HAAS AZIJN UW GEZON D HEIDDEBESTE Rechtszaken »E AV OYTTKIL* VAA* KEU' VEKKEEKSAGEUTJE- Het eerste bedrag is dat der gem.-vergoe- ding per leerling over 1928, het tweede het uit te keeren bearag over 1928. Teven stellen B. en W. voor te besluiten, aan de Besturen der daarvoor in aanmer king komende bijzondere scholen voor lager onderwijs toe te kennen de gemeentelijke vergoeding in de kosten van vakonderwij zers, bedoeld in artikel 101, 9e lid, der-Lager Onderwijswet-1920, over het jaar 1928. St. Josephschool J 2.17 J 6-0.62 (tot een maximum van 286 lesuren) Juliaschool ƒ2.17 ƒ338.52 iuliaschool 2.14 J 796.08 nor een maximum van 372 lesuren) St. Josephschool ƒ2.14 J 796.08 (tot een maximum van 372 lesuren) Mariaschool 2.14 796.08 (tot een maximum van 372 lesuren) Wilhelminaschool 1 2.14 66/58 Het eerste bedrag is pér lesuur, het twee de het uit te keeren bedrag. Teven wordt voorgesteld te besluiten. I. Het gemiddelde bedrag per leerling, dat voor den Cursus voor openbaar vervolg onderwijs in 1928 ten laste der gemeente is gebleven, te bepalen op 24.55; II. De gemeentelijke bijdrage in de kos- ten van instandhouding", bedoeld in artikel 102 der Lager Onderwijswet-1920, van den cursus voor vervolgonderwijs, staande onder het beheer der Vereeniging „St. Joseph" te Alkmaar, over het jaar 1928, benevens het bedrag, waarop over dat jaar aanspraak kan worden gemaakt, vast te stellen als volgt: Gemiddeld aantal leerlingen in 1928 123. Bedrag der gemeentelijke bijdrage per leerling over 1928 24.55. Bedrag waarover in 1928 ten hoogste kan worden beschikt 3019.65. Vastgesteld bedrag der rekening over 1928 van het schoolbestuur 2180.20. Reeds ontvangen voorschot over 1928 2666.55. Alzoo nog te restitueeren een bedrag van 486.35. III. De gemeentelijke bedrage in de „kos ten van instandhouding", bedoeld in artikel 102 der Lager Onderwijswet-1920, van den cursus voor vervolgonderwijs, staande on der het beheer der R.K. Jeugdvereeniging „St. Fidelis van Sigmaringen" te Alkmaar, over het jaar 1928, benevens het KJrag, waarop over de jaren 1926, 1927 en 1928 aanspraak kan worden gemaakt, vast te stel len zooals in den hieronder opgenomen staat is vermeld: Gemiddeld aantal leerlingen in 1928 12. Bedrag der gemeentelijke bijdrage per leerling over 1928 24.55. Bedrag waarover in 1928 ten hoogste kan worden beschikt 294.60 Bedrag der gemeentelijke bijdrage, uitbe taald over het jaar 1926 367.20 en over het jaar 1927 614.44. Totaal van beide bedragen 1008.64. Vastgesteld bedrag der rekening over 1926, 1927 en 1928 van het schoolbestuur 1310.66. Uit te keeren bedrag over 1928 294.60. Reeds ontvangen voorschot over 1928 292.23. Alzoo nog te ontvangen een bedrag van 2.37. IV. Te bepalen, dat bovenvermelde bij drage wordt verleend onder voorwaarde, dat aan de gemeente zal worden terugbetaald al hetgeen eventueel te veel of ten onrechte mocht zijn genoten. AMBTENARENREGLEMENT EN VERORDENING SCHEIDSGERECHT. In bijlage nr. 80 schrijven B*en W.: Wij bieden U hierbij ter voldoening aan de toezegging van het toenmalige College, ge daan in Uwe vergadering van 9 November 1928, ter vaststelling aan het ontwerp van een ambtenarenreglement, door welke vast stelling tevens overeenkomstig artikel 125 juncto artikel 133 van' de Ambtenarenwet 1929 S. 530 wordt gehandeld, waaraan vóór 1 September 1931 uitvoering moet zijn ge geven. Door vaststelling van een afzonderlijke verordening voor de ambtenaren wordt de thans bestaande toestand