DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Armbestuur en Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon. \o. 32 ZlTEHDAft FKHHI AHI 1931 133e Jaargang. Armenzorg en politiek zijn voortaan niet meer gescheiden. Belanghebbenden beslissen mede welken steun hun zal uitgekeerd worden, De belastingplichtigen moeten het tekort betalen. Këagelijksch Overzicht Vanaf heden worden alle stads- ritten tusschen 8 uur voorm. en 8 uur namidd. uitgevoerd tegen COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND betaald Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door bet gebeele Rijk 2.50. Losse Dimmers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groots letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs KOSTER A ZOON, Voordam C 0, post giro 37000. Telef- 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Hoewel armoede geen schande is, stelt nie mand er prijs op te verklaren, dat hij voor zijn onderhoud afhankelijk is van het Bur gerlijk Armbestuur. Er zijn helaas, ook in onze gemeente, nog zeer velen, die deze overheidsbedeeling niet missen kunnen, maar zelfs de werkloo- zen, die door hun organisaties zoogenaamd uitgetrokken zijn en dus niet meer voor steun van hun vakvereeniging in aanmerking ko men, hebben er altijd bezwaar tegen gehad, dat zij naar het Burgerlijk Armbestuur wer den verwezen. Zij hebben niet ten onrechte verklaard, dat zij als valide werkkrachten, die slechts door de tijdsomstandigheden hun arbeid noodge dwongen moesten staken, daar niet thuis be- hooren en er is voor enkele jaren te hunnen behoeven dan ook een regeling getroffen waardoor zij, voor zoover zij georganiseerd zijn, uitsluitend op de Arbeidsbeurs werden aangewezen en slechts de hun toegekende steunbedragen via het Burgerlijk Armbe stuur verstrekt werden In het laatst van het vorig jaar is er in den Raad van Soc. Dem. zijde meermalen op gezinspeeld, dat de naam Burgerlijk Arm bestuur eigenlijk uit den tijd was en dat het voor de betrokkenen minder pijnlijk zou zijn als voortaan van een instelling voor Maat schappelijk Hulpbetoon werd gesproken. In aansluiting hierop werd er op 27 Octo- ber j.1 een adres aan den Raad gezonden door de besturen van den Alkmaarschen Be- stuurdersbond, den R.K. Volksbond en het Plaatselijk Arbeiderssecretariaat met het ver zoek de instelling van een Instituut voor Maatschappelijk Hulpbetoon te willen bevor deren. Daarbij zat de bedoeling voor nog scher per de grens te trekken tusschen armenzorg en werkloozensteun en grooter contact te krijgen met het college, de raadsleden en de vertegenwoordigers der vakcentrales. Bij de begrootingsbeschouwingen is de vorige maand die nieuwe instelling eenige keeren ter sprake gekomen maai veel critiek kon er niet op worden uitgeoefend omdat niemand nog met zekerheid wist, op welke basis da nieuwe regeling voortaan zou moe ten rusten. "De heer Vogelaar heeft er zich al eenigs- zins ongerust over gemaakt dat door het be noemen van een vijftal raadsleden als be stuursleden van dat instituut wat door de vakcentrales gevraagd v/as dit tot een soort commissie voor Georganiseerd Overleg zou worden aan welker voorstellen de Raad zelf niet veel meer zou kunnen veranderen en anderzijds heeft hij er reeds op gewezen, dat z.i. de vertegenwoordigers van vakbon den als zoodanig geen zitting in een col'ege voor armenzorg behooren te hebben daar die zorg uitsluitend aan de gemeente en niet aan de vakbonden is opgedragen. v*n Soc. Dem.