Alkmifscht toidnL
"DE PAGODE
Honderd drie en dertigste Jaargang.
Maandag 20 April
Radioprogramma
milIXKTON.
STAD EN OMGEVINGr
De ramp der „Noordpool".
Rechtszaken
(Wordt vervolgd).;
No. 92
1931.
Dinsdag 21 April.
Hilversum, 298 M. (Uitsluitend A.V.R.O.)
8.-9.45 Gramofoonplaten. 10.10.15 Mor-
genwijdnig. 10.3012.Concert door het
A.V.R.O.-kwartet o. 1. v. D. Groeneveld.
12.1.Gramofoonplaten. 1.1.30 Orgel
concert. Pierre Palla met medewrking van
Bob Scholten, zang. 1.302.Gramofoon
platen. 2.30—3.— Kamermuziek Hollandsch
strijkkwartet. 3.-4.— Knipcursus Mevr de
Leeuwvan Rees. 4.4.30 Piano-studiemu-
ziek door Egbert Veen en Louis Schmidt.
4.30—5.— Radio-Kinderkoorzang o. 1. v. J.
v. Hamel. 5.—5.30 Mevr. M. C. C Wilson—
Adema leest uit „Zeelands Volksleven in de
lente" van J. Vermeer. 5.306.30 Concert.
Kovaos Laos en orkest 6.307.Spaan-
sche liederen, T. v. d. Sluys. B. Renden,
piano. 7.—7.30 Engelsche les. 7.30—8.15
Herman Rutters spreekt over Bach. 8.15
8.35 Interview met den Vorst van Geleen
(mr. Leufkens). 8.35—9 40 Cöncert versterkt
Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 9.3010.05
Voordracht door Julia de Gruyter. 10.05
10.15 Vaz Dias. 10.15—11— Concert Om
roeporkest o. 1. v. N. Treep. G. D. de Mole
naar, piano. 11.12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (8—8— K.R.O en de
NCRV. van 8.12.uur). 8—9.15 Gra
mofoonplaten. 10—11.30 Gramofoonplaten.
11.3012.Godsd. Halfuurtje door pas
toor Perquin. 12—12.15 Politieker. 12.15—
1.45 Concert door het K. R. O.-Trio o. 1. v.
P Lustenhouwer. 1.45—2.Gramofoonpl.
23.Vrouwenuurtje. 4.6.Gramo
foonplaten. 6.6.30 Pater A. W. ter Maat
O. P.: „Melaatschenverzorging in den te-
genwoordigen tijd". 6.30—6.45 Verbonds-
kwartiertje. 6.457.15 Schriftverbeterings
cursus. 7.157.45 Programma Staf Brug
gen. 7.458.Politieberichten 8.8.15
Gramofoonplaten. 8.15 Requiem, van Verdi
Uitgevoerd door de Kon. Chr. Oratorium
vereeniging. Met medewerking van Concert-
febouw-orkest. Solisten. Jo Vincent, sopraan
Luger, alt. L. van Tulder, tenor. W Ra-
velli, bas. Dirigent: H. Cuijpers. In de pauze
causerie door Dr. Ir. H. G. van Beusekom
Na afloop Vaz Dias en Gramofoonplaten.
Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding.
10.05 Lezing. 11.20 Orgelspel door E.
O'Henry. 12.20 Orkestconcert. 1.15 Televi
sie. 1.25 Gramofoonplaten. 3 20 Concert. M.
Macgibbon, viool. F. Jackson, piano. 3.50
Orkestconcert. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Le
zing. 5.35 Berichten. 6— Orgelspel door dr.
G. Thalben Ball. 6.20 Lezing. 6.45 Lezing.
7.05 Concert. Kwintet. S. Sideli, bariton. G.
Valle, sopraan. 8.20 Berichten. 8.35 Berich
ten. 8.40 Lezing. 9— „River Side-Lights".
Hoorspel van E. nongsteffe. 10.Dansmu
ziek 10.2011.20 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 en 338.2 M 508 .5 M 4 20
Orkestconcert 6.05 Gramofoonplaten. 7.20
Concert. Orkest en solisten. 338.2 M.: 4.20
Orkestconcert. 6.05 Gramofoonplaten. 7.20
Concert, declamatie en toespraken.
