Mkiimdt CuraiL Sproeien komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Tooneel Honderd drie en dertigste Jaargang. Doiidei'da^: blaart Amerikaansche notities Éïannenland 1931. ffo. 72 (Van onzen New-Yorkschen correspondent). VAN DROOGTE EN NATHEID. Men kan geen krant opnemen of iemand ontmoeten zonder het onderwerp van den dag te zien of te hoorenhet Wickersham rapport. Een bijzonderheid der Amerikaan sche couranten is hun dageiijksche aanta. caricaturen, de zoogenaamde „comic's", die dikwijls een heele pagina beslaan. In overeen stemming met het oude Chineesche gezegde, dat een plaatje meer zegt dan een paar hon derd woorden, gaat de caricatuuTteekenaar aan den gang, om in een paar halen en krab bels te onderstreepen wat een artikel van de redactie heeft probeeren uit te leggen En aangezien de „zware kost" van een Ameri kaansche krant allemaal op één enkele pa gina van de veertig of vijftig staat, die door heele volksstammen rooit met een blik waar dig wordt gekeurd, heeft de teekenaar een dubbel verantwoordelijke taak, duidelijk en humoristisch te zijn. Door de jaren heen zijn er van die vaste krabbels ontstaan, die in New-York en in Francisco ineens begrepen worden. Een klein miezerig mannetje met een bril op zijn benepen gezicht, die altijd gevild wordt wanneer het zijn beurs betreft, is na tuurlijk Jan Publiek. Oom Sam zelf met sik en hoogen hoed is een levend voorbeeld van deze teekenarij. Maar het allervruchtbaarste onderwerp is nog altijd de nationale Droog legging. De Volstead Act zelf wordt altijd afgebeeld als een soort aarspreker met een zwarte lamfer aan zijn gepluisden hoogen hoed, te korte garen handschoenen aan en een vooruitstèkenden neus boven een gewel dige vierkante onderkin. Noodeloos er bij te voegen, dat zijn vijanden hem aldus uitdos- schen: verder is een flesch met etiket, waarop drie kruisjes of een ton van bier, een zeker teeken van de nattigheid. Een ander em bleem van de droogte is de kameel, het schip der woestijn, dat dagen niet behoeft te drin ken. De „New-York Times" had j.1 Zondag een caricatuur, voorstellend mr. Wickers ham, de voorzitter van de commissie tot on derzoek van de drooglegging, als de maker van een schilderij, dat hoogelijk de verbazing van Oom Sam opwekt. Hef is dan ook de af beelding van een ton met een bult, hals en kop van een kameel er aan Dat is precies wat het groote publiek denkt van het zoo pas openbaar gemaakte rapport, waarin alle gruwelijke gevolgen van de drooglegging de voordeelen daarvan sterk overtreffen, maar waarvan de hoofdbesluiten waren om de droge wet te herroepen noch te wijzigen, maar integendeel nog sterker te doen voeren. Het is zoo onduidelijk, dat bei de partijen er zich met het volste recht op kunnen beroepen en dat doen ook. Van de elf commissieleden hebben zich vier verklaard voor een doorvoering van de wet, zooals die bestaat benevens nog wat straffer aanpak ken. Maar zeven leden vinden dat het niet zoo kan blijven en raden een wijziging en zelfs een algeheele herroeping van de droge wet aan. Drie zijn voor afschaffing van de Afschaffing en een van dit trio weigerde zijn handteekening onder het rapport te zet ten, omdat dit zich in totaal heel anders uit liet als de meerderheid der commissie van meening was. En gruwelijk is nog een zacht woord, voor wat de commissie in breede la gen van de maatschappij als directe gevol gen van de drooglegging heeft aangetrof fen en dat officieel aan President Hoover en het Amerikaansche volk meedeelt. Zoodat dienomtrent niet meer de minste twijfel voortaan