miMiscli Ciiirmt.
eigen
openen
i.
DE PAGODE
Aspirin
FEUILLETON.
Hsnderd drie en dertigste Jaargang.
Radioprogramma
Parijsche brieven
Gemeenteraden.
jln't begin
fan den zomer
geenigopdewerekf
(Wordt vervolgd).
No. 106
1931.
Woensdag O Mei
Donderdag 7 Mei.
Hilversum, 298 M. (Uitsluitend A.V.R.O.)
9.— Gramofoonplaten. 10.10.15 Mor
genwijding. 10.30—12.— A.V.R.O.-kwartet
o. 1 v. D. Groeneveld. 12.12.30 Voordracht
door prof. dr. W. Vogelsang over de opvoe
ring van „De spieghel Historiael" te Amster
dam met medewerking van solisten. 12.30
2.30 Concert Omroeporkest o. 1. v. N. Treep.
E'sa Nolthenius, zang. 3.-4.— Naaicursus.
4.4.50 Cello-recital G. Roth. Vleugel:
Pierre Palla. 4.305.30 Ziekenuurtje. 5.30
6.Gramofoonplaten. 6.6.30 Lezing
over „Die Meistersinger von Nuernberg"
van Wagner. 6 307.30 Uitz. „Dié Meister
singer von Nuernberg". Onder auspiciën v.
d wagnervereeniging. Dir. Fritz Busch Re
gie: Fr. Luchvig Hörth. Koorleider: Hans
Cleuver. Koor van de Wagnervereeniging m.
m. v. Concertgebouw-orkest. 7.308.En-
gelsche les Fred Fry. 8.— Gramofoonplaten.
8.15 Tweede bedrijf „Die Meistersinger".
9.109.40 Vaz Dias en lezing. 9.40—11.30
Derde bedrijf „Die Meistersinger". 11.30—
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. 8.—10.— en 11.—2.—
K R.O., 10.—11.— en 2.—11.30 N.C.R.V.)
8.—9.15 Gramofoonplaten. 10.— Zang Da
meskoor N.C.R.V. 10 30 Ziekendienst. 11.
11.30 Gramofoonpl. 11.30—12.Godsd.
halfuurtje pastoor Perquin. 12.— Politieber.
12.151.45 Concert door het K. R. O.-Trio
o 1. v. P. Lustenhouwer. 1.452.Gramo
foonplaten. 2.—2.15 Gramofoonplaten. 2.15
—3.15 Handwerkcursus. 3.15—3.45 Vrou-
wenhalfuurtje. 4.5.Ziekenuurtje. 5
5 45 Cursus Handenarbeid voor de Jeugd.
5 45—6.45 Concert door „The Columbia
Three". 6.457.—. Knipcursus. 7.7.30
Vragenhalfuurtie. 7.30 Politieber. 7.45
Radio-raadsel. S.15 Uitvoering van de cis-
moll Mis van W. A. Mozart. Chr. Orato-
riumvereen. m m. v. solisten en orkest o. 1. v.
Jan Wagenaar. 1T15 Vaz Dias. 10.25
11.30 Gramofoonplaten.
Daventry1554.4 M. 9.35 Morgenwijding.
1005 Lezing. 11.21 Orgelspel door R. Foort.
12.20 Concert. F. Landrum, sopraan. W.
Charles Mann, bariton Isabel Hirstfeld,
piano. 1.25 Uitz. voor schc'en. 3.05 Dans
muziek. 3.50 Orkestconcert. 4.35 Kinderuur
tje. 5.35 Berichten. 6.Pianospel door L.
England en R. King. 6.20 Lezing. 6.45 Le
zing. 7.05 Welsh-concert. 8.20 Berichten.
8 35 Berichten. 8.40 Lezing. 8.55 Concert.
Maggie Teyte, sopraan. Alfred Coctot,
piano. 10.0511.20 Dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.25—7.20 Gramo
foonplaten. 9 3511.15 Gramofoonplaten.
