Ëiaaiscit Conrant.
fiéCëX van
•kaatitait
fietêtvan
smaak
fiesïè voot lUü-
qewndkeid/
bï
DE PAGODE
VIRGINIA
FEUILLETON.
Dames en.
Kinderkleeding
Honderd drie en dertigste Jaargang.
Zaterdag 14 Maart
Radioprogramma
PUZZLEN
Brieven uit de hoofdstad
ardath Ook met kurk en goud lonoon
(Wordt vervolgd).
No. 62
1931.
Zondag 15 Maart.
Hilversum, 1875 M. (850—12en 5.—
6.V.A.R.A., 6.8.V.P.R.O. en de A.V.
R.O. van 12.—5.— en 8 12— uur). 8.50
Voetbalnieuws. 8.55 S. S. Lantinga: „Na
tuurtuinen". 9.25 V.A.R.A.-Varia. 9.35 Con
eert door het V.A.R.A.-Orkest onder leiding
van Hugo de Groot en Prof. Hol lts Madn-
gal-Vereinigung (Stuttgart). 9.50 „Thuis"
door Martien Beversluis. 10.10 Vervolg con
cert. 10.55 Toespraak door G. J. Zwertbroek
11.10 Vervolg concert. 12.12 30 L. J
Jordaan: „De Klankfilm". 12.30—2— Con
eert door het A.V R.O.-Octet onder leiding
van L Schmidt. Met medewerking van
Boris Lensky, viool en Egb. Veen, piano. 2—
2.30 Boekenhalfuurtje 2.30—3.30 Tschai-
kowsky's „Casse noisette" door Omroeporkest
en koren onder leiding van W. Hespe. 3.30—
4_ M v. Santen: „Iets uit het leven van
wijlen Lord Northcliffe, den Engelschen
krantenkoning". 4.4.45 Concert door het
Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 4.45—5—
Vaz Dias. 5—6— Kinderuurtje. 6.Kerk
dienst uit de Ned. Herv. Kerk te Zaandam
Met muzikale medewerking. 8.15—10 15 „De
Barbier van Bagdad". Tekst en muziek W.
Cornelius. Regie L. Roberts. Muzik. leiding
A. van Raalte. 10.1511.15 L. Noiret Jan
Sevenstern, saxofoon. P. Palla, vleugel
11.15—12.Gramofoonpl.
Huizen, 298 M. (8.30—10—, 5.20—7.45
N.C.R.V., 10—5— en 7.45—11— KRO.)
8.30^-9.30 Kerkdienst o. 1. v. Ds A. Klin
kenberg. 10.30 Uitzending van de Hoogmis
uit het St. Ignatiuscollege te Den Haag.
12—2— Concert door het K R.O.-sextet o.
1. v. P. Lustenhouwer. 2—4.45 Herdenkings
vergadering van het gezelschap van den
Stillen Omgang te Amsterdam. Met mede
werking van 700 zangers o. 1 v. A ter
Steege, J. Nelissen, bariton. J. Nieland,
orgel. 4.455— Gramofoonplaten 5.20
Kerkdienst uit de Ned. Herv Kerk te Rhoon
o. 1. v. Ds. C. W. C. v. Willigen. 7.45-8.10
Dr. J. Haest: „De geestelijke aalmoes"
8.10——8.15 Voetbaluitslagen. 8.1510.40
Aansluiting met Kerkrade. Concert door het
K.R.O.-Orkest o. 1. v. J. Gerritsen. Met me
dewerking van familie Speenhoff. In de
pauze Vaz Dias. 10.4011.Epiloog door
het klein koor o. 1. v. Jos. H. Picckers.
Daventry, 1554.4 M. 3.20 Kerkcantate No.
152 van Bach. 4.05 Kinderuurtje. 4.20 Le
zing. 4.35 Concert. Militair Orkest R.
Easton, bas. 5.50 Concert. P. Hermann,
cello. K. Eggar, piano. 6.20 Bijbellezing.
8.20 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep
9.10 Berichten. 9.25 Concert. Orkestt. L. Go
wings, tenor. A. Sandler, viool. 10.50 Epi
loog.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra
mofoonpl. 11.50 Gramofoonpl. 12.50 Gra
mofoonpl. 1.20 Concert. Zang en piano. 1.35
Gramofoonpl. 2.20 Gramofoonpl. 4.20 Gra
mofoonpl. 5.20 Vastenpreek. 7.50 Poppen
kast. 8.20 Concert. Tooneel. 9.50 Gramo
foonplaten.
