Alkmifscht toidnL "DE PAGODE Honderd drie en dertigste Jaargang. Maandag 20 April Radioprogramma milIXKTON. STAD EN OMGEVINGr De ramp der „Noordpool". Rechtszaken (Wordt vervolgd).; No. 92 1931. Dinsdag 21 April. Hilversum, 298 M. (Uitsluitend A.V.R.O.) 8.-9.45 Gramofoonplaten. 10.10.15 Mor- genwijdnig. 10.3012.Concert door het A.V.R.O.-kwartet o. 1. v. D. Groeneveld. 12.1.Gramofoonplaten. 1.1.30 Orgel concert. Pierre Palla met medewrking van Bob Scholten, zang. 1.302.Gramofoon platen. 2.30—3.— Kamermuziek Hollandsch strijkkwartet. 3.-4.— Knipcursus Mevr de Leeuwvan Rees. 4.4.30 Piano-studiemu- ziek door Egbert Veen en Louis Schmidt. 4.30—5.— Radio-Kinderkoorzang o. 1. v. J. v. Hamel. 5.—5.30 Mevr. M. C. C Wilson— Adema leest uit „Zeelands Volksleven in de lente" van J. Vermeer. 5.306.30 Concert. Kovaos Laos en orkest 6.307.Spaan- sche liederen, T. v. d. Sluys. B. Renden, piano. 7.—7.30 Engelsche les. 7.30—8.15 Herman Rutters spreekt over Bach. 8.15 8.35 Interview met den Vorst van Geleen (mr. Leufkens). 8.35—9 40 Cöncert versterkt Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 9.3010.05 Voordracht door Julia de Gruyter. 10.05 10.15 Vaz Dias. 10.15—11— Concert Om roeporkest o. 1. v. N. Treep. G. D. de Mole naar, piano. 11.12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (8—8— K.R.O en de NCRV. van 8.12.uur). 8—9.15 Gra mofoonplaten. 10—11.30 Gramofoonplaten. 11.3012.Godsd. Halfuurtje door pas toor Perquin. 12—12.15 Politieker. 12.15— 1.45 Concert door het K. R. O.-Trio o. 1. v. P Lustenhouwer. 1.45—2.Gramofoonpl. 23.Vrouwenuurtje. 4.6.Gramo foonplaten. 6.6.30 Pater A. W. ter Maat O. P.: „Melaatschenverzorging in den te- genwoordigen tijd". 6.30—6.45 Verbonds- kwartiertje. 6.457.15 Schriftverbeterings cursus. 7.157.45 Programma Staf Brug gen. 7.458.Politieberichten 8.8.15 Gramofoonplaten. 8.15 Requiem, van Verdi Uitgevoerd door de Kon. Chr. Oratorium vereeniging. Met medewerking van Concert- febouw-orkest. Solisten. Jo Vincent, sopraan Luger, alt. L. van Tulder, tenor. W Ra- velli, bas. Dirigent: H. Cuijpers. In de pauze causerie door Dr. Ir. H. G. van Beusekom Na afloop Vaz Dias en Gramofoonplaten. Daventry, 1554.4 M. 9.35 Morgenwijding. 10.05 Lezing. 11.20 Orgelspel door E. O'Henry. 12.20 Orkestconcert. 1.15 Televi sie. 1.25 Gramofoonplaten. 3 20 Concert. M. Macgibbon, viool. F. Jackson, piano. 3.50 Orkestconcert. 4.35 Kinderuurtje. 5.20 Le zing. 5.35 Berichten. 6— Orgelspel door dr. G. Thalben Ball. 6.20 Lezing. 6.45 Lezing. 7.05 Concert. Kwintet. S. Sideli, bariton. G. Valle, sopraan. 8.20 Berichten. 8.35 Berich ten. 8.40 Lezing. 9— „River Side-Lights". Hoorspel van E. nongsteffe. 10.Dansmu ziek 10.2011.20 Dansmuziek. Brussel, 508.5 en 338.2 M 508 .5 M 4 20 Orkestconcert 6.05 Gramofoonplaten. 7.20 Concert. Orkest en solisten. 338.2 M.: 4.20 Orkestconcert. 6.05 Gramofoonplaten. 7.20 Concert, declamatie en toespraken. Langenberg, 473 M. 6.257.20 Gramo foonplaten. 9.35—10.35 Gramofoonplaten. 10.55 Gramofoonplaten. 11.30 Gramofoon platen. 12.251.50 Orkestconcert. 4.20 5.20 Vesperconcert 7.20 Volksconcert en so list Parijs Radio-Paris1725 M. 7.05 Gra mofoonplaten. 1150 Gramofoonpl. 12.25 Gramofoonplaten. 5.20 Gramofoonpl. 7.20 Radiotooneel 8.05 Kamermuziek. 8.50 Ka mermuziek. Kalundborg, 1153 M. 11 20—1.20 Orkest- conucert en soliste. 4.20—7.50 Kamermu ziek. Solist. 