11.30 Gramofoonplaten. 12 251.50 Orkest
concert. 4.205.20 Solisten-concert. 7.20—
8.15 Orkestconcert. 8.20 „Der Lampen-
schirm". Comedie van Kurt Goetz. 9.35 Be
richten. Daarna tot 11 20: Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1725 M. 7.05 Gra
mofoonplaten. 11.50 Gramofoonpl. 12.25
Gramofoonplaten. 3.05 Dansmuziek. 5.20
Gramofoonpl. 7.20 Radio-tooneel. 8 50 Ka
mermuziek.
Kalundborg, 1153 M. 11.201.20 Orkest
concert. 2.20—4.20 Orkestconcert en voor
dracht. 7.35—7.55 Zang-duetten. 8.20—9 10
Orkestconcert. 9.109.25 Cembalo-soli. 9.40
10.20 Orkestconcert. 10.2011.50 Dans
muziek.
Brussel, 508.5 M. en 338.2 M. 508.5 M.:
4.20 Orkestconcert. 5.05 Kinderuurtje. 6 05
Gramofoonplaten. 7.50 Concert. Koor, solis
ten en orkest. 338.2 M.: 4.2.0 Orkestconcert.
6.05 Gramofoonplaten. 7.20 Orkestconcert
en zang.
Zeesen, 1635 M. 5.05 Tijdsein. 5.50 Gym
nastiek. Dan gramofoonplaten. 8.20—11.25
Lezingen. 11.2512.15 Gramofoonpl. 12.15
—1.20 Berichten. 1.20—2 20 Gramofoonpl.
2 20—3.50 Lezingen. 3.50—4.50 Concert.
4.50—7.10 Lezingen. 7.10 Dansmuziek. 8.20
„Der Lampenschirm", komedie van K. Goetz.
9.20 Berichten. 10.— Avondconcert.
Door MARJ0R1E BOWEN.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door C. E. GUYE.
45
Het meisje was verwonderd; miss Stalling
had zulk een blijdschap getoond toen zij haar
dit groote genoegen van het bezoek aan Ruze
de Bellegarde bezorgde, en nu scheen zij on
gelukkig en wilde graag dat zij vertrok, zelfs
voor den afgesproken tijd.
Natuurlijk ben ik hier slechts een vreem
delinge, zeide zij peinzend, en ik behoor ui
het geheel niet tot deze wereld. Ik denk niet
fat ik ooit één hunner terug zal zien; maar
iedereen was zoo vriendelijk
Ja, in het bijzonder madame de Belle
garde.
O ja, werkelijk, antwoordde Robinetta
warm. Ik houd heel, heel veel van haar
Ik heb haar lief, zeide miss Stalling
met ongestuimige trouw.
Ik kan dat begrijpen.
En zij is heel ongelukkig geweest.
O ja, door haar echtgenoot te verliezen,
peinsde Robinetta. Ik wilde wel dat ze dat
niet gedaan had. Het meisje zweeg een na
denkend oogenblik en vervolgde dan: Ik weet
niet hce zij het draagt
Dat zij haar echtgenoot verloren heeft?
Ja En dan ook in dit huis te wonen!
Zij moet zeer dapper en geduldig zijn. Robi
netta zag er uit alsof zii plotseling was ge
schrokken. Ik begrijpt niet hoe iemand hier
kan blijven wonen.
Deze twee oprechte wezens staarden elkaar
aan, en miss Stalling was geheel van streek,
zij kon niet de geheimen van madame de
Bellegarde vertellen aan die argelooze meisje,
en toch kwam het haar eenvoudigen geest
.voor dat zij door zoo te doen de eenige kans
LENTE.
Het is nu volop Lente hier. En met de her
leving in de natuur en de terugkeer van het
mooie weer is er ook nieuw leven en nieuwe
activiteit over Parijs gekomen.
Schouwburg-voorstellingen, recepties, spor
tieve bijeenkomsten, paardenrennen kennen
in dezen tijd hun beste momenten van hei
jaar.