Langenberg, 473 M. 6.207.20 Concert.
7.20—7 50 Gramofoonpl. 10.4011.20 Gra
mofoonplaten. 11.20—12.20 Koorzang en
toespraken 12 20—1.50 Orkestconcert 3.50
—4.35 Kinderkoorzang met orkest. 7.20 „De
Mikado". Operette van A. Sullivan. Daarna
berichten en tot 11.20 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—12.20 Or
kestconcert. 2—3— Kinderuurtje 3—3.30
Orkestconcert. 3 20—3.50 Gramofoonplaten
3.504.20 Kinderuurtje. 7.208.50 Orkest
concert en Revue-uitz. 8.50—9 15 Concert.
Cello en piano. 9.40—10— Orkestconcert.
10.10—11.50 Dansumziek.
Brussel, 508.5 M. en 338.2 M. 508.5 M
5.20 Orkestconcert. 6.20 Gramofoonpl. 7.20
Gramofoonpl. 8.20 Orkestconcert, soli en
dialoog. 338.2 M.: 5.20 Dansmuziek 6.20
Kamermuziek. 7.20 Gramofoonpl. 8 20 Gra
mofoonpl. 9.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M. 6.20 Concert. 7.20—8.10
Diversen. 8.10 Morgenwijding. 10.20 Her
denking der Oorlogsgevallenen. 11.10 Vo
caal concert. 12.20 Orkestconcert. 1.20
Ouderuurtje. 1.50 Mandoline-concert! 2.20
Hoorspel „Land im Ruecken", 3 acten van
H. Scheffler. 3.20 Strijkkwartet. 5.05 Dans
muziek. 5.207.20 Lezingen. 7.20 Don
Charlos, opera in 4 acten van Verdi. 9 35
Berichten, daarna tot 11.50 Concert.
Door MARJORIE BOWEN.
Geautoriseerde vertaling uit het Engeisch
door C. E. GUYE.
1)
DEEL I.
De Picmc.
HOOFDSTUK I.
Madame de Bellegarde was uit het Zuiden
teruggekeerd, onverwachts teruggekeerd, en
vond t huis nog gesloten en vol schaduwen.
Zij wachtte in de lange gang, terwijl haar
meisje en de livreiknechten haar bagage uu
het rijtuig haalden en haar kamer voor de
zon openden, wachtte lusteloos met het uiter
lijk van iemand die reist zonder doel en terug
keert zonder een welkomstgroet.
De met satijn bekleede stoelen stonden nog
in hun linnen overtrekken en zakken van
neteldoek omhulden de massale lichtkronen,
welke er nu uitzagen als doode, dorre vruch
ten, hangende van de vergulde plafonds
Door de wijd geopende deuren kwam een dif-
fuus licht, en hier en daar, door de spleten in
de blinden, lange stralen van het goud van
buiten.
Madame de Bellegardie trok haar zachte,
bleeke handschoenen uit; zij was één jaar
weduwe en haar kleeding was gehouden in
mooie schakeeringen van grijs, zoodat zij één
geheel vormde met de schaduwrijke elegance
van de gang, de stille Dracht van de omhulde
Maandag 16 Maart.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend A.V.R.O
8—9.50 Gramofoonpl. 10—10.15 Morgen-
a'Ju 10-30-12— Concert door het
R-O.-kwintet o. 1. v. F. Lupgens. 12.15
12.4o Orgelconcert Ferd. Kloek. 12.45—
-- Gramofoonpl. 2.303.Loetafoon-
programma. 3.3.40 Kamermuziek door het
Hellmann-kwartet. 3.40—4— Mevr. Con
tent—Hofstede leest uit „De Juffrouw van
luut Jan van R. Houwink Hzn 4.4.30
Gramofoonpl. 4.305.30 Kinderuurtje. 5 30
—6 Casper Howeler: 3 Stijlen van Stra-
winsky. (Gramofoonpl.) 6—7— Concert
Kovas Lajos, met orkest. 7—7 30 Boeken
halfuurtje. 7.45—8.15 Concert Palestrina-
koor o. 1. v. J. Vranken. 8.15—9 15 Concert
Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 9.15—0 45
Voordracht E. Verkade. Uit „St. Joan" van
Shaw. 9.4510.25 „Bastein et Bastienne",
zangspel van Mozart. Muzik leiding N.