7.50—9.35 Tooneel 9.50—10.20 Mandolineconcert. 10.2011.50 Dansmu ziek. Zeesen, 1635 M. 5.05—11.50 Voordrach ten. 11.50—12.15 Gramofoonplaten. 12.15 1.20 Berichten. 1.20—2.20 Gramofoonpl. 2.20—3.50 Lezingen. 3.50 Concert. 4.50— 7.20 Lezingen. 7.20 Dansmuziek. 9.20 Le zing en berichten. Daarna tot 11.20 Concert. TEGEN MISBRUIK VAN DEN RADIO-OMROEP. Ongeoorloofde critiek. „De Nederlandsche Werkgever" deelt het volgende mede: Op Vrijdag 27 Maart j.1. tusschen 6 en 7 uur in den avond heeft de V.A.R.A. in het z-g- „N.V.V .-kwartiertje" onder „actueel al- lerlei uit de Arbeidersbeweging'' ook eenige Door MARJORIE BOWEN. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door C. E GUVE. 81 Maar Farryner had geglimlacht en gezegd dat het alles waar was, juist om dat het zoo gek was. En madame de Bellegarde peinsde er over, over het verhaal en het vertellen: beteekende dit dat hij haar geheim had gegist en dat hij bezig was te trachten haar te vertellen dat zij aan hem de voorkeur moest geven, den ouderen, meer ernstigen man? Maar zij was geen meisje. (Waarom had hij zijn heldin een meisje ge maakt?) En zij had gevoeld dat zij stond buiten de geschiedenis, welke, hoe dan ook, ge diend had om haar geluk te verdonkeren door die hartverscheurende gewaarwor ding van iets verlorens. Nooit had zij, jong, door liefde kunnen worden omvat in de fantastische een zaamheid der Pagode-kamer, zelfs wan neer Timothy haar vertelde wat zij voor hem was. Zij zou die leemte, dat gemis voelen zij kon nooit haar droom uit leven; die was haar tot het uiterste ge spannen blik voorbijgegaan. Madame de Bellegarde laakte Magnus Farryner om zijn donkeren droppel m mededeelingen laten doen vanwege den Al- gemeenen Bond van Handels- en Kantoor bedienden over beweerde slechte arbeidstoe standen bij een groote firma te Amsterdam, vergezeld van de aansporing tot het publiek bij bedoelde firma niet te koopen. Deze fir ma betwistte de juistheid van de gedane me dedeelingen en beklaagde zich bij ons Ver bond over de wijze, waarop de V.A.R.A. van den haar toegestanen zendtijd gebruik maakt. Het Verbondsbestuur heeft zich naar aan leiding van het voorgevallene bij schrijven van 1 April j.1. tot den minister van water staat gewend. Na de feiten te hebben ver meld vervolgde dit schrijven: „Het wil ons voorkomen, dat bedoelde firma zich terecht beklaagt en wat ons be stuur betreft, mogen wij daaraan toevoegen, dat wij het een verontrustend verschijnsel vinden, dat de radio kan worden aangegre pen om een eenzijdige belichting van arbeids conflicten over het land te verspreiden. Een onderneming, die zoo ongelukkig is de ont stemming van het bestuur van een vakorga nisatie te hebben opgewekt, mist elk middel om haar zienswijze eveneens aan de V.A.R. A.-luisteraars bekend te maken. Wij vragen ons dan ook af, of de Centra le Commissie deze uitzending onder het oog heeft gehad en haar heeft goedgekeurd. Wij zouden het op hoogen prijs stellen, indien uwe Excellentie deze zaak zou willen onderzoeken en haar oordeel over het ge bruik maken van de radio voor de hierbe- dcelde onderwerpen wel aan ons bestuur zou willen kenbaar maken". Hierop heeft het Verbond onder dagteeke- ning van 9 April van minister Reijmer het volgende antwoord ontvangen, tegen publi catie waarvan de .minister geen bezwaar had: „1. In antwoord op bovenaangehaald schrijven bericht ik u, dat hetgeen tijdens de uitzending in het z.g.n. N.V.V.