-zijde, waar men toen na tuurlijk al heel goed wist welke nieuwe rege ling men enkele weken later zou voorstellen, heeft men intusschen bij de begrootingsbe- schouwingen precies gedaan of dit alles een kwestie van weinig of geen beteekcnis was. Dc nflciin Armbestuur had geen vriendelij- ken klank, er waren in verloop van jaren andere opvattingen over armenzorg gekomen en de bedoeling scheen dan ook hoofdzakelijk voor te zitten alleen dien hatelijken naam voortaan weg te laten en het desbetreffende college te herdoopen in een Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon. What 's in a namer, heeft men in navol ging van Shakespeare den heer Vogelaar toegeroepen en wij hebben daarna in ons desbetreffend overzicht medegedeeld, dat wij de kwestie bij gebrek aan de noodige gege vens op dat oogenblik niet verder konden be oordeelen, maar dat het ons niet zou verwon deren als er te gelegenertijd nog wel eenige aapjes uit diverse mouwen te voorschijn zou- ien kom Ht 0 De betrokken bijlage is thans verschenen en dezer dagen in onze courant gepubli ceerd en men heeft met ons kunnen con- stateeren, dat de bewuste aapjes niet achter wege zijn gebleven. Er is meer van apen dan van aapjes sprake en er zijn er zooveel, dat men er in Artis een hok mee zou kunnen vullen. Wat thans voorgesteld wordt is niet een voudig een naamsverandering maar een ab solute"" ommekeer in de gemeentelijke zorg voor armen en werkloozen met het blijkbaar voor op gestelde doel de uitkeeringen voortaan heel wat hooger dan vroeger te doen zijn. Men zou zich daarover slechts kunnen verheugen als men niet tevens bedacht, dat dit alles uit de belastinggelden betaald zal moeten worden en als men niet vreesde, dat het thans niet blijven zal bij een wat hoogen- steunuitkeering voor werkloozen waarbij Alkmaar tot dusver wel aan den lagen kant geweest schijnt maar dat men zal trachten aan armen en werkloozen voortaan belang rijk hoogere uitkeeringen te verstrekken dan door het tegenwoordige Burgerlijk Armbe stuur, noodzakelijk werd geoordeeld. Men weet, dat het Burgerlijk Armbestuur het vorig jaar, doordat het ook de verpleeg- kosten der armlastigen in de ziekenhuizen te betalen kreeg, een belangrijk grooter be drag dan vroeger heeft uitgegeven. Voor dit jaar is de begrooting van dat college op ongeveer twee-en-een-half hon derdduizend gulden vastgesteld, waarondei ongeveer tachtigduizend gulden voor de ver- pleegkosten zijn begrepen. Het is inderdaad tegenover de opbrengst van onze belastingen geen klein bedrag en het wettigt van de zijde van hen, die deze gelden hebben op te brengen zeker de waar schuwing ze zoo voorzichtig en zuinig moge lijk te besteden. Wij zouden geen arme of wfklooze van overheidsteun vertroken willen zien, wij we ten dat de malaisetijd er toe meewerkt de werkloosheid heel groot en heel ernstig te maken, maar wij hebben altijd vertrouwen gehad in het Burgerlijk Armbestuur, dat in samenwerking met de Arbeidsbeurs en door veeljarige ervaring en kennis van plaatselijke toestanden geleid, den med gelenigd heeft zonder daarbij de belangen der toch reeds zoo zwaar belaste burgerij te veel uit het oog te verliezen. Bij de onlangs gehouden debatten over de gasprijsverlaging heeft de heer Bonsema doen uitkomen, dat zijn hart goed genoeg was om aan alle aanvragen te voldoen, maar dat hij helaas rekening moest houden met de beschikbare financiën Zoo zal het ook bij de zorg voor armen en werkloozen moeten blijven, men zal hen zoo veel mogelijk ter wille moeten zijn, maar daarnaast rekening moeten houden met de draagkracht van onze gemeente. En de regeling die thans voorgesteld wordt beoogt niet alleen een eenvoudige naamsver andering van het college, dat zich met de zorg voor armlastigen en werkloozen belast heeft, het stuurt daarnaast op een volkomen verandering van stelsel aan en staat zoozeer in het teeken der „democratie", dat voortaan de belanghebbenden zelf n ede zullen bepa len wat te hunnen behoeve door de gemeente zal moeten uitgekeerd worden. Het stelsel van vijf of zes