gehandhaafd, waarbij zoowel de rechtspositie als de bezol diging der werklieden, der ambtenaren en van het politiepersoneel afzonderlijk zijn ge regeld. Bij de samenstelling van het ontwerp is, waar mogelijk, aansluiting gezocht aan de bestaande verordeningen, waarin onderwer pen voorkomen, betreffende de rechtspositie der ambtenaren. Om het ambtenarenregle ment niet noodeloos ingewikkeld te maken be- hooren o. i. de semi-ambtenaren als de stads- artsen, de stadshorlogemaker, de hooisteker, e. d. buiten de toepassing van het reglement te vallen (zie art. 1), aangezien voor deze functionnarissen afwijkende bepalingen zou den moeten worden in het leven geroepen, waaronder de overzichtelijkheid van 't geheel zou lijden. Het ligt in dê bedoeling voor deze groep van semi-ambtenaren een afzonderlijke verordening le ontwerpen, terwijl in afwach ting daarvan de bestaande bepalingen voor hen van kracht blijven. Het" ontwerp-ambtenarenreglement laat de mogelijkheid open nieuwe categorieën ambte naren onder de werking van dat reglement te brengen, onder opneming daarvan in de salarisverordeningen (gemeentebladen nrs. 788 en 977), gelijk deze sedert zijn gewij zigd. Omtrent ons oorspronkelijk ontwerp heb ben wij het gevoelen gevraagd van de Com missie van overleg voor de ambtenaren, wier advies d.d. 14 Juli 1930 wij achter ons voor stel hebben doen afdrukken. Naar aanleiding van dit advies hebben wij het ontwerp daar mede zooveel mogelijk in overeenstemming gtoracht, voorzoovcr de Commissie eenstem- ming in haar oordeel was. W?ar de meeningen in de Commissie ver deeld waren, hebben wij zoo veel mogelijk een keuze gedaan tusschen het standpunt van de vertegenwoordiging der gemeente en dat van de organisaties. Het eerste standpunt hebben wij gevolgd ten aanzien van de artikelen 12 (kastoelagen voor ambtenaren belast met de bediening van een geldloket), 13 (geheimhou ding), 17 (verboden handelingen), 27 (bui- tengewoon verlof), 31 (verlengd zwanger- schapsver of) 32 (ziekengeld), 43 (uitzonde ringsbepaling) het standpunt der organisa ties met betrekking tot de artikelen 5 (instel ling dienstcommissies), 6 lid 1 (benoeming), ubd££e linnk&UaJ" <8. PUDD/NCFA BP.'JLJPQLAK* CRONtNCEN 16(bekleeden nevenbetrekkingen), 24 lid 3 (uitkeering aan nagelaten betrekkingen), 26 (vacantie), 36 (ontslag). Met het advies der Commissie van overleg om den Goeden Vrijdag op te nemen onder de dagen, waarop niet wordt gewerkt (art. 19), kunnen wij ons niet vereenigen Ons College staat dienaangaande op hetzelfde standpunt als Uwe Vergaderig op 24 Januari 1929 heeft ingenomen, waarin afwrz.'iul werd beschikt op het adres van den Kerke- raad der Ned. Hervormde gemeente alhier, houdende verzoek om de kaasmarkt niet op Goeden Vrijdag te doen plaats hebben, nog afgezien van de consequenties, welke twee or ganisaties hebben verbenden aan het vrijaf geven op Goeden Vrijdag, welke organisaties in dat geval ook Maria Hemelvaart, Aller heiligen en den 1 Mei-dag als officieelen feestdag door de gemeente zouden wenschen te zien beschouwd. Bij het ontwerp-ambtenarenreglement zijn tevens ter sprake gekomen de in de Raadsver gadering van 9 November 1928 aangenomen moties Veen c.s. en Woldendorp c.s. nopens het verrichten van bijbetrekkingen. Een abso luut verbod van het bekleeden van nevenbe trekkingen achten wij niet volstrekt noodig, mits slechts vaststa, dat ambtenaren daar door niet aan anderen concurrentie aandoen en daardoor de bestaansvoorwaarden