Mkiimdt CuraiL
Sproeien komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Tooneel
Honderd drie en dertigste Jaargang.
Doiidei'da^: blaart
Amerikaansche notities
Éïannenland
1931.
ffo. 72
(Van onzen New-Yorkschen
correspondent).
VAN DROOGTE EN NATHEID.
Men kan geen krant opnemen of iemand
ontmoeten zonder het onderwerp van den
dag te zien of te hoorenhet Wickersham
rapport. Een bijzonderheid der Amerikaan
sche couranten is hun dageiijksche aanta.
caricaturen, de zoogenaamde „comic's", die
dikwijls een heele pagina beslaan. In overeen
stemming met het oude Chineesche gezegde,
dat een plaatje meer zegt dan een paar hon
derd woorden, gaat de caricatuuTteekenaar
aan den gang, om in een paar halen en krab
bels te onderstreepen wat een artikel van de
redactie heeft probeeren uit te leggen En
aangezien de „zware kost" van een Ameri
kaansche krant allemaal op één enkele pa
gina van de veertig of vijftig staat, die door
heele volksstammen rooit met een blik waar
dig wordt gekeurd, heeft de teekenaar een
dubbel verantwoordelijke taak, duidelijk en
humoristisch te zijn. Door de jaren heen zijn
er van die vaste krabbels ontstaan, die in
New-York en in Francisco ineens begrepen
worden. Een klein miezerig mannetje met een
bril op zijn benepen gezicht, die altijd gevild
wordt wanneer het zijn beurs betreft, is na
tuurlijk Jan Publiek. Oom Sam zelf met sik
en hoogen hoed is een levend voorbeeld van
deze teekenarij. Maar het allervruchtbaarste
onderwerp is nog altijd de nationale Droog
legging. De Volstead Act zelf wordt altijd
afgebeeld als een soort aarspreker met een
zwarte lamfer aan zijn gepluisden hoogen
hoed, te korte garen handschoenen aan en
een vooruitstèkenden neus boven een gewel
dige vierkante onderkin. Noodeloos er bij te
voegen, dat zijn vijanden hem aldus uitdos-
schen: verder is een flesch met etiket, waarop
drie kruisjes of een ton van bier, een zeker
teeken van de nattigheid. Een ander em
bleem van de droogte is de kameel, het schip
der woestijn, dat dagen niet behoeft te drin
ken. De „New-York Times" had j.1 Zondag
een caricatuur, voorstellend mr. Wickers
ham, de voorzitter van de commissie tot on
derzoek van de drooglegging, als de maker
van een schilderij, dat hoogelijk de verbazing
van Oom Sam opwekt. Hef is dan ook de af
beelding van een ton met een bult, hals en
kop van een kameel er aan
Dat is precies wat het groote publiek denkt
van het zoo pas openbaar gemaakte rapport,
waarin alle gruwelijke gevolgen van de
drooglegging de voordeelen daarvan sterk
overtreffen, maar waarvan de hoofdbesluiten
waren om de droge wet te herroepen noch te
wijzigen, maar integendeel nog sterker te
doen voeren. Het is zoo onduidelijk, dat bei
de partijen er zich met het volste recht op
kunnen beroepen en dat doen ook. Van de
elf commissieleden hebben zich vier verklaard
voor een doorvoering van de wet, zooals die
bestaat benevens nog wat straffer aanpak
ken. Maar zeven leden vinden dat het niet
zoo kan blijven en raden een wijziging en
zelfs een algeheele herroeping van de droge
wet aan. Drie zijn voor afschaffing van de
Afschaffing en een van dit trio weigerde
zijn handteekening onder het rapport te zet
ten, omdat dit zich in totaal heel anders uit
liet als de meerderheid der commissie van
meening was. En gruwelijk is nog een zacht
woord, voor wat de commissie in breede la
gen van de maatschappij als directe gevol
gen van de drooglegging heeft aangetrof
fen en dat officieel aan President Hoover en
het Amerikaansche volk meedeelt. Zoodat
dienomtrent niet meer de minste twijfel
voortaan kan bestaan en door geen fanatiek
geheelonthouder ontkend. Het was allerminst
nieuws te noemen, alleen een volkomen
vreemdeling in het Amerikaansche Jeruzalem
verkeert in de gelukkige onwetendheid der
verregaande wantoestanden, die de droogleg
ging op haar geweten heeft. Ik heb het
80.000 woorden lange rapport tweemaal
doorgeworsteld en alle commentaren, zoowel
droog als nat, waarop ik in een week tijd de
hand kon leggen.