onafhankelijke Alkmaarsche burgers, die na rijpelijk over leg beslissen wat in elk steungeval moet ge geven worden komt in dit voorstel te ver vallen. Het college, dat sinds dertien jaren vrij willig zijn krachten aan dezen omvangrijken arbeid heeft gegeven, dat routine en ervaring heeft en menschen en toestanden scherp heeft leeren beoordeelen, wordt eenvoudig overboord gezet om plaats te maken voor een nieuw in het leven te roepen instituut, welks bestuur uit vijftien leden bestaan zal. Voorzitter is de wethouder van Sociale aan gelegenheden en verder worden er niet min der dan zes raadsleden in benoemd Daar naast komen er in dit bestuur vier afgevaar digden van arbeidersvakvereenigingen en ten slotte nog vier personen uit de burgerij. Uit deze samenstelling kan blijken hoe groot voortaan de invloed van den Raad op de uitkeeringen zal zijn en bovendien hoe veel de vakorganisaties daarbij te vertellen zullen hebben. De Raad had tot dusver alleen het recht de gelden te voteeren en heeft steeds gegeven wat het Burgerlijk Armbestuur daarvoor noodig achtte. De Armenwet bepaalt na drukkelijk, dat de besteding der gelden de taak is van B. en W. of van een apart colle ge, zooals hier het Burgerlijk Armbestuur, en heeft dus de Raad daarbij uitgesloten. Het behoeft geen betoog, dat van deze uit sluiting voortaan geen sprake meer zal zijn. Zes raadsleden, wellicht de voormannen der fracties, zullen zich in bet bestuur min of meer binden en de Raad zelf zal niet anders kunnen doen dan met hun voorstellen mee gaan. Men betrekt niet alleen den Raad thans in hooge mate in de verdeeling der steungelden maar brengt in de Armenzorg tevens het politieke element. Tegenover den op hen uitgeoefenden druk in het bestuur zullen de raadsleden die dan meer dan ooit rekening met de kiezers hebben te hou den dikwijls niet sterk genoeg staan om remmend te kunnen werken en het gevolg zal zijn, dat deze raadsleden hun fractiegenoo- ten 'zullen meesleepen op den weg naar steeds hoogere uitkeeringen. Nog bedenkelijker is de vertegenwoordi ging van afgevaardigden van arbeidersvak vereenigingen in het bestuur. Van zelfstandig oordeelen is hier geen sprake meer, deze menschen vertegenwoor digen een groote groep van direct belangheb benden en zijn aan hun positie verplicht de zen zooveel mogelijk te bevoordeelen Hun waarschuwend woord tegen te hooge uitkeeringen zal niet gehoord worden en de eenige onafhankelijken, die voortaan nog in dit instituut voor armenzorg en werkloos- heidsuitkeering zullen zitting hebben, zullen vier burgers van Alkmaar zijn, vier van de vijftien, die weinig gewicht in de schaal leg gen, zelfs al slaagt men er in hiervoor vol komen vrije en onpartijdige mannen te vinden Het bestuur van vijftien wordt in twee adviseerende colleges gesplitst elk van tien leden. De wethouder van Sociale aange legenheden is voorzitter van beide colleges en in dat voor de armenzorg hebben zititng 3 raadsleden, 2 afgevaardigden van arbeiders vakvereenigingen en 4 onafhankelijke burgers. In dat voor de werkloozenuitkeering zitten evenwel 3 raadsleden, alle vier de afgevaar digden van de vakvereenigingen en 2 onaf hankelijken. Waar het hier over de uitkeering aan werk loozen gaat geeft men de belanghebbenden, door alle vakvereenigingsmenschen er in te plaatsen, een belangrijken invloed op de te nemen beslissing.Zijn er onder de 3 raads leden vertegenwoordigers van democra tische raadsfracties dan zullen ook deze zich niet tegen hoogere uitkeeringen durven of willen verzetten en de eenige rem is hier dus gelegen in de twee Alkmaarsche burgers vai\ wie nog afgewacht moet worden wie de raad daartoe zal willen benoemen. Deze tien adviseeren het bestuur van vijf tien, dat daajna een beslissing heeft te ne men, maar in