DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
V». 35
la IKHIU AHI 1<>3I Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
133e Jaargang.
Uit het ParMemenf
Dacgeli?ksch Overzicht
BuatenEand
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENt
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Dit nummei bestaat uit 2 bladen.
Den Haag, 10 Febr 1931.
Na zes weken vacantie met een onderbre
king van een enkelen dag voor een spoed
vergadering, is heden de Tweede Kamer
weer aan den arbeid getogen.
Gelijk zoo vaak na afloop van een reces
vond de Voorzitter interpellaties op zijn
tafel, ditmaal niet meer dan twee: een van
den heer Van den Tempel (s.d.a.p.)
aan de regeering omtrent mogelijke maatre
gelen in verband met de crisis en de werke
loosheid, en een van den heer W ij n k o o p
(comm.) aan de ministers van Buitenland
sche Zaken en van Defensie in verband met
de politieke en militaire toerustingen in
West-Europa, de voornemens van België en
de uitlating van den chef van den generalen
staf daarover. Of ze zullen worden toege
staan, zal morgen worden beslist.
Intusschen was er nog een interpellatie
van den heer de Visser (comm.) blijven
hangen, betreffende de maatregelen der re
geering tegenover de werkeloosheid. Op
voorstel des v o o r zitters heeft de Ka
mer daarvoor verlof verleend en zij zal mor
en aan de orde komen na afhandeling van
iet wetsontwerp betreffende den steun aan
de aardappelmeelindustrie, dat hierna in be
handeling kwam.
Een bijzonder vriendelijke ontvangst heeft
dit wetsvoorstel niet gevonden. Laten we
zeggen, dat de meerderheid der sprekers wel
dankbaar was maar doorgaans op verre na
niet voldaan. Men weet, dat de regeering een
crediet wenscht van 4'A millioen om daaruit
voorschotten te verleenen tegen een rente van
2 percent aan de aardappelmeelfabrieken In
de Veenkoloniën. Maar reeds de eerste spre»
ker, de heer Van Voorst totVoorst
r.-k.), betoonde zich weinig voldaan. Er is
een geweldige voorraad aardappelmeel, dank
zij een paar buitengewoon gunstige oogsten
en deze berust bij het Algemeen Verkoopbu
reau. Die voorraad moet eerst worden opge
ruimd alvorens men het bedrijf gezond kan
maken en daar had de regeering in de eerste
plaats voor moeten zorgen Met haar voor
stel loopt zij geen risico en dit kan eerst nut
tig werken, wanneer de prijs van het fabri-
caat stijgt. Voorloopig is het dus een doode
musch, waarmede de regeering de belang
hebbenden blij maken wil.
De heer Van der Sluis (s. d a.
p.) dacht er ongeveer evenzoo over: die
voorraad moet eerst uit de markt verdwij
nen, desnoods door hem als kippenvoer te
verkoopen voor een zeer lagen prijs. Maar
in de tweede plaats keurde hij het af, dat de
regeering niet meegegaan was met het voor
stel der commissie-Lovink, die een crediet van
6 millioen had gewild en de credieten rente
loos had gewenscht. Dit laatste vond de
spreker zoo noodig, dat hij met de heeren
Van Voorst (r.-k.), E be 1 s (v. dj,
Loerakker (r.-k.) en Hiemstra
(s.d.a.p.) een amendement indiende om het
crediet renteloos te maken.
En ook de christelijk-historische agrariër
W e i t k a m p was slecht over het wetsont
werp te spreken. Het getuigde z.i. van cie
schrielheid van de regeering en als alles
goed gaat profiteeren de landbouwers er
van, dat zij 2 cent per hectoliter meer zullen
krijgen!
