Geheimzinnigs ontmoeting.
Pr ovinciaal nieuws
Stadsnieuws
GEMEENTERAAD VAN~
ALKMAAR.
SCHAGEN.
Donderdag had ten overstaan van den te
Wieringerwaard gevestigden Notaris J-
Koomen in café „Ceres" alhier de afslag
f laats van de boerderij „Welgelegen" aan
de Zandvenne te Schagen tezamen groot
15.03.60 H.A. toebehoorende van diverse
eigenaars.
Bij den inzet werd het geheel gebracht op
36052.80. Bij den afslag en combinaties
werd het verhoogd tot 37388 80. De eind-
combinatie werd niet gemijnd, waarna alles
werd opgehouden. Daarna werd het verkocht
aan den heer A. Oudes te Alkmaar voor den
heer H. Raven te Schagen voor 37000.
NOORDSCHARWOUDE.
Instituut voor Arbeiders-Ontwik
keling.
Voor de afdeeling van het Instituut voor
Arbeiders-Ontwikkeling sprak de heer Molle
Eisma, van Haarlem, met als onderwerp
„Inleiding tot de Natuurwetenschappen'
Een onderwerp dat spr. goed machtig was,
en in den korten tijd die hem was toegeme
ten, gaf spr. ons een globaal en duidelijk
overzicht van het groot organisch verband
der Natuur, waarin planten, dieren en men
schen leven. Wil men dit onderwerp goed
behandelen dan zijn daar zeker meer avon
den voor noodig. Eenige vragen werden naar
genoegen beantwoord. Het Instituut heeft
ongetwijfeld een goed werk gedaan om aan
dit onderwerp eens de aandacht te schenken.
Deze avonden zij'n het bezoeken zeker over
waard.
AKERSLOOT.
De landerijen van wijlen mevr. Bosman
Koorn in openbare verkooping gepresenteerd
gezamenlijk groot ruim 20 H.A. hebben in
opbod opgebracht 42.614.94. Afslag en
combinatie zijn bepaald op 14 Jan: a.s.
Een vrachtauto beladen met zakken vee--
voeder moest aan den Buurtweg alhier een
verhuisauto passeeren en geraakte daarbij
in een slappe kant van den wég waar voor
eenigen tijd de buis van de waterleiding was
gelegd. Het eene achterwiel geraakte geheel
tot den as in den grond. Door afladen wist
men den auto weer op den weg te krijgen
waarbij bleek dat geen materieele schade was
geleden. Persoonlijke ongelukken hadden niet
plaats.
VEENHUIZEN.
Bij de heden alhier gehouden polderver-
iiezing zijn met algemeene stemmen herko
zen als lid van 't bestuur de heer A. Appel
en tot hoofdingeland de heer P. Borst.
W ARMENHUIZEN.
Benoemd
Naar wij vernemen is de heer Jac. Tol, gas
fitter aan de Gem. Gasfabriek alhier als zoo
danig benoemd te Vreeswijk aan het Gem
Distributiebedrijf.
BEVERWIJK.'
De eerste dit jaar gehouden gladiolenvei-
ting door de bloembollenveiling Beverwijk
stond wederom, evenals hare reeks voor
gangsters in 1930, in 't teeken van lusteloos
heid, weinig belangstelling en lage prijzen.
Enkele soorten zooals Bleriöt en White
Giant gingen nog boven de cent, doch 't
meerendeel werd opgehouden of ging ver
beneden de helf van genoemd bedrag weg.
weg.
HEILOO.
Door B. en W. is de volgende aan
beveling opgemaakt voor de benoeming
van een administrateur van het G. E. B.
In alphabetische volgorde is deze aanbe
veling: 1. J. Bolten te Blokker; '2. C. ten
Bruggeneate te Heiloo; 3. C. van Nieker-
ken te Alkmaar.
DE IJSBAAN.
De baan van de Ijsbaan Heiloo is
hedenmorgen door het bestuur beproefd.
