„EEN LAMP
„PHILIPS LAMP
S
Vraagt niet
vraagt een
3PJ
dan|
spaart U
meer op Uw
[stroomreke-
ing, dan U
voor Uw
lamp betaalt.
Kerk en school
Ingezonden stukken
Hoogachtend,
K. SCHOT Cz.,
Nieuwlandersingel.
de meeste gevallen niet loonend, maar toen
de prijs wat staan bleef kon het er nog zoo
wat door, omdat de ogst best was.
Maar toen kwam er weer een andere vrees
en wel voor de ziekte in de aardappelen.
Aanvankelijk scheen het nog of het goed
zou afkomen met de ziekte, maar ten slotte
trad plotseling de ziekte zoo hevig op dat het
geen verhandelbaar product meer was. Maar
in dien tusschentijd was er nog een grootere
ramp gebeurd. Het begin van den regentijd,
als ik het zoo noemen mag, is begonnen op
den 12den Juni. De .tuinbouw staat steeds
bloot aan natuurrampen, maar laat ons ho
pen dat zoo'n ramp zich niet spoedig her
haald
Middenzomer stond het er dan ook slecht
voor, uien en peen laag in prijs; de groei
van de winterkool was niet best en boven
dien was de ziekte (draaihartigheid) hevig
opgetreden in de verschillende koolsoorten.
De tuinbouwvergadering van onze zuster-
vereeniging te Koedijk heeft den stoot er aan
gegeven, dat er besprekingen gehouden wer
den om raad te schaffen en middelen te zoe
ken die verbetering konden brengen.
In de eerste plaats en wat voor het tegen
woordige wel het belangrijkste is, is bereikt
dat de Prov Staten weer borg willen teeke
nen voor een crediet, tenminste voor 70
als de betrokken gemeenten voor 30 ais
borg willen teekenen. Hiervoor dank en hul
de aan Prov. Staten en allen die daaraan
hebben medegewerkt. Ik weet niet of bij
Prov. Staten en bij de gemeente de grootte
van het toe te staan kapitaal bepaald is,
maar toch zou ik dezen raad willen geven:
Die crediet aanvraagt fcepale eerst zorgvul
dig wat hij noodig heeft, want wij moeten
wel bedenken dat het weer terugbetaald moet
worden, en ten tweede zou ik diegene die
zichzelf nog kunnen redden, b.v. door een
persoonlijk crediet of htt nemen van hypo
theek, aanraden het ook zelf te doen en geen
gebruik te maken van het Provinciaal cre
diet. Dit zou anders ten slotte kunnen leiden
tot een zóó groot aangevraagd kapitaal, dat
er eenigszins besnoeid moest worden en dat
zou diegenen, die het bepaald van de Pro
vincie moeten hebben, kunnen benadeelen.
In onze voorjaarsvergadering is voorge
steld het pachtvraagstuk eens in studie te
nemen.
Na lange studie werd een pachtwet aan
de Tweede Kamer voorgesteld en aangeno
men. Al bevredigd deze wet ons nog niet
toch is het een stap in de goéde richting.
Het pachtvraagstuk is aan alle kanten he
keken Er zal aangedrongen moeten worden,
dat de strijkgelden bij verkoopingen niet
meer gesteld worden; de stroppen en hooge
prijzen die daardoor soms betaald wordeu,
komen slotte weer ten laste van den pach
ter. T' '-'ieke verhuringen en het verhuren
bij in - vingen moet verdwijnen, want
daariic wordt door den pachter bij gebrek
aan land. een pachtsom beloofd die zelfs in
redelijke jaren niet opgebracht kan worden,
zoodat de pachter steeds in zorgen zijn be
drijf uitoefend.