Treep. 10.25 Vaz Dias. 10.35—11— Ver
volg concert Omroeporkest. 11.12— Gra
mofoonpl.
Huizen, 298 M. (8.-8— N.C.R V., 8—
12.K.R.O.) 8.8.15 Schriftlezing. 8 15
9.30 Gramofoonpl. 10.30—11Zieken-
dienst. 11.11.30 Lezen van Chr. Lectuur.
11.3012.30 Gramofoonpl. 12.3(k—1.45
Orgelconcert door Jan Zwart. 1.45—2—
Gramofoonplaten. 2—2.35 Uitzending voor
scholen. 2 353.15 A. J. Herwig: „Seizoen
borders en de mooiste planten voor de zomer-
border". 3.153.45 Knipcursus 45.
Ziekenuurtje. 5.5.45 Cursus handenarbeid
voor de jeugd. 5.45—7— Concert. H. v.
Calsteren, viool. B. Oskam, cello en A. Ro
denhuis, piano. 7.7.30 H. Burger: „De
verbetering van onzen kerkzang". Met mede
werking van J. Caro, bas. 7.30—8— Dr. F.
J Krop: „De Russische geloofsvervolgingen
en de roeping der kerk". 8—9— Concert
door het K.R.O.-orkest o. 1. v. J. Gerritsen.
9Vaz Dias. 9.10—9.30 J. Hazewinkel
„Alledaagsche Zaken". 9.30—11— Vervolg
concert. 11.12.Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door W. K.
Taylor. G. Gayfield, alt. 1.35 Orkestconcert.
2.25 Uitz. voor scholen. 3.40 Dansmuziek.
4.05 Concert. J. Fry, viool. A. Baynon,
piano. 4.35 Orkestcoricert. 5.35 Kinderuur
tje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten. 7— Orgel
spel door G. Thalten Hall. 7.20 Lezing. 7.45
Lezing. 8.05 The Ridgeway Parade. Cabaret.
9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing.
9 55 Kamermuziek. A. Thursfield, mezzo
sopraan. Kutcher Strijkkwartet. 11.05 Le
zing. 11.20—12.20 Dansmuziek.
Parijs ,R,adio-Paris", 1725 M. 805 Gra
mofoonpl. 12.50 Gramofoonpl. 1.25 Gramo
foonplaten. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Tooneel-
uitz. 9.05 Tooneeluitz. 9.50 Kamermuziek.
Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo
foonplaten. 9.3510.05 Gramofoonpl. 11.30
Gramofoonpl. 12.251.50 Orkestconcert.
7 05—8 20 Concert. Koor en solisten. 8.20
Declamatie en concert. Daarna berichten en
tot 11.20 Orkestconcert.
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Or
kestconcert 2.504.50 Orkestconcert en de
clamatie. 7.20—8.10 Orkestconcert. 8 50—
9.15 Solisten-concert. 9.3010.25 Man
doline-concert.
Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508 5 M 5.20
Gramofoonpl. 7.20 Gramofoonpl. 7.50 Gra
mofoonplaten. 8.20 Gramofoonpl. 9.20
Dansmuziek. 338 2 M.: 5.20 Orkestconcert.
6 20 Gramofoonpl. 7.20 Gramofoonpl. 7.50
Gramofoonpl. 8 20 Trio-concert 8.50 Orkest
concert en solo.
Zeesen, 1635 M. 5.40—11.50 Lezingen.
11.50—12.15 Gramofoonpl. 12.15—1.20 Be
richten. 1.20—2.20 Gramofoonplaten. 2.20
3 50 Voordrachten. 3.50—4.50 Concert. 4.50
—7.20 Lezingen. 720 „Nuernberger Patri-
zierhochzeit". Manuscript en leiding. Dr A
Graf. 8.25 Concert. 9.35 Berichten en daarna
tot 11.50 Dansmuziek.
Onze Eerste Maart-Opgave.
De twaalf woorden.
