run boor
.absoluut betrouwbaar li»el^rteem
DE PAGODE
Honderd drie en dertigste Jaargang.
Donderdag 21 Mei
Provinciaal nieuws
Radioprogramma
FEUILLETON.
tfo. 118 1931"
Vrijdag 22 Mei.
Hilversum, 298 M. (8—12.—, 4.-8—
en 11—12— uur V.A.R.A., 12.—4— A.V.
R.O. en 8—11— uur V.PRO) 8— Gra-
xnofoonpl. 10.Morgenwijding (V.PRO)
10.15 Voordracht door Ad. Bouwmeester.
10 30 Voorde zieken. 11.30—12— Gramo-
foonplaten. 12—1.30 A.V.R.O.kwartet o 1.
v D. Groeneveld. 1.30—-1.50 Praatje do
mevr. De Leeuwvan Rees. 1.50 Gram -
foonplaten. 2-2.30 Uitz voor scholen. 2.30
n 4'T 2iT,PJo?1 J»°S; 4'3»
Orgelspel doo'Joh.J b v.A.R.A.-Orkest
Ham WtegS'- «- A- F M«lkr:
H., fcSers»rtfetst van den Ned Arbei-
ictaIt°- lo^s.
v d Kieboom. 8.30 Concert. W
Ganté—-van Amreongen, sopraan. P. Hart-
velt viool. J. Keessen, viool. L. Werner,
iramba. A. Adema, piano. 9— Lezing door
Dr. J. A. de Koning. 9.30 Vervolg concert.
10 Persberichten Vrijz. Godsd. Persbu
reau 10.05 Vaz Dias. 10.15 Declamatie door
Dora Wallant. 10.45 Slot concert. 11
j2.Gramofoonplaten van de V.A.R.A.
Huizen, 1875 M. (Algemeen programma
te verzorgen door den K. R. O.) 8-9,15
Gramofoonplaten. 10—11.30 Gramofoonpl
j j 3012.Halfuurtje voor Zieken en
Ouden van Dagen. 12— Politieberichten
12 J51.45 Concert door het K. R. O.-kwin-
tet'o. i. v. p. Lustenhouwer. 1.45—2— Gra
mofoonplaten. 2.4.30 Concert door het K.
p. O. Salon-orkest o. 1. v. M. van 't Woud.
4455.30 Gramofoonplaten. 5.30—7—
Concert door het K. R. O.-Kunst-Ensemble
o 1. v. P. Lustenhouwer. 7.G. J. Paulides:
„De beteekenis van het bezoek van Peter de
Groote aan ons land". 7.30 Politieber. 7.45
Gramofoonplaten. 8.11.Concert door
het K. R. O.-Salon-orkest o. 1. v. M. van 't
Woud. Met medewerking van Hans Beuker
en Wouter Denijs (Jazz op twee vleugels).
In de pauze: Vaz Dias en P. A. M. Speet;
„Zigeuners". 11.12.Gramofoonplaten.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 11.2012.05 Epire-Day
programma. 12.20 Concert. P. Rhodes, alt.
T. Glyn, tenor. 12.50 Orgelspel door A.
Farmer. M. Field Hyde, sopraan. 1.50 Gra
mofoonplaten. 2.50 Uitz. voor scholen. 4.35
Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Be
richten. 6.55 Berichten. 7.Zang door Ma-
ry Ogden en Herbert Heyner. 7.20 Lezing.
7.45 Lezing. 8.05 Vaudeville. 9.20 Berich
ten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 9.55 Con
cert. J. Coates, tenor. Orkest 10.55 Lezing.
11.20—12.20 Dansmuziek. (Indien mogelijk:
Uitzending van Nachtegalenzang).
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 Gramofoonplaten. 1.25
Gramofoonplaten. 6.20 Gramofoonplaten.
8.20 „La Dame Blanche" van Boieldieu.
Koor, orkest en solisten.
