m
m
4*
m i f
Brieven uit Rusland
len verzoeken instemming met bovengenoemd
streven te betuigen en het met den meesten
aandrang daarheen te leiden, dat deze eisch,
behalve voor de tuinders, ook zal gelden voor
de boeren en landbouwers.
Een feit is, dat eer, overgroot deel der boe
gen en land- en tuinbouwers dermate door de
huidige crisis wordt getroffen, waardoor zeer
velen beneden een inkomen van 1200 gulden
blijven, zoodat premiebetaling, zooal niet
geneel onmogelijk, dan toch uitermate be
zwaarlijk is.
Dat alle Land- en Tuinbouworganisaties
met hun instemming de?en eisch krachtig
ondersteunen
Dat bovendien nog een eisch van ons
strijdprogram, n.1. stichting van een Staats-
hypotheekbank met een rente gelijk aan de in
lage der Rijkspostspaarbank, zeer urgent is,
blijk o.m. hieruit, dat er in de buitengewone
algemeene vergadering van den Provincialen
Bond van Landpachters in Noord-Holland,
gehouden den 13 Maart j.1. te Alkmaar, sterk
op aangedrongen werd de hypotheekboeren
te helpen door hun hypotheekgelden te ver
strekken tegen een rente van 3 pet.
Dat ook deze eisch sterken weerklank
vinde!
v JAN KENNEDIJ.
Voorzitter Alg. Ned. Bond van
Boeren, Land- en Tuinbouwers
gevestigd te Beemster.
Andere bladen worden verzocht dit over te
nemen.
Schaakrubriek
OPLOSSING PROBLEEM 330.
i Dh7 dreigt 2. De4 mat
i Th7 2. dö
Pg5 2. f4
Pd2 2. f4
Lc2 2. Pf3
-Tb4 2. Pf3
OPLOSSING EINDSPEL 426.
1, b7 g4 2. PbS g3 3. Pc6 g2 4. Pd4
Kd4 5. b8 D en wint.
OPLOSSING EINDSPEL 427.
1. e7-f Kf7 2. Pc3 Le6 (of A) 3. Pb5 Ld5
4 Pd4 KeS 5. Pf5 en wint.
A. 2. V KeS 3. Pe4 La4 (op 3 Kf7
4. Kd7 La4f 5. Kd8 L onverschillig 6. Pc5
Le8 7. Pd5 en wint) 4. Keb Lb3f 5. Kf6
wint.
PROBLEEM 331
Godfrey.
-
mm
I H§
'A vMM
lü
Ju
s& Ij I
m ft
i m.m mx\
m. a m m<
l&S
0 a
Hl i
ii li c <1 e 1
Tweezet.
EINDSPEL 428.
J. Genhner.
8
7
6
5
4
3
2
1
il g E"
Wit speelt en wint.
EINDSPEL 429.
Uit een partij MarshallOlland.
Zwart: Dr. Olland.
WA wA mm lm
W: flfe d? 4Ê
\mk wm A&éwm
mm jm M/,
m m m m
IP tܧ -JÜP A W
Hf éAA mm -*» Am,
mm jgfg *v
H§ mi ÉyJ JÊ
'm Wi m
w.
VAM
m.
w
m e 'm
i
m m WM
mm,
ffiimm MJÊÊM
Wit: F. Marshall.
Hoe kan (zwart aan zet) Olland winnen?
Hier volgt nog een brillante partij van
Carl Schlechker uit de meesterwedstrijd te
Monte Carlo. Ditmaal is 't Marco, dien
Schlechter aan zijn zegewagen bindt.
Wit: Schlechter. Zwart: Marco.
Geweigerd damegambiet.
1- d4 d5
2. c4 eó
3. Pc3 Pf6
4. Lg5 Le7
5. e3 0—0
6. Pf3 Pbd7
7- Tacl a6
3- c5 b5
9. b4 c6
0. Lfd3 a5
Ua3 Tfe8 X jt
12. o__o pb5? Bezorgt wit het initiatief
Is dus fout. Als zwart wat
beginnen wilde op de Ko
ningsvleugel had hij eerst
met a4 de damevleugel moe-
f ten afsluiten,
ff Le7 Der
14. pe5 pe5
15- Lh7+ Kf8 Na 15- Kh7 volgt 16.
Dh5f Kg8 17. de5 en 18. f4
en 19. Tf3 enz.