kan bestaan en door geen fanatiek geheelonthouder ontkend. Het was allerminst nieuws te noemen, alleen een volkomen vreemdeling in het Amerikaansche Jeruzalem verkeert in de gelukkige onwetendheid der verregaande wantoestanden, die de droogleg ging op haar geweten heeft. Ik heb het 80.000 woorden lange rapport tweemaal doorgeworsteld en alle commentaren, zoowel droog als nat, waarop ik in een week tijd de hand kon leggen. De droge commentaren zijn uit den aard der zaak minder uitgebreid en concreet dan de natte. De winsten, die de drooglegging in de afgeloopen tien jaar gemaakt zouden heb ben, zijn niet zoo duidelijk aan te wijzen als de schadelijke gevolgen. Bovendien is hef 'heelemaal niet uit te maken of de toegenomen productie en efficiency, de grootere spaarzin der bevolking of de vermindering van be- ■drijfsongevatleri in fabrieken alleen of voor zulk een groot deel aan de nationale geheel onthouding toe te schrijven zijn. De tijd heeft inmiddels niet stil gestaan vil ook buiten Koning Alcohol om heeft bet menschdom vorderingen gemaakt, die o.a. tot het boven staande geleid hebben. Om maar een bepaald punt nader te beschouwenvermindering van bedrijfsongevallen. Al tijdens den oorlog kwamen de Amerikaansche werkgevers tot de conclusie, dat een tevreden en tegen onge lukken beschermde arbeider beter en langer rendeerde, dan wanneer hij in sombere en ge vaarlijke omgeving werkte. Bovendien was het voordeeliger den man een goed weekloon te betelen, dan zijn nabestaanden een schade loosstelling. Maai" aangenomen, dat bet op doeken van de kroeg meegewerkt heeft tot een aantal verbeteringen, dan staan daar een aantal schrikwekkende mistoestanden tegen over, die volgens velen al een reden zijn om de droge wet te matigen en volgens de droge voorstanders deugt die ook al niet in den zin, dat zij niet streng genoeg is. De Wickersham- commissie heeft alle direct uit het Achttiende Amendement voortvloeiende ongerechtig heden als corruptie en onbetrouwbaarheid in de betreffende ambtenaarswereld en verre gaande minachting van het publiek voor de wet. zonder er doekjes om te winden in het rapport vermeld. Het rapport wijst in den breede hoe de vertegenwoordigers der wet. van rechters tot de federale beambten, belast met de uitvoering der drooglegging en de gewoonste douanier of politieagent zoo vortdurend aan de verleiding van omkooperij. afpersing, meineed, plichtsverzaking e.d. ÏÏSwn,?' dat.h.et aantal, dat bezwijkt, on rustbarend groot is. Het citeert aan de hand wan cijfers, dat in een jaar tijds een per tien federale agenten oneervol ontslagen waren. vtat daar tegen te doen is? Wel betrouw baar personeel in dienst nemen, antwoordt het rapport, dat blijkbaar gelooft in Ueber- menschen in een land, waar de dollar een aantrekkingskracht bezit, die grenst aan ver- eenng. De hoeveelheid sterke drank, die door de lucht, over land en water wordt binnen gesmokkeld, die clandestien gestookt wordt of dito onttrokken aan de industrieele alco hol, om verwerkt te worden voor menschelijk gebruik, is niet te schatten. Alweer, wat is daar tegen te doen? Meer en beter perso neel zegt het rapport. Het is opmerkelijk, dat de drooge voorstanders in Amerika altijd de zeer juiste vraag aan de natten voorleggen: als jullie den toestand niet in den haak vin den, leg ons dan een beter plan voor. En tot nog toe zijn de laatsten daar niet in ge slaagd, want de Canadeesche, Zweedsche, Finsche en Belgische systemen zijn zelf niet feilloos, maar het Amerikaansche bezwaar is, dat van de 48 Vereenigde Staten sommi gen