DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. V». 35 la IKHIU AHI 1<>3I Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 133e Jaargang. Uit het ParMemenf Dacgeli?ksch Overzicht BuatenEand Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENt Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Dit nummei bestaat uit 2 bladen. Den Haag, 10 Febr 1931. Na zes weken vacantie met een onderbre king van een enkelen dag voor een spoed vergadering, is heden de Tweede Kamer weer aan den arbeid getogen. Gelijk zoo vaak na afloop van een reces vond de Voorzitter interpellaties op zijn tafel, ditmaal niet meer dan twee: een van den heer Van den Tempel (s.d.a.p.) aan de regeering omtrent mogelijke maatre gelen in verband met de crisis en de werke loosheid, en een van den heer W ij n k o o p (comm.) aan de ministers van Buitenland sche Zaken en van Defensie in verband met de politieke en militaire toerustingen in West-Europa, de voornemens van België en de uitlating van den chef van den generalen staf daarover. Of ze zullen worden toege staan, zal morgen worden beslist. Intusschen was er nog een interpellatie van den heer de Visser (comm.) blijven hangen, betreffende de maatregelen der re geering tegenover de werkeloosheid. Op voorstel des v o o r zitters heeft de Ka mer daarvoor verlof verleend en zij zal mor en aan de orde komen na afhandeling van iet wetsontwerp betreffende den steun aan de aardappelmeelindustrie, dat hierna in be handeling kwam. Een bijzonder vriendelijke ontvangst heeft dit wetsvoorstel niet gevonden. Laten we zeggen, dat de meerderheid der sprekers wel dankbaar was maar doorgaans op verre na niet voldaan. Men weet, dat de regeering een crediet wenscht van 4'A millioen om daaruit voorschotten te verleenen tegen een rente van 2 percent aan de aardappelmeelfabrieken In de Veenkoloniën. Maar reeds de eerste spre» ker, de heer Van Voorst totVoorst r.-k.), betoonde zich weinig voldaan. Er is een geweldige voorraad aardappelmeel, dank zij een paar buitengewoon gunstige oogsten en deze berust bij het Algemeen Verkoopbu reau. Die voorraad moet eerst worden opge ruimd alvorens men het bedrijf gezond kan maken en daar had de regeering in de eerste plaats voor moeten zorgen Met haar voor stel loopt zij geen risico en dit kan eerst nut tig werken, wanneer de prijs van het fabri- caat stijgt. Voorloopig is het dus een doode musch, waarmede de regeering de belang hebbenden blij maken wil. De heer Van der Sluis (s. d a. p.) dacht er ongeveer evenzoo over: die voorraad moet eerst uit de markt verdwij nen, desnoods door hem als kippenvoer te verkoopen voor een zeer lagen prijs. Maar in de tweede plaats keurde hij het af, dat de regeering niet meegegaan was met het voor stel der commissie-Lovink, die een crediet van 6 millioen had gewild en de credieten rente loos had gewenscht. Dit laatste vond de spreker zoo noodig, dat hij met de heeren Van Voorst (r.-k.), E be 1 s (v. dj, Loerakker (r.-k.) en Hiemstra (s.d.a.p.) een amendement indiende om het crediet renteloos te maken. En ook de christelijk-historische agrariër W e i t k a m p was slecht over het wetsont werp te spreken. Het getuigde z.i. van cie schrielheid van de regeering en als alles goed gaat profiteeren de landbouwers er van, dat zij 2 cent per hectoliter meer zullen krijgen! De heer Hiemstra (s d.a.p.) was ook over het voorstel slecht te spreken. Dan gaf hij de voorkeur aan directen steun uit de schatkist in overleg met de belanghebben den Evenals de heer Van Voorst schreef de heer E b e 1 s (v.d.) den moeielijken toestano toe aan een paar al te overvloedige oogsten, waarbij kwam daling van onzen uitvoer ten gevolge van de hooge invoerrechten van het buitenland en de onderlinge concurrentie VI at het stelsel van ondersteuning betreft zou hij liever bijslag op den prijs willen; dan had het meel ook aan veehouders kunnen worden verstrekt In ieder geval moeten de voorschotten renteloos worden verstrekt De heer Zij 1 s t r a (a.