Langenberg, 473 M. 7.258.20 Gramo
foonplaten. 12.20 Gramofoonplaten. 1.25
2.50 Orkestconcert. 5.20—6.20 Concert. Alt,
viool en viola. 8.20—8.50 Órkestconcert. 8.50
„Der Richter von Zalamea". Tooneelspel van
Calderon de la Barca. Daarna berichten en
tot 12.20: Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Orkest
concert. 3—5— Orkestconcert en voor
dracht. 8.30—8.50 Orkestconcert. 8.50—9.50
Bezoek aan een Deensche Brouwerij. 9.50—
10.15 Liederenvoordracht. 10.4511.30 Or
kestconcert.
Brussel, 50835 en 338.2 M. 508.5 M.: 5.20
Orkestconcert. 6.05 Gramofoonplaten. 6.50
Gramofoonplaten. 8.20 Kamermuziek. Strijk
kwartet. 6.45 Zang. 8.55 Concert 9.20 Gra
mofoonplaten. 338.2 M.: 5.20 Orkestconcert.
6.35 Vervolg concert. 6.50 Gramofoonplaten.
8.20 Orkestconcert en zang. 9.05 Causerie.
9.20 Vervolg concert.
Zeesen, 1635 M. 6.50 Gymnastiek en gra
mofoonplaten. 10.30—12.20 Lezingen. 12.20
1.15 Gramofoonplaten. 1.15—1.50 Berich
ten. 2.20—3.20 Gramofoonpl. 3.20—4.50
Lezingen. 4.50—5.50 Concert. 5.50—8.50
Lezingen. 8.50 „Der Richter von Zalamea
Muziek van G. Kneip. 10.30 Berichten.
Daarna tot 12.50 Dansmuziek.
DE WIERINGERMEERPOLDER.
Stand dei werkzaamheden na
het eerste kwartaal 1931.
Aan de mededeelingen betreffende de
werkzaamheden voor de afsluiting en droog
making van de Zuiderzee over het eerste
kwartaal 1931 ontleenen wij het volgende:
Ofschoon het onder profiel en op diepte
brengen van de hoofdkanalen en van de
tochten in de Wieringermeer vrijwel gedu
rende de geheele winterperiode kon worden
voortgezet waren de weersomstandigheden
en het korte daglicht van nadeeligen invloed
op de verkregen opbrengsten. De totale hoe
veelheid aangeslibde grond, welke in de ver
slagperiode uit de kanalen en tochten werd
verwijderd, kan op 600.000 M3 worden ge
steld, zoodat van de totale hoeveelheid van
ca. 4.000.000 M3 thans omstreeks 1.600.000
M3 is verwijderd. Het afwerken der oevers
kon door de ongunstige weersomstandighe
den nog slechts op beperkte schaal worden
voortgezet.
Ook het graven van kavel- en wegslooten
in de Wieringermeer kon vrijwel gedurende
den geheelen winter worden voortgezet, al
waren ook hier de weersomstandigheden
wederom van ongunstigen invloed op de ver
kregen opbrengsten.
Aan het einde der verslagperiode was een
totale lengte van omstreeks 315 K.M. kavel
en wegslooten voltooid met een totaal grond
verzet van ruim een millioen M3. De be
reids verkavelde oppervlakte mag op om
streeks 6500 H.A. worden gesteld. De capa
citeit, waarmede thans wordt gewerkt mag
toereikend worden geacht om met het door de
directie van de Wieringermeer gewenschte
werktempo de verkavelde gronden voor de
landbouwkundige bewerking beschikbaar te
stellen.
Aanleg van wegen.
Gedurende den eersten tijd na het droog
vallen van den bodem kon aan het aanleg
gen van wegen, wegens de nog te geringe
draagkracht van den grondslag, niet ge
dacht worden.. Ook thans nog zijn groote
stukken van den polder onvoldoende ontwa
terd of zelfs nog geheel onbegaanbaar. In
de hoogstgelegen gedeelten echter, vooral
daar waar de bodem zanderig is, zal in dit
jaar met den wegaanleg begonnen kunnen
worden.
De kruinsbreedte der aarden baan zal in
het algemeen 15 M. bedragen, terwijl voor
de breedte der verharding voor de meeste
wegen 3.50 M. zal Worden aangehouden,
welke maat voor wegen voor uitsluitend
plaatselijk' verkeer bestemd tot 2.50 M. zal
worden verminderd. De wijze van verharden
zal verschillend moeten zijn, afhankelijk van
den aard van den grondslag.