De heer Hiemstra (s d.a.p.) was ook
over het voorstel slecht te spreken. Dan gaf
hij de voorkeur aan directen steun uit de
schatkist in overleg met de belanghebben
den
Evenals de heer Van Voorst schreef de
heer E b e 1 s (v.d.) den moeielijken toestano
toe aan een paar al te overvloedige oogsten,
waarbij kwam daling van onzen uitvoer ten
gevolge van de hooge invoerrechten van het
buitenland en de onderlinge concurrentie
VI at het stelsel van ondersteuning betreft zou
hij liever bijslag op den prijs willen; dan
had het meel ook aan veehouders kunnen
worden verstrekt In ieder geval moeten de
voorschotten renteloos worden verstrekt
De heer Zij 1 s t r a (a.-r.) was niet zoo
bijzonder ontevreden over het regeeringsvoor-
stel. Hij kon er zeer goed met medegaan,
mits men in de eerste plaats zorgt, dat het
overschot van vroegere jaren wordt wegge
werkt. De voorschotten mogen wijders eerst
teruggevorderd worden bij terugkeer van nor
male tijden met normale prijzen.
Ook de heer Bi e r e m a (lib. zal tot de
voorstemmers behooren In een uitvoerige
rede, waarin hij ontkende dat de coöperatieve
fabrieken debet zouden zijn aan den slechten
toestand, en dezen veeleer toeschreef aan al
te mooie oogsten, heeft hij onder meer ook
een lans gebroken voor de renteloosheid der
voorschotten en den minister de belofte ver
zocht, dat de voorschotten eerst wanneer de
tijden weer normaal zijn, zullen worden te
ruggevorderd.
De heer Braat (plattl.) was natuurlijk
bij lange na niet tevreden met wat was voor
gesteld. Die wilde, dat we van den vrijhandel
afscheid zouden nemen en door hooge in
voerrechten den boeren het leven mogelijk
zullen maken. Men moest echter beginnen
met den te grooten voorraad aan aardappel
meel weg te werken.
Het gunstigst van alle spreker liet zich de
heer Snoeck Henkemans (c.h.)
over het voorstel uit. Nu er te groote voorra
den zijn, is het zaak te trachten het uit te
zingen tot er weer betere tijden aanbreken
en daartoe is het regeeringsvoorstel het lo
gische middel.
Intusschen wenschte hij de regeering toch
ook te polsen over de mogelijkheid van een
zij Ijet ook tijdelijke uitvoerpremie.
Nadat de heer Wij n k o o p (comm.) op
de bij hem gangbare wijze er over had ge
klaagd, dat in het wetsvoorstel de arbeiders
waren over het hoofd gezien, sloot de heer
C o 1 ij n (a.r.) de rij der sprekers in eersten
aanleg met een glasheldere rede, waarin hij
uiteeenzette, dat men de zaak niet al te een
voudig moet beschouwen. De Raiffeissenban-
ken hebben aan de aardappelmeelfabrieken
op haar voorraden voorschotten verstrekt.
Daarmede zijn zij beneden den verkoopprijs
gebleven, zoodat haar risico behoorlijk gedekt
is. Maar als de staat nu daarbij een voor
schot gaat voegen, dan zijn de fabrikanten
aah de beide debiteuren te zamen wellicht
meer schuldig dan hun fabrikaat kan opbren
gen. Wat moet er nu gebeuren? Er bestaat
kans op, dat de bedoelde banken zich er te
gen zullen verzetten, dat de fabrikanten zich
nog dieper in de schuld zullen steken, al is
het dan ook bij den staat. Hoe moet die
moeielijkheid worden opgelost, vroeg de heer
Colijn aan minister Ruijs de Beerenbrouck,
die de verdediging van het voorstel tot taak
heeft.
Op die vraag zullen we morgen het ant
woord vernemen. Dan toch komt de minister
aan het woord.
DE ZITTING VAN DEN DU1TSCHEN
RIJKSDAG.
Een rede van dr. Curtius.
De „uittocht" der rechtsche partijen.
Het is gisteren wel een zeer merkwaardi
ge dag geweest in Berlijn, een dag, waar
van de gevolgen nog niet te overzien zijn.