Dan is er nog een onderzoek ingesteld
naar het vrijstellen van de sociale lasten. Het
resultaat is geweest dat de wet, zooals die er
thans is, het niet toelaat en bovendien was er
heel wat moeite en kosten aan verbonden
Toch meen ik dat daar nog wel eens actie
voor gevoerd kan worden, want veelal zijn
de tuindersinkomsfen niet hoog, tenminste
niet van dien aard dat zij die zware lasten
kunnen dragen
Veel is er echter van de zijde van de re
geering nog niet gedaan voor den tuinbouw,
wanneer wij alleen maar nemen het verzoek
om verlaging der spoorvrachtendit is wel
een verschil met Duitschland waar de
vrachtprijs reeds beduidend lager was als
bij ons en waar het met 1 Januari nog meer
verlaagd is. Maar wij willen hopen dat ook
ons land den vrachtprijs voor land- en tuin
bouwproducten, beduidend zal verlagen
Maar met dit al zijn wij nog niet uit den
benarden toestand vandaan De meesten van
ons hebben veel te weinig kool in de schuur,
zoodat het met hooge prijzen zelfs niet goed
kan worden, toTh zou het wel een aangena
men toestand geven wanneer wij weer flinke
prijzen voor onze kool konden maken, maar
tot heden gaat dit nog niet. De prijzen zijn
niet geheel slecht te noemen, voornamelijk
niet van rood en Deen, maar toch willen wij
hopen dat wij nog wat goed vriezend weer
mogen krijgen, want dan hebben wij een
kans dat de prijzen iets omhoog gaan.'Mijne
heeren, er wordt thans gesproken van een
crisistijd die niet alleen hier. maar zich over
al openbaart. Overal heerscht werkeloosheid
en slapte in zaken, overproductie en lage
prijzen. Het is thans een moeilijke tijd voor
alle menschen die eenige leiding hebben te
geven en bestuurders van gemeenten, provin
cie en land om den toestand zoo te organisee-
ren dat het ieder bevredigen kan. Maar dit
wordt wel gemakkelijker gemaakt en wordt
het zelfs een mooie taak als men van alle
kanten van de menschen medewerking krijgt.
Er is thans voor ieder mensch een taak,
wanneer allen het goede betrachten en
schouder aan schouder optrekken voor al
hetgeen dat tot verbetering kan leiden, dan
za! er in dezen crisistijd veel verzacht' kun
nen worden. Het heeft mij en zeker ons allen
getroffen dat onze B. en W. het initiatief ge
nomen hebben om een flinke reductie te ge
ven op de huursom van de gemeentelanderij-
en, daarvoor willen wii hun hier van deze
plaais onzen grooten dank betuigen, want
dat zijn zeker maatregelen welke de heer-
schcnde nood eenigszins lenigt. Hierop
ook al andere instellingen gevolgd, m
door actie van den plaatselijken Bond van
Lanapachiers.
Wanneer ieder zoo zijn taak begrijpt, dan
kan er nog veel terecht komen, d.w.z dat
wanneei men ziet dat van alle kanten mede
werking wordt '-erleend, men met ineer ver
trouwen de toekomst tegemoet gaat.
Mijne heeren, wij zitten thans in een zeer
moeilijke tijd, het baat ons niet als wij daar
al met elkaar over jammeren, neen, wij moe
ten moedig voorwaarts, want dit moet gezegd
worden: moed is er voor noodig, maar toch
kunnen wij hoop koesteren op de toekomst,
ons bedrijf is altijd een loonend bedrijf ge
weest en zal het ook wel blijven, al komen
er tijden dat voor een zeker product het getij
'erloopt, dat men de bakens moet verzetten.
De zon schijnt achter de wolken en die zat
ook voor ons, tuinders, wel weer eens helder
door de wolken- heen komen.
Met den wensch, dat ook dezen middag
«tuigen van algeineeue samenwerking
zijn
n#de
en eensgezind optrekken voor datgene dat tot
verbetering kan leiden, verklaar ik de verga
dering voor geopend
(Wordt vervolgd)
HENSBROEK.
Algemeene vergadering van de Floralia-
vereeniging alhier op Vrijdag 16 Jan. in
café De Boer 's avonds 7 uur. Aanwezig het
bestuur en 5 leden.
De voorzitter, burgemeester Kooiman,
opende met een woord van welkom en be
treurde dat er voor deze vergadering niet
meer animo bestaat.