voor het vrije bedrijf bemoeilijken. Ook is er geen bezwaar, een ambtenaren toe te staan, een bezoldigde bestuursfunctie te bekleeden. Als de vereeniging een dergelijk vertrouwens functie wil opdragen aan een lid, dat tevens gemeente-ambtenaren is, dan moet deze laat ste factor voor haar niet een beletsel kunnen zijn om haar voorkeur te volgen. Maar zoo wel in het eene als het andere geval moet op den voorgrond staan, dat het dienstbelang niet mag worden geschaad. Daar de meeste artikelen voor zich zelf spreken, zijn wij van oordeel, dat een toelich ting op ieder artikel niet behoeft te worden gegeven. Een nadere toelichting tneenen wij U intusschen niet te mogen onthouden ten aanzien van de hierna genoemde bepalingen. Artikel 1. In overeenstemming met het advies der commissie van overleg is deze bepaling ten aanzien van arbeidescontractanten zoodanig aangevuld, dat tevens voldaan wordt aan artikel 134 der Ambtenarenwet 1929, S. 530, hetwelk o.m. voorschrijft, dat het be voegd gezag der gemeenten bepalingen vast stelt betreffende de gevallen, waarin en dl voorwaarden, waarover door of vanwege de gemeente in dienstneming op arbeidsovereen komsten naar burgerlijk recht kan plaats heb ben, indien door of vanwege de gemeente in dienstneming op arbeidscontracten plaats heeft. Artikel 12. Niet overgeomen is het voorstel der orga nisaties om aan ambtenaren, belast met het innen en betalen van gelden aan loketten, een extra-kastoelage voor tekorten toe te staan. Wij zijn de opvatting toegedaan, dat indien sommige ambtenaren te dezen op zichte een grootere geldelijke verantwoorde lijkheid hebben, die in het salaris tot uitdruk king moet worden gebracht, zoodat deze aan gelegenheid niet bij de regeling der rechts positie, maar bij de bepaling van het salaris aan de orde behoort te komen. Artikel 37. Ongeschiktheid wegens ziels- of lichaams- gr'reken is volgens dit artikel alleen een reden tot ontslag, wanneer deze blijkt uit het geneeskundig onderzoek, overeenkomstig de bepalingen der Pensioenwet 1922, S. 240, in gesteld. Is volgens de dienovereenkomstig aangewezen geneeskundigen geen onge schiktheid aanwezig, dan zullen Burgemees ter en Wethouders den ambtenaar niet kun nen ontslaan om door hen veronderstelde on geschiktheid wegens ziels- of lichaamsge breken. Zij zullen dan, indien de ambtenaar inderdaad niet in staat is zijn werkzaam heden wegens üchaams- of zielsgebreken te vervullen, den Raad moeten voorstellen een bijzondere regeling voor een geval als dit te treffen. De ontwerp-besluiten, waarbij verschil lende verordeningen geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken, c.q. gewijzigd, voorzoo ver zij haar kracht verliezen bij de inwerking treding van het ambtenarenreglement hebben B. en W. den Raad doen toekomen. Met betrekking tot het beroepsrecht van de ambtenaren meenen wij nog het volgende ondere Uwe aandacht le moeten brengen. Volgens de Ambtenarenwet 1929, S. 530, heeft de gemeente de bevoegdheid niet de verplichting om een scheidsgerecht in het leven te roepen. Doet zij dit niet, dan treedt een der door het Rijk in te stellen ambtena rengerechten daarvoor in de plaats. Van de uitspraken in administratief beroep genomen en van de adviezen en uitspraken van lokale beroepsinstanties (scheidsgerecht, commissie van beroep in wachtgeldzaken, e.d.) is beroep mogelijk bij den Centralen Raad van Beroep te Utrecht. Zou dus om een voorbeeld te noemen het scheidsgerecht voor