Op de agenda stond n.1. de begrooting van
buitenlandsche zaken, waarvoor groote be
langstelling bestond. Eigenlijk werd dit punt
als 't meest belangrijke van alle beschouwd,
zoodat het niet behoeft -te verwonderen, dat
de rijksdag vrijwel voltallig bijeen was.
Dr. Curtius heeft een zeer krachtige rede
gehouden, waarin hij verschillende belang
rijke punten aanstipte. Zoo zal Duitschland
steeds blijven vasthouden aan volledige ge
lijkgerechtigdheid voor alle volken. Wat de
ontwapeningskwestie betreft, Duitschland
verlangt denzelfden graad van veiligheid,
waarop de andere mogendheden aanspraak
maken. Verder verwachtte dr. Curtius, dat
de Poolsche regeering de noodige maatrege
len zal treffen, om herhaling van de geweld
daden in Silezië te voorkomen.
Over het standpunt van Duitschland tot
deri Volkenbond verklaarde dr. Curtius vol
gens het Hbld. dat critiek en onthouding niet
eenvoudig hetzelfde is als de noodzaak het
lidmaatschap en daarmede den strijd in
Genève op te geven.
Hij waarschuwde tegen een demonstratief
gebaar, doch liet geen twijfel er over be
staan, dat de rijksregeering niet op het
standpunt staat, dat Duitschland onder alle
omstandigheden in den Volkenbond moet
blijven, onverschillig hoe te Geneve in de
toekomst de beslissingen uitvallen in de
voor Duitschland belangrijke kwesties.
Thans kan intusschen nog niet gezegd
worden, dat de mogelijkheid om de Duitsche
belangen en inzichten in Geneve te doen ze
gevieren, definitief illusoir gebleken is.
Inzake de oorlogsschuldvraag herinnerde
de minister aan het jarenlange streven van
de rijksregeering, die ook verder alle daar
toe geschikte middelen zal aanwenden, om
het volk van den opgedrongen moreelen last
te bevrijden.
Tenslotte ging de minister in op de her
stelkwestie. Hij verklaarde: Het staat vast,
dat wij over onze schuldverplichtingen
slechts op den grondslag van een verdrag,
en slechts met de middelen van de interna
tionale rechtsorde verhandelen en handelen
zullen.
Dr. Curtius verwees eindelijk naar de ver
klaringen van den rijkskanselier, dat de aan
te nemen houding en de te nemen maatre
gelen voor een verlichting der op Duitsch
land gelegde lasten niet bepaald mogen wor
den buiten dep algemeenen samenhang van
de buitenlandsche politiek.
Tot zoover de rede van dr. Curtius. Maar
voordat dr. Curtius zijn rede hield, was er
in den rijksdag nog heel wat anders &-
a Prcsi.fent Loel>e las n.1. bij den aan
vang der zitting een brief voor, inhoudende,
dat afgevaardigde Stöhr zijn ambt van vice-
president en de andere nat.-soc. rijksdagle
den hun mandaat neerleggen. Verder las de
woordvoerder der nat.-soc. een verklaring
voor, waarin geprotesteerd werd tegen de
Maandag j.1. aangenomen wijziging van het
reglement van orde, welke als schending van
de grondwet werd gekenschetst. Alle op
grond van dit gewijzigde reglement tot
stand gekomen wetten moeten strijdig met
de grondwet worden geacht. (Onrust bij de
comm.) Wij nat.-soc., zullen in dit Huis van
oe georganiseerde grondwetschending (gelui
van de voorzittersbei) niet meer medewer
ken. Wij zullen als uitersche oppositie om de
ziel van het volk strijden; wij waarschuwen
de wereld, besluiten van dit Huis niet voor
besluiten van het Duitsche volk te houden.
(Onrust links.) Wij doen een beroep op den
rijkspresident als beschermer van de grond
wet. om zich te verzetten tegen de met de
grondwet strijdige houding van dit Huis.
