DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Uit den Atkmaarschen Raad, So. 50 133e Jaargang. In elk huwelijk komt wel eens verschil van meening voor. Als de traditioneele verzoening uitblijft hapert er jets aan de saamhoorigheid der echtgenooten. leder raadslid mag slechts instemmen met wat zijn eigen politiek orgaan heeft geschreven Uit het Parlemenf OE WILD Hang- en Sluitwerk SANITAIR GLASRAMEN etc. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- er Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK, ZATERIlAO FEBRUARI M93I Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. In elk jong huwelijk breekt na korteren of fangeren tijd het tragische oogenblik van het eerste onweersbuitje aan en in de poli tieke alliantie tusschen rood en zwart zijn een paar harde woorden gevallen en heeft de eene partij de andere een minder goede behandeling, ja, zelfs een zekere verwaarloo- zing verweten waardoor de echtelijke trouw in het vervolg wel bedenkelijk ondermijnd kon worden. Men was het kort geleden over de huwe lijksvoorwaarden eens geworden en het bruidje had bij die gelegenheid om een com pleten dienst voor Maatschappelijk Hulpbe toon verzocht wat haar, in de vreugde over 'deze verbintenis, onvoorwaardelijk beloofd was. Maar, zcoals gezegd, de wittebroodswe ken zijn achter den rug en nu de rekening van het huwelijkecadeau gepresenteerd werd is het geen wonder, dat de gelukkige echtge noot zoowel van het cadeau zelf als van den prijs daarvan geducht geschrokken is en te kennen heeft gegeven, dat dit geen manier van trouwen is en dat zijn wederhelft hem in allen gevalle voor het huwelijk van een en ander beter op de hoogte had moeten stellen. Het is wel een compromis-punt, zeiden de heeren Keesom en Geels, maar het is van zoo principieele beteekenis, dat men had mogen verwachten, dat het voorstel nooit ter tafel gebracht zou worden voor en aleer men ons in den opzet en de bedoeling daarvan gepolst had en nu men dit niet noodig heeft gevonden en ons eenvoudig dicteert wat wij hebben goed te keuren spreken wij als onze meening uit, dat wij ons in geen enkel op zicht aan dit compromis gebonden achten. Dit is geen democratische manier van doen, zeide de heer Geels tot wethouder Wes terhof en de Raad gnuifde een beetje en vond, dat de heer Westerhof dit wel „in zijn zak kon steken", al schoot des heeren Wes- terhof's schildknaap dan ook naar voren om te verkondigen, dat de katholieken in allen gevalle geweten hadden, dat de nieuwe dienst zou worden ingesteld op den grond slag zooals dat door de vakcentrales in Oc- tober gevraagd was geworden. Het was reeds de vorige week gebleken, flat er nog al wat verzet tegen den nieuwen dienst was en de heer Westerhof was dit maal zoo verstandig geweest om een groot deel van dat verzet bij voorbaat te breken door zijn tegenstanders op verschillende punten tegemoet te komen. Reeds was bepaald, dat de arbeiders, die in het bestuur van het nieuwe Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon worden aange wezen niet meer vertegenwoordigers der vakvereenigingen behoeven te zijn, maar dat men eenvoudig personen uit de vakvereeni gingen zal kunnen nemen. Was er eerst sprake van zes raadsleden, waardoor men zoo mogelijk de verschillende politieke groe- pen zeggenschap zou willen geven, thans was dit aantal al tot vier teruggebracht en werd het woord politiek zelfs niet meer ge noemd. En ook op andere punten was de heer Westerhof gaarne bereid aan alle rede lijke verlangens tegemoet te komen. Men had maar te spreken en zoo eeiiigszins mo gelijk zou er aan de wenschen voldaan wor den. Dat heeft de oppositie wel een beetje mil der gestemd. De beide vrijzinnig democraten