Daarna volgde voorlezing van het jaar
verslag 1930'3i, waaruit bleek, dat het
voor de vereeniging een voordeelig jaar is
geweest. Begonnen werd met 174 leden en op
't oogenblik telde de vereeniging 178
Voorts zijn er 3 bestuursleden- en 1 leden
vergadering gehouden, dat door het vertrek
van 2 bestuursleden en het overlijden van
mevr. Kooiman 2 nieuwe leden zijn bijge
komen en voor de laatste nog een moet wor
den benoemd De voorzitter bracht den
secretaris nogmaals Jank voor zijn keurig
jaarverslag, waarna rekening en verantwoor
ding volgde van de penningmeesteres. mej.
M WitHelder*
Ontvangsten 1930-1931 791.58; uit
gaven 611.8314saldo 179.74K.
De rekeningen werden nagezien door de
heeren Joh Koning, C Blom en Jb. Kolder.
Bij monde van laatstgenoemde werd de ver
gadering medegedeeld, dat alles in de beste
orde is bevonden, waarna de penningmeeste
res een woord van dank ontving voor haar
accuraat beheer.
Punt 5 van de agenda was bestuursver
kiezing, die tot uitslag had, dat de twee af
tredende leden mej. M WitHelder en de
heer K. de Hart weer werden herkozen en dat
in de plaats van mevi. Kooiman werd be
noemd mej. J. Bommerij—Legrand.
Punt 6. Subsidieaanvraag tuinbouwver-
eeniging O. B. Het bestuur stelde voor in
afwijking van andere jaren geen subsidie aan
O. B aan te vragen, daai op 't oogenblik de
vereeniging er met een kassaldo van f 179
lang niet slecht voor staat en de tuinbouw-
vereeniging ei vanwege de algemeene ma
laise niet zoo rooskleurig voor staat Maar
zeide spr. dit is geen bewijs, dat we de tuin-
bouwvereeniging aan den dijk zetten, nu we
ons dit jaar zelf kunnen redden.
We weten niet of we hier het volgend
jaar weer toe in staat zijn. Algemeen werd
goedgevonden dit jaar O. B. niet lastig te
vallen. De datum van de tentoonstelling is
gesteld op Zaterdag 12 en Zondag 13 Sept
Daarna volgde de rondvraag.
De heer Jb Kolder vroeg hoe het mogelijk
was dat de uitgereikte planten dit jaar zoo
slecht waren. Verscheidene gingen al heel
gauw dood en de anderen bloeiden bij uitzon
dering.
De voorzitter verwachtte den klacht, daar
het bestuur het met het uitreiken al had ge
zien. De planten waren besteld bij een er
kende firma, die op verscheidene plaatsen de
stekken leverde.
De voorzitter zegde toe dat het bestuur
zooveel mogelijk zal hachten goede stek-
planten te krijgen De heer C. Blom vond
dat voor de kinderen 2 prijsjes te weinig
zijn. Hij dacht dat als er W3t meer beschik
baar werdeu gesteld, de kinderen er ook meer
liefhebberij voor zullen krijgen Het bestuur
zegt medewerking toe De heer Joh. Koning
bepleitte eenige verbetering van de huis-
vlijttentoonsteHing en zeide dat er bijv. cur
sussen gegeven konden worden wat de
huisvlijt ten zeerste za' bevorderen.
De voorzitter vond het idee van den heer
Koning prachtig, maar vreesde dat het nogal
wat kosten met zich zou brengen. Niettegen
staande dat zal het bestuur er rekening mee
houden en zooveel mogelijk met eigen
krachten werken. Nadat nog enkele zaken
van minder belang waren besproken, werd
,er nog op gewezen dat er met de tentoonstel
ling streng op zal worden toegezien, dat men
niet aan de voorwerpen raakt. Daarna sloot
de voorzitter met een woord van dank aan
allen.
Onze vroegere plaatsgenoot de heer Jb
Bommerij Cz., thans 3de kaasmaker aan de
stuomzuivelfabriek te Groet, gem. Schoorl, is
benoemd iot 2e kaasmaker aan de stoom-
zuivelfabriek te Edam.