deze vijftien zijn de tien al reeds begrepen, zoodat dit advies, wanneer de tien het in hoofdzaak eens zijn, een pas kwil is. Hoofdzaak is, dat voortaan over den van gemeentewege te verstrekken steun beslist zal worden door menschen, die hetzij in poli tiek opzicht dan wel door vakvereenigings- verband persoonlijk niet vrij in hun beslis singen zijn en dat de raadsleden, die zich op deze wijze in het bestuur min of meer hebbent. gebonden, wanneer zij door hun fracties al- thans niet in den steek gelaten worden, den Raad voor het voteeren der gelden eenvoudig in deze democratische draaikolk mee naar de diepte zullen trekken, wat de gemeente in de naaste toekomst zware offers zal kosten. De vrees van den heer Vogelaar, dat men voor een soort Georganiseerd Overleg kom: te staan waarbij de Raad niet langer vrijheid van beschikking naar eigen inzicht wordt ge laten, dreigt bewaarheid te worden en even eens staat vast. dat de armenzorg tegen de bedoeling der wet in, voor een deel in han den van de vakorganisaties gelegd wordt. Bijkomstigheden zijn, dat de Raadsleden, die het geluk hebben in dit bestuur gekozen te worden en die toch al door het verplicht zitting nemen in allerlei commissies van bij stand zeer veel tijd voor de gemeenschap ten offer moeten brengen, opnieuw voor een veelemvattenden en tijdroovenden arbeid ge steld worden temeer wanneer men bedenkt, dat niemand van de tegenwoordige leden van het Burgerlijk Armbestuur er prijs op stelt in het nieuw te vormen bestuur zitting te nemen en men zich dus op volkomen onbe- kend arbeidsterrein zal begeven. Geen enkele dezer raadsleden is verplicht een benoeming te aanvaarden Wat zal er van het ontworpen reglement terecht komen wan neer er geen zes raadsleden te vinden zijn, die op het zitting nemen in dit bestuur prijs stellen? Wij kunnen ons voorstellen, dat men van de zijde van de tegenwoordige orpositie. welke drie verschillende fracties bevat, en waar men met deze voorstellen niet accoord gaat. geen prijs op een benoeming stelt. Neemt mat die benoeming evenwel niet aan, dan zullen andere fracties meer raadsleden leveren waardoor het gevaar, dat in deze al te democratische samenstelling van het be suur zit. nog vergroot zal worden. Zooals bekend is de instelling van een In stituut voor Maatschappelijk hulpbetoon een der compromis-punten tusschen Sociaal democraten en Katholieken, hoewel het van democratische zijde in het leven wordt ge roepen Wat de Katholieken en speciaal de meer behoudenden zullen doen is nog een raadsel. Zij zijn gebonden aan het compro mis. wat intusschen niet zeggen wil, dat zij elke voorgestelde regeling hebben te aan vaarden. temeer niet omdat zij zich bij prin- cipieele vraagstukken en da is een zoo verstrekkend voorstel als dit zeer zeker hun volle vrijheid hebben voorgehouden. In het thans gedane voorstel is tevens op genomen de verandering van den dienst der werkloosheid, zorg en arbeidsbemiddeling in een Bureau voor sociale zaken, welks direc teur tevens ambtenaar-secretaris van het nieuwe Instituut zal worden Uit de diverse verordeningen blijkt wel, dat hij een grooten invloed zai krijgen vooral als de raadsleden door drukke bezigheden in hoofdzaak op zijn adviezen zullen afgaan. Laten wij dit verder onbesproken dan dient toch nog ver meld te worden dat door deze regeling ook het ambtenarenpersoneel moet worden uit gebreid wat er eveneens toe zal medewerken de kosten van het nieuwe Instituut voor de gemeente te verzwaren. Men tracht dit goed te praten door de mededeeling, dat men daar- dooi sterker dan tot dusver aandacht kan wijden aan het verhaal der ondersteuning op hen. die door de wet tot onderhoud ver plicht zijn, maar ontneemt daarbij deze taak aan Jen secretaris van den Armenraad, die blijk