In de polderafdeeling I nabij de Wiering-
sche kust, waar betrekkelijk veel zandgronden
voorkomen zal het mogelijk zijn wegen met
een gesloten wegdek toe te passen. Voor de
uit zwaardere gronden bestaande polderge
deelten, waar vooral in de eerste jaren ten
gevolge van de inklinking van den bodem,
nog aanmerkelijke zettingen van het weg-
lichaam verwacht kunnen worden, zijn klin
kerwegen het meest aangewezen te achten.
Voorbereidingen worden thans getroffen
voor het aanleggen van de meeste wegen in
polderafdeeling I, voorts voor de wegen, wel-
ke binnen den polder langs de zuidelijke en
westelijke randen zijn ontworpen.
Ondanks de zeer zware regens, welke in
de verslagperiode voorkwamen, kon door de
bemaling het polderpeil gedurende de ver
slagperiode zeer veel beter worden be-
heerscht dan in de voorgaande periode het
geval was.
Het in cultuur brengen van
den polder. Bodemgesteldheid.
De niveauverschillen in de tweede polder
afdeeling zijn, in vergelijking met die van
Afdeeling I, van geringe beteekenis. Verre
weg het grootste deel van deze afdeeling
ligt van 3—4 M. beneden N.A.P.
De oude zeeklei vormt de hoofdlaag van
den bodem.
Langs de westelijke kust ligt op de oude
zeeklei hier en daar veen, waarboven, of di
rect op de oude zeeklei, soms vrij aanzienlijke
lagen jong zeezand en jonge zeeklei liggen.
Daar wel aangenomen mag worden, dat de
oude zeeklei* ongeveer vlak ligt, bedraagt de
gezamenlijke dikte van de jongere afzettin
gen hier evenveel als de stijging van het ter
rein.
De bodem in de tweede afdeeling is aan
zienlijk zwaarder dan die van afd. I. Op ten
Door MARJORIE BOWEN.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door C. E. GUYE.
67
Misschien, dacht zij, lijdt hij meer dan
één der anderen.
En zijn knikte hem vriendelijk toe toen hij
vlug opstond en met werktuigelijke hoffelijk
heid een stoel aanschoof als een kleinen
troon, versierd met een wapenschild in rozen
kransen.
Geen van beiden had neiging tot spreken;
zij zaten zwijgend neer, luisterende naar de
ernstige musici, die hun glimmende violen
stemden, welker krassend geklaag de lange
galerij vervulde, die zoo mooi was, zoo liefe
lijk, zoo leeg.
Nu voegde zich Farryner bij hen; ook hij
had niets te zeggen.
Hij zat naast Carless en staarde over de
hoofden van de vier oude mannen in de rijke
donkerte daarbuiten.
Geen der mannen vroeg naar welke ook der
vrouwen, ook kon miss Stalling hun geen
nieuws geven.
Haar veronderstellingen zweefden rond
madame de Bellegarde's kamer, waar zii een
onder onsje had met het meisje. Wat bleven
ze lang weg!
Het was een half uur geleden sedert Robi-
netta het meisje gevolgd had.
Vanavond was er geen diner, maar een
souper.
Terwiil zij wachtten werden wijn ep zoe
tigheden geserveerd; miss Stalling volgde
wanhopigjes het voorbeeld van de beide man
nen en dronk een glas sherry.
Wat bleven zij lang weg!
Wat gebeurde er?
De livreiknecht bracht een boodschap aan
den leider van het orkest.
De muziek begon te spelen.
Miss Stalling voelde dat die haar doortin
telde met den wijn.
Zij speelden Cnopin's „Polonaise in A".
Carless had zich omgekeerd en lette op de
verste deur; en deze opende zich op het sein
van de muziek als door haar tooverkracht en
een dame trad binnen alsof zij een schepping
van de muziek was.