-r.) was niet zoo bijzonder ontevreden over het regeeringsvoor- stel. Hij kon er zeer goed met medegaan, mits men in de eerste plaats zorgt, dat het overschot van vroegere jaren wordt wegge werkt. De voorschotten mogen wijders eerst teruggevorderd worden bij terugkeer van nor male tijden met normale prijzen. Ook de heer Bi e r e m a (lib. zal tot de voorstemmers behooren In een uitvoerige rede, waarin hij ontkende dat de coöperatieve fabrieken debet zouden zijn aan den slechten toestand, en dezen veeleer toeschreef aan al te mooie oogsten, heeft hij onder meer ook een lans gebroken voor de renteloosheid der voorschotten en den minister de belofte ver zocht, dat de voorschotten eerst wanneer de tijden weer normaal zijn, zullen worden te ruggevorderd. De heer Braat (plattl.) was natuurlijk bij lange na niet tevreden met wat was voor gesteld. Die wilde, dat we van den vrijhandel afscheid zouden nemen en door hooge in voerrechten den boeren het leven mogelijk zullen maken. Men moest echter beginnen met den te grooten voorraad aan aardappel meel weg te werken. Het gunstigst van alle spreker liet zich de heer Snoeck Henkemans (c.h.) over het voorstel uit. Nu er te groote voorra den zijn, is het zaak te trachten het uit te zingen tot er weer betere tijden aanbreken en daartoe is het regeeringsvoorstel het lo gische middel. Intusschen wenschte hij de regeering toch ook te polsen over de mogelijkheid van een zij Ijet ook tijdelijke uitvoerpremie. Nadat de heer Wij n k o o p (comm.) op de bij hem gangbare wijze er over had ge klaagd, dat in het wetsvoorstel de arbeiders waren over het hoofd gezien, sloot de heer C o 1 ij n (a.r.) de rij der sprekers in eersten aanleg met een glasheldere rede, waarin hij uiteeenzette, dat men de zaak niet al te een voudig moet beschouwen. De Raiffeissenban- ken hebben aan de aardappelmeelfabrieken op haar voorraden voorschotten verstrekt. Daarmede zijn zij beneden den verkoopprijs gebleven, zoodat haar risico behoorlijk gedekt is. Maar als de staat nu daarbij een voor schot gaat voegen, dan zijn de fabrikanten aah de beide debiteuren te zamen wellicht meer schuldig dan hun fabrikaat kan opbren gen. Wat moet er nu gebeuren? Er bestaat kans op, dat de bedoelde banken zich er te gen zullen verzetten, dat de fabrikanten zich nog dieper in de schuld zullen steken, al is het dan ook bij den staat. Hoe moet die moeielijkheid worden opgelost, vroeg de heer Colijn aan minister Ruijs de Beerenbrouck, die de verdediging van het voorstel tot taak heeft. Op die vraag zullen we morgen het ant woord vernemen. Dan toch komt de minister aan het woord. DE ZITTING VAN DEN DU1TSCHEN RIJKSDAG. Een rede van dr. Curtius. De „uittocht" der rechtsche partijen. Het is gisteren wel een zeer merkwaardi ge dag geweest in Berlijn, een dag, waar van de gevolgen nog niet te overzien zijn. Op de agenda stond n.1. de begrooting van buitenlandsche zaken, waarvoor groote be langstelling bestond. Eigenlijk werd dit punt als 't meest belangrijke van alle beschouwd, zoodat het niet behoeft -te verwonderen, dat de rijksdag vrijwel voltallig bijeen was. Dr. Curtius heeft een zeer krachtige rede gehouden, waarin hij verschillende belang rijke punten aanstipte. Zoo zal Duitschland steeds blijven vasthouden aan volledige ge lijkgerechtigdheid voor alle volken. Wat de ontwapeningskwestie betreft, Duitschland verlangt denzelfden graad van veiligheid, waarop de andere mogendheden aanspraak maken. Verder verwachtte dr. Curtius, dat de Poolsche regeering de noodige maatrege len zal treffen, om herhaling van de geweld daden in Silezië te voorkomen. Over het standpunt van Duitschland tot deri Volkenbond verklaarde dr. Curtius vol gens het Hbld. dat critiek en onthouding niet eenvoudig hetzelfde is als de noodzaak het lidmaatschap en daarmede den strijd in Genève op te geven. Hij waarschuwde tegen een demonstratief gebaar, doch liet geen twijfel