llkgiiirakt tuint mlird drie en dertigste 'aargang. lliiisiiHK 3 Februari. Radioprogramma Kapitein Wamy/e/sA Tocht naar Rusland. g. de pleegouders of het Bestuur der in richting 'zullen zoodra het gedrag van het pleegkind reden tot bezorgdheid geeft of wan neer er iets buitengewoons mocht plaats heb ben, hiervan kennis geven aan het Bestuur; Ko. 28 1931 Woensdag 4 Februari. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend V A.R A.) 8 Gramofoonplaten 9.25 Orgelspel door Johan Jong 10.— Morgenwijding (V r.K. O.) 10.15 Orgelspel door Johan Jong. Kt.dO P. J. Kers: „Onze Keuken 11— Gramo- foonplaten. 11.05 Mevr. N. L. Heybrovk d'Ancona: „De lichamelijke verzorging van den kleuter". 11.35 Gramoioonplaten. 12.— Politieber. 12.15 Concert door het V A R_A.- septet o. 1 v L Eyl en gramofoonpl 2.1a Vrouwenuurtje. 3.05 Gramo.oonplaten 3.10 K. de Boer: „Eerlijke Handelsmethoden 3.25 Gramofoonplaten 3.30 „Maak het zelf", Céline SchaakeVerkozen. 4 20 I ia- no-recital door Joh. Jong 4.50 Kinderuur tje. b.15 Concert door het V A R A Mando line-Ensemble o 1 v Joh. B. Kok 7.— i rof Dr. H. J. M. a: Weve: „Zien de Dieren de wereld in dezelfde kleuren als de mens. h. 7.30 Politiebei. 7 45 Vervolg Concert Man doline-Ensemble 8.15 Uitz. vanuit Den Hel der. M. m v. het V.A R.A orkest o 1. v Hugo de Groot. 8.35 Toespraak 9.— Ver volg uitzending uit Den Heider 9.30 Hoor spel „S. O. S. Rac Rao Foyn... De Krassin redt de Italia. Van Fiiedr. Wo.ii Bewerk. M. Sluyser. Het ürooi Volkstooneel 0 1 v Herman Bouber, Willem van Cappel- len en Ben Groeneveld 10.30 Slot-uitzending uit Den Helder. 11 Vaz Dias. 11 10 Gra mofoonplaten. Huizen, 298 M. (Uitsluitend N.C R V 8—8.15 Schriftlezing. 815—9.30 Gramo foonplaten 10.30—11.— Ziekendienst 11 12.— Concert M. F. Jurjaanz. harmonium en Mej. D Mijnhout, sopraan 12.—12 30 Gramofoonplaten 12.30—2.Concert ter geleg. van het 2-jarig bestaan v h. N C R V. Dameskoor. M. m v. het N.C.R V.-Dames koor en H Hern.ann, viool. P. van der Hurk, fluit. Joh. v. Ginkel, klarinet. K 7. Borgers, cello Mej. Luise 1 aenroth, piano en har monium. 2.-2 3C Ciramofoonp.aten 2 30 3.Lezen van Christ Lectuur 3.4 30 Concert. Mevi J Hekksrtvan Eysden so praan. Piet Zwager, tenor. Eveline Lopes Salzedo, viool en Annie de Ridder, piano 4.304 45 Gramofoonpl. 5.-6 Kinder uurtje. 6.-7— H. Pilon: „Het kalkvraag- stuk". 7.7.30 Onderwijsfonds voor de binnenvaart. 7 30- 8.— Dr G. Esselink: „Ons bestaan een worsteling om het leven 8.—10.Uitzending eener Kweekschool- Demonstratie van het Leger des Heils, van uit de N. Z. Kapel te Amsterdam Leider:' Komm. Bouwc Vlas 10.Vaz Dias. 10.10 11.30 Gramotoonpia en. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 12.20 Gramo'foonpl 1 20 Orkestconcert. 2 20 Concert A. Pendar- vis, alt M Lang, tenoi. 2.45 Schooluitz 3 50 Concert Orkest. S. R. sseli. cello 5.05 Orgelspel door R. New. 5 35 Kinrieruurrje 6.20 Lezing. 6 35 Berichten. 7 Concert. T. Reiss—Smith, celio. J Black, piano 7 20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.20 Concert. Szigei, viool B Maine, declamator, koor en orkest. 9 20 Berichter 9 35 Vervo'g concert 10 40 Lezing 10.55 Berichten. 11.12.20 Dans muziek Parijs „Rcdio Paris", 1725 M. 8 05 Gra mofoonplaten 12 50 Gramofoonplaten 4.05 Gramofoonpl 6.50 Gramo'oonpl 9 05 ,La Damnation de Faust" van H Berlioz Koor, orkest en solisten. Langenberg 473 M. 6 20 7 20 Gramo foonplaten. 