IHiïiinstlt Conrmt.
DE PAGODE
nindird drie ir dertigste Jaargang.
Londensch aanteekenboek
t-KlllLLETON.
Gemeenteraden.
en.
Kinderkleeding
Landbouw en Veeteelt
(Wordt vervolgd).^
Ne. 69
1931
Maandag 23 Maart.
Radioprogramma
Dinsdag 24 Maart.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend A.V.R.O.)
89.50 Gramofoonpl. 10.10.15 Morgen
wijding. 10.30—12.— Concert door het
A.V.R.O.-kwintet o 1. v. F. Lupgens. 12.15
1.Concert door het A.V.R.O.-strijkseptet
o 1. v. L. Schmidt. Mevr. J. v. Heusden—
Aldag, zang. P. Palla, orgel. 1.—1.20 Gra
mofoonplaten. 1.20—1.30 Zang door Mevr.
J v. Heusden—Aldag. Vleugel: Egb. Veen.
I.30—1.50 Gramofoonpl. 2.2g—3.— Ka
mermuziek. Concertgebouw-Trio. 3.-4
Knipcursus. 4.4.30 Loetafoon-programma.
4 305.40 Kinderuurtje. 5.306.— Con
cert Kovacs Lajos met orkest. 6.—6.20 A. v.
Sanuten: „De Leipziger Messe". 6.20—7.—
Kovacs Lajos met orkest. 7.—7.30 Eng. les
Fred Fry. 7.458.05 Lezing door C. W. H.
Baard. 8 05—8.35 Kamermuziek Garay-
strijkkwartet. 8.35—9.30 Concert door het
Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 9.3010.
Ed. Verkade: „Fragment uit „De groote
reis" van Sheriff. 10.Vaz Dias 10 15
II.Concert Omroeporkest o. 1. v. N. Treep.
11 12.Gramofoonplaten.
Huizen, 298 M. (Uitsluitend K R O.)
8.9.15 Gramofoonplaten. 10.11.30 Gra
mofoonplaten. 11.30—12.Godsd causerie
door Pastoor Perquin. 12.1.30 Concert
door het K. R. O. Trio o. I. v. P. Lustenhou-
wer. 1.30—2.Gramofoonplaten. 2.3.
Vrouwenuurtje. 3.3.30 Knipcursus 4.
6.30 Gramofoonpl. 6.306.45 Verbonds-
kwartiertje. 6.457.15 Schriftverbeterings
cursus. 7.157.45 Pastoor v. Beukering:
„Palm-Zondag". 7.458.Gramofoonpla
ten. 8.—9.30 Lijdensmeditatie door Pastoor
H. A. Bots. Met medewerking van het R.K.
Zangkoor A. M. D. G. o. 1. v P. Raven-
sloot. Cor van Steyn, orgel. 9.30—9.40 Vaz
Dias. 9.4012.Concert door het K. R. O.-
Salon-orkest o. 1. v. M. van 't Woud.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12 20 Orgelspel door E.
O'Henry. 1.20 Orkestconcert. 2.15 Televisie.
2 25 Voor scholen. 4.50 Orkestconcert. 5.35
Kinderuurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Berichten;
7.— Zang doorjoan Coxon. 7.20 Lezing.
7.45 Lezing. 8.05 Concert. Orkest, Helen
Alston, zang. M de Pietro, mandoline). 8.20
8.50 Lezing. Daarna: Vervolg concert.
9 20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing.
10.Concert. Eda Kersey, viool. Sybil
Crawley, sopraan. 11.—12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 Gramofoonpl. 1.25
Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.20
„Othello" Opera van G. Verdi.
Langenberg, 473 M. 6.207 20 Gramo
foonplaten. 9.35—10.05 Gramofoonpl. 12.25
1.50 Orkestconcert. 4.205.20 Concert
Orkest en tenor. 6.50 „Matthüs Passion"
van Joh Seb. Bach.
Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Orkest
concert. 2.20—4.20 Orkestconcert en zang
4.20—4 50 Kinderuurtje. 7.20—9.35 „Die
schone Helena". Operette van Jacq. Qffen-
bach. 9.5011.20 Her-uitz. van buitenl.
stations.
Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508.5 M.: 5.20
Gramofoonplaten. 7.20 Gramofoonpl. 7.50
Gramofoonpl. 8.20 Orkestconcert en cau
serie. 338.2 M.; 5.20 Orkestconcert. 6.05
Giamofoonpl. 7.20 Gramofoonpl. 7.50 Gra
mofoonplaten 8.20 Concert Orkest en solis
ten.
Zeesen, 1635 M. 5.4011.50 Voordrach
ten. 11.5012-15 Gramofoonpl. 12.151.20
Berichten. 1.202 20 Gramofoonpl. 2.20—
3.50 Lezingen. 3.504.50 Concert. 4.50
7.20 Lezingen. 7.20 Concert. 7 55 Tweede
acte van „Rosenkavalier". R. Strausz. 8 55
Hermann Stehr spreekt. 9.359.55 Berich
ten en lezingen en daarna tot 1.20 Dansmu
ziek.
Van onzen Londenschen Correspondent.
Toenemend vergrijp aan andermans
goed.
Het aantal inbraken in Londen en
omgeving is de laatste jaren onrustba
rend toegenomen. Men zoekt naar oor
zaken en verklaringen en vindt er ver
scheidene De automobiel is voor den
man, die het verschil tusschen mijn en
dijn veronachtzaamt, een hulpmiddel
Door MARJOR1E BüWEN.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door C. E. GUYE.
Het was dus niet geheel en al verbeelding
geweest toen zij zich had gezien, hier wan
delende met een minnaar; dat was zijn be-
teekenis, daarom was hij zoo levendig, ver
anderde hij zoo de omgeving voor haar; hij
was een minnaar.
Ja, kom alsjeblieft, zeide zij. Ik zie
hier heel weinig menschen ik zou graag
willen dat u een van die weinigen waart.
Zij lachte hem ernstig toe; zij hoorde niet
zijn beleefd antwoord, want haar gedachte
was: Ik zal dien brief schrijven als
deze man mij kan liefhebben dan is er
kans.
Op dit oogenblik was Magnus Farryner
voor haar eenvoudig de man, die haar had
getoond, dat zij nog bemind kon worden.
Zij zetten hun wandeling voort onder den
gesnoeiden wingerd en babbelden losjes
over de geschiedenis van Ruzé de Belle
garde.
HOOFDSTUK IV.
Madame de Bellegarde had haar brief
aan Timothy Carless afgezonden; de be
woordingen waren zoo vormelijk mogelijk,
behalve misschien de laatste zin, waarin
®en een dubbele beteekenis kon lezen.
«De zomer nadert zijn einde kom vóór
van onschatbare waarde. Hij gaat er
mee op avontuur, vaak midden op den
dag. Zijn doel is een huis of meer huizen
in een vaflh de nieuwe voorsteden, die
zoo vaak bewoond worden door kinder-
looze echtparen, die overdag in de City
o: het West End werken. Het voor den
dag onbewoonde huis wordt gemakke-
lijk een prooi voor den inbreker, te meer
daar de politie van de metropool met
haar wijder zeb^ed in getalsterkte verre
onvoldoende is om op alle buurten een
goed oog te houden. Een der meest
ve-maarde rechters van Londen heeft
dezer dagen verklaard dat de beroeps-
inbreker zijn slag kan slaan in betrek
kelijke veiligheid voor zijn ignobele
persoon omdat de aandacht van de poli
tie die als gezegd seliaarsch moet zijn
over zuik een uitgestrekt woongebied
bovendien wordt afgeleid in de vervul
ling van allerlei beuzelachtige diensten,
als b v. die voor het verkeer en toezicht
op inachtneming van de motorwetten.