even hard nat willen zijn als anderen droog. En dat kan natuurlijk niet in een we relddeel, dat onderlfng geen grenzen heeft en waar de drooge Staat, omringd door natte buren, nog minder dan nu in de gelegenheid zou zijn den drank buiten de grenzen te hou den. Om dat te voorkomen werd de droogleg ging ook destijds in het federaal verhang d.i. de Grondwet, opgenomen, maar daarmede bovendien inbreuk gemaakt op de souvereine rechten van eiken Staat op zichzelf. Het is een buitengewoon ingewikkelde boel! Nog eenige aanhalingen uit het rapport: de cij fers voor alcoholische sterfgevallen en ar restaties voor dronkenschap zijn hoog en voortdurend stijgend; de Wickersham-com- missie verklaart echter, dat dit nog veel er ger zou zijn, wanneer sterke drank wettelijk verkrijgbaar was. Dat is natuurlijk zeer goed mogelijk en wat ik van de Amerikaansche drinkmethode heb meegemaakt, houd ik mijn hart vast, dat bier of whiskey hier oöit als eene ice cream soda te koop zou zijn voor een fatsoenlijk prijsje en ad lib. Maar het kan niet ontkend worden, dat de stroomen drank, die nu door Amerika vloeien, niets anders dan sterk geconcentreerde whiskey en jenever zijn, bijna puur alcohol, om van een enkel glas de hoogte te krijgen. Het is de decade van de neersabelende cocktail en niet van een fatsoenlijk glas wijn aan tafel of een warme groc als slaapmuts. Ik heb eens wanhopig jacht gemaakt op wat port of sherry, om die met een ei aan een aansterkende zieke te geven. Niet alleen was het zoo goed als onvindbaar, maar toen ik eindelijk een braven Italiaan vond, die het had, werd mij voor deze buitennissigheid een prijs gevraagd, die het idiotisme overtrof. Wie drinkt er nu sherry of Rijnwijn? Mil- lionnairs! Maar Schotsche whiskey en Schie dammer voor de cocktail? Net zooveel als men maar wil en heelemaal niet duur, al waagt men er zijn maag en misschien zijn gezichtsvermogen aan. Het rapport deelt dan ook geheel overeenkomstig de waarheid me de, dat er kolossaal gedronken wordt, onder voorbehoud natuurlijk, dat het zonder verbod nog veel erger zou zijn. Of iemand, die een goed glas bier zou kunnen krijgen en de groote massa arbeiders vraagt hoofdzakelijk en misschien wel alléén bier ook nog een tumblertje bijtende „gin" zou inslikken, zoo als nu bij gebrek aan beter wordt gedaan, is een kwestie, waar de commissie zich niet over uitlaat. Ik herhaal, de commissie en bloc, want van de zeven tegenstanders waartoe 't eenige vrouwelijke lid der commissie ook behoort hebben zes hun meening en plan nen ter verbetering in uitvoerige aanhangels er bij gegeven. Achteraf schijnt deze conces sie gemaakt te zijn, omdat de oppositie voe renden anders niet hadden onderteekend. In deze zes verklaringen vinden de natte voor standers steun en stof tot overdenking, even zeer als de drogen zich verheugd in de han den wrijven over het officieele totale oordeel. En Oom Sam schrikt van het gedrocht, half ton half kameel. DE TOLLEN IN GRONINGEN. Protestvergadering. Maandag is te Stadskanaal, op initiatief van het Prov. Comité van Actie inzake op heffing van tollen in de provincie Groningen, een vergadering van belanghebbenden ge houden om te protesteeren tegen weder ver leening der concessie van de regeering aan de stad Groningen inzake heffing wegtolleu op het wegvak WildervankStadskanaal- Ter Apel. Deze concessie loopt 1 Mei a.s. af. Uit de geheele streek waren belangstellenden opgekomen. Onder applaus werd besloten een adres te richten tot de stad Groningen, met verzoek het daarheen te willen leiden, dat de door de