Alkmainsche (mol DE PAGODE IN UW PIJP: V. ROSSEM's TROOST Tooneel Honderd drie en Jaargang. Vrijdag 24 April Radioprogramma tbblIXUTON. STAD EN OMGEVING. fo~ 90 1931. Zaterdag 25 April. Hilversum, 298 M. (Uitsluitend V.A.R.A.) 8.Oramofoonplaten. 10. ding. (V.P.R.O.) 10.15 Uitzending voor de Morgenwij Uitzending voor d< Arb. in de Continu-bedrijven. Hef V.A.R.A.- o^kest onder leiding van Hugo de Groot en W. van Cappellen 12.— Concert door het V.A.R.A.-septet o. 1. v. Is. Eyl en gramofoon- platen. 1.45 Onderbreking. 2.15 Oramofoon platen. 2.25 S. Kasenier: „Het reisprogram ma der natuurvrienden. 2.40 Grammofoonpla ten. 2.45 Paedagogisch concert o. 1. v. P. Tiggers. 4.15 Orgelspel door Joh. Jong. 4.45 Esperanto-cursus G. J. Degenkamp. 5.05 Dr. Gerversmann„De letterkunde als weerspie geling van den tijd". 5.35 T Landré: „Ons luis een tehuis". 6.— Dr. F. M. Wibaut: De alg. beteekenis van de Soc.-Dem. in de gemeente-politiek". 6.15 Concert door het V A R.A.-orkest o. 1. v. Hugo de Groot 6.35 Toespraak door Fr. v. d. Goes. 7.10 Vervolg concert. 7.50 V A.R.A.-Varia. 8.— „Die Jahreszeiten", oratorium van J. Haydn. Uitz, vanuit het Concertgebouw te Amsterdam De Stem des Volks" met medewerking van het Utr. Steel. Orkest. Solisten E. de Haas. sopraan. L. v. Tulder, tenor. A. Funke Kiip ner bas. Leiding A. Krelage. Ca. 9.45 Teun de Klepperman. 10.10 Vervolg die Jahres zeiten. 10.45 Vaz Dias. 11.—12.— Gramo focnplaten. Huizen, 1875 M (Uitsluitend K. R. O.) 8—9.15 Gramofoonpl. 10.—11.30 Gramo foonplaten. 11.30—12.— Gods. halfuurtje, pastoor Perquin. 12.—12.15 Politieberich ten. 12.15—1.45 K.R.O.-sextet o. 1. v. P. Lustenhouwer. 1.45—2.30 Gramofoonplaten. 2.30—3.— Vragenhalfuurtje. 3.—4.30 Kin deruurtje. 4.30—4.45 Zwempraatje S. P. J. Borsten 5.6.Gramofoonplaten. 6.—6.15 Esperantober. 6.15—6.35 Journ. Weekover zicht door P. de Waart. 6.35—7.Gramo foonplaten. 7.7.30 Dr. R. N. M. Eykel: „Rondom de geestelijke Volksgezondheid" 7 307.45 Sportpraatje. Pater F. L. Esser D. E. S. A. 7.458.Politieberichten. 8. 11.— Concert door het K R. O.-Orkest o. 1. v. H. Gerritsen. In de pauze voordracht door den „Dré". Ca. 9.Vaz Dias. 11.—12. Gramofoonplaten. Daventry, 1554.4 M. 5.35 Morgenwijding. 10.05 Lezing. 12.201.20 Orkestconcert. 1 50 Verslag van de Cup-Finale tusschen Birminham en West Bromwich Albion. 4.05 Orgelspel door R. Foort. 5.35—6.— Berich ten. 6.05 Orgelspel door Dr. Thalben Ball. 6.20 Lezing. 6.40 Lezing. 6.50 Concert Mi litair Orkest. H. Alston, mezzo-sopraan. R. Henderson, bariton. 8.20 Berichten. 8.35 Be richten. 8.40 Lezing. 9.10 Concert. Orkest. 10.05—11.20 Dansmuziek. Brussel, 508.5 en 338.2 M. 4.20 Orkestcon cert. 6.05 Gramofoonplaten. 7.20 Orkestcon cert. 338.2 M.; 4.20 Dansmuziek. 5.05 Con cert en causerie. 6.05 Gramofoonpl. 7.20 Gramofoonplaten^8.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 7.05 Gra mofoonplaten. 11.50 Gramofoonpl 5 20 Gra mofoonplaten. 8.05 Gramofoonplaten. 8.20 „Athalie", treurspel van Racino. Langenberg, 473 M. 6.25—7.20 Gramo foonplaten. 9.359.50 Gramofoonpl. 11.30 Gramofoonpl. 12.251.50 Orkestconcert 7.20 Vroolijke avond. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. 11.2012.20 Jazz-muziek. Kalundborg, 1153 M. 11.05—12.35 Or kestconcert. 2.204.20 Orkestconcert en voordracht. 4.204.50 Gramofoonpl. 7.20 11.20 Radio-Bal voor de oude generatie m. m. van het radio-orkest en solisten. Zeesen, 1635 M. 5.051.20 Lezingen, be richten enz. 1.20—2.20 Gramofoonpl. 