Een puzzle, die aan vele oplossers heel
wat moeite heeft bezorgd. Gemakke
lijk was zij dan ook lang niet. De twaalf
woorden waren:
Gerzon
ode
eiwit
dons
Ezau
Noor
najade
arrest
citadel
Havre
touw
Emmen.
meubelen, welke alle kostbaar en weelderig
waren.
Madame de Bellegarde speelde met haar
handschoenen, met de parels op haar borst
en haar hoofd neigde zich een weinig.
Zij hoorde de lichte voetstappen der be
dienden, die zich de breede trappen op en af
spoedden en zij glimlachte met een vleugje
ironie.
Dienstboden, altijd dienstboden nu, en nie
mand anders.
Marthe, het meisje, kwam binnen om te
zeggen dat haar kamers gereed waren; daar
achter verscheen de Engelsche huishoudster,
zich verontschuldigende dat niet alles gereed
was.
Hoe zou dat kunnen? glimlachte ma
dame de Bellegarde. U wist niet dat ik kwam
Ook ik wist het niet.
Neen, zij wenschte geen thee, diner in haar
kamer, op den gewonen tijd
Zij hield even op en voegde o- toen vluch
tig bij
Er zijn zeker geen brieven?"
Er lagen verscheidene brieven, welke zou
den zijn doorgezonden
Madame de Bellegarde speelde met haar
handschoenen, met haar parels, terwijl de
brieven werden gebracht.
Een stapel brieven op het met houtsnijwerk-
versierde rococo blad zeker één er van
Haar fijne hand weifelde, weifelde over de
brieven.
De huishoudster begon de blinden te ope
nen, maar madame de Bellegarde schrok
terug van 't licht. Neen, de luiken dicht.
De brieven lagen nu op haar schoot, zij
had ze bekekenper slot was er geen bij dien
/ij gaarne wilde lezea,
De beginletters van boven naar bene
den en de eindletters van beneden naar
boven geven te lezen: Goeden nacht en
wel te rnstenl
V oor eiw it is ook erwt goedgekeurd
oor najade (nixe) en voor citadel
(capitaal).
Aan t hoofd van de lijst onzer oplos
sers stonden bi.i den aanvang van
Maart: H. K. de Wild 48 p., P Meijer 45
p.. L. Trijbetz 44 p„ R Smids 41* p D A
Wittop Koning 40 p„ W. J. Karssen en
Marie Rezelman 39 p„ G. L. Metz 38 p.,
J. Meijer 36 i»Mevr. Vasbinder—Hos
31 p.. J. Strijbis 29 p„ Mej. Pastoor 26 p.,
P. Kuiper 23 y.. N. Otsen 22 p.. G. H. A.
Kuvper 20 p., M. Siezen 19 p.. C. Blan-
kendaal 18 p., Mevr. Holsmuller—
Teengs, Joh Krul en J. Daalder 17 pJ.
Zaadnoordijk en H. v. Drur.en 11 p., Mej.
N Lind 10 p. en verder een zoer groot
aantal mei minder punten Verschillen
de inzenders zijn door hun volhouden
aardig omhoog geklommen.
Onze Nieuwe Opgave. (No. 2 der
Maart-serie).
Een rekenkundig vierkant.
Een vierkant is verdeeld in 16 kleinere
vierkanten. In elk dezer 16 hokjes komt
een getal te staan en wel één der getal
len van 6 tot 21.
De som der vier getallen op de eerste
horizontale rij is 54, tweede 48, derde 49
en vierde 65.
De som dor vier getallen op de eerste
verticale rij is 56, tweede 54, derde 50,
vierde 56.
De som der vier getallen op de diago
naal van links boven naar rechts onder
is 54. De vier getallen op de andere dia
gonaal zijn samen 43.
De vier hoekgetallen zijn even
Hoe ziet het ingevulde vierkant er
uit?
Oplossingen liefst zoo vroegtijdig mo
gelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 20
Maart 12 uur aan den Puzzle Redacteur
van de Alkmaarsche Courant.
De Paleis-Raadhuis-kweslie. De
raadsels van het Gemeentehuis.
De uitspraak der deskundigen en
het standpunt der Regeering.
De „moreele zijde" der kwestie en
,4e zakelijke berekening." Het
bouwterrein aan het Frederiksplein.