De droge commentaren zijn uit den aard
der zaak minder uitgebreid en concreet dan
de natte. De winsten, die de drooglegging in
de afgeloopen tien jaar gemaakt zouden heb
ben, zijn niet zoo duidelijk aan te wijzen als
de schadelijke gevolgen. Bovendien is hef
'heelemaal niet uit te maken of de toegenomen
productie en efficiency, de grootere spaarzin
der bevolking of de vermindering van be-
■drijfsongevatleri in fabrieken alleen of voor
zulk een groot deel aan de nationale geheel
onthouding toe te schrijven zijn. De tijd heeft
inmiddels niet stil gestaan vil ook buiten
Koning Alcohol om heeft bet menschdom
vorderingen gemaakt, die o.a. tot het boven
staande geleid hebben. Om maar een bepaald
punt nader te beschouwenvermindering van
bedrijfsongevallen. Al tijdens den oorlog
kwamen de Amerikaansche werkgevers tot de
conclusie, dat een tevreden en tegen onge
lukken beschermde arbeider beter en langer
rendeerde, dan wanneer hij in sombere en ge
vaarlijke omgeving werkte. Bovendien was
het voordeeliger den man een goed weekloon
te betelen, dan zijn nabestaanden een schade
loosstelling. Maai" aangenomen, dat bet op
doeken van de kroeg meegewerkt heeft tot
een aantal verbeteringen, dan staan daar een
aantal schrikwekkende mistoestanden tegen
over, die volgens velen al een reden zijn om
de droge wet te matigen en volgens de droge
voorstanders deugt die ook al niet in den zin,
dat zij niet streng genoeg is. De Wickersham-
commissie heeft alle direct uit het Achttiende
Amendement voortvloeiende ongerechtig
heden als corruptie en onbetrouwbaarheid in
de betreffende ambtenaarswereld en verre
gaande minachting van het publiek voor de
wet. zonder er doekjes om te winden in het
rapport vermeld. Het rapport wijst in den
breede hoe de vertegenwoordigers der wet.
van rechters tot de federale beambten, belast
met de uitvoering der drooglegging en de
gewoonste douanier of politieagent zoo
vortdurend aan de verleiding van omkooperij.
afpersing, meineed, plichtsverzaking e.d.
ÏÏSwn,?' dat.h.et aantal, dat bezwijkt, on
rustbarend groot is. Het citeert aan de hand
wan cijfers, dat in een jaar tijds een per tien
federale agenten oneervol ontslagen waren.
vtat daar tegen te doen is? Wel betrouw
baar personeel in dienst nemen, antwoordt
het rapport, dat blijkbaar gelooft in Ueber-
menschen in een land, waar de dollar een
aantrekkingskracht bezit, die grenst aan ver-
eenng. De hoeveelheid sterke drank, die door
de lucht, over land en water wordt binnen
gesmokkeld, die clandestien gestookt wordt
of dito onttrokken aan de industrieele alco
hol, om verwerkt te worden voor menschelijk
gebruik, is niet te schatten. Alweer, wat is
daar tegen te doen? Meer en beter perso
neel zegt het rapport. Het is opmerkelijk, dat
de drooge voorstanders in Amerika altijd de
zeer juiste vraag aan de natten voorleggen:
als jullie den toestand niet in den haak vin
den, leg ons dan een beter plan voor. En tot
nog toe zijn de laatsten daar niet in ge
slaagd, want de Canadeesche, Zweedsche,
Finsche en Belgische systemen zijn zelf niet
feilloos, maar het Amerikaansche bezwaar
is, dat van de 48 Vereenigde Staten sommi
gen even hard nat willen zijn als anderen
droog. En dat kan natuurlijk niet in een we
relddeel, dat onderlfng geen grenzen heeft en
waar de drooge Staat, omringd door natte
buren, nog minder dan nu in de gelegenheid
zou zijn den drank buiten de grenzen te hou
den. Om dat te voorkomen werd de droogleg
ging ook destijds in het federaal verhang d.i.