Wij verlaten het „Young-parlement" en
zullen eerst terugkeeren, wanneer er eenige
mogelijkheid bestaat een arglistigen aan
slag op het volk af te weren.
De nat.-soc. riepen driemaal „Heil!" en
marcheerden dan gezamenlijk het rijksdag
gebouw uit
Zij gingen niet alleen. Want van Duitsch-
nat.-zijde werd een verklaring voorgelezen,
waarin de besluiten van Maandag als strij
dig met de grondwet werden geschetst en
bijzonder scherpe aanvallen werden gedaan
op de Duitsche Volkspartij, de chr.-soc. par
tij en de leden van de Landvolkpartij, die
met de meerderheidspartijen hebben meege-
stemd. Deze afgevaardigden en fracties kun
nen niet meer tot de rechterzijde worden ge
rekend, doch zijn een aanhangsel van de
zwart-rood-gouden coalitie geworden. Wij
zien niet af van verdere medewerking in den
Rijksdag, zoo heet het dan, en wij zullen op
het juiste oogenblik datgene doen, wat ons
doelmatig en juist voorkomt.
Aan de beraadslagingen over de buiten
landsche politiek zullen wij niet deelnemen
Deze Rijksdag is zonder ons een „Young-
Rijksdag". Hij heeft tot dusver alles goed
gekeurd wat Duitschland schade kan berok
kenen.
Bij deze woorden klonken van links en uit
het midden stormachtig afkeurend geroep.
Het slot van de verklaring was onverstaan
baar.
De Duitsch-nationalen verlieten met den
afgevaardigde v. Freytag-Loringhoven aan
het hoofd, de zaal.
Vervolgens verlieten nog vier leden van
de Landvolkpartij de zaal, waarna de comm.
afgevaardigde Sloecker verklaarde, dat de
communisten weliswaar protesteeren tegen
de genomen besluiten, maar dat zij er niet
aan denken, aan het comediesjiel en de be
driegelijke manoeuvres van de vereenigde
nationalisten en nat.-soc. mee te doen. Zij
zullen tot het laatst ook in den rijksdag blij
ven strijden tegen het stelsel-Young en voor
een sovjet-Duitschland.
Na dezen grooten uittocht, waaraan ook
de rechtsche journalisten deelnamen, hield
dr. Curtius zijn rede. Hij was zoo gelukkig,
dat alleen de communisten kabaal maakten.
De andere lawaaischoppers waren immers
verdwenen.
President Loebe deed vervolgens nog een
beroep op de afgevaardigden, om toch voor
al te komen, omdat anders de rijksdag door
een te gering aantal afgevaardigden geen be
sluiten kan nemen.
En nadat nog eenige afgevaardigden de
rechtsche leden als stoute kindertjes" beti
teld hadden en trouw aan de regeering be
loofd hadden, was deze zitting weer voorbij.
HET OUSTRIC-SCHANDAAL.
De enquêtecommissie aan het ein
de van haar taak. Aan welk
lichaam moet de zaak worden
voorgelegd?
De parlementaire enquête-commissie naar
de financieele schandalen is thans aan het
einde van haar taak gekomen. Er rest haar
nog slechts de overigens zeer netelige kwestie
op te lossen aan welk juridisch' lichaam de
door haar onderzochte zaken ter berechting
dienen te worden voorgelegd.
De commissie werd den 27en November 1.1
krachtens den bijkans eenstemmigen wensch
der Kamer in het leven geroepen. Zij kreeg
den eenigszins weidschen naam van „com
missie, belast met het instellen van een
enquête naar de handelingen van politieken
aard, waarvan speculanten zouden hebben
kunnen profiteeren, en naar de zaken, wélke
den nationalen economischen toestand, de
fondsemarkt en de openbare spaargelden in
gevaar hebben gebracht of nog brengen".
