„EEN LAMP „PHILIPS LAMP S Vraagt niet vraagt een 3PJ dan| spaart U meer op Uw [stroomreke- ing, dan U voor Uw lamp betaalt. Kerk en school Ingezonden stukken Hoogachtend, K. SCHOT Cz., Nieuwlandersingel. de meeste gevallen niet loonend, maar toen de prijs wat staan bleef kon het er nog zoo wat door, omdat de ogst best was. Maar toen kwam er weer een andere vrees en wel voor de ziekte in de aardappelen. Aanvankelijk scheen het nog of het goed zou afkomen met de ziekte, maar ten slotte trad plotseling de ziekte zoo hevig op dat het geen verhandelbaar product meer was. Maar in dien tusschentijd was er nog een grootere ramp gebeurd. Het begin van den regentijd, als ik het zoo noemen mag, is begonnen op den 12den Juni. De .tuinbouw staat steeds bloot aan natuurrampen, maar laat ons ho pen dat zoo'n ramp zich niet spoedig her haald Middenzomer stond het er dan ook slecht voor, uien en peen laag in prijs; de groei van de winterkool was niet best en boven dien was de ziekte (draaihartigheid) hevig opgetreden in de verschillende koolsoorten. De tuinbouwvergadering van onze zuster- vereeniging te Koedijk heeft den stoot er aan gegeven, dat er besprekingen gehouden wer den om raad te schaffen en middelen te zoe ken die verbetering konden brengen. In de eerste plaats en wat voor het tegen woordige wel het belangrijkste is, is bereikt dat de Prov Staten weer borg willen teeke nen voor een crediet, tenminste voor 70 als de betrokken gemeenten voor 30 ais borg willen teekenen. Hiervoor dank en hul de aan Prov. Staten en allen die daaraan hebben medegewerkt. Ik weet niet of bij Prov. Staten en bij de gemeente de grootte van het toe te staan kapitaal bepaald is, maar toch zou ik dezen raad willen geven: Die crediet aanvraagt fcepale eerst zorgvul dig wat hij noodig heeft, want wij moeten wel bedenken dat het weer terugbetaald moet worden, en ten tweede zou ik diegene die zichzelf nog kunnen redden, b.v. door een persoonlijk crediet of htt nemen van hypo theek, aanraden het ook zelf te doen en geen gebruik te maken van het Provinciaal cre diet. Dit zou anders ten slotte kunnen leiden tot een zóó groot aangevraagd kapitaal, dat er eenigszins besnoeid moest worden en dat zou diegenen, die het bepaald van de Pro vincie moeten hebben, kunnen benadeelen. In onze voorjaarsvergadering is voorge steld het pachtvraagstuk eens in studie te nemen. Na lange studie werd een pachtwet aan de Tweede Kamer voorgesteld en aangeno men. Al bevredigd deze wet ons nog niet toch is het een stap in de goéde richting. Het pachtvraagstuk is aan alle kanten he keken Er zal aangedrongen moeten worden, dat de strijkgelden bij verkoopingen niet meer gesteld worden; de stroppen en hooge prijzen die daardoor soms betaald wordeu, komen slotte weer ten laste van den pach ter. T' '-'ieke verhuringen en het verhuren bij in - vingen moet verdwijnen, want daariic wordt door den pachter bij gebrek aan land. een pachtsom beloofd die zelfs in redelijke jaren niet opgebracht kan worden, zoodat de pachter steeds in zorgen zijn be drijf uitoefend. Dan is er nog een onderzoek ingesteld naar het vrijstellen van de sociale lasten. Het resultaat is geweest dat de wet, zooals die er thans is, het niet toelaat en bovendien was er heel wat moeite en kosten aan verbonden Toch meen ik dat daar nog wel eens actie voor gevoerd kan worden, want veelal zijn de tuindersinkomsfen niet hoog, tenminste niet van dien aard dat zij die zware lasten kunnen dragen Veel is er echter van de zijde van de re geering nog niet gedaan voor den tuinbouw, wanneer wij alleen maar nemen het verzoek om verlaging der spoorvrachtendit is wel een verschil met Duitschland waar de vrachtprijs reeds beduidend lager was als bij ons en waar het met 1 Januari nog meer verlaagd is. Maar wij willen hopen dat ook ons land den vrachtprijs voor land- en tuin bouwproducten, beduidend zal verlagen Maar met dit al zijn wij nog niet uit den benarden toestand vandaan De meesten