Het ijs is zeer mooi en ongeveer c.M.
dik. Als het doorvriest is er kans dat de
baan Zaterdagmiddag voor de kinderen
der leden zal worden geopend.
AANBESTEDING.
Voor rekening van den heer J. Pool en
onder architectuur van den heer J. P. v. d
List, beiden alhier, is gisteren aanbesteed het
bouwen van een woonhuis, pakhuis en
bovenwoning.
Er waren 16 inschrijvers, die als volgt
hadden ingeschreven:
Schaaf en Stegerhoek voor 13.784; Pilkes
voor f 11.890; Schuyt (Egmond aan den
Hoef) voor f 11.800; Koppen voor 11.465;
A. Tip voor 11.400; Roodenburg voor
10.780;. Bot voor 10.240; Huiberts voor
9.985; Veltkamp en Schermer voor
i9.920: Dienaar (.Den Helder) voor 9.820;
C. M Groot (Rustenburg) voor f 9.800; C.
Koopman voor 9 784; de Graaf voor
9.460; Kranenburg (Heiloo) voor f 9.375;
Opdam (Haarlem) voor 9 100; Duinmeyer
voor 9.035
Waar niet anders gemeld wonen de in
schrijvers te Alkmaar. De gunning is aange
houden.
VOLKSTFLL.NG-VARIA.
Hallo! riep ik, terwijl mijn rijwiel mij huis
waarts bracht, tegen een kennis, die zich nu
reeds eenige weken vermaakt met de volks
telling en nu als tijdelijk gemeente-ambte
naar dienst doet met invullen, rondbrengen,
corrigeeren en terughalen van de volkstel-
lingskaarten hoe gaat het met je pape
rassen?
De goeie man keek bedenkelijk en ant
woordde: miserabel.
Op dat woord stapte ik van mijn fiets en
vroeg:
Miserabel?! Hoe komt dat nou?
Ja, kijk eens was het antwoord jullie
hebt nu wel een heel aardig stuk in de krant
gezet eenige v eken voor Nieuwjaar en later
nog hebben jullie een soort officieel schrijven
opgenomen, maar't heeft geen zier
geholpen, 'k Loop nou al een paar dagen de
huizen af, om de kaarten terug te halen,
maar bijna huis aan huis is het mis.
Hoe mis? vroeg ik.
Nou zei de man met die invulliw?
Er is bijna geen enkele kaart die goed is in
gevuld. Vooral het aantal vertrekken in de
woningen en het beroep schijnen lastig te zijn
En als je dan belt, en om de kaarten vraagt,
hoor je vaak: „Kom d'r maar even in. 'k Heb
die dingen maar niet ingevuld, want ik weet
me d'r geen raad mee". Nou, dan ga je alles
na, de heer des huizes vertelt, zijn vrouw
steunt hem door allerlei op- en aanmerkingen
ei tusschen door en een kwartier later is t
zaakje in orde. Tenminste.... als t gezin
niet te groot is.
En hoe vatten de menschen het op. vroeg
ik verder.
In 't algemeen heel gewoontjes, maar dan
zijn er ook, die bang zijn, dat er belasting
trucjes achter zitten. En anderen plegen ge
woonweg sabotage. Daar heb je bij\oor
beeld en mijn „teller" pakte een map uit
zijn portefeuille daar heb je deze meneer
Nou moet je eens zien, wat of-ie geschreven
heeft.
En ik zag
Pardon, lezer, alles wat ik zag, mag ik
hier niet neerschrijven. Maar daar was b.v.
de vraag, of je gehuwd bent, of ongehuwd,
of gescheiden, enz. enz.
Op de kaart, die mij getoond werd, was
voor een kind van een jaar of 12 ingevuld,
dat het natuurlijk niet gehuwd was, omdat
de wet dat verbood. De ouderdom van net
gezinshoofd was tot in uren nauwkeurig in
gevuld (de minuten ontbraken!) Verder bleek
de goede man een groote vijand van de kerk
te zijn, tenminste, hij verklaarde geen geloot
te hebben en legde uitvoerig uit, waarom
niet. Op minder goed gelukte geestige wijze
schreef de „baas", dat zijn W. C. met als
slaapvertrek gebruikt werd. Iets beter slaag
de hij bij het invullen van het antwoord op
do vraag, of hij bestuurder was, dat aldus
luidde: een enkelen keer van een roeibootje.
