10.780;. Bot voor 10.240; Huiberts voor 9.985; Veltkamp en Schermer voor i9.920: Dienaar (.Den Helder) voor 9.820; C. M Groot (Rustenburg) voor f 9.800; C. Koopman voor 9 784; de Graaf voor 9.460; Kranenburg (Heiloo) voor f 9.375; Opdam (Haarlem) voor 9 100; Duinmeyer voor 9.035 Waar niet anders gemeld wonen de in schrijvers te Alkmaar. De gunning is aange houden. VOLKSTFLL.NG-VARIA. Hallo! riep ik, terwijl mijn rijwiel mij huis waarts bracht, tegen een kennis, die zich nu reeds eenige weken vermaakt met de volks telling en nu als tijdelijk gemeente-ambte naar dienst doet met invullen, rondbrengen, corrigeeren en terughalen van de volkstel- lingskaarten hoe gaat het met je pape rassen? De goeie man keek bedenkelijk en ant woordde: miserabel. Op dat woord stapte ik van mijn fiets en vroeg: Miserabel?! Hoe komt dat nou? Ja, kijk eens was het antwoord jullie hebt nu wel een heel aardig stuk in de krant gezet eenige v eken voor Nieuwjaar en later nog hebben jullie een soort officieel schrijven opgenomen, maar't heeft geen zier geholpen, 'k Loop nou al een paar dagen de huizen af, om de kaarten terug te halen, maar bijna huis aan huis is het mis. Hoe mis? vroeg ik. Nou zei de man met die invulliw? Er is bijna geen enkele kaart die goed is in gevuld. Vooral het aantal vertrekken in de woningen en het beroep schijnen lastig te zijn En als je dan belt, en om de kaarten vraagt, hoor je vaak: „Kom d'r maar even in. 'k Heb die dingen maar niet ingevuld, want ik weet me d'r geen raad mee". Nou, dan ga je alles na, de heer des huizes vertelt, zijn vrouw steunt hem door allerlei op- en aanmerkingen ei tusschen door en een kwartier later is t zaakje in orde. Tenminste.... als t gezin niet te groot is. En hoe vatten de menschen het op. vroeg ik verder. In 't algemeen heel gewoontjes, maar dan zijn er ook, die bang zijn, dat er belasting trucjes achter zitten. En anderen plegen ge woonweg sabotage. Daar heb je bij\oor beeld en mijn „teller" pakte een map uit zijn portefeuille daar heb je deze meneer Nou moet je eens zien, wat of-ie geschreven heeft. En ik zag Pardon, lezer, alles wat ik zag, mag ik hier niet neerschrijven. Maar daar was b.v. de vraag, of je gehuwd bent, of ongehuwd, of gescheiden, enz. enz. Op de kaart, die mij getoond werd, was voor een kind van een jaar of 12 ingevuld, dat het natuurlijk niet gehuwd was, omdat de wet dat verbood. De ouderdom van net gezinshoofd was tot in uren nauwkeurig in gevuld (de minuten ontbraken!) Verder bleek de goede man een groote vijand van de kerk te zijn, tenminste, hij verklaarde geen geloot te hebben en legde uitvoerig uit, waarom niet. Op minder goed gelukte geestige wijze schreef de „baas", dat zijn W. C. met als slaapvertrek gebruikt werd. Iets beter slaag de hij bij het invullen van het antwoord op do vraag, of hij bestuurder was, dat aldus luidde: een enkelen keer van een roeibootje. Op een andere kaart stond: Soms, als ik op de fiets rijd. Geslacht? (En er stond nog wel ,pn. of vr." achter). Schrik niet, lezer, het geslacht wastwee konimen, welke dus waarschijn lijk als „slachtvee*' zullen moeten fungeeren, als ze vet zijn. Ik zag een ander biljet. De heer des hui- zes, die het had ingevuld, bleek een pantof felheld te zijn, want hij schreef achter de vraag „Zijt gij hoofd van het gezin?" het volgende antwoord: „Ja, maar niet de baas". En eerlijkheidshalve vulde hij de vraag op het biljet van zijn trouwe wederhelft in met de woorden: „neen, maar wel de baas". Een ander had als beroep van zijn ega neerge schreven: „Keukenprinses en winkeljuffrouw bij haar man". Ik heb nog meer biljet;en gezien, veel meer nog. 