Miss Stalling zag zijn gelaat en ook zij
keerde zich om; zij had dat bewonderens
waardige kleed nu dikwijls gezien, maar had
hiertoe zijn machtige bekoring niet beseft.
De vlammende juweelen schitterden tus-
schen kantwerk, berijpt met diamantstof, het
glinsterende brocaat zwol en golfde over
groote hoepels, de rose, luchtige veeren "wap
perden in weelderige krullen, losjes omgeven
door een verrukkelijke krans van zijden
bloempjes, toen de vrouwe langzaam de hel
verlichte galerij afkwam onder de kristallen
luchters bij het geluid van de „Polonaise",
gespeeld door de vier oude mannen.
Deze liefelijke en schitterende vrouwe was
niet madame de Bellegarde, maar Robinetta
Miss Stalling kromp ineen in haar stoel;
zij durfde naar geen van de mannen kijken.
Achter Robinetta in haar weelderige ver
momming kwam madame de Bellegarde, ge
kleed zonder vertoon van eenvoud, maai- rijk
genoeg in grijs fluweel; alleen was er geen
poging gedaan die moede oogen te verber
gen, die vervallen leest. Gezien naast het
hoogste 15 pCt. van de onderzochte plekken,
hoofdzakelijk in den N.0. hoek van deze af
deeling, zal de bouwvoor op den duur, afge
zien van de vermenging met stort- en grep-
pelgrond, uit zand bestaan. Slechts op een
betrekkelijk klein gedeelte van deze plekken,
tegen Sluis I gelegen, bestaat de laag bene
den de bouwvoor eveneens uit zand; op de
overige van deze plekken bestaat zij uit klei,
een enkele maal uit zavel. In het overige ge
deelte van deze afdeeling zal de bouwvoor
op den duur een mengsel zijn van „jong zee
zand" en „oude zeeklei", in zoodanige ver
houding, dat de bouwvoor uit zavel tot klei
genoemd kan worden. De laag daar beneden
is dan meestal klei.
Omzilting van den grond.
In Februari is de eerste polderafdeeling
bemonsterd, met de bedoeling een inzicht te
krijgen in de ontzilting van den grond, op
welke gegevens ovor een belangrijk deel de
beslissing moet worden genomen, of tot in
zaaien kan worden overgegaan.
In Maart en April geschiedde een over
eenkomstige bemonstering van de tweede
polderafdeeling. Op bepaalde standaardka
vels, welke geacht kunnen worden grootere
gebieden te vertegenwoordigen, zal in de ko
mende zomermaanden een voortdurende en
nauwkeurige controle van het verloop der
concentraties van het bodemvocht in de bo
venste lagen worden ingesteld, waardoor een
voldoende inzicht wordt verkregen, in de be
weging van het zout in den grond, om te
beslissen, waarin Augustus en September
a.s. eventueel gezaaid kan worden.
Beoordeeling van de analyses van de dit
voorjaar genomen monsters heeft er toe ge
leid, een oppervlakte van plm. 400 H.A.
zandgrond, gelegen in de eerste polderafdee
ling, geschikt te verklaren om te worden in
gezaaid. De kleihoudende gronden zijn in
het algemeen nog te zout bevonden, om met
goede kans van salgen thans reeds bezaaid
te kunnen worden. Evengenoemde zandgron
den, voor een gedeelte vorigen herfst reeds
met rogge bezaaid, zullen dit voorjaar tot
blijvend grasland worden aangelegd. Door
middel van kunstmest wordt op deze van
nature arme gronden voorzien in de behoefte
aan plantenvoedende stoffen, waarna een
mengsel van gras- en klaverzaden in de rog
ge wordt ingezaaid. Op die gedeelten, waar
geen roge staat, wordt zomergerst als dek-
vrucht aangewend. Onder bovengenoemde
oppervlakte is ook een deel begrepen van de
zandbank „De Kooltuinen".
Proefvelden.
In samenwerking met de Proefpolder-Com-
missie is het volgende schema gemaakt van
de dit voorjaar, resp. dezen zomer, in de
Wieringermeer aan te leggen proefvelden.