Langenberg, 473 M. 6.257.20 Gramo
foonplaten. 9.35—10.35 Gramofoonplaten.
10.55 Gramofoonplaten. 11.30 Gramofoon
platen. 12.251.50 Orkestconcert. 4.20
5.20 Vesperconcert 7.20 Volksconcert en so
list
Parijs Radio-Paris1725 M. 7.05 Gra
mofoonplaten. 1150 Gramofoonpl. 12.25
Gramofoonplaten. 5.20 Gramofoonpl. 7.20
Radiotooneel 8.05 Kamermuziek. 8.50 Ka
mermuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11 20—1.20 Orkest-
conucert en soliste. 4.20—7.50 Kamermu
ziek. Solist. 7.50—9.35 Tooneel 9.50—10.20
Mandolineconcert. 10.2011.50 Dansmu
ziek.
Zeesen, 1635 M. 5.05—11.50 Voordrach
ten. 11.50—12.15 Gramofoonplaten. 12.15
1.20 Berichten. 1.20—2.20 Gramofoonpl.
2.20—3.50 Lezingen. 3.50 Concert. 4.50—
7.20 Lezingen. 7.20 Dansmuziek. 9.20 Le
zing en berichten. Daarna tot 11.20 Concert.
TEGEN MISBRUIK VAN DEN
RADIO-OMROEP.
Ongeoorloofde critiek.
„De Nederlandsche Werkgever" deelt het
volgende mede:
Op Vrijdag 27 Maart j.1. tusschen 6 en 7
uur in den avond heeft de V.A.R.A. in het
z-g- „N.V.V .-kwartiertje" onder „actueel al-
lerlei uit de Arbeidersbeweging'' ook eenige
Door MARJORIE BOWEN.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door C. E GUVE.
81
Maar Farryner had geglimlacht en
gezegd dat het alles waar was, juist om
dat het zoo gek was.
En madame de Bellegarde peinsde er
over, over het verhaal en het vertellen:
beteekende dit dat hij haar geheim had
gegist en dat hij bezig was te trachten
haar te vertellen dat zij aan hem de
voorkeur moest geven, den ouderen,
meer ernstigen man?
Maar zij was geen meisje. (Waarom
had hij zijn heldin een meisje ge
maakt?)
En zij had gevoeld dat zij stond buiten
de geschiedenis, welke, hoe dan ook, ge
diend had om haar geluk te verdonkeren
door die hartverscheurende gewaarwor
ding van iets verlorens.
Nooit had zij, jong, door liefde kunnen
worden omvat in de fantastische een
zaamheid der Pagode-kamer, zelfs wan
neer Timothy haar vertelde wat zij voor
hem was. Zij zou die leemte, dat gemis
voelen zij kon nooit haar droom uit
leven; die was haar tot het uiterste ge
spannen blik voorbijgegaan.
Madame de Bellegarde laakte Magnus
Farryner om zijn donkeren droppel m
mededeelingen laten doen vanwege den Al-
gemeenen Bond van Handels- en Kantoor
bedienden over beweerde slechte arbeidstoe
standen bij een groote firma te Amsterdam,
vergezeld van de aansporing tot het publiek
bij bedoelde firma niet te koopen. Deze fir
ma betwistte de juistheid van de gedane me
dedeelingen en beklaagde zich bij ons Ver
bond over de wijze, waarop de V.A.R.A. van
den haar toegestanen zendtijd gebruik
maakt.
Het Verbondsbestuur heeft zich naar aan
leiding van het voorgevallene bij schrijven
van 1 April j.1. tot den minister van water
staat gewend. Na de feiten te hebben ver
meld vervolgde dit schrijven:
„Het wil ons voorkomen, dat bedoelde
firma zich terecht beklaagt en wat ons be
stuur betreft, mogen wij daaraan toevoegen,
dat wij het een verontrustend verschijnsel
vinden, dat de radio kan worden aangegre
pen om een eenzijdige belichting van arbeids
conflicten over het land te verspreiden. Een
onderneming, die zoo ongelukkig is de ont
stemming van het bestuur van een vakorga
nisatie te hebben opgewekt, mist elk middel
om haar zienswijze eveneens aan de V.A.R.