de Grondwet, opgenomen, maar daarmede
bovendien inbreuk gemaakt op de souvereine
rechten van eiken Staat op zichzelf. Het is
een buitengewoon ingewikkelde boel! Nog
eenige aanhalingen uit het rapport: de cij
fers voor alcoholische sterfgevallen en ar
restaties voor dronkenschap zijn hoog en
voortdurend stijgend; de Wickersham-com-
missie verklaart echter, dat dit nog veel er
ger zou zijn, wanneer sterke drank wettelijk
verkrijgbaar was. Dat is natuurlijk zeer goed
mogelijk en wat ik van de Amerikaansche
drinkmethode heb meegemaakt, houd ik mijn
hart vast, dat bier of whiskey hier oöit als
eene ice cream soda te koop zou zijn voor een
fatsoenlijk prijsje en ad lib. Maar het kan
niet ontkend worden, dat de stroomen drank,
die nu door Amerika vloeien, niets anders
dan sterk geconcentreerde whiskey en jenever
zijn, bijna puur alcohol, om van een enkel
glas de hoogte te krijgen. Het is de decade
van de neersabelende cocktail en niet van
een fatsoenlijk glas wijn aan tafel of een
warme groc als slaapmuts.
Ik heb eens wanhopig jacht gemaakt op
wat port of sherry, om die met een ei aan
een aansterkende zieke te geven. Niet alleen
was het zoo goed als onvindbaar, maar toen
ik eindelijk een braven Italiaan vond, die het
had, werd mij voor deze buitennissigheid een
prijs gevraagd, die het idiotisme overtrof.
Wie drinkt er nu sherry of Rijnwijn? Mil-
lionnairs! Maar Schotsche whiskey en Schie
dammer voor de cocktail? Net zooveel als
men maar wil en heelemaal niet duur, al
waagt men er zijn maag en misschien zijn
gezichtsvermogen aan. Het rapport deelt dan
ook geheel overeenkomstig de waarheid me
de, dat er kolossaal gedronken wordt, onder
voorbehoud natuurlijk, dat het zonder verbod
nog veel erger zou zijn. Of iemand, die een
goed glas bier zou kunnen krijgen en de
groote massa arbeiders vraagt hoofdzakelijk
en misschien wel alléén bier ook nog een
tumblertje bijtende „gin" zou inslikken, zoo
als nu bij gebrek aan beter wordt gedaan, is
een kwestie, waar de commissie zich niet over
uitlaat. Ik herhaal, de commissie en bloc,
want van de zeven tegenstanders waartoe
't eenige vrouwelijke lid der commissie ook
behoort hebben zes hun meening en plan
nen ter verbetering in uitvoerige aanhangels
er bij gegeven. Achteraf schijnt deze conces
sie gemaakt te zijn, omdat de oppositie voe
renden anders niet hadden onderteekend. In
deze zes verklaringen vinden de natte voor
standers steun en stof tot overdenking, even
zeer als de drogen zich verheugd in de han
den wrijven over het officieele totale oordeel.
En Oom Sam schrikt van het gedrocht, half
ton half kameel.
DE TOLLEN IN GRONINGEN.
Protestvergadering.
Maandag is te Stadskanaal, op initiatief
van het Prov. Comité van Actie inzake op
heffing van tollen in de provincie Groningen,
een vergadering van belanghebbenden ge
houden om te protesteeren tegen weder ver
leening der concessie van de regeering aan
de stad Groningen inzake heffing wegtolleu
op het wegvak WildervankStadskanaal-
Ter Apel. Deze concessie loopt 1 Mei a.s. af.
Uit de geheele streek waren belangstellenden
opgekomen.
Onder applaus werd besloten een adres te
richten tot de stad Groningen, met verzoek
het daarheen te willen leiden, dat de door de
gemeente Groningen in de Veenkoloniën ge
heven tollen worden oogeheven en wel zoo
mogelijk per 1 Mei '31. Bij de minister van
Waterstaat en Financiën werd er op aange
drongen om gelden beschikbaar te stellen,
teneinde de „Tollencómmissie" in de gelegen
heid te stellen de tollen te kunnen doen op
heffen. Het prov. comité werd opgedragen
om, mocht de gemeente Groningen niet bin
nen zeer korten tijd gunstig op het verzoek
beschikken, zich te wenden tot den betreffen-
den minister.