Op het ontwateringsproefveld bij Nieu-
wesluis is vorigen herfst koolzaad en tarwe
ingezaaid. Het is niet waarschijnlijk, dat
hiervan veel terecht zal komen en het dit
voorjaar zaaien van zomergewassen op dit
proefveld is niet gewenscht, aangezien de
grond hiervoor nog niet bekwaam is. Wel
zal een kleine oppervlakte met een graskla-
vermengsel worden bezaaid om aan te too-
nen, dat het thans reeds inzaaien van klei
grond in het groot nog geen aanbeveling
verdient. De structuurtoestand van het ont
wateringsproefveld nabij Kolhorn is zooda
nig, dat hier nog niet gezaaid kan worden.
De vorigen herfst ten Z.O. van De Hau-
kes gezaaide rogge zal dit voorjaar worden
ingezaaid met een grasklavermengsel, waar
bij een meer en een minder gecompliceerd
mengsel zal worden vergeleken. Dit in
zaaien zal ook geschieden onder dekvrucht
gerst, op het terrein, grenzende aan de rog
ge, alsmede op de Kooltuinen, waar deze
beide mengsels eveneens zullen worden be
proefd.
In overleg met den Plantenziektenkundi-
gen Dienst zal hier een proef worden geno
men met het ontsmetten van de gras- en kla
verzaden.
In een van de eerste roggekavels is vori
gen herfst een proefveldje aangelegd met
tulpen, dit voorjaar zal nog een oppervlakte
met gladiolen worden beplant.
Waar reeds rogge en gerst, alsmede een
paar bolgewassen in hunne ontwikkeling
kunnen worden gevolgd, wordt geen behoef
te gevoeld op deze gronden, van nature aan
gewezen op grasland, nog andere akker
bouwgewassen te zaaien.
Op evengenoemde rogge zijn reeds bemes-
meisje verloor zij alle aanspraak op jeugd.
En de vier oude mannen gingen voort de
„Polonaise in A" te spelen.
Robinetta naderde hen, zij keek om zich
heen, een weinig weifelend, maar niet ver
schrikt; haar schoonheid, haar volle, weel
derige schoonheid, tot nu toe nog nooit ver
sierd, was inderdaad overweldigend zulk
een glans en bloei, zulke zuivere lijnen, zulk
een afgeronde fijnheid van armen, schouders
en buste, zulk een gratie om de monsterach
tige weelde van het „grande toilette" te dra
gen, zulk een warme schittering in de volle,
donkere krukken, met poeier bestoven.
Miss Stalling was geslagen en verschrok
ken.
Robinetta was ontloken.
Niet een schoolkind, maar een zeer schoone
vrouw was zij.
Farryner sprak vluchtig met madame de
Bellegarde onder het opwindende toenemen
der muziek.
Ik dacht dat u het zou dragen?
Ik wilde graag dat gij het kle^d op
zijn mooist zoudt zien. Is zij niet Miranda
in de Pagode?
Zij namen wederom plaats, Robinetta in
het midden op een „tabouret", geschikt voor
hoepelrokken, de anderen in lage stoelen; en
de schoonheid van het meisje scheen zich
over hen allen te verspreiden, alsof zij zaten
onder een bloeienden boom, die liefelijk zijn
bloesems over hun hoofden neerboog.
En zij was even argeloos als een bloeien
de boom, noch trotsch noch beschaamd; haar
lieftalligheid en haar ernst mengden zich
met de muziek; zij zat rechtop, als een kind
bij een les, en sloeg de musici gade.
Miss Stalling hield haar gelaat van Car
less afgewend; zij was verbijsterd.
tingsproefvelden aangelegd, om zoo moge
lijk een beter inzicht te krijgen in de behoef
te aan plantenvoedende stoffen van deze
lichte gronden.
Zoo spoedig mogelijk zullen meststoffen
worden aangewend, waarvan een gunstige
werking op de structuur mag worden ver
wacht. Waarschijnlijk zullen hiervoor even
wel de zomermaanden moeten worden afge
wacht, aangezien deze meststoffen door den
grond moeten kunnen worden gewerkt.