-kwartiertje „Actueel allerlei uit de Arbeidersbeweging" op Vrijdag 27 aart j.1. is geschied, ongeoor loofd is. 2. Maatregelen zijn genomen om dergelij- kt handelingen in de toekomst te voorko men". Met groote ingenomenheid aldus de ,.Ned. Werkgever" hebben wij kennis ge nomen van 's ministers antwoord. Wij zijn al meermalen onaangenaam getroffen door uitzendingen van de V.A.R A. die zich richt ten tegen de werkgevers in het algemeen of hun organisaties; maar wanneer nu ook nog tegen bepaalde, met naam en toenaam aan geduide ondernemingen bij een ontslagkwes: tie of ander arbeidsconflict de radio wordt te hulp geroepen, loopt een dergelijke han delwijze toch werkelijk de spuigaten uit. Wij zijn den minister dankbaar voor zijn snel en doortastend optreden, waardoor al thans aan dit misbruiken van den zendtijd naar wij hopen een einde is gemaakt. Van onzen specialen verslaggever De begrafenis der beide slachtoffers te Egrnond aan Zee. Ondanks een hevigen aanhoudenden regen had zich Zaterdagmiddag op de doodenak- ker te Egrnond aan Zee, rustig in een duin pan gelegen, een groote menigte vereenigd, om de laatste eer te bewijzen aan het Eg mondsche en het Alkmaarsche slachtoffer, de beide zeelieden D. Prins en L. Groen, van de ramp der „Noordpool", welke trawler den 2en Maart j.1. op de kust in Schotland ver ging- De beaarding van Prins werd te voren, in de geheel gevulde kerk verricht door den pastoor der oud-Katholieke gemeente, den heer B. A. van Kleef. Onder de aanwezigen merkten wij op bur gemeester en wethouders der gemeente Eg- mond aan Zee; de burgemeesters van Alk maar en Maassluis; Ds. Heijda uit Vlaar- dingen, de heer S. Koster, directeur Vissche- rij-Exploitatie Maatschappij te IJmuiden, de heer A. Kool, inspecteur van deze Mij., de heer J. v. d. Steen, namens den Chr. Bond van Fabrieks- en Transportarbeiders en de Comitéleden C. v. d. Steen. A. v. Dijk en A. Kreijger. Een groot aantal kransen, w.o. een viertal namens de burgerij van Egrnond dekten de baren. Het lijk van Prins werd in het graf van zijn vader ter aarde besteld, dat van Groen in een afzonderlijk graf. De begrafenis geschiedde op kosten van de gemeenten Egrnond aan Zee en Alkmaar. de klare reinheid van haar feestwijn en wanneer zij met hen allen gelukkig om haar gezeten was zou zij, wat ze vroeger niet gedaan had, denken pan de graf tombe van haar echtgenoot, zoo zelden bezocht, streng in het kleine, oude dorpskerkje, en dan zou die tombe in breuk maken op haar vreugde aan het bedriegelijke heden, als een vreeselijk verwijt wegens het bedriegelijke verle den in deze intermezzo's van melancho lie leek het dat aangezien zij uit die kans van liefde niets had kunnen ma ken, zij ook niet in staat zou zijn iets te maken van welke andere kans ook; dit was haar oogenblik geweest toen zij jong was. En dat oogenblik was voorbijgegaan! Miss Stalling merkte een teringachti ge zenuwachtigheid op in haar vroolijk- heid. Waarom houdt ge hem op een af stand? vroeg zij eenvoudig. Waarom zou ik niet? vroeg mada me de Bellegarde zenuwachtig uitda gend. Hij begi'ijpt hij vindt het prettig te wachten, van dit tusschenspel te ge nieten; niets zal ooit geheel hetzelfde zijn als dit, niets zóó heerlijk. Maar miss Stalling zeide: Dat is alles nog al teer, werk liet niet te mooi uit. Misschien begrijpt