DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De nieuwe republiek Spanje.
133e Jaargang.
Pagelijksch Overzicht
.BaaafenBanri
Heeft Alfonso XIII geen afstand gedaan?
Onlusten in verschillende steden.
ALKMAARSGHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
lijf
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN s
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Ho.
Directeur; C. KRAK.
nOlüERUAfii 16 AP Hl 1^ 1931
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
DE NIEUWE PEPUBLIEK SPANJE.
Tegenstrijdige berichten.
L'hïstoire se repète
keuze op den voormaligen Nederlandschen
minister van Buitenlandsche Zaken Var.
Karnebeek zal vallen.
De meest verrassende berichten komen er
uit Spanje. Eerst de resultaten der gemeente
raadsverkiezingen (nog steeds is het werke
lijke resultaat daarvan niet bekend en nog
steeds is het onzeker, oi de republikeinen wel
de meerderheid hebben, hetgeen zelfs hoe
langer hoe meer betwijfeld wordt!), dan de
abdicatie van Alfonso XIII met al de gevol
gen daarvan, en dan een tegenspraak
waaruit men zou moeten lezen, dat Alfonso
XIII nog steeds geen afstand van zijn rech
ten heeft gedaan.
Hoe zit het zaakje eigenlijk in elkaar?
Gisteren hebben we uit de beriehtcn kun
nen lezen, dat Alfonso afstand gedaan had
van den troon voor zich zelf en voor zijn
ergenamen. Zelfs meldden de telegrammen,
dat de koning zijn ontroering niet meester
kon blijven, en dat aliemaal klonk zeer ge
loofwaardig. En nu komt men vanmorgen
met 's konings manifest, dat vertelt, dat Al
fonso geen afstand van zijn rechten heeft ge
daan. Hij is alleen vertrokken, om het Spaan-
sche volk in de gelegenheid te stellen, te kie
zen: een monarchie of een republiek!
Welnu, het volk zal beslissen. Misschien
wel niet onmiddellijk, misschien pas over
eenige maanden, over een jaar desnoods, of
nog langer misschien, maar het komt. Het
komt evengoed als in 1874, toen Spanje ook
een republiek was. Een jaar bijna hadden de
republikeinen de macht in handen. Toen
bleek, dat het leger koningsgezind was en
Spanje was weer een koninkrijk. En toen le
ken de kansen op een republiek oogenschijn-
lijk veel gunstiger dan nu.
In die dagen regeerde koningin Isabella 11
welbekend uit de geschiedenis, (of liever,
juist voor het uitroepen der republiek had
Isabella II geregeerd), maar was wegge
jaagd en men had zijn keuze laten vallen op
den hertog v. Savoye. Deze beviel evenmin als
Isabella II en ook hij verdween. De republiek
Spanje deed toen haar intrede in de geschie
denis. Krachtige mannen stonden aan het
rcer, menschen met republikeinsche begin
selen, menschen met een vastberaden wil.
Zij hervormden het leger, dat goed uitgerust
werd en dat zeer betrouwbaar was. Er
heerschte een voorbeeldige discipline, de
geest was uitstekend, kortom, de republiek
Spanje stond sterk.
En toch, zoo sterk was de republikeinsche
idee niet, of 11 maanden na het uitroepen
der republiek verdween ze weer. Een gene
raal nam de regeering over, nadat men in
de regeering ruzie had gekregen over de be
noeming van een paar bisschoppen. De mo
narchisten namen hun kans waar en de
nieuwe koning deed zijn intocht in Madrid
inder groote geestdrift der bevolking.
Hetzelfde volk, dat een jaar eerder de re
publikeinen toegejuicht had als redders van
het land, datzelfde velk haalde nu zijn ko
ning in als redder van het land!
Het kan verkeeren, niet waar?!
En nu?
Terwijl toen, in 1873—1874, krachtige fi
guren de leiding hadden in Spanje, terwijl
toen een koningin op den troon zat, die daar
al heel slecht on haar plaats was, is de toe
stand momenteel zoo: weinig krachtige repu
blikeinsche figuren en een "koning, die nog
altijd populair is. En d i e n o g s t e e d s
geen afstand van zijn rechten
heeft gedaan!
Zoodat Alfonso XIII nog niet „ex" is.
Zoodat Spanje welicht nog niet voor altijd
een republiek is!