er over be staan, dat de rijksregeering niet op het standpunt staat, dat Duitschland onder alle omstandigheden in den Volkenbond moet blijven, onverschillig hoe te Geneve in de toekomst de beslissingen uitvallen in de voor Duitschland belangrijke kwesties. Thans kan intusschen nog niet gezegd worden, dat de mogelijkheid om de Duitsche belangen en inzichten in Geneve te doen ze gevieren, definitief illusoir gebleken is. Inzake de oorlogsschuldvraag herinnerde de minister aan het jarenlange streven van de rijksregeering, die ook verder alle daar toe geschikte middelen zal aanwenden, om het volk van den opgedrongen moreelen last te bevrijden. Tenslotte ging de minister in op de her stelkwestie. Hij verklaarde: Het staat vast, dat wij over onze schuldverplichtingen slechts op den grondslag van een verdrag, en slechts met de middelen van de interna tionale rechtsorde verhandelen en handelen zullen. Dr. Curtius verwees eindelijk naar de ver klaringen van den rijkskanselier, dat de aan te nemen houding en de te nemen maatre gelen voor een verlichting der op Duitsch land gelegde lasten niet bepaald mogen wor den buiten dep algemeenen samenhang van de buitenlandsche politiek. Tot zoover de rede van dr. Curtius. Maar voordat dr. Curtius zijn rede hield, was er in den rijksdag nog heel wat anders &- a Prcsi.fent Loel>e las n.1. bij den aan vang der zitting een brief voor, inhoudende, dat afgevaardigde Stöhr zijn ambt van vice- president en de andere nat.-soc. rijksdagle den hun mandaat neerleggen. Verder las de woordvoerder der nat.-soc. een verklaring voor, waarin geprotesteerd werd tegen de Maandag j.1. aangenomen wijziging van het reglement van orde, welke als schending van de grondwet werd gekenschetst. Alle op grond van dit gewijzigde reglement tot stand gekomen wetten moeten strijdig met de grondwet worden geacht. (Onrust bij de comm.) Wij nat.-soc., zullen in dit Huis van oe georganiseerde grondwetschending (gelui van de voorzittersbei) niet meer medewer ken. Wij zullen als uitersche oppositie om de ziel van het volk strijden; wij waarschuwen de wereld, besluiten van dit Huis niet voor besluiten van het Duitsche volk te houden. (Onrust links.) Wij doen een beroep op den rijkspresident als beschermer van de grond wet. om zich te verzetten tegen de met de grondwet strijdige houding van dit Huis. Wij verlaten het „Young-parlement" en zullen eerst terugkeeren, wanneer er eenige mogelijkheid bestaat een arglistigen aan slag op het volk af te weren. De nat.-soc. riepen driemaal „Heil!" en marcheerden dan gezamenlijk het rijksdag gebouw uit Zij gingen niet alleen. Want van Duitsch- nat.-zijde werd een verklaring voorgelezen, waarin de besluiten van Maandag als strij dig met de grondwet werden geschetst en bijzonder scherpe aanvallen werden gedaan op de Duitsche Volkspartij, de chr.-soc. par tij en de leden van de Landvolkpartij, die met de meerderheidspartijen hebben meege- stemd. Deze afgevaardigden en fracties kun nen niet meer tot de rechterzijde worden ge rekend, doch zijn een aanhangsel van de zwart-rood-gouden coalitie geworden. Wij zien niet af van verdere medewerking in den Rijksdag, zoo heet het dan, en wij zullen op het juiste oogenblik datgene doen, wat ons doelmatig en juist voorkomt. Aan de beraadslagingen over de buiten landsche politiek zullen wij niet deelnemen Deze Rijksdag is zonder ons een „Young- Rijksdag". Hij heeft tot dusver alles goed gekeurd wat Duitschland schade kan berok kenen. Bij deze woorden klonken van links en uit het midden stormachtig afkeurend geroep. Het slot van de verklaring was onverstaan baar. De Duitsch-nationalen verlieten met den afgevaardigde v. Freytag-Loringhoven aan het hoofd, de zaal. Vervolgens verlieten nog vier leden van de Landvolkpartij de zaal, waarna de comm. afgevaardigde Sloecker verklaarde, dat de communisten weliswaar protesteeren tegen de genomen besluiten, maar dat zij er niet aan denken, aan het comediesjiel en de be driegelijke manoeuvres van de vereenigde nationalisten en nat.