hij het niet, ofschoon ik kan zien dat hij nogal fantastisch is en wonderlijk misschien. Madame de Bellegarde lachte. Zij hadden zich teruggetrokken in de ver trouwelijkheid van haar kamer na een De burgemeester van Egrnond aan Zee spreekt. Februari 1931, aldus de heer Eijma, was ten einde en daarmede zou men kunnen zeg gen: het stormseizoen, dat in den winter onze zeelui en de vrouwen, die thuis zitten, zulke angstige oogenblikken bezorgt. We waren er bijna door, doch begin Maart von den wij een berichtje in de kranten, dat er in het hooge Noorden van Schotland een boot gestrand was, vermoedelijk een trawler. Er ging een rilling door Holland. Kort daarop volgde het bericht: „Het is een Holl. trawler, gemerkt IJmuiden". Men schrok hier algemeen, want hoevelen onzer dierba ren waren niet op de golven. Groote onze kerheid voor de gezinnen in Egrnond aan Zee en natuurlijk ook voor die in andere zee plaatsen. Wij vernamen, dat de naam van den trawler werd geschreven met drie letters OOI. Wat kon het anders zijn dan „de Pool- zee", „de Zuidpool" of „de Noordpool?" Een gelukkig bericht voor de velen, wier verwan ten op andere trawlers voeren, maar groo- ter angst in de gezinnen van hen, wier man nen of zoons zich op één van de veronder stelde trawlers bevonden. Spoedig gewerd ons de ontstellende zeker heid, dat „de Noordpool" op de kust van Schotland was verongelukt. Wij wisten niet, wie de slachtoffers waren, maar wij wisten, dat één van hen, die als ingezetene ingeschre ven stond, tot de slachtoffers behoorde. De Egmondsche zeelui vormen één groote familie en wij wisten, dat één van de slacht offers in Alkmaar woonachtig en twee te IJmuiden wonenden, zeer na aan deze fami lie verwant waren. De families van deze menschen waren zeer bedroefd. Het is vree selijk, dat ze zijn vergaan, maar vreeselijker oordeelde men het nog, wanneer hun licha men in de golven bleven. Kort daarna ver namen wij, dat de lijken door de Schotsche visschers met levensgevaar uit de schuimen de golven waren geborgen. Deze visschers gevoelden, wat het is voor de moeders, de vrouwen en de kinderen, wanneer de zoons, de mannen en vaders niet begraven konden worden. Zij brachten de lijken aan wal om voor de begrafenis te kunnen zorgen. Hun laatste rustplaats was echter zoo ver en gingen stemmen op, die de vraag stelden of de omgekomenen niet naar Holland kon den worden gebracht. Menschen spanden zich ervoor en een landelijk comité werd ge vormd om dit te bewerkstelligen. Op deze plaats breng ik namens de bevolking van Egrnond aan Zee het landelijk Comité, waar van de voorzitter hier aanwezig is, dank voor hetgeen het gedaan heeft ten behoeve van de nagelaten betrekkingen. Voor de nabestaanden is het een groote troost, te weten, dat de omgekomenen hier begraven liggen. Daarmede is hun droefheid niet weg, maar ik spreek toch de hoop uit, dat het hun tot troost zal strekken, hun dier baren hier te hebben mogen begraven en dat dit de smart van de beide families, die zoo zwaar werden getroffen, zal verlichten. De burgemeester van Alkmaar, Mr. Wendelaar, zeide, dat hij, aange zien ook een inwoner van Alkmaar slacht offer was geworden van deze afschuwelijke ramp, niet kon nalaten, namens het gemeen tebestuur van Alkmaar een hartelijk woord van deelneming te spreken aan dit graf. Spr. sloot zich aan bij het woord van dank, door burgemeester