de werk lieden onveranderd blijven bestaan, dat oor deelt over opgelegde straffen, verplichting tot schadevergoeding en ongevr33#^?". ontslag, dan zou van alle andere besnss - gen door Burgemeester en Wethouders 1 - zake de rechtpositie der werklieden £en° - beroep open staan op het ambtenarengerecn Mogelijk is dus: 1. de bestaande lokale beroepsinstanties t- handhaven op den tegenwoordigen voet, 2. vorengenoemde beroepsinstanties at J schaffen, waardoor voor alle ambtenaren, n ruimen zin genomen, beroep zou opcnstaai op het ambtenarengerecht; 3. een scheidsgerecht voor alle groepen van gemeente-personeel cn voor alle aangelegen heden in te stellen. Een eenvormig beroepsrecht schijnt ons voor het personeel wenschelijk, in verbaiia waarmede de onder 1 genoemde oplossing niet in aanmerking komt. Over deze aangelegenheid heeft de commis sie van overleg voor de ambtenaren eerst een advies uitgebracht. Uit dit advies blijkt, dat de commissie aanvankelijk over dit punt niet lot overeen- steming kon komen. Later heeft de zaa<\ een punt van bespreking uitgemaakt in een gecombineerde vergadering van de commissie van overleg voor de ambtenaren en voor de werklieden. In het daarop betrekking heb bende advies, d.d. 10 April j.L, dat wij voor Uwe vergadering ter inzage leggen, geven de commissies in overweging éen lokale be roepsinstantie in te stellen, die in beroep 111 eersten aanleg kennis neemt van alle beslui ten, handelingen of weigeringen (met uitzon dering van pensicenzaken) met betrekking tot de ambtenaren (die begrip in ruimen zin genomen), hunne nagelaten betrekkingen en rechtverkrijgenden door 'een administratief orgaan genomen of uitgesproken, 00 de wijze zooals voor het scheidsgerecht te Dordrecht is geregeld. Wij kunnen ons daarmede vereenigen en bieden Uwe Vergadering hieronder een ont werp tot vaststelling eener verordening voor het scheidsgerecht aan, waarbij de samen stelling en de wijze van verkiezing op dezelf de wijze is geregeld als die bij het bestaande scheidsgerecht voor de werklieden het geval is en overigens de regeling van Dordrecht is beroepsinstanties, namelijk het scheids- gevolgd, en waarbij tevens de bestaande gerecht voor de werkloozen en de commissie van beroep in wachtgeldzaken, worden afge schaft. Op deze wijze zal een uniform be roepsrecht voor het gemeente-personeel in zijn vollen omvang worden verkregen. Tenslotte zal bij de vas-LLlling van het ambtenaren-reglement ook een beschikking kunnen worden genomen op het adres van den Nederlandschen Bond van Gemeente- Ambten:, ren, onder-afdeeling Alkmaar en omstreken d.d. 12 December 1929, waarin toelating wordt gevraagd tot de commissie van georganiseerd overleg voor de ambtena ren in deze gemeente. Met de commissie van overleg, wier advies d.d. 8 Mei 1930, op deze zaak betrekking hebbende, voor Uwe Verga dering ter inzage wordt gelegd, zijn wij van meening, dat niet moet worden afgeweken van het bestaande beginsel om alleen alge- meene organisaties tot de commissie van overleg toe te laten. Wij stellen Uwe verga dering in verband daarmede voor op het in gediende adres afwijzend te beschikken. Samenvattende stellei} wij Uwe vergade ring voor te besluiten vast te stellen een ver ordening, regelende de rechtspositie van de ambtenaren in dienst der gemeente Alkmaar, benevens een verordening regelende het be roep op het scheidsgerecht der gemeente Alkmaar, alsmede de samenstelling en werk wijze van dat gerecht. Bijgevoegd is