A.-luisteraars bekend te maken.
Wij vragen ons dan ook af, of de Centra
le Commissie deze uitzending onder het oog
heeft gehad en haar heeft goedgekeurd.
Wij zouden het op hoogen prijs stellen,
indien uwe Excellentie deze zaak zou willen
onderzoeken en haar oordeel over het ge
bruik maken van de radio voor de hierbe-
dcelde onderwerpen wel aan ons bestuur zou
willen kenbaar maken".
Hierop heeft het Verbond onder dagteeke-
ning van 9 April van minister Reijmer het
volgende antwoord ontvangen, tegen publi
catie waarvan de .minister geen bezwaar
had:
„1. In antwoord op bovenaangehaald
schrijven bericht ik u, dat hetgeen tijdens de
uitzending in het z.g.n. N.V.V.-kwartiertje
„Actueel allerlei uit de Arbeidersbeweging"
op Vrijdag 27 aart j.1. is geschied, ongeoor
loofd is.
2. Maatregelen zijn genomen om dergelij-
kt handelingen in de toekomst te voorko
men".
Met groote ingenomenheid aldus de
,.Ned. Werkgever" hebben wij kennis ge
nomen van 's ministers antwoord. Wij zijn
al meermalen onaangenaam getroffen door
uitzendingen van de V.A.R A. die zich richt
ten tegen de werkgevers in het algemeen of
hun organisaties; maar wanneer nu ook nog
tegen bepaalde, met naam en toenaam aan
geduide ondernemingen bij een ontslagkwes:
tie of ander arbeidsconflict de radio wordt
te hulp geroepen, loopt een dergelijke han
delwijze toch werkelijk de spuigaten uit.
Wij zijn den minister dankbaar voor zijn
snel en doortastend optreden, waardoor al
thans aan dit misbruiken van den zendtijd
naar wij hopen een einde is gemaakt.
Van onzen specialen verslaggever
De begrafenis der beide slachtoffers
te Egrnond aan Zee.
Ondanks een hevigen aanhoudenden regen
had zich Zaterdagmiddag op de doodenak-
ker te Egrnond aan Zee, rustig in een duin
pan gelegen, een groote menigte vereenigd,
om de laatste eer te bewijzen aan het Eg
mondsche en het Alkmaarsche slachtoffer,
de beide zeelieden D. Prins en L. Groen, van
de ramp der „Noordpool", welke trawler den
2en Maart j.1. op de kust in Schotland ver
ging-
De beaarding van Prins werd te voren, in
de geheel gevulde kerk verricht door den
pastoor der oud-Katholieke gemeente, den
heer B. A. van Kleef.
Onder de aanwezigen merkten wij op bur
gemeester en wethouders der gemeente Eg-
mond aan Zee; de burgemeesters van Alk
maar en Maassluis; Ds. Heijda uit Vlaar-
dingen, de heer S. Koster, directeur Vissche-
rij-Exploitatie Maatschappij te IJmuiden, de
heer A. Kool, inspecteur van deze Mij., de
heer J. v. d. Steen, namens den Chr. Bond
van Fabrieks- en Transportarbeiders en de
Comitéleden C. v. d. Steen. A. v. Dijk en A.
Kreijger.
Een groot aantal kransen, w.o. een viertal
namens de burgerij van Egrnond dekten de
baren. Het lijk van Prins werd in het graf
van zijn vader ter aarde besteld, dat van
Groen in een afzonderlijk graf.
De begrafenis geschiedde op kosten van de
gemeenten Egrnond aan Zee en Alkmaar.
de klare reinheid van haar feestwijn en
wanneer zij met hen allen gelukkig om
haar gezeten was zou zij, wat ze vroeger
niet gedaan had, denken pan de graf
tombe van haar echtgenoot, zoo zelden
bezocht, streng in het kleine, oude
dorpskerkje, en dan zou die tombe in
breuk maken op haar vreugde aan het
bedriegelijke heden, als een vreeselijk
verwijt wegens het bedriegelijke verle
den in deze intermezzo's van melancho
lie leek het dat aangezien zij uit die
kans van liefde niets had kunnen ma
ken, zij ook niet in staat zou zijn iets te
maken van welke andere kans ook; dit
was haar oogenblik geweest toen zij
jong was.