gemeente Groningen in de Veenkoloniën ge heven tollen worden oogeheven en wel zoo mogelijk per 1 Mei '31. Bij de minister van Waterstaat en Financiën werd er op aange drongen om gelden beschikbaar te stellen, teneinde de „Tollencómmissie" in de gelegen heid te stellen de tollen te kunnen doen op heffen. Het prov. comité werd opgedragen om, mocht de gemeente Groningen niet bin nen zeer korten tijd gunstig op het verzoek beschikken, zich te wenden tot den betreffen- den minister. HET CADEAUSTELSEL. De Nederlandsche Bond tot bestrijding der duurte te 's-Gravenhage heeft zich met een adres gericht tot den ministerraad en de leden der Tweede Kamer, waarin gevraagd wordt een onderzoek te gelasten naar den huidigen stand van het zgn. cadeaustelsel en zoodanige wettelijke maatregelen tegen dit stelsel te doen nemen, dat de funeste gevol gen daarvan voor de burgerij worden teniet gedaan. DE COLLECTIEVE ARBEIDS OVEREENKOMST IN DE METAAL NIJVERHEID. Door den Metaalbond opgezegd. Naar de „Msb." verneemt, heeft het be suur van den Ned. R. K. Metaalbewerkers- bond een aangeteekend schrijven van den Metaalbond ontvangen, waarin het bestuur van deze werkgeversorganisatie bericht, dat de collectieve arbeidsovereenkomst, welke 17 Januari 1930 is gesloten, wordt opgezegd, omdat de werkgevers meenen, dat het con tract niet in ongewijzigden vorm verlengd moet worden. Het bestuur heeft dezen brief van de zijde der patroons wel verwacht. In den loop van het vorige jaar al heeft men namelijk aan beide zijden moeten toegeven dat er in het contract eenige hiaten van technischen aard voorkwamen. In de centrale commissie is dan ook reeds een wijziging van eenige artikelen vastgesteld. De opzegging draagt voornamelijk een formeel karakter. Aan de werklieden-organi saties is medegedeeld, dat de onderhandelin gen over een herziening van het contract da delijk kunnen beginnen. In hoeverre de leden van den Metaalbond ook het loon in de herziening willen betrek ken, valt thans nog; niet te zeggen. De Metaalbond houdt in Mei een vergadering en dan zal dit punt ter sprake komen. WONINGWET. Nieuwe amendementen en wijzigin gen dcor Kamerleden ingediend. De heer Van Hellenberg Hubar heeft eeni ge amendementen ingediend op het wetsont werp tot wijziging van de Woningwet, welke ten doel hebben de gemeenten vrij te laten -n de keuze van den vorm, waarin zn haar samenwerkingsregeling volgens de Gemeen tewet kunnen gieten. De heeren Knottenbelt c.s. dienden een amendement in, waarvan de strekking is, dui delijk uit te drukken, dat bij de bepaling van de waarde van grond als bouwgrond alleen rekening wordt gehouden met de in de ge meente geldende regelen betreffende afstand van grond voor wegen welke voor openbaar verkeer dienen, dus voor straten, grachten en pleinen, en daarbij naar den aard der plaatselijke omstandigheden behoorende be plantingen, grasstrooken en gazons, niet van grond voor parken, speelterreinen en derge lijke. Bij vierde Nota van Wijziging heeft de re geering aan art. 37 den volgenden volzin toegevoegd „De voorschriften van de plaatselijke ver ordening, regelende het beroep op den ge meenteraad krachtens het eerste lid van art. 5a worden binnen drie maanden na het in wtrking treden van deze wet aan Ged. Staten ter goedkeuring aangeboden; bij gebreke hiervan houden die bepalingen op te gelden en worden zij door Ged. Staten vastgesteld. DE BREEDTE VAN AUTOBUSSEN. De Nederlandsche Bond van autobus- dienstondernemingen heeft aan den minister van waterstaat verzocht, de maximum breedte van autobussen op eerste