ORGANISATIE.
In een vergadering van de Vereeniging
van oud-leerlingen der Rijkslandbouwwinter-
school te Schagen behandelde Maandag Ir.
T. Huisman secretaris van de Holl. Mij van
Landbouw het onderwerp: Organisatie.
Spr. ving aan met een gezegde van Plato:
Niemand wordt voor zich alleen geboren, en
gaf een overzicht, hoe reeds in de oude
dorpsgemeenschap de dorpsgenooten samen
werkten voor de veiligheid van orde en ge
zag.
Hij schetste de ontwikkeling van de Mij
stipte aan, hoe de boeren vroeger in hoofd
zaak voor eigen gezin produceerden en hoe
langzamerhand de boerenbedrijven ingericht
werden vóór productie voor den verkoop.
Uitvoerig aeed hij uitkomen, hoe de Maat
schappij meer gecompliceerd is geworden,
zoodat met de belangen van tal van groepen
moet worden rekening gehouden en het zelfs
niet meer mogelijk is om zich als land te iso-
leeren.
De Nederlandsche boeren zijn alleen reeds
door de sterke organisatie van industrieelen,
midenstanders en arbeiders aan zich zelve
verplicht zich sterk in een standsorganisatie
te vereenigen, aangezien zij zonder dat aan
welvaartszorg tekort zouden komen Bij het
bevorderen van standsbelangen dient het
zedelijk besef bestaan, dat niet meer ver
langd mag worden, dan waarop men redelij
kerwijs recht heeft.
Spr. gaf hierna een uitvoerige omschrij
ving van de standsorganisatie. Hij wees hier
bij op de middenstandsorganisatie, de orga
nisaties van fabrikanten en op de vakorgani
saties.
Spr. waarschuwde bij de landbouworgani
saties tegen versnippering, omdat die onnoo-
dig leidt tot verzwakking van de organisatie.
Hij wees erop, dat de verschillende land-
bouw-bedrijfsorganisaties steun verdienen.
Het doel der boeren-standsorganisatie is
de belangen van de leden te bevorderen in
het raam van het algemeen belang; naar bin
nen kan zij dit doen door voorlichting en on-
•- r" -^- vY-V
denvijs; naar buiten dient zij te streven naar
het verkrijgen en behouden van de plaats
die de boerenstand toekomt.
Uitvoerig gaf spr. aan, hoe dit dient te
geschieden. De boerenorganisatie moet er
naar streven regeering en volksvertegenwoor
diging en ook de kringen der andere bevol
kingsgroepen te doordringen van de gewel
dige belangen voor de gemeenschap bij een
boerenstand met een gezond bedrijf.
Hiervoor is een niet te onderschatten fac
tor het groot aantal leden, dat zich bij een
organisatie aansluit, al moet men die factor
niet overdrijven. Bekwaamheid der leiding
en het gehalte der leden speelt ook een rol;
spr. gaf dit nader aan.
De landbouworganisatie heeft specialisten
noodig, die zich den tijd geven de vraagstuk
ken economisch of sociaal terrein ernstig en
bij voortduring te bestudeeren. Ook de regce-
i ring behoort op dit terrein deskundig te zijn;
spr. illustreerde deze stelling door het ge
ven van voorbeelden, waarbij hij erop wees,
dat in tal van belangrijke commissies, d!e
de regeering van voorlichting dienen de nij
verheid en handel er voor zorgt door goed
onderlegde economen vertegenwoordigd te
zijn. Ook de arbeidersorganisaties beschik
ken hiervoor over goed-onderlegde vrijge
stelden. De boeren hebben op dit gebied een
zekeren achterstand in te halen. De verdee
ling van bedrijfsinkomsten over boeren en
landarbeiders is in den regel geen symptoom,
dat het inkomen van den werkgever onre.'e-
lijk is te achten. Zeer velen verdienen niet
meer wel eens minder dan een arbeider.
Waar de landbouw afhankelijk is van het
daglicht en de weersgesteld zal een 8-urige
arbeidsdag bij den landbouw moeilijker zijn
in te voeren dan bij andere bedrijven.