En dat oogenblik was voorbijgegaan!
Miss Stalling merkte een teringachti
ge zenuwachtigheid op in haar vroolijk-
heid.
Waarom houdt ge hem op een af
stand? vroeg zij eenvoudig.
Waarom zou ik niet? vroeg mada
me de Bellegarde zenuwachtig uitda
gend. Hij begi'ijpt hij vindt het prettig
te wachten, van dit tusschenspel te ge
nieten; niets zal ooit geheel hetzelfde
zijn als dit, niets zóó heerlijk.
Maar miss Stalling zeide:
Dat is alles nog al teer, werk liet
niet te mooi uit. Misschien begrijpt hij
het niet, ofschoon ik kan zien dat hij
nogal fantastisch is en wonderlijk
misschien.
Madame de Bellegarde lachte. Zij
hadden zich teruggetrokken in de ver
trouwelijkheid van haar kamer na een
De burgemeester van Egrnond aan
Zee spreekt.
Februari 1931, aldus de heer Eijma, was
ten einde en daarmede zou men kunnen zeg
gen: het stormseizoen, dat in den winter
onze zeelui en de vrouwen, die thuis zitten,
zulke angstige oogenblikken bezorgt. We
waren er bijna door, doch begin Maart von
den wij een berichtje in de kranten, dat er in
het hooge Noorden van Schotland een boot
gestrand was, vermoedelijk een trawler.
Er ging een rilling door Holland. Kort
daarop volgde het bericht: „Het is een Holl.
trawler, gemerkt IJmuiden". Men schrok
hier algemeen, want hoevelen onzer dierba
ren waren niet op de golven. Groote onze
kerheid voor de gezinnen in Egrnond aan
Zee en natuurlijk ook voor die in andere zee
plaatsen. Wij vernamen, dat de naam van
den trawler werd geschreven met drie letters
OOI. Wat kon het anders zijn dan „de Pool-
zee", „de Zuidpool" of „de Noordpool?" Een
gelukkig bericht voor de velen, wier verwan
ten op andere trawlers voeren, maar groo-
ter angst in de gezinnen van hen, wier man
nen of zoons zich op één van de veronder
stelde trawlers bevonden.
Spoedig gewerd ons de ontstellende zeker
heid, dat „de Noordpool" op de kust van
Schotland was verongelukt. Wij wisten niet,
wie de slachtoffers waren, maar wij wisten,
dat één van hen, die als ingezetene ingeschre
ven stond, tot de slachtoffers behoorde.
De Egmondsche zeelui vormen één groote
familie en wij wisten, dat één van de slacht
offers in Alkmaar woonachtig en twee te
IJmuiden wonenden, zeer na aan deze fami
lie verwant waren. De families van deze
menschen waren zeer bedroefd. Het is vree
selijk, dat ze zijn vergaan, maar vreeselijker
oordeelde men het nog, wanneer hun licha
men in de golven bleven. Kort daarna ver
namen wij, dat de lijken door de Schotsche
visschers met levensgevaar uit de schuimen
de golven waren geborgen. Deze visschers
gevoelden, wat het is voor de moeders, de
vrouwen en de kinderen, wanneer de zoons,
de mannen en vaders niet begraven konden
worden. Zij brachten de lijken aan wal om
voor de begrafenis te kunnen zorgen.
Hun laatste rustplaats was echter zoo ver
en gingen stemmen op, die de vraag stelden
of de omgekomenen niet naar Holland kon
den worden gebracht. Menschen spanden
zich ervoor en een landelijk comité werd ge
vormd om dit te bewerkstelligen. Op deze
plaats breng ik namens de bevolking van
Egrnond aan Zee het landelijk Comité, waar
van de voorzitter hier aanwezig is, dank
voor hetgeen het gedaan heeft ten behoeve
van de nagelaten betrekkingen.