van ons hebben veel te weinig kool in de schuur, zoodat het met hooge prijzen zelfs niet goed kan worden, toTh zou het wel een aangena men toestand geven wanneer wij weer flinke prijzen voor onze kool konden maken, maar tot heden gaat dit nog niet. De prijzen zijn niet geheel slecht te noemen, voornamelijk niet van rood en Deen, maar toch willen wij hopen dat wij nog wat goed vriezend weer mogen krijgen, want dan hebben wij een kans dat de prijzen iets omhoog gaan.'Mijne heeren, er wordt thans gesproken van een crisistijd die niet alleen hier. maar zich over al openbaart. Overal heerscht werkeloosheid en slapte in zaken, overproductie en lage prijzen. Het is thans een moeilijke tijd voor alle menschen die eenige leiding hebben te geven en bestuurders van gemeenten, provin cie en land om den toestand zoo te organisee- ren dat het ieder bevredigen kan. Maar dit wordt wel gemakkelijker gemaakt en wordt het zelfs een mooie taak als men van alle kanten van de menschen medewerking krijgt. Er is thans voor ieder mensch een taak, wanneer allen het goede betrachten en schouder aan schouder optrekken voor al hetgeen dat tot verbetering kan leiden, dan za! er in dezen crisistijd veel verzacht' kun nen worden. Het heeft mij en zeker ons allen getroffen dat onze B. en W. het initiatief ge nomen hebben om een flinke reductie te ge ven op de huursom van de gemeentelanderij- en, daarvoor willen wii hun hier van deze plaais onzen grooten dank betuigen, want dat zijn zeker maatregelen welke de heer- schcnde nood eenigszins lenigt. Hierop ook al andere instellingen gevolgd, m door actie van den plaatselijken Bond van Lanapachiers. Wanneer ieder zoo zijn taak begrijpt, dan kan er nog veel terecht komen, d.w.z dat wanneei men ziet dat van alle kanten mede werking wordt '-erleend, men met ineer ver trouwen de toekomst tegemoet gaat. Mijne heeren, wij zitten thans in een zeer moeilijke tijd, het baat ons niet als wij daar al met elkaar over jammeren, neen, wij moe ten moedig voorwaarts, want dit moet gezegd worden: moed is er voor noodig, maar toch kunnen wij hoop koesteren op de toekomst, ons bedrijf is altijd een loonend bedrijf ge weest en zal het ook wel blijven, al komen er tijden dat voor een zeker product het getij 'erloopt, dat men de bakens moet verzetten. De zon schijnt achter de wolken en die zat ook voor ons, tuinders, wel weer eens helder door de wolken- heen komen. Met den wensch, dat ook dezen middag «tuigen van algeineeue samenwerking zijn n#de en eensgezind optrekken voor datgene dat tot verbetering kan leiden, verklaar ik de verga dering voor geopend (Wordt vervolgd) HENSBROEK. Algemeene vergadering van de Floralia- vereeniging alhier op Vrijdag 16 Jan. in café De Boer 's avonds 7 uur. Aanwezig het bestuur en 5 leden. De voorzitter, burgemeester Kooiman, opende met een woord van welkom en be treurde dat er voor deze vergadering niet meer animo bestaat. Daarna volgde voorlezing van het jaar verslag 1930'3i, waaruit bleek, dat het voor de vereeniging een voordeelig jaar is geweest. Begonnen werd met 174 leden en op 't oogenblik telde de vereeniging 178 Voorts zijn er 3 bestuursleden- en 1 leden vergadering gehouden, dat door het vertrek van 2 bestuursleden en het overlijden van mevr. Kooiman 2 nieuwe leden zijn bijge komen en voor de laatste nog een moet wor den benoemd De voorzitter bracht den secretaris nogmaals Jank voor zijn keurig jaarverslag, waarna rekening en verantwoor ding volgde van de penningmeesteres. mej. M WitHelder* Ontvangsten 1930-1931 791.58; uit gaven 611.8314saldo 179.74K. De rekeningen werden nagezien door de heeren Joh Koning, C Blom en Jb. Kolder. Bij monde van laatstgenoemde werd de ver gadering medegedeeld, dat alles in de beste orde is bevonden, waarna de penningmeeste res een woord van dank ontving voor haar accuraat beheer. Punt 5 van de agenda was bestuursver kiezing, die tot uitslag had, dat de twee af tredende leden mej. M WitHelder en