HAAS AZIJN
UW GEZON D HEIDDEBESTE
Rechtszaken
»E AV OYTTKIL* VAA* KEU' VEKKEEKSAGEUTJE-
Het eerste bedrag is dat der gem.-vergoe-
ding per leerling over 1928, het tweede het
uit te keeren bearag over 1928.
Teven stellen B. en W. voor te besluiten,
aan de Besturen der daarvoor in aanmer
king komende bijzondere scholen voor lager
onderwijs toe te kennen de gemeentelijke
vergoeding in de kosten van vakonderwij
zers, bedoeld in artikel 101, 9e lid, der-Lager
Onderwijswet-1920, over het jaar 1928.
St. Josephschool J 2.17 J 6-0.62
(tot een maximum van 286 lesuren)
Juliaschool ƒ2.17 ƒ338.52
iuliaschool 2.14 J 796.08
nor een maximum van 372 lesuren)
St. Josephschool ƒ2.14 J 796.08
(tot een maximum van 372 lesuren)
Mariaschool 2.14 796.08
(tot een maximum van 372 lesuren)
Wilhelminaschool 1 2.14 66/58
Het eerste bedrag is pér lesuur, het twee
de het uit te keeren bedrag.
Teven wordt voorgesteld te besluiten.
I. Het gemiddelde bedrag per leerling,
dat voor den Cursus voor openbaar vervolg
onderwijs in 1928 ten laste der gemeente is
gebleven, te bepalen op 24.55;
II. De gemeentelijke bijdrage in de kos-
ten van instandhouding", bedoeld in artikel
102 der Lager Onderwijswet-1920, van den
cursus voor vervolgonderwijs, staande onder
het beheer der Vereeniging „St. Joseph" te
Alkmaar, over het jaar 1928, benevens het
bedrag, waarop over dat jaar aanspraak kan
worden gemaakt, vast te stellen als volgt:
Gemiddeld aantal leerlingen in 1928 123.
Bedrag der gemeentelijke bijdrage per
leerling over 1928 24.55.
Bedrag waarover in 1928 ten hoogste kan
worden beschikt 3019.65.
Vastgesteld bedrag der rekening over 1928
van het schoolbestuur 2180.20.
Reeds ontvangen voorschot over 1928
2666.55.
Alzoo nog te restitueeren een bedrag van
486.35.
III. De gemeentelijke bedrage in de „kos
ten van instandhouding", bedoeld in artikel
102 der Lager Onderwijswet-1920, van den
cursus voor vervolgonderwijs, staande on
der het beheer der R.K. Jeugdvereeniging
„St. Fidelis van Sigmaringen" te Alkmaar,
over het jaar 1928, benevens het KJrag,
waarop over de jaren 1926, 1927 en 1928
aanspraak kan worden gemaakt, vast te stel
len zooals in den hieronder opgenomen
staat is vermeld:
Gemiddeld aantal leerlingen in 1928 12.
Bedrag der gemeentelijke bijdrage per
leerling over 1928 24.55.
Bedrag waarover in 1928 ten hoogste kan
worden beschikt 294.60
Bedrag der gemeentelijke bijdrage, uitbe
taald over het jaar 1926 367.20 en over
het jaar 1927 614.44.
Totaal van beide bedragen 1008.64.
Vastgesteld bedrag der rekening over
1926, 1927 en 1928 van het schoolbestuur
1310.66.
Uit te keeren bedrag over 1928 294.60.
Reeds ontvangen voorschot over 1928
292.23.
Alzoo nog te ontvangen een bedrag van
2.37.
IV. Te bepalen, dat bovenvermelde bij
drage wordt verleend onder voorwaarde, dat
aan de gemeente zal worden terugbetaald al
hetgeen eventueel te veel of ten onrechte
mocht zijn genoten.
AMBTENARENREGLEMENT EN
VERORDENING SCHEIDSGERECHT.
In bijlage nr. 80 schrijven B*en W.:
Wij bieden U hierbij ter voldoening aan de
toezegging van het toenmalige College, ge
daan in Uwe vergadering van 9 November
1928, ter vaststelling aan het ontwerp van
een ambtenarenreglement, door welke vast
stelling tevens overeenkomstig artikel 125
juncto artikel 133 van' de Ambtenarenwet
1929 S. 530 wordt gehandeld, waaraan vóór
1 September 1931 uitvoering moet zijn ge
geven.