Op een andere kaart stond: Soms, als ik op
de fiets rijd.
Geslacht? (En er stond nog wel ,pn. of
vr." achter). Schrik niet, lezer, het geslacht
wastwee konimen, welke dus waarschijn
lijk als „slachtvee*' zullen moeten fungeeren,
als ze vet zijn.
Ik zag een ander biljet. De heer des hui-
zes, die het had ingevuld, bleek een pantof
felheld te zijn, want hij schreef achter de
vraag „Zijt gij hoofd van het gezin?" het
volgende antwoord: „Ja, maar niet de baas".
En eerlijkheidshalve vulde hij de vraag op
het biljet van zijn trouwe wederhelft in met
de woorden: „neen, maar wel de baas". Een
ander had als beroep van zijn ega neerge
schreven: „Keukenprinses en winkeljuffrouw
bij haar man".
Ik heb nog meer biljet;en gezien, veel meer
nog. 'k Zou er nog wel veel meer over
kunnen schrijven. YVaartoe echter! We weten
nu eenmaal dat officiëele drukte niet in den
smaak van het publiek valt, al wordt men
ook nog zoo overtuigd van de onschuldigheid
Maar nieuwsgierig zijn we naar de gevol
gen, die zulke fraai ingevulde biljetten zullen
hebben. Staat er riet ergens op elk biljet, dat
verkeerd invullen strafbaar is en je maxi
mum 14 dagen hechtenis of 100 gulden boe
te kan kosten?
Op die manier kan het rijk aan de volkstel
ling nog wel verdienen!
W.
BURGERLIJKE STAND.
ONDERTROUWD:
Wilhelmus Limmen en Geertruida Keijs-
per. Jacob Ootjers en Laurina Stam. Corne-
lis van Beusekom en Wilhelmina Stekelbos.
Godefridus van der Meer en Aaltje Beere-
poot. Friedrich Höhle en Maria Simon. Ed-
ward Endel en Margaretha de Wit. Hendrik
van de Hoef en Catharina Lugtig.
GEBOREN:
Geertruida Theresia d. v. Johannes Bak
ker en Clara Sengers. Outje d. v. Theodorus
Lievendag en Margaretha de Jong.
OVERLEDEN:
Jan Meijndert Otto 83 jaar.
„Zit u bier heelemaal naar uw zi'n. oom
Fred?" vroeg de knaap.
„O, ja", antwoordde de man zonder op te
zien. Hij zat tegen een blok graniet; 'naast
hem lagen een photografie-toestel en een
tasch.
„Dan loop ik. gauw naar de stad en haai
nog een paar platen".
Dwars over het ietwat moerassig stuk
land rende hij weg.
Twee mannen stonden bij de klippen aan
de zee; een smal. hobbelig paadje onder hen
voerde hen naar een zandig stuk strand, dat
aan drie zijden door rotsen was ingesloten.
Aan het strand lag een bootje, waarvan de
kiel in het zeewier een vloed-lijn had getrok
ken eenzaam moeras met brem en heidekruid
strekte zich hierachter uit.
Een der beide mannen was een bekend po
liticus, de andere de vertegenwoordiger van
een vreemde mogendheid, een generaal, wiens
photp in alle geïllustreerde tijdschriften had
gestaan.
„Deze plek is niet kwaad gekozen, gene
raal''. zei de politicus, op het moeras wijzend.
„Totaal verlaten."
„Ja, zeer goed gekozen", beaamde de ge-'
neraal.
„Zal het voetpad hier niet al te bezwarend
voor u zijn?"
„WeineenHij maakte schertsend eenige
roei-bewegirgen,Ik zal alleen wel wat
stijf zijn als ik bij het jacht aanland. Het is
nog een eind".