2.20 —3.50 Kinderuurtje en lezingen 3.50—4.50 Concert. 4.507.20 Voordrachten. 7.20 Feestconcert. Orkest en solisten. 7.50 Caba ret. 9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dansmuziek. Door MARJOklE BUWEN. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door C. E GUYE. 35 Miss Stalling wees het kasteel aan Robinet- 'a; de indrukwekkende ruïne doemde op als een zeer groote en verre massa, zelfs hoog bo xen de torenspitsen van Chinon. Ik heb het één keer klaar gespeeld, zeide zij. maar ik geloof niet dat ik er ooit weer kan komen; men moet den heelcn weg loopen dus zal ik hier beneden op u wachten en mis schien een paar schetsen van de rivier maken. Magnus Farryner keek scherp naar de twee, Z1) aan zij leunend op de steenen balustrade, be spikkeld met de schaduw van de platanen. Ik blijf graag bij u, merkte hij op. Ik ken Chinon heel goed. Maar miss Stalling scheen daarover erg te leurgesteld; ook zij blikte naar den man en de vrouw, die in de snelle ondiepten tuurden. Maar wie zal de dingen aan Robinetta wij zen? vroeg zij. De gids, zeide het meisje eenvoudig, als mr' Farryner niet graag meegaat. Maar dat doe ik wel; dit beteekent ech- er miss Stalling alleen te laten, - En het is een lange weg, voegde Robinet- a er bij, en een heele klim. als u alles reeds gezien heeft. Ik geloof niet dat iemand ooit alles te vo- fen gezien heeft, zeide miss Stalling, Elke keer een nieuwe ondervinding. Je weet nooit wat gebeuren gaat. VIERDE ABONNEMENTS- VOORSTELLING. DE COMEDIE VAN HET GELUK van Evrrinoff, door de Kon. Ver. Hef Nederlandsch Tooneel. Eén, in vele opzichten voortref je lijke opvoering van een belangrijk amusant stuk. De Russen zijn, ook in hun kunstuitingen een voik van uitersten. In een groot deel van hun dramatisch werk gebeurt weinig of niets in stukken als Tchekoff's „Zeemeeuw", De' Kersentuin", „Oom Wanja", voeren alle "ka rakters, eindelooze gesprekken met als grond toon een op de spits gedreven melancho lische zelf-analyse. Bij Mayerhold en zijn vol gelingen daarentegen vindt men een bont fel bewegen, het gesproken woord is vaak zoo goed als bijzaak geworden; een simpel, naïef gegeven is in vele gevallen voldoende tot het construeeren van een drama waarin, in sterke tegenstelling met het eerstgenoemde <renre alle dramatische effecten met kunsten van geheel andere soort vereenigd zijn. Felle tra giek, wisselt af met de dolste klucht, terwijl zang, dans, ja zelfs acrobatiek het ceheel helpen opbouwen. Zonder te willen zeggen, dat Evreïnoff in zijn „Comedie direct de laatstgenoemde ex treme methoden volgt, neigt hij toch heel duidelijk naar de werkwijze van' hen, die van het tooneel een bonte afwisseling met sterke, direct werkende effecten eischen, en daarbij niet al te kieskeurig zijn in de aan te wenden middelen. Maakt hij zelfs niet een gretig ge bruik van het steeds zoo dankbare en ver- ïassende effect van verkleedpartijen en plotse linge transformatie? Maar de gedachte, die aan zijn werk ten grondslag ligt, is een ons steeds weer vervolgende, een van algemeen menschelijke beteekenis" de beteekenis in ons 'bestaan van Schijn en Waarheid. Eenige tijd geleden gaf ik hier als mijn meening te kennen, dat in onze verwarde, zoekende tijd geen werkelijk groot tooneel mogelijk is, maar dat „De Comedie van het Geluk" een van de, helaas nog zoo schaar- sche verblijdende, symptomen is van een zich hernieuwend dramatisch leven, al hebben we hier nog wel niet direct een in bloeiend- dramatische vorm gegoten