(ItHHStlt CdiiranL FEUILLETON. Hsnëerë drie en dertigste jaargang. JfopHein Wagtviefsi Tbchf GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR. f Jfo 9 1931. riiilatr 9 Januari Radio-hoekje Zaterdag 10 Januari. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend V A.K A 8.Gramofoonplaten. 10.Morgenwij ding (V P R.O.) 10.15 Uitz. voor arbeiders in de Continu-bedrijven. G. E. den Boer, accordeon-virtuoos. 12.Politieberichten. 12.20 Concert door het V.A.R A.-Septet en gramofoonpl. 2.Gramofoonplaten. Z.io Radio-Volks Universiteit. 2.45 Paedagogisch concert m. m. v. de Holl. Kamermuziek\ er. onder leiding van P. Tiggers. 4.15 Cursus Duitsch. 4.45 I. van A. O. kwartiertje. 1 - Voogd bespreekt ,Waar en hoe werkt liet Instituut?" 5.45 Ons huis een tehuis, (l- Landré). 6.15 S. D. A. P.-kwartiertje. K. R. van Staal„De nood van de kleine siga renmakers". 6.30 Literair halfuurtje door A. M. de Jong. 7.15 Gramofoonplaten. 716 Politieberichten. 8.„Bij de Pomp' de Klepperman. 8.15 Concert door het V.A.R.A.-Orkest. The Four Serenaders ac cordeon. 9.— Bestuursmededeehngen. 9.10 Vervolg concert. 10.VAR-A -Varia. 10.10 Vervolg concert. H. van Ass, zang. A. ae •Ridder, piano, the Four Serenaders. 11. Persberichten. 11.15 Gramofoonpl. 1-. ^Huizen 298 Al. (Uitsluitend K. R. O.) 8-^15 Gramofoonpl. 11.30-12— Gods. Halfuurtje. Past. Perquin. 12.01—1.30 Con cert door het K. R. O.-sextet. 1.30—2.30 Gramofoonplaten. 2.30—3.— Jeugdhalfuur fje j.4.15 Kinderuurtje. 5.6.Gramo foonplaten. 6.—6.15 Sportcauserie S. P. J. Borsten. 6.15—6.35 Journ. Weekoverzicht P. de Waart. 6.356.45 Gramofoonpl. 6 45 7.15 Esperanto. 7.157.45 Prof. Dr. D. Franses O. F. M „Kerkvaders en de ge schiedenis van hun tijd". 7.45—11.Con cert door het K. R. O.-Salon-orkest onder lei ding van M. var. 't Woud. G. den Boer, ac cordeon. 11.—12.— Gramofoonpl. 9.— Vaz Dias. Daventry, 1554.4 Al. 10.35 Morgenwijding. 11.05—11.20 Lezing 1.20—2.20 Orkestcon cert. 3.30 Verslag van de voetbalmatch Ar- scenla—Aston Villa. 4.30 Concert. 5.05 Or gelspel d. R. Foort. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Berichten. 7.Sportber. 7.05 Piano-soli door F. Dawson. 7.20 Lezing. 7.40 Lezing 7.50 Concert. Solisten. 9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 10.05 „Humour- Esque". Woorden en muziek van L. Henry. Solisten en koor. 10.4512.20 Dansmuziek. Parijs Radio-Paris1725 M. 12.50 Gra mofoonplaten. 4.05 Kinderuurtje. 4.50 Dans muziek. 6.50 Gramofoonplaten. 9.05 Too- neeluitzending. 9.50 Tziganenmuziek. Langenberg, 473 Al. 6.207.20 Gramo foonpl. 11.30 Gramofoonplaten 12.201.50 Orkestconcert. 4.205.20 Orkestconcert, so liste. 6.6.20 Gramofoonplaten. 7.05 Vroo- lijke avond. 9.20 Berichten Daarna tot 11.20 Dansmuziek. 11.20—12.20 Dansmu ziek, (Gramofoonplaten). Kalundborg1153 At. 12.05—12.35 Gra mofoonplaten. 2.20 Kinderuurtje. 2.504 50 Orkestconcert en zang. 7.208.20 Dansmu ziek. 8.208 40 Liederen-voordracht, 8.40 8.55 „Familien Hansen" van Jens Locher. 9.40—10.05 Trio-concert. 10.0511.35 Dansmuziek. Brussel, 508.5 Al. 5.20 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonplaten. S.35 Concert, georg. door „La Meuse en L' Antenne". Hierna be richten. Zeesen, 1635 Al. 5.401.20 Voordrach ten, lessen, lezingen. 1.20—2.20 Gramofoon platen. 2.203.50 Orkestconcert. 4.507.15 Voordrachten en lessen. 7.20 Vroolijke avond. Kapel Leo Eysoldt. 8.30 Cabaret. Met mede werking van solisten. 