9.3511.15 Gramofoonpl 11 30 Gramofoonplaten 12.251 50 Orkestcon eert. 4.20—5 20 Orkest, oreert 7 05 8 10 Orkestconcert. 8.35 Concert Orkest M v Basilides, alt. Daarna berichten en tot 11 20 Orkestconcert Kalundborg, 1153 M'. 11.20—1.20 Orkest concert 2.50-4.50 Orkestconrert en voor dracht. 7.20—7 35 „Famihen Dansen" van Jens Locher. 7.357.55 Viool recital door O. Fessel 7 55—8 30 „rinderup Iade" Hoorspel van H. Tandrup 8 30— 9 30 Or kestconcert. 9 4510.20 Kamermuziek B'a- zers-Ensemhle. 10 2011 50 Dansmuziek Brussel. 508.5 en 338.2 M. 508 5 M.; 5 20 Gramofoonpl. 6.05 Dansmuziek 7.20 Gramofoonpl 7.50 Gramofoonpl. 8 20 Mi'i- taire muziek 8.40 Liederen. 8 50 Militaire muziek. 9.20 Vervolg Militaire muziek 9 50 mi i,m on. Nu stapten wij op het vlot, het welk ons aan den anderen oever van de rivier bragt S.efan beklom den top van eenen nabij ge legen heuvel, van waar hij mij nog met zijne zakdoek het laatste vaarwel toewuifde, en ik zag hem niet meer Doch zijn aandenken zal eeuwig in mijn geheugen bewaard blijven En vergeete mijne regterhand zich zelve, eer ik hem en zijne weldaden vergeten zoude! Nu reden wij met groote snelheid voor waarts, maar ik zag of hoorde niets; mijne ziel was te zeer geschokt, van dat ik iets bui ten mij acht zoude geven hebben. Ik dacht alleen aan het verledene. Den 4den kwamen wij te Usa, de residentie van den gouverneur, wien wij over onze 100 roebels wilde spreken Bij onze aankomst vernamen wij, dat zijne excellentie op zijn buitengoed was, 18 wersten vandaar. Wij besloten dus eenen dag hier te vertoeven en inmiddels eene deputatie aan den gouverneur te zenden, teneinde de noodige inlichting omtrent deze zaak te er langen. Hiertoe werd de luitenant J. gecorn- miteerd. Deze vertrok ook 's anderen daags derwaarts, en vond den gouverneur werkelijk te huis Hij- werd dadelijk bij hem toegelaten en stelde zijne belangen voor De gouverneur antwoordde hem, dat hij daar niets van kon Dansmuziek. 338.2 M.: 5.20 Orgelconcert 6.05 Concert georganiseerd door de SAROV 7.20 Gramofoonplaten. 7.35 Declamatie 7 50 Gramofoonplaten 8 20 Muzikaal Inter mezzo. 8.50 Concert. Orkest en viooL Zeesen, 1635 M. 5.40—11.20 Voordrach ten. 11.2012.15 Gramofoonpl. 12.151.20 Berichten. 1.202.20 Gramofoonplaten. 2 203 50 Voordrachten 3.504.50 Con cert 4.50715 Voordrachten en lezingen. 7.20 „In den Bergen". Solisten, koor en or kest. Leiding Hans Adolf Winter 8.05 Dialoog. 8.30 Siebzig Minuten Fasching. 9.40 Berichten, en daarna populaire muziek. "stad en omgeving." OPRICHTING INSTELLING VOOR MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON EN BUREAU VOOR SOCIALE ZAKEN' B. en W. schrijven in bijlage nr. 18: Vervolg. Van de verleening van steun. Artikel 9. De ondersteuning kan bestaan in al dat gene, wat kan strekken tot voorkoming, op heffing of leniging van armoede, met inacht neming intusschen van artikel 28 en volgen de Armenwet. Geen ondersteuning wordt verleend dan nadat een grondig onderzoek heeft plaats gehad naar de omstandigheden van den aan vrager. Dit onderzoek omvat zoo noodig mede den gezondheidstoestand van den onder steunde, van zijn gezin, of van het gezin, waarin hij is of wordt uitbesteed. De ondersteuningen worden bij de onder steunden aan huis bezorgd, vcorzoover niet bij of krachtens dit Reglement anders is of zal worden bepaald. Ingeval tevns door een kerkelijke of andere ins.eiling van weldadigheid ondersteuning