miMiscli Ciiirmt. eigen openen i. DE PAGODE Aspirin FEUILLETON. Hsnderd drie en dertigste Jaargang. Radioprogramma Parijsche brieven Gemeenteraden. jln't begin fan den zomer geenigopdewerekf (Wordt vervolgd). No. 106 1931. Woensdag O Mei Donderdag 7 Mei. Hilversum, 298 M. (Uitsluitend A.V.R.O.) 9.— Gramofoonplaten. 10.10.15 Mor genwijding. 10.30—12.— A.V.R.O.-kwartet o. 1 v. D. Groeneveld. 12.12.30 Voordracht door prof. dr. W. Vogelsang over de opvoe ring van „De spieghel Historiael" te Amster dam met medewerking van solisten. 12.30 2.30 Concert Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. E'sa Nolthenius, zang. 3.-4.— Naaicursus. 4.4.50 Cello-recital G. Roth. Vleugel: Pierre Palla. 4.305.30 Ziekenuurtje. 5.30 6.Gramofoonplaten. 6.6.30 Lezing over „Die Meistersinger von Nuernberg" van Wagner. 6 307.30 Uitz. „Dié Meister singer von Nuernberg". Onder auspiciën v. d wagnervereeniging. Dir. Fritz Busch Re gie: Fr. Luchvig Hörth. Koorleider: Hans Cleuver. Koor van de Wagnervereeniging m. m. v. Concertgebouw-orkest. 7.308.En- gelsche les Fred Fry. 8.— Gramofoonplaten. 8.15 Tweede bedrijf „Die Meistersinger". 9.109.40 Vaz Dias en lezing. 9.40—11.30 Derde bedrijf „Die Meistersinger". 11.30— 12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. 8.—10.— en 11.—2.— K R.O., 10.—11.— en 2.—11.30 N.C.R.V.) 8.—9.15 Gramofoonplaten. 10.— Zang Da meskoor N.C.R.V. 10 30 Ziekendienst. 11. 11.30 Gramofoonpl. 11.30—12.Godsd. halfuurtje pastoor Perquin. 12.— Politieber. 12.151.45 Concert door het K. R. O.-Trio o 1. v. P. Lustenhouwer. 1.452.Gramo foonplaten. 2.—2.15 Gramofoonplaten. 2.15 —3.15 Handwerkcursus. 3.15—3.45 Vrou- wenhalfuurtje. 4.5.Ziekenuurtje. 5 5 45 Cursus Handenarbeid voor de Jeugd. 5 45—6.45 Concert door „The Columbia Three". 6.457.—. Knipcursus. 7.7.30 Vragenhalfuurtie. 7.30 Politieber. 7.45 Radio-raadsel. S.15 Uitvoering van de cis- moll Mis van W. A. Mozart. Chr. Orato- riumvereen. m m. v. solisten en orkest o. 1. v. Jan Wagenaar. 1T15 Vaz Dias. 10.25 11.30 Gramofoonplaten. Daventry1554.4 M. 9.35 Morgenwijding. 1005 Lezing. 11.21 Orgelspel door R. Foort. 12.20 Concert. F. Landrum, sopraan. W. Charles Mann, bariton Isabel Hirstfeld, piano. 1.25 Uitz. voor schc'en. 3.05 Dans muziek. 3.50 Orkestconcert. 4.35 Kinderuur tje. 5.35 Berichten. 6.Pianospel door L. England en R. King. 6.20 Lezing. 6.45 Le zing. 7.05 Welsh-concert. 8.20 Berichten. 8 35 Berichten. 8.40 Lezing. 8.55 Concert. Maggie Teyte, sopraan. Alfred Coctot, piano. 10.0511.20 Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 6.25—7.20 Gramo foonplaten. 9 3511.15 Gramofoonplaten. 11.30 Gramofoonplaten. 12 251.50 Orkest concert. 4.205.20 Solisten-concert. 7.20— 8.15 Orkestconcert. 8.20 „Der Lampen- schirm". Comedie van Kurt Goetz. 9.35 Be richten. Daarna tot 11 20: Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 7.05 Gra mofoonplaten. 11.50 Gramofoonpl. 12.25 Gramofoonplaten. 3.05 Dansmuziek. 5.20 Gramofoonpl. 7.20 Radio-tooneel. 8 50 Ka mermuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Orkest concert. 2.20—4.20 Orkestconcert en voor dracht. 7.35—7.55 Zang-duetten. 8.20—9 10 Orkestconcert. 9.109.25 Cembalo-soli. 9.40 10.20 Orkestconcert. 10.2011.50 Dans muziek. Brussel, 508.5 M. en 338.2 M. 508.5 M.: 4.20 Orkestconcert. 5.05 Kinderuurtje. 6 05 Gramofoonplaten. 7.50 Concert. Koor, solis ten en orkest. 338.2 M.: 4.2.0 Orkestconcert. 6.05 Gramofoonplaten. 7.20 Orkestconcert en zang. Zeesen, 1635 M. 5.05 Tijdsein. 5.50 Gym nastiek. Dan gramofoonplaten. 8.20—11.25 Lezingen. 11.2512.15 Gramofoonpl. 12.15 —1.20 Berichten. 1.20—2 20 Gramofoonpl. 2 20—3.50 Lezingen. 3.50—4.50 Concert. 4.50—7.10 Lezingen. 