Het Kamerlid Louis Marin werd tot voorzit
ter gekozen. De commissie hoorde gedurende
de geheele maand December en Januari tal
van persoonlijkheden, zooals Raoul Péret,
René Besnard, Gaston Vidal, Caillaux, en de
particuliere secretaresse van den bankici
Oustric, Mme. Bizos, terwijl zij een indruk
wekkende massa materiaal verzamelde. Of
Oustric zelf voor de commissie zal verschij
nen, staat, zooals men weet, nog te bezien
Uit de nadere beschouwingen omtrent de
conclusies der commissie blijkt, dat men het
nog niet eens is omtrent de procedure, welke
thans moet worden gevolgd Buyat, de rap
porteur, is var: oordeel, dat de commissie zelf
den aard der vergrijpen of crimineele daden,
we'ke zij heeft geconstateerd, moet kwalifi
ceeren en dan de zaak naar het Hoogge
rechtshof dient te verwijzen, terwijl andere
leden meenen, dat dit niet tot de competentie
der commissie behoort, maar dat het de taak
van het Hooggerechtshof is om dit te doen.
Zij herinneren aan de z2ak-Malvy; het Hoog
gerechtshof veroordeelde destijds het Kamer-
!k1 Malvy wegens plichtsverzuim, na de voor
naamste beschuldiging (verstandhouding
met den vijand), .waarvoor hij voor het Hoog
gerechtshof was verschenen, te hebben uitge
schakeld. De rapporteur Byvat wil nu echtei
hiervan niet weten en dreigt met aftreden als
de commissie besluit de zaak naar het Hoog
gerechtshof te verwijzen zonder eerst zelf den
aard van het delict te hebben gekwalificeerd
Renaudel, het socialistische lid, stelde een
andere oplossing voor: verwijzing naar het
Assizenhof, daar volgens hem de geconsta
teerde feiten niet van politieken aard zijn. Zij
behooren thuis in het domein van het gemeene
recht en vallen onder de artt. 175 en 183 van
het wetboek voor strafrecht, betrekking heb
bende op het verbod voor regeeringsleden en
ambtenaren om belangen te hebben in bepaal
de ondernemingen. Hiertegenover werd even
wel opgemerkt, dat de zaak-Oustric wel dege
lijk politieke katen heeft en dat een jury be
zwaarlijk in staat zal zijn de finesses eener
rgelijke gecompliceerde zaak te bevatten.
Een beslissing is intusschen nog niet geval
len.
Een goed betalend blad.
De parlementaire enquête-commissie hoor
de Maandag nogmaals Perquel, den directeur
van het financieele orgaan „Capital", en ver
langde van hem in het bijzonder mededeeling
van eenige détails inzake de medewerking van
parlementaire en politieke figuren aan zijn
blad.
Perquel verklaarde, dat hij van de Bank
Oustric 100.000 francs had ontvangen voor
de propaganda voor zijn blad. Eenigen zijner
parlementaire medewerkers kregen voor een
artikel 500 franc. Een uitzondering hierop
maakte de voormalige minister-president
Caillaux, die 5000 franc honorarium had ge
kregen, en de voormalige minister-president
Herriot, wiens artikel met 1000 franc was ge
honoreerd. Verscheidene ambtenaren van het
departement van financien hadden van hem
maandelijks geld ontvangen, waarvan som
migen zelfs 4000 franc per maand.
Oustric weigert te antwoorden.
De bankier Oustric, die gisteren voor de
parlementaire enquête-commissie is versche
nen, heeft geweigerd op de hem gestelde vra
gen te antwoorden.
Oud-minister Péret heeft een brief aan de
commissie gericht, waarin hij mededeelt dat
hij niet meer voor haar zal verschijnen, daar
de commissie niet de waarborgen kan bieden,
welke de justitie biedt.
Een strafrechterlijke vervolging?
De parlementaire commissie van onderzoek
had tegen Woensdag den bankier Oustric op
geroepen om te getuigen. Hem was medege
deeld, dat hij eerst alleen zou worden ge
hoord en later met den vroegeren minister
van Justitie, Péret, zou worden geconfron
teerd. Hij werd door twee beambten voorge
leid, doch weigerde eenige verklaring af te
leggen. De president der commissie verklaar
de hierop, dat hij de justitie in kennis zou
stellen van deze weigering en haar zou voor
stellen, een strafrechterlijke vervolging tegen
hem in te stellen.