verleend wordt, kan de uitreiking van de bij drage van het Bestuur mede door die instel ling geschieden. Ook kan de uitreiking van de ondersteu ning opgedragen worden aan andere vereeni- gingen of instellingen, die de zedelijke en maatschappelijke opheffing van personen be oogen, of aan de besturen van plaatselijke at- deelingen van wcrkloozenkassen. Laatstbe doelde besturen zijn niet verplicht, de onder steuning aan huis te bezorgen of te doen be zorgen. In de gevallen in de vorige twee leden be doeld, zal het bestuur zich ervan overtuigen dat de uitkcering op de juiste wijze plaats heeft. De uitkeering van ondersteuningen aan niet georganiseerde werkloozen geschiedt op de wijze, door het Bestuur te bepalen. Aanvragen om steun, gedaan door leden van werkloczenkassen kunnen worden inge diend door bemiddeling van de besturen van die werklozenkassen. Genees- en vericsxund ge hulp enz. wordt verleend volgens de bepalingen, vervat in de verordening op den genees-, heel en verlos Xundigen dienst voor behoeftigen in de ge meente Alkmaar. Artikel 10. In gevallen, waarin het verstrekken van ondersteuning niet zonder gevaar voor het leven of de gezondheid van den arme kan worden uitgesteld, totdat het Bestuur een be slissing heeft genomen, kan de secretaris een voorloopige ondersteuning geven om in de dringendste behoeften te voorzien. Voorts kan de secretaris voornoemd, indien ondersteuning wordt gevraagd in een geyai dat behandeld wordt door de 2e afdeeling, voorloopig, na het in artikel 9 genoemde on derzoek gedaan te hebben, ondersteuning uit reiken onder nadere goedkeuring van het Be stuur, waarbij de daarvoor door het Bestuui vast te stellen voorschriften in acht te nemen zijn. Artikel 11. Ondersteuning dc;r uitbesteding, hetzij in een inrichting, hetzij bij particulieren, wordt alleen verstrekt aan weezen, halfweezen en verlaten of tijdelijk onverzorgde kinderen, aan oude lieden en voorts aan personen die a s maatschappelijk ongeschikten zijn te be schouwen Bij steun aan verlaten of onver zorgde kinderen vergewist zich het Bestuur vcorof tot toepassing van artikel 439a van het Burgerlijk Wetbcek is uitgesloten. Artikel 12. Het toezicht op de ondersteunden, bedoeld in het vorig artikel geschiedt door peroonüjk bezoek van de leden van het Bestuur of van den secretaris namens het bestuur, zoo dik wijls als dit door het Bestuur noodig wordt geacht, doch tenminste eenmaal per jaar. Omtrent de bevindingen, bij het gehouden toezicht verkregen, wordt rapport uitgebracht aan het bestuur. zeggen, dat hem zulks een order niet bekend was, doch dat hij eene brief aan den vice-gou verneur zoude mede geven, bij wien wij zoude vernemen, hoe de zaak zat, Met dezen brief kwam J. in de stad terug en in het vol ver trouwen dat alles wel zoude gaan, gaf hij dien aan den vice-gouverneur over. Maar hoe stonden wij te kijken, toen hij in plaats van ons een goede tijding mede et brengen, ons met grootste verbaasdheid kwam aanzeggen, dat het zaak voor ons was, om zoo schielijk mogelijk de stad te verlaten, terwijl wij an ders gevaar liepen, van achter het slot gezet te worden. Wij waren ten hoogsten veront waardigd over het laaghartig gedrag van dezen gouverneur, die niet alleen op schande lijke wijze het vertrouwen van den edelen Alexander schond, door ons het geld te ont houden, hetwelk de mensch lieven de vorst, tot onzen onderstand bestemd had. Want