Voor de nabestaanden is het een groote
troost, te weten, dat de omgekomenen hier
begraven liggen. Daarmede is hun droefheid
niet weg, maar ik spreek toch de hoop uit,
dat het hun tot troost zal strekken, hun dier
baren hier te hebben mogen begraven en dat
dit de smart van de beide families, die zoo
zwaar werden getroffen, zal verlichten.
De burgemeester van Alkmaar,
Mr. Wendelaar, zeide, dat hij, aange
zien ook een inwoner van Alkmaar slacht
offer was geworden van deze afschuwelijke
ramp, niet kon nalaten, namens het gemeen
tebestuur van Alkmaar een hartelijk woord
van deelneming te spreken aan dit graf.
Spr. sloot zich aan bij het woord van
dank, door burgemeester Eijma gericht tot
het landelijk comité, dat zich zooveel moeite
gaf om ervoor te zorgen, dat de stoffelijke
overschotten van de omgekomen zeelieden,
hier konden worden begraven en hij ver
klaarde, niet te kunnen nalaten, daaraan toe
te voegen een woord van warme hulde voor
de bevolking van het kleine Schotsche vis-
schersplaatsje voor de betoonde wanne deel
name en de verzorging van de voorloopige
begrafenis. Tot slot sprak spreker een woord
van deernis tot de weduwe, de moeder en de
verdere familieleden van de omgekomen vis
schers. In de gesprekken, die hij met de moe
der en de echtgenoote van den omgekomen
Alkmaarschen visscher had gevoerd, was het
hem duidelijk geworden, dat men niet alleen
een braaf man, die tot het einde toe zijn
plicht had gedaan, maar ook een buitenge
woon liefhebbend echtgenoot en vader en een
uitstekend zoon, ten grave had gedragen.
Spr. kon geen anderen troost geven, dan
als zijn vaste overtuiging uit te spreken, dat
de Vader in den Hemel zulke dingen niet
vergeet en aan hem zal goed maken, wat hij
hier heeft gemist.
De voorzitter van hetLandelijk Comité
de heer C. P. J. Dommisse, burgemees-
ter van Maassluis, had niet gedacht, onder
dag van weelderig nietsdoen; deze vijf
menschen waren teer, maar tot nu toe
volmaakt ingesteld, en de uren waren
vol genoegen; toch was alles in een staat
van broze onzekerheid.
Miss Stalling voelde dit.
Als ge niet iets laat gebeuren van
binnen uit, zal er iets gebeuren.van bui
ten af om de dingen te veranderen.
Dat. is absurd, glimlachte madame
de Bellegarde teeder.
Het is absurd gesteld, verdedigde
miss Stalling zich, maar ge- moet wel
zien wat ik bedoel of misschien zoudt
gij'dat niet willen.
Ik doe het niet en wil het ook niet.
En Timothy is niet wonderlijk. Wil je
graag dat wij zeggen: We zijn verloofd,
en maken dat iedereen zich sullig en
verlegen voelt?
Ik veronderstel dat ge het op zeke
ren dag zult moeten zeggen.
Neen, dat behoeven we niet als
iedereen is heengegaan en de herfst
werkelijk is begonnen, zullen we op een
morgen uitgaan en trouwen
„In de dorpskerk", had zij haar zin
willen eindigen, maar met akelige snel
heid had zij gedacht aan de graftombe
daar van haar echtgenoot en zij brak
plotseling af en voegde er ademloos aan
toe:
In Tours, in de kathedraal, die
rustig is en leeg.
Miss Stalling kon dit alles begrijpen;
zij onthield zich ervan te gewagen van
de noodzakelijkheid van een burgerlijk
huwelijk, over prozaïsche détails; zij
deze omstandigheden nog eens naar Egrnond
te zullen komen. Het weer, aldus spr., sluit
zich aan bij deze droeve plechtigheid, regen
en nog eens regen. Sneeuw en nog eens
sneeuw den 2den Maart op de kust van
Schotland, toen „de Noordpool" in de woe
dende golven op de harde rotsen verging.