HET CADEAUSTELSEL.
De Nederlandsche Bond tot bestrijding der
duurte te 's-Gravenhage heeft zich met een
adres gericht tot den ministerraad en de
leden der Tweede Kamer, waarin gevraagd
wordt een onderzoek te gelasten naar den
huidigen stand van het zgn. cadeaustelsel en
zoodanige wettelijke maatregelen tegen dit
stelsel te doen nemen, dat de funeste gevol
gen daarvan voor de burgerij worden teniet
gedaan.
DE COLLECTIEVE ARBEIDS
OVEREENKOMST IN DE METAAL
NIJVERHEID.
Door den Metaalbond opgezegd.
Naar de „Msb." verneemt, heeft het be
suur van den Ned. R. K. Metaalbewerkers-
bond een aangeteekend schrijven van den
Metaalbond ontvangen, waarin het bestuur
van deze werkgeversorganisatie bericht, dat
de collectieve arbeidsovereenkomst, welke 17
Januari 1930 is gesloten, wordt opgezegd,
omdat de werkgevers meenen, dat het con
tract niet in ongewijzigden vorm verlengd
moet worden.
Het bestuur heeft dezen brief van de zijde
der patroons wel verwacht. In den loop van
het vorige jaar al heeft men namelijk aan
beide zijden moeten toegeven dat er in het
contract eenige hiaten van technischen aard
voorkwamen. In de centrale commissie is dan
ook reeds een wijziging van eenige artikelen
vastgesteld.
De opzegging draagt voornamelijk een
formeel karakter. Aan de werklieden-organi
saties is medegedeeld, dat de onderhandelin
gen over een herziening van het contract da
delijk kunnen beginnen.
In hoeverre de leden van den Metaalbond
ook het loon in de herziening willen betrek
ken, valt thans nog; niet te zeggen. De
Metaalbond houdt in Mei een vergadering
en dan zal dit punt ter sprake komen.
WONINGWET.
Nieuwe amendementen en wijzigin
gen dcor Kamerleden ingediend.
De heer Van Hellenberg Hubar heeft eeni
ge amendementen ingediend op het wetsont
werp tot wijziging van de Woningwet, welke
ten doel hebben de gemeenten vrij te laten -n
de keuze van den vorm, waarin zn haar
samenwerkingsregeling volgens de Gemeen
tewet kunnen gieten.
De heeren Knottenbelt c.s. dienden een
amendement in, waarvan de strekking is, dui
delijk uit te drukken, dat bij de bepaling van
de waarde van grond als bouwgrond alleen
rekening wordt gehouden met de in de ge
meente geldende regelen betreffende afstand
van grond voor wegen welke voor openbaar
verkeer dienen, dus voor straten, grachten
en pleinen, en daarbij naar den aard der
plaatselijke omstandigheden behoorende be
plantingen, grasstrooken en gazons, niet van
grond voor parken, speelterreinen en derge
lijke.
Bij vierde Nota van Wijziging heeft de re
geering aan art. 37 den volgenden volzin
toegevoegd
„De voorschriften van de plaatselijke ver
ordening, regelende het beroep op den ge
meenteraad krachtens het eerste lid van art.
5a worden binnen drie maanden na het in
wtrking treden van deze wet aan Ged. Staten
ter goedkeuring aangeboden; bij gebreke
hiervan houden die bepalingen op te gelden
en worden zij door Ged. Staten vastgesteld.
DE BREEDTE VAN AUTOBUSSEN.
De Nederlandsche Bond van autobus-
dienstondernemingen heeft aan den minister
van waterstaat verzocht, de maximum
breedte van autobussen op eerste klas
wegen te brengen van 2.35 M. op 2.50 M.
omdat bij een breedte van 2.35 geen comfor
tabele bus kan worden gebouwd. De Bond
wijst er op, dat in Duitschland de maxi
mumbreedte reeds op 2.50 M. is gesteld en
dat dus binnenkort in het internationale
busverkeer deze bussen toch ook over de
Nederlandsche eerste klas wegen zullen rij
den. Uit oogpunt van uniformiteit en de
toenemende wegenverbetering kan tegen
een dergelijke breedte geen bezwaar meer
bestaan.