bleken eigenlijk geen oppositie te voeren. Zij waren met een enkele opmerking en een enkele toe zegging meer dan voldaan en de heer Sietsma heeft er zelfs zijn verheugenis over uitgesproken, dat de wethouder van Sociale ■aangelegenheden tevens wethouder van Fi nanciën is, zoodat de heer Westerhof als voorzitter van het nieuwe Instituut zich zelf in toom zal kunen houden en tevens, dat de op de begrooting uitgetrokken post er we'1 borg voor zal zijn, dat het budget dit jaar niet van beteekenis wordt overschreden en hij vergat daarbij, dat een volgend college wel weer een geheei andere verdeeling van Portefeuilles zal kunnen hebben en dat het Bureau voor Maatschapj>e!ijk Hulpbetoon er niet alleen voor dit jaar is. De heer Vogelaar h3d hier en daar nog wel een enkele opmerking, maar hij had des wethouders goeden wil gezien en was niet ongenegen mede te werken, hoewel hij zich principieel toch niet geheel en al met dezen opzet kon vereenigen Zoo was het ook met den heer Thomsen en wij zouden gaarne nog eens de meening van den wegens ziekte afwezigen heer Hoij- tink gehoord hebben, die ons wel beginsel vast lijkt en zich waarschijnlijk niet zoo spoedig gewonnen had gegeven. Slechts de heer Keesom bleef zijn bezwa ren ten volle handhaven. Zij die in een der- lijk college zitting behooren te nemen moe ten niet uit verschillende categorieën wor den afgeteld en weer verdwijnen als zij niet langer een bepaalde groep vertegenwoordi gen, maar men moet zoeken naar menschen die liefde en geschiktheid voor armenzorg hebben en deze zoo lang mogelijk zien te behouden. Ook de heer Geels kon zich met den voor genomen opzet nog steeds niet vereenigen Hij was er met den heer Keesom van over tuigd, dat dit een kostbare geschiedenis wordt en iaakte het dat men voorschreef dat arbeiders gekozen moesten worden en geen enkele toezegging deed inzake de overi ge bestuursleden. De heer Westerhof, die wel zag, dat hij het spel gewonnen had, is een politieke goo chelaar van bekende reputatie. Hij beklom het tooneel met zijn wethou- deriijken hoogen hoed en deelde het verza melde gezelschap mede, dat hij daarmee een tooverkunstje zou uithalen. Hij verzocht den heer Klaver om eens op het tooneel te komen en den hoed voor hem vast te houden met de stille bedreiging, dat als deze ook maar één poging deed om de truc te laten mislukken, hij onverwijld naar beneden gestuurd zou worden om weer tus schen de rijen van de doodgewone edelacht- baren plaats te nemen en dus zweeg de heer Klaver en liet hij de critiek volkomen aan zijn partijgenooten Keesom en Geels over. De heer Westerhof nam den hoed en liet hem rondgaan om te laten zien, dat er niets in zat. Toen stopte hij er vier niet-politieke raads leden in, stampte ze door elkaar, voegde er vier van de 2700 Alkmaarsche georganiseer de arbeiders aan toe en deelde mede, dat dit 60 procent van de bevolking was. Er volgden nog vier van de overgebleven 40 -procent en ten slotte verdwenen er nog een wethouder en een directeur van de Arbeidsbeurs in den hoed, waarna de heer Westerhof er een beetje politiek en een beetje vakorganisatie aan toevoegde en alles voorzichtig door el kaar roerde. De heer Klaver mocht zeggen of het eerlijk gegaan was en de heer Klaver verzekerde, dat het een eerste klas goocheltoer was. De doek ging over den hoed heen. Hokus, pocus, pilatus. weg ging de doek en de heer Westerhof haalde een completen dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon in den vorm van een prachtige bruin gebakken omelet te voorschijn. Die zag er overheerlijk uit en verspreidde zoo'n lekkeren geur, dat verschillende onge- loovigen wat dichter bij kwamen en vol be langstelling in den hoed keken. Proef