Dh5 Pc4
'7- Ld3 Dtó
18. L_c4 bc4
19. b5! Ld7 Nemen is fout anders
komt het paard sterk te staan
op d6.
20. bc6 Lc6
21. Tcbl g6
22 Dh6f Ke7
23. Tb6 Kd7
24. Dh3 Dg5
25. Tfbl Teh8
26. Df3 f5? Verzwakt de pionnen stel
ling en heft de dekking van
d5 door de Zw. dame op.
Hierdoor worden twee offers,
die wit doen winnen, moge
lijk.
27. Tc6! Kc6
28. Pd5ü Zeer mooi. Neemt zwart op
d5 dan volgt 29. Tbóf en
Dd5 met spoedig mat
28. TabS
29. Pf4f Kd7
30. Tb7f Tb7
31. Db7| Ke8
32. c6! en zwart geeft op!
Hij kan het promoveeren van
de witte pion niet beletten
Bovendien dreigt Dd7 en
Pe6. Zwart is reddeloos ver
loren.
CLUBNIEUWS.
De schaakclub „Caïssa" uit Hoorn heeft
nederlaag wedstrijden uitgeschreven. Hier
aan heeft ook V. V. V. uit Alkmaar deelge
nomen. De bedoeling is, dat de club, die
Hoorn de grootste nederlaag toebrengt, de
eerste prijs, een prachtige zilveren beker,
krijgt. V. V. V. won met 15X>—434. Na haar
volgt „Morphy" uit Den Helder met 14—6.
Hoorn moet nog twee clubs uit Amsterdam
ontvangen Een heeft ze er dezer dagen ver
slagen en 't is zoo goed als buiten gesloten,
dat de laatste ciub zal winnen, tenminste met
sprekender cijfers dan Alkmaar. Zoo heeft
V. V. V. gegronde hoop weer een nieuwe
trophee in haar prijzen kastje te kunnen
plaatsen. Onze voorloopige gelukwenschen.
Dami*ubt*iek
Aan de Dammers!
In onze vorigfe rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1164 (auteur Vonk).
S t a 1. d.
Zw. 9 sch. op: 14, 16/19, 21, 23, 24, 26.
W. 9 sch. op: 27, 28, 32, 33, 34, 37, 38,
48, 49.
Oplossing.
1. 34-29 1. 23 34
2. 28—22 2. 17 39
3. 37—31 3. 26 28
4. 49—44 4. 21:43
5. 44 13 5. 19 8
6. 48:10!
Uit de partij.
De volgende combinatie is van den
heer A. v. d. Werf te Heiloo.
m
w m m
m
m,m i i
m, Wm ÜS
Hm
V 0
m vm-.
mm. 1
_m
m ij'
m 'm
1 m. II W> Jm.
jppi «1 1
tW/.
Zw. 12 sch. op: 7, 8, 9, 12/16, 18, 20,
23, 35.
W. 12 sch. op: 21, 25, 27, 31/34, 36, 38, 43,
48, 49.
Wit speelt:
1. 34—30 1. 35 24
2. 21—17 2. 12 21
3. 32—28 3. 23 32 (gedw.)
4. 33—28 4. 32 23
5. 38—33 5. 21 32
6. 33—29 6. 24 33 of 23 34
7. 43—38 7. 32 43 of 33 42
8. 48 10 8. 15 4.
9. 25 1! Heel mooi.
In den wedstrijd om het Kamp. van
Nederland kwam in de partij Raman
v. Dartelen de volgende stand voor:
m m m m^Èm
g l l i i
W
1
L
m
yÏTW/S Y/7777/'
m
Zw. 15 sch. op: 2, 3, 6, 8, 9, 12/16, 18,
19 21 23 26
W. 15 sch op: 27, 28, 30, 32, 33, 34, 36,
37, 38, 40, 42, 43, 45, 47, 48.
verliep aldus:
1. 18:27
2. 26:37
3.
De partij
1. 27-22
2. 37—31
3. 42 :22
30—24
28:10
10— 5
3228
5
19
9. 19: 8
10. 40—34
11. 38—32
34-29
43—39
32 :21
36—31
21—26
4. 19 39
5. 39 17
6. 13—18
9—14
8-13
2—13
10. 17—21
11. 13—19
12. 15—20
13. 21—27
14. 26:17
7.
8.
9.
De partij werd door goed spel van
wit remise.