klas wegen te brengen van 2.35 M. op 2.50 M. omdat bij een breedte van 2.35 geen comfor tabele bus kan worden gebouwd. De Bond wijst er op, dat in Duitschland de maxi mumbreedte reeds op 2.50 M. is gesteld en dat dus binnenkort in het internationale busverkeer deze bussen toch ook over de Nederlandsche eerste klas wegen zullen rij den. Uit oogpunt van uniformiteit en de toenemende wegenverbetering kan tegen een dergelijke breedte geen bezwaar meer bestaan. DE „MEEVALLER" TE ZWOLLE. Is geen meevaller en cok geen fout. Een nadere mededeeling omtrent de „meevaller" voor Zwolle zegt: In 1920 werd ingevolge art. 114 bis der Gemeentewet ingevoerd de bedrijfsboek- houding vopr de gemeentebedrijven. Bij de waardeering der bezittingen van de ge meentelijke gasfabriek werden deze ruim 500.000 hooger gesteld dan de schulden, welk bedrag als kapitaal op de balans werd gebracht. Later werd dit bedrag vastgesteld op 514.777 en prijkt als zoodanig reeds jaren op de balans. Aanvankelijk zat dit kapitaal natuurlijk geheel in de bezittingen. Eerst geleidelijk kwam het door afschrijving en aflossing vrij. Het thans vrijgekomen deel is belangrijk ge noeg om te overwegen welke bestemming er aan moet worden gegeven. Een deel der raadscommissie voor de financiën wil het bedrag geheel bestemmen voor vervroegde afschrijving, anderen meenen dat een deel gestort zal moeten worden in de gemeente kas. Hierover is echter nog geen beslissing genpmen. Van een boekhoudkundige fout is derhalve geen sprake en het geheele bedrag prijkt nu reeds tien jaren op de balans van de gasfabriek. IN EEN MIJN GESTIKT. De 28-jarige gehuwde Belgische mijnwer ker B„ thans wonende te Treebeek, is op de staatsmijn Emma onder kolengruis bedolven en gestikt. STERFGEVAL TIJDENS BEGRAFENIS. Gister had tijdens een begrafenis te Den Haag een tragisch voorval plaats. Een van de dragers in den rouwstoet, welke onder weg was van de r.k. kerk aan het Kamper- foeliplein naar de begraafplaats St. Bar- bara, werd in de v. d. Vennestraat door een ongesteldheid overvallen, waarna hij korten tijd later, nadat hij was binnen gedragen in het politiebureau in die straat is overleden. DUITSCH MEISJE HAAR KOFFER AFHANDIG GEMAAKT. Dinsdag reisde een zestienjairg meisje uit Duisburg via Emmerik naar Arnhem, ten einde zich verder naar Almelo te begeven, waar zij in betrekking zou gaan. In Emme rik maakte zij volgens de Tel. kennis met een jonge Duitsche vrouw, die met haar naar Arnhem ging. Hier stapten beiden uit en gingen een bezoek aan de stad brengen. Beiden hadden een koffer bij zich, die door de Duitsche vrouw in het station aan het bagagedepot werd afgegeven. Na het bezoek aan de st-d liet de vrouw het kind in de wachtkamer alleen en zeide de koffers te gaan halen. De vrouw kwam echter niet terug en toen het meisje na lang wachten eens informeerde, bleek, dat de vrouw reeds in de richting Nijmegen was vertrok ken met medeneming van beide koffers. Een Arnhemsche rechercheur toog er on middellijk op uit en kon de daderes op het perron in Nijmegen reeds arresteeren. Zij was nog in het bezit van den ontvreemden koffer en had reeds een kaartje voor Kleef gekocht. Het bleek een recidiviste te zijn, die in Duitschland ook al wegens diefstal was veroordeeld. Zij zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. NEDERLANDSCHE TREILER GESTRAND. Volgens een Lloyd's bericht is de Neder landsche treiler „Reiger" gistermorgen op de Sandette-bank bij Dover gestrand. Het schip maakt zware slagzij. De bemanning heeft in een eigen boot Dover weten te be reiken