-soc. mee te doen. Zij zullen tot het laatst ook in den rijksdag blij ven strijden tegen het stelsel-Young en voor een sovjet-Duitschland. Na dezen grooten uittocht, waaraan ook de rechtsche journalisten deelnamen, hield dr. Curtius zijn rede. Hij was zoo gelukkig, dat alleen de communisten kabaal maakten. De andere lawaaischoppers waren immers verdwenen. President Loebe deed vervolgens nog een beroep op de afgevaardigden, om toch voor al te komen, omdat anders de rijksdag door een te gering aantal afgevaardigden geen be sluiten kan nemen. En nadat nog eenige afgevaardigden de rechtsche leden als stoute kindertjes" beti teld hadden en trouw aan de regeering be loofd hadden, was deze zitting weer voorbij. HET OUSTRIC-SCHANDAAL. De enquêtecommissie aan het ein de van haar taak. Aan welk lichaam moet de zaak worden voorgelegd? De parlementaire enquête-commissie naar de financieele schandalen is thans aan het einde van haar taak gekomen. Er rest haar nog slechts de overigens zeer netelige kwestie op te lossen aan welk juridisch' lichaam de door haar onderzochte zaken ter berechting dienen te worden voorgelegd. De commissie werd den 27en November 1.1 krachtens den bijkans eenstemmigen wensch der Kamer in het leven geroepen. Zij kreeg den eenigszins weidschen naam van „com missie, belast met het instellen van een enquête naar de handelingen van politieken aard, waarvan speculanten zouden hebben kunnen profiteeren, en naar de zaken, wélke den nationalen economischen toestand, de fondsemarkt en de openbare spaargelden in gevaar hebben gebracht of nog brengen". Het Kamerlid Louis Marin werd tot voorzit ter gekozen. De commissie hoorde gedurende de geheele maand December en Januari tal van persoonlijkheden, zooals Raoul Péret, René Besnard, Gaston Vidal, Caillaux, en de particuliere secretaresse van den bankici Oustric, Mme. Bizos, terwijl zij een indruk wekkende massa materiaal verzamelde. Of Oustric zelf voor de commissie zal verschij nen, staat, zooals men weet, nog te bezien Uit de nadere beschouwingen omtrent de conclusies der commissie blijkt, dat men het nog niet eens is omtrent de procedure, welke thans moet worden gevolgd Buyat, de rap porteur, is var: oordeel, dat de commissie zelf den aard der vergrijpen of crimineele daden, we'ke zij heeft geconstateerd, moet kwalifi ceeren en dan de zaak naar het Hoogge rechtshof dient te verwijzen, terwijl andere leden meenen, dat dit niet tot de competentie der commissie behoort, maar dat het de taak van het Hooggerechtshof is om dit te doen. Zij herinneren aan de z2ak-Malvy; het Hoog gerechtshof veroordeelde destijds het Kamer- !k1 Malvy wegens plichtsverzuim, na de voor naamste beschuldiging (verstandhouding met den vijand), .waarvoor hij voor het Hoog gerechtshof was verschenen, te hebben uitge schakeld. De rapporteur Byvat wil nu echtei hiervan niet weten en dreigt met aftreden als de commissie besluit de zaak naar het Hoog gerechtshof te verwijzen zonder eerst zelf den aard van het delict te hebben gekwalificeerd Renaudel, het socialistische lid, stelde een andere oplossing voor: verwijzing naar het Assizenhof, daar volgens hem de geconsta teerde feiten niet van politieken aard zijn. Zij behooren thuis in het domein van het gemeene recht en vallen onder de artt. 175 en 183 van het wetboek voor strafrecht, betrekking heb bende op het verbod voor regeeringsleden en ambtenaren om belangen te hebben in bepaal de ondernemingen. Hiertegenover werd even wel opgemerkt, dat de zaak-Oustric wel dege lijk politieke katen heeft en dat een jury be zwaarlijk in staat zal zijn de finesses eener rgelijke gecompliceerde zaak te bevatten. Een beslissing is intusschen nog niet geval len. Een goed betalend blad. De parlementaire enquête-commissie hoor de Maandag nogmaals Perquel, den directeur van het financieele orgaan „Capital", en ver langde van