run boor .absoluut betrouwbaar li»el^rteem DE PAGODE Honderd drie en dertigste Jaargang. Donderdag 21 Mei Provinciaal nieuws Radioprogramma FEUILLETON. tfo. 118 1931" Vrijdag 22 Mei. Hilversum, 298 M. (8—12.—, 4.-8— en 11—12— uur V.A.R.A., 12.—4— A.V. R.O. en 8—11— uur V.PRO) 8— Gra- xnofoonpl. 10.Morgenwijding (V.PRO) 10.15 Voordracht door Ad. Bouwmeester. 10 30 Voorde zieken. 11.30—12— Gramo- foonplaten. 12—1.30 A.V.R.O.kwartet o 1. v D. Groeneveld. 1.30—-1.50 Praatje do mevr. De Leeuwvan Rees. 1.50 Gram - foonplaten. 2-2.30 Uitz voor scholen. 2.30 n 4'T 2iT,PJo?1 J»°S; 4'3» Orgelspel doo'Joh.J b v.A.R.A.-Orkest Ham WtegS'- «- A- F M«lkr: H., fcSers»rtfetst van den Ned Arbei- ictaIt°- lo^s. v d Kieboom. 8.30 Concert. W Ganté—-van Amreongen, sopraan. P. Hart- velt viool. J. Keessen, viool. L. Werner, iramba. A. Adema, piano. 9— Lezing door Dr. J. A. de Koning. 9.30 Vervolg concert. 10 Persberichten Vrijz. Godsd. Persbu reau 10.05 Vaz Dias. 10.15 Declamatie door Dora Wallant. 10.45 Slot concert. 11 j2.Gramofoonplaten van de V.A.R.A. Huizen, 1875 M. (Algemeen programma te verzorgen door den K. R. O.) 8-9,15 Gramofoonplaten. 10—11.30 Gramofoonpl j j 3012.Halfuurtje voor Zieken en Ouden van Dagen. 12— Politieberichten 12 J51.45 Concert door het K. R. O.-kwin- tet'o. i. v. p. Lustenhouwer. 1.45—2— Gra mofoonplaten. 2.4.30 Concert door het K. p. O. Salon-orkest o. 1. v. M. van 't Woud. 4455.30 Gramofoonplaten. 5.30—7— Concert door het K. R. O.-Kunst-Ensemble o 1. v. P. Lustenhouwer. 7.G. J. Paulides: „De beteekenis van het bezoek van Peter de Groote aan ons land". 7.30 Politieber. 7.45 Gramofoonplaten. 8.11.Concert door het K. R. O.-Salon-orkest o. 1. v. M. van 't Woud. Met medewerking van Hans Beuker en Wouter Denijs (Jazz op twee vleugels). In de pauze: Vaz Dias en P. A. M. Speet; „Zigeuners". 11.12.Gramofoonplaten. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 11.2012.05 Epire-Day programma. 12.20 Concert. P. Rhodes, alt. T. Glyn, tenor. 12.50 Orgelspel door A. Farmer. M. Field Hyde, sopraan. 1.50 Gra mofoonplaten. 2.50 Uitz. voor scholen. 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Be richten. 6.55 Berichten. 7.Zang door Ma- ry Ogden en Herbert Heyner. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Vaudeville. 9.20 Berich ten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 9.55 Con cert. J. Coates, tenor. Orkest 10.55 Lezing. 11.20—12.20 Dansmuziek. (Indien mogelijk: Uitzending van Nachtegalenzang). Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50 Gramofoonplaten. 1.25 Gramofoonplaten. 6.20 Gramofoonplaten. 8.20 „La Dame Blanche" van Boieldieu. Koor, orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 7.258.20 Gramo foonplaten. 12.20 Gramofoonplaten. 1.25 2.50 Orkestconcert. 5.20—6.20 Concert. Alt, viool en viola. 8.20—8.50 Órkestconcert. 8.50 „Der Richter von Zalamea". Tooneelspel van Calderon de la Barca. Daarna berichten en tot 12.20: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Orkest concert. 3—5— Orkestconcert en voor dracht. 8.30—8.50 Orkestconcert. 8.50—9.50 Bezoek aan een Deensche Brouwerij. 9.50— 10.15 Liederenvoordracht. 10.4511.30 Or kestconcert. Brussel, 50835 en 338.2 M. 508.5 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.05 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Kamermuziek. Strijk kwartet. 6.45 Zang. 8.55 Concert 9.20 Gra mofoonplaten. 338.2 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.35 Vervolg concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Orkestconcert en zang. 9.05 Causerie. 9.20 Vervolg concert. Zeesen, 1635 M. 6.50 Gymnastiek en gra mofoonplaten. 10.30—12.20 Lezingen. 12.20 1.15 Gramofoonplaten. 1.15—1.50 Berich ten. 2.20—3.20 Gramofoonpl. 3.20—4.50 Lezingen. 4.50—5.50 Concert. 5.50—8.50 Lezingen. 