Ook aan kalkproefvelden op koolzurekalk-
vrije grondsoorten, zal spoedig aandacht
worden geschonken; ook deze stoffen moe
ten evenwel kunnen worden ingewerkt.
Er zal een schema worden gemaakt van
een infiltreeringsproefveld, dezen zomer aan
te leggen, waarvoor een deel van de Kooltui
nen wel het meest in aanmerking komt.
De hoofdwerkzaamheden bestonden in het
afgeloopen kwartaal uit het begreppelen van
den grond, het verspreiden van kavelsloot-,
greppel- en stortgrond, alsmede in den aan
leg van fietspaden. Tengevolge van regen,
vorst en griep onder de arbeiders, ondervon
den de werkzaamheden veel stagnatie.
Op 31 Maart waren ongeveer 3200 H.A.
gereed, terwijl plm. 40 K.M. fietspad was
aangelegd. De totale oppervlakte vastgelegde
zandgronden door middel van de woelklei-
machine, bedraagt plm. 175 H.A.
NOOF.DSCHARWOUDE.
Provinciale weg door het Geest-
merambacht Noordscharwoude
Koedijk.
Onlangs is een Commissie ingesteld, welke
zich ten doel stelt de bijdrage bijeen te bren
gen, die door Het Provinciaal Bestuur ge
vraagd wordt van belanghebbenden in de
totstandkoming van den weg door het Geest
merambacht, Noord-ScharwoudeKoedijk.
Door deze Commissie is aan de hieronder
vermelde Gemeenten en Waterschappen een
verzoek gericht de voor elk bepaalde bijdrage
te verleenen. Dit verzoek is vergezeld van de
volgende toelichting:
Aangezien door de Provincie als voor
waarde was gesteld, dat de kosten van aan
koop van de voor den weg-aanleg noodige
landerijen, de som zou zijn van wat belang
hebbenden behooren bij te dragen, is door
de Commissie allereerst overgegaan tot
taxatie der diverse perceelen.
Behoudens enkele nog nader te regelen
kleine verschillen, is hierbij gebleken, dat de
kosten ruim 80.000 zouden bedragen en
wordt als zeker aangenomen, dat deze in
geen geval de 85.000 te boven zullen gaan.
Dit laatste bedrag is dus voorloopig als het
juiste aangenomen.
Door het Provinciaal bestuur is verder
kenbaar gemaakt, dat de betrokken Gemeen
ten en Waterschappen hiervoor een Leening
zullen mogen sluiten, af te lossen in 40
jaar. Echter zal ook de mogelijkheid bestaan
tot het verleenen van een jaarfijksche bijdra
ge gedurende 40 jaren aan de Provincie. Be
rekend in annuiteiten zal het gezamenlijk be
drag hiervan 5000 per'jaar zijn.
Men is dus vrij in deze en men kan de wij
ze kiezen, welke men het minst kostbaar acht.
De Commissie heeft bij de kostenverdee-
ling over de diverse belanghebbenden reke
ning gehouden, zoowel met de mate van het
belang voor ieder, als met de financieele
draagkracht der betrekken Gemeenten en
Waterschappen. Maar bovendien daarbij
overwogen, dat de belangen bij de totstand
koming van den weg dermate algemeen zijn,
dat ook een beroep mocht worden gedaan op
die corporaties, die mogelijk niet voor al hun
burgers of ingelanden het belang aanwezig
achten, maar door een zeer geringe bijdrage
per H.A. deze zaak krachtig zouden kunnen
bevorderen. Waarbij bovendien werd veron
dersteld, dat men zich in het algemeen be
lang gaarne op een breed standpunt zou
willen plaatsen.
Aangenomen werd, dat men een en ander
het beste door middel van een belangenper-
centage tot uitdrukking kon brengen en het
stemt ongetwijfeld verblijdend, dat hierbij de
Commissie tot een verdeeling is gekomen, die
door alle leden redelijk en billijk werd ge
acht. Het resultaat was, dat de volgende ver
deeling werd gemaakt:
Polder Geestmerambacht 30 pCt.
Gem. Noord-Scharwoude 25 pCt.
Gemeente Oudkarspel 20 pCt.
Banne Oudkarspel 6 pCt.