Toen wij in onzen vorigen brief over de
vele groote problemen spraken, waarmede de
Amsterdamsche burger zijn hoofd pleegt te
breken, hebben wij ook gedacht aan de be
ruchte Paleis-Raadhuis-kwestie. Daarmede is
men, schijnbaar, weer een stap verder geko
men. Maar of het een stap in vóór of achter-
waartsche richting beteekent, dat is nog
altijd niet zeer duidelijk.
De zaak is, dat de houding van het dage-
lijksch bestuur onzer gemeente ten opzichte
van het Raadhuis vraagstuk een weinig
tweeslachtig is. Men komt er niet precies
achter wat B. en W. eigenlijk willen. En
daar zij toch de leiding hebben in de onder
handelingen met den minister zon het wel-vau
eenig belang zijn om te weten wat in den
boezem van het college van B. en W. eigen
lijk wordt uitgebroed. Want hetgeen thans
gebeurt, is een beetje wat men zoo noemt de
paarden achter den wagen spannen. B. en
W. onderhandelen met de Regeering volgens
eigen inzichten, zonder eenige zekerheid of
zelfs waarschijnlijkheid, dat het resultaat
dezer correspondentie straks de goedkeuring
der burgerij en van den Raad wegdragen
zal.
Men weet, dat het Raadslid mr. dr. G.
van den Bergh in Januari 1926 een voorstel
ingediend had om tegen 1 Januari 1930, dat
is dus al l1/» jaar geleden, het bruikleen van
het Paleis op den Dam aan de Regeering op
te zeggen. B. en W. hebben dit voorstel be
grijpelijkerwijze niet zoo maar uitgevoerd,
doch zij hebben, in Juni 1928, een commissie
ingesteld, bestaande uit zeer aanzienlijke
historici en juristen, welke commissie advies
moest utbrengen over de vraag aan wie het
eigendomsrecht op 't Paleis eigenlijk toekwam
Want indien blijken mocht, dat het oudt
Raadhuis van Jacob van Campen eigenlijk
bezit van van het Rijk uitmaakte, zou het ge
meentebestuur het „bruikleen" begrijpelijker
wijs bezwaarlijk kunnen opzeggen.
Maar, wat verwacht mocht worden gebeur
de. De hooggeleerde leden der commissie
verklaarden, na ampel onderzoek en als één
man: dat het voormalige Raadhuis aan den
Dam tot het bezit van de gemeente Amster
dam behoorde, zoodat het Rijk geenerlei aan-
Hoe dwaas te veronderstellen, dat er een
bij had kunnen zijn die zij verlangde te
lezen
Als die eene bepaalde brief gedurende al
c'eze weken en maanden niet gekomen was,
waarom zou die dan hier zijn bij haar terug
keer naar haar eenzaam huis?
En snel kwam de gedachte op:
Het huis zou niet eenzaam zijn als hij
had geschreven.
Zij was alleen in de bekoorlijke galerij
weelde en gemak omringden haar, en zoowel
weelde als gemak waren in haar stemming
van het oogenblik een en al ledigheid.
De brieven vielen ongeacht van haar knie
op den vloer, den glanzenden vloer, ingelegd
met kostbaar hout; zij stond op, doelloos en
rusteloos, en liet ze daar liggen.
Zij ging de trappen op, welke breed en
licht waren, ging langs de schilderijen, geko
zen door denzelfden man, die haar gekozen
had en, als zij, elegant, fijn, een Fragonard,
een Nattier, een landschap van Huet, Ita-
lianate, teer, een Bronzino met latagheenige,
parelwitte vrouwen met zilveren eenhoorn eu
guirlandes van helder gekeurd ooft, met een
waas van overrijpheid.
En daarnaast hingen pastelportretten van
andere vrouwen, welke denzelfden naam had
den gedragen als de vrouw, welke zoo luste
loos onder haar langs ging. madame de Bel
legarde, madame Ruzè de Bellegarde, made-
moiselle Louise Henriette, Diane, of Hor-
tense de Bellegarde; en deze nauwkeurig
weergegeven en bekoorlijke gezichten toon
den hoe kieskeurig de smaak was geweest der
mannen van dit mooie huis van landelijken
adel, want al deze vrouwen waren van de
hoogste elegantie, met een doellooze, smach-
CHIEFWHIP
spraken kon laten gelden en men terecht van
„bruikleen" zou kunnen spreken.