8.50 „Der Richter von Zalamea Muziek van G. Kneip. 10.30 Berichten. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. DE WIERINGERMEERPOLDER. Stand dei werkzaamheden na het eerste kwartaal 1931. Aan de mededeelingen betreffende de werkzaamheden voor de afsluiting en droog making van de Zuiderzee over het eerste kwartaal 1931 ontleenen wij het volgende: Ofschoon het onder profiel en op diepte brengen van de hoofdkanalen en van de tochten in de Wieringermeer vrijwel gedu rende de geheele winterperiode kon worden voortgezet waren de weersomstandigheden en het korte daglicht van nadeeligen invloed op de verkregen opbrengsten. De totale hoe veelheid aangeslibde grond, welke in de ver slagperiode uit de kanalen en tochten werd verwijderd, kan op 600.000 M3 worden ge steld, zoodat van de totale hoeveelheid van ca. 4.000.000 M3 thans omstreeks 1.600.000 M3 is verwijderd. Het afwerken der oevers kon door de ongunstige weersomstandighe den nog slechts op beperkte schaal worden voortgezet. Ook het graven van kavel- en wegslooten in de Wieringermeer kon vrijwel gedurende den geheelen winter worden voortgezet, al waren ook hier de weersomstandigheden wederom van ongunstigen invloed op de ver kregen opbrengsten. Aan het einde der verslagperiode was een totale lengte van omstreeks 315 K.M. kavel en wegslooten voltooid met een totaal grond verzet van ruim een millioen M3. De be reids verkavelde oppervlakte mag op om streeks 6500 H.A. worden gesteld. De capa citeit, waarmede thans wordt gewerkt mag toereikend worden geacht om met het door de directie van de Wieringermeer gewenschte werktempo de verkavelde gronden voor de landbouwkundige bewerking beschikbaar te stellen. Aanleg van wegen. Gedurende den eersten tijd na het droog vallen van den bodem kon aan het aanleg gen van wegen, wegens de nog te geringe draagkracht van den grondslag, niet ge dacht worden.. Ook thans nog zijn groote stukken van den polder onvoldoende ontwa terd of zelfs nog geheel onbegaanbaar. In de hoogstgelegen gedeelten echter, vooral daar waar de bodem zanderig is, zal in dit jaar met den wegaanleg begonnen kunnen worden. De kruinsbreedte der aarden baan zal in het algemeen 15 M. bedragen, terwijl voor de breedte der verharding voor de meeste wegen 3.50 M. zal Worden aangehouden, welke maat voor wegen voor uitsluitend plaatselijk' verkeer bestemd tot 2.50 M. zal worden verminderd. De wijze van verharden zal verschillend moeten zijn, afhankelijk van den aard van den grondslag. In de polderafdeeling I nabij de Wiering- sche kust, waar betrekkelijk veel zandgronden voorkomen zal het mogelijk zijn wegen met een gesloten wegdek toe te passen. Voor de uit zwaardere gronden bestaande polderge deelten, waar vooral in de eerste jaren ten gevolge van de inklinking van den bodem, nog aanmerkelijke zettingen van het weg- lichaam verwacht kunnen worden, zijn klin kerwegen het meest aangewezen te achten. Voorbereidingen worden thans getroffen voor het aanleggen van de meeste wegen in polderafdeeling I, voorts voor de wegen, wel- ke binnen den polder langs de zuidelijke en westelijke randen zijn ontworpen. Ondanks de zeer zware regens, welke in de verslagperiode voorkwamen, kon door de bemaling het polderpeil gedurende de ver slagperiode zeer veel beter worden be- heerscht dan in de voorgaande periode het geval was. Het in cultuur brengen van den polder. Bodemgesteldheid. De niveauverschillen in de tweede polder afdeeling zijn, in vergelijking met die van Afdeeling I, van geringe beteekenis. Verre weg het grootste deel van deze afdeeling ligt van 3—4 M. beneden N.A.P. De oude zeeklei vormt de hoofdlaag van den bodem. Langs de westelijke kust ligt op de oude zeeklei hier en daar veen, waarboven, of di rect op de oude zeeklei, soms vrij aanzienlijke lagen jong zeezand en jonge zeeklei liggen. Daar wel aangenomen mag worden, dat de oude zeeklei* ongeveer vlak ligt, bedraagt de gezamenlijke dikte van de jongere afzettin gen hier evenveel als de stijging van het ter rein. De bodem in de tweede afdeeling is aan zienlijk zwaarder dan die van afd. I. Op ten Door MARJORIE BOWEN. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door C. E. GUYE. 67 Misschien, dacht zij, lijdt hij meer dan één der anderen. En zijn knikte hem vriendelijk toe toen hij vlug opstond en met werktuigelijke hoffelijk heid een stoel aanschoof als een kleinen troon, versierd met een wapenschild in rozen kransen. Geen van beiden had neiging tot spreken; zij zaten zwijgend neer, luisterende naar de ernstige musici, die hun glimmende violen stemden, welker krassend geklaag de lange galerij vervulde, die zoo mooi was, zoo liefe lijk, zoo leeg. Nu voegde zich Farryner bij hen; ook hij had niets te zeggen. Hij zat naast Carless en staarde over de hoofden van de vier oude mannen in de rijke donkerte daarbuiten. Geen der mannen vroeg naar welke ook der vrouwen, ook kon miss Stalling hun geen nieuws geven. Haar veronderstellingen zweefden rond madame de Bellegarde's kamer, waar zii een onder onsje had met het meisje. Wat bleven ze lang weg! Het was een half uur geleden sedert Robi- netta het meisje gevolgd had. Vanavond was er geen diner, maar een souper. Terwiil zij wachtten werden wijn ep zoe tigheden geserveerd; miss Stalling volgde wanhopigjes het voorbeeld van de beide man nen en dronk een glas sherry. Wat bleven zij lang weg! Wat gebeurde er? De livreiknecht bracht een boodschap aan den leider van het orkest. De muziek begon te spelen. Miss Stalling voelde dat die haar doortin telde met den wijn. Zij speelden Cnopin's „Polonaise in A". Carless had zich omgekeerd en lette op de verste deur; en deze opende zich op het sein van de muziek als door haar tooverkracht en een dame trad binnen alsof zij een schepping van de muziek was. Miss Stalling zag zijn gelaat en ook zij keerde zich om; zij had dat bewonderens waardige kleed nu dikwijls gezien, maar had hiertoe zijn machtige bekoring niet beseft. De vlammende juweelen schitterden tus- schen kantwerk, berijpt met diamantstof, het glinsterende brocaat zwol en golfde over groote hoepels, de rose, luchtige veeren "wap perden in weelderige krullen, losjes omgeven door een verrukkelijke krans van zijden bloempjes, toen de vrouwe langzaam de hel verlichte galerij afkwam onder de kristallen luchters bij het geluid van de „Polonaise", gespeeld door de vier oude mannen. Deze liefelijke en schitterende vrouwe was niet madame de Bellegarde, maar Robinetta Miss Stalling kromp ineen in haar stoel; zij durfde naar geen van de mannen kijken. Achter Robinetta in haar weelderige ver momming kwam madame de Bellegarde, ge kleed zonder vertoon van eenvoud, maai- rijk genoeg in grijs fluweel; alleen was er geen poging gedaan die moede oogen te verber gen, die vervallen leest. Gezien naast het hoogste 15 pCt. van de onderzochte plekken, hoofdzakelijk in den N.0. hoek van deze af deeling, zal de bouwvoor op den duur, afge zien van de vermenging met stort- en grep- pelgrond, uit zand bestaan. Slechts op een betrekkelijk klein gedeelte van deze plekken, tegen Sluis I gelegen, bestaat de laag bene den de bouwvoor eveneens uit zand; op de overige van deze plekken bestaat zij uit klei, een enkele maal uit zavel. In het overige ge deelte van deze afdeeling zal de bouwvoor op den duur een mengsel zijn van „jong zee zand" en „oude zeeklei", in zoodanige ver houding, dat de bouwvoor uit zavel tot klei genoemd kan worden. De laag daar beneden is dan meestal klei. Omzilting van den grond. In Februari is de eerste polderafdeeling bemonsterd, met de bedoeling een inzicht te krijgen in de ontzilting van den grond, op welke gegevens