er maar eens van zeide de heer Wes terhof en hij deelde met kwistige hand stuk jes omelet uit en verklaarde zich tevens be reid aan alle mogelijke wenken om die nog lekkerder te kunnen maken gevolg te zullen geven. Bij die omelet behoorde een lekker wijntje en als die te sterk bleek was het college gaar ne bereid er het noodige water bij te gieten. Hij deed ten slotte zooveel water bij zijn wijn, dat slechts de heer Geels als drank- handelaar wel zag, dat men deze samenstel ling eigenlijk geen wijn meer kon noemen, maar het resultaat was toch, dat de gezich ten der opposanten een minder zorgelijken trek kregen en zelfs de burgemeester kwam verklaren, dat hij hoopte, dat hij zich ver gist had en dat het best mogelijk kon zijn, dat de maaltijd dien de heer Westerhof ter tafel bracht de bevolking toch nog goed zou kunnen smaken. En toen er ten slotte gestemd moest wor den bleek de Raad zoo onder den indruk, dat het geheele voorstel er zonder hoofdelijke stemming doorging al staat het vast, dat verscheidene raadsleden daartegen nog heel wat principieele bezwaren hebben gehou den. Er komen dus vier raadsleden in hel be stuur van het nieuwe instituut en aan de vakcentrales zal verzocht worden candidaten voor de vier arbeidersplaatsen aan te wijzen. Dan blijven er nog vier plaatsen voor de burgerij over en er werden daarvoor reeds zooveel candidaten gencemd, dat wij er wer kelijk benieuwd naar zijn wie daarvoor zul len worden uitgekozen. Men sprak reeds over een vertegenwoor diging van de patroons, van den linkschen en rechtschen grooten en kleinen midden stand en zoowel juffrouw Carels als me vrouw Helleman hebben er op aangedron gen, dat er vooral vrouwen moeten gekozen worden waarna men er van katholieke zijde nog op gewezen heeft, dat men ook de kerke lijke vertegenwoordigers niet zal mogen ver geten. Er moeten vrouwen inriep mevrouw Hel leman en zij richtte zich daarbij recht streeks tot den heer Geels, die zich als een der voornaamste opposanten had doen ken nen. De heer Geels keerde haar zijn goedig gezicht toe en verzekerde nadrukkelijk, dat hij er absoluut geen bezwaar tegen had, waardoor mevrouw Helleman blijkbaar aan gemoedigd werd en op nog meer vrouwen aandrong waartegen de heer Geels evenmin eenige bezwaar bleek te hebben. Als het van hem afhing, kan het heele bestuur uit vrou wen bestaan, maar wij vreezen, dat de heer Westerhof minder complimenteus zal blijken en dat er om de bezetting van die vier laat ste plaatsen nog duchtig gestreden zal wor den. Hoe men het nu ook verder verdeelen wil, vast staat, dat er hier ter stede een Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon zal wor den opgericht en dat het tegenwoordige Bur gerlijk Armbestuur daardoor zal verdwijnen Men heeft het aantal raadsleden van zes op vier gebracht, maar deze vier zullen door hun rechtstreeksche bemoeiingen met de arm verzorging niet meer zoo critisch tegenover belangrijke uitgaven staan. Zelfs al laten wij de politiek verder buiten beschouwing, dan is het duidelijk, dat zij hun fractiegenoo- ten kunnen beïnvloeden en dat het college daardoor bij alle zaken, die armverzorging of werkloosneidszorg betreffen in den Raad niet een volkomen objectief lichaam vindt. Men benoemt in het bestuur vier arbeiders aangewezen door de vakcentrales en al heeten deze dan ook geen vertegenwoordiger dier centrales meer, vast staat dat zij zich tegen over deze lichamen altijd min of meer verantwoordelijk voor hun daden zullen ge voelen, dat zij mede beslissen over den steun aan hun werklooze collega's, dat van die zij de geen oppositie tegen een royale houding kan verwacht worden en dat zij ook over de armenzorg zullen meespreken. De eenige rem