dat de kerel het in zijne zak gestoken of althans met den vice-gouverneur gedeeld heeft, is bij mij zeker, daar ik weet dat officieren, die in an dere gouvernementen gelegen hadden, zulks gekregen hebben, maar die ons nog met een geveinsd gelaat zulk een Unas-biref mede gat, wat dat de inhoud daar van was, om ons ten spoedigste te doen verkassen, was zonne klaar. Wel een contrast tusschen dezen laag- nartigen schurk en den edelen gouverneur van Watku. Doch hier was geen pruttelen tegen. \X ij begaven ons dus weer op reis, ech ter met voornemen om ons te Mosvou over de onreentv aardige handelwijze van den gouver neur van Lsa te beklagen, doch wij daar ten hanng voeren, zal men weldra zien. Ten aanzien van de vanwege het bestuur uitbestede kinderen zijn de navolgende bepa lingen van toepassing: a. geen uitbesteding van kinderen in of bui ten de gemeente Alkmaar zal plaats hebben, dan nadat omtrent het gezin der pleegouders of de inrichting betrouwbare inlichtingen zijn verkregen, waaruit blijkt dat een goede ver zorging verwacht mag worden en tevens uit een .schriftelijke geneeskundige verklaring is gebleken, dat de gezondheidstoestand zoowel in lichamelijk als geestelijk opzicht van geen der leden van het gezin gevaar oplevert voor de huisgenooten; b. de pleegouders of inrichtingen, die zich verbinden kinderen voor geheele of gedeelte lijke rekening van het Bestuur te verzorgen, zullen gehouden zijn die kinderen te behande len en te verzorgen geheel als hun eigen kin deren of volgens de algemeen geldende bepa lingen van de inrichting; c. de pleegouders of inrichtingen zullen zorg dragen voor behoorlijke kleeding, voe ding en reinheid, dat ieder kind een behoor lijke slaapplaats heeft in een afzonderlijk beJ en dat bij ziekte of ongeval de vereischte ge nees- of heelkundige behandeling wordt ver leend; d. het is ten strengste verboden de kinde ren, van welken leeftijd die ook mogen zijn, eenigen alcoholhoudenden drank, onverschil ling onder welke benaming, te verstrekken. e. de pleegkinderen worden zoo mogelijk steeds ondergebracht in gezinnen of inricn tingen vah dezelfde godsdienstige gezindte als waartoe het kind of zijn ouders behooren; de pleegouders of inrichtingen moeten mede werken dat het godsdienst-onderwijs trouw wordt gevolgd. Wanneer noch het kind. noch de ouders tot een godsdienstig gezindte be hooren, vervallen de bepalingen omtrent de gezindte en het godsdienst-onderricht; f. de pleegkinderen mogen door de pleeg ouders of door de inrichting nimmer worden gebruikt als werkkrachten, die gelijk zouden zijn te stellen met werkkrachten in loon dienst; h. de pleegouders of het Bestuur der in richting zijn verplicht om aan het Bestuur steeds alle gewenschte inlichtingen te ver schaffen en diegenen in hunne woning te ont vangen aa wie door het bestuur het toezicht op de uitbestede kinderen is of wordt opge dragen en zijn verplicht toe te staan, dat des- verlangd zonder bijzijn van anderen met de kinderen wordt gesproken. Van de geldmiddelen. Artikel 13. Het Bestuur bestrijdt de kosten van de ver leende ondersteuninggen en van zijn bij de jaarlijksche begroeting te bepalen bijdrage in de kosten van het Bureau voor Sociale Za ken in evenredigheid tot de door dat Bureau ingevolge artikel 7 geleverde diensten uit de inkomsten zijner bezittingen, uit buitenge wone baten en verder uit het subsidie, dat het uit de gemeentekas