ovor een belangrijk deel de beslissing moet worden genomen, of tot in zaaien kan worden overgegaan. In Maart en April geschiedde een over eenkomstige bemonstering van de tweede polderafdeeling. Op bepaalde standaardka vels, welke geacht kunnen worden grootere gebieden te vertegenwoordigen, zal in de ko mende zomermaanden een voortdurende en nauwkeurige controle van het verloop der concentraties van het bodemvocht in de bo venste lagen worden ingesteld, waardoor een voldoende inzicht wordt verkregen, in de be weging van het zout in den grond, om te beslissen, waarin Augustus en September a.s. eventueel gezaaid kan worden. Beoordeeling van de analyses van de dit voorjaar genomen monsters heeft er toe ge leid, een oppervlakte van plm. 400 H.A. zandgrond, gelegen in de eerste polderafdee ling, geschikt te verklaren om te worden in gezaaid. De kleihoudende gronden zijn in het algemeen nog te zout bevonden, om met goede kans van salgen thans reeds bezaaid te kunnen worden. Evengenoemde zandgron den, voor een gedeelte vorigen herfst reeds met rogge bezaaid, zullen dit voorjaar tot blijvend grasland worden aangelegd. Door middel van kunstmest wordt op deze van nature arme gronden voorzien in de behoefte aan plantenvoedende stoffen, waarna een mengsel van gras- en klaverzaden in de rog ge wordt ingezaaid. Op die gedeelten, waar geen roge staat, wordt zomergerst als dek- vrucht aangewend. Onder bovengenoemde oppervlakte is ook een deel begrepen van de zandbank „De Kooltuinen". Proefvelden. In samenwerking met de Proefpolder-Com- missie is het volgende schema gemaakt van de dit voorjaar, resp. dezen zomer, in de Wieringermeer aan te leggen proefvelden. Op het ontwateringsproefveld bij Nieu- wesluis is vorigen herfst koolzaad en tarwe ingezaaid. Het is niet waarschijnlijk, dat hiervan veel terecht zal komen en het dit voorjaar zaaien van zomergewassen op dit proefveld is niet gewenscht, aangezien de grond hiervoor nog niet bekwaam is. Wel zal een kleine oppervlakte met een graskla- vermengsel worden bezaaid om aan te too- nen, dat het thans reeds inzaaien van klei grond in het groot nog geen aanbeveling verdient. De structuurtoestand van het ont wateringsproefveld nabij Kolhorn is zooda nig, dat hier nog niet gezaaid kan worden. De vorigen herfst ten Z.O. van De Hau- kes gezaaide rogge zal dit voorjaar worden ingezaaid met een grasklavermengsel, waar bij een meer en een minder gecompliceerd mengsel zal worden vergeleken. Dit in zaaien zal ook geschieden onder dekvrucht gerst, op het terrein, grenzende aan de rog ge, alsmede op de Kooltuinen, waar deze beide mengsels eveneens zullen worden be proefd. In overleg met den Plantenziektenkundi- gen Dienst zal hier een proef worden geno men met het ontsmetten van de gras- en kla verzaden. In een van de eerste roggekavels is vori gen herfst een proefveldje aangelegd met tulpen, dit voorjaar zal nog een oppervlakte met gladiolen worden beplant. Waar reeds rogge en gerst, alsmede een paar bolgewassen in hunne ontwikkeling kunnen worden gevolgd, wordt geen behoef te gevoeld op deze gronden, van nature aan gewezen op grasland, nog andere akker bouwgewassen te zaaien. Op evengenoemde rogge zijn reeds bemes- meisje verloor zij alle aanspraak op jeugd. En de vier oude mannen gingen voort de „Polonaise in A" te spelen. Robinetta naderde hen, zij keek om zich heen, een weinig weifelend, maar niet ver schrikt; haar schoonheid, haar volle, weel derige schoonheid, tot nu toe nog nooit ver sierd, was inderdaad overweldigend zulk een glans en bloei, zulke zuivere lijnen, zulk een afgeronde fijnheid van armen, schouders en buste, zulk een gratie om de monsterach tige weelde van het „grande toilette" te dra gen, zulk een warme schittering in de volle, donkere krukken, met poeier bestoven. Miss Stalling