Het zijn Gods daden geweest, die in Zijn
Voorzienigheid gewild heeft, dat de slacht
offers beveiligd werden tegen de vergetelheid
in de golven der zee. Slechts twee van de
bemanning zijn in de golven gebleven. Wij
weten niet, of zij ooit zullen worden gevon
den, maar, omdat het schip gekanteld is, ho
pen wij, dat de mogelijkheid bestaat, om hen
in den zomer terug te vinden. Met veel moei
te zijn de andere negen terug gevonden. De
Schotten hebben meegeleefd met onze zee
varende natie. Eén zeeman, Smith genaamd,
deed alles, wat mogelijk was. Hij nam de
lijken op zijn rug en vervoerde ze zoo over
de steile rotsen, om daardoor te bewerkstel
ligen, dat ze begraven konden worden. De
Schotten schonken aan de bemanning van
„de Noordpool" een koninklijke begrafenis
Toen kwam in Nederland de gedachte, hen
naar het vaderland over te brengen. Harte
lijk dank aan allen, die ertoe hebben mede
gewerkt, om ons Comité in staat te stellen,
deze goede gedachte ten uitvoer te brengen.
Onze Vorstin, onze landsmoeder heeft mede-
geholpen, omdat zij met haar volk, niet al
leen in vreugde, maar ook in smart, mee
leeft.
Laat dit de bedroefde familiebetrekkingen
tot troost zijn, dat God het zoo beschikt
heeft, dat hun dierbaren thans in Nederland-
schep grond begraven konden worden. Het
is God, die voorlichting geeft en troost
schenkt. In leven en sterven zijn wij gebon
den aan Jezus Christus en in dit geloof kun
nen wij veilig de Eeuwigheid tegemoet gaan.
Ds. Heyda uit VI aar dingen spreekt.
Ds. Heyda uit Vlaardingen had tevoren
nooit de aangezichten van Dirk Prins en
Leendert Groen gezien en zelfs nooit hun
namen gehoord. Omdat hij het voorrecht
had gehad, door het Comité, dat de over
brenging van de slachtoffers der Noordpool-
ramp naar Nederland bewerkstelligde, naar
Schotland te zijn gezonden, om bij de over
brenging tegenwoordig te zijn. voerde hij
echter het woord om in de eerste plaats de
hartelijke deelneming van het Comité te be
tuigen en in de tweede plaats tot de velen,
die hier in den regen stonden, te zeggen, dat
men daar in Schotland te midden van een
harde natuur alles getrotseerd heeft om de
stoffelijke overblijfselen van den zoon, man,
vader en broeder aan de golven te ontruk
ken. Zij hebben daar, evenals hier, gevoeld,
wat het is wanneer die in de golven hadden
moeten blijven.
De zeer is hard. De zee geeft brood, maar
ook haar slachtoffers. En daar, waar de na
tuur zoo hard is, is het opmerkelijk, dat
daar menschen worden gevonden met een
zacht en teeder gemoed. In kan U verzeke
ren. dat die Schotten een groot menschelijk
medelijden hebben betoond en levensgevaar
hebben getrotseerd om U dit oogenblik te
kunnen schenken. Onder niet betere omstan
digheden dan die van heden woonden daar
drie tot vierduizend menschen de voorloopi
ge teraardebestelling bij. Spr. achtte het een
voorrecht, namens de familie en namens de
oud-katholieke gemeenten, waartoe deze
slachtoffers behoorden, hun daarvoor dank
te hebben kunnen zeggen.
Toen de Victoria met de lijken de haven uit
voer, stonden niet minder dan 1400 personen
vol eerbied rondom de haven.
De zeelieden van alle landen zijn in den
diepsten grond één van ziel en één van hart.
Tusschen hen bestaat geen scheiding.
Spr. hoopte, dat de God, die in smarte
lijke omstandigheden uit het diepst van het
menschenhart wordt aangeroepen, hetzij
men zeeman is, industrieel, of overheidsper
soon, de nabestaanden tot troost mag zijn.
Een woord van pastoor B. A. van
Kleef.
De pastoor van de oud-kath. gemeenten
te Egrnond aan Zee, de heer B. A. v a n
Kleef, oordeelde, dat nooit de gang naar
het kerkhof zóó zwaar was als op dezen
droeven middag, waarop men twee slachtof
fers van de scheepsramp aan den schoot der
aarde had toevertrouwd. Nimmer had een
begrafenis op dit kerkhof dan ook zooveel
menschen tezamen gebracht als er op dit
oogenblik aanwezig waren.