Toch is er veel onrust in de lucht, onrust
van verschillenden aard en een diepgaande
zelfs, politieke, economische, maatschappe
lijke
Wat niet wegneemt, dat er nu overal een
drukke levendigheid heerscht. Er wordt hard
gewerkt aan de groote voorjaars-schoon-
maak der stad, de laatste hand wordt gelegd
aan de vernieuwing der straat-plaveisels, en
de métro-lijn, de fameuze nieuwe métro-lijn,
waarlangs iederen dag tienduizenden bezoe
kers zich naar de koloniale Tentoonstelling
zullen begeven, die in Mei reeds geopend zal
worden, zal weldra zijn eerste passagiers be
ginnen te vervoeren.
Ernstige ongerustheid ook ten opzichte
van die Koloniale Tentoonstelling. Ontzag
lijke werken zijn daarvoor verricht, ontzag
lijke kapitalen daarin gestoken, en niet min
der groot zijn de op die tentoonstelling ge
vestigde verwachtingen.
Maar nu met die wereld-crisis, die al-
gemeene zaken-malaise komt toch de angstige
vraag op het oogenblik voor zoo'n enorme
onderneming wel bepaald gunstig is, om de
gehoopte resultaten op te leveren En
daardoor wordt dan ook ieder bericht over
booten, die naar Europa afvaren, over hec
aantal toeristen, dat zich gereed maakt „den
grooten vijver" over te steken, ontvangen met
een blijden glimlach, waarin de hoop op een
mooie toekomst straalt. En men had maar te
zien in de Paaschweek, toen er in Parijs weer
van die heele karavanen vreemdelingen ver
schenen, voorafgegaan door een gids, en tal
rijke weelderige toeristen-cars weer over de
boulevards en door de avenues circuleerden,
met welk een bijna teedere belangstelling die
door een massa Parijzenaars werden nage
keken, en hoe hartelijk overal welkom werden
geheeten
En wat een oogen-genot is Parijs aan het
voorbereiden ter eere van de voor de tentoon
stelling verwachte vreemdelingen, om in hen
den wensch op te wekken hun verblijf er nog
wat te verlengen of er nog eens weer terug te
komen.
De zoo kunstige, schitterende illuminaties
van pleinen en publieke monumenten zullen
de heele avonden door aanblijven, en nieuwe
zullen aangebracht worden overal waar die
de architectuur of de aanleg van de plaats,
de schoonheden der stad, op het mooist tot
haar recht kunnen doen komen.
Een heele licht-weg, verrijkt met verschil
lende decoratieve motieven is in studie geno
men, een weg die zal beginnen bij De Opéra,
zal doorloopen heelemaal tot aan de Bastille
en vandaar tot den ingang der Koloniale
Tentoonstelling, ten einde de bezoekers langs
een schitterende route te voeren naar de
prachtige avond- en nachtfeesten, die in voor
bereiding zijn.
Speciale aandacht wordt gewijd aan de
talrijke Parijsche fonteinen, die bijna zonder
onderbreking zullen blijven doorwerken, en
waaromheen sprookjesachtige verlichtingen
aangebracht zullen worden, die de vreemde
lingen verrukt zullen doen constateeren dat
ze werkelijk in de „Lichtstad" zijn. Niet één
fontein zal vergeten worden, en zelfs de lee-
lijkste, zooals die van de place Saint-Michel,
zullen dank zij het lichtspel over het hetaere,
klaterende water toch een zeldzaam aantrek
kelijk en schitterend schouwspel opleveren
En intusschen wordt er nog maar steeds
druk over „Charlot" gepraat, en vooral over
zijn afkomst En waarlijk, zou het niet
vreemd zijn, dat zulk een wereldberoemdheid,
die groot en klein in vervoering brengt en
aa nwien de grootste eer bewezen wordt, niet
van Franschen oorsprong was? kom,
kom, dat zou bijna onmogelijk zijn! En wa
rempel, daar wordt op een goeden dag
men beweert, door een spottend woord van
Charlot zelf uit de vergetelheid een
Fransch schilder opgediept, die nu een 40
jaar geleden gestorven is en die denzelfden
naam draagt als Chaplin. En diens neef zou
Charlot dan zijn
De eerste opvoering hier van zijn film
had op veiligheid tegen een mogelijk onheil
van smartelijke grootte.