Ter oplossing voor deze week:
Probl. 1165 van H. 1 Lize te Alkmaar.
Zw. 8 sch. op: 2, 4, 7, 9, 13, 19, 26, 29 en
dam op 24.
W. 12 sch. op: 16, 17, 21, 22, 25, 27, 28,
30. 38, 40. 42, 44.
Dit probleem van den heer Lize, die
thans tot de Alkmaarsche dammers be
hoort, zal zeker wel belangstelling
vinden.
In onze volgende rubriek geven wij
de oplossing.
De ccde Russische schulden en de
Nederlandsche belegger.
(Nadruk verboden).
Op de laatste jaarvergadering van de ver-
eeniging „Effectenbescherming'' werd een
vraagstuk besproken, waarvan de beteekenis
voor duizenden Nederlanders van buitenge
woon veel belang is. Het ging om de z.g.
„Russen". Bestaat er nog eenige kans, dat de
Nederlandsche beleggers, die "hun spaarpen
ningen aan de tsaristische overheid hadden
toevertrouwd, in de overtuiging, dat het
groote Rusland steeds zijn verplichtingen zal
kunnen en willen nakomen, iets van het ge
leende geld zouden terugkrijgen? Naar aan
leiding van die vergadering werd ik verzocht
de mogelijkheid van een erkenning van de
oude Russische staats- en spoorwegschulden
te bespreken. Ik zal trachten aan dit verzoek
te voldoen, te meer daar ik ook zelf het plan
kosterde dit vraagstuk in een van mijn brie
ven te bespreken.
Vooraf eenige, voor sommigen wellicht
minder aangename, inleidende woorden over
die oude schulden. Hoewel de obligaties, wel
ke de tsaristische overheid aan den buiten-
landschen belegger te koop aanbood, ver
schillende opschriften droegen, waren het in
wezen steeds staatsobligaties, omdat de re
geering al die leeningen garandeerde. Ove
rigens leverden de Russische spoorwegen (be
halve een paar gelukkige uitzonderingen)
verlies op en zonder de garantie van de re
geering zou geen enkele bankier in het bui
tenland aan die spoorwegen een cent hebben
geleend. Voegen wij daarbij, dat in tsaristisch
Rusland de meeste spoorwegen aan den
staat toebehoorden, dan wordt het zejeer voor
iedereen duidelijk, dat het verschil tusschen
staats- en spoorwegschulden slechts van for-
meelen aard was en dat het om de crediet-
waardigheid van de regeering, van den Rus-
sischen staat ging.
Was de Russische staat bij machte, de vele
milliarden, welke hij ir» het buitenland leen
de, terug te betalen? Op deze vraag moet
het antwoord ontkennend luiden. De oude
Russische staat leefde ver boven zijn stand,
de regeering gaf meer uit dan zij, met het
oog op de draagkracht van de bevolking, kon
uitgeven. Wel was de schuldenlast per hoofd
van de bevolking in Rusland niet zoo groot
als in sommige andere landen, maar het ge
middelde inkomen van den Rus was veel klei
ner dan dat van den West-Europeaan. Elke
econoom, elke bankier kon dus zonder eenige
moeite, met behulp van zeer eenvoudige be
rekeningen, vaststellen dat Rusland niet in
staat was de geweldige schulden, welke de
tsaristische regeering aanging, te betalen,
dat vroeger of later een débècle onvermijde
lijk was. Voor ons, in Rusland, was het toen
volkomen onbegrijpelijk, hoe het Westen, dat
over zooveel knappe economen beschikte, de
dwaasheid kon begaan van telkens weer mil
Üoenen aan de tsaristische regeering te lee-
nen, terwijl de kans, dat de beleggers dat
geld zouden verliezen, zeer groot was. In
1905'06 werd dat gevaar nog grooter, om
dat de voöruitst'evende kringen de leenin
gen aan de tsaristische regeering als een
middel beschouwden om het aanblijven van
die regeering, wier ongeschiktheid voor elk
kind duidelijk was, mogelijk te maken En
steeds luider waren in Rusland de stemmen
voor een annuleering van die schulden, zoo
dra het tsaristische regime, ondanks den fi-
nancieelen steun van het buitenland, ineen
zou storten. De Russische maatschappij waar
schuwde, bij monde van verschillende harer
vertegenwoordigers, 't Westen en smeekte de
Westersche bankiers en beleggers, geen geld
meer aan de tsaristische regeering ie leenen,
omdat het Russische volk die leeningen als
een vijandelijke daad beschouwde en ze later
niet zou erkennen, maar het Westen wilde
niet naar die waarschuwingen luisteren en
ging voort, aan de zwakke en misdadige re
geering geld te leenen.