Menschelijk is de vraag: „Hoe is dat al
les gebeurd, hoe is dat gekomen en waarom
heeft God de Vader dit niet verhinderd?"
Wij vragen en de zee kan het antwoord
vroeg echter of mr. Carless Roomsch Ka
tholiek was en toen madame de Belle
garde antwoordde ja, voelde zij dat dit
weer een punt was tegen hem en ten
gunste van Magnus Farryner.
Maar gij en hij behoort onderling
klaarheid te hebben, opperde zij, een po
ging doende uitdrukking te geven aan
iets dat haarzelf perplex deed staan.
Waarom! Gelooft ge zoo sterk in de
macht van het gesproken woord? glim
lachte madame de Bellegarde, en dan
voegde ze er met een zeker ongeduld bij:
Alsof het er op aankomt wat men
zegt! Het is het gevoel men kan een
ander niet aan een bloote belofte houden
als het gevoel is heengevloden
De menschen doen het
Dat is afschuwelijk! Dat is een
treurspel
Miss Stalling was tot zwijgen ge
bracht; iets eenvoudigs, practisch en
eerlijks in haar werd onprettig aange
daan door de vaagheid van de geheele
situatie, welke uiterlijk heerlijk en in
nerlijk zoo nevelachtig was. Aldus ten
minste scheen het miss Stalling toe; en
dan, hoe verrukkelijk dit dartele ook
was, het kon niet duren zij moest te
rugkeeren naar het klooster, mr. Carless
naar Londen, Robinetta naar haar kloos
ter zelfs Magnus Farryner kon stellig
niet voor onbepaalden tijd in Touraine
blijven toeven, en het weer, dat óók, kon
zeker oogenblik breken, als iets broos en
hen laten te midden van mist en druile-
rigen regen, waarin zij elkaar zouden
verliezen.
geven, maar bewaart dit als een eeuwig ge
heim. Ook de godsdienstige mensch staat bij
de bittere beindiging van deze bloeiende le
vens met een hart vol beklemdheid en met
angstige vragen.
Hij vraagt: „Waarom, o, God, hebt Gij dat
gedaan? Waarom is dit geschied?" Het ant
woord op deze vragen is van den hemel ge
komen in het woord: „Ondoorgrondelijk zijn
Gods wegen; Gods wegen zijn andere dan
menschen oordeelen".
Wij kennen een God, die zich als liefde
in Christus heeft geopenbaard en die heeft
ons gezegd: „In leven en sterven behooren
wij God". Dat is de troost, die ons is geble
ven. Want Gods aanwezigheid was ook in
deze menschen in hun laatste oogenblikken,
toen zij worstelden met den dood en is ook
thans met hen in het hoogere leven. En die
in Gods handen is, is in veilige handen,
Gods handen zijn genadige, barmhartige,
sterke handen. Die troost "nemen wij mede.
Laat het ons ook tot troost zijn, dat wij
onze overledenen hier hebben, aan den voet
der duinen, waar zij als kinderen hebben ge
speeld en met de anderen grooter geworden
zijn, waar zij de trots, het geluk en de glorie
van hun vaders en moeders zijn geweest en
laten wij dankbaar zijn, dat zij rusten in de
schaduw van het monument, waarmede wij
de herinnering vasthouden aan de meer dan
honderd andere Egmondsche zeelieden, die
in de oorlogsjaren omkwamen en wie geen
andere rustplaats werd beschoren dan de
donkere bodem der zee.
Oud-katholieke visschers en visschersvrou-
wen, de bijbel zegt „Tusschen de geboorte
en het sterven is het leven slechts enkele
schreden". Dit geldt voor de menschen op
het land, maar ovor ons, visschersmenschen,
is het nog korter dan enkele schreden. Eén
enkele dunne scheepswand scheidt U van
den dood en daarom, dit lot hangt telkens
weer boven uw hoofd en neemt dit dus als
een waarschuwing mede: „Waakt, waakt!"