de heer K. de Hart weer werden herkozen en dat in de plaats van mevi. Kooiman werd be noemd mej. J. Bommerij—Legrand. Punt 6. Subsidieaanvraag tuinbouwver- eeniging O. B. Het bestuur stelde voor in afwijking van andere jaren geen subsidie aan O. B aan te vragen, daai op 't oogenblik de vereeniging er met een kassaldo van f 179 lang niet slecht voor staat en de tuinbouw- vereeniging ei vanwege de algemeene ma laise niet zoo rooskleurig voor staat Maar zeide spr. dit is geen bewijs, dat we de tuin- bouwvereeniging aan den dijk zetten, nu we ons dit jaar zelf kunnen redden. We weten niet of we hier het volgend jaar weer toe in staat zijn. Algemeen werd goedgevonden dit jaar O. B. niet lastig te vallen. De datum van de tentoonstelling is gesteld op Zaterdag 12 en Zondag 13 Sept Daarna volgde de rondvraag. De heer Jb Kolder vroeg hoe het mogelijk was dat de uitgereikte planten dit jaar zoo slecht waren. Verscheidene gingen al heel gauw dood en de anderen bloeiden bij uitzon dering. De voorzitter verwachtte den klacht, daar het bestuur het met het uitreiken al had ge zien. De planten waren besteld bij een er kende firma, die op verscheidene plaatsen de stekken leverde. De voorzitter zegde toe dat het bestuur zooveel mogelijk zal hachten goede stek- planten te krijgen De heer C. Blom vond dat voor de kinderen 2 prijsjes te weinig zijn. Hij dacht dat als er W3t meer beschik baar werdeu gesteld, de kinderen er ook meer liefhebberij voor zullen krijgen Het bestuur zegt medewerking toe De heer Joh. Koning bepleitte eenige verbetering van de huis- vlijttentoonsteHing en zeide dat er bijv. cur sussen gegeven konden worden wat de huisvlijt ten zeerste za' bevorderen. De voorzitter vond het idee van den heer Koning prachtig, maar vreesde dat het nogal wat kosten met zich zou brengen. Niettegen staande dat zal het bestuur er rekening mee houden en zooveel mogelijk met eigen krachten werken. Nadat nog enkele zaken van minder belang waren besproken, werd ,er nog op gewezen dat er met de tentoonstel ling streng op zal worden toegezien, dat men niet aan de voorwerpen raakt. Daarna sloot de voorzitter met een woord van dank aan allen. Onze vroegere plaatsgenoot de heer Jb Bommerij Cz., thans 3de kaasmaker aan de stuomzuivelfabriek te Groet, gem. Schoorl, is benoemd iot 2e kaasmaker aan de stoom- zuivelfabriek te Edam. ORGANISATIE. In een vergadering van de Vereeniging van oud-leerlingen der Rijkslandbouwwinter- school te Schagen behandelde Maandag Ir. T. Huisman secretaris van de Holl. Mij van Landbouw het onderwerp: Organisatie. Spr. ving aan met een gezegde van Plato: Niemand wordt voor zich alleen geboren, en gaf een overzicht, hoe reeds in de oude dorpsgemeenschap de dorpsgenooten samen werkten voor de veiligheid van orde en ge zag. Hij schetste de ontwikkeling van de Mij stipte aan, hoe de boeren vroeger in hoofd zaak voor eigen gezin produceerden en hoe langzamerhand de boerenbedrijven ingericht werden vóór productie voor den verkoop. Uitvoerig aeed hij uitkomen, hoe de Maat schappij meer gecompliceerd is geworden, zoodat met de belangen van tal van groepen moet worden rekening gehouden en het zelfs niet meer mogelijk is om zich als land te iso- leeren. De Nederlandsche boeren zijn alleen reeds door de sterke organisatie van industrieelen, midenstanders en arbeiders aan zich zelve verplicht zich sterk in een standsorganisatie te vereenigen, aangezien zij zonder dat aan welvaartszorg tekort zouden komen Bij het bevorderen van standsbelangen dient het zedelijk besef bestaan, dat niet meer ver langd mag worden, dan waarop men redelij kerwijs recht heeft. Spr. gaf hierna een uitvoerige omschrij ving van de standsorganisatie. Hij wees hier bij op de middenstandsorganisatie, de orga nisaties van fabrikanten en op de vakorgani saties. Spr. waarschuwde bij de landbouworgani saties tegen versnippering, omdat die onnoo- dig leidt tot verzwakking van de organisatie. Hij wees erop, dat de