DE „MEEVALLER" TE ZWOLLE.
Is geen meevaller en cok geen
fout.
Een nadere mededeeling omtrent de
„meevaller" voor Zwolle zegt:
In 1920 werd ingevolge art. 114 bis der
Gemeentewet ingevoerd de bedrijfsboek-
houding vopr de gemeentebedrijven. Bij de
waardeering der bezittingen van de ge
meentelijke gasfabriek werden deze ruim
500.000 hooger gesteld dan de schulden,
welk bedrag als kapitaal op de balans werd
gebracht. Later werd dit bedrag vastgesteld
op 514.777 en prijkt als zoodanig reeds
jaren op de balans.
Aanvankelijk zat dit kapitaal natuurlijk
geheel in de bezittingen. Eerst geleidelijk
kwam het door afschrijving en aflossing vrij.
Het thans vrijgekomen deel is belangrijk ge
noeg om te overwegen welke bestemming
er aan moet worden gegeven. Een deel der
raadscommissie voor de financiën wil het
bedrag geheel bestemmen voor vervroegde
afschrijving, anderen meenen dat een deel
gestort zal moeten worden in de gemeente
kas. Hierover is echter nog geen beslissing
genpmen. Van een boekhoudkundige fout is
derhalve geen sprake en het geheele bedrag
prijkt nu reeds tien jaren op de balans van
de gasfabriek.
IN EEN MIJN GESTIKT.
De 28-jarige gehuwde Belgische mijnwer
ker B„ thans wonende te Treebeek, is op de
staatsmijn Emma onder kolengruis bedolven
en gestikt.
STERFGEVAL TIJDENS BEGRAFENIS.
Gister had tijdens een begrafenis te Den
Haag een tragisch voorval plaats. Een van
de dragers in den rouwstoet, welke onder
weg was van de r.k. kerk aan het Kamper-
foeliplein naar de begraafplaats St. Bar-
bara, werd in de v. d. Vennestraat door een
ongesteldheid overvallen, waarna hij korten
tijd later, nadat hij was binnen gedragen in
het politiebureau in die straat is overleden.
DUITSCH MEISJE HAAR KOFFER
AFHANDIG GEMAAKT.
Dinsdag reisde een zestienjairg meisje uit
Duisburg via Emmerik naar Arnhem, ten
einde zich verder naar Almelo te begeven,
waar zij in betrekking zou gaan. In Emme
rik maakte zij volgens de Tel. kennis met
een jonge Duitsche vrouw, die met haar
naar Arnhem ging. Hier stapten beiden uit
en gingen een bezoek aan de stad brengen.
Beiden hadden een koffer bij zich, die door
de Duitsche vrouw in het station aan het
bagagedepot werd afgegeven. Na het bezoek
aan de st-d liet de vrouw het kind in de
wachtkamer alleen en zeide de koffers te
gaan halen. De vrouw kwam echter niet
terug en toen het meisje na lang wachten
eens informeerde, bleek, dat de vrouw
reeds in de richting Nijmegen was vertrok
ken met medeneming van beide koffers.
Een Arnhemsche rechercheur toog er on
middellijk op uit en kon de daderes op het
perron in Nijmegen reeds arresteeren. Zij
was nog in het bezit van den ontvreemden
koffer en had reeds een kaartje voor Kleef
gekocht. Het bleek een recidiviste te zijn,
die in Duitschland ook al wegens diefstal
was veroordeeld. Zij zal ter beschikking
van de justitie worden gesteld.
NEDERLANDSCHE TREILER
GESTRAND.
Volgens een Lloyd's bericht is de Neder
landsche treiler „Reiger" gistermorgen op
de Sandette-bank bij Dover gestrand. Het
schip maakt zware slagzij. De bemanning
heeft in een eigen boot Dover weten te be
reiken en is daar aan land gegaan.
STAKING NA VIJF MAANDEN
OPGEHEVEN.
Het werk aan den spoorweg Nuth
Staatsmijn Maurits hervat.