Daarbij is de „cracksman" zooals men
den modernen Bill Sikes noemt zoo
veel handiger, zooveel bekwamer, zoo
veel „technischer" dan de Bill Sikes uit
den tijd van Dickens. Aan zulke feiten
moet worden toegeschreven dat massa's
vergrijpen aan anderman„ goed onge
straft blijven. De rechter kon vaststel
len, dat vergrijpen en misdaden met
geweldpleging niet waren toegenomen,
hetgeen in zekeren zin een troost is.
Maar inbraak, oplichting, zakkenrollerij
en „smash and grab"-roof kwamen veel
meer voor dan vroeger. Zoo lijf en leden
van burgers en burgeressen in deze
dagen al minder gevaar liepen te wor
den verstoord, gewond of beschadigd,
have en goed dier burgers en burgeres
sen waren minder veilig dan ooit. De
rechter vond gelegenheid opmerkingen
te maken gedurende een strafzaak,
waarbij aan het slot een arbeider, die
inbreker was geworden, tot vier jaar
gevangenisstraf met dwangarbeid werd
veroordeeld. De rechter geloofde niet
meer aan lichte straffen voor zulke
vergrijpen. Zulke lichte straffen werden
zoo vaak opgelegd in de hoop dat de
delinquent zijn leven zou verbeteren
Van zulke zegenrijke gevolgen bleek
weinig. Daarom moest maar eens een
voorbeeld worden gesteld Het resultaat
van lichte straffen was dat het publiek
in het geheel geen bescherming kreeg.
In de moderne rechtspraktijk scheen er
veel meer sympathie te zijn voor den
misdadiger dan voor zijn slachtoffer.
Dc aristocraat in de keuken.
Een zoon van een Lord Dynever heeft
ee baantje gekregen in de keuken van
een hotel in het West End van Londen.
De jongen heeft in Eton school gegaan.
Dit feit zegt den lezer misschien niet
veel. Maar voor een Engelsch man betee-
kent het dat deze lordszoon, dank zij de
opleiding in deze meest aristocratische
van alle aristrocratische kostscholen in
Engeland, voor de rest van zijn leven
onmiskenbaar den stempel der gen tl e-
mans zal dragen. Dat hij nu negen uur
per dag in nederigheid zwoegt in een
hotel-keuken, er vaatwerk wascht en er
den kok lepels en messen aanreikt, is
een teeken des tijds. yele edellieden in
Groot-Brittannië hebben hun fortuinen
verloren of er slechts schamele resten
van overgehouden. Successierechten
hebben oude familiekapitalen gedeci
meerd. Vele lords moeten zelf de hand
aan den ploeg slaan. En het moet wor
den gezegd dat zij niet aarzelen en dat
zij met waarlijk nobele doortastendheid
en prijzenswaardig aanpassingsvermo
gen hun eigenu brood zoeken te verdie
nen. Daarom toonde de zoon van Lord
Dynever zich verbaasd toer een verslag
gever hem op kwam zoeken in de keu
ken. Er was toch, vond hij, waarlijk
geen „news story" in het feit dat hij zijn
eigen kost verdiende. Hij was niet de
eenige lordszoon, maar slechts een van
velen, die de handen uit de mouwen
moest steken. Velen van zijn soortgenoo-
ten zaten op een kantoorkruk. Maar hij
vond dat geen prettigen zetel Hij had
graag naar de films gegaan. Maar al
weer prijzenswaardige zelfkennis had
hem doen vreezen dat hij daar niet zou
slagen omdat hij geen hoogen dunk had
van de aantrekkelijkheid van zijn ge
zicht en van de „talkie"-waarde van
zijn stem. Daarom had hij tenslotte het
hotel- en restaurantbedrijf gekozen,
waar hij begon van onder-af, met het
wasschen van vaatwerk en het bieden
die geheel voorbij is".
Zij zond dien belangrijken brief naar één
van zijn Londensche clubs, die hij zeer
waarschijnlijk steeds bezocht. Timothy
Carless, op zijn acht en twintigste jaar een
der directeuren van de beroemde firma van
zijn vader, moest dikwijls in Londen zijn;
waar hij ook was, de brief moest hem, vroe
ger of later, bereiken, maar misschien niet
vóórdat deze laatste eenzame dagen van
zonneweelde voorbij waren.