Sommigen zullen wellicht vragen, waar
om ik die oude koeien uit de sloot haal? Ge
dane zaken nemen immers geen keer en die
oude blunders zijn niet meer ongedaan te
maken. Ik vond het echter noodig dit te doen,
om de Nederlandsche beleggers te waar
schuwen tegen de mogelijkheid van eeg her
haling van deze tactiek. Het gevaar is niet
denkbeeldig, dat de tegenwoordige heerschers
van Rusland, wier credietwaardigheid nog
veel geringer is dan die van de tsaristische
regeering ooit is geweest, hun bereidwillig
heid betoonen de oude schulden gedeeltelijk te
erkennen, indien het buitenland Rusland
nieuwe leeningen verschaft. Gaat het Wes
ten op deze of dergelijke voorstellen in, dan
herhaalt zich de vooroorlogsche geschiede
nis en daarbij in een nog veel ergeren vorm,
omdat een nationale Russische regeering, on
verschillig van welke politieke kleur, onder
geen enkele omstandigheid bereid zal zijn de
schulden van de sovjet-regeering te betalen
Dit geldt zoowel de openlijke of verkapte lee
ningen (en de bolsiewiki krijgen dergelijke
leeningen nu reeds) als de credieten. Wan
neer dus de beleggers bedrogen uitkomen,
dan zal het niet de schuld van het Russische
volk en den Russischen staat zijn, maar van
de onverantwoordelijke financiers en politici,
die het bolsjewisme steunen, die uitbuiting
van de Russsche massa, de vreeselijke onder
drukking, de slavernij van milliocnen Rus
sen mogelijk maken door aan de tegenwoor
dige heerschers credieten te verschaffen. Hoe
vreemd het ook moge klinken, maar hst is
een waarheid, dat de bolsjewiki, die de uir
roeiing van de bourgeoisie als hun hooiu-
doel beschouwen, door diezelfde bourgeoisie
in het Westen financieel gesteund worden.
Het Westen verschaft zelf de bijlen, waarme
de het later geslacht zal worden.
Het geld, dat onder verschil 1 end ea vorm
aan de bolsjewiki geleend wordt, is dus voor
goed verloren. Na de ineenstorting van het
tegenwoordige regime zullen al zijn leenin
gen onherroepelijk geannuleerd worden, zal
er geen cent betaald worden.
Anders staat het met de oude schulden.
In principe zijn alle Russische partijen het
eens, dat het nieuwe Rusland (ik bedoel: het
Rusland na de verdrijving van de tegenwoor
dige communistische regeerders) de oude
schulden moet erkennen. De kans is du» zeer
groot, dat de oude schulden binnen afzien-
baren tijd erkend worden. Maar veel baat
zal de belegger aan die formeele erkenning
niet hebben. Andere staten hebben hun oude
schuldenv niet geannuleerd, erkennen ze,
maar betalen toch rente noch aflossing. Aan
een dergelijke erkenning heeft de belegger
dus niets. Zal het nieuwe Rusland die schul
den ook kunnen betalen? Daar komt het op
aan. En dat hangt af van de omstandighe
den, die tot de ineenstorting van het bolsje
wistische regime zullen leiden.
Wij weten niet; hoe die omstandigheden
zullen zijn. Het sovjet-regime kan ten val
gebracht worden door een staatsgreep van
eenige militaire leiders, door een staats
greep van de rechtsche oppositie in de com
munistische partij, door een militairen op
stand en ten slotte door een nieuwe massa-
revolutie.
Het laatste is het ergste wat Rusland kan
overkomen, omdat Rusland dan een herha
ling zou kunnen beleven van hetgeen wij nu
in China aanschouwen. Eenige legers zou
den elkaar beoorlogen, in het geheele land
zou een vreeselijke anarchie ontstaan, nie
mand zou er iets voor voelen om zijn akker
goed te verzorgen, omdat niemand eenige
zekerheid van de naaste toekomst zou heb
ben. En de verarming van het land zou dan
zulke afmetingen aannemen, dat het Russi
sche volk aan geen betalingen aan het bui
tenland zal kunnen of willen denken.