Eijma gericht tot het landelijk comité, dat zich zooveel moeite gaf om ervoor te zorgen, dat de stoffelijke overschotten van de omgekomen zeelieden, hier konden worden begraven en hij ver klaarde, niet te kunnen nalaten, daaraan toe te voegen een woord van warme hulde voor de bevolking van het kleine Schotsche vis- schersplaatsje voor de betoonde wanne deel name en de verzorging van de voorloopige begrafenis. Tot slot sprak spreker een woord van deernis tot de weduwe, de moeder en de verdere familieleden van de omgekomen vis schers. In de gesprekken, die hij met de moe der en de echtgenoote van den omgekomen Alkmaarschen visscher had gevoerd, was het hem duidelijk geworden, dat men niet alleen een braaf man, die tot het einde toe zijn plicht had gedaan, maar ook een buitenge woon liefhebbend echtgenoot en vader en een uitstekend zoon, ten grave had gedragen. Spr. kon geen anderen troost geven, dan als zijn vaste overtuiging uit te spreken, dat de Vader in den Hemel zulke dingen niet vergeet en aan hem zal goed maken, wat hij hier heeft gemist. De voorzitter van hetLandelijk Comité de heer C. P. J. Dommisse, burgemees- ter van Maassluis, had niet gedacht, onder dag van weelderig nietsdoen; deze vijf menschen waren teer, maar tot nu toe volmaakt ingesteld, en de uren waren vol genoegen; toch was alles in een staat van broze onzekerheid. Miss Stalling voelde dit. Als ge niet iets laat gebeuren van binnen uit, zal er iets gebeuren.van bui ten af om de dingen te veranderen. Dat. is absurd, glimlachte madame de Bellegarde teeder. Het is absurd gesteld, verdedigde miss Stalling zich, maar ge- moet wel zien wat ik bedoel of misschien zoudt gij'dat niet willen. Ik doe het niet en wil het ook niet. En Timothy is niet wonderlijk. Wil je graag dat wij zeggen: We zijn verloofd, en maken dat iedereen zich sullig en verlegen voelt? Ik veronderstel dat ge het op zeke ren dag zult moeten zeggen. Neen, dat behoeven we niet als iedereen is heengegaan en de herfst werkelijk is begonnen, zullen we op een morgen uitgaan en trouwen „In de dorpskerk", had zij haar zin willen eindigen, maar met akelige snel heid had zij gedacht aan de graftombe daar van haar echtgenoot en zij brak plotseling af en voegde er ademloos aan toe: In Tours, in de kathedraal, die rustig is en leeg. Miss Stalling kon dit alles begrijpen; zij onthield zich ervan te gewagen van de noodzakelijkheid van een burgerlijk huwelijk, over prozaïsche détails; zij deze omstandigheden nog eens naar Egrnond te zullen komen. Het weer, aldus spr., sluit zich aan bij deze droeve plechtigheid, regen en nog eens regen. Sneeuw en nog eens sneeuw den 2den Maart op de kust van Schotland, toen „de Noordpool" in de woe dende golven op de harde rotsen verging. Het zijn Gods daden geweest, die in Zijn Voorzienigheid gewild heeft, dat de slacht offers beveiligd werden tegen de vergetelheid in de golven der zee. Slechts twee van de bemanning zijn in de golven gebleven. Wij weten niet, of zij ooit zullen worden gevon den, maar, omdat het schip gekanteld is, ho pen wij, dat de mogelijkheid bestaat, om hen in den zomer terug te vinden. Met veel moei te zijn de andere negen terug gevonden. De Schotten hebben meegeleefd met onze zee varende natie. Eén zeeman, Smith genaamd, deed alles, wat mogelijk was. Hij nam de lijken op zijn rug en vervoerde ze zoo over de steile