Door vaststelling van een afzonderlijke
verordening voor de ambtenaren wordt de
thans bestaande toestand gehandhaafd,
waarbij zoowel de rechtspositie als de bezol
diging der werklieden, der ambtenaren en
van het politiepersoneel afzonderlijk zijn ge
regeld.
Bij de samenstelling van het ontwerp is,
waar mogelijk, aansluiting gezocht aan de
bestaande verordeningen, waarin onderwer
pen voorkomen, betreffende de rechtspositie
der ambtenaren. Om het ambtenarenregle
ment niet noodeloos ingewikkeld te maken be-
hooren o. i. de semi-ambtenaren als de stads-
artsen, de stadshorlogemaker, de hooisteker,
e. d. buiten de toepassing van het reglement
te vallen (zie art. 1), aangezien voor deze
functionnarissen afwijkende bepalingen zou
den moeten worden in het leven geroepen,
waaronder de overzichtelijkheid van 't geheel
zou lijden. Het ligt in dê bedoeling voor deze
groep van semi-ambtenaren een afzonderlijke
verordening le ontwerpen, terwijl in afwach
ting daarvan de bestaande bepalingen voor
hen van kracht blijven.
Het" ontwerp-ambtenarenreglement laat de
mogelijkheid open nieuwe categorieën ambte
naren onder de werking van dat reglement
te brengen, onder opneming daarvan in de
salarisverordeningen (gemeentebladen nrs.
788 en 977), gelijk deze sedert zijn gewij
zigd.
Omtrent ons oorspronkelijk ontwerp heb
ben wij het gevoelen gevraagd van de Com
missie van overleg voor de ambtenaren, wier
advies d.d. 14 Juli 1930 wij achter ons voor
stel hebben doen afdrukken. Naar aanleiding
van dit advies hebben wij het ontwerp daar
mede zooveel mogelijk in overeenstemming
gtoracht, voorzoovcr de Commissie eenstem-
ming in haar oordeel was.
W?ar de meeningen in de Commissie ver
deeld waren, hebben wij zoo veel mogelijk een
keuze gedaan tusschen het standpunt van de
vertegenwoordiging der gemeente en dat van
de organisaties. Het eerste standpunt hebben
wij gevolgd ten aanzien van de artikelen 12
(kastoelagen voor ambtenaren belast met de
bediening van een geldloket), 13 (geheimhou
ding), 17 (verboden handelingen), 27 (bui-
tengewoon verlof), 31 (verlengd zwanger-
schapsver of) 32 (ziekengeld), 43 (uitzonde
ringsbepaling) het standpunt der organisa
ties met betrekking tot de artikelen 5 (instel
ling dienstcommissies), 6 lid 1 (benoeming),
ubd££e linnk&UaJ"
<8.
PUDD/NCFA BP.'JLJPQLAK* CRONtNCEN
16(bekleeden nevenbetrekkingen), 24 lid 3
(uitkeering aan nagelaten betrekkingen), 26
(vacantie), 36 (ontslag).
Met het advies der Commissie van overleg
om den Goeden Vrijdag op te nemen onder
de dagen, waarop niet wordt gewerkt (art.
19), kunnen wij ons niet vereenigen Ons
College staat dienaangaande op hetzelfde
standpunt als Uwe Vergaderig op 24 Januari
1929 heeft ingenomen, waarin afwrz.'iul
werd beschikt op het adres van den Kerke-
raad der Ned. Hervormde gemeente alhier,
houdende verzoek om de kaasmarkt niet op
Goeden Vrijdag te doen plaats hebben, nog
afgezien van de consequenties, welke twee or
ganisaties hebben verbenden aan het vrijaf
geven op Goeden Vrijdag, welke organisaties
in dat geval ook Maria Hemelvaart, Aller
heiligen en den 1 Mei-dag als officieelen
feestdag door de gemeente zouden wenschen
te zien beschouwd.