gedachte, die een weerspiegeling is van wat er in onze eigen tijd leeft en woelt. Dat is gisteravond dan ook wel overtuigend gebleken. Dr. Fregoli, dp merkwaardige, geheim zinnige figuur, met occulte macht over zijn mede-menschen, is bezield met het innige ver langen die menschheid geluk te brengen. En hij wil dat doen door te trachten hun illusies, hun wenschen, datgene waarvan ze hun „geluk" verwachten, tot werkelijkheid te maken. Daarvoor is eerst noodig, dat hij hun geheimste, intiemste gevoelens en gedachten kent. Wanneer hij zich (in de vermomming van een kaartlegster) door een aantal lieden hun geheele innerlijk leven heeft laten bloot leggen, voorziet hij zich van de hulp van eenige tooneelspelers, die nu in het volle leven (d.w.z. in het pension van Maria Jakow- lewna) hun rol zullen moeten spelen, met het vooropgezette doel de menschen te misleiden door hun hartewenschen te realiseeren, of het ontbrekende in hun leven aan te vullen. We zien hem, in een vlot-geschreven tusschenspel, met de tooneelspelers een repetitie meemaken. Dit is niet de sterkste zijde van het stuk; de scène is onbetwistbaar amusant, vooral zoo als ze Woensdag werd gespeeld, maar de iet wat revue-achtige effecten zijn vrij goed koop en ook niet bijster oorspronkelijk, de karikatuur op de repetitie van een stuk in de oudheid spelende, de contracten tusschen de gezwollen taal, de overdreven gebaren en de doodnuchtere opmerkingen daartusschendoor, dat is alles „schon dagewesen", evenals dè zich in de zaal verbijtende, neurasthenische auteur-regisseur. Daarna stijgt het stuk echter geweldig, en in een met kostelijke humor doorweven boeiend, en vaak ontroerend gebeuren brengt de illusie allen in het pension de verlossing: het zielige, anemische meisje vindt haar (gewaande) minnaar, de levensmoede student herkrijgt in een sterke, jonge liefde her nieuwde levenskracht- en moed, de pietluttige, hysterische schoolmamsél denkt in de „oude dokter", de hevig begeerde levensgezel te hebben gevonden kortom alles leeft op in een gelukszwijmel die op leugen berust en als ten slotte de „Waarheid" ontdekt wordt, wil aanvankelijk memand haar gelooven zelfs zij die de leugen hebben gejond weten niet meer waar ze begint en eindigt 'totdat in een sterk geschreven slot, allen zich keeren egen hem, tegen de bedrieger, die hun die kostelijke oogenblikken heeft geschonken Het is werkelijk ondoenlijk in een kort be stek voldoende recht te doen wedervareen aan de rijkdom van gedachten, de kostelijke humor, de teere schoonheid, de verrassende vondsten, al het amusante, boeiende en tref fende in dit buitengewoon belangrijke en on derhoudende stuk; ik moge volstaan met te verklaren, dat ook het Alkmaarsche publiek gisteren heeft kunnen constateeren, dat we hier zonder eenige o'verdrijving te doen heb ben met het beste, dat we de laatste jaren op de Nederlandsche planken hebben zien opvoeren Want ook de vertooning stond op buiten gewoon hoog peil. De voortreffelijke !eidin°- van Van Dalsum deed alles voorbijgaan in het gewepschte tempo, gaf aan alle scènes de gewenschte sfeer, waartoe de zich prachtig bij de handeling aansluitende décors niet weinig meewerkten. Dat door onze gebrek kige, veel te enge en primitieve tooneelruimte, bij dit spel van illusie, aan onze verbeeldings kracht nog extra zware eischen werden ge steld, en het geheel natuurlijk oneindig min der voldeed dan in een behoorlijk-passende omgeving (heele brokken tooneel waren b.v. voor bepaalde