'k Zou er nog wel veel meer over kunnen schrijven. YVaartoe echter! We weten nu eenmaal dat officiëele drukte niet in den smaak van het publiek valt, al wordt men ook nog zoo overtuigd van de onschuldigheid Maar nieuwsgierig zijn we naar de gevol gen, die zulke fraai ingevulde biljetten zullen hebben. Staat er riet ergens op elk biljet, dat verkeerd invullen strafbaar is en je maxi mum 14 dagen hechtenis of 100 gulden boe te kan kosten? Op die manier kan het rijk aan de volkstel ling nog wel verdienen! W. BURGERLIJKE STAND. ONDERTROUWD: Wilhelmus Limmen en Geertruida Keijs- per. Jacob Ootjers en Laurina Stam. Corne- lis van Beusekom en Wilhelmina Stekelbos. Godefridus van der Meer en Aaltje Beere- poot. Friedrich Höhle en Maria Simon. Ed- ward Endel en Margaretha de Wit. Hendrik van de Hoef en Catharina Lugtig. GEBOREN: Geertruida Theresia d. v. Johannes Bak ker en Clara Sengers. Outje d. v. Theodorus Lievendag en Margaretha de Jong. OVERLEDEN: Jan Meijndert Otto 83 jaar. „Zit u bier heelemaal naar uw zi'n. oom Fred?" vroeg de knaap. „O, ja", antwoordde de man zonder op te zien. Hij zat tegen een blok graniet; 'naast hem lagen een photografie-toestel en een tasch. „Dan loop ik. gauw naar de stad en haai nog een paar platen". Dwars over het ietwat moerassig stuk land rende hij weg. Twee mannen stonden bij de klippen aan de zee; een smal. hobbelig paadje onder hen voerde hen naar een zandig stuk strand, dat aan drie zijden door rotsen was ingesloten. Aan het strand lag een bootje, waarvan de kiel in het zeewier een vloed-lijn had getrok ken eenzaam moeras met brem en heidekruid strekte zich hierachter uit. Een der beide mannen was een bekend po liticus, de andere de vertegenwoordiger van een vreemde mogendheid, een generaal, wiens photp in alle geïllustreerde tijdschriften had gestaan. „Deze plek is niet kwaad gekozen, gene raal''. zei de politicus, op het moeras wijzend. „Totaal verlaten." „Ja, zeer goed gekozen", beaamde de ge-' neraal. „Zal het voetpad hier niet al te bezwarend voor u zijn?" „WeineenHij maakte schertsend eenige roei-bewegirgen,Ik zal alleen wel wat stijf zijn als ik bij het jacht aanland. Het is nog een eind". „Is u zeker, dat niemand aan boord van ihet jacht iets vermoedt?" „Neen, neen; ik sta gelukkigerwijze bekend als een hartstochtelijk hengelaar, maar men zal mij uitlachen als ik met leege handen te rugkom. Ik was zoo vast overtuigd, dat er hier zalm te vinden was. Ik heb het schip bij Hverlaten; het ligt voor anker. Er is een strijkje aan boord en er wordt gedanst. Geen mensch zal aan mij denken". „Hoe gelukkig, dat ik chauffeeren kan", zei de politicus. „Woont u ver van hier?" „Dertig mijlen; de straten zijn ellendig. Ik kwam alleen ik spreek morgen in het Lagerhuis en als de menschen nog genoeg verstand hebben, om na te denken, zullen allen gelooven, dat ik alléén begeerde te zijn om mijn speech voor te bereiden. De wagen staat in de struiken verborgen; al zou iemand hem vinden, wat zeer onwaarschijnlijk is, vindt hij niets dat mij kan identifioeeren. Ik geloof wel, dat wij zeer omzichtig geweest zijn." De groote man van de politiek glom van zelfingenomenheid. „Bijzonder", stemde de generaal io; „van onze samenkomst weten wij beiden alleen af. ft ben verrukt, dat wij tot een zoo volmaakte overeenstemming zijn gekomen". „Ja. het is een groot voordeel, vrij en on bespied van tallooze, controleerende oog en, eens te kunnen praten." Hij lachte even op. „Ik zou wel eens willen weten wat voor misdaden men mij zou aanwrijven, als onze samenspraak openbaar werd- Hoe hartstoch telijk de oppositie zich te weer zou stellen en wat voor een gebabbel er door ontstaan zou Stel u zich eens de interpellaties in het Huis voor, waarde vriend; stel u zich de hoofd artikelen der oppositie-bladen voor; de ze nuwachtigheid der openbaarheid! En toch was deze bijeenkomst noodzakelijk. Wij heb ben