In een Dinsdag te Schinnen gehouden
vergadering hebben de arbeiders besloten
de staking van den nieuwen mijnspoorweg
NuthStaatsmijn Maurits, welke vijf maan
den heeft geduurd, op te heffen. Het uur
loon zal direct worden gebracht van 40 op
50 cent, met Sept. a.s. «p 55 cent. Tevens
zullen alle sociale bepalingen van het C.A.
worden toegepast.
Heden is het werk hervat.
AMSTERDAMS BOSCHPLAN.
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
het ontwerp-onteigeningswet voor een
bosch, door de gemeente Amsterdam aan te
leggen in de gemeenten Amsterdam, Nieu-
wer-Amstel en Aalsmeer, zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
STAKENDE WERKLOOZEN.
De door de werkverschaffing „De Berkel-
beeke" bij Doetinchem te werk gestelde
werkloozen hebben Dinsdagochtend den
arbeid neergelegd. Zij ischcn een minimum
loon van 16.50 per week met vergoeding
van regendagen.
DE JOODSCHE INVALIDE.
Gisteravond heeft te Meppel de trekking
plaats gehad van de afdeeling Drente. Het
huis viel op nummer 5764 en de auto 5550.
BRAND OP EEN SCHIP IN DE
AMSTERDAMSCHE HAVEN.
Gsitermiddag ongeveer kwart over vijf Is
aan boord van het groote vrachtschip „Al-
genib" van de firma van Nievelt Goudriaan
en Co. te Rotterdam, welk schip ligplaats
heeft aan de z.g. Engelsche boeien bij den
steiger van de Holland-Amerika-Lijn brand
uitgebroken.
De brand werd veroorzaakt, doordat werk
lieden ter hoogte van het middsnruim, waar
herstellingswerkzaamheden werden verricht,
bezig waren met het wegbranden van klink
nagels. Het blusschingswerk werd zeer be
moeilijkt door het feit, dat een dichte rook
uit het ruim opsteeg, zoo dicht zelfs, dat een
poging om een brandwacht, die van een gas
masker was voorzien naar beneden te zen
den. moest worden opgegeven.
Nadat ongeveer 134 uur water was gege
ven. was men den brand meester.
Uit het daarna ingestelde onderzoek bleek,
dat het houten schot in dit ruim vrijwel ge
heel vernield was; overigens is schade aan
gericht aan den onderkant van het houten
bovendek van het eerste tusschendek; ook
eenig stuwhout, dat zich in het overigens
leege ruim bevond, werd een prooi der vlam
men.
VERKEERSONGEVALLEN.
Overreden en gedood.
Gistermiddag is de 8-jarige A. Pijper te
Oostvoorne op den Brielschenweg door een
vrachtauto overreden en gedood.
Gistermorgen is het 7-jarig zoontje van
den heer KI. te Edam door een autobus
overreden en gedood.
uitgespeeld had. Daarna werd hij naar het
Huis van Bewaring gevoerd.
Dinsdagmorgen is hij, nadat door zijn ad
vocaten mrs. Paauwe en Mout een regeling
was getroffen, weer in vrijheid gesteld.
DE DEURWATER VOOR HET
VOETLICHT.
Acteur tijdens de voorstelling ge
gijzeld.
In den Tivoli-schouwburg te Roterdam had
Zondagavond een operette-voorstelling
plaats, waarin ook de acteur Jacques van Bij
levelt van de partij was.
De voorstelling begon als iedere andere.
Het publiek volgde geamuseerd het verloop
der gebeurtenissen. De liedjes, de dansjes, de-
kwinkslagen buitelden over het voetlicht de
zaal in. Enfin, wat zullen we u daar nog
meer van vertellen, u kent dat wel.
Bij iedere nieuwe rol bladerde men zoo
eens in het programma om te zien, wie nu
voor het voetlicht treden zou.
En zooals men zijn hersens bij de ingewik-
welde toeren van den goochelaar pijnigt met
het zoeken van de toch onvindbare
verklaring, evenzoo bladerde men in het
programma om achter den naam te komen
van den deftigen heer die plotseling ten too-
neele verscheen. Op fluisterenden toon onder
hield hij zich enkele oogenblikken met den ge-
vierden operette-komiek Jacques van Bijle-
velt die tot aller verbazing op dat
oogenblik nu juist geen vroolijke gelaats
expressie te bewonderen gaf.