Een vraag van moed, had miss Stalling
gezegd. Welnu, zij had den moed gehad de
ze zaak te beproeven.
Zij was naar Amboise gereden met den
brief in haar met brokaat versierde tasch
en postte hem zelf in het stille kleine post
kantoortje, luisterde naar het geluid dat de
brief maakte toen hij uit haar hand viel en
keerde terug door dat gouden landschap
met zonneschijn, dat zulk een pakkende
schoonheid had.
Toen de wagen.de rivier kruiste, wendde
zij zich om achteruit te zien, zooals zij hier
altijd omkeek, naar het kasteel van Am
boise, dat oprees boven de stad en de Loi-
re, en indrukwekkend uitstak tegen de hel
dere lucht, en toen zij dit deed, zag zij mr.
Farryner aan de leuning op de borstwering,
naar beneden ziende naar 't snelle, ondiepe,
heldere water; dit was slechts 't beeld van
een oogenblik, want de wagen ging snel
verder langs den weg naar Ruzè de Belle
garde, en ofschoon zij voortging achterom
te zien kon zij niets anders onderscheiden
dan de vervallen,- oude huizen, bijeenge-
drongen onder de overheersching van het
kasteel op den rechter oever en de Tour
Hurtault, welke uitzag op haar eigen huis
van de behulpzame hand aan de kunste
naars van het fornuis. Straks hoopte hij
ook de hooge muts te dragen als teeken
van waardigheid en vaardigheid in de
kunst van koken. En wie weet zou hij
later niet zijr» eigen hotel hebben; dan
zou hem de kennis, die hij thans bezig
was te vergaren, maar wat goed te
stade komen. Het idee dat het'baantje
hem onwaardig zou zijn omdat hij een
zoon van een Lord en een „Etonian"
was wees hij met een beslissend ge
baar van de hand. Het schillen van
aardappelen, het doppen van erwten,"
het versnijden van wortelen in den wa
ren West End-stijl eischte leering en
bijzondere vaardigheid. Dat zal men
niet kunnen tegenspreken.
Chaplin de „uitzuiger".
De laatste weken hebben wij veel, te
veel, gehoord van Chaplin „den film-
dichter", „den bewonderenswaardigen
zwijger", „den grootsten filmclown van
de wereld", „den vriend der kinderen
„den kleinen, bescheiden, grooten man"
en wat niet meer. Hij heeft hier
nauwelijks zijn voeten gelicht of hij
wordt ons voorgesteld als een uitzuiger,
althans als een hard zakenman, die het
er op aanlegt zooveel mogelijk geld uit
Engeland w eg te zuigen, door middel
van zijn nieuwen film „City Lights".