DE TOESTAND IN PALESTINA.
in net Lagehuis gevraagd naar den hul
digen toestand in Palestina, deelde de Brit-
sciie onder-minister voor koloniën, dr. Shiels
mede, dat afgezien van het op zich zelf staan
de incident tijdens de Paaschdagen een
lastigen tijd het seizoen rustig verloopen
is.
In antwoord op de verdere vraag of sinds
de publicatie van den brief van den premier
aan dr. Weismann, de regeering er in ge
slaagd was de Joden en Arabieren tot .ge
meenschappelijke vriendschappelijke bespre
kingen te vereenigen, deelde dr. Shiels mede,
dat de regeering ter zake stappen onder
neemt.
DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE.
In goed ingelichte kringen verluidt, dat bij
de diplomatieke onderhandelingen tusschen
de regeeringen de Engelsche minister van
Buitenlandsche Zaken Henderson als voor
zitter van de Ontwapeningsconferentie ge
doodverfd wordt, en wel voor het geval, dat
de Ontwapeningsconferentie, tegen de En
gelsche wenschen in, niet te Londen, doch te
Genève zou worden gehouden. Mocht de V.
B -Raad in zijn Mei-bijeenkomst echter be
slissen, dat dec onferentie te Londen zal
plaats hebben, dan verwacht men, dat de
DE NIEUWE VLOOTOVEREEN-
KOMST.
De vaststelling van de eindredactie.
De Engelsche, Fransche en Italiaansche
deskundigen hebben gisteren besprekingen
inzake de definitieve redactie van de vloot-
overeenkomst hervat. Na een kortstondige
zitting werden de onderhandelingen tot Vrij
dag a.s. verdaagd. Massigli is nog niet te
Londen gearriveerd.
DE DUITSCH—OOSTENRIJKSCHE
TOLUNIE.
Een pleidooi der Oostenrijk-
sche Kamers van K. F.
De bijeenkomst van Oostenri,ksche Kamers
van Handel, Industrie en Bedrijven heeft
gister een resolutie aangenomen, waarin de
hcop wordt uitgesproken, dat de pogingen
inzake totstandbrenging van een Duitsch
Oostenrijksche Tclunie, met succes zullen
worden bekroond.
De verklaringen van Curtius.
In toonaangevende kringen te Genève
neemt men aan, dat de verklaringen van den
Duitschen Rijksminister van Buitenlandsche
Zaken in de Europeesche Commissie tot een
groot debat zal leiden, zoodat waarschijnlijk
daaruit reeds dan za! blijken welke houding
de groote mogendheden in den Volkenbonds
raad te dien aanzien zullen aannemen.
Een verklaring van Henderson.
De Britsche minister van buitenlandsche
zaken Henderson heeft in het Lagerhuis ver
schillende vragen betreffende de Duitsch
Oostenrijksche Tolunie beantwoord. Hij kon,
zeide hij, slechts weinig nieuws toevoegen
aan zijn reeds afgelegde verklaringen.
Slechts wilde hij erop wijzen, dat de Duit-
sche Minister van Buitenlandsche Zaken op
31 Maart verklaard heeft, dat hij erop re
kent, dat deze aangelegenheid in de zitting
van de Volkenbondscommissie voor de Euro
peesche Unie zal worden besproken. Spr.
pleegt derhalve overleg met zijn ambtgenoot
van Handel over de economische uitwerking
van de voorgestelde Tolunie.
VERGIFTIGE GASSEN IN HET
BELGISCHE MAASDAL.
Opnieuw ziektegevallen.
In de omgeving van Tilleur, Ougrée en
Sellissin in het Maasdal, zijn gistermorgen
opnieuw tallocze personen onwel geraakt ten
gevolge van fabrieksgassen. Een kindje van
acht maanden verkeerde in zoo ernstigen
toestand, dat het slechts ternauwernood
van den dood kon worden gered.
Onder de bevolking is een jpaniekstemming
ontstaan en de njeeste menschen zijn naar
andere plaatsen vertrokken.
ONTSNAPTE BANNELINGEN.
Een rustig onderhoud met één
hunner.
„Le Matin" verneemt officieel uit La Ro
ebelle dat volgens te Saint Martin de Ré (het
eiland waar de tot dwangarbeid veroordeel
den hun reis naar Guyana aanvangen) ont
vangen bericht, tusschen Juni en September
niet minder dan 24 bannelingen wisten te
ontsnappen uit Guyana. Het blad noemt de
namen van een aantal hunner en onder hen
treffe wij aan dien van Etienne Blengino,
den eigenaar van een voornaam hotel te Mo
naco, die beschuldigd werd zijn vrouw en
een zijner dochters vermoord te hebben en
deswege tot twintig jaren dwangarbeid werd
veroordeeld.