9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dansmuziek. DE V.A.R.A. DAGVAARDT DEN STAAT. De V A.R.A. heeft haar rechtskundigen raadsman, mr. M. van der Goes van Naters, opgedragen den Nederlandschen Staat te dagvaarden terzake van het afbreken van de radio-uitzending op 8 October 1930, welke verbreking is geschied op last van de Radio, Omroep Controle-commissie, voor welker handelingen de Staat verantwoordelijk is. Bedoelde uitzending betrof de vergadering d e,n' waar de secretaris van de V. A. K. A., de heer G. J. Zwertbroek, het woord voerde. Uit de stellingen der dagvaarding noteert de „Voorwaarts", dat het Radio-Controle- ïeglement afbreking verbiedt, behalve inge- val er afwijking plaats vindt van het toege laten programma of van hetgeen na overleg tot geen bezwaar aanleiding heeft gegeven, welk geval in casu niot aanwezig was. Eischeres overweegt verder, dat de controle der commissie en de daaruit voortvloeiende bevoegdheden slechts strekken ter voorko ming van gevaar voor de vrijheid van den Staat, de openbare orde of de goede zeden en bij de afbreking van eenig gevaar hiervoor niet in het minst sprake was. Bovendien zou, wanneer dit gevaar wel aanwezig ware ge weest, aldus ontwikkelt mr. v. d. Goes v. Naters zijn stellingen verder, de afbreking nog onrechtmatig zijn geweest, aangezien de tekst der redevoering niet van tevoren was opgevraagd, welke opvraging het Radio-Con trole reglement stelt als voorwaarde voor 'n uitzendverbod. Mr. v. d. Goes v. Naters vordert, dat de Haagsche rechtbank verklare, dat de afbre king van de uitzending van eischeres door gedaagde, althans door zijn organen, ge schied is onrechtmatig en in strijd met de wetvervolgens, dat gedaagde worde veroor deeld, aan eischeres terzake tegen kwijting te betalen een bedrag aan schadevergoeding, zoo mogelijk bij vonnis te begrooten en an ders op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, en tenslotte de gedaagde te veroordeelen in de kosten van het geding. VERGADERING VAN DE V.A.R.A. AFD. ALKMAAR. Maandag a.s. houdt de Alkmaarsche afd. van de V.A.R.A. een openbare vergadering, waarin als sprekers zullen optreden de hee- ren Zwertbroek (secr. hoofdbestuur) en Zalm (lid vereenigingsraad), met het onderwerp: Het zendervraagstuk. Het A.V.R.O.-actie-comité is tot debat uit- genoodigd. Terwijl wij in dit huis waren, kwam eene soldatenvrouw, met een kind van slechts wei- nige dagen oud, op den arm, en wilde daarin bescnerming tegen de felle koude zoeken. Een artiliery-otficier (wien wij 's nachis te voren gezien hadden, dat zijn ransel vol met zijden kousen en andere kostbaarheden was, die hij denkelijk van Moskou had medegebragt), wilde haar dit op eene brutale wijze beletten. Dit maakte onze verontwaardiging in den hoogsten graad gaande. Wij namen deze ongelukkige vrouw tegen hem in bescherming, en verweten hem zijne ongevoeligheid: er bijvoegende dat de arme vrouw, die welligt hare man verloren had, van alle hulp ontbloot was, en geenen ransel vol zijden kousen enz. had, om daarvoor het noodige te kunnen koopen. Hij zweeg b schaamd en wij hadden dus het genoegen, öie ongelukkige bij ons in huis te nemen, doch anders konden wij haar niet geven, want wij hadden zeiven niets. Nadat v/ij hier dus eenen akeligen dag en eenen nog verschrikkelijker nacht hadden doorgeb.