DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De nieuwe republiek Spanje. 133e Jaargang. Pagelijksch Overzicht .BaaafenBanri Heeft Alfonso XIII geen afstand gedaan? Onlusten in verschillende steden. ALKMAARSGHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. lijf PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN s Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Ho. Directeur; C. KRAK. nOlüERUAfii 16 AP Hl 1^ 1931 Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. DE NIEUWE PEPUBLIEK SPANJE. Tegenstrijdige berichten. L'hïstoire se repète keuze op den voormaligen Nederlandschen minister van Buitenlandsche Zaken Var. Karnebeek zal vallen. De meest verrassende berichten komen er uit Spanje. Eerst de resultaten der gemeente raadsverkiezingen (nog steeds is het werke lijke resultaat daarvan niet bekend en nog steeds is het onzeker, oi de republikeinen wel de meerderheid hebben, hetgeen zelfs hoe langer hoe meer betwijfeld wordt!), dan de abdicatie van Alfonso XIII met al de gevol gen daarvan, en dan een tegenspraak waaruit men zou moeten lezen, dat Alfonso XIII nog steeds geen afstand van zijn rech ten heeft gedaan. Hoe zit het zaakje eigenlijk in elkaar? Gisteren hebben we uit de beriehtcn kun nen lezen, dat Alfonso afstand gedaan had van den troon voor zich zelf en voor zijn ergenamen. Zelfs meldden de telegrammen, dat de koning zijn ontroering niet meester kon blijven, en dat aliemaal klonk zeer ge loofwaardig. En nu komt men vanmorgen met 's konings manifest, dat vertelt, dat Al fonso geen afstand van zijn rechten heeft ge daan. Hij is alleen vertrokken, om het Spaan- sche volk in de gelegenheid te stellen, te kie zen: een monarchie of een republiek! Welnu, het volk zal beslissen. Misschien wel niet onmiddellijk, misschien pas over eenige maanden, over een jaar desnoods, of nog langer misschien, maar het komt. Het komt evengoed als in 1874, toen Spanje ook een republiek was. Een jaar bijna hadden de republikeinen de macht in handen. Toen bleek, dat het leger koningsgezind was en Spanje was weer een koninkrijk. En toen le ken de kansen op een republiek oogenschijn- lijk veel gunstiger dan nu. In die dagen regeerde koningin Isabella 11 welbekend uit de geschiedenis, (of liever, juist voor het uitroepen der republiek had Isabella II geregeerd), maar was wegge jaagd en men had zijn keuze laten vallen op den hertog v. Savoye. Deze beviel evenmin als Isabella II en ook hij verdween. De republiek Spanje deed toen haar intrede in de geschie denis. Krachtige mannen stonden aan het rcer, menschen met republikeinsche begin selen, menschen met een vastberaden wil. Zij hervormden het leger, dat goed uitgerust werd en dat zeer betrouwbaar was. Er heerschte een voorbeeldige discipline, de geest was uitstekend, kortom, de republiek Spanje stond sterk. En toch, zoo sterk was de republikeinsche idee niet, of 11 maanden na het uitroepen der republiek verdween ze weer. Een gene raal nam de regeering over, nadat men in de regeering ruzie had gekregen over de be noeming van een paar bisschoppen. De mo narchisten namen hun kans waar en de nieuwe koning deed zijn intocht in Madrid inder groote geestdrift der bevolking. Hetzelfde volk, dat een jaar eerder de re publikeinen toegejuicht had als redders van het land, datzelfde velk haalde nu zijn ko ning in als redder van het land! Het kan verkeeren, niet waar?! En nu? Terwijl toen, in 1873—1874, krachtige fi guren de leiding hadden in Spanje, terwijl toen een koningin op den troon zat, die daar al heel slecht on haar plaats was, is de toe stand momenteel zoo: weinig krachtige repu blikeinsche figuren en een "koning, die nog altijd populair is. En d i e n o g s t e e d s geen afstand van zijn rechten heeft gedaan! Zoodat Alfonso XIII nog niet „ex" is. Zoodat