Een van de grootste ondernemingen in
Engeland voor de exploitatie van bios
copen, de Gaumont Corporation, die te-
naastenbij 320 bioscopen in Londen en
in de provincie bezit, heeft geweigerd
„City Lights" te huren. Het verlies, dat
de filmkomediant daardoor lijdt, wordt
geschat op 100.000 pond sterling. Maar
zijn vertegenwoordigers hier zeggen dat
dn niet waar is, dat zij onverschillig
zijn voor de houding van de Gaumont-
firma en dat er een overvloed van bios
copen in Engeland overblijft, waar men
de film op de door Chaplin gestelde
vcorwaarden zal willen vertoonen. Hoe
dat zij, men heeft nu de bom toch
gebarsten is maar eens een boekje
opengedaan over dc eischen, die Chaplin
verbindt aan de voorwaarden voor de
vertooning van de film. De Gaiimont-
firma bood Chaplin een derde van de
ontvangsten aan. Maar Chaplin wilde
de helft hebben. En bovendien eischte
hij, dat de film niet beschikbaar zou
komen voor naburge cinema's. De op
vatting bij de bioscoop-exploitanten in
het land is, dat de Gaumont-firma er
goed aan heeft gedaan pal te staan. In
dien zij het niet had gedaan zou Cha
plin met het bioscoopbedrijf in Groot-
Brittannië hebben kunnen doen wat hij
wilde en zou hij in totaal uit Engeland
alleen wel 300.900 pd. st. voor zijn City
Lights hebben gekregen. Men vindt, dat
Chaplin al meer dan genoeg aan Enge
land heeft verdiend. Hij heeft nu twintig
jaar in Californië gewoond en heeft
nooit aandacht geschonken aan verzoe
ken van de Britsche filmindustrie om
eens een van zijn films in dit land té
maken en aldus het bedrijf hier te steu
nen Hier was vond men nu eens een
goede gelegenheid zich te verzetten
tegen de methoden van uitbuiting van
de Amerikaansche filmindustrie in het
algemeen. Die industrie onttrekt aan
Groot Brittannië elk jaar niet minder
dan 12.000.000 pd. st. en zij stelt steeds
hoogere eischen, waaraan niet meer kan
worden voldaan, zoodat Amerikaansch
kapitaal langzamerhand de bioscopen
van dit land inpalmt. De Britten
koesteren nu de hoop, dat dit verzet van
de Gaumont-firma tegen Chaplin zal
leiden tot een algemeene verlaging van
de voorwaarden, waaronder Amerikaan
sche ondernemers hun films in Enge
land afzetten, voorwaarden die klaar
blijkelijk aan de Amerikaansche trans
acties het karakter verleenen van „af
zetten" in een andere beteekenis.
uv"v:'d3n00lt
AMSTERDAM
Nieuwendijk 225-229.
UTRECHT
Oude Gracht 151.
in de vallei van de Amasse.
Mr. Farryner was de directe oorzaak ge
weest dat zij dien brief had verzonden, de
directe prikkel van haar moed; de weten
schap, dat hij haar lief had, had het geheele
uitzicht van haar leven veranderd, den hee-
len loop van haar handelingen, en toch had
zij hemzelf gedurende de laatste paar dagen
geheel vergeten.
Zijn aanblik riep dit verzuim in haar
geest terug met een schok van schaamte.
Hij was nog in Amboise, hij had nog hoop
had zij hem zelf niet hoop gegeven?
Zij had hem gevraagd terug te komen op
Ruzè de Bellegarde.
Zij had hem aangemoedigd, ja, hij zou
denken dat zij dit gedaan had; en zij was
zoo opgegaan in haar eigen hartstocht, dat
zij daaraan tevoren nooit gedacht had.
Haar gedachten joegen zoo voort als de
lachende landouwen voorbij de vensters
van haar wagen vlogen.
De man is geen kwajongen of een gek.
Ik behoorde eerlijk met hem te zijn, ik be
hoorde hem op de hoogte te brengen, het
geheel duidelijk te maken.
En toen was deze talentvolle, ervaren
vrouw, zoo verfijnd en bedreven in wereld-
sche zaken, benieuwd hoe andere vrouwen
met liefde handelden.
Haar koud huwelijk had haar gekluisterd
gehouden; zij geloofde dat mannen haar
hadden bewonderd, zelfs hadden liefgehad,
hier en daar, maar geen hunner had haar
dit ooit verteld; zij kon zich zelfs niet her
inneren of haar echtgenoot haar dit ooit
had verteld. Zij was heel jong getrouwd
en er was heel vormelijk naar haar hand
gedongen, en een eigenschap in haar, die zij
BROEK OP LANGENDIJK.
Vrijdagmiddag half vier vergaderde de
raad dezer gemeente onder, voorzitteischap
van den heer P. Slot, burgemeester.
De voorzitter opende de vergadering met
een woord van welkom en ging voor in ge
bed. Spr. deelde daarna mede, dat bericht
van verhindering is ingekomen van de hee-
ren Snoek en weth. Glas, de laatste wegens
ziekte.