Hoe Robinetta te waarschuwen, haar op
haar hoede te doen zijn zonder de andere
vrouw te verraden? Zij wist het niet.
En misschien stak er per slot van rekening
niets in; misschien was zij lecht een oude
dwazin, maar zij kon de herinnering aan
dezen morgen niet van zich afschudden, toen
zij op deze twee in het bosch was geloopen
stilzwijgend als onder een betoovering.
Bevend om het gedurfde van haar eigen
onschuldig oogmerk waagde zij:
Mr.* Carlesse is heel aardig, nietwaar?
Ja, werkelijk, antwoordde Robinetta
eenvoudig. Iedereen hier is dat
Maar mr. Carless in het bijzonder,
dacht ik; hij heeft zulke aardige manieren --
met iedereen. Natuurlijk geloof ik dat hij
speciaal toegewijd is aan madame de Belle
garde.
Miss Stalling voelde dat zij heel onhandig
was geweest; zij hield ongelukkig op.
Robinetta, haar donkere haartressen vlech
tende, antwoordde met dezelfde zacht, lijde
lijke onschuld:
Ja, hij heeft haar echtgenoot gekend;
hij hield zeer veel van hem, geloof ik.
Waarom denk je dat? vroeg miss Stal
ling zwak.
Ik weet het niet, ik denk dat het in zijn
manier van doen ligt; hij houdt zoo van het
kasteel.
Maar hij is hier nooit te voren geweest.
Miss Stalling wist met zulk een wanhopige
klaarheid wat zij moest zeggen, dat zij nau-
welijk wist welke woorden zij feitelijk uitte.
Madame de Bellegarde is een jonge
vrouw, voegde zijl er niet ter zake bij.
Robinetta keek verbijsterd; zij had andere
gedachten over jeugd, en zij kon niet 'begrij
pen waarom miss Stalling zoo weinig op
haar gemak was, zoo ongelijk aan haar ge
wone tevreden, opgewekte zelf.
Het was klaar en duidelijk voor het
meisje, ondanks haar weinige ervaring,
„City-Lights" werd in luisterrijke gebeurte
nis. Een schouwburg van de Champs Ely-
sées, die tot nu toe enkel maar zich gewijd
had aan tooneelopvoeringen en groote schit
terende revue's, heeft zich voor deze gelegen
heid tot bioscoop getransformeerd, en ver-
eenigde in zijn zaal al wat Parijs telt aan
beroemdheden in de wereld der kunsten en
der aristocratie van geboorte, en natuurlijk
ook alle mogelijke filmberoemdheden.
Curieus was het op te merken, dat die
elite-menigte, die waarschijnlijk aan haar
staat zich verplicht achtte tot een zeer bijzon
dere fijnheid van begrijpen, niet alleen ap-
plaudiseerde aan het einde van een scène,
maar ook bij sommige gebaren, sommige be
wegingen of gezichts-uitdrukkingen van het
voorwerp harer aanbidding en daardoor de
hevige ergernis opwekte der anderen toe
schouwers, die werkelijk met aandacht en
bewondering zaten te genieten en die niet ge
komen waren als snobs om te toonen hoe fijn
ze zelf toch wel waren
Het spreekt vanzelf, dat men sinds die op
voering uit alle monden niets anders meer
hoort dan: „Heb je het gezien?" „Ga je er
heen?" „Wat vind je ervan?" „Oh" „Ah!"
Van filmen gesproken een metteur en
scène op zoek naar een sensatie-onder
werp, is er opuit getrokken om een film te ma
ken van den beroemden Parijschen kas
tanjeboom, die elk jaar weer in bloei staat
den 20sten Maart.