zal in de vier overgebleven leden gevonden worden. Het is te hopen, dat men hiervoor mannen of vrouwen zal aan stellen, die zich van kiezers of corporaties niets hebben aan te trekken, maar het zal werkelijk niet gemakkelijk zijn hiervoor can didaten te vinden waarmede de geheele raad zich zal kunnen vereenigen. Dat dit nieuwe instituut heel wat meer dan vroeger zal kosten, daarvan zijn wij over tuigd. De heer Westerhof moge met pathos be weren, dat Alkmaar wat de belasting betreft in de rij der Nederlandsche gemeenten een gunstige plaats inneemt en dat ieder, die voor de financieele gevolgen van dit voorstel waarschuwt aan stemmenmakerij doet, wij hopen hem binnen weinige jaren door ver gelijking van cijfers te kunnen overtuigen, dat het nieuwe instituut de gemeente heel wat zwaardere offers vraagt dan tot dusver het Burgerlijk Armbestuur gedaan heeft. Men vergete niet, dat het belastingcijfer op onze begrooting min of meer geflatteerd is, dat de gemeente op verschillende wijzen, o.a door een zware heffing op de openbare ver makelijkheden en niet het minst door een on behoorlijke winst op den verkoop van gas en stroom, het tekort aan belastinggelden dekt, maar dat deze bedragen nu eenmaal niet in het staatje voorkomen, waarin Alkmaar's be lastingcijfer tegenover dat van andere ge meenten genoteerd staat. Daartegenover staat, dat de uitgaven voor armenzorg zich hier niet tot de gelden voor het Burgerlijk Armbestuur beperken. Er zijn nog tallooze andere kostbare uitgaven, o.a. voor het verplegen van armlastige krankzinni gen en wie alles eens bij elkaar telt, zal tot de conclusie komen, dat een zeer groot deel vau het gemeentelijk inkomen voor steun aan ar men en behoeftigen gebruikt wordt. Wij gunnen ieder van deze misdeelder. gaarne een zoo groot mogelijk deel van het geld der gemeenschap, maar het wil ons voor komen, dat men van die zijde tot dusver niet te klagen had en er is ten slotte ook nog een tilÜi'llllllMWIWMiWBHMWB— categorie ingezetenen, die geen steun trekt, maar wel alles moet betalen en wij vreezen, dat in het bestuur van het nieuwe instituut zoowel de raadsleden als de arbeiderscandi- daten de belangen van de laatste categorie wel eens te weinig in het oog zullen houden Enfin, soit, zou Buziau zeggen, de tijd zal het wel leeren en wij zullen er ons op het oogenblik maar niet verder in verdiepen.- Medegedeeld moet nog worden, dat de Raad besloot voor den bouw van een nieuwe schuur van de Exjjortveiling voor een bedrag van 10.000 garant te blijven, op voorwaar de dat die nieuwe schuur er ook werkelijk zal komen, wat door de belanghebbenden zelf op een nog te houden vergadering nog beslist schijnt te moeten worden. Ten slotte heeft de heer Bakker er zijn ver wondering over uitgesproken, dat de Alk maarsche Courant een vrij volledig verslag wist te geven van wat in besloten vergadering over de benoeming van den directeur der Lichtbedrijven gezegd was en de heer Klaver, die als campagnon uit de rood-zwarte groep ook niet erg op publicatie van de details dezer kwestie gesteld was, heeft met den heer Bak ker betoogd, dat zooiets toch eigenlijk niet te pas kwam. Het is nog niet zoo lang geleden, dat de soc. dem. bij de aanvrage van een ambtenaren reglement verontwaardigd hebben gesproken over de bijverdiensten van sommige ambtena ren en wij kunnen ons dus volkomen begrij pen, dat zij het liever niet gepubliceerd zagen, dat zij thans op benoeming van een hoofd ambtenaar hebben aangedrongen, die zoo veel kon bijverdienen, dat hij door storting van een deel daarvan in de gemeentekas hier wellicht buiten bezwaar van de schatkist kan werken. Daarin zit nog al wat tegenstrijdigheid met vroegere principes en dat