Spanje welicht nog niet voor altijd een republiek is! DE TOESTAND IN PALESTINA. in net Lagehuis gevraagd naar den hul digen toestand in Palestina, deelde de Brit- sciie onder-minister voor koloniën, dr. Shiels mede, dat afgezien van het op zich zelf staan de incident tijdens de Paaschdagen een lastigen tijd het seizoen rustig verloopen is. In antwoord op de verdere vraag of sinds de publicatie van den brief van den premier aan dr. Weismann, de regeering er in ge slaagd was de Joden en Arabieren tot .ge meenschappelijke vriendschappelijke bespre kingen te vereenigen, deelde dr. Shiels mede, dat de regeering ter zake stappen onder neemt. DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE. In goed ingelichte kringen verluidt, dat bij de diplomatieke onderhandelingen tusschen de regeeringen de Engelsche minister van Buitenlandsche Zaken Henderson als voor zitter van de Ontwapeningsconferentie ge doodverfd wordt, en wel voor het geval, dat de Ontwapeningsconferentie, tegen de En gelsche wenschen in, niet te Londen, doch te Genève zou worden gehouden. Mocht de V. B -Raad in zijn Mei-bijeenkomst echter be slissen, dat dec onferentie te Londen zal plaats hebben, dan verwacht men, dat de DE NIEUWE VLOOTOVEREEN- KOMST. De vaststelling van de eindredactie. De Engelsche, Fransche en Italiaansche deskundigen hebben gisteren besprekingen inzake de definitieve redactie van de vloot- overeenkomst hervat. Na een kortstondige zitting werden de onderhandelingen tot Vrij dag a.s. verdaagd. Massigli is nog niet te Londen gearriveerd. DE DUITSCH—OOSTENRIJKSCHE TOLUNIE. Een pleidooi der Oostenrijk- sche Kamers van K. F. De bijeenkomst van Oostenri,ksche Kamers van Handel, Industrie en Bedrijven heeft gister een resolutie aangenomen, waarin de hcop wordt uitgesproken, dat de pogingen inzake totstandbrenging van een Duitsch Oostenrijksche Tclunie, met succes zullen worden bekroond. De verklaringen van Curtius. In toonaangevende kringen te Genève neemt men aan, dat de verklaringen van den Duitschen Rijksminister van Buitenlandsche Zaken in de Europeesche Commissie tot een groot debat zal leiden, zoodat waarschijnlijk daaruit reeds dan za! blijken welke houding de groote mogendheden in den Volkenbonds raad te dien aanzien zullen aannemen. Een verklaring van Henderson. De Britsche minister van buitenlandsche zaken Henderson heeft in het Lagerhuis ver schillende vragen betreffende de Duitsch Oostenrijksche Tolunie beantwoord. Hij kon, zeide hij, slechts weinig nieuws toevoegen aan zijn reeds afgelegde verklaringen. Slechts wilde hij erop wijzen, dat de Duit- sche Minister van Buitenlandsche Zaken op 31 Maart verklaard heeft, dat hij erop re kent, dat deze aangelegenheid in de zitting van de Volkenbondscommissie voor de Euro peesche Unie zal worden besproken. Spr. pleegt derhalve overleg met zijn ambtgenoot van Handel over de economische uitwerking van de voorgestelde Tolunie. VERGIFTIGE GASSEN IN HET BELGISCHE MAASDAL. Opnieuw ziektegevallen. In de omgeving van Tilleur, Ougrée en Sellissin in het Maasdal, zijn gistermorgen opnieuw tallocze personen onwel geraakt ten gevolge van fabrieksgassen. Een kindje van acht maanden verkeerde in zoo ernstigen toestand, dat het slechts ternauwernood van den dood kon worden gered. Onder de bevolking is een jpaniekstemming ontstaan en de njeeste menschen zijn naar andere plaatsen vertrokken. ONTSNAPTE BANNELINGEN. Een rustig onderhoud met één hunner. „Le Matin" verneemt officieel uit La Ro ebelle dat volgens te Saint Martin de Ré (het eiland waar de tot dwangarbeid veroordeel den hun reis naar Guyana aanvangen) ont vangen bericht, tusschen Juni en September niet minder dan 24 bannelingen wisten te ontsnappen uit Guyana. Het blad noemt de namen van een aantal hunner en onder hen treffe wij aan dien