Het streven om collectieve arbeidsovereen
komsten bindend te verklaren noemde spr. re
delijk, doch men vergeet al te licht, dat deze
bindend-verklaring de strekking heeft de be
schutte bedrijven nog meer onafhankelijk te
maken van de onderlinge concurrentie, het
geen mede betaald moet worden door den
boerenstand, terwijl voor dezen boerenstand
ed gelegenheid niet bestaat langs dezen weg
de prijzen van zijn producten te verhoogen.
Dan, zoo zeide spr., hebben wij nog de be
langrijke sociale factor, het verschil in loon
peil tuserhen landbouw en industrie, welk
verschil door de sociale wetgeving de neiging
heeft grooter te worden met als gevolg trek
naar de steden met als gevolg ontvolking
van. het platteland. Hiermede wordt bij het
rteffen van sociale voorzieningen onvoldoen
de rekening gehouden. De standorganisatie
der boeren heeft op dit terrein een gewichtige
taak te vervullen. Regeering en volksverte
genwoordiging alsmede de vertegenwoordi
gers der organisaties uit andere groepen
moeten overtuigd worden van de bijzondere
omstandigheden, waaronder de landbouw
leetf.
Uitvoerig stonc spr. stil bij de vraag, wie
als leiders in de boerenerganisaties moeten
worden gekozen. De meening, dat dit uitslui
tend alleen boeren moeten zijn, werd door
spr. bestreden. Hoofdzaak is en blijft dat zij
die voor de boeren werken dit doen uit liefde
voor de boerenstand en niet kennis van za
ken. Naast het aantal en de ontwikkeling dei-
leden en de bekwaamheid en onbaatzuchtig
heid der leiders is nog meer dan van gewone
befeekenis de eensgezindheid, waarmede een
bepaalde stand voor zijn belangen opkomt.
Hij waarschuwde ervoor dat in de stand
organisatie politieke belangen een rol spelen.
In ons land moet men echter nu eenmaal re
kening houden m t de geg oeide verhouding.
De leiding van iedere star dorganisatie der
boeren is verplicht naar onderlinge samen
werking te streven en de leden van die orga
nisatie dienen ie beseffen dat deze wel eens
noodig maakt en deel der eigen menschen op
het tweede plan te zetten. Wanneer er één
stand in de maatschappij is waarvoor een
hechte standorganisatie als onontbeerlijk
moet worden beschouwd, dan is dit de boe
renstand.
Uitvoerig besprak spr. de verschillende
standorganisatie op landbouwgebied; hij
deed uitkomen dat het ook de taak is van de
specifieke landbouwvertenigingen naar ver
mogen de standorganisatie te steunen.
Versnippering van krachten, verlies van
energie moet vorkomen worden en de speci
fieke landbouwvereenigingen dienen zich
niet te begeven op het gebied der standsorga
nisatie, terwijl de standorganisatie zich dient
te onthouden van werkzaamheden op het ge
bied der bestaande specifieke vereenigingen.
De standorganisatie dient integendeel de
aansluiting bij de bestaande specifieke ver
eenigingen te bevorderen. Ter voorkoming
van gebrek aan waardeering is daarnaast
nauwe aansluiting van alle vereenigingen
in een groot verband wenschelijk.
Het wezen van de aankoopvereenigingen
en de coöperatieve vereenigingen alsmede de
leenbanken werd hierna door spr. nog uitvoe
rig behandeld.
De specifieke vereenigingen zijn te be
schouwen als verlengstukken van het bedrijf,
men is er lid van omdat zij directe en indi
recte voordeden brengen en voor den boeren
stand onmisbaar zijn. Daarnaast is echter
een krachtige standorganisatie noodig en het
is dan ook noodzakelijk dat de specifieke ver
eenigingen steunpilaren worden van de
standsorganisatie.
Zij behooren daarvoor per lid een kleinig
heid te reserveeren. In Friesland werkt men
in die richting. De standorganisatie van an
dere groepen zijn op dit terrein reeds lang
werkzaam.