De heer in het zwart verdween, aldus de
„Nwsbr.", weer even plotseling als hij geko
men was. Niemand had gehoord wat de man
te beweren had.
Men was het, in stilte, er roerend over
eens, dat dit niet de beste acteur in het stuk
was en zeker niet de sterkste speelrol.
Alleen de heer van Bijlevelt zelf dacht
daar eenigszins anders over. Voor hem ver
persoonlijkte de heer in het zwart een der
meest sombere verschijningen, die hij ooit als
tegenspeler had gehad.
En toen de heer met een kleine buiging
„af" ging, was het niet bepaald met vriend
schappelijke gevoelens, dat v. Bijlevelt hem
nakeek.
Het geval zat zoo.
De heer Soesman, directeur van het Casi
no-theater aan den Coolsingel had een vor
dering op den acteur.
Bij vonnis van de rechtbank, uitvoerbaar
bij voorraad en bij lijfsdwang was de heer
van Bijlevelt tot betaling veroordeeld.
Toen deze niet volgde, besloot de heer S
het vonnis ten uitvoer te leggen en tot gijze
ling over te gaan.
Het .gijzelingsbevel werd hem op het too-
neel beteekend, waarna de deurwaarder ach
ter de coulissen wachtte, tot van B. zijn rol
NIET OFFICIEEL.
456e STAATSLOTERIJ
Trekking van Donderdag 26 Maart 1931
le Klasse. 4e Lijst
H„oge Prijzen:
4133 9840 ƒ200.—.
Prijzen van 20.—:
449 934 1126 1566 1686 1703
2533 2722 2892 2991
3956 4136 4283 432S
6038 6203 6443 6470
8293 8445 8851 9513
2413
3532
5812
696B
2506
3539
5986
7691
9725 10066 10280 10322 10400 10470
353 429
2306 2366
3147 3364
4738 5755
6625 6921
0=4-7 9571 J UVWU
10992 11151 11310 11405 11512 11587 11822 11849
'1940 12675 13365 13617 13725 1426. 14419 1442
14452 14692 14780 14816 15233 15349 15455 15462
15745 15780 15821 15850 15927 17173 17274 17721
18062 18257 18580 18681 19169 19497 19818 19831
19987 20011 20066 20381 20416 20489 20500 2051*
TOSO-6 209(19
BERGER KUNSTKRING.
Voorloopige Hechtenisvan
Alsberg en Hesse door het Rot-
terdamsch Hojstad-Tooneel.
Het lijkt me een afgezaagde en toch steeds
graag geponeerde dooddoener te beweren,
dat een stuk met „tendenz" qua kunst dient
te worden afgewezen. Ten slotte vindt men
in elk ernstig werk, dat niet slechts bedoeld
is als louter amusement een zekere strek
king. Iets anders wordt het, wanneer het be
handelde probleem van tijdelijke of locale
aard is. .Maar zelfs dan kan een groot kun
stenaar er iets van blijvende beteekenis van
maken. Al zijn de toestanden in het vissche-
rijbedrijf tegenwoordig lang niet meer wat
ze een vijf en twintig jaar geleden waren,
„Op Hoop van Zegen" zal bij een behoorlijke
vertolking zijn sterke werking steeds doen
gelden, omdat het de schepping is van een
door groot en innig medelijden bezielde
meester.
Ook het probleem van de op persoonlijk
succes en promotie beluste magistraat, die
een verdachte (een vaak geheel ten onrechte
verdachte) de ellendige kwellingen van mar
telende verhooren en eenzame opsluiting doet
ondergaan om tot eiken prijs een slachtoffer
te kunnen produceeren, leent zich in bekwa
me handen zeker tot boeiende en treffende
dramatische behandeling. Brieux heeft dit in
zijn ,.Robe Rouge", (hier als „De Roode
Toga" destijds met sroot succes gespeeld)
overtuigend bewezen. Dat de heeren Alsberg
en Hesse met hun „Vorunter Suching"
daarin evenzeer geslaagd zijn, zou ik niet
durven beweren.