Die kastanjeboom wordt in de Parijsche
legende dan ook nooit anders genoemd dan
„ae kastanjeboom van den 20sten Maart".
Maar waar staat die boom nu eigen
lijk? Voorzien van heel een materieel op
een groote vracht-auto geladen, met film-toe
stellen en operateurs, is de metteur en scène
naar den tuin der Tuilerieën toe getrokken,
en heeft daar alle wachters, chefs en opzich
ters gevraagd: „De kastanjeboom van den
20sten Maart, alstublief?" „De kastanje
boom van den 20sten Maart? die kennen
wij hier niet. Gaat u liever eens in De
Champs Elysées informeeren".
De reeds afgeladen boel wordt weer opge
laden, en met zwaar geronk van den motor
rijdt de vracht-auto weer weg, maar de
Champs Elysées toe.
Daar dezelfde vragen, hetzelfde gezoek:
„De kastanjeboom van den 20sten Maart
alstublief?" „die kennen wij niet gaat
u liever eens vragen in den tuin der Tuile
rieën!"
Geërgerd en boos besloten metteurs en
scène, operateurs en helpers toen maar om
het doet er niet toe welken kastanjeboom te
filmen onder den naam van dien van den
20sten Maart. Kom, wie zou er hen over
gaan aanvallen, of het de echte was of
niet
En dank zij de film zal de legende waar
schijnlijk weer eens opnieuw herleven
M. DE ROVANNO
W ARMENHUIZEN.
De raad vergaderde Dinsdagmiddag. Af
wezig de heer v. Rijn.
De voorzitter, burgemeester Nolet, stelde
na de opening de ingekomen stukken aan de
orde.
Ingekomen stukken.
Het verslag van den cursus voor voortge
zet lager onderwijs aan de R. K. Jongens
school. De cursus was door 12 leerlingen
gevolgd.
Voor kennisgeving aangenomen.
Als voren aan de O. L. School te Warmen-
huizen en de bijz. school te Krabbendam.
Deze cursus was door 9 leerlingen gevolgd.
De laatste door 6 jongens en 5 meisjes. Als
voren.
Het verslag met betrekking tot verbetering
der volkshuisvesting over 1930. Als voren.
Het door den Kroon goedgekeurde besluit
van gedeputeerde staten tot vaststelling van
het bedrag, dat op de jaarwedde van den
burgemeester dezer gemeente zal worden in
gehouden voor het genot van een ambtswo
ning ten bedrage van 900, ongeveer 20
lager, dan de raad had vastgesteld. De heer
dat er iets „verkeerds" gedaan was; zij
kon zich voor den geest roepen hoe thuis
en in het klooster iets kleins, onbelang.-
rijks, onnoembaars, toevalligs onverdra-
gelijks „verkeerd kon gaan", en*al de
vrede van de drukke of rustige dagen
werd verduisterd.
En nu was dit hier gebeurd, op deze
sprookjesachtige plaats, gedurende deze
heerlijke vacantie, te midden van deze
vriendelijke, wonderlijke menschen.
Robinetta was hierover zeer bedroefd
en ook schuw; zij wist reeds dat de
menschen er niet van hielden dat
iemand gluurde in hun geheimzinnige
kleine verdrietelijkheden.
En in werkelijkheid waren het allen
vreemden voor haar, zelfs miss Stalling
kende zij niet heel goed. Zij kon zich
niet indringen, zij voelde zich wederom
ingesloten in haar oude eenzaamheid,
welke den laatsten tijd zoo gelukkig was
verjaagd.
Miss Stalling keek de kamer rond.
Lijkt dit niet eigenlijk ongerijmd
voor ons? vroeg zij treurig.
De oogen van het meisje stonden droe
fs-
Dat is waar, gaf zij toe.
Al die pracht! En gestopte kousen.
We zijn niet op onze plaats, lieveling.
Maar hoe dan ook, ze laten het je
niet voelen, zeide het meisje bedeesd.