-agt, werden wij den 30sten naar het üo-p Charowils gevoerd, waar ik heen sukkel de, ondersteund door een grooten stok; en de- Zitting van Donderdag 8 Januari. Om 10 voor half 5 werd de vergadering heropend en verleende de voorzitter het woord aan den wethouder van het grondbe drijf, den heer v. Slingerland, die voorstelde 56000 M2. grond, eigendom van den heer Apeldoorn aan den Bergerweg, voor 1.30 per M2. aan te koopen. De heer G o v e r s oordeelde de prijs te hoog. Het is grond die achter de huizen aan den Bergerweg ligt. De heer K e e s o m zou ook tegen stem men, omdat hij het niet in orde vindt, direct te geven wat gevraagd wordt. Het voorstel werd aangenomen met 12 tegen 6 stemmen. Tegen de heeren Vogelaar, Keesom, Govers, Thomsen, Hoytink en Geels. Voorstel tot aankoop van grond in verband met de omlegging van de Houtvaart. B. en W. stellen aan den Raad voor, te be sluiten: aan te koopen: A. van F. Groot alhier, een erf en tuin ge legen aan den Bergerweg, tezamen groot on geveer 15 aren 17 centiaren, kadastraal be kend gemeente Alkmaar, sectie C, nr. 3119, 3174 en 3212, voor den prijs van 23500 in totaal, onder nader vastgestelde bepalingen. B. van J. Stroet alhier, een erf en een per ceel weiland gelegen aan den Bergerweg, te zamen groot ongeveer 33 'aren 10 centiaren, kadastraal bekend gemeente Alkmaar, sectie C, nr. 3306 en 794, voor den prijs van 19000 in totaal, onder nader vastgestelde bepalingen. De heer Govers vond ook deze prijzen abnormaal hoog. Hij begreep niet hoe het college met dit voorstel kon komen. Spr. kon zich met dit voorstel niet vereenigen. Spr. had in de geheime zitting voor gesteld geroep: ho, ho. Spr.: er is niets gehuurd, ik heb voorge steld om dan maar liever te onteigenen. Wethouder v. Slingerland zeide, dat het college den prijs ook hoog oordeelt. Met onteigening is men niet zeker dat men nog niet een hoogeren prijs moet betalen. Onteige ning duurt lang en er zijn vele werkloozen, die met de uitvoering van het werk gebaat zijn. De heer Govers vraagt wanneer men kan beginnen. Met 1 Febr. kan het pas aanvaaid worden. De winter is voorbij, voor men hei werk kan aanpakken. Wethouder v. Slingerland zeide, dat de grootst mogelijke spoed betracht zal worden. Wethouder Klaver erkende ook. dat de prijzen hoog zijn. De vraag is echter: „wat is het minst schadelijk en dan is spr. over tuigd, dat dit de aankoop is. Er is ook plan daar een zwemgelegenheid te maken en verwacht kan worden, dat het werk dat al een oud werk is, spoedig ter hand genomen kan worden. Het voorstel werd hierop aangenomen met 12 tegen 6 stemmen. Tegen de heeren Govers. Thomsen, Hoytink. Geels, Keesom en Voge laar. Voorstel inzake verbreeding Bergerweg, het maken van een brug over de Nieuwe Houtvaart en het omleggen van de Houtvaart. Voorgesteld wordt: I. den Bergerweg te verbreeden van de Wugnumsche buurt tot den Hoeverweg; II. de omlegging van de Hoever- of Hout vaart. voor zoover de gemeente over de be- noodigde terreinen de beschikking heeft of zal krijgen, uit te voeren; III. een nieuwe vaste brug te bouwen over de om te leggen Houtvaart een en ander overeenkomstig de bij de stukken overgelegde plannen; IV. het College voor de onder I, II en III genoemde uitgaven credieten toe te staan onderscheidenlijk van f 80.100, 36.200 en f 37.500 en deze uitgaven te zijner tijd nader bij suppleto.re begrooting te regelen, waar bij tevens kan worden beslist omtrent de ver- dveling van kosten tusschen het bedrijf der gemeentewerken en het grondbedrijf. De heer Bakker besprak de drie manie ren van aanbesteding. Men