van Etienne Blengino, den eigenaar van een voornaam hotel te Mo naco, die beschuldigd werd zijn vrouw en een zijner dochters vermoord te hebben en deswege tot twintig jaren dwangarbeid werd veroordeeld. Wij zouden hiervan geen melding maken, zegt het Hbicl., inzien zich in verband met dezen Blengino niet opmerkelijke omstandig heid voor deed. Eén dag voor de „Matin" het bericht bracht, verscheen in „Le Journal" een artikel van den bekenden medewerking Geo London het eerste van een serie waaruit bleek dat een onbekende de aandacht van den toe vallig te Monaco toevenden journalist had gevestigd op den teruggekeerden banneling, die in een stadje aan de Italiaansche Rivière zou verblijven. Geo London verloor geen tijd, spoedde zich naar Blenzino's oudste dochter die in de af wezigheid van haar vader diens hotel beheert en wist haar over te halen zich met hem naar den ontvluchte te begeven. Per auto ging het tweetal naar Bordighera en trof daar inder daad Blenzino aan, die rustig in een hotel aan den maaltijd zat. In een tweede artikel begint Geo London zijn onderhoud met Blenzino weer te geven. De ex-forgat vertelt van zijn wedervaren in het bagno, van zijn mede-bannelingen (den intusschen overleden Mestorino o.a.), van zijn vlucht ook met acht lotgenooten, van wie er vijf weer werden opgepakt. -Maar veel bij zonders leverde het gesprek tot dusver niet op. We lezen n.1. nog niet wie indien Blen zino inderdaad onschuldig werd veroordeeld, zooals hijzelf en zijn dochter verklaren dan waarschijnlijk wel de beide moorden heeft gepleegd. En wij lezen evenmin hoe het mo gelijk is dat de ontsnapte banneling zoo rustig nu eens in een hotel en dan weer in een eigen optrekje in Italië kan vertoeven, zonder zelfs zich zorgvuldig schuil te hou den. Alvorens de nieuwste berichten weer te ge ven, zullen we even in aansluiting op "de persstemmen, welke wij gisteren gaven hier nog enkele commentaren laten volgen: Het standpunt'van Italië en het Vaticaan. De gebeurtenissen in Spanje worden in Italië met belangstelling gevolgd. In de krin gen van het Vaticaan neemt men, vooralsnog groote terughoudendheid in acht en ook de „Osservatore Romano", het orgaan van het Vaticaan, onthoudt zich van ieder commen taar. De Italiaansche pers bepaalt zich voor- loopig tot een algemeene beschrijving van de plaatsgehad hebbende omwenteling, zonder echter op de buitenlandsche politieke merites dharvan in te gaan. Het officieuze blad „Giornale d'Italia" verklaart dat de gebeurtenissen in Spanje met kalmte en onpartijdigheid' moeten worden beschouwd aangezien het hier de interne aangelegenheden van Spanje geldt. Het blad is van meening dat het lot van den koning als gevolg van de verdeeldheid nog niet de finitief beslist schijnt te zijn. De „Tribuna" meent dat de huidige ge beurtenissen zich in zooverre niet van de ge beurtenissen der laatste honderd jaren onder scheiden, dat zij aan de oppervlakte van het volksleven zijn gebleven. Spanje heeft zich steeds heldere ideeën gevormd waar het de uiting van nationale wenschen betrof. De „Lavoro Fascista" is de meening toe gedaan dat die gebeurtenissen in Spanje slechts een voorbijgaandé dramatische betee- kenis kunnen hebben. Het blad stelt de vraag of het gelukken zal de door overlevering verstarde elementen van het politiek tooneel te verwijderen. Ook de huidige „nieuwe mannen" schijnen niet de dragers van een nieuwe gedachte te zijn. Het blad verklaart dan verder dat men te Parijs niet zonder belangstelling hetgeen er thans in Spanje gebeurt gadeslaat. Cata- lonië is een oud rransch desideratum, dat opnieuw zou kunnen opleven en ook Marokko is een gebied waarbij Frankrijk in hooge mate geïnteresseerd is. De nieuwe toestand wordt gekenmerkt door verval en politieke verlegenheid, maar ook door versterking