Ingekomen stukken.
Van Gedeputeerde Staten verschillende goed
keuringen, alsmede een dankbetuiging voor
de gezamenlijk met andere gemeenten ge
schonken bank voor het Provinciehuis.
De voorzitter deelde mede, dat aan 46
tuinders crediet is verleend tot een totaal
bedrag van 29935. De gemeente is gerant
voor 30 pCt. of 8980.50.
Van den inspecteur der directe belastingen
was een opgave ontvangen van kwade pos
ten. Voor de personeele belasting bedroegen
deze over het jaar 1930 48.75, over 1929
124.11, over 1928 88 14; voor de ge
meentelijke inkomstenbelasting over 1930
1931 49.20. over 1929—1930 923.02,
over 19281929 69.30; voor de grondbe
lasting over 1930 0.04.
De vereen, tot bestrijding der tuberculose
zond het jaarverslag over 1930.
Van de gemeente Alkmaar was ingekomen
de begrooting van den keuringsdienst voor
waren.
Van de Nederl. Spoorwegen de rekening
over 1930, met bericht, dat de gegarandeerde
opbrengst verminderd wordt tot 4507.06.
Van de bewoners van het pad Jaarsma,
Pasterkamp, dankbetuiging voor de aange
brachte verlichting.
Aanwezig was de rekening van den keu
ringsdienst voor vee en vleesch, kring Oud
karspel. Deze sloot met een batig saldo van
175.80, zoodat de uitkeering aan deze ge
meente 35.16 bedraagt.
Van de Woningbouvvvereeniging dc ex
ploitatierekening over 1930, met een eindcij
fer van 7638.91, terwijl van den minister
van arbeid een schrijven is ingekomen, dat
de uitkeering uit 's Rijks schatkist voor de
woningbouwvereeniging is bepaald op
2741.48.
Van den minister van Onderwijs bericht,
dat het voorschot over 1931 6280 bedraagt
af voor pensioen 530, zoodat een bedrag
van 5750 kan worden uitgekeerd.
Bovenstaande stukken werden voor kennis
geving aangenomen.
B. en W. stelden voor adhaesie te betui
gen aan het bekende adres van de gemeente
Arnemuiden. Aldus werd besloten.
Van de Centrale Ziekenhuiscommissie
was een verzoek ingekomen om in de kosten
te willen bijdragen voor het aanstellen van
agenten enz. Een subsidie werd gevraagd
van 1/4 cent per inwoner. Voor deze gemeen
te dus een bedrag van 6.
Werd op voorstel van B. en W. toege
staan.
Enkele inwoners verzochten om een rio-
leering aan te leggen in het looppad naast
het huis van den heer P. Weder, daar het
water steeds over het pad loopt.
Op voorstel van den voorzitter werd het
verzoek in handen van B en W. gesteld.
Van de begrafenisvereeniging „De Laatste
Eer" een verzoek om voor de Ned. Herv.
kerk een verkeerspad aan te leggen. Dit om
bij een begrafenis den toeloop van nieuws
gierigen tegen te houden, zoodat de begrafe
nissen ordelijk verlpopen.
B. en W. adviseerden afwijzend op dit
adres te beschikken.
De toeloop van nieuwsgierigen, die hij
liever belangstellenden noemt, is volgens
den voorzitter niet hinderlijk en bij een be
grafenis is er altijd orde en toezicht.
De voorzitter merkte merkte tevens op,
dat het onmogelijk is een pad te maken,
daar het terrein dan zou moeten worden af
gegraven, terwijl het dan toch voor een
groote begrafenis te klein zou zijn.
De heer Kamp merkte op, dat het 'terrein
voor de kerk geen gemeentegrond is. Moe
ten adressanten niet bij de kerk aanklop
pen? Spr. was er voor, dat het pad wordt
gemaakt.
Op het verzoek werd afwijzend beschikt.