groepen toeschouwers niet te zien), dit alles kon de leiding niet helpen, en het viel ten slotte nog wel mee; dank zij'een uitgebreide, zeer vakkundige staf technisch personeel, zijn er, ook wat het technische deel voortreffelijk. Hij was inderdaad in elk op- betreft, inderdaad nog wonderen bereikt. Van Dalsum zelf, als Dr. Fregoli, was zicht de alles en allen domineerdende figuur; er ging van hem doorloopend, die sterk-fasci- neerende kracht uit, die men aan dit karakter verbindt; bewonderenswaardig was zijn spel in I, als de kirrende, loerende tooverkol; de verrassende overgang, wanneer hij de plunje van het oude wijf afwerpt en als „zichzelf" verschijnt, ontketende (en terecht) een spon taan, daverend applaus. Wie zal ik in dit, ook als ensemble zoo buitengewoon goed geheel, verder het eerst noemen? Want zelden zag men in de laatste jaren een vertooning, die van boven tot be neden, zoo gaaf, zoo in alle puntjes verzorgd was. Anna Sablairolles, die hoog-bejaarde artiste, die zich desondanks met een verbluf fende elasticiteit aanpast aan zelfs de meest moderne kunstuitingen, speelde een aandoen lijke, door zorgen gedrukte, moeder. Van Warmelo, die op zijn bescheiden plaats steeds weer verrast door de verzorgdheid en zuiver heid van zijn creaties, was een zachtmoedig „ambtenaar", zonnig-gelukkig met de door vriendenhanden geschreven brieven van zijn niet meer levende zoon; Henri Eerens uit muntend als de „jeune premier", Willem Hunsche,- in de hem als op het lijf geschreven rol van „de komiek"; NeH Knoop als de be dillerige onderwijzeres; Cruys Voorbergn als de nijdige regisseur en Jater als bevallig danseur; Willy Haak gaf weer wondere blijken van haar veelzijdig talent: bevallig, guitig ontroerend; Frits van Dijk, die zich vlug een weg aan het banen is naar het eerste plan, was een prachtig-zuivere Fedja; zij' en alle anderen, tot de kleinste partijen toe, gaven veel schoons te zien. Do Van Hoogland speelde de zware rol van Lydia, door Charlotte Kohier gecreëerd, op zeer verdienstelijke wijze. Echter deze rol eischt, om ten volle tot haar recht te komen, een rijper talent dan het hare. Om maar iets te noemen: De hypnose-scène in I miste ten eenenmale het beklemmende, het adem-behe- mende, dat mevr. Kohier eraan wist te geven. En ik wil in dit verband dan ook niet nalaten op het volgende te wijzen: Toen het Comité, maanden geleden, met de directie van de Koninklijke Vereeniging betreffende de opvoering van dit stuk te Alk maar tot overeenstemming kwam, waren we als vanzelfsprekend overtuigd, dat we (wat de hoofdrollen betreft althans) hier dezelfde bezetting zouden krijgen als die, welke wij in Amsterdam hadden gezien en die ook, als regel, daar gebruikt wordt. Dit nog eens na drukkelijk schriftelijk te stipuleeren, leek ons overbodig, dergelijke overeenkomsten moeten uiteraard berusten op goede trouw. Nooit hebben we hieromtrent met eenig gezelschap dan ook eenige moeilijkheid gehad. En waar onder de rollen, die de zwaarste eischen stel len, zeker die van Lydia genoemd mag wor den, waren we wel zeer onaangenaam verrast toen ons, zeer kort voor de dag van de voor stelling, zonder meer een verdeeling werd toegezonden, waarbij Charlotte Kohier niet voorkwam. Protesten waren vergeefs, en we hebben ons dus noodgedrongen zij het onder protest) bij deze regeling moeten neer leggen. We zijn er zeker ten volle van overiuigd, dat de administratie van een zoo uitgebreid gezelschap als die van de Kon. Vereeniging