was geslagen en verschrok ken. Robinetta was ontloken. Niet een schoolkind, maar een zeer schoone vrouw was zij. Farryner sprak vluchtig met madame de Bellegarde onder het opwindende toenemen der muziek. Ik dacht dat u het zou dragen? Ik wilde graag dat gij het kle^d op zijn mooist zoudt zien. Is zij niet Miranda in de Pagode? Zij namen wederom plaats, Robinetta in het midden op een „tabouret", geschikt voor hoepelrokken, de anderen in lage stoelen; en de schoonheid van het meisje scheen zich over hen allen te verspreiden, alsof zij zaten onder een bloeienden boom, die liefelijk zijn bloesems over hun hoofden neerboog. En zij was even argeloos als een bloeien de boom, noch trotsch noch beschaamd; haar lieftalligheid en haar ernst mengden zich met de muziek; zij zat rechtop, als een kind bij een les, en sloeg de musici gade. Miss Stalling hield haar gelaat van Car less afgewend; zij was verbijsterd. tingsproefvelden aangelegd, om zoo moge lijk een beter inzicht te krijgen in de behoef te aan plantenvoedende stoffen van deze lichte gronden. Zoo spoedig mogelijk zullen meststoffen worden aangewend, waarvan een gunstige werking op de structuur mag worden ver wacht. Waarschijnlijk zullen hiervoor even wel de zomermaanden moeten worden afge wacht, aangezien deze meststoffen door den grond moeten kunnen worden gewerkt. Ook aan kalkproefvelden op koolzurekalk- vrije grondsoorten, zal spoedig aandacht worden geschonken; ook deze stoffen moe ten evenwel kunnen worden ingewerkt. Er zal een schema worden gemaakt van een infiltreeringsproefveld, dezen zomer aan te leggen, waarvoor een deel van de Kooltui nen wel het meest in aanmerking komt. De hoofdwerkzaamheden bestonden in het afgeloopen kwartaal uit het begreppelen van den grond, het verspreiden van kavelsloot-, greppel- en stortgrond, alsmede in den aan leg van fietspaden. Tengevolge van regen, vorst en griep onder de arbeiders, ondervon den de werkzaamheden veel stagnatie. Op 31 Maart waren ongeveer 3200 H.A. gereed, terwijl plm. 40 K.M. fietspad was aangelegd. De totale oppervlakte vastgelegde zandgronden door middel van de woelklei- machine, bedraagt plm. 175 H.A. NOOF.DSCHARWOUDE. Provinciale weg door het Geest- merambacht Noordscharwoude Koedijk. Onlangs is een Commissie ingesteld, welke zich ten doel stelt de bijdrage bijeen te bren gen, die door Het Provinciaal Bestuur ge vraagd wordt van belanghebbenden in de totstandkoming van den weg door het Geest merambacht, Noord-ScharwoudeKoedijk. Door deze Commissie is aan de hieronder vermelde Gemeenten en Waterschappen een verzoek gericht de voor elk bepaalde bijdrage te verleenen. Dit verzoek is vergezeld van de volgende toelichting: Aangezien door de Provincie als voor waarde was gesteld, dat de kosten van aan koop van de voor den weg-aanleg noodige landerijen, de som zou zijn van wat belang hebbenden behooren bij te dragen, is door de Commissie allereerst overgegaan tot taxatie der diverse perceelen. Behoudens enkele nog nader te regelen kleine verschillen, is hierbij gebleken, dat de kosten ruim 80.000 zouden bedragen en wordt als zeker aangenomen, dat deze in geen geval de 85.000 te boven zullen gaan. Dit laatste bedrag is dus voorloopig als het juiste aangenomen. Door het Provinciaal bestuur is verder kenbaar gemaakt, dat de betrokken Gemeen ten en Waterschappen hiervoor een Leening zullen mogen sluiten, af te lossen in 40 jaar. Echter zal ook de mogelijkheid bestaan tot het verleenen van een jaarfijksche bijdra ge gedurende 40 jaren aan de Provincie. Be rekend in annuiteiten zal het gezamenlijk be drag hiervan 5000 per'jaar zijn. Men is dus vrij in deze en men kan de wij ze kiezen, welke men het minst kostbaar acht. De Commissie heeft bij de kostenverdee- ling over de diverse belanghebbenden reke ning gehouden, zoowel