Wij zouden hiervan geen melding maken,
zegt het Hbicl., inzien zich in verband met
dezen Blengino niet opmerkelijke omstandig
heid voor deed.
Eén dag voor de „Matin" het bericht
bracht, verscheen in „Le Journal" een artikel
van den bekenden medewerking Geo London
het eerste van een serie waaruit bleek
dat een onbekende de aandacht van den toe
vallig te Monaco toevenden journalist had
gevestigd op den teruggekeerden banneling,
die in een stadje aan de Italiaansche Rivière
zou verblijven.
Geo London verloor geen tijd, spoedde zich
naar Blenzino's oudste dochter die in de af
wezigheid van haar vader diens hotel beheert
en wist haar over te halen zich met hem naar
den ontvluchte te begeven. Per auto ging het
tweetal naar Bordighera en trof daar inder
daad Blenzino aan, die rustig in een hotel
aan den maaltijd zat.
In een tweede artikel begint Geo London
zijn onderhoud met Blenzino weer te geven.
De ex-forgat vertelt van zijn wedervaren in
het bagno, van zijn mede-bannelingen (den
intusschen overleden Mestorino o.a.), van
zijn vlucht ook met acht lotgenooten, van wie
er vijf weer werden opgepakt. -Maar veel bij
zonders leverde het gesprek tot dusver niet
op.
We lezen n.1. nog niet wie indien Blen
zino inderdaad onschuldig werd veroordeeld,
zooals hijzelf en zijn dochter verklaren
dan waarschijnlijk wel de beide moorden heeft
gepleegd. En wij lezen evenmin hoe het mo
gelijk is dat de ontsnapte banneling zoo
rustig nu eens in een hotel en dan weer in
een eigen optrekje in Italië kan vertoeven,
zonder zelfs zich zorgvuldig schuil te hou
den.
Alvorens de nieuwste berichten weer te ge
ven, zullen we even in aansluiting op "de
persstemmen, welke wij gisteren gaven
hier nog enkele commentaren laten volgen:
Het standpunt'van Italië en het
Vaticaan.
De gebeurtenissen in Spanje worden in
Italië met belangstelling gevolgd. In de krin
gen van het Vaticaan neemt men, vooralsnog
groote terughoudendheid in acht en ook de
„Osservatore Romano", het orgaan van het
Vaticaan, onthoudt zich van ieder commen
taar. De Italiaansche pers bepaalt zich voor-
loopig tot een algemeene beschrijving van de
plaatsgehad hebbende omwenteling, zonder
echter op de buitenlandsche politieke merites
dharvan in te gaan.
Het officieuze blad „Giornale d'Italia"
verklaart dat de gebeurtenissen in Spanje
met kalmte en onpartijdigheid' moeten worden
beschouwd aangezien het hier de interne
aangelegenheden van Spanje geldt. Het blad
is van meening dat het lot van den koning
als gevolg van de verdeeldheid nog niet de
finitief beslist schijnt te zijn.
De „Tribuna" meent dat de huidige ge
beurtenissen zich in zooverre niet van de ge
beurtenissen der laatste honderd jaren onder
scheiden, dat zij aan de oppervlakte van het
volksleven zijn gebleven.
Spanje heeft zich steeds heldere ideeën
gevormd waar het de uiting van nationale
wenschen betrof.
De „Lavoro Fascista" is de meening toe
gedaan dat die gebeurtenissen in Spanje
slechts een voorbijgaandé dramatische betee-
kenis kunnen hebben. Het blad stelt de vraag
of het gelukken zal de door overlevering
verstarde elementen van het politiek tooneel
te verwijderen.
Ook de huidige „nieuwe mannen" schijnen
niet de dragers van een nieuwe gedachte te
zijn. Het blad verklaart dan verder dat men
te Parijs niet zonder belangstelling hetgeen
er thans in Spanje gebeurt gadeslaat. Cata-
lonië is een oud rransch desideratum, dat
opnieuw zou kunnen opleven en ook Marokko
is een gebied waarbij Frankrijk in hooge
mate geïnteresseerd is. De nieuwe toestand
wordt gekenmerkt door verval en politieke
verlegenheid, maar ook door versterking van
de buitenlandsche begeerigheid, niet slechts
uitgaande naar de laatste overblijfselen
van wat eenmaal het grootste koloniale we
reldrijk was, doch tevens naar het hart van
Spanje zelf.