en is daar aan land gegaan. STAKING NA VIJF MAANDEN OPGEHEVEN. Het werk aan den spoorweg Nuth Staatsmijn Maurits hervat. In een Dinsdag te Schinnen gehouden vergadering hebben de arbeiders besloten de staking van den nieuwen mijnspoorweg NuthStaatsmijn Maurits, welke vijf maan den heeft geduurd, op te heffen. Het uur loon zal direct worden gebracht van 40 op 50 cent, met Sept. a.s. «p 55 cent. Tevens zullen alle sociale bepalingen van het C.A. worden toegepast. Heden is het werk hervat. AMSTERDAMS BOSCHPLAN. De Tweede Kamer heeft gistermiddag het ontwerp-onteigeningswet voor een bosch, door de gemeente Amsterdam aan te leggen in de gemeenten Amsterdam, Nieu- wer-Amstel en Aalsmeer, zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. STAKENDE WERKLOOZEN. De door de werkverschaffing „De Berkel- beeke" bij Doetinchem te werk gestelde werkloozen hebben Dinsdagochtend den arbeid neergelegd. Zij ischcn een minimum loon van 16.50 per week met vergoeding van regendagen. DE JOODSCHE INVALIDE. Gisteravond heeft te Meppel de trekking plaats gehad van de afdeeling Drente. Het huis viel op nummer 5764 en de auto 5550. BRAND OP EEN SCHIP IN DE AMSTERDAMSCHE HAVEN. Gsitermiddag ongeveer kwart over vijf Is aan boord van het groote vrachtschip „Al- genib" van de firma van Nievelt Goudriaan en Co. te Rotterdam, welk schip ligplaats heeft aan de z.g. Engelsche boeien bij den steiger van de Holland-Amerika-Lijn brand uitgebroken. De brand werd veroorzaakt, doordat werk lieden ter hoogte van het middsnruim, waar herstellingswerkzaamheden werden verricht, bezig waren met het wegbranden van klink nagels. Het blusschingswerk werd zeer be moeilijkt door het feit, dat een dichte rook uit het ruim opsteeg, zoo dicht zelfs, dat een poging om een brandwacht, die van een gas masker was voorzien naar beneden te zen den. moest worden opgegeven. Nadat ongeveer 134 uur water was gege ven. was men den brand meester. Uit het daarna ingestelde onderzoek bleek, dat het houten schot in dit ruim vrijwel ge heel vernield was; overigens is schade aan gericht aan den onderkant van het houten bovendek van het eerste tusschendek; ook eenig stuwhout, dat zich in het overigens leege ruim bevond, werd een prooi der vlam men. VERKEERSONGEVALLEN. Overreden en gedood. Gistermiddag is de 8-jarige A. Pijper te Oostvoorne op den Brielschenweg door een vrachtauto overreden en gedood. Gistermorgen is het 7-jarig zoontje van den heer KI. te Edam door een autobus overreden en gedood. uitgespeeld had. Daarna werd hij naar het Huis van Bewaring gevoerd. Dinsdagmorgen is hij, nadat door zijn ad vocaten mrs. Paauwe en Mout een regeling was getroffen, weer in vrijheid gesteld. DE DEURWATER VOOR HET VOETLICHT. Acteur tijdens de voorstelling ge gijzeld. In den Tivoli-schouwburg te Roterdam had Zondagavond een operette-voorstelling plaats, waarin ook de acteur Jacques van Bij levelt van de partij was. De voorstelling begon als iedere andere. Het publiek volgde geamuseerd het verloop der gebeurtenissen. De liedjes, de dansjes, de- kwinkslagen buitelden over het voetlicht de zaal in. Enfin, wat zullen we u daar nog meer van vertellen, u kent dat wel. Bij iedere nieuwe rol bladerde men zoo eens in het programma om te zien, wie nu voor het voetlicht treden zou. En zooals men zijn hersens bij de ingewik- welde toeren van den goochelaar pijnigt met het zoeken van de toch onvindbare verklaring, evenzoo bladerde men in het programma om achter den naam te komen van den deftigen heer die plotseling ten too- neele verscheen. Op fluisterenden toon onder