Een jong, zich eenzaam voelend, student
heeft een verhouding met een publieke vrouw,
die hem in zijn eenzaamheid troost, maar
wordt na eenige tijd verliefd op de dochter
van een rechter van instructie. De moed ont
breekt hem zelf de relatie af te snijden en hij
stuurt daarom zijn vriend (broeder zijner ge
liefde) er op af, om dat zaakje voor hem op
te knappen, met nauwkeurige aanwijzingen
waar hij de sleutel vinden kan om, na liet
sluitingsuur bij haar binnen te komen. Den
volgenden morgen wordt de vrouw vennoord
gevonden. De verdenking valt op de jonge
minnaar, omdat deze, uit vriendschap na
tuurlijk weigert de naam te noemen van de
gene, die (naar hij vermoedt) na hem bij de
vrouw is binnen gegaan. Wekenlang wordt
de verdachte nu onderworpen aan de meest
zenuwsloopende verhooren, totdat ten slotte
de vader het verpletterende bericht verneemt,
dat er alle aanleiding is zijn zoon als de da
der te beschouwen. Men lioude mij ten goede
dat ik deze gecompliceerde aangelegenheid
niet in alle finesses naga; ik ben, eerlijk ge
zegd, in die sleutelkwestie het spoor een beet
je bijster geworden; evenzeer als ik mij wel
een beetje verwonderd heb over een vader
die hoegenaamd niets weet van wat er zoo in
zijn eigen huis omgaat. Het loopt tenslotte
nog goed af, want de misdaad blijkt een roof
moord te zijn geweest, gepleegd door de por
tier, die, hoewel da scherpzinnige aanbrenger
iedereen van te voren daarvoor heeft ge
waarschuwd, ons nog op 't laatst de stuipen
op het lijf jaagt door zijn pistool op de
amateur-detective af te schieten t
Men ziet, liet is een nogal gewrongen,
sensationeele geschiedenis, met veel gepraat,
dat hier en daar hinderlijk rhetorisch wordt,
het werk van een paar ongetwijfeld handige,
journalisten-juristen. Handig, zeg ik, want
het stuk heeft zeker de verdienste een publiek
bezig te houden, al is het dan ook wel eens
met wat goedkoope effectmidoden, en al
blijft er bij nader inzien van de natuurlijke
psychologische ontwikkeling niet zoo heel
veel over. Bovendien geeft het aan meerdere
executanten ruimschoots gelegenheid tot
vaak dankbaar spel.
In de eerste plaats zou ik Jan van Ees
willen noemen, die het angstig-opgejaagde
in de verdachte student Bernt werkelijk voor
treffelijk, en meermalen ontroerend, tot
uiting bracht. Dat Louis Gimberg de figuur
van de rechter van instructie volle recht zou
doen wedervaren, was te verwachten.
Van Gasteren, in een prachtige grime, ty
peerde de „philosophische" boekhouder
Scherr uitstekend, terwijl Hans van Ees een
uiterst vermakelijk type maakte van de non
chalante cabaretier Klatte. Ook Elsensohn
(en niet, zooals het programma aangaf, An-
ton Roemer dergelijke veranderingen die
nen toch te worden meegedeeld --) was bizon
der goed als de conciërge Zülke. Joan Rem-
melts speelde de vriend Walter, zoon van de
rechter, correct en vlot, maar wat weinig ge
nuanceerd en mevr. Schwab gaf uiteraard
een goede moeder te zien. De overige 'rollen
w erden over het algemeen voldoende vertolkt
Jan Van der Linden, die echter reeds zoo
veel aardig werk in karakterrolletjes leverde,
had hier een rol, die hem zeer slecht lag.
Zijn spel als advocaat Schreiner was veel te
zwaar en heel weinig natuurlijk.
Aan het slot memoreerde de heer Klomp
het jubileum van Gimberg en bood hem, on
der luide instemming van het gehoor, een
prachtige krans en een ets aan, den bekenden
Berger etser Graadt van Roggen.
^riwas ,veel en ?ul applaus, vooral na de
laatste bedrijven, terwijl ditmaal het schoone
werk van de heer Filarski ons ook aan deze
zijde van het voetlicht van kunst kon doen
genieten.
'J- B, van AMÜSQNGEN.