De voorzitter deelde mede, dat de kostqn
veroorzaak^door het uitzenden van werk-
zelf niet kon noemen, had haar voor liefde
onverschillig gehouden, totdat zij Timothy
Carless had ontmoet en zelfs toen had zij
het geval behandeld op een vage wijze, met
overdreven kieschh^id, droomerig; hoeveel
vrouwen onder haar bekenden zouden hem
hebben laten gaan zonder dat hij zich ver
klaard had?
En nu deed zij hét weer, liet toe dat haar
verhouding tot dien anderen man onbe
paald werd, zooals zij met een droevige
glimlach tot zichzelf zeide, zooals miss
Stalling zich kon hebben gedragen, met dit
verschil dat in haar die onschuld tot dom
heid werd.
Ik behoor te weten hoe hierin te hap-
delen ik moet hierin handelen
De witte torens van Ruzè de Bellegarde
waren in 't zicht langs de lange, witte we
gen.
Madame de Bellegarde liet den wagen
stilhouden.
Wil je alsjeblieft naar Amboise terug-
keeren? Het „Cheval Blanc", het hotel op
den rechteroever
Zij voelde zich zenuwachtig en zelfs
zwak: de inspanning dien brief te schrijven,
hem te verzenden en nu de inspanning mr.
Farryner te ontmoeten, te bedenken wat zij
hem moest zeggen, veroorzaakten een op
winding, die zij moeilijk kon beheerschen,
en dan trof de ironie van het geval haar zin
voor humor.
Zij lachte in zichzelf toen de wagen over
de brug gleed, welke de twee armen der
Loire kruiste, waar zij hem had gezien, en
zij aanschouwde wéder de voorzijde der
stad, de oude huizen op een hoopje op de
kade, het hoog gebouwde kasteel en den
loozen naar de Zuiderzeewerken, tot heden
160.1854 hebben bedragen.
De heer Kamp vroeg of het bedoeling H
dat het zoo doorgaat.
De voorzitter antwoordde, dat, warmeer
hier volop werk is te krijgen en de werklie
den toch «aar de Zuiderzeewerken gaan, de
uitkeering ophoudt.
Van de vereeniging „Het Witte Kruis
afd. Langendijk, was het verzoek ingekomen
om een verhoogde subsidie van 0.10 per
inwoner.
Werd op advies van B. en W. toegestaan.
B en W. stelden voor een reductie van
20 pCt. te verleenen op de pachtprijzen over
1930.
Aan huur moet worden ontvangen
559.15, zoodat de reductie 111.83 aan d<
gemeente kost.
De heer Koedijk vond de reductie van 20
pCt. maar matig, anderen geven 40 pCt.
Op een vraag van den heer Zuijdam, aan
welke personen het land wordt verhuurd,
antwoordde de voorzitter, dat het allemaal
menschen van eenvoudigen huize zijn.
Enkele wijzigingen der begrooting voor
1931 werden goedgekeurd.
Samenstelling stembureaux.
Op voorstel van B. en W. werden de vol
gende stembureaux benoemd:
Hoofdstembureauburgemeester, ambts
halve vooratter, de heeren A. Glas, C.
Ooijevaar, J. Koedijk, J. Smak, ledenplaats
vervangers de heeren Kamp en Zuijdam.
Stembureau 1: burgemeester, ambtshalve
voorzitter, de heeren A. Glas en J. Smak,
leden; plaatsvervangers de heeren W. Dirk-
maat en W. Glas Azn.
Stembureau 2, de heer C. Oijevaar, voor
zitter; de heeren Koedijk en Kamp, leden;
plaatsvervangers de heeren Schelkaas en
Zuijdam.
De verkiezingen voor Prov. Staten zullen
den 22en April worden gehouden. Voor den
gemeenteraad op 24 Juni.
Als lid van het Burg. Armbestuur werd de
aftredende, de heer C. Kostelijk, met alge
meene stemmen herkozen.
Rondvraag.
De heer Zuijdam vroeg naar de uitdieping
van het vaarwater achter bakker De Gier.