verschillende land- bouw-bedrijfsorganisaties steun verdienen. Het doel der boeren-standsorganisatie is de belangen van de leden te bevorderen in het raam van het algemeen belang; naar bin nen kan zij dit doen door voorlichting en on- •- r" -^- vY-V denvijs; naar buiten dient zij te streven naar het verkrijgen en behouden van de plaats die de boerenstand toekomt. Uitvoerig gaf spr. aan, hoe dit dient te geschieden. De boerenorganisatie moet er naar streven regeering en volksvertegenwoor diging en ook de kringen der andere bevol kingsgroepen te doordringen van de gewel dige belangen voor de gemeenschap bij een boerenstand met een gezond bedrijf. Hiervoor is een niet te onderschatten fac tor het groot aantal leden, dat zich bij een organisatie aansluit, al moet men die factor niet overdrijven. Bekwaamheid der leiding en het gehalte der leden speelt ook een rol; spr. gaf dit nader aan. De landbouworganisatie heeft specialisten noodig, die zich den tijd geven de vraagstuk ken economisch of sociaal terrein ernstig en bij voortduring te bestudeeren. Ook de regce- i ring behoort op dit terrein deskundig te zijn; spr. illustreerde deze stelling door het ge ven van voorbeelden, waarbij hij erop wees, dat in tal van belangrijke commissies, d!e de regeering van voorlichting dienen de nij verheid en handel er voor zorgt door goed onderlegde economen vertegenwoordigd te zijn. Ook de arbeidersorganisaties beschik ken hiervoor over goed-onderlegde vrijge stelden. De boeren hebben op dit gebied een zekeren achterstand in te halen. De verdee ling van bedrijfsinkomsten over boeren en landarbeiders is in den regel geen symptoom, dat het inkomen van den werkgever onre.'e- lijk is te achten. Zeer velen verdienen niet meer wel eens minder dan een arbeider. Waar de landbouw afhankelijk is van het daglicht en de weersgesteld zal een 8-urige arbeidsdag bij den landbouw moeilijker zijn in te voeren dan bij andere bedrijven. Het streven om collectieve arbeidsovereen komsten bindend te verklaren noemde spr. re delijk, doch men vergeet al te licht, dat deze bindend-verklaring de strekking heeft de be schutte bedrijven nog meer onafhankelijk te maken van de onderlinge concurrentie, het geen mede betaald moet worden door den boerenstand, terwijl voor dezen boerenstand ed gelegenheid niet bestaat langs dezen weg de prijzen van zijn producten te verhoogen. Dan, zoo zeide spr., hebben wij nog de be langrijke sociale factor, het verschil in loon peil tuserhen landbouw en industrie, welk verschil door de sociale wetgeving de neiging heeft grooter te worden met als gevolg trek naar de steden met als gevolg ontvolking van. het platteland. Hiermede wordt bij het rteffen van sociale voorzieningen onvoldoen de rekening gehouden. De standorganisatie der boeren heeft op dit terrein een gewichtige taak te vervullen. Regeering en volksverte genwoordiging alsmede de vertegenwoordi gers der organisaties uit andere groepen moeten overtuigd worden van de bijzondere omstandigheden, waaronder de landbouw leetf. Uitvoerig stonc spr. stil bij de vraag, wie als leiders in de boerenerganisaties moeten worden gekozen. De meening, dat dit uitslui tend alleen boeren moeten zijn, werd door spr. bestreden. Hoofdzaak is en blijft dat zij die voor de boeren werken dit doen uit liefde voor de boerenstand en niet kennis van za ken. Naast het aantal en de ontwikkeling dei- leden en de bekwaamheid en onbaatzuchtig heid der leiders is nog meer dan van gewone befeekenis de eensgezindheid, waarmede een bepaalde stand voor zijn belangen opkomt. Hij waarschuwde ervoor dat in de stand organisatie politieke belangen een rol spelen. In ons land moet men echter nu eenmaal re kening houden m t de geg oeide verhouding. De leiding van iedere star dorganisatie der boeren is verplicht naar onderlinge samen werking te streven en de leden van die orga nisatie dienen ie beseffen dat deze wel eens noodig maakt en deel der eigen menschen op het tweede