De „Lavoro Fascista" zegt in de Vaticaan-
sche Stad vernomen te hebben dat de regee-
ringswisseling in Spanje den Heiligen Stoel
niet met bezorgdheid vervult, aangezien van
de zijde van enkele vertegenwoordigers van
het nieuwe regiem reeds bepaalde toezeggin
gen ontvangen werden. Men is slechts be
zorgd over het lot van de Koninklijke Familie
aangezien Z. H. de Paus, naar men weet,
met Haar steeds in nauwe relatie heeft ge
staan. De Apostolische Nuntius blijft voor-
loopig te Madrid in afwachting van de ver
dere ontwikkeling van de situatie, welke door
het Vaticaan met een zeker optimisme wordt
gadegeslagen.
Parijsche persstemmen.
De Fransche rechtsche pers is bij de beoor
deeling van de gebeurtenissen in Spanje nog
niet van haar terughoudendheid afgeweken.
De „Intransigeant" schrijft, dat men in
Frankrijk nimmer zal vergeten, dat de Ko
ning zich juist in een tijd, toen in Spanje niet
veel vrienden werden gevonden, zich een
goed vriend getoond heeft. Indien de nieuwe
republiek dezelfde goede betrekkingen met
Frankrijk blijft onderhouden, zal dit landde
ontwikkeling der gebeurtenissen met belang
stelling volgen. Ook de „Temps" herinnert
aan de francophiele gevoelens van den Ko
ning gedurende den wereldoorlog, op grond
waarvan hij recht heeft op achting en erken
telijkheid. De door de Republikeinen zoo
gemakkelijk behaalde overwinning mag niet
de groote moeilijkheden over het hoofd doen
zien, waarmede de nieuwe regeering te kam
pen zal hebben, teneinde het land tot bloei te
brengen.
Het „Journal des Débats" merkt o.a. op,
dat het moeilijk is, met het oog op de naaste
toekomst van Spanje een zekere bezorgdheid
te onderdrukken. De nieuwe republikeinsche
minister-president Zamora is ongetwijfeld
een man, die het beste met zijn vaderland
voor heeft. Of het hem gelukken zal den toe
stand meester te blijven is nog de vraagIn
tegenstelling hiermede betoont de „Soir zicn
optimistisch ten opzichte van de toekomst
Het socialistisch orgaan meent dat ae
Snaansche republiek levensvatbaar is en
Groote dingen tot stand zal kunnen brengen.
De gevolgen voor Frankrijk.
In Parijsche politieke kringen hecrscht
naar aanleiding van de omwenteling in
Spanje eenige bezorgdheid. Er wordt op ge
wezen, dat de Spaansche revolutie het prijs
geven'van het Marokkaansch gebied in be
ginsel in haar program heeft opgenomen.
Door de consequenties hiervan zou Frankrijk
zich voor ernstige politieke en militaire moei
lijkheden gesteld zien. Het was juist door
de gemeenschappelijke verhoudng in de Ma-
rokkaansche kwestie, dat de betrekkingen tus
schen Frankrijk en Spanje den laatsten tijd
bijzonder vriendschappelijk werden.
De ambassadeur te Parijs vraagt
ontslag.
De Spaansche Ambassadeur te Parijs
Quinones de Leon heeft aan de Republikein
sche regeering telegrafisch zijn ontslag aan
geboden. Hij zal de loopende zaken afwik
kelen totdat zijn opvolger te Parijs zal zijn
aangekomen.
De politiek der nieuwe regeering.
De buitenlandsche politieke verslaggever
van den „Matin", Jules Sauerwein, heeft een
onderhoud gehad met den nieuwen minister
van binnenlandsche zaken Maura, en den
minister van buitenlandsche zaken Lerroux.
Maura verklaarde, dat het de taak van de
nieuwe regeering zal zijn om een eensgezind
Spanje en een republiek der orde te scheppen
en een versplinteren naar links te voorkomen.
Spr. voegde hieraan toe, dat het niet noo
dig was zijn liefde voor Frankrijk te bewij
zen. In 1914 had men hem bijna gelyncht,
toen hij van de Marne terugkeerde en een
Spaansch-Fransche vriendschap verdedigde.
Ongeregeldheden te Barcelona.