van de buitenlandsche begeerigheid, niet slechts uitgaande naar de laatste overblijfselen van wat eenmaal het grootste koloniale we reldrijk was, doch tevens naar het hart van Spanje zelf. De „Lavoro Fascista" zegt in de Vaticaan- sche Stad vernomen te hebben dat de regee- ringswisseling in Spanje den Heiligen Stoel niet met bezorgdheid vervult, aangezien van de zijde van enkele vertegenwoordigers van het nieuwe regiem reeds bepaalde toezeggin gen ontvangen werden. Men is slechts be zorgd over het lot van de Koninklijke Familie aangezien Z. H. de Paus, naar men weet, met Haar steeds in nauwe relatie heeft ge staan. De Apostolische Nuntius blijft voor- loopig te Madrid in afwachting van de ver dere ontwikkeling van de situatie, welke door het Vaticaan met een zeker optimisme wordt gadegeslagen. Parijsche persstemmen. De Fransche rechtsche pers is bij de beoor deeling van de gebeurtenissen in Spanje nog niet van haar terughoudendheid afgeweken. De „Intransigeant" schrijft, dat men in Frankrijk nimmer zal vergeten, dat de Ko ning zich juist in een tijd, toen in Spanje niet veel vrienden werden gevonden, zich een goed vriend getoond heeft. Indien de nieuwe republiek dezelfde goede betrekkingen met Frankrijk blijft onderhouden, zal dit landde ontwikkeling der gebeurtenissen met belang stelling volgen. Ook de „Temps" herinnert aan de francophiele gevoelens van den Ko ning gedurende den wereldoorlog, op grond waarvan hij recht heeft op achting en erken telijkheid. De door de Republikeinen zoo gemakkelijk behaalde overwinning mag niet de groote moeilijkheden over het hoofd doen zien, waarmede de nieuwe regeering te kam pen zal hebben, teneinde het land tot bloei te brengen. Het „Journal des Débats" merkt o.a. op, dat het moeilijk is, met het oog op de naaste toekomst van Spanje een zekere bezorgdheid te onderdrukken. De nieuwe republikeinsche minister-president Zamora is ongetwijfeld een man, die het beste met zijn vaderland voor heeft. Of het hem gelukken zal den toe stand meester te blijven is nog de vraagIn tegenstelling hiermede betoont de „Soir zicn optimistisch ten opzichte van de toekomst Het socialistisch orgaan meent dat ae Snaansche republiek levensvatbaar is en Groote dingen tot stand zal kunnen brengen. De gevolgen voor Frankrijk. In Parijsche politieke kringen hecrscht naar aanleiding van de omwenteling in Spanje eenige bezorgdheid. Er wordt op ge wezen, dat de Spaansche revolutie het prijs geven'van het Marokkaansch gebied in be ginsel in haar program heeft opgenomen. Door de consequenties hiervan zou Frankrijk zich voor ernstige politieke en militaire moei lijkheden gesteld zien. Het was juist door de gemeenschappelijke verhoudng in de Ma- rokkaansche kwestie, dat de betrekkingen tus schen Frankrijk en Spanje den laatsten tijd bijzonder vriendschappelijk werden. De ambassadeur te Parijs vraagt ontslag. De Spaansche Ambassadeur te Parijs Quinones de Leon heeft aan de Republikein sche regeering telegrafisch zijn ontslag aan geboden. Hij zal de loopende zaken afwik kelen totdat zijn opvolger te Parijs zal zijn aangekomen. De politiek der nieuwe regeering. De buitenlandsche politieke verslaggever van den „Matin", Jules Sauerwein, heeft een onderhoud gehad met den nieuwen minister van binnenlandsche zaken Maura, en den minister van buitenlandsche zaken Lerroux. Maura verklaarde, dat het de taak van de nieuwe regeering zal zijn om een eensgezind Spanje en een republiek der orde te scheppen en een versplinteren naar links te voorkomen. Spr. voegde hieraan toe, dat het niet noo dig was zijn liefde voor Frankrijk te bewij zen. In 1914 had men hem bijna gelyncht, toen hij van de Marne terugkeerde en een Spaansch-Fransche vriendschap verdedigde. Ongeregeldheden te Barcelona. Volgens berichten uit Madrid werden