Gemeente Koedijk 5 pCt.
Gem. Zuid-Scharwoude 4 pCt.
Banne Noord-Scharwoude 4 pCt.
Banne Zuid-Scharwoude 2 pCt.
Banne Koedijk 2 pCt.
Dieps- en Moorsmeerpolder 2 pCt.
Met inachtneming van dit percentage
wordt derhalve aan bovengenoemde corpo
raties gevraagd een bijdrage in eens of een
jaarlij ksch bedrag gedurende 40 jaren, vol
gens onderstaande specificatie:
Polder Geestmerambacht ƒ25.500 ƒ1.500
Gem. Noord-Scharwoude 21.250 1.250
Gemeente Oudkarspel 17.000 1.000
Banne Oudkarspel 5.100 300
Gemeente Koedijk 4.250 250
Gem. Zuid-Scharwoude 3.400' 200
Banne Nrd.-Scharwoude 3.400 200
Banne Koedijk 1.700/ 100
Banne Zd.-Scharwoude 1.700 100
Dieps- en Moorsmeerp. 1.700 100
Totaal ƒ85.000 5.000
Mocht met een lager bedrag kunnen wor
den volstaan, dan ligt het in de bedoeling
dit proportioneel in mindering te brengen.
ZUIDSCHARWOUDE. v
Het bestuur en ingelanden van de Banne
Zuid-Scharwoude vergaderde ten lokale van
den heer P. Kramer.
Daar de voorzitter verhinderd was aanwe
zig te zijn, werd de vergadering geleid door
den vice-voorzitter, den heer Jb. de Geus Cz.
Deze verheugde zich over de flinke op
komst, en deelde mede, dat tot oproep der
ingelanden is overgegaan, naar aanleiding
van een verzoek om een bijdrage voor den
op het Provinciaal wegenplan voorkomen
den weg door het Geestmerambacht (Noord-
ScharwoudeKoedijk).
Medegedeeld werd, dat voorwaarde is dat
de kosten van aankoop van de voor dezen
wegaanleg noodige landerijen zal moeten
worden betaald door belanghebbende ge
meenten en waterschappen, en na taxatie is
gebleken, dat deze 30 000 a 35.000 zul
len bedragen, wat in den vorm van een jaar-
lijksche bijdrage gedurende 40 jaren 5000
beteekent.
Percentsgewijze is dit omgeslagen en is de
bannen Zuidscharwoude aangeslagen voor
2 pCt., wat beteekent 1700 in eens of 100
jaarlijks gedurende 40 jaren.
De heer J. de Geus stelde de vraag of de
banne Zuidscharwoude wel eenig belang
heeft bij dezen weg, waarop de voorzitter
antwoordde, dit nihil te achten.
De heer S. de Boer Kz., besprak de ligging
van dezen weg. Hoe deze weg in het leven
is geroepen, weten we hier zeker geen van
allen, doch oneconomischer had hij toch
zeker niet kunnen worden gelegd.
Belang heeft onze banne er zeker niet bij,
doch was hij economischer aangelegd, dan
zou men om het algemeen belang te dienen,
er toe kunnen overgaan hieraan bij te dra
gen, doch thans raadt hij dit ten sterkste af.
Daar niemand hierover meer het woord
verlangde werd tot stemming overgegaan en
met 17 stemmen tegen en 3 voor besloten
niet aan dezen weg bij te dragen.
Bij de rondvraag werd een bij het bestuur
ingekomen schrijven, onderteekend door eeni-
ge tuinders-motorvaarders, voorgelezen,
waarin wordt verzocht waarschuwingsbor
den te willen plaatsen bij de doorvaarten van
Voor- tot Aehterburggracht bij Krommebrug
en Broekerbrug. het uitzicht op die plaatsen
wordt zeer belemmerd door huizen en heg
gen, wat nogal eens aanleiding geeft tot aan
varingen, daar de schippers der groote mo
toren zich over het algemeen daar ter plaatse
niet met signalen geven bemoeien.