hem in het bijzonder mededeeling van eenige détails inzake de medewerking van parlementaire en politieke figuren aan zijn blad. Perquel verklaarde, dat hij van de Bank Oustric 100.000 francs had ontvangen voor de propaganda voor zijn blad. Eenigen zijner parlementaire medewerkers kregen voor een artikel 500 franc. Een uitzondering hierop maakte de voormalige minister-president Caillaux, die 5000 franc honorarium had ge kregen, en de voormalige minister-president Herriot, wiens artikel met 1000 franc was ge honoreerd. Verscheidene ambtenaren van het departement van financien hadden van hem maandelijks geld ontvangen, waarvan som migen zelfs 4000 franc per maand. Oustric weigert te antwoorden. De bankier Oustric, die gisteren voor de parlementaire enquête-commissie is versche nen, heeft geweigerd op de hem gestelde vra gen te antwoorden. Oud-minister Péret heeft een brief aan de commissie gericht, waarin hij mededeelt dat hij niet meer voor haar zal verschijnen, daar de commissie niet de waarborgen kan bieden, welke de justitie biedt. Een strafrechterlijke vervolging? De parlementaire commissie van onderzoek had tegen Woensdag den bankier Oustric op geroepen om te getuigen. Hem was medege deeld, dat hij eerst alleen zou worden ge hoord en later met den vroegeren minister van Justitie, Péret, zou worden geconfron teerd. Hij werd door twee beambten voorge leid, doch weigerde eenige verklaring af te leggen. De president der commissie verklaar de hierop, dat hij de justitie in kennis zou stellen van deze weigering en haar zou voor stellen, een strafrechterlijke vervolging tegen hem in te stellen. Vervolgens ging de commissie over tot het verboor van den gouverneur van de Banquc de France, Moret, die zich niet meer kon her inneren onder welke omstandigheden Oustric de mededeeling was geworden, dat de intro ductie der aandeelen der Snia-Viscosa was goedgekeurd. ONDER VREEMDE VLAG. Hef standpunt der betrokken ree- derij. Een politieke demon stratie? Het gebeurde met de „Vogtland", het vrachtschip van de Hamburgsche reederij „Vagemann", dat op zee de Duitsche vlag verwisselen moest met die van Panama, wordt in sommige linksche bladen druk be sproken. „De „Voss. Z." acht het een treurig en smartelijk bericht, een Duitsch schip, zoo constateert het blad, heeft voor den economi schen nood gecapituleerd. „Zelfs, wanneer blijkt, dat deze vlaggewisseling in formeel juridisch opzicht toelaatbaar is, blijft het feit bestaan, dat een Duitsche reederij ter wille van financieele voordeelen vrijwillig de natio naliteit van haar schip heeft verwisseld. Wan neer een particulier persoon zijn kapitaal in het buitenland in veiligheid brengt, verliest hij de aanspraak op persoonlijke achting Wanneer echter een reeder schip en equipage zoo prijs geeft, moet de staat ingrijpen om het Duitsche aanzien en de rechten der be manning te beschermen". Het blad verneemt uit Hamburg, dat de reederij voor de vlaggewisseling zuiver be lastingmotieven opgeeft. Zij moet voor het voeren der Duitsche vlag jaarlijks 7000 M. betalen. Daar zij echter bij den ernstigen toe stand van het vrachtverkeer op elke strop moet letten, heeft zij een middel gezocht om de vlaggebelasting te verminderen. Een jaar lang zou zij naar zulk een methode gezocht hebben. Ten slotte vond zij een gezagvoerder, die onderdaan van de republiek Panama was Aan Panama zou zij slechts 1500 M. moeten betalen voor het voeren van de vlag. Van andere zijde wordt geschat, dat de reederij. ongeacht de besparing aan belas ting, alleen aan loonen en sociale lasten, 44 van de normale onkosten bespaart. Een lid van de reederij heeft in een pers- gesprek verklaard, dat het hier alleen een redmiddel uit de financieele moeilijkheden betrof. De Duitsche reeders. vooral van de kleine vrachtbooten, kunnen niet meer met vrucht werken, hoofdzakelijk ten gevolge van de bovenmatige belasting, sociale verzekerin gen enz. Men stond zoodoende voor het