„Is u zeker, dat niemand aan boord van
ihet jacht iets vermoedt?"
„Neen, neen; ik sta gelukkigerwijze bekend
als een hartstochtelijk hengelaar, maar men
zal mij uitlachen als ik met leege handen te
rugkom. Ik was zoo vast overtuigd, dat er
hier zalm te vinden was. Ik heb het schip
bij Hverlaten; het ligt voor anker. Er
is een strijkje aan boord en er wordt gedanst.
Geen mensch zal aan mij denken".
„Hoe gelukkig, dat ik chauffeeren kan", zei
de politicus.
„Woont u ver van hier?"
„Dertig mijlen; de straten zijn ellendig. Ik
kwam alleen ik spreek morgen in het
Lagerhuis en als de menschen nog genoeg
verstand hebben, om na te denken, zullen
allen gelooven, dat ik alléén begeerde te zijn
om mijn speech voor te bereiden. De wagen
staat in de struiken verborgen; al zou iemand
hem vinden, wat zeer onwaarschijnlijk is,
vindt hij niets dat mij kan identifioeeren. Ik
geloof wel, dat wij zeer omzichtig geweest
zijn."
De groote man van de politiek glom van
zelfingenomenheid.
„Bijzonder", stemde de generaal io; „van
onze samenkomst weten wij beiden alleen af.
ft ben verrukt, dat wij tot een zoo volmaakte
overeenstemming zijn gekomen".
„Ja. het is een groot voordeel, vrij en on
bespied van tallooze, controleerende oog en,
eens te kunnen praten."
Hij lachte even op.
„Ik zou wel eens willen weten wat voor
misdaden men mij zou aanwrijven, als onze
samenspraak openbaar werd- Hoe hartstoch
telijk de oppositie zich te weer zou stellen en
wat voor een gebabbel er door ontstaan zou
Stel u zich eens de interpellaties in het Huis
voor, waarde vriend; stel u zich de hoofd
artikelen der oppositie-bladen voor; de ze
nuwachtigheid der openbaarheid! En toch
was deze bijeenkomst noodzakelijk. Wij heb
ben dit uur zeer nuttig besteed".
„De samenkomst was zeer noodig", be
vestigde de generaal waardig- „Wanneer u
mij nu in den aanvang der zitting tegen
spreekt. zal ik het begrijpen
„En u zult uwe argumenten in de door mij
aangegeven volgorde aanvoeren? Wanneer ik
schijnbaar opponeeren kan, om daarna, hoe
wel weerstrevend, mij voor uwe gebiedende
logica te buigen, zai ik mijn lutdjes wel mee
krijgen. Maar allereerst dien ik met u wel
een beetje ruw om te gaan, waarde vriend."
„Dat doet er immers niets toe, omdat wij
elkaar begrijpen."
„Dus dan tot ziens, tot over zes dagen op
de conferentie."
Glimlachend schudden zij elkaar de han
den. De politicus volgde den generaal met
zijn oogen. zooals deze elastisch het pad op
klauterde, de boot in het water stiet, erin
sprong en zijn inspannende roeierij naar het
verankerd jacht ondernam.
De politicus keerde zich van de zee af;
vóór hem strekte zich m.ilen ver de zee uit
en uitgezonderd eenige pony's, enkele koeien
en drie of vier pluvieren, was er verder niets
levends te bespeuren.
De bijeenkomst was handig beraamd en
met succes verloopen. Ze waren het over en
weer, ten opzichte van positie-nemen in een
netelige positie, volmaakt eens geworden,
afgescheiden van het kruisvuur eener lastige
conferentie. Niemand wist hier iets van. Geen
loerend oog had hen gezien, geen oor ge
hoord. Zij hadden elkaar getroffen, alles
precies afgesproken en waren toen uit elkaar
gegaan, zonder dat iemand buiten hen-zelf
eenig vermoeden had.
Hij zag op zijn horloge. Er was meer dan
tijd genoeg voor den terugrit Als hij wat
geluk had, was hij thuis, terwijl zijn gasten
nog bij de thee zaten.