op het oogenblik, alles behalve eenvoudig is en dat de omstandigheden, zelfs op het laat ste oogenblik groote moeilijkheden voor een vlot verloop kunnen opleveren. De directie weet dan ook zeer goed, dat wij, hun ter wil le, reeds tot groote concessies bereid zijn ge vonden, maar ten slotte dient zij aan haar verplichtingen te voldoen, waaronder we ook verstaan, het zenden van de bezetting, waar op we redelijkerwijze aanspraak meenen te mogen maken en deze niet op eigen gezag te veranderen zonder ons hierin van te voren te kennen. Het gezelschap van de heeren Saalborn en Verbeek treedt dit seizoen voor het eerst voor het Comité op, weet dus wellicht niet zoo precies, dat dit comité juist is opgericht om een einde te maken aan vrijheden, die optre dende gezelschappen zich nog al eens tegen over de „provincie" meenden te mogen ver oorloven. En waar overigens (we erkennen dit gaarne), deze voorstelling redenen tot groote tevredenheid gaf, zullen wij hier ver der maar het zwijgen toe doen, vertrouwen echter, dat we in de toekomst, ook bij dit ge zelschap, voor dergelijke verrassingen ge spaard blijven. J. B. v. AMERONGEN. ALKMAARSCHE VEREEN. VOOR DEN HANDELDRIJVENDEN- EN INDUSTRIEELEN MIDDENSTAND. Onder voorzitterschap van den heer H. de Raat vergaderde bovengenoemde instelling in de kolfbaan van café Central. De verga dering was vrij druk bezocht. Na opening werden de notulen door den 2den secretaris, den heer H. Lind, voorgele zen. Naar aanleiding daarvan herinnerde de voorzitter aan het succes, dat de proefneming met den cursus voor winkelpersoneel was ge weest, terwijl hij de hoop uitsprak, dat het volgend jaar ook „de Hanze" dit werk zal steunen. Het incassobureau zal binnen afzienbaren tijd in werking treden. Adverteeren in programma's en het geven van cadeaux aan fancy- fairs. Van den Centralen Middenstandsbond was een schrijven ingekomen inzake het ge ven van cadeaux e. d. aan fancy-fairs. In dit schrijven werd gevraagd, een besluit te ne men, waarbij het aan de leden verboden zou zijn, om te adverteeren in programma's en het geven van cadeautjes aan dergelijke in stellingen. - Dit onderwerp lokte enkele discussies uit! De heer Appel wilde de vrijheid in dezen behouden, terwijl ook de heer Rentenaar zich niet gaarne vast wilde leggen aan een der gelijk besluit. De voorzitter stelde voor, om in sa menwerking met „de Hanze" aan alle veree- nigingen in Alkmaar en omgeving een circu laire te zenden, waarin de bezwaren tegen het adverteeren in programma's kenbaar wor den gemaakt. Hoewel de heer Lind niet veel heil zag in dezen maatregel werd ze toch z. h. st. goedgekeurd. Wat het cadeaustelsel betreft, werd beslo ten, om strooibiljetten te verspreiden, om het euvel te bestrijden. De heer Heuseveld't vroeg, of er geen wet in voorbereiding is, om het cadeau stelsel te verbieden, waarop de v o o r z i t- t er meedeelde, dat er in die richting wordt gewerkt. Maar voor het zoover is, moet het publiek bekend gemaakt worden, dat het zelf de cadeaux betaalt. Besloten werd voor het op 30 Juni, 1 en2 Juli te Zandvoort te houden Middenstands congres de aftredende Hoofdbestuursleden J. v. Bommel, Schuurman en Spaander weder om candidaat te stellen. Blijkens het door den heer De Jager uitge brachte financieele jaarverslag, was het saldo- 1929 237.97. De ontvangsten bedroegen 2.798.10; de uitgaven 937.4534; 1800 werd op de Middenstandsbank gedeponeerd; het batig saldo bedraagt 51.6434, terwijl op spaarbankboekjes