alternatief: opleggen of de thans getroffen maatregel. Overigens acht de reederij dezen maatregel niet anti-nationaal te zijn. Terwijl men eenerzijds in Hamburgsche scheepvaartkringen geneigd is het gebeurde uit nationale overwegingen af te keuren, maar het tevens als een daad van vertwijfe ling te beschouwen en als een ernstige aan wijzing van den economischen noodtoestand van de Duitsche reeders, die tegen zeer sterke buitenlandsche door de resp. regeerin gen gesubsidieerde concurrentie niet meer op kunnen wordt anderzijds betoogd, dat de ge broeders Vagemann rechtsradicaal georiën teerd zijn en door de vlaggewisseling in poli tiek opzicht tegen de republiek hebben willen demonstreeren. OPNIEUW AARDSCHOKKEN OP NIEUW ZEELAND. 212 lijken geborgen; 950 gewo» den in de ziekenhuizen. Het Noordelijke deel van Nieuw-Zeeland werd Dinsdag opnieuw door zware aard schokken geteisterd, ten gevolge waarvan een paniek onder de bevolking uitbrak. De bodem van het Taupo-meer is gerezen. De kanonneerboot Veronica, die in de ha ven van Napier werd opgehouden, kon Dins dag de haven verlaten. Volgens een mededeeling van den gouver neur-generaal van Nieuw-Zeeland werden tot nu toe 212 lijken geborgen, terwijl het aantal gewonden, dat in de ziekenhuizen behandeld' werd, ongeveer 950 bedraagt. DE LOONSTRIJD IN DE OPPER- SILEZISCHE ERTSMIJNEN. In het Oppersilezische ertsmij nengebieö bedroeg het aantal arbeiders, dat zich op de nieuwe loonovereenkorast op hun werk heeft gemeld, Dinsdag opnieuw minder. Daar het bedrijf onder de gegeven omstan digheden niet is voort te zetten, hebben de directies besloten ook hen die zich gedurende de laatste drie dagen hebben aangemeld op de voorwaarden der nieuwe overeenkomst, per 13 Febr. weer te ontslaan. De rijksminister van arbeid heeft zich in het conflict gemengd en de partijen uitge- noodigd tegen Donderdag naar Berlijn te komen ten einde in het geschil te bemidde len. GROOTE DEENSCHE PASSAGIERS BOOT GESTRAND. Het groote Deensche mail- en passagiers schip Dronning Alexandrine, is Dinsdag middag in een dichten mist, met een groot aantal passagiers aan boord, ten Noorden van Hoeganas aan de Zweedsche kust ge strand. Bergingsvaartuigen zijn ter assisten tie uitgevaren. Volgens de eerste berichten bestaat geen gevaar voor de opvarenden. HET AANTAL WERKLOOZEN IN ENGELAND OPNIEUW HOOGER. Het aantal werkloozen in Engeland be droeg op 2 Febr. 2.624.236. Dit is 31.586 meer dan in de voorafgaande week en 1.116.638 meer dan verleden jaar. 4.000.000 WERKLOOZEN IN DUITSCHAND. Per 31 Januari j.1. stonden bij de arbeids beurzen in totaal 4894.000 werkloozen in geschreven. Dit is 129.000 meer dan per me dio Januari en 510.000 meer dan per 1 Jan. Het aantal crisiswerkloozen bedroeg per 31 Januari 2.555.000. DE KONING EN DE KONINGIN VAN ENGELAND BIJ PRINSES BEATRICE De koning en koningin zijn gisteren uit Sandringham te Londen teruggekeerd. Zij hebben een bezoek gebracht aan prinses Bea- trice, die zooals men weet te Kensington Pa lace verpleegd wordt. De prinses heeft een zeer rustigen nacht doorgebracht en is in krachtig herstel van den ernstigen aanval van bronchitis. THANS 36 SCHEPEN IN HET IJS BIJ FINLAND. Het aantal schepen, dat bij het eiland Hogland in het ijs is blijven steken, is thans tot 36 vermeerderd. De Russische ijsbreker Krassin heeft bevel ontvangen, de schepen in de open zee te brengen. Een der schejven is door het ijs op een klip gedrukt en wel zoodanig, dat het voorloopig niet te nade ren is. MISBRUIK VAN VERTROUWEN. Zeven Amerikaansche bankamb- tenaren in staat van beschuldi ging. Zeven hooggeplaatste ambtenaren, waar onder de president en de vice-president van de Bank der Ver. Staten, die 11 Dec. haar deuren sloot met een debetsaldo van naar schatting 75 millioen dollar, worden be schuldigd van misbruik van vertrouwen. Te gen hen is een bevel tot inhechtenisneming uitgevaardigd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1