tij dens ongeregeldheden te Barcelona 6 perso nen gedood en ruim 100 gewond. De republikeinsche vlag op het koninklijk paleis. Gistermiddag heeft de brandweer op het koninklijk paleis een groot aanblakbiljet be vestigd met het opschrift: „Volk, eerbiedig dit gebouw, want het behoort U toe". Vervol gens werd het koninklijk wapen met de repu blikeinsche vlag bedekt. Terzelfdertiid werd een republikeinsche vlag op het paleis gehe- schen. De oppercommissaris van Marokko en de commandant van de vloot hebben de nieu we regeering telegrafisch hun aanhankelijk heid betuigd. De trein, die de koningin en hare kinderen van Madrid naar de Fransche grens bracht is te Avila en Valladolid door een groote menschenmenigte stormachtig toegejuicht. Te Valladolid kruiste de koninklijke trein den trein, die de drie verbannen minister uit Parijs naar Madrid bracht. Incidenten de den zich hierbij niet voor. De torpedobootflottilje, die te Barcelona in den haven lag, is uitgevaren om op open zee bevelen af te wachten. Om 8 uur voeren de schepen echter weer met de republikeinsche vlag in top de haven binnen. Laat in den avond zijn de nieuwe ministers weer bijeen gekomen teneinde eenige belangrijke beslui ten te nemen. Diplomatieke mutaties. Volgens te Londen ontvangen berichten houdt men te Madrid rekening met de moge lijkheid, dat Ortega Y Gasset tot Spaansch ambassadeur te Berlijn zal worden benoemd. De Spaansche Ambassade te Londen beves tigt, dat de Spaansche Ambassadeur Markies Merry del Val bij het Spaansche Ministerie van Buitenlandsche Zaken zijn ontslag heeft gevraagd. Hij was doyen van het corps di- plomatiaue en fungeerde 18 jaren lang als Ambassadeur te Londen. Processen over de verantwoorde lijkheid der monarchie. De eerste volledige ministerraad heeft be sloten onmiddellijk drie processen te begin nen over de verantwoordelijkheid der monar- chic. Het eerste proces zal de catastrofale mili taire nederlaag behandelen te Mihlla in 1921 waarbij meer dan 10.000 Spaansche levens verloren gingen. Het tweede proces is o-ericht tegen de handelingen van alle leden der dictatuur-Berenguer, tijdens den duur van hun ambtstijd. Het derde proces beoogt de revisie van het vonnis van den krijgsraad inzake de opstand te Jaca. De reis van kening Alfonso. Ex-koning Alfonso zal te Marseille aan land gaan, ten einde naar Parijs door te rei zen, waar de koningin met het gevolg heden ochtend verwacht werd. Den infant Don Juan, wien te Gibraltar bovenstaande medegedeeld werd, werd ver zocht zich eveneens naar Parijs te bi-geven. Het vertrek van den infant Juan. Volgens te Parijs ingekomen berichten uit goede bron blijft de infant van Spanje Juan te Gibraltar. Omtrent zijn vertrek naar Frankrijk of Engeland staat voor het oogen- blik nog niets vast. Een manifest van koning Alfonso. Naar gemeld wordt heeft koning Alfonso bij zijn vertrek uit Madrid een manifest ach tergelaten, waarin o.a. het volgende vervat is: Totdat het volk zich heeft uitgesproken onthoud ik mij van nu af aan uit vrijen wil van de uitoefening van de koninklijke macht en vertrek uit Spanje, dat in zijn verdere toekomst alleen moet beslissen. Volgens Havas aan het Hbld. luidt dit manifest als volgt: De verkiezingen, die Zondag gehouden werden, toonen mij duidelijk, dat ik thans de liefde van mijn volk verloren heb. Mijn gewe ten zegt mij, dat deze afkeer niet definitief zal zijn daar ik er steeds naar gestreefd heb, Spanje te dienen. Mijn eenige doel was name lijk het publieke zelfs onder de meest kritieke omstandigheden. Een koning kan zich ver gissen en ongetwijfeld heb ik zelf soms ge dwaald. Maar ik weet wel, dat ons vaderland zich steeds tegenover fouten waaraan geen kwaadwilligheid ten grondslag ligt, groot moedig heeft getoond. Ik ben de koning van alle Spanjaarden en