weet dus niet of men paal- of staalfundeering wil en punt 3 zegt, dat zelfs het college het voorbereidende werk van den directeur niet vertrouwt. Hij meent, dat volgens 1 en 2 aanbesteed moet worden. Spr. vraagt of het de instemming van den wethouder heeft, dat op deze wijze aanbestedingen plaats hebben. De heer v.Drunen vraagt hoe oud het plan is. In de commissie heeft hij het plan nooit behandeld. Welk plan voor staalfun deering krijgen de aannemers te bekijken. Het verzwaarde of het verlichte plan?. Den heer S i e t s m a was het niet duide lijk. Men wil verhooging bij de brug en zegt verder dat ophooging meer zal kosten en dat men dus het niveau niet wil verhoogen van den Bergerweg. Krijgt men nu een op- en neerrit en zoo ja is dit voor den mooien Bergerweg wel ge- wenscht? Spr. vraagt wat de kosten zijn als men het niveau gelijk heeft gemaakt. De heer Woldendorp maakt het col lege een compliment voor de handige wijze waarop het voorstel in elkander zit. Het pu bliek zal het koud laten of de brug staal- of paalfundeering heeft. Mej. C a r e 1 s schonk het ook voldoening, dat de zaak zoo voor elkander was geko men. Ook zij stemde met het voorstel in. De heer Govers betoogde, dat het geen hooge brug wordt. Verhooging van den weg is voor de omwonenden niet wenschelijk. Spr. is voor het voorstel. Weth. Klaver oordeelde, dat men elkan der reeds had beantwoord. In antwoord aan den heer Bakker, zegt spr., dat het voorstel van den directeur van P. W. is uitgegaan. Het college heeft het voorstel gedaan om vast te stellen of het mogelijk is, dat derden een goedkoopere optpssing weten, die aan de soliditeit voldoet. Tot den heer v. Drunen zegt spr., dat dit behandeld was in de vorige commissie van bijstand. Het advies van de commissie is, dat van de vorige commissie. Wat de hoogte van de brug betreft betoogt spr., dat men, zoo lang er geen tunnel is, hoopt dat men zal beleven, dat er een komt, maar zoo lang die er niet is moet men reke ning houden met den bestaanden toestand en de brug meet een minimum hoogte hebben, door den waterstaat gesteld. Men kan de aansluitende terreinen niet brengen op de hoogte die de brug zal krijgen en bovendien zullen dan de bestaande huizen beneden den weg komen te leggen. Als er een tunnel voor laag rijverkeer komt, dan sluit de weg ook beter aan. De tunnel wordt een tunnel voor laag rijverkeer en het hooge rijverkeer zal een anderen weg moeten volgen. Men is aan de maten gebonden en gegaan tot de uiterste grens. De heer S iets ma vroeg hoe lang de helling wordt. Die zal toch minstens 50 M. moeten zijn en zal het zooveel meer kosten als men den weg over het geheele gedeelte ophoogt. Weth. Klaver: Dan belemmert men de reeds omwonenden te zeer. De heer Bakker kon zich voorstellen, dat de raad het voorstel goed vindt. Zijn vraag is of de wethouder van de bedrijven het goed vindt, dat er door het college een voorstel wordt gedaan waarbij de eigen be- drij fsdirecteur op zijde wordt gesteld. Als ze moeijelijke marsch heb ik tot aan Weleksp toe, tien dagen lang, volgehouden. Wij werden geëscorteerd door kozakken, en baschkieren, welke laatste behalve lans of spies, ook nog met pijl en boog gewapend waren. Wij kregen niets te eten, zoodat velen van ons van hon ger omkwamen, waarover de Russen zich weinig bekommerden. Er was waarlijk kunst en vliegwerk noodig om levensmiddelen te be komen. Van den hoop durfde men zich niet te verwijderen, wilde