Natuurlijk. Maar het zijn alle heel
rijke menschen; we kunnen er niets aan
doen dat we dat weten.
Ja.
En zij behooren tot zulk een ande
re wereld dit is alles heel goed als
een klein vermaak, maar het kan
niet duren.
Zij werkte haar punten uit, trach
tende alle mogelijke webben van vroo-
lijke verbeelding, die het meisje mocht
geweven hebben uit een dagdroom op
dit bekoorlijke plekje grond, te versto-
Slot vond het schrijven eigenaardig, aange
zien Ged. Staten zich aanvankelijk met de
regeling hadden vereenigd. Nu moet het 15
zijn.
De heer Molenaar was het met den
heer Slot eens, doch oordeelde, dat deze zich
ten aanzien van het standpunt van Ged. St.
vergiste.
De voorzitter stemde toe, dat Ged- St.
zich aanvankelijk met de basis rente en af
schrijving hadden vereenigd.
De heer de Groot oordeelde, dat het
verschil waarom het ging te gering was om
in oppositie te blijven, hoewel ook hij het
vreemd vond.
De heer Slot was van oordeel, dat, wan
neer de raad zoo iets deed, de begrooting niet
goedgekeurd zou worden.
Weth. de Groot oordeelde het vechten
tegen de bierkade, omdat men stond voor een
Kon Besluit.
De heer Molenaar oordeelde ook, dat
protest nutteloos was. Ged. St. houden vast
aan 15 van het salaris, voor huur van de
ambtswoning.
Weth. Swan oordeelde Ged. St. ook met
zich zelf in tegenspraak Er was echter niets
aan te doen, al wilde spr. wel protesteeren.
De heer Slot wilde zich er niet bij neer
leggen, al ging het om 3. In de woningen
van de woningbouwvereeniging moet er 1/6
van het weekloon verwoond worden. Ged. St.
hadden accoord gegaan met de voorwaarden
door den raad gesteld en dienen dus hun
woord na te komen.
De voorzitter las het schrijven van
Ged. St. waaruit bleek, dat dit college zich
een definitieve beslissing hadden voorbehou
den, doch zich alleen in principe accoord
hadden verklaard.
De raad interpreteerde het standpunt van
Ged. St. dus verkeerd.
De heer S 1 o t wilde verzet
De voorzitter vroeg hoe, aangezieu
er geen beroep was.
De heer Slot wilde dan toch Ged. Staten
schrijven, dat de raad, onder verwijzing naar
het eerste schrijven, protesteerde.
Met algemeene stemmen werd hiertoe be
sloten.
De heer S 1 o t die door het bezoeken van
een veiling te laat was gekomen, deed hierna
mededeeling over de lage landprijzen op een
gehouden veiling, waarvoor de raad volle be
langstelling had.
Hierna ging de raad in comité voor het
benoemen van een schoolhood te Sdioorl-
dam, waarvjoi de volgende voorüracth werd
g'daan:
1 M. Haas hoofd der school te Zeddam;
2. J. Terpstra hoofd der school te Warder;
3. J. H. Arpeau te Schoorl, tijdelijk onder
wijzer te Alkmaar.
Na heropening deelde de voorzitter mede,
de no. één ontheffing verzocht om in de
schoolwoning te wonen en zijn benoeming liet
afhangen van het toestaan van dit verlof.
De voorzitter deelde mede, dat B. en
W. hiermede bij het opmaken van de voor
dracht niet bekend waren.
De heer Molenaar vond het bezwa
rend wanneer het hoofd niet bij de school
woonde. Hij was daarom voor no. 2, omdat
ook over hem bijzonder goede informaties
waren ingekomen.
De heer Slot was het hiermede eens.
Vooral voor de kleine gemeenschap aldaar
vond hij het beter dat het te benoemen
schoolhoofd met de ouders medeleefde.
No. 2 heeft geen bezwaar als de woning
wat veranderd wordt en dit kan geschieden,
zoodat spr. voor no. 2 was.