het verslag van de Commis sie van Overleg voor de ambtenaren. JAARWEDDERLGELINC DIRECTEUR GEMEENTELIJK BUREAU VOOR SOCIALE ZAKEN, TEVENS SECRE TARIS VAN HET BESTUUR VAN DE GEMEENTELIJKE INSTELLING VOOR MAATSCHAPPLIJK HULP BETOON. In bijlage no. 83 schrijven B. en W.: Zooals wij uwe vergadering in bijlage nr 60 tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad 1931 mededeelden, hebben wij nopens de jaarwedderegeling van den Direc teur van het Gemeentelijk Bureau voor So ciale Zaken, tevens Secretaris van het Be stuur van de Gemeentelijke instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon, het advies in gewonnen van de Commissie van Overleg voor de ambtenaren. Volgens de Commissie zijn de werkzaam heden van genoemden directeur, in verband met het verleenen van administratieven bij stand aan het Hulpbetoon, thans nog niet te overzien. Omdat het niet gewenscht is, dat in de naaste toekomst de jaarwedde moet worden herzien, stelt de Commissie van Overleg voor de ambtenaren in haar voor Uwe Vergade ring ter inzage liggend advies voor. d<Maar- wedde te bepalen op min. 3900.— met 6 tweejaarlijksche verhoogingeu va? elk 195 tot een max. van 50/0.-—. Zij is van oordeel dat deze wedde, gelijkstaande met die van den controleu- en de hootdcoiumvzen ter secre tarie voor de aan d- betrekking verbonden werkzaamheden een juiste waaruéering is, mits daarbij wordt gevoegd het bedrag van f 4O0.dat besch kbaar wordt gesteld als toelage voor de leiding van -de disti iets- arbeidsbeurs. Wij kunnen ons met het advies der Com missie verecnigen cn stellen IJ voor te be sluiten vast te stellen om verordening 10 wijziging eter Verordening rege.ence de oe- zoldiging der ambtenaren in dienst der ge meente Alkmaar. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Strafzitting van Vrijdag 15 Mei. EEN AUTOBESTUURDER MOET VAN VOOR EN ACHTER OOGEN HEBBEN. Volgens de schriftgeleerden der natuurwe tenschappen is een spin met zooveel oogen begiftigd, dat zij in staat is van alle zijden naar prooi of vijand te loeren. Het is waarlijk jammer, dat de moderne autochauffeur ook niet kan beschikken over een zoo uitgebreid gezichts- en waarnemings vermogen, want vermoedelijk zou dan de 44- jarige vrachtautobcstuurder Joh. K. uit Cas tricum heden niet als eerste verdachte de rij van het bescheiden aantal comparanten heb ben geopend. Hij toch moest zich verant woorden ter zake het niet licht te onderschat ten feit, dat hij zich op 27 Maart in de buurt van Heiloo, alwaar zich een onbewaakten overweg bevindt, met zijn vrachtauto op den spoorweg had bevonden op het moment, dat een trein uit de richting Helder in aantocht was. Gelukkig had hij de gezegende ingeving, direct vol gas te geven, zoodat alleen het achtergedeelte van zijn wa gen werd geraakt, want ware dit niet het ge val geweest, dan zou misschien een groote ramp hebben plaats gegreoen en een doode of verminkt huisvader te betreuren zijn ge weest. Thans stond hij alleen maar terecht ter zake overtreding van het spoorwegreglement, omdat hij niet behoorlijk uit zijn doppen had gekeken. De verdachte echter gaf de schuld van het gebeurde aan de schoolkinderen, die de onhebbelijke gewoonte hebben achter op zijn wagen te klimmen op gevaar af, dat zij een ongeluk krijgen. Ook toen was zulks het geval en in zijn ijver om die ongewenschte passagiers te verjagen had hij niet voldoen de opgelet en was het hem ontgaan, dat de trein zóó dicht in aantocht was. Met deze toelichting