dit uur zeer nuttig besteed". „De samenkomst was zeer noodig", be vestigde de generaal waardig- „Wanneer u mij nu in den aanvang der zitting tegen spreekt. zal ik het begrijpen „En u zult uwe argumenten in de door mij aangegeven volgorde aanvoeren? Wanneer ik schijnbaar opponeeren kan, om daarna, hoe wel weerstrevend, mij voor uwe gebiedende logica te buigen, zai ik mijn lutdjes wel mee krijgen. Maar allereerst dien ik met u wel een beetje ruw om te gaan, waarde vriend." „Dat doet er immers niets toe, omdat wij elkaar begrijpen." „Dus dan tot ziens, tot over zes dagen op de conferentie." Glimlachend schudden zij elkaar de han den. De politicus volgde den generaal met zijn oogen. zooals deze elastisch het pad op klauterde, de boot in het water stiet, erin sprong en zijn inspannende roeierij naar het verankerd jacht ondernam. De politicus keerde zich van de zee af; vóór hem strekte zich m.ilen ver de zee uit en uitgezonderd eenige pony's, enkele koeien en drie of vier pluvieren, was er verder niets levends te bespeuren. De bijeenkomst was handig beraamd en met succes verloopen. Ze waren het over en weer, ten opzichte van positie-nemen in een netelige positie, volmaakt eens geworden, afgescheiden van het kruisvuur eener lastige conferentie. Niemand wist hier iets van. Geen loerend oog had hen gezien, geen oor ge hoord. Zij hadden elkaar getroffen, alles precies afgesproken en waren toen uit elkaar gegaan, zonder dat iemand buiten hen-zelf eenig vermoeden had. Hij zag op zijn horloge. Er was meer dan tijd genoeg voor den terugrit Als hij wat geluk had, was hij thuis, terwijl zijn gasten nog bij de thee zaten. Maar plotseling drong van de rustige klip pen het geluid van menschelijk-niezen door. De politicus schrok hevig, werd lijkbleek. Ontsteld keek hij om zich heen. Nergens eenig menschelijk wezen te speuren, geen ziei waar te nemen, als men dieren tenminste geen ziel toekent. En toch, hij had niezen gehoord; en van dichtbij, zeer dichtbij Eenige meters verwijderd stond een gra- nietblok recht overeind. Zou het kunnen, dat iemand zich daarachter verstopt had? On danks den warmen zonneschijn liep den poli ticus een rilling over het lijf. Ijlings zocht hij de rots op en 't was, zooals hij gevreesd had; aan de andere zijde stak de rots minder scherp uit de aarde omhoog en tegen een glooiing zat een manen naast dien mai lag iets vreeseüjks: een kiektoestel! De man staarde voor zich uit, over het moeras. Zijn oogen waren lichtblauw; toen de ooliticus hem naderde, draaide hij zicli even om en tuurde toen opnieuw de verte in. De politicus dacht ijlings na: de wind woei in de richting van de zee en de generaal, en hijzelf eveneens, hadden zacht gepraat. Het was bijna onmogelijk, dat de man iets opge vangen zou hebben. Maar het photografie- toestel! Hij beleefde een oogenblik van gru- welijken schrik. „Heerlijk uitzicht hier", begon de politicus zoetsappig. „Heerlijk", stemde de ander toe. „U hebt een kiektoestel bij u. zooals ik zie. Was het vandaag een goeie dag voor op namen?" „O. ja, misschien wat al te veel licht". De man betoonde weinig belangstelling; bij hem miste de animo, die den amateur ken- teekent. Het hart zone den politicus in de schoenen. Naar het uiterlijk zat hier een be- roeps-photograaf, waarschijnlijk van de pers „Hebt u veel-opnamen gedaan? De man glimlachte. Het was o. angst wekkend verschijnsel een heel tevreden lachie Dat gaf te denken! „Alle platen zijn gebruikt", zei de man, „het is jammer, dat er niet meer waren." En bliksemsnel joegen allerlei ge dachten door her hoofd van den politicus. „Ik heb dikwijls naar een photo-toestel verlangd; 't is zoo'n aardige en interessante liefhebberij". >A ja gaf de ander onverschillig toe. „Af en toe vindt mer. wei