Alvorens nu prae-advies uit te brengen op
het voorstel van mr. van den Bergh hebben
B. en W. of heeft eigenlijk alleen de B.
de Regeering eens gepolst en de minister van
Financiën heeft voor het Dagelijksch Be
stuur der gemeente zijn standpunt uiteen ge
zet. Dit standpunt is heel merkwaardig. De
Regeering is voornemens zich niet langer
op het eigendomsrecht van het Rijk te beroe
pen hetgeen ook vrij vruchteloos en on
redelijk zou zijn, nu de aanzienlijkste deskun
digen op juridisch en historisch gebied het
recht van Amsterdam op haar oude Raad
huis onbetwistbaar hebben' genoemd en
biedt nu aan het Raadhuis, of Paleis, te koo-
pen. Als de Gemeente het Paleis aan het Rijk
afstaat, zegt de minister, zal het Rijk op zijn
beurt de Gemeente behulpzaam zijn bij het
bouwen van een nieuw stadhuis.
Nu zou men hebben mogen verwachten,
dat B. en W., gezien de stemming onder de
burgerij, dit voorstel van de hand hadden ge
wezen, of tenminste de openbare meening;,
zoo niet de gezindheid in den Gemeenteraad,
gepeild zouden hebben. Er was alle reden
toe. Men mag aannemen, dat geen Regeering
het Rijk zou willen wagen aan een proces
tegen de hoofdstad, nu deze laatste, blij
kens de uitspraak der reeds genoemde com
missie, juridisch zoo sterk staat. B. en W. had
den dus nu inderdaad gelegenheid en aanlei
ding om het bruikleen op te zeggen, gelijk
mr. Van den Bergh had voorgesteld, en het
Rijk kon de millioenen, waarmede het anders
behulpzaam moest zijn voor dén bouw van
een nieuw Raadhuis, besteden aan den bouw
van een nieuw koninklijk verblijf binnen onze
Eerst
kijken
AMSTERDAM UTRECHT
Nieuwendijk 225-229. Oude Gracht 151.
tende uitdrukking, welke toonde dat zij wuft
en kostbaar waren geweest, maar toch met
een zekere droefgeestige strengheid achter
haar ijdele glimlachjes.
De tegenwoordige madame de Bellegarde
was van dit type, ofschoon amper van dit
ras; haar familie was Iersch, haar moeder
een Fransche. De Gallische en Keltische in
vloeden hadden een groote, slanke vrouw-
voortgebracht, met een lang gelaat en don
kere oogen onder vreemd, bleek haar en een
houding van oneindige gratie, deels aange
boren, deels verworven door jaren van weel
derig en uitgezocht leven, kostbaar, driedub
bel verfijnd, en intelligent als de inrichting
van het Chateau Ruzé de Bellegarde.
Langzaam, met tegenzin, bereikt zij haar
anti-chambre, langzaam, met tegenzin blikte
zij in den spiegel, die over de deur hing.
Wat zag ze er vermoeid uit! Hoe dikwijls
zag zij er nu niet vermoeid uit!
Madame de Bellegarde glimlachte, terwijl
ze naar zichzelf keek; zij moest gewend ra
ken aan dien trek van moeheid op haar
mooie gelaat, want dit werd niet veroorzaakt
door den last van een dag, maar door dien
van jaren.
Elke week, elke maand zou die trek nu ster
ker worden, die trek van teer verwelken, van
lichten aanslag, totdat zij, ontwijfelbaar van
middelbaren leeftijd, dan ontwijfelbaar oud
zou zijn.
Altijd nog bekoorlijk, ongetwijfeld; haar
fijne persoonlijkheid was onaantastbaar voor
den tijd; voor een geoefend en nauwlettend
oog was zij altijd nog een knappe vrouw,
maar niet erg jong meer.
Verleng den zomer zooveel je kan, ten laat
ste sluit de herfst de gelederen.
gemeente. Het behoeft geen betoog, dat Am
sterdam, wanneer het op deze wijze haar oud
Raadhuis terugkreeg, op haar beurt mede
zou werken om dit Koninklijk Verblijf zoo
vorstelijk en geriefelijk mogelijk te maken
Maar wat men had mogen verwachten is
niet gebeurd. B. en W. hebben het voorste!
van den minister weliswaar van de hand ge
wezen, maar slechts in schijn.