werd eenige rekening gehouden bij het opleggen der straf en de nog ter elf der ure aan den dood ontsnapten chauffeur veroordeeld tot 8 boete of 8 dagen. VERTROUWDHEID MET HET GEVAAR MAAKT SOMS ROEKELOOS. De vrachtautobestuurder Pieter L. te Schermerhorn meende in den morgen van 9 April jl. nog juist met zijn wagen te kun nen glippen op den dorpsweg aldaar tus schen een telefoonpaal en een met grint ge laden aangespannen driewielde kar, be stuurd door den 16-jarigen paardenhande- laarsbediende in dienst van zijn broeder, Hendrik Beets. Het bleek echter dat de o>pe ning te nauw was en de kar kreeg een zoo- danigen opdouw, dat 15 schade werd aan gericht. Voerman en ponny bleven gelukkig ongedeerd, doch de al te driftige chauffeur, die geen lust had betoond de schade te ver goeden, werd heden veroordeeld tot 15 boete of 15 dagen. EEN ONTEVREDEN CLIENT DIE TOCH TROUW TERUGKWAM. Een 35-jarig uitvoerder uit Wijk aan Zee en Duin, de heer Carolus A., luisterde ook de vorige week de zitting op met zijn tegen woordigheid, doch ondanks het feit, dat hij naar zijn zin al zeer slecht bediend werd, zoodat iiij het voornemen te kennen gaf om in hooger beroep te gaan van het hem opge legde vonnis, scheen hij den smaak nog niet verloren te hebben en was hij heden alweder present. Ditmaal om terecht te staan omdat hij op 7 April te Limmen aan de ambtenaren Goot en Harder, die hem aldaar aanhielden niet had kunnen toonen een geldig rijbewijs, terwijl bovendien de door hem bereden motor, een Simplex, niet was voorzien van twee krachtige, onafhankelijk van elkaar werken de remmen. De verdachte, wien men een ze kere mate van welbespraaktheid en vrijmoe digheid niet mocht ontzeggen, kon zich, voor al wat betrof de handrem, niet vereenigen met het opgemaakte procesverbaal. De rem was wel degelijk tot remmen bekwaam, al leen ontbrak de handle en dit gemis kon de heer A. gemakkelijk ondervangen door het gebruik van een nijptang of desnoods met zijn handen, die krachtig geno^Tw^T~-" een dergelijk instrument te vervangen n kantonrechter noemde dit verweer, 0m in bouwvakstijl te blijven, het zoeken van sn, kers op laag water, doch besloot u zaak aan te houden tot a s. week, ten eind! de verbalisanten in persoon nog nader te hooren. EEN SIMPEL ZAAKJE, WAAR NOC, HEEL WAT ACHTER SCHUILDE Te Egniond aan Zee werkt de zeer nuttig verordening, waarbij het verboden is al- kinderen beneden den leeftijd van 14 jaren sigaren, sigaretten of tabak te verkoopen of te verstrekken. En de winkelier Karei Johan nes H., die deze verordening had overtreden stond dan ook heden terecht ter zake het feit dat op 7 April aan een 10-jarig knaapje had verkocht een pakje sigaretten in casu Chieff Whip voor de somma van 20 centen, j-u bleek echter op de zitting dat aan deze siga. rettengeschiedenis nog heel wat meer ernstig, vast zat, want de kleine sigarettenklant had zich in vereeniging met eenige vriendjes van ongeveer gelijken leeftijd, meester weten t( maken van ƒ5 en werd dit gestolen gtn door de kleuters baldadig verteerd aan snoep, goed, sigaretten en.... zelfs een flesch wijn die op verzoek van bedoeld joggie, een oude' ren knaap van denzelfden winkelier had ge- kocht voor 1. Gelukkig was de moeder ach ter dit rooversavontuur gekomen, had zij den kleinen Malino flink voor zijn broek gege- ven en de geldelijke schade vergoed. De moe der, die mede 011 de zitting aanwezig waS( kreeg van den kantonrechter den goeden raad, zich met haar