In Cverijsel is de standorganisatie zelfs
geheel uit coöperatieve aankoi>pvereeiiigin-
gen opgebouwd; in Noord-Brabant en Lim
burg is alles: de coöperatieve aankoop, de
coöperatieve verwerking van zuivelproducten,
de onderlinge "erzekeringsinstellingen en
eigenlijk alle denkkbare vormen van samen
werking zeer nauw met elkander verbonden.
I Uitvoerig gaf spr. aan, hoe Pater van der
Elzen in zijn boek over sociologie der boeren
in dit opzicht de heerschende meening der
Roomsch Katholieken in België vertolkt.
De standorganisatie heeft er groot belang
bij, de specifieke organisatie te steunen. Het
vereenigingsleven in den boerenstand vormt
een levenci geheel. Toch komt men nog vaak
de meening tegen, dat standorganisatie de
specifieke organisatie moet steunen. In dezen
lijd, nu de standsorganisatie in verband
mtL de groote probleem zoo'n belangrijke
taak heeft te vervuilen, valt deze mentaliteit,
aldus spr., zeer te betreuren.
Het harmonisch geheel van den Neder-
landschen boerenstand wordt daardoor ge
schaad. Spr. bestreed voorts de meening dat
de standorganisatie van de boeren op eenzij
dige wijze voor de belangen van den boeren
stand behoort op te komen, omdat ook andere
behoorlijke volksgroepen op die manier optre
den. Spr. meent, dat men naast het eigenbe
lang ook het algemeen oelang in het oog
moet houden. Hij was zelfs van oordeel, dat
men daardoor het best het eigenbelang dient,
aangezien de weivaart van het volk afhangt
van haar arbeid en de productiviteit van ka
pitaal en natuur.
Wanneer de landbouworganisatie vrijstel
ling vraagt van het betalen der sociale las
ten, -omdat zij als onbeschut bedrijf deze las
ten ook voor de andere bedrijven betaalt, dan
is dit niet anders dan billijk. Wanneer de
boeren vragen de lasten die op hen drukken
voor liet onderhoud der wegen weg te nemen
voor zoover dit onderhoud niet door het
gebruik van henzelf wordt veroorzaakt, dan
wordt niets anders gevraagd dan de ophef
fing van ten onrechtvaardigen toestand die
in een geordende maatschappij met gelijkge
rechtigde burgers niet behoort voor te komen.
Op .de vraa» of de standsorganisatie der
boeren ook eist-hen mag stellen die andere
groepen der bevolking wellicht schaden, ant
woordde spr. bevestigend, doch hij was van
oordeel, dat de grens die hierbij getrokken
moet worden bepaald w ordt bij het algemeen
belang. Het algemeen belang behoort ook de
zedelijke maatstaf te zijn Aan de boerenorga-
nisaties. Dit behoort zelfs de maatstaf te zijn
voor alle organisaties. Orn invloed te krijgen
behoort men overtuigd te zijn dat de grc:id-
gedachte, waarop de organisatie rus! rede
lijk is. Alleen dan behoudt men het recht
klasse-egoisme van de andere zijde te be
strijden. Voor deze beperking van het doel
der standorganisatie behooren vooral de boe
ren niet bezorgd te zijn. Hun bestaan is van
zoo enorme beteekenis voor onze samenleving
en hun belangen worden op zooveel wijzen
tenachter gesteld cn verwaarloosd, dat zij
niet bevreesd behoeven te zijn, dat het stel
len van het algemeen welzijn als norm de
werkzaamheid der standorganisatie ook
maar eenigszins zou kunnen belemmeren.
Spr.'s conclusie was, dat de Nederlandsche
boerenstand een sterke standorganisatie
dringend noodig heeft en dat deze standor
ganisatie pas op haar volle sterkte kan wor
den gebracht, indien de voornaamste vormen
van boerenvereenigingen haar door hun lid
maatschap en contributie steunen.
Een zoo opgebouwde organisatie is als een
geraamte, dat zoo volmaakt mogelijk is ge
schapen. Het leven, de geestkracht, moet er
echter door de boeren in worden gebracht.