Bij het ontwerp-ambtenarenreglement zijn
tevens ter sprake gekomen de in de Raadsver
gadering van 9 November 1928 aangenomen
moties Veen c.s. en Woldendorp c.s. nopens
het verrichten van bijbetrekkingen. Een abso
luut verbod van het bekleeden van nevenbe
trekkingen achten wij niet volstrekt noodig,
mits slechts vaststa, dat ambtenaren daar
door niet aan anderen concurrentie aandoen
en daardoor de bestaansvoorwaarden voor
het vrije bedrijf bemoeilijken. Ook is er geen
bezwaar, een ambtenaren toe te staan, een
bezoldigde bestuursfunctie te bekleeden. Als
de vereeniging een dergelijk vertrouwens
functie wil opdragen aan een lid, dat tevens
gemeente-ambtenaren is, dan moet deze laat
ste factor voor haar niet een beletsel kunnen
zijn om haar voorkeur te volgen. Maar zoo
wel in het eene als het andere geval moet op
den voorgrond staan, dat het dienstbelang
niet mag worden geschaad.
Daar de meeste artikelen voor zich zelf
spreken, zijn wij van oordeel, dat een toelich
ting op ieder artikel niet behoeft te worden
gegeven. Een nadere toelichting tneenen wij
U intusschen niet te mogen onthouden ten
aanzien van de hierna genoemde bepalingen.
Artikel 1.
In overeenstemming met het advies der
commissie van overleg is deze bepaling ten
aanzien van arbeidescontractanten zoodanig
aangevuld, dat tevens voldaan wordt aan
artikel 134 der Ambtenarenwet 1929, S.
530, hetwelk o.m. voorschrijft, dat het be
voegd gezag der gemeenten bepalingen vast
stelt betreffende de gevallen, waarin en dl
voorwaarden, waarover door of vanwege de
gemeente in dienstneming op arbeidsovereen
komsten naar burgerlijk recht kan plaats heb
ben, indien door of vanwege de gemeente in
dienstneming op arbeidscontracten plaats
heeft.
Artikel 12.
Niet overgeomen is het voorstel der orga
nisaties om aan ambtenaren, belast met het
innen en betalen van gelden aan loketten,
een extra-kastoelage voor tekorten toe te
staan. Wij zijn de opvatting toegedaan, dat
indien sommige ambtenaren te dezen op
zichte een grootere geldelijke verantwoorde
lijkheid hebben, die in het salaris tot uitdruk
king moet worden gebracht, zoodat deze aan
gelegenheid niet bij de regeling der rechts
positie, maar bij de bepaling van het salaris
aan de orde behoort te komen.
Artikel 37.
Ongeschiktheid wegens ziels- of lichaams-
gr'reken is volgens dit artikel alleen een
reden tot ontslag, wanneer deze blijkt uit het
geneeskundig onderzoek, overeenkomstig de
bepalingen der Pensioenwet 1922, S. 240, in
gesteld. Is volgens de dienovereenkomstig
aangewezen geneeskundigen geen onge
schiktheid aanwezig, dan zullen Burgemees
ter en Wethouders den ambtenaar niet kun
nen ontslaan om door hen veronderstelde on
geschiktheid wegens ziels- of lichaamsge
breken. Zij zullen dan, indien de ambtenaar
inderdaad niet in staat is zijn werkzaam
heden wegens üchaams- of zielsgebreken te
vervullen, den Raad moeten voorstellen een
bijzondere regeling voor een geval als dit te
treffen.
De ontwerp-besluiten, waarbij verschil
lende verordeningen geheel of gedeeltelijk
worden ingetrokken, c.q. gewijzigd, voorzoo
ver zij haar kracht verliezen bij de inwerking
treding van het ambtenarenreglement hebben
B. en W. den Raad doen toekomen.
Met betrekking tot het beroepsrecht van de
ambtenaren meenen wij nog het volgende
ondere Uwe aandacht le moeten brengen.