heeft gegeven daarvoor volkomen be rekend te zijn zoodat op dit gebied hulp van andere zijde niet noodzakelijk moet worden geoordeeld. De vakcentrales hebben steeds op scheiding van armenzorg en werkloozensteun aange drongen en in de thans voorgestelde regeling worden beiden weer onder hetzelfde bestuur samengebracht. Bestond het Burgerlijk Armbestuur tot dusver uit mannen, die vrijwillig aan dit werk hun tijd en moeite wilden geven, mannen, die periodiek herkiesbaar waren en van wier ervaring men dus voortdurend kon profi- teeren, nu za' er een bestuur moeten komen, waarvan zoowel de voorzitter als de leden af treden wanneer zij niet langer raadslid of afgevaardigde van hun vakvereeniging zijn met het gevolg, dat het college voortdurend wijziging ondergaan zal, zeer ten nadeele van een instelling, die meer dan eenige an dere behoefte heeft aan een zekere continuï teit in de samenstelling van het bestuur. Ook dit werkt er toe mede den invloed van den blijvenden ambte..aar-secretaris steeds grooter te maken en dus naast eea veel ver der doorgevoerde en veel kostbaarder over heidszorg den ambtelijken invloed te ver sterken. Een minderheid in B. en W. wellicht de burgemeester en de heer Klaver heeft reeds op vele dezer bezwaren gewezen. Wij ver namen. dat de raadsvergadering, welke dezer dagen gehouden zou worden, op verzoek van eenige leden uitgesteld is om hen gelegen heid te geven dit vraagstuk nauwkeuriger te •kunnen bestudeeren er. wij zijn zeer be nieuwd welk standpunt de Raad te dezen opzichte zal innemen. Vast staat wel. dat men doo- aanneming van deze voorstellen den weg van steeds zwaardere offers en steeds drukkendei be lastingen zal opgaan. EEN DUITSCHE DREYFUS-AFFAIRE. Een onschuldige tot zware straffen veroordeeld? Herziening van het proces verzocht. In Frankrijk heeft men een Dreyfus-ge- schiedenis gehad, die dank zij den bekenden schrijver Zola tot een goede oplossing is ge komen. De geheele historie hier nog eens weer aan de vergetelheid te ontrukken, is na tuurlijk niet noodig, want wie kent de Drey- fus-zaak niet? En wie heeft nimmer een van de tooneelstukken bijgewoond, welke da Dreyfus-zaak behandelden? We leven nu vele tientallen jaren verder en thans dreigt er een nieuwe Dreyfus-affai- re te ontstaan, niet in Frankrijk, maar in Duitschland! Een zestal jaren geleden toch werd een zekere Bullerjahn gearresteerd door de Duitsche politie als verdacht van landverraad. Hij zou aan een Fransch offi cier van het leger, dat een deel van het Rijn land bezette, medegedeeld hebben, dat er bij Berlijn een geheime opslagplaats van wape nen zou zijn. Bullerjahn werd eenigen tijd later veroordeeld en zelfs verloor hij zijn eer Diezelfde Fransche officier meet nu ver klaard hebben, dat het heelemaal niet Buller jahn is geweest, die hem de bewuste mede deeling deed! Deze nieuwe verklaring werd ruchtbaar en ook in Duitschland hoorden men ervan, met het natuurlijke gevolg, dat men daar onmiddellijk een groote actie tot herziening van het proces tegen Bullerjahn en eerherstel van den veroordeelde in het leven heeft geroepen Bij herziening van het proces kan men echter de getuigenis van den Franschen of ficier niet missen en de Duitsche regeering r. F 0-80. N.V. NASSAU-GARAGE. TEL 257. heeft aan de Fransche regeering gevraagd, dezen officier ontheffing van zijn ambtsge heim te verstrekken, opdat hij voor het hoog gerechtshof te Leipzig als getuige kan wor den gehoord. Een beslissing op dat verzoek is nog niet gekomen en dit heeft niet alleen in Duitsch land, maar ook in Frankrijk verwondering gewekt. Deze is zelfs zoover gegaan, dat in de Fransche Kamer een interpellatie is aan gevraagd, welke dezer dagen aan de orde moet komen. Oe Matin komt nu met de mededeeling, dat minister