De opofferingsgezindheid der leden vormen
de longen, die tot ademhaling in staat stek
len. De liefde voo; den boerenstand en zijn
zorgen bij leden en bestuurderen vormen het
hart, dat door voortdurende werkzaamheid
het lichaam wartme en kracht verleent; de
ontwikkeling en het zedelijk peil van hen, die
in leidende functies geplaatst worden, bepa
len het verstand tn het gezag der organisa
tie. Het lichaam ir zijn geheel is niet tot goed
functionneeren in staat, indien een dezer on
derdeden gebreken vertoont Doch dat is ze
ker, dat de opbouw van het geraamte aan be
teekenis verliest, naarmate longen, hart en
verstand perfecter functioneeren.
Schoon is de vakbeweging, he -ft eens een
socioloog geschreven, men steune het schoone
verlossings- en beschavingswerk Dat is de
plicht van ieder, de ontzettende macht van
deze beweging te helpen leiden langs veiligen
weg.
Ook de boeren moeten in gesloten gelede
ren optrekken en een sterke eenheid vormen.
Moge daarbij opofferende liefde en solidari
teit onder de leden het cement voor de een
heid zijn.
VERHOOGDE VEILINGOMZET.
De Geld. Eierveiling te Arnhem, instelling
van de Geld. Ov. Mij. v. L. en den Aarts-
diocessanen Boeren- en Tuindersbond, heeft
in het afgeloopen jaar omgezet ruim 120
millioen eieren voor f by- millioen, tegen
94 millioen stuks in 1929.
Sedert 1925 is de aanvoer méér dan ver
dubbeld (56 millioen, thans 120 millioen).
HENSBROEK (December),
Geboren: Pieter, z. van Cornelis
Dekker en T. Goet.
G e t r o u w d Q Kok te Wijdenes en
G. L.OS.
KERKE RAAD OF KIESCOLLEGE?
In de herv. gem. te Binnenwijzend hebben
gerechtigden met 22—3 stemmen besloten,
het recht van beroeping en benoeming voor
bet tijdvak 'ot 1 November 1941 aan zich
zelve te houden, gelijk de toestand thans is.
Gemachtigden te Nieuwe-Niedorp heb
ben .besloten het recht van benoeming en be-
roeoing, dat nu in handen van de kerkeraad
is, met igang van 1 Nov 1931 te doen uit
voeren door een kiescollege.
Prof. dr M. W. Woerdeman benoemd
tot gewoon hoogleeraar voor ontleedkunde
aan de Universiteit van Amsterdam, aan
vaardde heden ziin ambt met een rede, geti
teld: „In de werkplaats van een heden-
dr.agscr. anatoom".
(Buiten verantwoordelijkheid van de Re
dactie. De opname in deze rubriek, bewijst
geenszins dat de redactie ermede instemt).
Mijnheer de Redacteur,
In Uw veelgelezen blad van Vrijdagavond
las ik het bericht, dat er dit voorjaar begon
nen wordt met het inrichten van een vacan-
tie-oord voor Duitsche landbouwers op Ame
land en er dit jaar al vast 600 landbouwers
uit Westfalen zullen komen. Met ingang van
Mei a.s. zal een geregelde autobusdienst
HolwerdCleef (Duitschland) v.v. worden
ingelegd.
Verder, dat de landbouwers excursies in de
provincie Friesland zullen houden ter be
studeering van den landbouw en de zuivel
bereiding.
Dit laatste nu, mijnheer de Redacteur, deed
mij besluiten, U eenige plaatsruimte in Uw
blad te vragen voor het volgende:
Herhaaldelijk komt het voor dat Duitsche
(en ook wel andere) industrieelen, landbou
wers enz. ons land komen bezoeken uit z.g n.
belangstvl.'ing.
D: Hcllandsche fabrikanten en landbou
wers voelen zich dan blijkbaar zeer vereerd
en zetten deuren en poorten open om hunne
bezittingen te laten bezichtigen, geven gaarne
nog ter verduidelijking alle mogelijke inlich
tingen enz.