ziet men liever niet gepubliceerd evenmin als onze critiek op de rood-zwarte voorstel, die, hoe zakelijk ook geschreven, volgens de soc. dem. geen bijval mag vinden bij de heeren, die uithoofde van hun politieke gezindheid alleen hun eigen politiek orgaan behooren te lezen. Als de heer Westerhof eens wist hoevelen uit de meest verschillende politieke groepen met de door ons gegeven critiek hun volle in stemming betuigd hebben, zou hij wellicht be grijpen, dat er buiten de personen, die hij tot zijn onmiddellijke volgelingen kan rekenen, nog tal van tot oordeelen bevoegde stadge- nooten van elke richting zijn, die zich het recht voorbehouden het met een courant vol komen eens te zijn ook al staat aan den kop van dat blad dan ook niet den naam van het orgaan dat zij volgens den heer Westerhof uitsluitend hebben te lezen en te volgen. Wij kunnen hem de verzekering geven, dat het in het leven roepen van dit nieuwe Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon in vele kringen der burgerij allesbehalve met enthousiasme is ontvangen geworden. Den Haag, 27 Febr. 1931. Alvorens voort te gaan met de behande ling der Indische Begrooting heeft de Twee de Kamer heden een groot aantal kleinere ontwerpen afgedaan, naturalisaties, onteige ningen enz. De groote meerderheid, waaron der de kleine wijziging van art. 66 der Drank wet, ging onder den hamer des Voorzitters door. Zulks was niet het geval met het voor stel tot uitkeering van vergoedingen aan den gewezen Rijksbouwmeester J. A. W. Vrijman die indertijd is veroordeeld en ontslagen we gens onregelmatigheden bij rijkswerken, waarvoor hij aansprakelijk werd gesteld, hoewel er van oneerlijkheid zijnerzijds geen sprake is geweest. Mevr. Van I t a 1 1 i e- Van Embden (v.d.) achtte het ge- wenscht de zaak nog eens op te halen om haar instemming met het voorstel te betui gen en verzocht ook voor andere ambtenaren clementie. Minister De Geer verklaarde, dat zeer zeker ook voor andere ambtenaren wel willendheid wordt betoond, voorzoover zij bij de zaak betrokken zijn geweest. Positieve toezeggingen kan hij echter niet doen. Het voorstel is daarop goedgekeurd. Bij de hierop gevolgde voortzetting van de algemeene beschouwingen over de Indische begrooting heeft de heer B e u m e r, a.r., den heer De Visser voor de voeten geworpen, dat al de gruwelen, die hij aan de Indische re geering verwijt, juist allen in Rusland voor komen. De heer De Visser toonde zich daar over zeer verstoord. Ook den heer Cramer strafte hij af voor zijn bewering dat er in Indië een politiek van uitbuiting en overheersching wordt gevoerd. Ons koloniaal bestuur is beter dan van eeni ge andere koloniale mogendheid. Tegen aller lei interrupties van den heer De Visser in zette hij dit nader uiteen, tevens er op wij zend, dat Nederland in Indië niet kan wor den gemist. Verder verdedigde de spreker de inzichten door den heer Colijn uiteengezet en zette uiteen ,dat de heer Colijn over de bestuurshervorming thans denkt als vroeger, maar alleen heeft afgekeurd, dat met de in voering er van zoo zeer wordt getreuzeld. Verder verklaarde hij zich tegen vrouwen in den Volksraad. ^3 ALKMAAR TEL. 34 3 lijnen. UTRECHT TEL. 13586 2 lijnen. Het nieuwste op het gebied van Bezoekt onze monsterkamersII ALLEEN KWALITEITSARTIKELEN EN QOEDKOOPi Natuurlijk heeft de heer De Visser den heer Beumer van antwoord gediend zonder veel te zeggen over Indië, daar hij zich in het bijzonder druk maakte over Rusland; den strijd tegen analphabetisme en andere euvels en de voortreffelijkheden van het Russische régime. Hij daagde ten slotte den heer Beu mer tot een openbaar débat uit. Ook de heer Schaper (s.d.a.p.) be streed den heer Beumer en verweet