geniet. Artikel 14. Het bestuur zorgt voor het nauwkeurig bij- hoiden van der staat zijner eigendommen en deelt de daarin aangebrachte veranderingen jaarlijks aan den Raad mede. Artikel 15. Het Bestuur zendt jaarlijks aan den Raad: a. vóór 1 Mei een uitvoerig en beredeneerd verslag ovm het afgeloopen jaar; b. vóór 1 Mei zijne rekening en verant woording over het afgeloopen jaar volgens een door Burgemeester en Wethouders vast gesteld model; c. vóór 1 Juni zijne begrooting van ont vangsten en uitgaven voor het volgende jaar volgens een door Burgemeester en Wethou ders vastgesteld model. Artikel 16. Burgemeester en Wethouders houden toe zicht op alles, wat de geldmiddelen van de Instelling.betreft en zijn bevoegd voorschrif ten te geven ter voorkoming van overschrij ding rier begrootingsposten. Slotbepaling. Dit reglement treedt in werking op een na der door Burgemeester en Wethouders te be palen dag na ingekomen bericht van goed keuring door Gedeputeerde Staten. Met ingang van dien datum vervalt het reglement voor het Burgerlijk Armbestuur, vastgesteld bij Raadsbesluit van 22 Decem ber 1921 (Gemeenteblad nr. 790), laatstelijk gewijzigd bij Raadsbesluit van 27 Novembe (Gemeenteblad nr. 1196). II. De Raad der gemeente Alkmaar; Na verscheidene Tartaarsche dorpen ge passeerd te zijn, kwamen wij aan de stad Bougolma, waar ik reeds voorheen geweest was. Doch hoe zeer stond ik verbaasd, hier niets dan puinhoopen weder te vinden. De ge heele stad, die van hout was (zooals de meeste Russische landsteden) was door een feilen brand vernield. De ongelukkige bewoners hadden zich hutten gemaakt op het open veld en sommigen woonden in linnen tenten. Daar wij vooremens geweest waren om hier nacht verbrijf te houden, waren wij nu genoodzaak nog 24 wersten verder te rijden, tot aan het Tartaarsche dorp Karabas. Wij hadden al- zoo in ruim 24 uren (want wij hadden nacht en dag doorgereisd) 244 wersten afgelegd, en dus kan men begrijpen of wij ook moede waren van het lange rijden. Men kan zich geen denkbeeld maken van zulk snel rijden, doch wij kregen ook van post tot post, en dus elke 20 of 25 wersten nieuwe paarden. Er werd geen meer tijd toe gebezigd, dan maar even noodig wa som uit en in te spannen. Het paard dat in den boom liep, had boven zijn hoofd eenen beugel, waar aan een bel hing, aan het geluid daar van konde zij reeds van vere berekenen, hoe veel paarden er nodig waren. Mijn kameraad L had van zijnen edelman in Polen een zoodanig rijtuig pre sent gekregen, die hadden wij zooveel moge lijk tot gemak ingerigt, het zelve was m=t matten overdekt, en wij konden van voren dicht maken. Den 14 kwamen wij te Kasan aan; hier hielden wij eenen rustdag en lieten er ijzeren banden om onze wielen leggen, welke door het gedurig schokken veel geleden hadden Men kan Hgt begrijpen, dat ik niet naliet mijn goeden schoenmaker weder te bezoeken. Ik trof hem benevens zijne vrouw in blakende welstand aan. Het deed hun een onbeschrijfe lijk genoegen mij weder te zien. Zij boden mij alles" aan, en ik kon niet genoeg na hunnen zin eten en drinken Wii hadden onzen intrek genomen in de Russische stad in een soort van logement. Hier vonden wij Hoogduitsche Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, opgenomen in bijlage nr. 18 tot het verslag van 's Raads handelingen; Besluit: A. op te richten een Bureau voor sociale zaken B. voor dat Bureau vast te