Maar plotseling drong van de rustige klip
pen het geluid van menschelijk-niezen door.
De politicus schrok hevig, werd lijkbleek.
Ontsteld keek hij om zich heen. Nergens
eenig menschelijk wezen te speuren, geen ziei
waar te nemen, als men dieren tenminste geen
ziel toekent.
En toch, hij had niezen gehoord; en van
dichtbij, zeer dichtbij
Eenige meters verwijderd stond een gra-
nietblok recht overeind. Zou het kunnen, dat
iemand zich daarachter verstopt had? On
danks den warmen zonneschijn liep den poli
ticus een rilling over het lijf. Ijlings zocht hij
de rots op en 't was, zooals hij gevreesd
had; aan de andere zijde stak de rots minder
scherp uit de aarde omhoog en tegen een
glooiing zat een manen naast dien mai
lag iets vreeseüjks: een kiektoestel! De man
staarde voor zich uit, over het moeras. Zijn
oogen waren lichtblauw; toen de ooliticus
hem naderde, draaide hij zicli even om en
tuurde toen opnieuw de verte in.
De politicus dacht ijlings na: de wind woei
in de richting van de zee en de generaal, en
hijzelf eveneens, hadden zacht gepraat. Het
was bijna onmogelijk, dat de man iets opge
vangen zou hebben. Maar het photografie-
toestel! Hij beleefde een oogenblik van gru-
welijken schrik.
„Heerlijk uitzicht hier", begon de politicus
zoetsappig.
„Heerlijk", stemde de ander toe.
„U hebt een kiektoestel bij u. zooals ik zie.
Was het vandaag een goeie dag voor op
namen?"
„O. ja, misschien wat al te veel licht".
De man betoonde weinig belangstelling;
bij hem miste de animo, die den amateur ken-
teekent. Het hart zone den politicus in de
schoenen. Naar het uiterlijk zat hier een be-
roeps-photograaf, waarschijnlijk van de
pers
„Hebt u veel-opnamen gedaan?
De man glimlachte. Het was o. angst
wekkend verschijnsel een heel tevreden
lachie Dat gaf te denken!
„Alle platen zijn gebruikt", zei de man,
„het is jammer, dat er niet meer waren."
En bliksemsnel joegen allerlei ge
dachten door her hoofd van den politicus.
„Ik heb dikwijls naar een photo-toestel
verlangd; 't is zoo'n aardige en interessante
liefhebberij".
>A ja gaf de ander onverschillig toe.
„Af en toe vindt mer. wei iets, dat de
moeite waa d is om opgenomen te worden.
Dat is een kwestie van boffen van 'n beetje
geluk".
De politicus kreunde bijna van angst.
„O ja. ja, dat wil ik wel gelooven kan
men eigeniijk er wat mee verdienen, is het
loonend
„Niet als het alléén maar een spelletje is".
D- man glimlachte opnieuw. Een merk
waardig wezen; hij was voorzichtig angstig
bezorgd om zich niet te verraden, maar niet
temin kon hij een glimlach niet weerhouden
Hij vermeed het om met den ander van blik
te wisselen en tuurde maar steeds over het
moeras.
„Soms kan men een opname aan een cou
rant verkoopen
^af weet ik", antwoordde snel
oe politicus en hij liet er op volgen:
?en®> wat vraag: u voor uw ge-
heefe boeltje, bet toestel met de platen ?w
verbaasd2^ U' stem van d«n klonk
„Ik zou alles willen koopen. Dat is
een zeker zwak van mij. Ik heb nu en dan
van die plotselinge invallen. Zeg mij maar
uw prijs."
Hij haalde een grooten zakdoek voor den
dag en wischte zich het gelaat af; hoewel het
zweet hem op het voorhoofd parelde, rilde
hii.
„Ik heb niet het recht om het toestel te
verkoopen".
„Misschien is het wel het eigendom van
zijn courant", peinsde de politicus.