Volgens de Ambtenarenwet 1929, S. 530,
heeft de gemeente de bevoegdheid niet de
verplichting om een scheidsgerecht in het
leven te roepen. Doet zij dit niet, dan treedt
een der door het Rijk in te stellen ambtena
rengerechten daarvoor in de plaats. Van de
uitspraken in administratief beroep genomen
en van de adviezen en uitspraken van lokale
beroepsinstanties (scheidsgerecht, commissie
van beroep in wachtgeldzaken, e.d.) is beroep
mogelijk bij den Centralen Raad van Beroep
te Utrecht. Zou dus om een voorbeeld te
noemen het scheidsgerecht voor de werk
lieden onveranderd blijven bestaan, dat oor
deelt over opgelegde straffen, verplichting
tot schadevergoeding en ongevr33#^?".
ontslag, dan zou van alle andere besnss -
gen door Burgemeester en Wethouders 1 -
zake de rechtpositie der werklieden £en° -
beroep open staan op het ambtenarengerecn
Mogelijk is dus:
1. de bestaande lokale beroepsinstanties t-
handhaven op den tegenwoordigen voet,
2. vorengenoemde beroepsinstanties at J
schaffen, waardoor voor alle ambtenaren, n
ruimen zin genomen, beroep zou opcnstaai
op het ambtenarengerecht;
3. een scheidsgerecht voor alle groepen van
gemeente-personeel cn voor alle aangelegen
heden in te stellen.
Een eenvormig beroepsrecht schijnt ons
voor het personeel wenschelijk, in verbaiia
waarmede de onder 1 genoemde oplossing
niet in aanmerking komt.
Over deze aangelegenheid heeft de commis
sie van overleg voor de ambtenaren eerst een
advies uitgebracht.
Uit dit advies blijkt, dat de commissie
aanvankelijk over dit punt niet lot overeen-
steming kon komen. Later heeft de zaa<\
een punt van bespreking uitgemaakt in een
gecombineerde vergadering van de commissie
van overleg voor de ambtenaren en voor de
werklieden. In het daarop betrekking heb
bende advies, d.d. 10 April j.L, dat wij voor
Uwe vergadering ter inzage leggen, geven
de commissies in overweging éen lokale be
roepsinstantie in te stellen, die in beroep 111
eersten aanleg kennis neemt van alle beslui
ten, handelingen of weigeringen (met uitzon
dering van pensicenzaken) met betrekking
tot de ambtenaren (die begrip in ruimen zin
genomen), hunne nagelaten betrekkingen en
rechtverkrijgenden door 'een administratief
orgaan genomen of uitgesproken, 00 de wijze
zooals voor het scheidsgerecht te Dordrecht
is geregeld.
Wij kunnen ons daarmede vereenigen en
bieden Uwe Vergadering hieronder een ont
werp tot vaststelling eener verordening voor
het scheidsgerecht aan, waarbij de samen
stelling en de wijze van verkiezing op dezelf
de wijze is geregeld als die bij het bestaande
scheidsgerecht voor de werklieden het geval
is en overigens de regeling van Dordrecht is
beroepsinstanties, namelijk het scheids-
gevolgd, en waarbij tevens de bestaande
gerecht voor de werkloozen en de commissie
van beroep in wachtgeldzaken, worden afge
schaft. Op deze wijze zal een uniform be
roepsrecht voor het gemeente-personeel in zijn
vollen omvang worden verkregen.
Tenslotte zal bij de vas-LLlling van het
ambtenaren-reglement ook een beschikking
kunnen worden genomen op het adres van
den Nederlandschen Bond van Gemeente-
Ambten:, ren, onder-afdeeling Alkmaar en
omstreken d.d. 12 December 1929, waarin
toelating wordt gevraagd tot de commissie
van georganiseerd overleg voor de ambtena
ren in deze gemeente. Met de commissie van
overleg, wier advies d.d. 8 Mei 1930, op deze
zaak betrekking hebbende, voor Uwe Verga
dering ter inzage wordt gelegd, zijn wij van
meening, dat niet moet worden afgeweken
van het bestaande beginsel om alleen alge-
meene organisaties tot de commissie van
overleg toe te laten. Wij stellen Uwe verga
dering in verband daarmede voor op het in
gediende adres afwijzend te beschikken.
Samenvattende stellei} wij Uwe vergade
ring voor te besluiten vast te stellen een ver
ordening, regelende de rechtspositie van de
ambtenaren in dienst der gemeente Alkmaar,
benevens een verordening regelende het be
roep op het scheidsgerecht der gemeente
Alkmaar, alsmede de samenstelling en werk
wijze van dat gerecht.
Bijgevoegd is het verslag van de Commis
sie van Overleg voor de ambtenaren.