Volgens berichten uit Madrid werden tij
dens ongeregeldheden te Barcelona 6 perso
nen gedood en ruim 100 gewond.
De republikeinsche vlag op het
koninklijk paleis.
Gistermiddag heeft de brandweer op het
koninklijk paleis een groot aanblakbiljet be
vestigd met het opschrift: „Volk, eerbiedig dit
gebouw, want het behoort U toe". Vervol
gens werd het koninklijk wapen met de repu
blikeinsche vlag bedekt. Terzelfdertiid werd
een republikeinsche vlag op het paleis gehe-
schen. De oppercommissaris van Marokko en
de commandant van de vloot hebben de nieu
we regeering telegrafisch hun aanhankelijk
heid betuigd.
De trein, die de koningin en hare kinderen
van Madrid naar de Fransche grens bracht
is te Avila en Valladolid door een groote
menschenmenigte stormachtig toegejuicht.
Te Valladolid kruiste de koninklijke trein
den trein, die de drie verbannen minister uit
Parijs naar Madrid bracht. Incidenten de
den zich hierbij niet voor.
De torpedobootflottilje, die te Barcelona in
den haven lag, is uitgevaren om op open zee
bevelen af te wachten. Om 8 uur voeren de
schepen echter weer met de republikeinsche
vlag in top de haven binnen. Laat in den
avond zijn de nieuwe ministers weer bijeen
gekomen teneinde eenige belangrijke beslui
ten te nemen.
Diplomatieke mutaties.
Volgens te Londen ontvangen berichten
houdt men te Madrid rekening met de moge
lijkheid, dat Ortega Y Gasset tot Spaansch
ambassadeur te Berlijn zal worden benoemd.
De Spaansche Ambassade te Londen beves
tigt, dat de Spaansche Ambassadeur Markies
Merry del Val bij het Spaansche Ministerie
van Buitenlandsche Zaken zijn ontslag heeft
gevraagd. Hij was doyen van het corps di-
plomatiaue en fungeerde 18 jaren lang als
Ambassadeur te Londen.
Processen over de verantwoorde
lijkheid der monarchie.
De eerste volledige ministerraad heeft be
sloten onmiddellijk drie processen te begin
nen over de verantwoordelijkheid der monar-
chic.
Het eerste proces zal de catastrofale mili
taire nederlaag behandelen te Mihlla in
1921 waarbij meer dan 10.000 Spaansche
levens verloren gingen. Het tweede proces is
o-ericht tegen de handelingen van alle leden
der dictatuur-Berenguer, tijdens den duur
van hun ambtstijd.
Het derde proces beoogt de revisie van het
vonnis van den krijgsraad inzake de opstand
te Jaca.
De reis van kening Alfonso.
Ex-koning Alfonso zal te Marseille aan
land gaan, ten einde naar Parijs door te rei
zen, waar de koningin met het gevolg heden
ochtend verwacht werd.
Den infant Don Juan, wien te Gibraltar
bovenstaande medegedeeld werd, werd ver
zocht zich eveneens naar Parijs te bi-geven.
Het vertrek van den infant Juan.
Volgens te Parijs ingekomen berichten uit
goede bron blijft de infant van Spanje Juan
te Gibraltar. Omtrent zijn vertrek naar
Frankrijk of Engeland staat voor het oogen-
blik nog niets vast.
Een manifest van koning Alfonso.
Naar gemeld wordt heeft koning Alfonso
bij zijn vertrek uit Madrid een manifest ach
tergelaten, waarin o.a. het volgende vervat
is:
Totdat het volk zich heeft uitgesproken
onthoud ik mij van nu af aan uit vrijen wil
van de uitoefening van de koninklijke macht
en vertrek uit Spanje, dat in zijn verdere
toekomst alleen moet beslissen.
Volgens Havas aan het Hbld. luidt dit
manifest als volgt:
De verkiezingen, die Zondag gehouden
werden, toonen mij duidelijk, dat ik thans de
liefde van mijn volk verloren heb. Mijn gewe
ten zegt mij, dat deze afkeer niet definitief
zal zijn daar ik er steeds naar gestreefd heb,
Spanje te dienen. Mijn eenige doel was name
lijk het publieke zelfs onder de meest kritieke
omstandigheden. Een koning kan zich ver
gissen en ongetwijfeld heb ik zelf soms ge
dwaald. Maar ik weet wel, dat ons vaderland
zich steeds tegenover fouten waaraan geen
kwaadwilligheid ten grondslag ligt, groot
moedig heeft getoond. Ik ben de koning van
alle Spanjaarden en ik ben zelf Spanjaard Ik
had verschillende middelen kunnen aanwen
den om de koninklijke voorrechten te hand
haven en mijn tegenstanders doeltreffend te
bestrijden. Maar ik wil alles ter zijde laten
wat mijn landgenooten in een moorddadigen
broederoorlog zou kunnen storten.