iets, dat de moeite waa d is om opgenomen te worden. Dat is een kwestie van boffen van 'n beetje geluk". De politicus kreunde bijna van angst. „O ja. ja, dat wil ik wel gelooven kan men eigeniijk er wat mee verdienen, is het loonend „Niet als het alléén maar een spelletje is". D- man glimlachte opnieuw. Een merk waardig wezen; hij was voorzichtig angstig bezorgd om zich niet te verraden, maar niet temin kon hij een glimlach niet weerhouden Hij vermeed het om met den ander van blik te wisselen en tuurde maar steeds over het moeras. „Soms kan men een opname aan een cou rant verkoopen ^af weet ik", antwoordde snel oe politicus en hij liet er op volgen: ?en®> wat vraag: u voor uw ge- heefe boeltje, bet toestel met de platen ?w verbaasd2^ U' stem van d«n klonk „Ik zou alles willen koopen. Dat is een zeker zwak van mij. Ik heb nu en dan van die plotselinge invallen. Zeg mij maar uw prijs." Hij haalde een grooten zakdoek voor den dag en wischte zich het gelaat af; hoewel het zweet hem op het voorhoofd parelde, rilde hii. „Ik heb niet het recht om het toestel te verkoopen". „Misschien is het wel het eigendom van zijn courant", peinsde de politicus. „Maar", begon hij, ,jk vind uw toestel wel zeer begeerenswaard, alsook uw platen. Dat alles trekt me aanik wou de op namen hebben, die u gemaakt hebt." „U bewondert zeker zeer dit woest par tijtje moeras, die wijde zee?" sprak de man nu op conversatie-toon. „Ja, ja, alles is zeer mooi". „Neen, ik haat dit alles. Er is een speciale reden voor, waarom ik gaarne uwe platen zou willen hebben, zooals u allicht geraden zult hebben Waarom speelde de man comedie? Wilde hij tijd winnen voor het bedingen van een som? „U weet zeker wie ik ben?" „Neen", zei de man. „Hoe!" De politicus staarde hem ver baasd aan. Was het denkbaar, dat er iemand hier in deze omgeving hem niet kennen zou? „Neen, ik ken u niet en ik kan niet be grijpen waarom u mijn toestel hebben wilt" „Kijk mij maar eens goed aan". De man wierp hem een blik toe en tuurde toen opnieuw naar het moeras. „Neen, ik ken u niet", herhaalde hij. „Zei u niet, dat u uwe opnamen naar een courant wilde zenden?" De politicus raakte verward. De man scheen oprecht in zijn verklaring, dat hij hem niet kende. Maar 't was bijna niet t? gelooven. „Als de photo's goed worden, zend ik ze stellig naar een courant. De mogelijkheid is nooit uitgesloten, dat er één of twee worden aangenomen". De mogelijkheid! Het klonk grappig als het niet zoo vreeselijk was „Laten we nog eens de zaak overleggen. Ik heb uw toestel met bijbehooren noodig Ik moet ze hebben. Ik ben tc zenuwachtig om nu naast u te gaan zitten, maar ga met mij mee terug u... u zult uwe platen willen ontwikkelen of u wilt iets anders, inmiddels gaat de tijd voorbij..." Hij deed eenige haastige, zenuwachtige passen op en neer. „Ik ik kan niet weg", zei de merkwaar dige ziel. „Ik moet hier wachten, totdat mijn neefje mij komt afhalen". „Hij is zeker verlamd!" meende de poli ticus. De gedachten van den politicus dwarrel den. Hij .greep naar de portefeuille in zijn binnenzak. „O, arme kerel, u waart ook in den oor log..." „Ja" (zelfs nu nog glimlachte de man niet dien eigenaardigen glimlach), „ja, ik was in den oorlog". „Ellendig... dus u kunt niet loopen? Maar ik moet uw photo-toestel hebben... Hij bukte zich plotseling en stak hem een bundeltje bankpapier in de rechterhand. „Wat beteekent dat?" riep de ander smartelijk uit, doch zonder een blik naar de banknoten. „Betaling van uwe eigendommen". De politicus greep naar bet toestel en d* platen en liep haastig weg. De andere man vloekte hem achterna..de politicus liep des te harder. Een uur later kwam het neefje van den man opdagen. „Kijk een?, kind," zei hij en hief zi n rech terhand met den bundel banknoten