stellen de navol gende verordening op het gemeentelijr. Bureau voor Sociale Zaken. Artikel 1. Aan het Bureau voor Sociale Zaken, dat tevens optreedt als gemeentelijke Arbeids beurs, is opgedragen: a. het verleenen van arbeidsbemiddeling, in samenwerking met andere openbare instellin gen, welke hetzelfde doel beoogen; r de uitvoering van het Werkloosheidsbe sluit 1917 en de Arbeidsbemiddelingswet S 1930 nr. 433; voor zoover die uitvoering be hoort tot de bemoeiingen van het Gemeente bestuur en niet uitsluitend aan Burgemeester en Wethouders is opgedragen; c. het verzamelen van statistisch gegevens betreffende de sub a. en u. genoemde onder werpen d de uitvoering van maatregelen, die be vorderlijk zijn voor bestrijding van werkloos heid of de gevolgen daarvan, voorzoover deze zorg niet uitdrukkelijk aan anderen is opge dragen e. het verleenen van administratieve bij stand aan het Bestuur van de Gemeentelijke instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon f het verzamelen van die statistische gege vens omtrent de sub d en e omschreven on derwerpen, welke Burgemeester en Wethou ders noodig achten. Artikel 2. Aan het hoofd van het bureau staat een directeur, die benoemd wordt door den Raad op een aanbeveling van zoo mogelijk drie per sonen door Burgemeester en Wethouders op te maken, gehoord de na te noemen commis sie van advies, en het Bestuur der Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoonu. Hij wordt door den Raad op voorstel van Burgemeester en Wethouders, de Commissie van Advies en het Bestuur der Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon gehoora, geschorst en ontslagen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om den directeur, indien zii dit in het belang van de gemeente noodzakelijk achten, voor loopig te schorsen met behoud van salaris, in afwachting van een in de eerstvolgende Raadsvergadering te nemen beslissing. Burgemeester en Wethouders stellen voor den directeur een instructie vast, dat in de eerste alinea genoemde Commissie en het Be stuur der Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon gehoord. Artikel 3. Aan den Directeur kunnen naar behoefte- één of meer ambtenaren worden toegevoegd De rang en jaarwedden dezer ambtenaren worden door den Raad geregeld. Zij worden benoemd, geschorst en ontslagen door Bur gemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders stellen voor deze ambtenaren voorzoover noodig een in structie vast, de Commissie van Advies en het Bestuur der Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon gehoord. Artikel 4. De Commissie van Advies dient Burge meester en Wethouders en den Raad van ad vies over allé zaken, welke tot de taak van het Bureau behooren, voorzoover deze niet be hooren tot die, welke het Bestuur van de Ge meentelijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon bevoegd is zelfstandig te regelen. Artikel 5. De Commissie bestaat uit elf leden waar van één, tevens voorzitter, aangewezen wordt dcor Burgemeester en Wethouders uit hun midden. De overige leden worden benoemd door den raad uit een voordracht van twee personen voor elke vacature, in te dienen door Burge meester en Wethouders. De voordrachten voor de bemoening van twee dier leden wordt opgemaakt, gehoord het Bestuur van de Instelling voor Maat schappelijk Hulpbetoon, uit leden van dat Be stuur. Voor de benoeming van vier andere leden worden de