Ik zie van geen mijner rechten af, daar zij
meer nog dan aanspraken mijnerzijds alleen,
een door de geschiedenis bijeengebracht goed
vormen en daar ik eens strenge verantwoor
ding zal moeten afleggen over het beheer
van dezen schat.
Ik wacht de werkelijke uiting van de open
bare meening van het volk af en tot de natie
zich geuit heeft zie ik vrijwillig tijdelijk af
van de uitoefening der koniniriijke macht en
verwijder mij uit Spanje. Hiermede erken ik
dat Spanje alleen meester van zijn lot is. Ook
thans geloof ik den mij door liefde voor mijn
vaderland voorgeschreven plicht te vervullen.
Ik smeek God dat de overige Spanjaarden
zich even diep bewust van hun plicht mogen
zijn als ik.
Geen formeele abdicatie van Alfonso.
Thans wordt medegedeeld, dat de koning
niet formeel afstand van den troon heeft ge
daan.
In tegenstelling met andersluidende be
richten verneemt Reuter van bevoegde zijde,
dat de koning vóór zijn vertrek geen enkel
document, van welken aard dan ook, heeft
onderteekend.
's Konings laatste oogenblikken
op Spaanschen bodem.
Omtrent de laatste oogenblikken van den
afgetreden koning op Spaanschen bodem
wordt uit Cartagena gemeld: Koning Al
fonso, die hedenmorgen 4 uur in Carthagena
aankwam, begaf zich naar het arsenaal, waar
de bevelhebber, generaal Magaz, de mili
taire gouverneur en de officieren van het leger
en de vloot hem in groot-tenue opwachtten.
De koning leek kalm en groette de aanwe
zigen. Toen hij echter iets wilde zeggen, kon
hij van ontroering slechts enkele woorden
over zijn lippen krijgen. Hij zeide slechts: Ik
zal in de overlevering blijven voortleven".
Daarop ging hij met zijn begeleiders aan
boord van den kruiser „Principe Alfonso",
die koers zette naar Londen.
Op weg naar Marseille.
Reuter meldt uit Gibraltar dat uit betrouw
bare bron wordt vernomen, dat de kruiser
„Principe Alphonso" met den Spaanschen
koning aan boord op weg is naai Marseille.
De infant Juan is nog in Gibraltar. Om
trent zijn vertrek naar Frankrijk of Engeland
is nog geen beslissing genomen.
Het vertrek der koningin.
De koningin en haar kinderen verlieten het
koninklijk paleis te 9 uur 's morgens met
auto's, welke hen naar het station El Escorial
brachten, waar zij te ongeveer 11 uur aan
kwamen.
De koninklijke familie begaf zich naar de
wachtkamer, waar zij werd begroet door ad
miraal Aznar, Romanones, Garcia Prieto, De
Hoyos, generaal San Jurjo en tal van leden
der aristocratie.
Een half uur later namen de koningin en
haar kinderen in een salonrijtuig plaats.
De prins van Asturië werd op een draag
baar ingedragen.
Het rijtuig werd aan den Zuid-express ge
haakt, die te 12 uur 's middags vertrok. De
koninklijke familie werd tot aan de grens
vergezeld door generaal San Jurjo, markies
De Hoyos en de hertogin De Miranda. Het
vertrek kenmerkte zich door groote ontroe
ring. Er werd „leve de koning" geroepen.
Eenige bewoners van El Escorial antwoord
den met „leve de republiek", hetgeen een klein
incident verwekte.
Blijkens een Reuterbericht uit Hendaye
kwam het gezelschap daar tegen negen uur
s avonds aan. Er deden zich geen incidenten
voor.
Op het Kensington Palace, het paleis van
prinses Beatrice (de schoonmoeder van
koning Alfonso) was gisteren niets bekend
van voorbereidingen voor de ontvangst der
Spaansche koninklijke familie.
Ongeregeldheden in verschillende
sleden.
Uit Madrid wordt gemeld, dat gisleren be
halve in Barcelona, ook in andere steden on
geregeldheden zijn voorgekomen. Te öuelva