JAARWEDDERLGELINC DIRECTEUR
GEMEENTELIJK BUREAU VOOR
SOCIALE ZAKEN, TEVENS SECRE
TARIS VAN HET BESTUUR VAN
DE GEMEENTELIJKE INSTELLING
VOOR MAATSCHAPPLIJK HULP
BETOON.
In bijlage no. 83 schrijven B. en W.:
Zooals wij uwe vergadering in bijlage nr
60 tot het verslag der handelingen van den
gemeenteraad 1931 mededeelden, hebben wij
nopens de jaarwedderegeling van den Direc
teur van het Gemeentelijk Bureau voor So
ciale Zaken, tevens Secretaris van het Be
stuur van de Gemeentelijke instelling voor
Maatschappelijk Hulpbetoon, het advies in
gewonnen van de Commissie van Overleg
voor de ambtenaren.
Volgens de Commissie zijn de werkzaam
heden van genoemden directeur, in verband
met het verleenen van administratieven bij
stand aan het Hulpbetoon, thans nog niet te
overzien.
Omdat het niet gewenscht is, dat in de
naaste toekomst de jaarwedde moet worden
herzien, stelt de Commissie van Overleg voor
de ambtenaren in haar voor Uwe Vergade
ring ter inzage liggend advies voor. d<Maar-
wedde te bepalen op min. 3900.— met 6
tweejaarlijksche verhoogingeu va? elk 195
tot een max. van 50/0.-—. Zij is van oordeel
dat deze wedde, gelijkstaande met die van den
controleu- en de hootdcoiumvzen ter secre
tarie voor de aan d- betrekking verbonden
werkzaamheden een juiste waaruéering is,
mits daarbij wordt gevoegd het bedrag van
f 4O0.dat besch kbaar wordt gesteld als
toelage voor de leiding van -de disti iets-
arbeidsbeurs.
Wij kunnen ons met het advies der Com
missie verecnigen cn stellen IJ voor te be
sluiten vast te stellen om verordening 10
wijziging eter Verordening rege.ence de oe-
zoldiging der ambtenaren in dienst der ge
meente Alkmaar.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
Strafzitting van Vrijdag 15 Mei.
EEN AUTOBESTUURDER MOET
VAN VOOR EN ACHTER OOGEN
HEBBEN.
Volgens de schriftgeleerden der natuurwe
tenschappen is een spin met zooveel oogen
begiftigd, dat zij in staat is van alle zijden
naar prooi of vijand te loeren.
Het is waarlijk jammer, dat de moderne
autochauffeur ook niet kan beschikken over
een zoo uitgebreid gezichts- en waarnemings
vermogen, want vermoedelijk zou dan de 44-
jarige vrachtautobcstuurder Joh. K. uit Cas
tricum heden niet als eerste verdachte de rij
van het bescheiden aantal comparanten heb
ben geopend. Hij toch moest zich verant
woorden ter zake het niet licht te onderschat
ten feit, dat hij zich op 27 Maart in de
buurt van Heiloo, alwaar zich een
onbewaakten overweg bevindt, met zijn
vrachtauto op den spoorweg had bevonden
op het moment, dat een trein uit de richting
Helder in aantocht was. Gelukkig had hij de
gezegende ingeving, direct vol gas te geven,
zoodat alleen het achtergedeelte van zijn wa
gen werd geraakt, want ware dit niet het ge
val geweest, dan zou misschien een groote
ramp hebben plaats gegreoen en een doode
of verminkt huisvader te betreuren zijn ge
weest.
Thans stond hij alleen maar terecht ter
zake overtreding van het spoorwegreglement,
omdat hij niet behoorlijk uit zijn doppen had
gekeken. De verdachte echter gaf de schuld
van het gebeurde aan de schoolkinderen, die
de onhebbelijke gewoonte hebben achter op
zijn wagen te klimmen op gevaar af, dat zij
een ongeluk krijgen. Ook toen was zulks het
geval en in zijn ijver om die ongewenschte
passagiers te verjagen had hij niet voldoen
de opgelet en was het hem ontgaan, dat de
trein zóó dicht in aantocht was. Met deze
toelichting werd eenige rekening gehouden
bij het opleggen der straf en de nog ter elf
der ure aan den dood ontsnapten chauffeur
veroordeeld tot 8 boete of 8 dagen.