Vervolgens ging de commissie over tot het
verboor van den gouverneur van de Banquc
de France, Moret, die zich niet meer kon her
inneren onder welke omstandigheden Oustric
de mededeeling was geworden, dat de intro
ductie der aandeelen der Snia-Viscosa was
goedgekeurd.
ONDER VREEMDE VLAG.
Hef standpunt der betrokken ree-
derij. Een politieke demon
stratie?
Het gebeurde met de „Vogtland", het
vrachtschip van de Hamburgsche reederij
„Vagemann", dat op zee de Duitsche vlag
verwisselen moest met die van Panama,
wordt in sommige linksche bladen druk be
sproken.
„De „Voss. Z." acht het een treurig en
smartelijk bericht, een Duitsch schip, zoo
constateert het blad, heeft voor den economi
schen nood gecapituleerd. „Zelfs, wanneer
blijkt, dat deze vlaggewisseling in formeel
juridisch opzicht toelaatbaar is, blijft het feit
bestaan, dat een Duitsche reederij ter wille
van financieele voordeelen vrijwillig de natio
naliteit van haar schip heeft verwisseld. Wan
neer een particulier persoon zijn kapitaal in
het buitenland in veiligheid brengt, verliest
hij de aanspraak op persoonlijke achting
Wanneer echter een reeder schip en equipage
zoo prijs geeft, moet de staat ingrijpen om
het Duitsche aanzien en de rechten der be
manning te beschermen".
Het blad verneemt uit Hamburg, dat de
reederij voor de vlaggewisseling zuiver be
lastingmotieven opgeeft. Zij moet voor het
voeren der Duitsche vlag jaarlijks 7000 M.
betalen. Daar zij echter bij den ernstigen toe
stand van het vrachtverkeer op elke strop
moet letten, heeft zij een middel gezocht om
de vlaggebelasting te verminderen. Een jaar
lang zou zij naar zulk een methode gezocht
hebben. Ten slotte vond zij een gezagvoerder,
die onderdaan van de republiek Panama was
Aan Panama zou zij slechts 1500 M. moeten
betalen voor het voeren van de vlag.
Van andere zijde wordt geschat, dat de
reederij. ongeacht de besparing aan belas
ting, alleen aan loonen en sociale lasten,
44 van de normale onkosten bespaart.
Een lid van de reederij heeft in een pers-
gesprek verklaard, dat het hier alleen een
redmiddel uit de financieele moeilijkheden
betrof. De Duitsche reeders. vooral van de
kleine vrachtbooten, kunnen niet meer met
vrucht werken, hoofdzakelijk ten gevolge van
de bovenmatige belasting, sociale verzekerin
gen enz.
Men stond zoodoende voor het alternatief:
opleggen of de thans getroffen maatregel.
Overigens acht de reederij dezen maatregel
niet anti-nationaal te zijn.
Terwijl men eenerzijds in Hamburgsche
scheepvaartkringen geneigd is het gebeurde
uit nationale overwegingen af te keuren,
maar het tevens als een daad van vertwijfe
ling te beschouwen en als een ernstige aan
wijzing van den economischen noodtoestand
van de Duitsche reeders, die tegen zeer
sterke buitenlandsche door de resp. regeerin
gen gesubsidieerde concurrentie niet meer op
kunnen wordt anderzijds betoogd, dat de ge
broeders Vagemann rechtsradicaal georiën
teerd zijn en door de vlaggewisseling in poli
tiek opzicht tegen de republiek hebben willen
demonstreeren.
OPNIEUW AARDSCHOKKEN OP
NIEUW ZEELAND.
212 lijken geborgen; 950 gewo»
den in de ziekenhuizen.