De ouden moeten sterven, maar de jonge
ren kunnen sterven. Neemt dus als waar
schuwing van deze graven mede het geloof
in de verrijzenis op den jongsten dag. Kruis
in top, zoo varen wij door de verdere tijden.
Namens de nabestaanden sprak hierop
burgemeester E ij m a een woord van dank
aan de aanwezigen voor de laatste eer aan
de overledenen bewezen, waarin hij bizon
der dank bracht aan allen, die het woord
hadden gevoerd.
Sterk onder den indruk verliet hierop de
menigte, vol deernis met de achterbl ij venden,
die het zeer moeilijk hadden gehad tijdens
de droeve plechtigheid, den zoo. rustig gele
gen doodenakker.
VOOR DEN KANTONRECHTER TE
ALKMAAR.
Strafzitting van Vrijdag 17 April.
DE OMSTANDIGHEDEN VORMEN
DEN MENSCH.
Deze lieorie van Einstein kan ook
worden toegepast op het rentezegeltjes-
plakken en het is duidelijk dat de heer
de ondernemer van café „Po-
pulaii te Alkmaar er ten clien aanzien
anders voorstaat dan de ambtenaar en
de heeren ambtenaren van den arbeids
raad. Evenwel kwam bij de voortge
zette behandeling na het verhoor de1*
getuigen toch vrijwel naar voren, dat
hun verklaringen niet weerspraken ch
toelichting' door den heer St. de vorige
week gegeven, dat hij verhinderd was
geweest om rentezegels te plakken ten
behoeve van zijn douceurtjes-kellner
Boersen, omdat deze hem niet in 't bezit
had gesteld van de rentelcaart, welke
kaart eerst na krachtig optreden van
den heer Brandon Bravo voor den dag
was gekomen.
De heer ambtenaar scheen echter den
heer St. niet als een ideaal zegelplakker
te beschouwen en vorderde 34 maal 1
boete of 34 maal 1 dag. doch de Kanton
rechter was niet bereid direct te oordee
len en zal eerst over 14 dagen schrifte
lijk vonnis wijzen.
HET VERKEER TE WATER MOET
OOK GEHANDHAAFD WORDEN.
De eigenaars van het motorschip „Dl
stad Alkmaar" bekwamen op 18 Decem
ber aan dit vaartuig een schade van
300, als gevolg van de onhandigheid
van den bestuurder van een andere mo
torboot „De Anna", die bij het passee-
ren van de Stad Alkmaar op de Alk
maarder Meer, waar ruimte genoeg is,
zijn vaartuig inplaats van naar stuur-
boord, naar bakboord stuurde, met ge-
Een storm kon elk blad van de weel
derige boomen afstroopen en elke bloem
in de keurige perken vernietigen.
Gij wilt alles prettig geregeld heb
ben, glimlachte madame de Bellegarde,
zoodat iedereen naar huis, naar bed kan
gaan.
En dat leek inderdaad iets op miss
Stalling's gevoelen.
Ik zou graag weten dat gij en mr.
Carless elkander volkomen begrepen,
zeide zij wat geaffecteerd.
Maar dat doen we, hield madame
de Bellegarde vol. Hoe is het mogelijk
dat gij er anders over denkt.
En miss Stalling onderstelde, dat het
haar eigen onervarenheid moest zijn,
welke haar zooveel gewicht deed hech
ten aan het gesproken woord, aan het
erkende verbond, de gedane belofte.
Maar Madame de Bellegarde had an
dere redenen dan vertrouwen voor haar
uitstellen, want zij had niet alleen Timo
thy Carless lief, maar de schoonheid;
haar leven lang had zij zich bewogen te
midden van schoonheid, maar zij had
't nooit ten volle bemerkt tot nu toe, nu
zij ten volle gelukkig was, en zij was zoo
bang deze schoonheid te verbazen of te
verschrikken door een woord of een ge
baar.
Zij wist dat deze magische stemming
van betooverde matheid niet kon blij
ven, dat deze menschen slechts voor een
korten tijd bij haar waren, maar zij wil
de niet degene zijn, die het teeken zou
geven dat die zich in herinnering zo»
oplossen.