7.10 Dansmuziek. 8.20 „Der Lampenschirm", komedie van K. Goetz. 9.20 Berichten. 10.— Avondconcert. Door MARJ0R1E BOWEN. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door C. E. GUYE. 45 Het meisje was verwonderd; miss Stalling had zulk een blijdschap getoond toen zij haar dit groote genoegen van het bezoek aan Ruze de Bellegarde bezorgde, en nu scheen zij on gelukkig en wilde graag dat zij vertrok, zelfs voor den afgesproken tijd. Natuurlijk ben ik hier slechts een vreem delinge, zeide zij peinzend, en ik behoor ui het geheel niet tot deze wereld. Ik denk niet fat ik ooit één hunner terug zal zien; maar iedereen was zoo vriendelijk Ja, in het bijzonder madame de Belle garde. O ja, werkelijk, antwoordde Robinetta warm. Ik houd heel, heel veel van haar Ik heb haar lief, zeide miss Stalling met ongestuimige trouw. Ik kan dat begrijpen. En zij is heel ongelukkig geweest. O ja, door haar echtgenoot te verliezen, peinsde Robinetta. Ik wilde wel dat ze dat niet gedaan had. Het meisje zweeg een na denkend oogenblik en vervolgde dan: Ik weet niet hce zij het draagt Dat zij haar echtgenoot verloren heeft? Ja En dan ook in dit huis te wonen! Zij moet zeer dapper en geduldig zijn. Robi netta zag er uit alsof zii plotseling was ge schrokken. Ik begrijpt niet hoe iemand hier kan blijven wonen. Deze twee oprechte wezens staarden elkaar aan, en miss Stalling was geheel van streek, zij kon niet de geheimen van madame de Bellegarde vertellen aan die argelooze meisje, en toch kwam het haar eenvoudigen geest .voor dat zij door zoo te doen de eenige kans LENTE. Het is nu volop Lente hier. En met de her leving in de natuur en de terugkeer van het mooie weer is er ook nieuw leven en nieuwe activiteit over Parijs gekomen. Schouwburg-voorstellingen, recepties, spor tieve bijeenkomsten, paardenrennen kennen in dezen tijd hun beste momenten van hei jaar. Toch is er veel onrust in de lucht, onrust van verschillenden aard en een diepgaande zelfs, politieke, economische, maatschappe lijke Wat niet wegneemt, dat er nu overal een drukke levendigheid heerscht. Er wordt hard gewerkt aan de groote voorjaars-schoon- maak der stad, de laatste hand wordt gelegd aan de vernieuwing der straat-plaveisels, en de métro-lijn, de fameuze nieuwe métro-lijn, waarlangs iederen dag tienduizenden bezoe kers zich naar de koloniale Tentoonstelling zullen begeven, die in Mei reeds geopend zal worden, zal weldra zijn eerste passagiers be ginnen te vervoeren. Ernstige ongerustheid ook ten opzichte van die Koloniale Tentoonstelling. Ontzag lijke werken zijn daarvoor verricht, ontzag lijke kapitalen daarin gestoken, en niet min der groot zijn de op die tentoonstelling ge vestigde verwachtingen. Maar nu met die wereld-crisis, die al- gemeene zaken-malaise komt toch de angstige vraag op het oogenblik voor zoo'n enorme onderneming wel bepaald gunstig is, om de gehoopte resultaten op te leveren En daardoor wordt dan ook ieder bericht over booten, die naar Europa afvaren, over hec aantal toeristen, dat zich gereed maakt „den grooten vijver" over te steken, ontvangen met een blijden glimlach, waarin de hoop op een mooie toekomst straalt. En men had maar te zien in de Paaschweek, toen er in Parijs weer van die heele karavanen vreemdelingen ver schenen, voorafgegaan door een gids, en tal rijke weelderige toeristen-cars weer over de boulevards en door de avenues circuleerden, met welk een bijna teedere belangstelling die door een massa Parijzenaars werden nage keken, en hoe hartelijk overal welkom werden geheeten En wat een oogen-genot is Parijs aan het voorbereiden ter eere van de voor de tentoon stelling verwachte vreemdelingen, om in