Het Noordelijke deel van Nieuw-Zeeland
werd Dinsdag opnieuw door zware aard
schokken geteisterd, ten gevolge waarvan
een paniek onder de bevolking uitbrak.
De bodem van het Taupo-meer is gerezen.
De kanonneerboot Veronica, die in de ha
ven van Napier werd opgehouden, kon Dins
dag de haven verlaten.
Volgens een mededeeling van den gouver
neur-generaal van Nieuw-Zeeland werden
tot nu toe 212 lijken geborgen, terwijl het
aantal gewonden, dat in de ziekenhuizen
behandeld' werd, ongeveer 950 bedraagt.
DE LOONSTRIJD IN DE OPPER-
SILEZISCHE ERTSMIJNEN.
In het Oppersilezische ertsmij nengebieö
bedroeg het aantal arbeiders, dat zich op de
nieuwe loonovereenkorast op hun werk heeft
gemeld, Dinsdag opnieuw minder.
Daar het bedrijf onder de gegeven omstan
digheden niet is voort te zetten, hebben de
directies besloten ook hen die zich gedurende
de laatste drie dagen hebben aangemeld op
de voorwaarden der nieuwe overeenkomst,
per 13 Febr. weer te ontslaan.
De rijksminister van arbeid heeft zich in
het conflict gemengd en de partijen uitge-
noodigd tegen Donderdag naar Berlijn te
komen ten einde in het geschil te bemidde
len.
GROOTE DEENSCHE PASSAGIERS
BOOT GESTRAND.
Het groote Deensche mail- en passagiers
schip Dronning Alexandrine, is Dinsdag
middag in een dichten mist, met een groot
aantal passagiers aan boord, ten Noorden
van Hoeganas aan de Zweedsche kust ge
strand. Bergingsvaartuigen zijn ter assisten
tie uitgevaren. Volgens de eerste berichten
bestaat geen gevaar voor de opvarenden.
HET AANTAL WERKLOOZEN IN
ENGELAND OPNIEUW HOOGER.
Het aantal werkloozen in Engeland be
droeg op 2 Febr. 2.624.236. Dit is 31.586
meer dan in de voorafgaande week en
1.116.638 meer dan verleden jaar.
4.000.000 WERKLOOZEN IN
DUITSCHAND.
Per 31 Januari j.1. stonden bij de arbeids
beurzen in totaal 4894.000 werkloozen in
geschreven. Dit is 129.000 meer dan per me
dio Januari en 510.000 meer dan per 1 Jan.
Het aantal crisiswerkloozen bedroeg per
31 Januari 2.555.000.
DE KONING EN DE KONINGIN VAN
ENGELAND BIJ PRINSES BEATRICE
De koning en koningin zijn gisteren uit
Sandringham te Londen teruggekeerd. Zij
hebben een bezoek gebracht aan prinses Bea-
trice, die zooals men weet te Kensington Pa
lace verpleegd wordt. De prinses heeft een
zeer rustigen nacht doorgebracht en is in
krachtig herstel van den ernstigen aanval
van bronchitis.
THANS 36 SCHEPEN IN HET IJS
BIJ FINLAND.
Het aantal schepen, dat bij het eiland
Hogland in het ijs is blijven steken, is thans
tot 36 vermeerderd. De Russische ijsbreker
Krassin heeft bevel ontvangen, de schepen
in de open zee te brengen. Een der schejven
is door het ijs op een klip gedrukt en wel
zoodanig, dat het voorloopig niet te nade
ren is.
MISBRUIK VAN VERTROUWEN.
Zeven Amerikaansche bankamb-
tenaren in staat van beschuldi
ging.
Zeven hooggeplaatste ambtenaren, waar
onder de president en de vice-president van
de Bank der Ver. Staten, die 11 Dec. haar
deuren sloot met een debetsaldo van naar
schatting 75 millioen dollar, worden be
schuldigd van misbruik van vertrouwen. Te
gen hen is een bevel tot inhechtenisneming
uitgevaardigd,