Wel beroepen B. en W. zich op „de moreele
zijde der kwestie" en op den wensch der bur
gerij, „dat Amsterdam weer vrijelijk kunne
beschikken over zijn Raadhuis als zetel der
plaatselijke Regeering" enz. enz.; wel wijzen
B. en W. het voorstel af, „als dragende het
karakter van een zakelijke berekening", maar
zij komen onmiddellijk daarop met een tegen
voorstel betreffende een transactie, die even
zeer op zakelijke berekening berust en met
den bovengenoemden wensch der burgerij in
het geheel geen rekening houdt. Deze trans
actie is kort en bondig: het Rijk bekomt van
Amsterdam het oude Raadhuis in eigendom
en biedt in ruil daarvoor aan de Gemeente
een nieuw Raadhuis aan, dat Amsterdam
waardig is. B. en W. voegen de nota bij het
aanbod, schatten den bouw van het nieuwe
Raadhuis op 15 millioen „welk bedrag der
halve ter beschikking van de Gemeente zal
moeten worden gesteld".
Hetgeen er dus op neerkomt, dat B. en W.
het "oude Raadhuis, de schepping van Jacob
van Campen, aan de Regeering voor vijftien
millioen willen verkoopen, behoudens, na
tuurlijk, de goedkeuring der burgerij. Zij
meenen echter, dat deze transactie de burge
rij zal kunnen bevredigen. Doch wij betwij
felen het. En waar blijft nu tenslotte „de
moreele zijde" van de kwestie, waarop B.
en W. zich zoo fier hebben beroepen? En
draagt dit, hun, tegenvoorstel niet evenzeer
als het voorstel van den minister, „het
karakter van een zakelijke berekening"?
De zaak is, dat er,, sinds het raedslid
Van den Bergh zijn reeds besproken voorstel
deed, iets zeer belangrijks in Amsterdam ver
anderd is. Het Paleis voor Volksvlijt is af
gebrand, de gemeente verwierf, voor enkele
millioenen, de rechten op een ruim terrein in
het nog oude gedeelte van de stad en B. en
W. koesterden sindsdien den droom daar
een groot, grootsch, en modern Raadhuis te
zien verrijzen, waarin men geriefelijker zou
kunnen zetelen dan in het oude en ouderwet-
sche van Jacob van Campen.
En deze droom dreigt nu, door de bereid
willigheid der Regeering om Amsterdam's
rechten te erkennen, wreed verstoord te wor
den? Want het is zeer waarschijnlijk dat de
meerderheid der toonaangevende burgerij
Madame de Bellegarde was nu zoo mooi
als zij ooit geweest was, zooals de laatste
dag van September de kroon op het jaar kan
zetten, maar het was een schoonheid, zoo
broos en voorbijgaand als die uiteindelijke
gloed van zomersehe schoonheid, welke de
eerste scherpe wind, de eerste bittere vorst
zou vernietigen.
Marthe verscheen aan de deur van de
slaapkamer; zij was aan het uitpakken.
Madame blijft zeker niet lang? vroeg
zii
De dame wendde zich tamelijk scherp om
van den spiegel.
0 Ik weet het niet!
Zij was er zelf benieuwd naar of zij lang
zou blijven of niet; rusteloosheid en ver
smachting worstelden in haar hart.
„Madame zal het hier nu erg eenzaam
vinden", opperde Marthe.
„Ja"
Maar het was óók eenzaam om te reizen;
zij schrok terug van nieuwe hotels, nieuwe
gezichten, nieuwe omgevingen; haar over
dreven kieskeurigheid was zenuwachtig ge
worden; elk jaar, nu reeds vele jaren lang,
had zij minder menschen gezien.
En de poging van de laatste paar maan
den, om verstrooiing te vinden op plaatsen
waar veel menschen bijeen zijn, in nieuwe
kennissen, in belangstelling voor de uit
gaande wereld, was een vernederende mis
lukking geweest.
Neen, het was beter alleen te zijn in Ruzé
de Bellegarde, dan in Parijs of Londen of
aan de Rivièra, in Egypte of Venetië.
In deze statige eenzaamheid kon zeker iets
gevonden worden dat leek op vrede.