hen den wensch op te wekken hun verblijf er nog wat te verlengen of er nog eens weer terug te komen. De zoo kunstige, schitterende illuminaties van pleinen en publieke monumenten zullen de heele avonden door aanblijven, en nieuwe zullen aangebracht worden overal waar die de architectuur of de aanleg van de plaats, de schoonheden der stad, op het mooist tot haar recht kunnen doen komen. Een heele licht-weg, verrijkt met verschil lende decoratieve motieven is in studie geno men, een weg die zal beginnen bij De Opéra, zal doorloopen heelemaal tot aan de Bastille en vandaar tot den ingang der Koloniale Tentoonstelling, ten einde de bezoekers langs een schitterende route te voeren naar de prachtige avond- en nachtfeesten, die in voor bereiding zijn. Speciale aandacht wordt gewijd aan de talrijke Parijsche fonteinen, die bijna zonder onderbreking zullen blijven doorwerken, en waaromheen sprookjesachtige verlichtingen aangebracht zullen worden, die de vreemde lingen verrukt zullen doen constateeren dat ze werkelijk in de „Lichtstad" zijn. Niet één fontein zal vergeten worden, en zelfs de lee- lijkste, zooals die van de place Saint-Michel, zullen dank zij het lichtspel over het hetaere, klaterende water toch een zeldzaam aantrek kelijk en schitterend schouwspel opleveren En intusschen wordt er nog maar steeds druk over „Charlot" gepraat, en vooral over zijn afkomst En waarlijk, zou het niet vreemd zijn, dat zulk een wereldberoemdheid, die groot en klein in vervoering brengt en aa nwien de grootste eer bewezen wordt, niet van Franschen oorsprong was? kom, kom, dat zou bijna onmogelijk zijn! En wa rempel, daar wordt op een goeden dag men beweert, door een spottend woord van Charlot zelf uit de vergetelheid een Fransch schilder opgediept, die nu een 40 jaar geleden gestorven is en die denzelfden naam draagt als Chaplin. En diens neef zou Charlot dan zijn De eerste opvoering hier van zijn film had op veiligheid tegen een mogelijk onheil van smartelijke grootte. Hoe Robinetta te waarschuwen, haar op haar hoede te doen zijn zonder de andere vrouw te verraden? Zij wist het niet. En misschien stak er per slot van rekening niets in; misschien was zij lecht een oude dwazin, maar zij kon de herinnering aan dezen morgen niet van zich afschudden, toen zij op deze twee in het bosch was geloopen stilzwijgend als onder een betoovering. Bevend om het gedurfde van haar eigen onschuldig oogmerk waagde zij: Mr.* Carlesse is heel aardig, nietwaar? Ja, werkelijk, antwoordde Robinetta eenvoudig. Iedereen hier is dat Maar mr. Carless in het bijzonder, dacht ik; hij heeft zulke aardige manieren -- met iedereen. Natuurlijk geloof ik dat hij speciaal toegewijd is aan madame de Belle garde. Miss Stalling voelde dat zij heel onhandig was geweest; zij hield ongelukkig op. Robinetta, haar donkere haartressen vlech tende, antwoordde met dezelfde zacht, lijde lijke onschuld: Ja, hij heeft haar echtgenoot gekend; hij hield zeer veel van hem, geloof ik. Waarom denk je dat? vroeg miss Stal ling zwak. Ik weet het niet, ik denk dat het in zijn manier van doen ligt; hij houdt zoo van het kasteel. Maar hij is hier nooit te voren geweest. Miss Stalling wist met zulk een wanhopige klaarheid wat zij moest zeggen, dat zij nau- welijk wist welke woorden zij feitelijk uitte. Madame de Bellegarde is een jonge vrouw, voegde zijl er niet ter zake bij. Robinetta keek verbijsterd; zij had andere gedachten over jeugd, en zij kon niet 'begrij pen waarom miss Stalling zoo weinig op haar gemak was, zoo ongelijk aan haar ge wone tevreden, opgewekte zelf. Het was klaar en duidelijk voor het meisje, ondanks haar weinige ervaring, „City-Lights" werd