Alles hangt dus van de wijze af, waarop
het tegenwoordige regime ten val zal ge
bracht worden. Vindt dit plaats met een mi
nimum van onlusten (bijv. door een „paleis
revolutie" of door een militaire staatsgreep),
dan zullen kort daarna besprekingen geo
pend worden tusschen de nieuwe regeering
en de buitenlandsche schuldeischers. De Rus
sen zullen daarbij vóór alles eischen, dat de
nieuwe staten (Polen, Litauen, Estland, Let
land enz.) een gedeelte van de schuld over
nemen, overeenkomstig aan de ironomische
beteekenis en de bevolking van die landen.
Daarna zal de nieuwe regeering natuurlijk
weigeren de leeningen te betalen, welke be
stemd waren voor spoorwegen, die nu buiten
de Russische grenzen liggen voor den aanleg
van havens, die nu in het bezit zijn van de
nieuwe staten enz. De schuldeischers zullen
dan middelen moeten zoeken om van deze
staten die schulden te innen. Van de restee-
rende schulden zal de nieuwe regeering een
bepaalde reductie verlangen, omdat Rusland
de volle 100 pCt. zelfs vóór den oorlog niet
in staat was te betalen, laat staan na den
oorlog, de revolutie, den burgeroorlog en
het bolsjewistische wanbeheer. Het percenta
ge, dat Rusland zou kunnen en willen beta
len, zal afhangen van den economischen toe
stand des lands, van den graad van uitput
ting, waarin de bolsjewiki het land zullen
achterlaten en andere omstandigheden. In de
gunstigste omstandigheden worden het 25-
35 pCt. Waarschijnlijk echter wat minder.
Tot de betaling van deze schulden zal Rus
land waarschijnlijk alleen dan kunnen over
gaan, wanneer het buitenland het land een
nieuwe leening verschaft om den ontredden-
de boel weer eenigzins in orde te brengen
L'e nieuwe regeering zal de schatkist leeg
vinden. De bolsjewistische leiders zullen bij
tijds groore bedragen voor zich zelf en hun
heipers in veiligheid brengen. De goudvoor
raden van de staatsbank zullen geheel uitge
put zijn. De bolsjewiki verkoopen nu veel
goud aan het buitenland, telkens komen be
richten over groote transporten goud, uit
Moskou naar Berlijn en andere steden ge
zonden De metaaldekking van de bankbil
jetten bestaat dan ook grootendeels nu reed3
slechts cp papier De valuta zal dus gesta
biliseerd moeten worden en daarvoor zal Rus
rnd jinieuw beroep moeten doen op het bui
tenland.
Het Westen zal die sommen moeten ver
strekken, omdat anders van geen stabilisatie
sprake zal kunnen zijn en dus ook van geen
betaling van de oude schulden. Maar de be-
leggers, die deze gelden zullen moeten ver
schaffen, zullen wat meer inzicht moeten
ioonen en eischen, dat de geldschieters toe
zicht houden op de wijze, waarop de nieuwe
regeering het geleende geld bestreedt. Hoe
pijnlijk dat voor den nationalen trots van het
Russische volk ook moge zijn, het zal zich in
deze controle moeten schikken. Verschillende
Russische politici begrijpen dat en zijn be
reid zich aan het onvermijdelijke te onder
werpen. Onder goede leiding kunnen de
staatsbedrijven van Rusland voldoende ga
rantie voor de veiligheid van het geleende
geld opleveren, mits die leeningen binnen be
paalde grenzen blijven en het geld alleen
voor economische reconstructie gebruikt
wordt en niet voor politieke avonturen.
Dat zijn de perspectieven, ingeval de om
verwerping van het tegenwoordige regime
plaats zal vinden met een minimum van ont
reddering (dus door een „paleis-revolutie" of
iets dergelijks). Blijft dat echter weg en is
een nieuwe revolutie noodig om de bolsjewiki
te verdrijven, dan zijn de vooruitzichten zoo
wel voor Rusland als voor zijn schuldeischers
zeer slecht.