omhoog. „De een of andere dwaas gaf ze mij en ging er met jout/ ^hoto-toestel en de rest van door Hij moet h;er ziin gekomen, terwijl ik jjiep. De ezel heeft heelemaal niet ont dekt. wat mij scheelt", voegde hij trots er aan toe. „Goeie hemel, oom Fred. 250 pond," riep de iongen uit. Toen bukte hii zich, hielp den man over eind, nam ^em hii den arm en leidde hem naar fvus. man was blind. Om één uu* werd heden de gistermid dag m half zes geschorste vergadering voortgezet. Afwezig waren de heeren Venneker en Bingerc. De voorzitter deelde mede, dat de heer Venneker bericht had ingezonden vannidriag verhinderd te zijn Voorts deelde hij mede vanavond den raad in do gelegenheid te stellen de raadscommissie in de zaak Jansen-Ge- meer.te te benoemen. De heer G o v e r s herinnerde aan de y; kiezing van het oude college voor 3 Ys jaar met teleurstelling van de oppositie. Het elftal is thans uiteen gevallen. Spr. heeft zich nooit berouwd over devorming van 't elftal met behoud van ieder princi- pieele vrijheid. Spr. meent het oude col lege een woord van hulde te moeten brengen voor de voorbeeldige wijze waar op het de belangen van de gemeente diende. Ook de opstelling van de laatste begrooting geschiedde door dit oude col lege en het doet hem genoegen dat het nieuwe en de overzijde zich er mede vereenigen. Wat later komt dient te worden afgewacht. Op grond van de vergadering van gister hoopt hij dat het goed afloopt. Spr. wil de kippen die de gouden eie ren leggen behouden en binnen halen. Helaas vertrokken eenige van hen. Twee belangrijke veeren werden de gouden Kip uitgetrokken. In de eerste plaats was dit het besluit inzake de uitkeering aan de werkloozen, een ge volg van een misverstand en een kleine reactie. Spr. hoorde dat de v.-d. -onder geen beding zullen mede werken tot het niet verkrijgen van de subsidie. De uitersten, die hoopten op een breuk van net elftal, grepen de gelegenheid aan en gaven de subsidie prijs. Spr. zal het hierbij laten. Het overige zal zijn partijgenoot naar voren brengen Spr. had gevraagd hoe het met den schoorsteenschouw in de stad staat. Er zijn er die ze altijd verwaarloozen c mag hier een uitstekend brandweercorn bestaan, doch het beste is dat dit dienst behoeft te doen. Voorts had spreker gevraagd: waarom het gedeelte langs het EandbouwhuU waaruit de ïails verwijderd zullen w0r den, niet geasfalteerd wordt, maar be^ straat. Spr. oordeelt dit verkeert. Voorts gaf hij B. en W. in overwegjn» dit aan te houden tot er zekerheid j. dat het postkantoor in het voormali® opvoedingsgesticht komt. Ook besprak hij het huis aan de Noor derkade waarin hij ee^ W. C. wil aan* brengen. Het onderhoud, dat daar zooveel moet kosten, wil spreker het volgend jaar als de nuur om is. Het moet niet veranderd worden 0n een wijze waarop een volgende huurde? de gelegenheid ontnomen wordt er koeien te houden. Voorts wenschte hij een onderzoek naar de goedkoopste wijze om bewoners (een 10 tal aan het Zeglis) van drinkwa- ter te voorzien. Spr. achtte dit een offer van de gemeente waard. Op de begrooting staa' een post van 2000 voor het herstellen van de schoei- ing aan de Breelaan. Spr. wil hiermede wachten omdat het geld weggooien is als over een paar jaar de plannen van de Kanalencommissie worden uitge voerd. Voorts besprak hij het verkeers- obstakel, de vlotbrug. Spr. besprak den grooten hinder dien 't verkeer daar ondervindt en in het belang van ce wachtenden wilde hij daar een urinoir aan de zijde van het Heiligland. De heer Vo g e 1 a a r oordeelde het een eigenaardige omstandigheid waaronder de oppositie thans het eerst het woord voert, omdat de begrooting het werk is van het oude college, dat een onverdacht woord van lof werd gebiacht door het nieuwe, dat schreef