men niet doodgeschoten worden. Men kan wel begrijpen dat de solda ten, die ons moesten transporteren, met deeze commissie niet zeer in hunnen schik waren; en dit moesten wij onschuldigen misgelden. Im mers, terwijl hunne krijgsmakkers den vlug- tenden vijand vervolgden, en dus in de gele genheid waren een grooten buit te maken, moesten zij ons, nog minder dan bedelaars, voortduwen. En dit deed hen eene hardheid en ongevoeligheid omtrent ons lot betoonen, die voor velen onzer doodelijk was. Zij behan delden ons volstrekt als beesten, en maakten er zich een vreugde uit, eenen Franschen hond naar de andere wereld te zenden. Menigmalen ben ik van zulke onmenschelijke daden oogge tuige geweest, en het gezigt van zulke toonee- len deed mij nieuwen moed vatten en alle mijne krachten inspannen, om een gewissen dood zoolang mogelijk te ontwijken; want hoezeer ik den dood dikwijls in den slag on der de oogen gezien had, zoo rekende ik mij thans echter verpligt, alles te doen, om mijn leven te sparen. En ik ondervond dus, in mijn eigen ge val, hoe sterk de trek tot het leven is, die de weldadige Natuur den mensch heeft inge schapen. Al is hij noff zoo ongelukkig, toch bemind hij het leven, terwijl de hoop op bete re tijden hem ondersteunt en voor wanhoop bewaart. Onze weg vervolgende, kwamen wij den lsten December in het dorp Caglar, waar wij bij troepen, in huizen, of liever hut ten, werden gejaagd, evenals varkens in een hok' Dan wij waren al wel te vreden ons onder dak te bevinden. De armoede, die wij sedert zoo veel tijd geleden hadden, deed het ons reeds als een geluk beschouwen, slechts tegen de koude beschut te zijn. O! hoe zalig „evoelden wij ons, wanneer wij slechts een weinig warmte hadden, en een plekje gronds vonden, waar wij onze vermoeijde leden kon den nederleggen, en ongestoord den verkwik- kenden slaap genieten, die ons voor eenige oogenblikken onzen treurigen toestand deed vergeten, schoon het ontwaken ons daaraan maar al'te spoedig weder herinnerde. Dus voortgestuwd, vervolgdtn wij onzen weg van dag tot dag, tot aan Witepsk, al waar wij den 9den December aankwamen, vonder dat er in dien tijd in ons lot eenige verandering kwam. Honger en koude waren altijd aan de orde van den dag, zoodat velen van ons onderweg bezweken. In de stad Seria bij eenen Jood onder dak zijnde vonden wij toevallig eenige wortelen en aardappelen. Hoe verheugden wij ons over dezen schat; nauwelijks konden wij den tijd afwachten, dat zij gereed gemaakt wer den en wij vielen er, zoodra zij op tafel kwamen, met gretigheid op aan. Doch pas hadden wij dezelve binnen, of eene braking deed ons de spijzen weder ontlasten; want onze maeen waren door het langdurig hon het een toezegging is aan den raad, dat men wil breken met het systeem, dan vindt spr. het goed. Weth. Klaver: Het denkbeeld is van de commissie van bijstand en de directeur gaat er mede accoord. Het voorstel werd hierop z.h.st. aangeno men. De voorzitter stelde nu aan de orde de wijze van behandeling der begrooting. De heer Woldendorp begreep niet, hoe men morgen de begrooting kon behande len. De voorzitter: Alleen zal gelden de behandeling van datgene wat gevraagd is, opdat B. en W. kunnen antwoorden. Vragen zijn ingekomen en spr. zal mor gen beginnen de vragen te behandelen. De heer Thomsen kon zich dit niet voorstellen. De moeilijkheid is dat spr. niet weet wat door anderen is gevraagd Men heeft geen gelegenheid, daarover