met de mate van het belang voor ieder, als met de financieele draagkracht der betrekken Gemeenten en Waterschappen. Maar bovendien daarbij overwogen, dat de belangen bij de totstand koming van den weg dermate algemeen zijn, dat ook een beroep mocht worden gedaan op die corporaties, die mogelijk niet voor al hun burgers of ingelanden het belang aanwezig achten, maar door een zeer geringe bijdrage per H.A. deze zaak krachtig zouden kunnen bevorderen. Waarbij bovendien werd veron dersteld, dat men zich in het algemeen be lang gaarne op een breed standpunt zou willen plaatsen. Aangenomen werd, dat men een en ander het beste door middel van een belangenper- centage tot uitdrukking kon brengen en het stemt ongetwijfeld verblijdend, dat hierbij de Commissie tot een verdeeling is gekomen, die door alle leden redelijk en billijk werd ge acht. Het resultaat was, dat de volgende ver deeling werd gemaakt: Polder Geestmerambacht 30 pCt. Gem. Noord-Scharwoude 25 pCt. Gemeente Oudkarspel 20 pCt. Banne Oudkarspel 6 pCt. Gemeente Koedijk 5 pCt. Gem. Zuid-Scharwoude 4 pCt. Banne Noord-Scharwoude 4 pCt. Banne Zuid-Scharwoude 2 pCt. Banne Koedijk 2 pCt. Dieps- en Moorsmeerpolder 2 pCt. Met inachtneming van dit percentage wordt derhalve aan bovengenoemde corpo raties gevraagd een bijdrage in eens of een jaarlij ksch bedrag gedurende 40 jaren, vol gens onderstaande specificatie: Polder Geestmerambacht ƒ25.500 ƒ1.500 Gem. Noord-Scharwoude 21.250 1.250 Gemeente Oudkarspel 17.000 1.000 Banne Oudkarspel 5.100 300 Gemeente Koedijk 4.250 250 Gem. Zuid-Scharwoude 3.400' 200 Banne Nrd.-Scharwoude 3.400 200 Banne Koedijk 1.700/ 100 Banne Zd.-Scharwoude 1.700 100 Dieps- en Moorsmeerp. 1.700 100 Totaal ƒ85.000 5.000 Mocht met een lager bedrag kunnen wor den volstaan, dan ligt het in de bedoeling dit proportioneel in mindering te brengen. ZUIDSCHARWOUDE. v Het bestuur en ingelanden van de Banne Zuid-Scharwoude vergaderde ten lokale van den heer P. Kramer. Daar de voorzitter verhinderd was aanwe zig te zijn, werd de vergadering geleid door den vice-voorzitter, den heer Jb. de Geus Cz. Deze verheugde zich over de flinke op komst, en deelde mede, dat tot oproep der ingelanden is overgegaan, naar aanleiding van een verzoek om een bijdrage voor den op het Provinciaal wegenplan voorkomen den weg door het Geestmerambacht (Noord- ScharwoudeKoedijk). Medegedeeld werd, dat voorwaarde is dat de kosten van aankoop van de voor dezen wegaanleg noodige landerijen zal moeten worden betaald door belanghebbende ge meenten en waterschappen, en na taxatie is gebleken, dat deze 30 000 a 35.000 zul len bedragen, wat in den vorm van een jaar- lijksche bijdrage gedurende 40 jaren 5000 beteekent. Percentsgewijze is dit omgeslagen en is de bannen Zuidscharwoude aangeslagen voor 2 pCt., wat beteekent 1700 in eens of 100 jaarlijks gedurende 40 jaren. De heer J. de Geus stelde de vraag of de banne Zuidscharwoude wel eenig belang heeft bij dezen weg, waarop de voorzitter antwoordde, dit nihil te achten. De heer S. de Boer Kz., besprak de ligging van dezen weg. Hoe deze weg in het leven is geroepen, weten we hier zeker geen van allen, doch oneconomischer had hij toch zeker niet kunnen worden gelegd. Belang heeft onze banne er zeker niet bij, doch was hij economischer aangelegd, dan zou men om het algemeen belang te dienen, er toe kunnen overgaan hieraan bij te dra gen, doch thans raadt hij dit ten sterkste af. Daar niemand hierover meer het woord verlangde werd tot stemming overgegaan en met 17 stemmen tegen en 3 voor besloten niet aan dezen weg bij te dragen. Bij de rondvraag werd een bij het bestuur ingekomen schrijven, onderteekend door eeni- ge tuinders-motorvaarders, voorgelezen, waarin wordt verzocht waarschuwingsbor den te willen plaatsen bij de doorvaarten van Voor- tot