De voorzitter zeide, dat het zeker in het be
lang der veiligheid zal zijn, wanneer hier
voor iets wordt gedaan en deed namens het
bestuur de toezegging, dat borden zullen
worden geplaatst met verzoek voorzichtig te
varen en duidelijk signalen te laten hooren
Daar de rondvraag verder niets opleverde,
sloot de voorzitter met dank voor de opkomst
deze vergadering.
Was madame de Bellegarde roekeloos of
vol vertrouwen om haar overwinning op die
manier weg te werpen?
Wat zij zoo zeker van hem sinds giste
ren?
De „Polonaise" eindigde.
En dan hoorde miss Stalling de bekoor
lijke stem van den jongen man:
U heeft een praditige schilderij voor
ons gemaakt, madame de Bellegarde.
Ja, gun mij die eer, glimlachte de
vrouwe. Zij gaf er niet o mhet te dragen
maar nu openbaart zij zichzelf. Ik geloof
niet dat zij dat ooit te voren gedaan had.
Zij wist niet dat zij volwassen was, zeide
Farryner zacht.
Maar Carless sprak niet weer:
Robinetta wendde zich tot miss Stalling en
fluisterde: Is zij niet edelmoedig mij dit
alles te leenen? En ik dacht dat ik haar mis
haagd had!
Ge hadt het niet moeten aannemen
O, waarom niet? Het was werkelijk on
mogelijk te weigeren
Zij kon het niet weten, dacht miss Stal
ling, zij kon het onmogelijk weten!
Het kwartet begon weer te spelen; een oud
stuk, genomen uit het in satijn gebonden al
bum van een lichtzinnige coquette, die door
haar eigen hand stierf en dit als haar testa
ment achterliet. Het was getiteld: „Les
Adieu" en madame de Bellegarde, die de ge
schiedenis van ditm uziekstukje uitlegde, zei
de dat dit beteekende afscheid van de liefde,
naar zij dacht.
Zij martelt zichzelf en ons allen, dacht
miss Stalling, zij is bezig hem en haar te
straffen
Dan, toegevende aan een ziekeijke beko
ring, keek zij naar Timothy Carless.
NIEUWE NIEDORP.
De heer K. Winkel te Wognum hield Dins
dag op het driedaagsch feest van den Noord-
Hollandschen Kolfbond alhier een rede, na
afloop waarvan hij plotseling ineen zeeg. De
dood werd geconstateerd. De overledene was
lange jaren lid van den gemeenteraad en wei
houder van Wognum en bekleede voorts tal
van functies in het maatschappelijk leven.
En toen zij keek verdween haar weerzin;
hij was niet harteloos, hij was niet koud, hij
leed verschrikkelijk.
Zijn o-pen, knap gelaat, zoo geschapen om
opgewektheid en levendige belangstelling uit
te drukken, stond betrokken en strak; hij leek
geschokt, verbijsterd en alsof hij met buiten
gewone inspanning zichzelf meester bleef.
Miss Stalling merkt op dat Farryner mede
lijdende blikken op hem wierp.
Toen de laatste zwakke uittarting van dt
muziek ophield, sprak madame de Belle
garde:
Iedereen lijkt treurig en ik heb niei
graag dat er vanavond iemand droevig uit
ziet. Dit is het einde van ons feest.
Dat verklaart de droefenis, verzette
zich Farryner, het einde!
Maar alleen het einde van St. Martijn's
zomer, antwoordde zij. De lente is op komst,
dat weet gij.
Slechts voor enkelen onzer.
O, ge zijt zwaarmoedig! gaf zij terug.
Zij keek gretig naar het meisje, dat zij zoo
weelderig getooid had.
Kunt ge zingen.
Slechts enkele oude stukken, welke dt
non mij geleerd hebben.
Die zullen het heel goed doen in deze
japon. Welke zijn het?
Oude wijsjes uit opera's „Una fur-
tiva lacrima"
Maar Farryner viel haar in de rede:
Laat haar niet zingen; neen, zij moei
niet zingen.
Madame de Bellegarde keek hem peinzend
aan en miss Stalling geloofde dat hij uit
zorg voor Carless was tusschenbeide geko
men.
Zij ondersteunde hem.
Wordt vervolgd.