plan te zetten. Wanneer er één stand in de maatschappij is waarvoor een hechte standorganisatie als onontbeerlijk moet worden beschouwd, dan is dit de boe renstand. Uitvoerig besprak spr. de verschillende standorganisatie op landbouwgebied; hij deed uitkomen dat het ook de taak is van de specifieke landbouwvertenigingen naar ver mogen de standorganisatie te steunen. Versnippering van krachten, verlies van energie moet vorkomen worden en de speci fieke landbouwvereenigingen dienen zich niet te begeven op het gebied der standsorga nisatie, terwijl de standorganisatie zich dient te onthouden van werkzaamheden op het ge bied der bestaande specifieke vereenigingen. De standorganisatie dient integendeel de aansluiting bij de bestaande specifieke ver eenigingen te bevorderen. Ter voorkoming van gebrek aan waardeering is daarnaast nauwe aansluiting van alle vereenigingen in een groot verband wenschelijk. Het wezen van de aankoopvereenigingen en de coöperatieve vereenigingen alsmede de leenbanken werd hierna door spr. nog uitvoe rig behandeld. De specifieke vereenigingen zijn te be schouwen als verlengstukken van het bedrijf, men is er lid van omdat zij directe en indi recte voordeden brengen en voor den boeren stand onmisbaar zijn. Daarnaast is echter een krachtige standorganisatie noodig en het is dan ook noodzakelijk dat de specifieke ver eenigingen steunpilaren worden van de standsorganisatie. Zij behooren daarvoor per lid een kleinig heid te reserveeren. In Friesland werkt men in die richting. De standorganisatie van an dere groepen zijn op dit terrein reeds lang werkzaam. In Cverijsel is de standorganisatie zelfs geheel uit coöperatieve aankoi>pvereeiiigin- gen opgebouwd; in Noord-Brabant en Lim burg is alles: de coöperatieve aankoop, de coöperatieve verwerking van zuivelproducten, de onderlinge "erzekeringsinstellingen en eigenlijk alle denkkbare vormen van samen werking zeer nauw met elkander verbonden. I Uitvoerig gaf spr. aan, hoe Pater van der Elzen in zijn boek over sociologie der boeren in dit opzicht de heerschende meening der Roomsch Katholieken in België vertolkt. De standorganisatie heeft er groot belang bij, de specifieke organisatie te steunen. Het vereenigingsleven in den boerenstand vormt een levenci geheel. Toch komt men nog vaak de meening tegen, dat standorganisatie de specifieke organisatie moet steunen. In dezen lijd, nu de standsorganisatie in verband mtL de groote probleem zoo'n belangrijke taak heeft te vervuilen, valt deze mentaliteit, aldus spr., zeer te betreuren. Het harmonisch geheel van den Neder- landschen boerenstand wordt daardoor ge schaad. Spr. bestreed voorts de meening dat de standorganisatie van de boeren op eenzij dige wijze voor de belangen van den boeren stand behoort op te komen, omdat ook andere behoorlijke volksgroepen op die manier optre den. Spr. meent, dat men naast het eigenbe lang ook het algemeen oelang in het oog moet houden. Hij was zelfs van oordeel, dat men daardoor het best het eigenbelang dient, aangezien de weivaart van het volk afhangt van haar arbeid en de productiviteit van ka pitaal en natuur. Wanneer de landbouworganisatie vrijstel ling vraagt van het betalen der sociale las ten, -omdat zij als onbeschut bedrijf deze las ten ook voor de andere bedrijven betaalt, dan is dit niet anders dan billijk. Wanneer de boeren vragen de lasten die op hen drukken voor liet onderhoud der wegen weg te nemen voor zoover dit onderhoud niet door het gebruik van henzelf wordt veroorzaakt, dan wordt niets anders gevraagd dan de ophef fing van ten onrechtvaardigen toestand die in een geordende maatschappij met gelijkge rechtigde burgers niet behoort voor te komen. Op .de vraa» of de standsorganisatie der boeren ook eist-hen mag stellen die andere groepen der bevolking wellicht schaden, ant woordde spr. bevestigend, doch hij was van oordeel, dat de grens die hierbij getrokken moet worden bepaald w ordt bij het algemeen belang. Het