hem op pervlakkigheid. Toen kwam minister De Graaff weer aan het woord, gaf een toelichting op het proces te Bandoeng en bracht hulde aan den voorzitter van den Raad van Justitie voor de wijze, waarop hij het strafproces had geleid. Verder verdedigde hij zijn financieel beleid en waarschuwde tegen een te ruim leenen. Voor werkverruiming gevoelt de minister iets voor leeningen op korten termijn, te be talen uit „gewoon". Hij legde ook nadruk op de wenschelijkheid van versobering van het staatsbestuur. De Indische begrootings- commissie blijft in de eerstvolgende jaren ge handhaafd. Tegen de aanwijzing van vrouwelijke le den van den Volksraad moet de minister vooralsnog bezwaar maken. Maar hij zal met den G. de zaak nog eens overleggen. Bij de behandeling van nog enkele andere speciale punten verklaarde de minister, dat hij thans den tijd niet gekomen acht voor ver zwaring van de lasten van het groot kapi taal. Aan het slot van zijn rede heeft de mi nister verklaard den heer De Visser het ant woord te moeten schuldig blijven omdat deze geen enkel weloverwogen opmerking heeft doen hooren. Hiermede werden de algemeene beraadslagingen gesloten en nu werd over gegaan tot behandeling der hoofdstukken. De heer Cramer (s.d.a.p.) heeft bij Afdeeling II enkele opmerkingen omtrent Aneta gemaakt, met welks berichten hij geen vrede kan hebben. Gaat de minister alleen op die berichten af? De minister antwoordde daarop ontkennend. Bij zitten en opstaan wordt hierop de af deeling goedgekeurd, nadat de heer Wijnkoop stemming had gevraagd. Bij afd. II vroeg de heer J o e k e s (v.d.) af het commissariaat voor Indische zaken enz. hier te lande zal deelen in de gevolgen der bezuiniginsmaatregelen, waartoe de In dische regeering heeft besloten. Het gaat over een bedrag van ongeveer 7 ton, waar op 4 percent kan worden bezuinigd. Kan het personeel niet ingekrompen worden? Wil de minister den post niet voor nader onderzoek tijdelijk terugnemen? De minister had daar tegen bezwaar. Bij zitten en opstaan werd daarop de afdeeling aangenomen Bij de afdeeling Justitie besprak me vrouw Bakker Nort (v.d.) de nationa liteitspositie van de Europeesche vrouw De heer Cramer bracht ter sprake de uitzending van jongelui, die voor Indisch recht hebben gestudeerd als rechterlijk amb tenaar en de organisatie van het kantoor van Arbeid, het vraagstuk van de regeling van minimumloonen en andere sociale maatrege len. Ook drong hij aan op uitbreiding der ar beidsinspectie. Wijders sprong hij in de bres voor de rechtspositie van de Europeesche employé's terwille van hun eigen veiligheid. In verband hiermede besprak hij ook in af keurenden zin de poenale sanctie. De heer Van Boetzelaer (c.h.) besprak de toepassing van lijfstraffen en doodstraf in Indië, waarvan hij in beginsel geen tegenstander is. In verband hiermede waarschuwde hij tegen te strenge straffen. Spr. uitte zijn waardeering voor de tot stand- koming der nieuwe koelieordonnantie, drong aan op de invoering van een wekelijkschen rustdag en verbetering van de arbeidsinspec tie, bracht de werkeloosheid der Europeanen in Indië ter sprake, de dobbelzucht onder de inlanders en koelies en stemde ten slotte in met de opmerkingen van mevr. Bakker Nort over de zoogenaamde gemengde huwe lijken. De heer Knottenbelt (lib.) besprak de opleiding van rechterlijke ambtenaren voor Indië en klaagde erover, dat velen, die zich op de studie daarvoor hadden toegelegd, ten zeerste gedupeerd worden doordat de be noeming uitbleef, welke niettemin was voorgespiegeld. Spr. achtte de houding van den staat ten dezen onfatsoenlijk. De voorzitter sloot hierop de verga dering.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1