Het is dezer dagen gebeurd, dat een motor
er met de lier over moest worden getrok
ken.
De voorzitter antwoordde, dat hierin zal
worden voorzien in de eerstvolgende maan
den.
Ook vroeg de heer Zuijdam of het terrein
voor lichamelijke oefeningen niet kon wor
den gebruikt, om de kinderen er op te laten
spelen, zoodat ze van den weg af geraken.
De voorzitter antwoordde, dat het in de
bedoeling ligt het terrein in orde te laten
maken en dat het misschien wel voor het
door den heer Zuijdam genoemde doel zal
worden gebruikt.
De heer Koedijk vond het niet op den weg
van het gemeentebestuur liggend, een ter
rein te zoeken voor de voetballende jeugd.
De heer Zuijdam: Daar we het terrein
toch hebben, kunnen we het gebruiken ook.
De heer Kamp zeide, dat er bij brand niet
voldoende melding wordt gemaakt door het
dorp.
De voorzitter antwoordde, dat er wel
brand is geroepen langs een gedeelte van
het dorp. Ook heeft de klok geklept. Het ge
vaar was binnen een half uur reeds gewe
ken. Bakker Vreeken komt wel een woord
van dank toe voor zijn kranig optreden.
Aan hem is het te danken, dat het vuur
zoo spoedig bedwongen was.
Hierna sluiting.
WIERINGERWAARD.
Vergadering van de Rundveefokvereeni
ging Wieringerwaard op Donderdagavond
in het lokaal van den heer v. d. Woude.
Voorzitter de heer Jb. Kaan Kz., secr. de
heer A. Keesman.
Naar aanleiding der notulen zeide de
heer Groneman geen schrijven gezonden te
hebben naar de Prov. Reg. Comm. over de
door een Commissie te geven letter als bij
voeging onder afstamming der ter centrale
keuring aangevoerde stieren.
In antwoord op een vraag van den heer
R. L. Waiboer zeide de voorzitter dat er
hoogstwaarschijnlijk een specificatie zal
komen voor afstamming en productie.
De rekening van den penningmeester, na
gezien door de heeren R. L. Waiboer en
Alb. Kaan werd in orde bevonden. Eerst
genoemde deelde mede dat de ontvangsten
hebben bedragen 1662.50, de uitgaven
toren Hurtault.
Het „Cheval Blanc" was liefelijk gelegen
aan de kade Charles Guinot; het was een
klein hotel, dat eerder den naam van her
berg verdiende en het had een zindelijk,
fonkelend en feestelijk aanzien.
Het liep tegen den middag en verscheide
ne menschen gingen de open deur van het
nette huis binnen; anderen hingen over de
leuning van de kade en keken naar de
zwarte baggermachines, welke in de rivier
aan het werk waren, en de sierlijke groepen
van boomen, die langzaam heen en weer
wiegden in het flauwe koeltje op het eiland
St. Jan.
Madame de Bellegarde wachtte in haar
wagen, terwijl de chauffeur naar mr. Far
ryner vroeg. Zij merkte de karren en man
den op, volgestapeld met trossen druiven
en meloenen, peren en vijgen, die langzaam
voorbijtrokken, herfstvruchten, overrijp,
geurig.
Madame de Bellegarde was zich bewust,
dat zij zelf deel uitmaakte van die langza
me, zoete herfstvertooning, van haar liefde
voor den man, die niet hier was en de lief
de van den man, die hier was, voor haar,
ook als deel daarvan; haar eigen persoon
lijke gevoelens schenen gedompeld te zijn
in die harmonie van haar omgeving, sche
nen niet belangrijker te zijn dan de helde
re, breede, zilveren rivier, het teere eiland
met de kronen van hooge boomen, het
vriendelijke uitspansel daarboven, den oprij-
zenden gevel van het „Logis du Roi", en dit
gouden stof van zonnekhijn over alles heen,
dat leek op de viering van een carnaval, van'
een leest, van blijde zorgeloosheid, welke de
droefheid van dreigend verlies verborg.