in luisterrijke gebeurte nis. Een schouwburg van de Champs Ely- sées, die tot nu toe enkel maar zich gewijd had aan tooneelopvoeringen en groote schit terende revue's, heeft zich voor deze gelegen heid tot bioscoop getransformeerd, en ver- eenigde in zijn zaal al wat Parijs telt aan beroemdheden in de wereld der kunsten en der aristocratie van geboorte, en natuurlijk ook alle mogelijke filmberoemdheden. Curieus was het op te merken, dat die elite-menigte, die waarschijnlijk aan haar staat zich verplicht achtte tot een zeer bijzon dere fijnheid van begrijpen, niet alleen ap- plaudiseerde aan het einde van een scène, maar ook bij sommige gebaren, sommige be wegingen of gezichts-uitdrukkingen van het voorwerp harer aanbidding en daardoor de hevige ergernis opwekte der anderen toe schouwers, die werkelijk met aandacht en bewondering zaten te genieten en die niet ge komen waren als snobs om te toonen hoe fijn ze zelf toch wel waren Het spreekt vanzelf, dat men sinds die op voering uit alle monden niets anders meer hoort dan: „Heb je het gezien?" „Ga je er heen?" „Wat vind je ervan?" „Oh" „Ah!" Van filmen gesproken een metteur en scène op zoek naar een sensatie-onder werp, is er opuit getrokken om een film te ma ken van den beroemden Parijschen kas tanjeboom, die elk jaar weer in bloei staat den 20sten Maart. Die kastanjeboom wordt in de Parijsche legende dan ook nooit anders genoemd dan „ae kastanjeboom van den 20sten Maart". Maar waar staat die boom nu eigen lijk? Voorzien van heel een materieel op een groote vracht-auto geladen, met film-toe stellen en operateurs, is de metteur en scène naar den tuin der Tuilerieën toe getrokken, en heeft daar alle wachters, chefs en opzich ters gevraagd: „De kastanjeboom van den 20sten Maart, alstublief?" „De kastanje boom van den 20sten Maart? die kennen wij hier niet. Gaat u liever eens in De Champs Elysées informeeren". De reeds afgeladen boel wordt weer opge laden, en met zwaar geronk van den motor rijdt de vracht-auto weer weg, maar de Champs Elysées toe. Daar dezelfde vragen, hetzelfde gezoek: „De kastanjeboom van den 20sten Maart alstublief?" „die kennen wij niet gaat u liever eens vragen in den tuin der Tuile rieën!" Geërgerd en boos besloten metteurs en scène, operateurs en helpers toen maar om het doet er niet toe welken kastanjeboom te filmen onder den naam van dien van den 20sten Maart. Kom, wie zou er hen over gaan aanvallen, of het de echte was of niet En dank zij de film zal de legende waar schijnlijk weer eens opnieuw herleven M. DE ROVANNO W ARMENHUIZEN. De raad vergaderde Dinsdagmiddag. Af wezig de heer v. Rijn. De voorzitter, burgemeester Nolet, stelde na de opening de ingekomen stukken aan de orde. Ingekomen stukken. Het verslag van den cursus voor voortge zet lager onderwijs aan de R. K. Jongens school. De cursus was door 12 leerlingen gevolgd. Voor kennisgeving aangenomen. Als voren aan de O. L. School te Warmen- huizen en de bijz. school te Krabbendam. Deze cursus was door 9 leerlingen gevolgd. De laatste door 6 jongens en 5 meisjes. Als voren. Het verslag met betrekking tot verbetering der volkshuisvesting over 1930. Als voren. Het door den Kroon goedgekeurde besluit van gedeputeerde staten tot vaststelling van het bedrag, dat op de jaarwedde van den burgemeester dezer gemeente zal worden in gehouden voor het genot van een ambtswo ning ten bedrage van 900, ongeveer 20 lager, dan de raad had vastgesteld. De heer dat er iets „verkeerds" gedaan was; zij kon zich voor den geest roepen hoe thuis en in het klooster iets kleins, onbelang.