voordrachten opgemaakt, gehoord de plaatselijke centrales van vakvereenigin- gen. De voordrachten voor de benoeming van de vier overige leden worden opgemaaTct, ge hoord de door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen plaatselijke vereenigingen van patroons of plaatselijke afdeelingen van cen trale patroonsvereenigingen. Artikel 6. De leden hebben zitting voor den tijd van en Fransche couranten, welke door een van ons werden voorgelezen en daar uit bleek dat Stefan mij de Russische couranten naar waarheid vertaald had. vier jaren. Op 1 Januari van elk jaar treden twee ot drie leden af, volgens een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen rooster. De voorzitter wordt niet bij deze groepen inge deeld. In tusschentijdsche vacatures wordt binnen twee maanden voorzien. Hij, die in een dergelijke vacature wordt be noemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene, dien hij is opgevolgd, had moeten af treden. Eindigt de hoedanigheid, waaraan een lid zijn "benoeming ontleent, dan houdt hij ter stond op, lid der commissie te zijn. Artikel 7. Als secretaris van de Commissie treedt op de directeur van het bureau. Artikel 8. De Commissie doet jaarlijks voor 1 April aan den Raad een verslag van hare werk zaamheden en ervaringen toekomen. Artikel 9. Burgemeester en Wethouders stellen een reglement vast, de Commissie gehoord, rege lende de door het Bureau te verleenen ar beidsbemiddeling. Dit reglement wordt door hen aan den Raad medegedeeld. Artikel 10. Deze verordening treedt in werking op een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum, met ingang van welken datum wordt ingetrokken de Verordening op den Dienst der Arbeidsbemiddeling en Werk loosheidsverzekering in de gemeente Alk maar, vastgesteld in de Raadsvergadering van 13 October 1931 en laatstelijk gewijzigd 22 Mei 1924 (Gemeentebladen nr. 768, 79 en 895). Zoo spoedig mogelijk na het in werking treden dezer verordening heeft de benoeming plaats van de leden der in artikel 5 en vol gende genoemde commissie, met inacht neming van de bepalingen van artikel 5 voorzoover mogelijk BIJZONDER LAGER ONDERWIJS. VOORSCHOT GEMEENTELIJKE VER GOEDING 1931 KOSTEN VAN INSTANDHOUDING. In bijlage nr. 31 schrijven B. en W.: Van de besturen der Vereeniging St. Jo- seph, der R.K. Meisjesscholen en der Veree niging tot bevordering van Christelijk Schoolonderwijs alhier kwamen aanvragen in om respectievelijk voor de St. Joseph- school (u.l.o.), St. Adelbertusschool, St. Ba- voschool, St. Willibrordusschool en St. Alo- ysiusschool; voor de Juliaschool (u.l.o.), Juhaschool (g.l.o.), St. Josephschool (g.l.o.), Mariaschool en St. Agnesschool en voor de Wilhelminaschool, Julianaschool (u.l.o.) en Julianaschool (g.l.o.) een voorschot te mo gen ontvangen op de over het jaar 1931 uit te betalen gemeentelijke vergoeding, bedoeld in artikel 101 der Lager Onderwijswet-1920. Spoedshalve hieromtrent dienende van be richt en ra?"' deelen wij Uwe Vergadering het volgende mede. Ingevolge het derde lid van artikel 103 der Lager Onderwijswet-1920 verleent de gemeenteraad ieder jaar, in afwachting van de eindbeslissing omtrent het bedrag, over dat jaar verschuldigd, aan een bestuur, in dien het dit verzoekt, een voorschot op de gemeentelijke vergoeding tot ten hoogste tachtig ten honderd van hetgeen tezelfder zake voor de overeenkomstige openbare la gere scholen in de gemeente