„Maar", begon hij, ,jk vind uw toestel
wel zeer begeerenswaard, alsook uw platen.
Dat alles trekt me aanik wou de op
namen hebben, die u gemaakt hebt."
„U bewondert zeker zeer dit woest par
tijtje moeras, die wijde zee?" sprak de man
nu op conversatie-toon. „Ja, ja, alles is zeer
mooi".
„Neen, ik haat dit alles. Er is een speciale
reden voor, waarom ik gaarne uwe platen
zou willen hebben, zooals u allicht geraden
zult hebben
Waarom speelde de man comedie? Wilde
hij tijd winnen voor het bedingen van een
som?
„U weet zeker wie ik ben?"
„Neen", zei de man.
„Hoe!" De politicus staarde hem ver
baasd aan. Was het denkbaar, dat er iemand
hier in deze omgeving hem niet kennen zou?
„Neen, ik ken u niet en ik kan niet be
grijpen waarom u mijn toestel hebben wilt"
„Kijk mij maar eens goed aan".
De man wierp hem een blik toe en tuurde
toen opnieuw naar het moeras.
„Neen, ik ken u niet", herhaalde hij.
„Zei u niet, dat u uwe opnamen naar een
courant wilde zenden?"
De politicus raakte verward. De man
scheen oprecht in zijn verklaring, dat hij
hem niet kende. Maar 't was bijna niet t?
gelooven.
„Als de photo's goed worden, zend ik ze
stellig naar een courant. De mogelijkheid is
nooit uitgesloten, dat er één of twee worden
aangenomen".
De mogelijkheid! Het klonk grappig als
het niet zoo vreeselijk was
„Laten we nog eens de zaak overleggen.
Ik heb uw toestel met bijbehooren noodig
Ik moet ze hebben. Ik ben tc zenuwachtig om
nu naast u te gaan zitten, maar ga met mij
mee terug u... u zult uwe platen willen
ontwikkelen of u wilt iets anders, inmiddels
gaat de tijd voorbij..."
Hij deed eenige haastige, zenuwachtige
passen op en neer.
„Ik ik kan niet weg", zei de merkwaar
dige ziel. „Ik moet hier wachten, totdat mijn
neefje mij komt afhalen".
„Hij is zeker verlamd!" meende de poli
ticus.
De gedachten van den politicus dwarrel
den. Hij .greep naar de portefeuille in zijn
binnenzak.
„O, arme kerel, u waart ook in den oor
log..."
„Ja" (zelfs nu nog glimlachte de man
niet dien eigenaardigen glimlach), „ja, ik
was in den oorlog".
„Ellendig... dus u kunt niet loopen? Maar
ik moet uw photo-toestel hebben...
Hij bukte zich plotseling en stak hem een
bundeltje bankpapier in de rechterhand.
„Wat beteekent dat?" riep de ander
smartelijk uit, doch zonder een blik naar de
banknoten.
„Betaling van uwe eigendommen".
De politicus greep naar bet toestel en d*
platen en liep haastig weg. De andere man
vloekte hem achterna..de politicus liep des
te harder.
Een uur later kwam het neefje van den
man opdagen.
„Kijk een?, kind," zei hij en hief zi n rech
terhand met den bundel banknoten omhoog.
„De een of andere dwaas gaf ze mij en
ging er met jout/ ^hoto-toestel en de rest
van door Hij moet h;er ziin gekomen, terwijl
ik jjiep. De ezel heeft heelemaal niet ont
dekt. wat mij scheelt", voegde hij trots er
aan toe.
„Goeie hemel, oom Fred. 250 pond," riep
de iongen uit.
Toen bukte hii zich, hielp den man over
eind, nam ^em hii den arm en leidde hem
naar fvus. man was blind.
Om één uu* werd heden de gistermid
dag m half zes geschorste vergadering
voortgezet.
Afwezig waren de heeren Venneker
en Bingerc.
De voorzitter deelde mede, dat de
heer Venneker bericht had ingezonden
vannidriag verhinderd te zijn
Voorts deelde hij mede vanavond den
raad in do gelegenheid te stellen de
raadscommissie in de zaak Jansen-Ge-
meer.te te benoemen.