- rijks, onnoembaars, toevalligs onverdra- gelijks „verkeerd kon gaan", en*al de vrede van de drukke of rustige dagen werd verduisterd. En nu was dit hier gebeurd, op deze sprookjesachtige plaats, gedurende deze heerlijke vacantie, te midden van deze vriendelijke, wonderlijke menschen. Robinetta was hierover zeer bedroefd en ook schuw; zij wist reeds dat de menschen er niet van hielden dat iemand gluurde in hun geheimzinnige kleine verdrietelijkheden. En in werkelijkheid waren het allen vreemden voor haar, zelfs miss Stalling kende zij niet heel goed. Zij kon zich niet indringen, zij voelde zich wederom ingesloten in haar oude eenzaamheid, welke den laatsten tijd zoo gelukkig was verjaagd. Miss Stalling keek de kamer rond. Lijkt dit niet eigenlijk ongerijmd voor ons? vroeg zij treurig. De oogen van het meisje stonden droe fs- Dat is waar, gaf zij toe. Al die pracht! En gestopte kousen. We zijn niet op onze plaats, lieveling. Maar hoe dan ook, ze laten het je niet voelen, zeide het meisje bedeesd. Natuurlijk. Maar het zijn alle heel rijke menschen; we kunnen er niets aan doen dat we dat weten. Ja. En zij behooren tot zulk een ande re wereld dit is alles heel goed als een klein vermaak, maar het kan niet duren. Zij werkte haar punten uit, trach tende alle mogelijke webben van vroo- lijke verbeelding, die het meisje mocht geweven hebben uit een dagdroom op dit bekoorlijke plekje grond, te versto- Slot vond het schrijven eigenaardig, aange zien Ged. Staten zich aanvankelijk met de regeling hadden vereenigd. Nu moet het 15 zijn. De heer Molenaar was het met den heer Slot eens, doch oordeelde, dat deze zich ten aanzien van het standpunt van Ged. St. vergiste. De voorzitter stemde toe, dat Ged- St. zich aanvankelijk met de basis rente en af schrijving hadden vereenigd. De heer de Groot oordeelde, dat het verschil waarom het ging te gering was om in oppositie te blijven, hoewel ook hij het vreemd vond. De heer Slot was van oordeel, dat, wan neer de raad zoo iets deed, de begrooting niet goedgekeurd zou worden. Weth. de Groot oordeelde het vechten tegen de bierkade, omdat men stond voor een Kon Besluit. De heer Molenaar oordeelde ook, dat protest nutteloos was. Ged. St. houden vast aan 15 van het salaris, voor huur van de ambtswoning. Weth. Swan oordeelde Ged. St. ook met zich zelf in tegenspraak Er was echter niets aan te doen, al wilde spr. wel protesteeren. De heer Slot wilde zich er niet bij neer leggen, al ging het om 3. In de woningen van de woningbouwvereeniging moet er 1/6 van het weekloon verwoond worden. Ged. St. hadden accoord gegaan met de voorwaarden door den raad gesteld en dienen dus hun woord na te komen. De voorzitter las het schrijven van Ged. St. waaruit bleek, dat dit college zich een definitieve beslissing hadden voorbehou den, doch zich alleen in principe accoord hadden verklaard. De raad interpreteerde het standpunt van Ged. St. dus verkeerd. De heer S 1 o t wilde verzet De voorzitter vroeg hoe, aangezieu er geen beroep was. De heer Slot wilde dan toch Ged. Staten schrijven, dat de raad, onder verwijzing naar het eerste schrijven, protesteerde. Met algemeene stemmen werd hiertoe be sloten. De heer S 1 o t die door het bezoeken van een veiling te laat was gekomen, deed hierna mededeeling over de lage landprijzen op een gehouden veiling, waarvoor de raad volle be langstelling had. Hierna ging de raad in comité voor het benoemen van een schoolhood te Sdioorl- dam, waarvjoi de volgende voorüracth werd g'daan: 1 M. Haas hoofd der school te Zeddam; 2. J. Terpstra hoofd der school te Warder; 3. J. H. Arpeau te Schoorl, tijdelijk onder wijzer te Alkmaar. Na heropening deelde de voorzitter mede, de no. één ontheffing verzocht om in de schoolwoning te wonen en zijn benoeming liet afhangen van het toestaan van dit verlof. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. hiermede bij het opmaken van de voor dracht niet bekend waren. De heer Molenaar vond het bezwa rend wanneer het hoofd niet bij de school woonde. Hij was daarom voor no. 2, omdat ook over hem bijzonder goede informaties waren ingekomen. De heer Slot was het hiermede eens. Vooral voor de kleine gemeenschap aldaar vond hij het beter dat het te benoemen schoolhoofd met de ouders medeleefde. No. 2 heeft geen bezwaar als de woning wat veranderd wordt en dit kan geschieden, zoodat spr. voor no. 2 was. De voorzitter zeide dat het de bedoe ling van B. en W. was om de woning in goede staat te brengen. De heer Molenaar vondt dit wenschelijk. Hierop werd de heer Terpstra met alge meene stemmen benoemd. Op een vraag van den heer Slot deelde de voorzitter mede, dat de functionnaris op een nader door B. en W. te stellen tijdstip in dienst zal treden. Rekening moet worden ge houden met zijn opzegtermijn. De heer Slot drong er op aan de woning spoedig in orde te maken. ren. Een weerzinwekkende taak. En misschien onnoodig, want het meisjes bleef kalm en was niet ernsti ger clan gewoonlijk. Miss Stalling stond op, zij voelde zich geslagen Ik hoop dat je een goed huwelijk zal doen, mijn liefste, merkte zij plotse ling op. Robinett, gezéten op de treden van het bed, speelde afwezig met haar lange, donkere haartressen; haar jurk van diemet was open aan den hals en boe zem, zoodat het reine linnen van haar nachtgoed zichtbaar werd; de huiselijke, witte schoentjes gleden van haar beval lige voeten; zij zag er zoo mooi uit, dat miss Stalling van een panischen schrik vervuld en beschaamd werd. Ja, peinsde het meisje ernstig, maar misschien zou het beter zijn dat ik non werd Waarom zeg je dat? De zusters plachten zoo te spreken dat het 't beste voor me zou zijn als ik een roeping gevoelde, omdat ik geen ouders en geen geld heb, ziet u, en dat maakt alles zoo moeilijk. Moeilijk! zuchtte miss Stalling. Maar als je non bent, ging Robinetta voort, bestaat er geen moeilijkheid meer, waaromtrent ook. Miss Stalling verschilde hieromtrent lievig met haar van meening, maar zeide dit niet. Er zijn andere dingen voor jou, merkte zij op, maar zonder overtuiging. Werkelijk? zeide Robinetta zacht. Wer ken en oud worden. Neen, geluk, natuurlijk. Robinetta glimlachte, met de wijze droef heid van het kind, dat altijd achteraf is gezet en moest aanzien dat de andere kinderen werden toegelaten tot de feestjes, welke voor haar gesloten waren, en met heimelijke lijd zaamheid antwoordde zij: Ja, ik zal trachten gelukkig te worden, De voorzitter zegde dit toe, aanne mende, dat de raad het daarvoor benoodigde crediet verleende. Met de benoemde zal over de gewenschte verandering in overleg worden getreden. De aftredende leden van de schattingscom missie de heeren J. Swan, J. de Groot, W Gutker en G. v. der Wal werden herbenoemd) Besloten werd aan K. de Vet en A. d« Groot een halfjaar ontheffing van de hon denbelasting te verkenen. Rondvraag'. De heer Tesselaar drong aan op het branden van een lantaarn bij het postkan toor. De voorzitter oordeelde zuinighei# met de nachtveelichting noodig. Er zijn meer donkere punten. De heer Slot zeide, dat de gascommissie ook tegen uitbreiding was. De heer Tesselaar bleef van oordeel, dat bij het postkantoor licht behoorde t? branden. De heer Molenaar oordeelde het niet noodzakelijk. Op verkeerspunten kan de ver lichting niet gemist worden. Weth. de Groot merkte op, dat de 30 dagen van afsluiting van den weg naar Schoorldam al om waren. Spr. vroeg wan neer de weg voor het verkeer