algemeen belang behoort ook de zedelijke maatstaf te zijn Aan de boerenorga- nisaties. Dit behoort zelfs de maatstaf te zijn voor alle organisaties. Orn invloed te krijgen behoort men overtuigd te zijn dat de grc:id- gedachte, waarop de organisatie rus! rede lijk is. Alleen dan behoudt men het recht klasse-egoisme van de andere zijde te be strijden. Voor deze beperking van het doel der standorganisatie behooren vooral de boe ren niet bezorgd te zijn. Hun bestaan is van zoo enorme beteekenis voor onze samenleving en hun belangen worden op zooveel wijzen tenachter gesteld cn verwaarloosd, dat zij niet bevreesd behoeven te zijn, dat het stel len van het algemeen welzijn als norm de werkzaamheid der standorganisatie ook maar eenigszins zou kunnen belemmeren. Spr.'s conclusie was, dat de Nederlandsche boerenstand een sterke standorganisatie dringend noodig heeft en dat deze standor ganisatie pas op haar volle sterkte kan wor den gebracht, indien de voornaamste vormen van boerenvereenigingen haar door hun lid maatschap en contributie steunen. Een zoo opgebouwde organisatie is als een geraamte, dat zoo volmaakt mogelijk is ge schapen. Het leven, de geestkracht, moet er echter door de boeren in worden gebracht. De opofferingsgezindheid der leden vormen de longen, die tot ademhaling in staat stek len. De liefde voo; den boerenstand en zijn zorgen bij leden en bestuurderen vormen het hart, dat door voortdurende werkzaamheid het lichaam wartme en kracht verleent; de ontwikkeling en het zedelijk peil van hen, die in leidende functies geplaatst worden, bepa len het verstand tn het gezag der organisa tie. Het lichaam ir zijn geheel is niet tot goed functionneeren in staat, indien een dezer on derdeden gebreken vertoont Doch dat is ze ker, dat de opbouw van het geraamte aan be teekenis verliest, naarmate longen, hart en verstand perfecter functioneeren. Schoon is de vakbeweging, he -ft eens een socioloog geschreven, men steune het schoone verlossings- en beschavingswerk Dat is de plicht van ieder, de ontzettende macht van deze beweging te helpen leiden langs veiligen weg. Ook de boeren moeten in gesloten gelede ren optrekken en een sterke eenheid vormen. Moge daarbij opofferende liefde en solidari teit onder de leden het cement voor de een heid zijn. VERHOOGDE VEILINGOMZET. De Geld. Eierveiling te Arnhem, instelling van de Geld. Ov. Mij. v. L. en den Aarts- diocessanen Boeren- en Tuindersbond, heeft in het afgeloopen jaar omgezet ruim 120 millioen eieren voor f by- millioen, tegen 94 millioen stuks in 1929. Sedert 1925 is de aanvoer méér dan ver dubbeld (56 millioen, thans 120 millioen). HENSBROEK (December), Geboren: Pieter, z. van Cornelis Dekker en T. Goet. G e t r o u w d Q Kok te Wijdenes en G. L.OS. KERKE RAAD OF KIESCOLLEGE? In de herv. gem. te Binnenwijzend hebben gerechtigden met 22—3 stemmen besloten, het recht van beroeping en benoeming voor bet tijdvak 'ot 1 November 1941 aan zich zelve te houden, gelijk de toestand thans is. Gemachtigden te Nieuwe-Niedorp heb ben .besloten het recht van benoeming en be- roeoing, dat nu in handen van de kerkeraad is, met igang van 1 Nov 1931 te doen uit voeren door een kiescollege. Prof. dr M. W. Woerdeman benoemd tot gewoon hoogleeraar voor ontleedkunde aan de Universiteit van Amsterdam, aan vaardde heden ziin ambt met een rede, geti teld: „In de werkplaats van een heden- dr.agscr. anatoom". (Buiten verantwoordelijkheid van de Re dactie. De opname in deze rubriek, bewijst geenszins dat de redactie ermede instemt). Mijnheer de Redacteur, In Uw veelgelezen blad van Vrijdagavond las ik het bericht, dat er dit voorjaar begon nen wordt met het inrichten van een vacan- tie-oord voor Duitsche landbouwers op Ame land en er dit jaar al vast 600 landbouwers uit Westfalen zullen komen. Met ingang van Mei a.s. zal een geregelde autobusdienst HolwerdCleef (Duitschland) v.v. worden ingelegd. Verder, dat de landbouwers excursies in de provincie