Aehterburggracht bij Krommebrug en Broekerbrug. het uitzicht op die plaatsen wordt zeer belemmerd door huizen en heg gen, wat nogal eens aanleiding geeft tot aan varingen, daar de schippers der groote mo toren zich over het algemeen daar ter plaatse niet met signalen geven bemoeien. De voorzitter zeide, dat het zeker in het be lang der veiligheid zal zijn, wanneer hier voor iets wordt gedaan en deed namens het bestuur de toezegging, dat borden zullen worden geplaatst met verzoek voorzichtig te varen en duidelijk signalen te laten hooren Daar de rondvraag verder niets opleverde, sloot de voorzitter met dank voor de opkomst deze vergadering. Was madame de Bellegarde roekeloos of vol vertrouwen om haar overwinning op die manier weg te werpen? Wat zij zoo zeker van hem sinds giste ren? De „Polonaise" eindigde. En dan hoorde miss Stalling de bekoor lijke stem van den jongen man: U heeft een praditige schilderij voor ons gemaakt, madame de Bellegarde. Ja, gun mij die eer, glimlachte de vrouwe. Zij gaf er niet o mhet te dragen maar nu openbaart zij zichzelf. Ik geloof niet dat zij dat ooit te voren gedaan had. Zij wist niet dat zij volwassen was, zeide Farryner zacht. Maar Carless sprak niet weer: Robinetta wendde zich tot miss Stalling en fluisterde: Is zij niet edelmoedig mij dit alles te leenen? En ik dacht dat ik haar mis haagd had! Ge hadt het niet moeten aannemen O, waarom niet? Het was werkelijk on mogelijk te weigeren Zij kon het niet weten, dacht miss Stal ling, zij kon het onmogelijk weten! Het kwartet begon weer te spelen; een oud stuk, genomen uit het in satijn gebonden al bum van een lichtzinnige coquette, die door haar eigen hand stierf en dit als haar testa ment achterliet. Het was getiteld: „Les Adieu" en madame de Bellegarde, die de ge schiedenis van ditm uziekstukje uitlegde, zei de dat dit beteekende afscheid van de liefde, naar zij dacht. Zij martelt zichzelf en ons allen, dacht miss Stalling, zij is bezig hem en haar te straffen Dan, toegevende aan een ziekeijke beko ring, keek zij naar Timothy Carless. NIEUWE NIEDORP. De heer K. Winkel te Wognum hield Dins dag op het driedaagsch feest van den Noord- Hollandschen Kolfbond alhier een rede, na afloop waarvan hij plotseling ineen zeeg. De dood werd geconstateerd. De overledene was lange jaren lid van den gemeenteraad en wei houder van Wognum en bekleede voorts tal van functies in het maatschappelijk leven. En toen zij keek verdween haar weerzin; hij was niet harteloos, hij was niet koud, hij leed verschrikkelijk. Zijn o-pen, knap gelaat, zoo geschapen om opgewektheid en levendige belangstelling uit te drukken, stond betrokken en strak; hij leek geschokt, verbijsterd en alsof hij met buiten gewone inspanning zichzelf meester bleef. Miss Stalling merkt op dat Farryner mede lijdende blikken op hem wierp. Toen de laatste zwakke uittarting van dt muziek ophield, sprak madame de Belle garde: Iedereen lijkt treurig en ik heb niei graag dat er vanavond iemand droevig uit ziet. Dit is het einde van ons feest. Dat verklaart de droefenis, verzette zich Farryner, het einde! Maar alleen het einde van St. Martijn's zomer, antwoordde zij. De lente is op komst, dat weet gij. Slechts voor enkelen onzer. O, ge zijt zwaarmoedig! gaf zij terug. Zij keek gretig naar het meisje, dat zij zoo weelderig getooid had. Kunt ge zingen. Slechts enkele oude stukken, welke dt non mij geleerd hebben. Die zullen het heel goed doen in deze japon. Welke zijn het? Oude wijsjes uit opera's „Una fur- tiva lacrima" Maar Farryner viel haar in de rede: Laat haar niet zingen; neen, zij moei niet zingen. Madame de Bellegarde keek hem peinzend aan en miss Stalling geloofde dat hij uit zorg voor Carless was tusschenbeide geko men. Zij ondersteunde hem. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5