Maginot tegen ontheffing van een officier van zijn ambtsgeheim gekant is en dan ook verdaging „voor onbepaalden tijd" van de interpellatie zal eijchen. Komt het daartoe, dan zijn de kansen op rivisie van het proces-Bullerjahn natuurlijk zeer ge daald. Het Berliner Tageblatt is verbaasd over het standpunt van Maginot, die zich al dus merkt het blad op stellig nog wel zal herinneren hoeveel Frankrijk heeft geleden, omdat kolonel von Scrwartzkoppen op bevel van Bülow zich heeft onthouden van ophel dering in de zaak-Dreyfus. Het Berlijnsche blad kan zich niet voorstellen dat de Fran sche regeering in de zaak-Bullerjahn dezelf de rol zal willen spelen als von. Bülow en de Pruisische generaals in de zaak-Dreyfus. ES&flSteBtgaBid UIT DEN DUITSCHEN RIJKSDAG. Bij de voortgezette beraadslagingen in den Rijksdag over de begrooting werd allereerst het woord gevoerd door de afgevaardigden Dr. Stolper (Staatspartij) en Dr. Neubauer (K.P.D.) Tijdens de daarop volgende rede van den Centrum-afgevaardigde Joos kwam het tot levendige incidenten toen de spreker heftig te keer ging tegen de Nationaalsocialisten. Zijn uiteenzettingen werden door de Nationaal socialisten met stormachtige protesten en in terrupties beantwoord, zoodat de voorzitter Löbe meermalen om kalmte moest verzoeken. Toen de stilte niet terugkeerde, verzocht de voorzitter de Nationaalsocilistischc afgevaar digden Koch, Brückner en Heines en ten slotte ook Vetter de zaal te verlaten. Onder heftig protest van hun partijgenooten gaven zij aan dit verzoek gevolg. President Löbe verklaarde daarop, dat hij ook op andere rustverstoorders, wier namen hij zich op het moment niet kon herinneren, het reglement van orde zou toepassen. Het woord was daarop aan Dingeldey (D. Volkspartij), Smierendörffer (Chr. Sociale Partij), Mollath (Economische Partij) en dr. Mierendorff (Soc. Dem.) De Nationaal socialisten stelde daarop verdaging voor, ter wijl president Löbe verzocht tot acht uur te blijven vergaderen. Aangezien voor den aan vang van de stemming de rechterzijde een drachtig het huis verliet, was de Rijksdag niet in staat een beslissing te nemen. De president plaatste daarop op de agenda van de zitting, welke heden te 12 uur zal be ginnen, de punten: Voortzetting der debatten. Voorstellen inzake verandering van het Huis houdelijk Reglement. EEN AANSLAG TE BERLIJN. Op „Reichoahn-direktor" Zander. Deze zwaar gewond; de dadei dood. In het gebouw van de „Reichsbahn"-direk- tie te Berlijn is gisteren tegen één uur dooi een onbekende een aanslag gepleegd. De man drong het bureau van den „Reichs- bahn-direktor" Zander binnen en vuurde eeni ge kogels op hem af, waardoor deze zwaar gewond werd. De moordenaar doodde zich daarna door zich een kogel door het hoofd te jagen. De heer Zander is naar het ziekenhuis ge bracht. Men weet nog niets van de identiteit van den moordenaar. De aanslag op een ander gemunt. Nader wordt gemeld, dat men in den zak van den moordenaar, die Freese heet, een aan de politie gerichten brief heeft gevonden, welke inlichtingen geeft over de motieven van de daad. Freese verklaart n.1., dat hij het gebouw met het besliste voornemen is binnengegaan om den vroegeren ambtenaar voor de onge val' enverzekering, den heer „Kattasch", te dooden en daarna zichzelf het leven te be nemen. Hij voelde zich n.1. benadeeld in de hem toegewezen gelden. Verder verzoekt de moordenaar zijn sleu tels aan zijn verwanten te zenden en hun mededeeling van zijn daad te doen. Aangezien volgens 's mans eigen beweren de aanslag gemunt was op den heer Kat tasch, is de heer Zander, een man van 59 jaren, het onschuldige slachtoffer geworden. Zijn toestan dis bedenkelijk. Freese was vroeger loketbeambte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1