is uitgegeven over het laatste dienstjaar, waarover de re kening door Ged. Staten is gesloten, dat is thans het jaar 1927. Over 1927 bedroegen de kosten ex artikel 101, le lid, der wet (de z.g. exploitatiekos ten) voor de openbare scholen voor gewoon lager en uitgebreid lager onderwijs respec tievelijk 21 19 en 49.50 en de kosten ex artikel 101, 9e lid der wet (vakonderwijs) voor de openbare scholen voor gewoon la ger en uitgebreid lager onderwijs respectie velijk 2.10 en ƒ2.13 (zie voor berekening bijlage nr. 31 van 1930). Zooals wij hierboven reeds mededeelden, bedraagt het aan de besturen der bijzondere lagere scholen uit te keeren voorschot over 1931 80 pCt. van de hiervoren genoemde be dragen. Het totaal-aantal in 1930 gegeven lesuren voor vakonderwijs bedroeg voor het open baar uitgebreid lager onderwijs 616, gegeven aan 1 school (de Ü.L. School). Per school kan dus voor het bijzonder uitgebreid lager onderwijs als voorschot voor vakonderwijs over 1931 ten hoogste worden uitgekeerd een vergoeding, berekend naar 616 lesuren. Sedert 1 Augustus 1929 Dit alles deed onze drift om voort te reizen nog vermeerderen. Wij begaven ons dus den 16den weder op weg. Wij passeerden de stad Nischnei Novogorad. Dezelve kwam mij zeer schoon voor en het speet mij dus, dat ik geen tijd had om dezelvt nauwkeurig te bezigtigen Den 21sten kwamen wij in de stad Mourun Hier werd het spreekwoord weder bewaar heid, dat bergen en dalen elkander niet ont moeten, maar menschen wel. Toen wij aan-, kwamen, wilden wij dadelijk paarden van den' postmeester hebben, doch hij verklaarden ons, die niet te kunnen geven. Daar wij echter verscheiden paarden op stal zagen staan, vroegen wij hem naar de reden van deze wei gering. Hij zeide ons, dat deze paarden moes ten dienen voor de rijtuigen van den gouver neur van Watka Hier hoorden wij nieuws van op en ik maakte mii met vriend S. gereed om hem te gaan zien. Hij was het inderdaad Hij was op reis naar Petersburg en had zijne vrouw bij zich. Hij betuigde ons zijn genoe gen, dat hij ons zoo onverwacht aantrof. Hij vroeg ons, hoe wij hier gekomen waren en ot wij hier nog lang dachten te vertoeven. Wij zeiden hem, dat wij gaarne dien dag weder wilden vertrekken, doch dat de postmeester ons paarden geweigerd had, voorgevende dat die voor ziine excellentie bestemd waren Hij liet hierop den postmeester bij zich komen, die ook spoedig in volle uniform verscheen en hij gelaste hem, ons dadelijk paarden te geven Dit geschiedde, en nadat wij van den braver gouverneur afscheid genomen hadden, zetten wij onze reis voort over Wladimir naar Mos- cou, waar wii den 26sten aankwamen. Het was met het aanbreken van den dag, dat wij de slagboom van deze wereldstad bin nenreden, niet wetende, dat wij hierin tegen de wet handelden, daar het verboden was, dat feen der gevangenen de stad mogt doortrek en, maar zij buiten om moesten gaan. Wij lieten ons dus gerustelijk naar een logement brengen, alwaar wij binnen trade.i. De kaste lein, uit onze plunje opmakende, dat er niet veel van ons te halen zoude zijn, gaf ons een afgelegen kamer, zeggende dat er geen an dere meer te krijgen. Na ons een weinig opge knapt te hebben, gingen wij er op uit, om de stad te bezien. Onder anderen zagen wij het Kremlin, de puinhoopen van het arsenaal het welk de Franschen hadden laaten springen (W&rdt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5