VERTROUWDHEID MET HET
GEVAAR MAAKT SOMS ROEKELOOS.
De vrachtautobestuurder Pieter L. te
Schermerhorn meende in den morgen van 9
April jl. nog juist met zijn wagen te kun
nen glippen op den dorpsweg aldaar tus
schen een telefoonpaal en een met grint ge
laden aangespannen driewielde kar, be
stuurd door den 16-jarigen paardenhande-
laarsbediende in dienst van zijn broeder,
Hendrik Beets. Het bleek echter dat de o>pe
ning te nauw was en de kar kreeg een zoo-
danigen opdouw, dat 15 schade werd aan
gericht. Voerman en ponny bleven gelukkig
ongedeerd, doch de al te driftige chauffeur,
die geen lust had betoond de schade te ver
goeden, werd heden veroordeeld tot 15
boete of 15 dagen.
EEN ONTEVREDEN CLIENT
DIE TOCH TROUW TERUGKWAM.
Een 35-jarig uitvoerder uit Wijk aan Zee
en Duin, de heer Carolus A., luisterde ook de
vorige week de zitting op met zijn tegen
woordigheid, doch ondanks het feit, dat hij
naar zijn zin al zeer slecht bediend werd,
zoodat iiij het voornemen te kennen gaf om
in hooger beroep te gaan van het hem opge
legde vonnis, scheen hij den smaak nog niet
verloren te hebben en was hij heden alweder
present. Ditmaal om terecht te staan omdat
hij op 7 April te Limmen aan de ambtenaren
Goot en Harder, die hem aldaar aanhielden
niet had kunnen toonen een geldig rijbewijs,
terwijl bovendien de door hem bereden motor,
een Simplex, niet was voorzien van twee
krachtige, onafhankelijk van elkaar werken
de remmen. De verdachte, wien men een ze
kere mate van welbespraaktheid en vrijmoe
digheid niet mocht ontzeggen, kon zich, voor
al wat betrof de handrem, niet vereenigen
met het opgemaakte procesverbaal. De rem
was wel degelijk tot remmen bekwaam, al
leen ontbrak de handle en dit gemis kon de
heer A. gemakkelijk ondervangen door het
gebruik van een nijptang of desnoods met
zijn handen, die krachtig geno^Tw^T~-"
een dergelijk instrument te vervangen n
kantonrechter noemde dit verweer, 0m in
bouwvakstijl te blijven, het zoeken van sn,
kers op laag water, doch besloot u
zaak aan te houden tot a s. week, ten eind!
de verbalisanten in persoon nog nader te
hooren.
EEN SIMPEL ZAAKJE, WAAR NOC,
HEEL WAT ACHTER SCHUILDE
Te Egniond aan Zee werkt de zeer nuttig
verordening, waarbij het verboden is al-
kinderen beneden den leeftijd van 14 jaren
sigaren, sigaretten of tabak te verkoopen of
te verstrekken. En de winkelier Karei Johan
nes H., die deze verordening had overtreden
stond dan ook heden terecht ter zake het feit
dat op 7 April aan een 10-jarig knaapje had
verkocht een pakje sigaretten in casu Chieff
Whip voor de somma van 20 centen, j-u
bleek echter op de zitting dat aan deze siga.
rettengeschiedenis nog heel wat meer ernstig,
vast zat, want de kleine sigarettenklant had
zich in vereeniging met eenige vriendjes van
ongeveer gelijken leeftijd, meester weten t(
maken van ƒ5 en werd dit gestolen gtn
door de kleuters baldadig verteerd aan snoep,
goed, sigaretten en.... zelfs een flesch wijn
die op verzoek van bedoeld joggie, een oude'
ren knaap van denzelfden winkelier had ge-
kocht voor 1. Gelukkig was de moeder ach
ter dit rooversavontuur gekomen, had zij den
kleinen Malino flink voor zijn broek gege-
ven en de geldelijke schade vergoed. De moe
der, die mede 011 de zitting aanwezig waS(
kreeg van den kantonrechter den goeden
raad, zich met haar zoontje bij den officier
te melden; Misschien was het mogelijk een
eventueele strafvervolging te voorkomen
Maar den winkelier, die zich beriep o-p de
moeilijkheden, omdat sommige klanten hun
kinderen uitsturen om tabak of sigaretten,
werd opgelegd 6 boete of 6 dagen.