Dr. BOR1S RAPTSCHINSKY.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol
gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd
op 15, 16, 17, 18 en 19 Maart 1931: kinder-
taschje, rijwielbelastingmerk in étui, overjas.
en een bril.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen
de ingezeténen, onderstaande voorwerpen,
als gevonden aangegeven op 15, 16, 17, 18
en 19 Maart 1931: prentenboek, P Bierman,
Hoofdstraat 1; armbandhorloge, P. Blan-
kendaal, Eikelentergstraat 76; kop van een
rijtuiglantaarn, W. Purmer, Nieuwesloot
31a; nummerplaat van motorrijtuig, W,
Heiligenberg, brugwachter Vlotbrug; rijwiel
belastingmerk in étui, K. Duinenveld, Oudor-
perdijkje 39; rozenkrans, G Helder, Achter
weg 41portemonnaie, J. Brasser, Oude
gracht 180; horlogeketting, S. van Straalen,
2e Landdwarsstraat 9; broche, G. de Haan,
Clarissenbuurt 29knipmes. M. Smorenberg,
Schoutenstraat 15; kunstgebit, Stadsreini
ging, Zeglis; rijwielbelastingmerk, G. Th. de
Jong, Tienenwal 1insigne. J. Engelsman,
Druivenlaan 53; bril in étui, J. de Cocq vao
Delwijnen, Heul 13; bril in étui, P. J. Hoorn,
Stuartstraat 1beertje, V. Dingerdis, p. a. de
Lange, Groot Nieuwland 4; portemonnaie
met inhoud, M. E. de Looze, R. Visschers-
straat 12; heerenhoed, W. van Stam, Kenne-
merstraatweg 36; stofjas, J. Wijnker, Zeglis
83; rozenkrans, E. de Wild, Heilooërdijk 4;
shawl, V. Keijser. St. Annastraat 5; kinder
handschoen, N. van Twuijven, Achterom 13
en damesportemonnaie met inhoud, A. L.
Bellekom, Torenburg 7.
Wanneer men weder in het bezit is van het
verloren voorwerp, wordt men verzocht hier
van kennis te geven aan het Bureau van
politie.
PUDDINöFABR-ötl7*/>aMiC-GR0NINCiEN
RaadseEhoekje
Oplossingen der raadsels nit het
vorige nummer.
Voor grootereh.
1. Boterbloem, Rotte, boor, moet, lor,
bot.
2.
w
A
N
O
i
A
K
E
R
N
E
R
O
0
K
O
T
3. Een hansworst. Hans, worst.
4. Eik, kei.
Voor kleineren.
1. Hark, hart, hars, harp.
2. Hij had Klaas terloops zijn besluit
medegedeeld. (aster).
Als ik zoo ver ben afgedwaald, moet
ik vlug terugloopen. (verbena).
Heeft Oom Jan je reis heelemaal of
ha'f betaald? (anjer).
Wat een aardig plan! Ik denk wel,
dat Hans er ingenomen mee zal
zijn. (sering).
3. Hal (m), ma (an) (halma).
4. K in D kind.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Als 1 een klinker is, 2, 3, 4, 5 een
voorwerp om iets in te dragen of
te bewaren, 6, 7 een maat en 8, 9,
10,11,12 een lekkernij, welk gebak
is dan een 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10,
11, 12?
2. Een woord van juist tien letters
Noemt aen heel nuttig ding,
Dat ik mij eerst aanschafte,
Voor 'k ei'ran koken ging.
Verander d' eerste letter,
Zoodat je krijgt een man,
Een armen, dien men buiten
Gewoonlijk vinden kan.
3. Welke zeeheld is nooit zoet geweest?
4. Ik doe mijn plicht de locomotief,
maar als ik onthoofd wordt, ver
richt ik in elke huishouding goede
diensten, ja, ben ik zelfs onmis
baar.
Voor kleineren.
1. Op de zigzag-kruisjeslijn komt de
naam van een plaats in Friesland.
X lo rij een huisdier.
X 2o stroomend water.
X 3o een roofvogel.
X 4o een ander woord vool
X vreemd, zonderling.
X 5o een deel van je voet.
X 60 een meisjesnaam.
X 7o een kleedingstuk.
X 80 een voedzame drank
X 9o een sappige vrucht.
IO00 een jongensnaam.
2. Welke vorst kent geen warme be
langstelling voor de menschen?
3. Ik ben een heel klein diertje,
Maar ijverig van zin.
In 't weven ben ik knap en
Mijn naam? Wel die is
4. Wat loop* precies even hard als d«
vlugste hardlooper?
(Nadruk verboden).