nog 332.96 staat. Bij de ontvangsten was een Gamitwinst van 1811.18. De bestuursleden De Jager en Lind wer den, respectievelijk met 25 en 22 stemmen herkozen en namen deze benoeming aan. De heeren Narold en Davelaar werden ge kozen tot leden van de commissie tot nazien der rekening. Eleclriciteitstarieven. De voorzitter licht het punt nog eens toe. Nog steeds betaalt de middenstander te veel voor den electrischen stroom, doordat de tarieven nog veel te hoog zijn. Spr. kan deze uitgaven gevoegelijk rekenen onder de „in directe belastingen", waardoor de gemeente Alkmaar een aardig bedrag ontvangt. De tij den zijn echter veranderdmen ziet over alle linies een niet onbelangrijke prijsdaling, zoo dat het niet meer dan billijk, is, dat de ge meente ook met prijsverlaging aankomt. Daarom vroeg spr. aan de vergadering toe stemming, om een adres dat den gemeente raad te richten, waarin zal worden gewezen op de te hooge tarieven en waarin zal wor den verzocht, de prijzen op billijke wijze ie verlagen. De heer Z w a k m a n meende, dat door de nieuwe winkelsluitingswet de gemeente een niet onbelangrijk verlies zal boeken, om dat de etalages dan ook niet zoo lang meer verlicht worden, waarop de voorzitter ant woordde, dat z.i. de winkels en etalages ook na sluiting vellicht moeten zijn, zulks met het oog op de reclame. Het verlies voor de ge meente zal dus in werkelijkheid niet zoo groot zijn. En trouwens, de K. W. U. kost de ge meente ongeveer 134 cent, zoodat er nog een behoorlijke winst gemaakt wordt! De heer L. T r ij b e t z voelde wel voor het idee, om de lichten onmiddellijk na sluiting te dooven, als een soort repressaille-maatregel tegenover de gemeente. Spr. gaf vervolgens de prijzen, die d,e gemeente Haarlem vraagt voor haar stroom, en die belangrijk lager zijn dan hier. Tenslotte zou het volgens spr. gewenscht zijn, dat ook het dagtarief ver laagd werd. Na nog eenige besprekingen werd het be stuur gemachtigd, dé actie voor verlaging der stroomtarieven te beginnen. Het a.s. Congres. De vergadering besloot, dat de afgevaar digden op het a.s. congres inlichtingen zou den vragen over het zelf verwekken van elec trischen stroom. Er zijn thans installaties, die goed voldoen en die door particulieren zelf kunnen worden ingevoerd. Als men dat in Alkmaar ook gedaan zou kunnen krijgen, wat men bevrijd van de gemeente-monopolie. Statutenwijziging. De voorzitter las daarop het ontwerp-nieu- we statuten en het ontwerp-huishoudelijk reg lement voor, dat door de vergadering met al- gemeene stemmen werd goedegekeurd. Nadat nog enkele den bij de rondvraag enkele opmerkingen hadden gemaakt, sloot de voorzitter de vergadering, waarna in be sloten kring nog een bestuursmededeeling aan de leden werd gedaan. DE B.O.L.T.H.A. TE DEN HELDER. Met eiken dag wordt de bloembollenten* toonstelling in de „Donkere Duinen" nu fraaier en een bezoek aanbevelenswaardiger. De zon doet in dit opzicht wonderen en too- vert de bloemen uit de wegens de kou tot nu toe angstvallig gesloten knoppen. Wij hebben indertijd medegedeeld, dat tijdens deze tentoonstelling een licht- en reclameweek zou worden gehouden en het is daarvan, dat wij heden een en ander willen vertellen. Deze lichtweek is inderdaad op grootsche wijze opgezet en zeker zal zij' de bewondering wekken van iederen bezoeker. In de voornaamste winkelstraten zijn daarvoor een 115-tal fraaie lichtmasten opgesteld, naar het ontwerp van den directeur der ge meentewerken te Den Helder, den