ik ben zelf Spanjaard Ik had verschillende middelen kunnen aanwen den om de koninklijke voorrechten te hand haven en mijn tegenstanders doeltreffend te bestrijden. Maar ik wil alles ter zijde laten wat mijn landgenooten in een moorddadigen broederoorlog zou kunnen storten. Ik zie van geen mijner rechten af, daar zij meer nog dan aanspraken mijnerzijds alleen, een door de geschiedenis bijeengebracht goed vormen en daar ik eens strenge verantwoor ding zal moeten afleggen over het beheer van dezen schat. Ik wacht de werkelijke uiting van de open bare meening van het volk af en tot de natie zich geuit heeft zie ik vrijwillig tijdelijk af van de uitoefening der koniniriijke macht en verwijder mij uit Spanje. Hiermede erken ik dat Spanje alleen meester van zijn lot is. Ook thans geloof ik den mij door liefde voor mijn vaderland voorgeschreven plicht te vervullen. Ik smeek God dat de overige Spanjaarden zich even diep bewust van hun plicht mogen zijn als ik. Geen formeele abdicatie van Alfonso. Thans wordt medegedeeld, dat de koning niet formeel afstand van den troon heeft ge daan. In tegenstelling met andersluidende be richten verneemt Reuter van bevoegde zijde, dat de koning vóór zijn vertrek geen enkel document, van welken aard dan ook, heeft onderteekend. 's Konings laatste oogenblikken op Spaanschen bodem. Omtrent de laatste oogenblikken van den afgetreden koning op Spaanschen bodem wordt uit Cartagena gemeld: Koning Al fonso, die hedenmorgen 4 uur in Carthagena aankwam, begaf zich naar het arsenaal, waar de bevelhebber, generaal Magaz, de mili taire gouverneur en de officieren van het leger en de vloot hem in groot-tenue opwachtten. De koning leek kalm en groette de aanwe zigen. Toen hij echter iets wilde zeggen, kon hij van ontroering slechts enkele woorden over zijn lippen krijgen. Hij zeide slechts: Ik zal in de overlevering blijven voortleven". Daarop ging hij met zijn begeleiders aan boord van den kruiser „Principe Alfonso", die koers zette naar Londen. Op weg naar Marseille. Reuter meldt uit Gibraltar dat uit betrouw bare bron wordt vernomen, dat de kruiser „Principe Alphonso" met den Spaanschen koning aan boord op weg is naai Marseille. De infant Juan is nog in Gibraltar. Om trent zijn vertrek naar Frankrijk of Engeland is nog geen beslissing genomen. Het vertrek der koningin. De koningin en haar kinderen verlieten het koninklijk paleis te 9 uur 's morgens met auto's, welke hen naar het station El Escorial brachten, waar zij te ongeveer 11 uur aan kwamen. De koninklijke familie begaf zich naar de wachtkamer, waar zij werd begroet door ad miraal Aznar, Romanones, Garcia Prieto, De Hoyos, generaal San Jurjo en tal van leden der aristocratie. Een half uur later namen de koningin en haar kinderen in een salonrijtuig plaats. De prins van Asturië werd op een draag baar ingedragen. Het rijtuig werd aan den Zuid-express ge haakt, die te 12 uur 's middags vertrok. De koninklijke familie werd tot aan de grens vergezeld door generaal San Jurjo, markies De Hoyos en de hertogin De Miranda. Het vertrek kenmerkte zich door groote ontroe ring. Er werd „leve de koning" geroepen. Eenige bewoners van El Escorial antwoord den met „leve de republiek", hetgeen een klein incident verwekte. Blijkens een Reuterbericht uit Hendaye kwam het gezelschap daar tegen negen uur s avonds aan. Er deden zich geen incidenten voor. Op het Kensington Palace, het paleis van prinses Beatrice (de schoonmoeder van koning Alfonso) was gisteren niets bekend van voorbereidingen voor de ontvangst der Spaansche koninklijke familie. Ongeregeldheden in verschillende sleden. Uit Madrid wordt gemeld, dat gisleren be halve in Barcelona, ook in andere steden on geregeldheden zijn voorgekomen. Te öuelva

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1