hield hij zich enkele oogenblikken met den ge- vierden operette-komiek Jacques van Bijle- velt die tot aller verbazing op dat oogenblik nu juist geen vroolijke gelaats expressie te bewonderen gaf. De heer in het zwart verdween, aldus de „Nwsbr.", weer even plotseling als hij geko men was. Niemand had gehoord wat de man te beweren had. Men was het, in stilte, er roerend over eens, dat dit niet de beste acteur in het stuk was en zeker niet de sterkste speelrol. Alleen de heer van Bijlevelt zelf dacht daar eenigszins anders over. Voor hem ver persoonlijkte de heer in het zwart een der meest sombere verschijningen, die hij ooit als tegenspeler had gehad. En toen de heer met een kleine buiging „af" ging, was het niet bepaald met vriend schappelijke gevoelens, dat v. Bijlevelt hem nakeek. Het geval zat zoo. De heer Soesman, directeur van het Casi no-theater aan den Coolsingel had een vor dering op den acteur. Bij vonnis van de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad en bij lijfsdwang was de heer van Bijlevelt tot betaling veroordeeld. Toen deze niet volgde, besloot de heer S het vonnis ten uitvoer te leggen en tot gijze ling over te gaan. Het .gijzelingsbevel werd hem op het too- neel beteekend, waarna de deurwaarder ach ter de coulissen wachtte, tot van B. zijn rol NIET OFFICIEEL. 456e STAATSLOTERIJ Trekking van Donderdag 26 Maart 1931 le Klasse. 4e Lijst H„oge Prijzen: 4133 9840 ƒ200.—. Prijzen van 20.—: 449 934 1126 1566 1686 1703 2533 2722 2892 2991 3956 4136 4283 432S 6038 6203 6443 6470 8293 8445 8851 9513 2413 3532 5812 696B 2506 3539 5986 7691 9725 10066 10280 10322 10400 10470 353 429 2306 2366 3147 3364 4738 5755 6625 6921 0=4-7 9571 J UVWU 10992 11151 11310 11405 11512 11587 11822 11849 '1940 12675 13365 13617 13725 1426. 14419 1442 14452 14692 14780 14816 15233 15349 15455 15462 15745 15780 15821 15850 15927 17173 17274 17721 18062 18257 18580 18681 19169 19497 19818 19831 19987 20011 20066 20381 20416 20489 20500 2051* TOSO-6 209(19 BERGER KUNSTKRING. Voorloopige Hechtenisvan Alsberg en Hesse door het Rot- terdamsch Hojstad-Tooneel. Het lijkt me een afgezaagde en toch steeds graag geponeerde dooddoener te beweren, dat een stuk met „tendenz" qua kunst dient te worden afgewezen. Ten slotte vindt men in elk ernstig werk, dat niet slechts bedoeld is als louter amusement een zekere strek king. Iets anders wordt het, wanneer het be handelde probleem van tijdelijke of locale aard is. .Maar zelfs dan kan een groot kun stenaar er iets van blijvende beteekenis van maken. Al zijn de toestanden in het vissche- rijbedrijf tegenwoordig lang niet meer wat ze een vijf en twintig jaar geleden waren, „Op Hoop van Zegen" zal bij een behoorlijke vertolking zijn sterke werking steeds doen gelden, omdat het de schepping is van een door groot en innig medelijden bezielde meester. Ook het probleem van de op persoonlijk succes en promotie beluste magistraat, die een verdachte (een vaak geheel ten onrechte verdachte) de ellendige kwellingen van mar telende verhooren en eenzame opsluiting doet ondergaan om tot eiken prijs een slachtoffer te kunnen produceeren, leent zich in bekwa me handen zeker tot boeiende en treffende dramatische behandeling. Brieux heeft dit in zijn ,.Robe Rouge", (hier als „De Roode Toga" destijds met sroot succes gespeeld) overtuigend bewezen. Dat de heeren Alsberg en Hesse met hun „Vorunter Suching" daarin evenzeer geslaagd zijn, zou ik niet durven beweren. Een jong, zich eenzaam voelend, student heeft een verhouding met een publieke vrouw, die hem in zijn