De heer G o v e r s herinnerde aan de
y; kiezing van het oude college voor 3 Ys
jaar met teleurstelling van de oppositie.
Het elftal is thans uiteen gevallen. Spr.
heeft zich nooit berouwd over devorming
van 't elftal met behoud van ieder princi-
pieele vrijheid. Spr. meent het oude col
lege een woord van hulde te moeten
brengen voor de voorbeeldige wijze waar
op het de belangen van de gemeente
diende. Ook de opstelling van de laatste
begrooting geschiedde door dit oude col
lege en het doet hem genoegen dat het
nieuwe en de overzijde zich er mede
vereenigen. Wat later komt dient te
worden afgewacht.
Op grond van de vergadering van
gister hoopt hij dat het goed afloopt.
Spr. wil de kippen die de gouden eie
ren leggen behouden en binnen halen.
Helaas vertrokken eenige van hen.
Twee belangrijke veeren werden de
gouden Kip uitgetrokken. In de eerste
plaats was dit het besluit inzake de
uitkeering aan de werkloozen, een ge
volg van een misverstand en een kleine
reactie. Spr. hoorde dat de v.-d. -onder
geen beding zullen mede werken tot het
niet verkrijgen van de subsidie.
De uitersten, die hoopten op een breuk
van net elftal, grepen de gelegenheid
aan en gaven de subsidie prijs.
Spr. zal het hierbij laten. Het overige
zal zijn partijgenoot naar voren brengen
Spr. had gevraagd hoe het met den
schoorsteenschouw in de stad staat. Er
zijn er die ze altijd verwaarloozen c
mag hier een uitstekend brandweercorn
bestaan, doch het beste is dat dit
dienst behoeft te doen.
Voorts had spreker gevraagd: waarom
het gedeelte langs het EandbouwhuU
waaruit de ïails verwijderd zullen w0r
den, niet geasfalteerd wordt, maar be^
straat. Spr. oordeelt dit verkeert.
Voorts gaf hij B. en W. in overwegjn»
dit aan te houden tot er zekerheid j.
dat het postkantoor in het voormali®
opvoedingsgesticht komt.
Ook besprak hij het huis aan de Noor
derkade waarin hij ee^ W. C. wil aan*
brengen.
Het onderhoud, dat daar zooveel moet
kosten, wil spreker het volgend jaar
als de nuur om is.
Het moet niet veranderd worden 0n
een wijze waarop een volgende huurde?
de gelegenheid ontnomen wordt er
koeien te houden.
Voorts wenschte hij een onderzoek
naar de goedkoopste wijze om bewoners
(een 10 tal aan het Zeglis) van drinkwa-
ter te voorzien. Spr. achtte dit een offer
van de gemeente waard.
Op de begrooting staa' een post van
2000 voor het herstellen van de schoei-
ing aan de Breelaan. Spr. wil hiermede
wachten omdat het geld weggooien is
als over een paar jaar de plannen van
de Kanalencommissie worden uitge
voerd.
Voorts besprak hij het verkeers-
obstakel, de vlotbrug.
Spr. besprak den grooten hinder dien 't
verkeer daar ondervindt en in het belang
van ce wachtenden wilde hij daar een
urinoir aan de zijde van het Heiligland.
De heer Vo g e 1 a a r oordeelde het een
eigenaardige omstandigheid waaronder
de oppositie thans het eerst het woord
voert, omdat de begrooting het werk is
van het oude college, dat een onverdacht
woord van lof werd gebiacht door het
nieuwe, dat schreef zich in hoofdzaak
met deze begrooting te kunnen vereeni
gen.
Het werk van het elftal bleek dus niet
zoo slecht, dat het nieuwe dit niet kon
overnemen.
Wij zouden ons dus kunnen bepalen
tot de punten die nu door de nieuwe bij
lage;. aan de begrooting zijn toegevoegd.