heer Dok ter. Deze masten zijn op een afstand van 20 tot 25 M. opgesteld langs Kanaalweg, Loodsgracht, Spoorstraat, Keizerstraat, Weststraat en Koningstraat en worden van een lamp ter sterkte van 400 kaarsen voor zien. Daarenboven zijn op verschillende hoofdpunten in de stad, namelijk aan de beide ingangen van de Keizerstraat, op den Kruis weg en op de hoeken SpoorstraatKoning straat masten van wat grooter model ge- plaats, die een sterkte hebben van 1000 kaarsen. Het Koningsplein, het hart van de stad, wordt voorzien van een aantal masten, Heel goed, glimlachte Farryner. Ik zal gaan u wili een lunch bestellen in het Hotel de France of de Boule d'Or? Ja, antwoordde zij, dat z^J ik heel graag doen Maar zij sprak niet ongedwongen, want zij voelde zich verlegen de twee alleen te laten, en zij dacht dat Farryner dit moest hebben ge merkt en conversatie had gemaakt om hun opgaan in elkander te verbergen; inderdaad, zij meende ironie in zijn glimlach te ontdekken. Op dit oogenblik van lichte weifeling kwam madame de Bellegarde naar voren. Stroomend water hypnotiseert me, zeide zij. Als ik naar beneden staar in de rivier, kan ik nauwelijks weer wegkomen. Zij keerde zich naar Robinetta: Hou je van deze omgeving? Was de rit prettig? Ik kan niet zeggen wat ik daaromtrent voel, antwoordde het meisje gretig. Het schijnt mij nog als een sprookje... Dwaze vragen waren dat van mij! glim lachte madame de Bellegarde, met een soort van gedwongen lichthartigheid. Dus wij gaan nu het kasteel zien, wij vieren? Want ik weet dat miss Stalling niet meegaat. Ik zeide het juist, het is te veel klimmen voor mij. Weder was er een oogenblik pauze, als een pauze van weifelen. Zij stonden onder de plataanboomen, met de rivier aan de eene hand en de oude stad aan de andere, beide zwijgend en zonnig; ofschoon het nog morgen was, was de lucht vol van slaperigheid. Timothy Carless, die nog niet gesproken had, deed het voorstel dat zij zouden lunchen vóór het bezoek aan het kasteel. Miss Stalling wierp hem een afkeurenden blik toe; zij vond hem over het geheel te kalm, te aangenaam aan ieder. Zij oordeelde dat het volkomen tijd was dat hij zich verklaarde, of madame de Bellegarde hem toestond zoo te doen of niet, en opnieuw was zij neerslachtig door het gevoel dat de situatie te fijn werd uit gesponnen. Neen, er werd besloten het kasteel dadelijk te bezoeken, in den frisschen glans van den vroegen dag en zij, keerden zich naar de ruïnes, die er uitgestrekt en overweldigend uitzagen in de azuren bleekheid van den morgen. Madame de Bellegarde hield Carless naast zich en ging voor door de middeleeuwsche ge vonden straten van het kleine stadje, waar de oude huizen van hout, van gebeeldhouwd steen, tegen elkander leunden onder scheeve toren tjes. Zij kwamen op het Raadhuisplein, rijkelijk beschaduwd met het donkere loof van kastanje- boomen, bevlekt met verwelkt rood en ver sierd door een bronzen fontein van „De Drie Gratiën". Hier hielden zij stil; het leek alsof elke stap van hun wandeling gewichtig was; madame de Bellegarde en haar metgezel praatten veel; hun welluidende stemmen klonken levendig in de stilte van het kleine stadje; de andere twee spraken slechts weinig, Farryner omdat hij door zijn gedachten werd in beslag genomen en Robinetta omdat zij gelukkig was in de schit terende nieuwheid van deze ervaring. Zij kwamen voorbij winkeltjes, die kant en aardewerk verkochten, en open vensters, waar voor pompoenen en peren opeengestapeld