ruggespraak te houden met de fractiegenoo- ten. Spr. vraagt of de noodige tijd gegeven wordt om zich te beraden over het antwoord van B. en W. De voorzitter vond, dat daarin iets lag wat redelijk was. Het ligt niet in de be doeling om het de oppositie onmogelijk te maken Het college rekent er op, dat men morgen niet met de begrooting klaar komt. Er zal de volgende week nog wel vergaderd moeten worden. Als de raad schorsing vraagt zal spr. er niet tegen zijn. De heer Thomsen oordeelde, dat vast moest staan, dat men zich over ieder ant woord kan beraden. Stilzwijgend moet vast staan, dat de raad een week tijd krijgt om zich over het ant woord van het college te beraden. Spr. doet daartoe het voorstel. Z. h. s. werd hiertoe be sloten. De heer Woldendorp had het beter gevonden, dat de vragen en antwoorden van het college ter kennis van den raad wa ren gebracht. De voorzitter: Deze wijze van behan deling is alleen een gevolg van de wisseling in het college. Het volgend jaap; krijgt men weer een ge wone wijze van behandeling. Het college heeft alleen gehoopt hiermede spoed te be trachten. De heer Bakker' Maar wij behoeven ons toch niet te houden aan de gestelde vra gen. De voorzitter: De heeren hebben vol komen vrijheid van spreken, doch verwacht kan worden, als over niet reeds ingekomen vragen, geantwoord wordt, dat het ant woord later gegeven zal worden. De heer Thomsen oordeelde, dat de zaak op zijnjcop gezet wordt. Hoe kan men algemeene bescnouwingen houden, als men het antwoord van B. en W. op de vragen niet weet. De voorzitter: Maar ik heb geconfe reerd met 't Senioren Convent over deze wij ze van behandeling en daarover 10 Decem ber mededeeling in den raad gedaan. De heer Thomsen: Maar ik heb ge dacht, dat B. en W. schriftelijk op de vragen zouden antwoorden. De voorzitter las voor hetgeen hij 10 Dec. gezegd had. De heer T h o m s e n had gedacht aan antwoorden vóór de algemeene beschouwin gen. De heer Govers: Waarom moeten wij schriftelijk onze vragen te voren indienen en krijgen wij daarop van B. en W. te voren schriftelijk geen antwoord? De heer Sietsma: In het seniorencon vent is ook gedacht, dat te voren antwoord zou komen. Spr. beriep zich op den heer Bon- sema, die ontkennend schudde, waarop de heer Sietsma oordeelde, dat de heer Bonse ma te veel overgoten was door het idee, dat in het college leeft. Spr. bleef betoogen, dat dit geen wijze van doen was. De heer Vogelaar zeide, dat de voor zitter in het seniorenconvent het voorstel had gedaan de schriftelijke behandeling achter wege te laten. Uit de besprekingen was de wensch naar voren gekomen, dat men buiten de schriftelijke vragen ook in de vergadering nog vragen zou mogen stellen Spr. had gedacht, dat men direct met 'n mon delinge behandeling zou aanvangen. De voorzitter deelde dit inzicht. Weth. Westerhof las een aantal vra gen zonder toelichting, waarop het college niet kon antwoorden. De heer Sietsma: U behoeft dat niet allemaal voor te lezen. (Gelach.) Het waren punten die ik wilde bespreken. Als u verder leest ziet u ook vragen, die wel beantwoord kunnen worden. De heer Westerhof: Het meeste kon den wij niet beantwoorden. Hierna werd be sloten Vrijdag over te gaan tot het behande len van de begrooting Voorstel .ot vaststelling der gemeentebe- grooting en de begrootingen van de takken van dienst voor het jaar 1931. De begrooting sluit, wat den gewonen dienst betreft, met een totaal aan inkomsten