eenzaamheid troost, maar wordt na eenige tijd verliefd op de dochter van een rechter van instructie. De moed ont breekt hem zelf de relatie af te snijden en hij stuurt daarom zijn vriend (broeder zijner ge liefde) er op af, om dat zaakje voor hem op te knappen, met nauwkeurige aanwijzingen waar hij de sleutel vinden kan om, na liet sluitingsuur bij haar binnen te komen. Den volgenden morgen wordt de vrouw vennoord gevonden. De verdenking valt op de jonge minnaar, omdat deze, uit vriendschap na tuurlijk weigert de naam te noemen van de gene, die (naar hij vermoedt) na hem bij de vrouw is binnen gegaan. Wekenlang wordt de verdachte nu onderworpen aan de meest zenuwsloopende verhooren, totdat ten slotte de vader het verpletterende bericht verneemt, dat er alle aanleiding is zijn zoon als de da der te beschouwen. Men lioude mij ten goede dat ik deze gecompliceerde aangelegenheid niet in alle finesses naga; ik ben, eerlijk ge zegd, in die sleutelkwestie het spoor een beet je bijster geworden; evenzeer als ik mij wel een beetje verwonderd heb over een vader die hoegenaamd niets weet van wat er zoo in zijn eigen huis omgaat. Het loopt tenslotte nog goed af, want de misdaad blijkt een roof moord te zijn geweest, gepleegd door de por tier, die, hoewel da scherpzinnige aanbrenger iedereen van te voren daarvoor heeft ge waarschuwd, ons nog op 't laatst de stuipen op het lijf jaagt door zijn pistool op de amateur-detective af te schieten t Men ziet, liet is een nogal gewrongen, sensationeele geschiedenis, met veel gepraat, dat hier en daar hinderlijk rhetorisch wordt, het werk van een paar ongetwijfeld handige, journalisten-juristen. Handig, zeg ik, want het stuk heeft zeker de verdienste een publiek bezig te houden, al is het dan ook wel eens met wat goedkoope effectmidoden, en al blijft er bij nader inzien van de natuurlijke psychologische ontwikkeling niet zoo heel veel over. Bovendien geeft het aan meerdere executanten ruimschoots gelegenheid tot vaak dankbaar spel. In de eerste plaats zou ik Jan van Ees willen noemen, die het angstig-opgejaagde in de verdachte student Bernt werkelijk voor treffelijk, en meermalen ontroerend, tot uiting bracht. Dat Louis Gimberg de figuur van de rechter van instructie volle recht zou doen wedervaren, was te verwachten. Van Gasteren, in een prachtige grime, ty peerde de „philosophische" boekhouder Scherr uitstekend, terwijl Hans van Ees een uiterst vermakelijk type maakte van de non chalante cabaretier Klatte. Ook Elsensohn (en niet, zooals het programma aangaf, An- ton Roemer dergelijke veranderingen die nen toch te worden meegedeeld --) was bizon der goed als de conciërge Zülke. Joan Rem- melts speelde de vriend Walter, zoon van de rechter, correct en vlot, maar wat weinig ge nuanceerd en mevr. Schwab gaf uiteraard een goede moeder te zien. De overige 'rollen w erden over het algemeen voldoende vertolkt Jan Van der Linden, die echter reeds zoo veel aardig werk in karakterrolletjes leverde, had hier een rol, die hem zeer slecht lag. Zijn spel als advocaat Schreiner was veel te zwaar en heel weinig natuurlijk. Aan het slot memoreerde de heer Klomp het jubileum van Gimberg en bood hem, on der luide instemming van het gehoor, een prachtige krans en een ets aan, den bekenden Berger etser Graadt van Roggen. ^riwas ,veel en ?ul applaus, vooral na de laatste bedrijven, terwijl ditmaal het schoone werk van de heer Filarski ons ook aan deze zijde van het voetlicht van kunst kon doen genieten. 'J- B, van AMÜSQNGEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 9