la gen, kerken met ingewikkelde voorgevels, be kranst met fantastische bloemen en monster achtige vruchten, die de verweerde voeten van heiligen omslingerden. Magnus Farryner bedacht hoe weinig zij al len wisten van elkander, ondanks hun genoegen om samen te zijn en hoe weinig, in het bijjzon- der hij, wist van den jongen man, Timothy Car less, die voorop wandelde met madame de Bellegarde, en hij voelde, evenals miss Stalling had gevoeld, dat Carless zóó aangenaam was, dat hij eerder een raadsel leek; hij was zóó be minnelijk jegens iedereen, zoo volkomen op zijn gemak bij alle gelegenheden, dat hij óf een vol maakte beuzelaar was van een buitengewoon aangenaam humeur en met uitgezochte maat schappelijke talenten, óf hij was merkwaardig bekwaam in het verbergen van zijn waren aard. Farryner mocht hem, maar wantrouwde hem lichtelijk;-het kwam hem voor dat hij een on wezenlijk, verflauwd, overfijn, hartstochtloos aanzien gaf aan alles wat hij aanraakte nu deze tocht, hoe triviaal en onbeteekenend scheen die, ondanks den zonneschijn en het aangename gezelschap; elk détail was aange naam, maar er scheen geen samenhang te zijn in de gevoelens van hun vieren madame de Bellegarde en hijzelf waren altijd in harmonie geweest, zelfs wanneer zij niet overeenstem den, en hij herinnerde zich met spijt hun be zoek aan het paleis van den Aartsbisschop te Tours, maar nu hadden zij tusschen zich dit on schuldige meisje, dien bedorven jongen man, die beide vreemden waren. Farryner keek belangstellend naar madame de Bellegarde, die de nauwe, oude straat voor hem besteeg; zij droeg nog haar zachten, grij zen mantel, met bleek bont, dat haar gelaat verdonkerde, en de lange veeren, schaduwend en glinsterend tegelijk op haar hoed, wuifden terwijl zij ging. Hij keek benieuwd naar het meisje naast zich, dat zweeg uit eerbied voor zijn zwijgen. Houdt u van mr. Carless? vroeg ijh, zoo vrij alsof hij sprak tot een kind, en zij ant woordde met dezelfde onschuld, O ja; u niet? Hij is zoo alleraardigst en knap ook, geloof ik. Farryner stemde toe. Natuurlijk is hij een vreemde voor mij, voegde hij er aan toe. Ik ken hem slechts en kele dagen'en heb maar één kant van hem ge zien; hij is belangwekkend, en ik zou wel eens willen weten wat hij zou doen in een crisis. Maar zou men dat niet van iedereen kun nen zeggen? vroeg Robinetta. Neen. Vele menschen, de meeste men schen, zijn zoo duidelijk deze jonge man geeft zich niet makkelijk. Miss Stalling, voegde hij er bij met een glimlach, is niet erg dol op hem. Maar madame de Bellegarde houdt heel veel van hem, zeide Robinetta eenvoudig, misschien omdat hij de vriend was van haar echtgenoot. Misschien. Terwijl zij spraken hadden zij langzaam ge stegen. Zij hadden nu de Tour d'Horloge be reikt, welke hoog en geducht oprees aan het einde van een sierlijk viaduct; deze indrukwek kende toren leek wel een prachtige vesting, een hoogen zetel van koningen te bewaken. Hij leidt slechts naar ruïnes, zeide Farry ner. Carless had de bel geluid bij de over welfde poort; zij waren nu zoo ver boven de stad, dat die een kaart leek beneden; eenige bezoedelde, gele boomen beschaduwden de kale baksteen van den toren en reikten bijna tot den weerhaan van het hoogste torentje. Een kleine jongen had de rinkelende bel be antwoord en zeide hun, hem te volgen; het was net een kaboutermannetje, met bloote voeten en een gescheurd hemd. Zij traden het kasteel binnen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5