en uitgaven van 3.182.833.12 en wat den kapitaaldienst aangaat met een totaal van 281.795.50. In vergelijking met de begrooting van 1930 valt een verhooging te constateeren van 133.992,73. Deze toeneming kon wor den opgevangen door het batig saldo van de rekening over 1929, groot 100 968.22. De begrooting, opgemaakt door het oude college, is overgenomen door het nieuwe college, dat tevens een memoriepost wenscht voor een nieuw schoolgebouw ter vervanging van de school aan de Keetkolk en dat zich ook voor een nieuwe school verklaart ter ver vanging van de St. Bavoschool in de St. An- nastraat. Voorts stelt een meerderheid van het College voor, 300 subsidie te verleenen aan het Instituut voor Arbeidsontwikke- ling. Ook geeft het nieuwe College te ken nen, dat het voornemens is, om spoedig een voorstel in te dienen om het B. A- te vervan gen door een dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon. Bij dit punt komt ook in be handeling het voorstel tot wijziging der ver ordening, regelende het verhaal van pen sioenbijdragen op de ambtenaren in dienst der gemeente. Voorgesteld wordt, om met 1 Jan. 1931 geen pensioenbijdragen op de ambtenaren in dienst der gemeente te verha len voor eigen pensioen en het verhaal voor bijdragen voor weduwen en weezenpensioen te verminderen met 'A pCt. en te bepalen op 5 pCt. van den pensioengrondslag, beperkt tot 3000. Van het nieuwe college zijn ook de voor stellen om aan de Vereeniging „Zorg voorde leerlingen en oud-leerlingen van de school voor buitengewoon lager onderwijs" een sub sidie van 1260; aan de Speeltuinvereeni- ging D. E. S. een subsidie van 100; aan de Vereeniging tot bevordering van de vakop leiding voor de handwerklieden in Nederland een subsidie van 25aan de stichting „Alk- maarsch Borgstellingsfond?" een subsidie van 1000 en voor den Prov. Legwedstrijd te Beemster een subsidie van 25 toe te kennen Aan de orde kwam tevens het voorstel to wijziging der verordening, betreffende hef gemeentelijk grondbedrijf. Dit voorstel be oogt om ook voor 1931 van dit bedrijf rente betaling te krijgen over de z.g.n. ongereali seerde reserve. Ook kwamen aan de orde de begrootingen voor 1931. a. het Stadsziekenhuis. De inkomsten en uitgaven zijn geraamd op 228.300. Gere kend is op een subsidie van 63.370 (1930: 51.233.38), waartegenover in de gemeente- begrooting een ontvangpost is opgenomen, groot 9360, wegens bijdragen van andere gemeenten b. het Burgerweeshuis. De inkomsten en uitgaven zijn begroot op 17.300, het ge meentelijk subsidie op 8000 (1903: ƒ9000) c. het Burgerlijk Armbestuur. De raming van de inkomsten en uitgaven bedraagt 250.960.32, die van het gemeentelijk subsi die 242.500 (1930: 224.000). Alsmede het voorstel a. goed te keuren de begrooting voor 1931 van; 1. de Commissie tot bestrijding der tu berculose, in on vang en uitgaaf op 10300; 2. het Comité Alkmaar der R.K. vereeni ging „Herwonnen Levenskracht", in ontvang en uitgaaf op 2085; 3. de Vereeniging voor zuigelingenbe scherming in ontvanp- en uitgaaf op 3340; 4. de afdeeling Alkmaar van het Cen traal Genootschap vior kmderherstellings en vacantiekolonies, in ontvang en uitgaaf op 1815; 5. de Vereeniging voor kindervoeding, in ontvang en uitgaaf op 3310; 6. de Vereeniging „Kinderkleeding", ir. ontvang en uitgaaf op f 1350; 7. de Vereeniging voor Gezinsverpleging, in ontvang en uitgaaf op 12000; 8. de Commi sie tot Huisverzorging, in ontvang en uitgaaf op 