Friesland zullen houden ter be studeering van den landbouw en de zuivel bereiding. Dit laatste nu, mijnheer de Redacteur, deed mij besluiten, U eenige plaatsruimte in Uw blad te vragen voor het volgende: Herhaaldelijk komt het voor dat Duitsche (en ook wel andere) industrieelen, landbou wers enz. ons land komen bezoeken uit z.g n. belangstvl.'ing. D: Hcllandsche fabrikanten en landbou wers voelen zich dan blijkbaar zeer vereerd en zetten deuren en poorten open om hunne bezittingen te laten bezichtigen, geven gaarne nog ter verduidelijking alle mogelijke inlich tingen enz. Nu vraag ik mij af. of iets dergelijks voor de toekomst niet hoogst gevaarlijk is, uit za kelijk oogpunt bekeken. Hoevele Duitsche kweekers hebben gedu rende vele jaren reeds Hollandsche kweeke- rijen bezichtigd uit eigen belang? Indien deze gedacht hadden, hun kennis daardoor niet te kunnen verrijken, zouden zij dan ook gekomen zijn? Is de kwantiteit van aardappelen, groenten enz. welke Holland naar Duitschland expor teert niet van jaar tot jaar kleiner gewor den? Zouden excursies als bovenbedoeld daar aan niet mede schuldig zijn? Zijn wij niet bezig daardoor toekomstige concurrenten te kweeken? Laat er b.v. eens een deputatie van Neder landsche industrieelen trachten een Duitsche fabriek te mogen bezichtigen, hoe klein zou daarop de kans zijn! Alleen de verkoopkantoren zouden toegang kunnen vinden! Zij zouden zich waarschijnlijk niet in de kaart laten kijken. Wij hebbn, meen ik, ervaringen voldoende om te kunnen constateeren, dat al die excur sies ons alleen toekomstige concurrentie kun nen brengen. Zouden nu niet bovenomschreven excur sies in Friesland ten doel hebben, de Duit sche wetenschap op zuivelgebied te verrijken o:n daarna in praktijk te brengen, opdat we binnen afzienbaren tijd een dalende lijn in onzen zuivelexport kunnen aanschouwen? Nu kan er wel gedacht worden, dat zulks buiten die excursies ook wel zou kunnen ge beuren, doch ik meen, dat het een groot ver schil maakt, of men de concurrentie behulp zaam is, of dat zij buiten onze ondernemin gen wordt gehouden. Zou het niet veel meer een Nederlandsch belang zijn. onze afgewerkte producten door tentoonstellingen e.d. de aandacht te doen trekken in het buitenland en de verkoopadres sen bekend te maken, inplaats van aan leer gierige toekomstige concurrenten voorlich ting te geven? Ik meen dc-arom dat het devies voor de Eriesche landbouwers, boter- en kaasfabrie- ken moet zijn: „Voor toekomstige buitenland- sche concurrenten blijven onze boerderij poor ten en fabrieksdeuren gesloten". Met dank voor de plaatsing, Hoogachtend, Üw. dw. F. S. Alkmaar, 15 Jan. 1931, WelEd. Heer Hoofdredacteur! Beleefd verzoekt ondergeteekende U eenige plaatsruimte in Uw geëerd dagblad. In de Alkm. Courant van Donderdag las ik in het ingezonden stukje van den heer P. Slot oa.: de chauffeurs van deze auto's eischen het middengedeelte van den weg voor zich op uit hoofde dat zij bang zijn voor wegzakken, gezien de groote vrachten die zij vervoeren. Genoemde heer Slot ver meldt echter niet dat zoodra er een wagen moet passeeren, die zelfde chauffeurs zoo veel mogelijk naar rechts uitwijken. Dat zij tenslotte niet met hun beladen wagens in den berm gaan rijden, is heel begrijpelijk, zoo- als de beer Slot zelf ook aantoont. Ook ik hoop, dat de rijkspolitie een oogje in het zeil zal houden, maar dan niet allee" op vrachtwagen*, maar speciaal ook op de luxe-wagens, want juist die zijn het, die de meeste verkeersongelukken veroorzaken. Meerdere malen gebeurt het, dat luxe wagens de onze voorbij rijden met een snel heid van 80 a 90 K M. Ten slotte wilde ik nog even opmerken, dat ik voor mijn wagens pl.m. 1400 wegen* belasting betaal. Uit hoofde daarvan mag ik toch zeker wel verlangen, dat mijn materiaal zooveel mogelijk over goede wegen komt. U dankend voor de mij toegestane plaats ruimte teeken ik, Minnaar. j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 7