zoontje bij den officier te melden; Misschien was het mogelijk een eventueele strafvervolging te voorkomen Maar den winkelier, die zich beriep o-p de moeilijkheden, omdat sommige klanten hun kinderen uitsturen om tabak of sigaretten, werd opgelegd 6 boete of 6 dagen. EEN DROEVIGE SAMENLOOP VAN OMSTANDIGHEDEN. Als wij den heer Adr. B.,' een 22-jarig huisschilder uit Heiloo mogen gelooven, dan liep het hem in den avond van 5 Mei al bui tengewoon tegen. Hij bevond zich met zijn jeugdige echtgenoote, die niet. zooals hij, van een rijwiel voorzien was. onder de gemeente Alkmrar. Daar een riiwiellantaarn ontbrak, werd besloten, den tocht naar Heiloo per pedes apostolorum, vrij vertaald bellenwa gen, voort te zetten. Doch onderweg werd de vrouw zóó onwel dat zij de wandeling op moest geven en op den bagagedrager van 't rijwiel plaa's nam. De schilder peddelde voarwaarts doch werd als toen aangehouden door een politieagent, die procesverbaal op maakte ter zake het rijden zonder licht. Met de door den schilder uiteengezette omstan digheden kon natuurlijk geen rekening wor den gehouden. Er zat nu niet anders op, dan opnieuw te wandelen, totdat nabij de villa „Blockhove" de vrouw het moest opgeven en het beklagenswaardige echtpaar aan den kant van den weg in het gras ging zitten, tot eindelijk de vrouw weer eenigermate com- pabel was, de thuisreis te vervolgen Met al die tegenspoed werd het pl.m 12 uur, eet men de woning had bereikt. De man moest nu tot overmaat van ramp ook nog terech' staan en werd heden veroordeeld tot boete subsidiair 2 dagen. Men moet ma pech hebben! KANTONGERECHT TE ALKMAAR. Mondelinge uitspraak 15 Mei 1931. P. L. te Castricum, straatschenderij, terug gave ouders. J. G., A. G., S. D. te Egmond aan Zee, loopen over verboden grond, de le 6 boete of 1 week tuchtschool, de 2e Mruggave aan de ouders, de 3e 3 boete of 1 week tucht school. K. W. f* Egmond aan Zee, J B., N. R *e Alkmaar, dronkenschap, de !e 5 boete 01 5 dagen hechtenis, de 2e 3 boete of 3 dagen hechteni-, de 3e 12 boete of 12 dagen hech tenis. K. J. H. te Egmond aan Zee. N B. te Cas tricum. P. A. te Bergen, H. C. M.. J- v. d- V.. H. B. S. H. te Alkmaar, P. G. te Noord- scharwoude; G. J. H. te Zwolle, F. J. v. A. te Rotterdam, Overtreding Politieverorde ning de le, 2e, ieder 6 boete of 6 dagen hechtenis; de 3e 4 moete of 4 dagen hech tenis, de 4e teruggave ouders, de 5e, 9e, 10c. ieder 2 boete of 2 dagen hechtenis, de 6e 3 boete of 3 dagen hechtenis, de 7e 1 boete of 1 dag hechtenis, de 8e f 12 boete of 12 dagen hechtenis. A. B. te Heiloo, A. v. H. te Harlem. J. K-i A. G., P. E. te Castricum, Th. L. M. M-, A. M., H. G. B. te Alkmaar, D. M. te Winkel, J B. te Wervershoof, P. B. te Hugowaard, j L. S. d-e L. te Schermerhorn, C. J S- te Zij* pe, J. v. d. B. te Wijk aan Duin. J- B„ w- B. te Koedijk, A. de G. te Ursem, overtre 581. Niet weinig verschrikt was de groot-vizier, toen hij van den officier hoorde, dat waarschijnlijk de prinses was gevlucht, want dat de tralies van haar gevangenis waren doorgevijld. „Wat zeg je me nu", vroeg stomverbaasd de hooge meneer, „is ze weg? Wat zal de sultan, onze heer, wel zeggen", 582. En de grootvizier liet den officier van de wacht sto s j staan en liep op zijn beurt naar den sultan, om hem het gr° nieuws te vertellen. Ik wist niet, dacht de officier, dat \ent zoo hard kon loopen. Ik ben nieuwsgierig wat mij0 bieder, den sultan, zal zeggen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 6