3405 9. ae Vereeniging „Kinderbewaarplaats", in ontvang en uitgaaf op 3600; b. aan genoemde instellingen voor het jaar 1931 een subsidie uit de gemeentekas toe te kennen van respectievelijk ten noogste 800 met 5000 voor de uitzending v§n patiën ten overeenkomstig de regeling, opgenomen in Provinciaal blad nr. 7 van 1928, f 360, 1700, 500, 3000, 950, 5000, 1100 en 1870. ger lijden reeds zoo verzwakt, dat zij geen god voedsel meer konden verdragen. Daar het reeds zoolang en zoo hevig ge- vrozen had, konde men veilig alle rivieren en plassen passeren. Wij werden dus onderweg ook over een meer gevoerd, hetwelk reeds zoo bereden was, dat men zoude gemeend heb ben op den vasten grond te zijn. Op dezen weg kwamen wij aan een dorp, waar eenige welgestelde boeren woonden. Hier was ook een geestelijke, welke, den droevigen toestand ziende, waarin ik ten aanzien van mijne voe ten was, medelijden met mij kreeg, en mij een paar groot schoenen gaf. Dit geschenk was voor mij in mijne tegenwoordige omstandig heden, onwaardeerbaar en ik bedankte er den goeden man hartelijk voor. Een derge lijk geluk viel ook, doch bij toeval, onzen dokter Van der Vooren te beurt. Hij vond namelijk op den weg, dien wij passeerden, eene laars liggen, die hij dadelijk aantrok, en die hem ook goed paste. Zijn eene been was dus gedekt en nu zoude hij er gaarne ook eene voor zijn ander been gehad hebben. Dan wat wil het geval? Des anderen daags vond hij juist de werga van de eerste en dus waren nu beide zijne beenen gelaarsd. Na eenen tiendaagschen, boven alle ver beelding vermoeijenden marsch, kwamen wij dan eindelijk in de gouvernements-stad Wi tepsk aan. Groot was het aantal nieuwsgieri gen, die toestroomden om ons te zien binnen trekken. Dan de ontvangst was alles, behal- ven vriendelijk: men zag ons met verachting aan, men bespotte en beschimpte ons; en zij die zich daar tegen wilden verzetten, werden in de gelegenheid gesteld, om de kracht der Russische vuisten te beproeven; zich stil te houden, en alles geduldig te verdragen, war dus hier ook het beste. Toen wij de stad binnen gekomen waren, werden wij van den eenen kant naar den an deren geleid, dewijl men niet wist waar men ons bergen zoude, wijl er reeds zoo vele ge vangenen waren. Eindelijk geraakten wij aan de regter oever van de Dwina onder dak. De bewoners van dit kwartier waren alle Joden, die ons niets wilden geven, maar met ons ge ring overgebleven armoedje hun voordeel zochten te doen, en ons nog daarenboven be drogen. Doch wat zouden wij doen? Wij waren nu hier wel onder dak, doch dit was dan ook al. Planken waren onze legerstede, en het overschot van versletene kleederen ons deksel. Onderstand kregen wij in de eerste acht dagen ook niet: wat toch raakten het de Russen, of er eenigen van ons omkwa men; ook zij toonden het oud Hollandsch spreekwoord wel te kennen: een man over boord, een eter te minder! Daaren boven meen ik opgemerkt te hebben, dat men begreep, dat hoe meer er stier ven, hoe minder zorg zij hadden en hoe gemakkelijker het toevoorzigt over de overigen was. Van de gansche wereld dus als het ware verlaten, wisten wij niet langer werwaarts ons te wenden, om levensmiddelen te bekomen, want de meesten van ons hadden geen creld meer om iets te koopen. Wij zochten dus onzen troost bij cliegenpn onzer 'ot- genooten die nog iets hadden, en zij deelden ook broederlijk met ons. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5