rotsen, om daardoor te bewerkstel ligen, dat ze begraven konden worden. De Schotten schonken aan de bemanning van „de Noordpool" een koninklijke begrafenis Toen kwam in Nederland de gedachte, hen naar het vaderland over te brengen. Harte lijk dank aan allen, die ertoe hebben mede gewerkt, om ons Comité in staat te stellen, deze goede gedachte ten uitvoer te brengen. Onze Vorstin, onze landsmoeder heeft mede- geholpen, omdat zij met haar volk, niet al leen in vreugde, maar ook in smart, mee leeft. Laat dit de bedroefde familiebetrekkingen tot troost zijn, dat God het zoo beschikt heeft, dat hun dierbaren thans in Nederland- schep grond begraven konden worden. Het is God, die voorlichting geeft en troost schenkt. In leven en sterven zijn wij gebon den aan Jezus Christus en in dit geloof kun nen wij veilig de Eeuwigheid tegemoet gaan. Ds. Heyda uit VI aar dingen spreekt. Ds. Heyda uit Vlaardingen had tevoren nooit de aangezichten van Dirk Prins en Leendert Groen gezien en zelfs nooit hun namen gehoord. Omdat hij het voorrecht had gehad, door het Comité, dat de over brenging van de slachtoffers der Noordpool- ramp naar Nederland bewerkstelligde, naar Schotland te zijn gezonden, om bij de over brenging tegenwoordig te zijn. voerde hij echter het woord om in de eerste plaats de hartelijke deelneming van het Comité te be tuigen en in de tweede plaats tot de velen, die hier in den regen stonden, te zeggen, dat men daar in Schotland te midden van een harde natuur alles getrotseerd heeft om de stoffelijke overblijfselen van den zoon, man, vader en broeder aan de golven te ontruk ken. Zij hebben daar, evenals hier, gevoeld, wat het is wanneer die in de golven hadden moeten blijven. De zeer is hard. De zee geeft brood, maar ook haar slachtoffers. En daar, waar de na tuur zoo hard is, is het opmerkelijk, dat daar menschen worden gevonden met een zacht en teeder gemoed. In kan U verzeke ren. dat die Schotten een groot menschelijk medelijden hebben betoond en levensgevaar hebben getrotseerd om U dit oogenblik te kunnen schenken. Onder niet betere omstan digheden dan die van heden woonden daar drie tot vierduizend menschen de voorloopi ge teraardebestelling bij. Spr. achtte het een voorrecht, namens de familie en namens de oud-katholieke gemeenten, waartoe deze slachtoffers behoorden, hun daarvoor dank te hebben kunnen zeggen. Toen de Victoria met de lijken de haven uit voer, stonden niet minder dan 1400 personen vol eerbied rondom de haven. De zeelieden van alle landen zijn in den diepsten grond één van ziel en één van hart. Tusschen hen bestaat geen scheiding. Spr. hoopte, dat de God, die in smarte lijke omstandigheden uit het diepst van het menschenhart wordt aangeroepen, hetzij men zeeman is, industrieel, of overheidsper soon, de nabestaanden tot troost mag zijn. Een woord van pastoor B. A. van Kleef. De pastoor van de oud-kath. gemeenten te Egrnond aan Zee, de heer B. A. v a n Kleef, oordeelde, dat nooit de gang naar het kerkhof zóó zwaar was als op dezen droeven middag, waarop men twee slachtof fers van de scheepsramp aan den schoot der aarde had toevertrouwd. Nimmer had een begrafenis op dit kerkhof dan ook zooveel menschen tezamen gebracht als er op dit oogenblik aanwezig waren. Menschelijk is de vraag: „Hoe is dat al les gebeurd, hoe is dat gekomen en waarom heeft God de Vader dit niet verhinderd?" Wij