EEN DROEVIGE SAMENLOOP VAN
OMSTANDIGHEDEN.
Als wij den heer Adr. B.,' een 22-jarig
huisschilder uit Heiloo mogen gelooven, dan
liep het hem in den avond van 5 Mei al bui
tengewoon tegen. Hij bevond zich met zijn
jeugdige echtgenoote, die niet. zooals hij, van
een rijwiel voorzien was. onder de gemeente
Alkmrar. Daar een riiwiellantaarn ontbrak,
werd besloten, den tocht naar Heiloo per
pedes apostolorum, vrij vertaald bellenwa
gen, voort te zetten. Doch onderweg werd de
vrouw zóó onwel dat zij de wandeling op
moest geven en op den bagagedrager van 't
rijwiel plaa's nam. De schilder peddelde
voarwaarts doch werd als toen aangehouden
door een politieagent, die procesverbaal op
maakte ter zake het rijden zonder licht. Met
de door den schilder uiteengezette omstan
digheden kon natuurlijk geen rekening wor
den gehouden. Er zat nu niet anders op, dan
opnieuw te wandelen, totdat nabij de villa
„Blockhove" de vrouw het moest opgeven en
het beklagenswaardige echtpaar aan den
kant van den weg in het gras ging zitten,
tot eindelijk de vrouw weer eenigermate com-
pabel was, de thuisreis te vervolgen Met al
die tegenspoed werd het pl.m 12 uur, eet
men de woning had bereikt. De man moest
nu tot overmaat van ramp ook nog terech'
staan en werd heden veroordeeld tot
boete subsidiair 2 dagen. Men moet ma
pech hebben!
KANTONGERECHT TE ALKMAAR.
Mondelinge uitspraak 15 Mei 1931.
P. L. te Castricum, straatschenderij, terug
gave ouders.
J. G., A. G., S. D. te Egmond aan Zee,
loopen over verboden grond, de le 6 boete
of 1 week tuchtschool, de 2e Mruggave aan
de ouders, de 3e 3 boete of 1 week tucht
school.
K. W. f* Egmond aan Zee, J B., N. R *e
Alkmaar, dronkenschap, de !e 5 boete 01
5 dagen hechtenis, de 2e 3 boete of 3 dagen
hechteni-, de 3e 12 boete of 12 dagen hech
tenis.
K. J. H. te Egmond aan Zee. N B. te Cas
tricum. P. A. te Bergen, H. C. M.. J- v. d-
V.. H. B. S. H. te Alkmaar, P. G. te Noord-
scharwoude; G. J. H. te Zwolle, F. J. v. A.
te Rotterdam, Overtreding Politieverorde
ning de le, 2e, ieder 6 boete of 6 dagen
hechtenis; de 3e 4 moete of 4 dagen hech
tenis, de 4e teruggave ouders, de 5e, 9e, 10c.
ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis, de 6e
3 boete of 3 dagen hechtenis, de 7e 1
boete of 1 dag hechtenis, de 8e f 12 boete
of 12 dagen hechtenis.
A. B. te Heiloo, A. v. H. te Harlem. J. K-i
A. G., P. E. te Castricum, Th. L. M. M-, A.
M., H. G. B. te Alkmaar, D. M. te Winkel,
J B. te Wervershoof, P. B. te Hugowaard, j
L. S. d-e L. te Schermerhorn, C. J S- te Zij*
pe, J. v. d. B. te Wijk aan Duin. J- B„ w-
B. te Koedijk, A. de G. te Ursem, overtre
581. Niet weinig verschrikt was de groot-vizier, toen hij van
den officier hoorde, dat waarschijnlijk de prinses was gevlucht,
want dat de tralies van haar gevangenis waren doorgevijld.
„Wat zeg je me nu", vroeg stomverbaasd de hooge meneer,
„is ze weg? Wat zal de sultan, onze heer, wel zeggen",
582. En de grootvizier liet den officier van de wacht sto s j
staan en liep op zijn beurt naar den sultan, om hem het gr°
nieuws te vertellen. Ik wist niet, dacht de officier, dat
\ent zoo hard kon loopen. Ik ben nieuwsgierig wat mij0
bieder, den sultan, zal zeggen.