weer open zou komen. De voorzitter meende, dat dit einde der week zou geschieden. Er wordt flink aan gewerkt. De laatste week was het weer slecht geweest. Spr. zou zich tot den ingenieur wenden. De heer Molenaar bracht klachten naar voren van menschen die te veel school geld moeten betalen. De voorzitter meende, dat de betrok ken menschen zich ten gemeentehuize moes ten vervoegen. De secretaris betoogde, dat velen zich vergissen omdat zij vergeten, dat voor den aanslag het inkomen van het vorig jaar geldt. De heer Swan besprak de wenschelijk- heid van het verplaatsen van de abie te Schoorldam. B. en.W. hebben zich hiervoor in verbinding gesteld met de spoorwegen. De voorzitter deelde mede, dat de kosten een 200 zullen bedragen en vroeg machtiging om deze kosten, met het oog op de verkeersverbetering van gemeentewege te dragen. De heer Molenaar oordeelde, dat de spoorwegen deze kosten behoorde te dragen. Weth. Groot had gedacht dat het Hoog heemraadschap mede in de kosten zou bijdra gen, doch die bleek er ook niet voor te ge voelen. De heer Molenaar oordeelde, dat de gemeente moeilijk de 200 kan dragen. De voorzitter merkte op dat de spoorweg geen last van de abri heeft. Dit is wel het geval met de gemeente en die zal dus wel moeten betalen. De heer S w an was het er mede eens. De heer Slot oordeelde de abré een sta in den weg. Hij was voor verplaatsing. Het bedrag vond hij wat hoog en hij wilde zich daarover met de directie van de spoorwegen in verbinding stellen. De voorzitter betwijfelde dit en wees er op, dat een reis naar Utrecht ook geld kost. Spr. oordeelde het beter een onderhoud te Alkmaar met den ingenieur van weg en werken aan te vragen. De heer Swan wilde eerst de beslissing af wachten. komen vaak nog koude dagen voor. Denkt er aan, bijtijds Aspirin- Tabletten te nemen. Lef op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 cts\ wat ik ook te doen heb. En de oude vrouw, die haar zoo angst vallig gadasloeg, dacht: Als je op de proef werd gesteld Zij was edel, maar onbeproefd, zacht, maat niet uitgedaagd, kuisch maar niet ontwaakt. Miss Stalling was bevreesd en evenalt zulke menschen doen, had zij een zenuwach tig verlangen haar vrees aan te pakken, dus zeide zij, grappig naar het leek, zelfs voor haar arm, teleurgesteld hart: Misschien zal je een rijk man trouwen, als Mirande, weet je wel, in het verhaal van mr. Farryner. Robinetta schudde het hoofd. Waarschijnlijk zal ik er zelfs niet een ontmoeten, is 't wel? Miss Stalling kon niets doen tegen die ernstige, oprechte onschuld en zij zeide gre tig en angstig tot zichzelf, dat er zeer waar schijnlijk per slot niet behoefde gedaan te worden. Kom, het zal nu gauw voorbij zijn, merkte zij op, alsof zij zichzelf troostte. Hoe blij zou zijn zijn als het voorbij was, die vacantie, welke zoo heerlijk zou geweest zijn als Robinetta in Engeland was en zij in Saint Symphoriën en madame de Bellegarde géhuwd met haar minnaar, en Magnus Far ryner met zijn wijzen glimlach en ironische oogen zijns weegs gegaan. Zij was oud en wilde graag in vrede leven; zij wilde niet in een onvermedelijk drama gewikkeld worden onder deze menschen, waarvan zij zoo hield en die zij zoo bewonderde. Robinetta, angstig starende bij haar stil zwijgen, vroeg bedeesd. U is toch niet boos op mij Neen, neen, riep miss Stalling met wroeging. Zij wilde het meisje graag kussen, zooals zij haar zoo dikwijls had gekust, maar dorst dit niet te doen; uit vrees dat zij zou weenen. Dus haastte zij zich heen. Er was niets meer dan zij kon doen of zeg gen; zij voelde zich een onhandige, nutfe- looze, oude dwazin.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5