vragen en de zee kan het antwoord vroeg echter of mr. Carless Roomsch Ka tholiek was en toen madame de Belle garde antwoordde ja, voelde zij dat dit weer een punt was tegen hem en ten gunste van Magnus Farryner. Maar gij en hij behoort onderling klaarheid te hebben, opperde zij, een po ging doende uitdrukking te geven aan iets dat haarzelf perplex deed staan. Waarom! Gelooft ge zoo sterk in de macht van het gesproken woord? glim lachte madame de Bellegarde, en dan voegde ze er met een zeker ongeduld bij: Alsof het er op aankomt wat men zegt! Het is het gevoel men kan een ander niet aan een bloote belofte houden als het gevoel is heengevloden De menschen doen het Dat is afschuwelijk! Dat is een treurspel Miss Stalling was tot zwijgen ge bracht; iets eenvoudigs, practisch en eerlijks in haar werd onprettig aange daan door de vaagheid van de geheele situatie, welke uiterlijk heerlijk en in nerlijk zoo nevelachtig was. Aldus ten minste scheen het miss Stalling toe; en dan, hoe verrukkelijk dit dartele ook was, het kon niet duren zij moest te rugkeeren naar het klooster, mr. Carless naar Londen, Robinetta naar haar kloos ter zelfs Magnus Farryner kon stellig niet voor onbepaalden tijd in Touraine blijven toeven, en het weer, dat óók, kon zeker oogenblik breken, als iets broos en hen laten te midden van mist en druile- rigen regen, waarin zij elkaar zouden verliezen. geven, maar bewaart dit als een eeuwig ge heim. Ook de godsdienstige mensch staat bij de bittere beindiging van deze bloeiende le vens met een hart vol beklemdheid en met angstige vragen. Hij vraagt: „Waarom, o, God, hebt Gij dat gedaan? Waarom is dit geschied?" Het ant woord op deze vragen is van den hemel ge komen in het woord: „Ondoorgrondelijk zijn Gods wegen; Gods wegen zijn andere dan menschen oordeelen". Wij kennen een God, die zich als liefde in Christus heeft geopenbaard en die heeft ons gezegd: „In leven en sterven behooren wij God". Dat is de troost, die ons is geble ven. Want Gods aanwezigheid was ook in deze menschen in hun laatste oogenblikken, toen zij worstelden met den dood en is ook thans met hen in het hoogere leven. En die in Gods handen is, is in veilige handen, Gods handen zijn genadige, barmhartige, sterke handen. Die troost "nemen wij mede. Laat het ons ook tot troost zijn, dat wij onze overledenen hier hebben, aan den voet der duinen, waar zij als kinderen hebben ge speeld en met de anderen grooter geworden zijn, waar zij de trots, het geluk en de glorie van hun vaders en moeders zijn geweest en laten wij dankbaar zijn, dat zij rusten in de schaduw van het monument, waarmede wij de herinnering vasthouden aan de meer dan honderd andere Egmondsche zeelieden, die in de oorlogsjaren omkwamen en wie geen andere rustplaats werd beschoren dan de donkere bodem der zee. Oud-katholieke visschers en visschersvrou- wen, de bijbel zegt „Tusschen de geboorte en het sterven is het leven slechts enkele schreden". Dit geldt voor de menschen op het land, maar ovor ons, visschersmenschen, is het nog korter dan enkele schreden. Eén enkele dunne scheepswand scheidt U van den dood en daarom, dit lot hangt telkens weer boven uw hoofd en neemt dit dus als een waarschuwing mede: „Waakt, waakt!" De ouden moeten sterven, maar de jonge ren kunnen sterven. Neemt dus als waar schuwing van deze graven mede het geloof in de verrijzenis op den jongsten dag. Kruis in top, zoo varen wij door de verdere tijden. Namens de nabestaanden sprak hierop burgemeester E ij m a een woord van dank aan de aanwezigen voor de laatste eer aan de overledenen bewezen, waarin hij bizon der dank bracht aan allen, die het woord hadden gevoerd. Sterk onder den indruk verliet hierop de menigte, vol deernis met de achterbl ij venden, die het zeer moeilijk hadden gehad tijdens de droeve plechtigheid, den zoo. rustig gele gen doodenakker. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Strafzitting van Vrijdag 17 April. DE OMSTANDIGHEDEN VORMEN DEN MENSCH. Deze lieorie van Einstein kan ook worden toegepast op het rentezegeltjes- plakken en het is duidelijk dat de heer de ondernemer van café „Po- pulaii te Alkmaar er ten clien aanzien anders voorstaat dan de ambtenaar en de heeren ambtenaren van den arbeids raad. Evenwel kwam bij de voortge zette behandeling na het verhoor de1* getuigen toch vrijwel naar voren, dat hun verklaringen niet weerspraken ch toelichting' door den heer St. de vorige week gegeven, dat hij verhinderd was geweest om rentezegels te plakken ten behoeve van zijn douceurtjes-kellner Boersen, omdat deze hem niet in 't bezit had gesteld van de rentelcaart, welke kaart eerst na krachtig optreden van den heer Brandon Bravo voor den dag was gekomen. De heer ambtenaar scheen echter den heer St. niet als een ideaal zegelplakker te beschouwen en vorderde 34 maal 1 boete of 34 maal 1 dag. doch de Kanton rechter was niet bereid direct te oordee len en zal eerst over 14 dagen schrifte lijk vonnis wijzen. HET VERKEER TE WATER MOET OOK GEHANDHAAFD WORDEN. De eigenaars van het motorschip „Dl stad Alkmaar" bekwamen op 18 Decem ber aan dit vaartuig een schade van 300, als gevolg van de onhandigheid van den bestuurder van een andere mo torboot „De Anna", die bij het passee- ren van de Stad Alkmaar op de Alk maarder Meer, waar ruimte genoeg is, zijn vaartuig inplaats van naar stuur- boord, naar bakboord stuurde, met ge- Een storm kon elk blad van de weel derige boomen afstroopen en elke bloem in de keurige perken vernietigen. Gij wilt alles prettig geregeld heb ben, glimlachte madame de Bellegarde, zoodat iedereen naar huis, naar bed kan gaan. En dat leek inderdaad iets op miss Stalling's gevoelen. Ik zou graag weten dat gij en mr. Carless elkander volkomen begrepen, zeide zij wat geaffecteerd. Maar dat doen we, hield madame de Bellegarde vol. Hoe is het mogelijk dat gij er anders over denkt. En miss Stalling onderstelde, dat het haar eigen onervarenheid moest zijn, welke haar zooveel gewicht deed hech ten aan het gesproken woord, aan het erkende verbond, de gedane belofte. Maar Madame de Bellegarde had an dere redenen dan vertrouwen voor haar uitstellen, want zij had niet alleen Timo thy Carless lief, maar de schoonheid; haar leven lang had zij zich bewogen te midden van schoonheid, maar zij had 't nooit ten volle bemerkt tot nu toe, nu zij ten volle gelukkig was, en zij was zoo bang deze schoonheid te verbazen of te verschrikken door een woord of een ge baar. Zij wist dat deze magische stemming van betooverde matheid niet kon blij ven, dat deze menschen slechts voor een korten tijd bij haar waren, maar zij wil de niet degene zijn, die het teeken zou geven dat die zich in herinnering zo» oplossen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5