Nu vraag ik mij af. of iets dergelijks voor
de toekomst niet hoogst gevaarlijk is, uit za
kelijk oogpunt bekeken.
Hoevele Duitsche kweekers hebben gedu
rende vele jaren reeds Hollandsche kweeke-
rijen bezichtigd uit eigen belang? Indien deze
gedacht hadden, hun kennis daardoor niet te
kunnen verrijken, zouden zij dan ook gekomen
zijn?
Is de kwantiteit van aardappelen, groenten
enz. welke Holland naar Duitschland expor
teert niet van jaar tot jaar kleiner gewor
den?
Zouden excursies als bovenbedoeld daar
aan niet mede schuldig zijn?
Zijn wij niet bezig daardoor toekomstige
concurrenten te kweeken?
Laat er b.v. eens een deputatie van Neder
landsche industrieelen trachten een Duitsche
fabriek te mogen bezichtigen, hoe klein zou
daarop de kans zijn!
Alleen de verkoopkantoren zouden toegang
kunnen vinden!
Zij zouden zich waarschijnlijk niet in de
kaart laten kijken.
Wij hebbn, meen ik, ervaringen voldoende
om te kunnen constateeren, dat al die excur
sies ons alleen toekomstige concurrentie kun
nen brengen.
Zouden nu niet bovenomschreven excur
sies in Friesland ten doel hebben, de Duit
sche wetenschap op zuivelgebied te verrijken
o:n daarna in praktijk te brengen, opdat we
binnen afzienbaren tijd een dalende lijn in
onzen zuivelexport kunnen aanschouwen?
Nu kan er wel gedacht worden, dat zulks
buiten die excursies ook wel zou kunnen ge
beuren, doch ik meen, dat het een groot ver
schil maakt, of men de concurrentie behulp
zaam is, of dat zij buiten onze ondernemin
gen wordt gehouden.
Zou het niet veel meer een Nederlandsch
belang zijn. onze afgewerkte producten door
tentoonstellingen e.d. de aandacht te doen
trekken in het buitenland en de verkoopadres
sen bekend te maken, inplaats van aan leer
gierige toekomstige concurrenten voorlich
ting te geven?
Ik meen dc-arom dat het devies voor de
Eriesche landbouwers, boter- en kaasfabrie-
ken moet zijn: „Voor toekomstige buitenland-
sche concurrenten blijven onze boerderij poor
ten en fabrieksdeuren gesloten".
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
Üw. dw.
F. S.
Alkmaar, 15 Jan. 1931,
WelEd. Heer Hoofdredacteur!
Beleefd verzoekt ondergeteekende U eenige
plaatsruimte in Uw geëerd dagblad.
In de Alkm. Courant van Donderdag las
ik in het ingezonden stukje van den heer
P. Slot oa.: de chauffeurs van deze auto's
eischen het middengedeelte van den weg
voor zich op uit hoofde dat zij bang zijn
voor wegzakken, gezien de groote vrachten
die zij vervoeren. Genoemde heer Slot ver
meldt echter niet dat zoodra er een wagen
moet passeeren, die zelfde chauffeurs zoo
veel mogelijk naar rechts uitwijken. Dat zij
tenslotte niet met hun beladen wagens in den
berm gaan rijden, is heel begrijpelijk, zoo-
als de beer Slot zelf ook aantoont.
Ook ik hoop, dat de rijkspolitie een oogje
in het zeil zal houden, maar dan niet allee"
op vrachtwagen*, maar speciaal ook op de
luxe-wagens, want juist die zijn het, die de
meeste verkeersongelukken veroorzaken.
Meerdere malen gebeurt het, dat luxe
wagens de onze voorbij rijden met een snel
heid van 80 a 90 K M.
Ten slotte wilde ik nog even opmerken, dat
ik voor mijn wagens pl.m. 1400 wegen*
belasting betaal. Uit hoofde daarvan mag ik
toch zeker wel verlangen, dat mijn materiaal
zooveel mogelijk over goede wegen komt.
U dankend voor de mij toegestane plaats
ruimte teeken ik,
Minnaar. j