De voorzitter zeide dat het de bedoe
ling van B. en W. was om de woning in
goede staat te brengen.
De heer Molenaar vondt dit wenschelijk.
Hierop werd de heer Terpstra met alge
meene stemmen benoemd.
Op een vraag van den heer Slot deelde de
voorzitter mede, dat de functionnaris op een
nader door B. en W. te stellen tijdstip in
dienst zal treden. Rekening moet worden ge
houden met zijn opzegtermijn.
De heer Slot drong er op aan de woning
spoedig in orde te maken.
ren.
Een weerzinwekkende taak.
En misschien onnoodig, want het
meisjes bleef kalm en was niet ernsti
ger clan gewoonlijk.
Miss Stalling stond op, zij voelde zich
geslagen
Ik hoop dat je een goed huwelijk
zal doen, mijn liefste, merkte zij plotse
ling op.
Robinett, gezéten op de treden van het
bed, speelde afwezig met haar lange,
donkere haartressen; haar jurk van
diemet was open aan den hals en boe
zem, zoodat het reine linnen van haar
nachtgoed zichtbaar werd; de huiselijke,
witte schoentjes gleden van haar beval
lige voeten; zij zag er zoo mooi uit, dat
miss Stalling van een panischen schrik
vervuld en beschaamd werd.
Ja, peinsde het meisje ernstig,
maar misschien zou het beter zijn dat ik
non werd
Waarom zeg je dat?
De zusters plachten zoo te spreken
dat het 't beste voor me zou zijn als ik
een roeping gevoelde, omdat ik geen
ouders en geen geld heb, ziet u, en dat
maakt alles zoo moeilijk.
Moeilijk! zuchtte miss Stalling.
Maar als je non bent, ging Robinetta
voort, bestaat er geen moeilijkheid meer,
waaromtrent ook.
Miss Stalling verschilde hieromtrent lievig
met haar van meening, maar zeide dit niet.
Er zijn andere dingen voor jou, merkte
zij op, maar zonder overtuiging.
Werkelijk? zeide Robinetta zacht. Wer
ken en oud worden.
Neen, geluk, natuurlijk.
Robinetta glimlachte, met de wijze droef
heid van het kind, dat altijd achteraf is gezet
en moest aanzien dat de andere kinderen
werden toegelaten tot de feestjes, welke voor
haar gesloten waren, en met heimelijke lijd
zaamheid antwoordde zij:
Ja, ik zal trachten gelukkig te worden,
De voorzitter zegde dit toe, aanne
mende, dat de raad het daarvoor benoodigde
crediet verleende. Met de benoemde zal over
de gewenschte verandering in overleg worden
getreden.
De aftredende leden van de schattingscom
missie de heeren J. Swan, J. de Groot, W
Gutker en G. v. der Wal werden herbenoemd)
Besloten werd aan K. de Vet en A. d«
Groot een halfjaar ontheffing van de hon
denbelasting te verkenen.
Rondvraag'.
De heer Tesselaar drong aan op het
branden van een lantaarn bij het postkan
toor.
De voorzitter oordeelde zuinighei#
met de nachtveelichting noodig. Er zijn
meer donkere punten.
De heer Slot zeide, dat de gascommissie
ook tegen uitbreiding was.
De heer Tesselaar bleef van oordeel,
dat bij het postkantoor licht behoorde t?
branden.
De heer Molenaar oordeelde het niet
noodzakelijk. Op verkeerspunten kan de ver
lichting niet gemist worden.
Weth. de Groot merkte op, dat de 30
dagen van afsluiting van den weg naar
Schoorldam al om waren. Spr. vroeg wan
neer de weg voor het verkeer weer open zou
komen.
De voorzitter meende, dat dit einde
der week zou geschieden. Er wordt flink aan
gewerkt. De laatste week was het weer slecht
geweest.
Spr. zou zich tot den ingenieur wenden.
De heer Molenaar bracht klachten
naar voren van menschen die te veel school
geld moeten betalen.