Spr. heeft echter ook nog opmerkin
gen over punten van de begrooting en
verwacht dat de overzijde, hoewel thans
regeeringspartij, ook wel het een en an
der zal hebben te zeggen.
Hij besprak hierna de financieele po
sitie van de gemeente.;, daarbij herinne
rende aan den aanbiedingsbrief, betoo-
gende dat men er had om moeten den
ken voor de vermindering van den pen
sioenaftrek met 35-2 als men niet weet
of dit voor 1932 ook mo. olijk is.
Gelukkig is er echter eenige speling,
doordat er verschillende uitgaven in
voorkomen die wij in 1932 niet hebben.
Spr. becijfert dit bedrag op 57000. de-
kening moet echter gehouden worden
dat er in 1931 weer zal worden geleend
Hr is echter een lichtpunt-
In hoofdzaak wil spr. constateeren,
dat het oude college de financiën volko
men gezond aan het nieuwe heeft over
geleverd en dit zou niet mogelijk ge
weest zijn wanneer men was doorgegaan
met het beheer als in 1927.
Komende tot de begrooting oordeelde spr.
de twee groote punten: onderwijs en armen
zorg.
Vooraf besprak hij eenige kleine punten,
als pensioenbetaling voor 200.000 loon
voor los personeel. Spr. betwijfelde of dit be
drag wordt uitgegeven, omdat er 100.000
voor de gasfabriek op staan. Voor de onge
vallenverzekering besloten wij zelf het risico
te dragen en de praktijk leerde, dat het voor
deel er van is aan de gemeente. De ziekte
verzekering is overgedragen aan de alge
meene bedrijfsverzekering en spr. vraagt
om statistiek aan te houde» van ae uitgekeer
de ziektegelden en de premie, om te beoor-
deelen of het ook hierbij niet noodzakelijk is
zelf het risico te dragen. Verschillende ge
meenten gingen hierin reeds voor, als Am
sterdam en Haarlem. Voorts vestigde spr. de
aandacht op de ontsiering van de Mient,
door de naast het mooie huis aangebrachte
lichtreclame, die het 's avonds wel aardig
doet, doch dan ziet men geen huizen.
Spr. vraagt of het college toestemming
heeft gegeven en welke motieven daartoe
hebben geleid.
Ook herinnerde spr. aan de besprekingen
bij de vorige begrooting, toen gezegd is, dat
de drankbestrijdersvereenigingen niet meer
mochten rekenen op toestemming voor den
verkoop van bloempjes.
Desondanks bekwam één vereeniging toe
stemming daarvoor en spr. vraagt of het
standpunt van B. en W. is gewijzegd.
Met het bijschrijven van rente van de on
gerealiseerde reserve ten laste van het grond
bedrijf wil spr. niet voortdurend blijven
doorgaan.
Boekhoudkundig is het juist, doch de
vraag is of men het bedrag ook mag op
nemen.
Door een voorbeeld toont spr. aan, dat dit
beteekent geld opmaken, dat men niet ver
diend heeft. Alleen de winst die reeds g*"
maakt is mag de begrooting ten goede ko
men. Men zal anders in de situatie kunnen
komen, dat men een belangrijk bedrag moet
bijpassen.
Spr. wil dit jaar nog met de bijlage ac-
coord gaan, maar overigens de zaak onder
zoeken.
Spr. stelt voor om een deskundige op dit
gebied te raadplegen, om de belangen va0
het grondbedrijf met die van de gemeente te
vereenigen.
Komende tot den post onderwijs, herinner
de hij aan het in 1924 gevoerde debat over
het Daltononderwijs. Het gevolg was e01
proef met dit stelsel in de gemeente.
Spr. vraagt, hoe de ervaringen met dit
stelsel zijn en of de proef moet worden
voortgezet. Hij kon zich voorstellen,
ouders er bezwaar tegen hebben en
daarmede rekening houden.
Over het vervangen van de Keetkol»;
school wil hij een enkele opmerking.
herinnerde aan de Nieuwjaarsrede van de®