zich in hoofdzaak met deze begrooting te kunnen vereeni gen. Het werk van het elftal bleek dus niet zoo slecht, dat het nieuwe dit niet kon overnemen. Wij zouden ons dus kunnen bepalen tot de punten die nu door de nieuwe bij lage;. aan de begrooting zijn toegevoegd. Spr. heeft echter ook nog opmerkin gen over punten van de begrooting en verwacht dat de overzijde, hoewel thans regeeringspartij, ook wel het een en an der zal hebben te zeggen. Hij besprak hierna de financieele po sitie van de gemeente.;, daarbij herinne rende aan den aanbiedingsbrief, betoo- gende dat men er had om moeten den ken voor de vermindering van den pen sioenaftrek met 35-2 als men niet weet of dit voor 1932 ook mo. olijk is. Gelukkig is er echter eenige speling, doordat er verschillende uitgaven in voorkomen die wij in 1932 niet hebben. Spr. becijfert dit bedrag op 57000. de- kening moet echter gehouden worden dat er in 1931 weer zal worden geleend Hr is echter een lichtpunt- In hoofdzaak wil spr. constateeren, dat het oude college de financiën volko men gezond aan het nieuwe heeft over geleverd en dit zou niet mogelijk ge weest zijn wanneer men was doorgegaan met het beheer als in 1927. Komende tot de begrooting oordeelde spr. de twee groote punten: onderwijs en armen zorg. Vooraf besprak hij eenige kleine punten, als pensioenbetaling voor 200.000 loon voor los personeel. Spr. betwijfelde of dit be drag wordt uitgegeven, omdat er 100.000 voor de gasfabriek op staan. Voor de onge vallenverzekering besloten wij zelf het risico te dragen en de praktijk leerde, dat het voor deel er van is aan de gemeente. De ziekte verzekering is overgedragen aan de alge meene bedrijfsverzekering en spr. vraagt om statistiek aan te houde» van ae uitgekeer de ziektegelden en de premie, om te beoor- deelen of het ook hierbij niet noodzakelijk is zelf het risico te dragen. Verschillende ge meenten gingen hierin reeds voor, als Am sterdam en Haarlem. Voorts vestigde spr. de aandacht op de ontsiering van de Mient, door de naast het mooie huis aangebrachte lichtreclame, die het 's avonds wel aardig doet, doch dan ziet men geen huizen. Spr. vraagt of het college toestemming heeft gegeven en welke motieven daartoe hebben geleid. Ook herinnerde spr. aan de besprekingen bij de vorige begrooting, toen gezegd is, dat de drankbestrijdersvereenigingen niet meer mochten rekenen op toestemming voor den verkoop van bloempjes. Desondanks bekwam één vereeniging toe stemming daarvoor en spr. vraagt of het standpunt van B. en W. is gewijzegd. Met het bijschrijven van rente van de on gerealiseerde reserve ten laste van het grond bedrijf wil spr. niet voortdurend blijven doorgaan. Boekhoudkundig is het juist, doch de vraag is of men het bedrag ook mag op nemen. Door een voorbeeld toont spr. aan, dat dit beteekent geld opmaken, dat men niet ver diend heeft. Alleen de winst die reeds g*" maakt is mag de begrooting ten goede ko men. Men zal anders in de situatie kunnen komen, dat men een belangrijk bedrag moet bijpassen. Spr. wil dit jaar nog met de bijlage ac- coord gaan, maar overigens de zaak onder zoeken. Spr. stelt voor om een deskundige op dit gebied te raadplegen, om de belangen va0 het grondbedrijf met die van de gemeente te vereenigen. Komende tot den post onderwijs, herinner de hij aan het in 1924 gevoerde debat over het Daltononderwijs. Het gevolg was e01 proef met dit stelsel in de gemeente. Spr. vraagt, hoe de ervaringen met dit stelsel zijn en of de proef moet worden voortgezet. Hij kon zich voorstellen, ouders er bezwaar tegen hebben en daarmede rekening houden. Over het vervangen van de Keetkol»; school wil hij een enkele opmerking. herinnerde aan de Nieuwjaarsrede van de®

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 10