De voorzitter meende, dat de betrok
ken menschen zich ten gemeentehuize moes
ten vervoegen.
De secretaris betoogde, dat velen
zich vergissen omdat zij vergeten, dat voor
den aanslag het inkomen van het vorig jaar
geldt.
De heer Swan besprak de wenschelijk-
heid van het verplaatsen van de abie te
Schoorldam. B. en.W. hebben zich hiervoor
in verbinding gesteld met de spoorwegen.
De voorzitter deelde mede, dat de
kosten een 200 zullen bedragen en vroeg
machtiging om deze kosten, met het oog op
de verkeersverbetering van gemeentewege te
dragen.
De heer Molenaar oordeelde, dat de
spoorwegen deze kosten behoorde te dragen.
Weth. Groot had gedacht dat het Hoog
heemraadschap mede in de kosten zou bijdra
gen, doch die bleek er ook niet voor te ge
voelen.
De heer Molenaar oordeelde, dat de
gemeente moeilijk de 200 kan dragen.
De voorzitter merkte op dat de
spoorweg geen last van de abri heeft. Dit is
wel het geval met de gemeente en die zal dus
wel moeten betalen.
De heer S w an was het er mede eens.
De heer Slot oordeelde de abré een sta
in den weg. Hij was voor verplaatsing. Het
bedrag vond hij wat hoog en hij wilde zich
daarover met de directie van de spoorwegen
in verbinding stellen.
De voorzitter betwijfelde dit en wees
er op, dat een reis naar Utrecht ook geld
kost. Spr. oordeelde het beter een onderhoud
te Alkmaar met den ingenieur van weg en
werken aan te vragen.
De heer Swan wilde eerst de beslissing af
wachten.
komen vaak nog koude
dagen voor. Denkt er
aan, bijtijds Aspirin-
Tabletten te nemen.
Lef op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 cts\
wat ik ook te doen heb.
En de oude vrouw, die haar zoo angst
vallig gadasloeg, dacht:
Als je op de proef werd gesteld
Zij was edel, maar onbeproefd, zacht, maat
niet uitgedaagd, kuisch maar niet ontwaakt.
Miss Stalling was bevreesd en evenalt
zulke menschen doen, had zij een zenuwach
tig verlangen haar vrees aan te pakken, dus
zeide zij, grappig naar het leek, zelfs voor
haar arm, teleurgesteld hart:
Misschien zal je een rijk man trouwen,
als Mirande, weet je wel, in het verhaal van
mr. Farryner.
Robinetta schudde het hoofd.
Waarschijnlijk zal ik er zelfs niet een
ontmoeten, is 't wel?
Miss Stalling kon niets doen tegen die
ernstige, oprechte onschuld en zij zeide gre
tig en angstig tot zichzelf, dat er zeer waar
schijnlijk per slot niet behoefde gedaan te
worden.
Kom, het zal nu gauw voorbij zijn,
merkte zij op, alsof zij zichzelf troostte.
Hoe blij zou zijn zijn als het voorbij was,
die vacantie, welke zoo heerlijk zou geweest
zijn als Robinetta in Engeland was en zij in
Saint Symphoriën en madame de Bellegarde
géhuwd met haar minnaar, en Magnus Far
ryner met zijn wijzen glimlach en ironische
oogen zijns weegs gegaan. Zij was oud en
wilde graag in vrede leven; zij wilde niet in
een onvermedelijk drama gewikkeld worden
onder deze menschen, waarvan zij zoo hield
en die zij zoo bewonderde.
Robinetta, angstig starende bij haar stil
zwijgen, vroeg bedeesd.
U is toch niet boos op mij
Neen, neen, riep miss Stalling met
wroeging. Zij wilde het meisje graag kussen,
zooals zij haar zoo dikwijls had gekust, maar
dorst dit niet te doen; uit vrees dat zij zou
weenen. Dus haastte zij zich heen.
Er was niets meer dan zij kon doen of zeg
gen; zij voelde zich een onhandige, nutfe-
looze, oude dwazin.