en afitanJ lort NU OF NOOIT! DE PAGODE Fl. 257.50 miniMfstht Eouranl. PHILIPS RADIOTOESTEL 2634 Hondird drie en dertigste Jaargang, Dinsdag '20 Mei. Radioprogramma FEUILLETON. HELDEN EN HELDINNEN IN DE WESTERSCHE SNEEUWSTORM VAN MAART, 27, 1931. Fl. 50.- PREMIE OP BETERS NIET-BURENSTORENDE ONTVANGST 1 JUNI BLIJFT DE PRIJS VAN PHILIPS' 2634 ONVER- LAAGD Fl. 257.50 Nog slechts een paar dagen hebt U gelegen- heidf Fl. 50.- te ontvangen Toestel* en Luidspreker inéén (Wordt .vervolgd). No. 121 1931 r Woensdag 27 Mei. Hilversum, 298 M. 8.Gramofoonplaten. 9 30 Orgelspel door Joh. Jong. 10.— (V.P. R.0.) Morgenwijding. 10.15 P. J. Kers: „Onze keuken". 11.Gramofoonpl. 11.05 jbr. D. J. van Lennep: „Beroepskeuze" in het algemeen". 11.35 Gramofoonpl. 12. Concert door het V.A.R.A.-septet onder lei ding van Is. Éyl en gramofoonplaten. 2.15 Gramofoonplaten. 2.25 Vrouwenuurtje. 3.15 Gramofoonplaten. 3.20 S. de la Bella: Con structieve Arbeid". 3.35 Maak het zelf door C SchaakeVerkozen. 4.25 Gramofoonpl. 4 30 Kinderuurtje. 6.— Mandolinecursus door J. B. Kok. 7.— Dr. J. v. d. Spek: „Erfe lijkheid en verantwoordelijkheid. 7.30 Con cert. Cor Kint, viola d'amore. Joh. Jong, piano. 8.— Concert door het V.A.R.A.-Orkest onder leiding van Hugo de Groot. Solist Bram Blez, hobo. 8.45 Hoorspel „Ik heb een inensch gedood" van M. Rostand door het ■N.V. Vereen. Rotterd. Hofstad Tooneel o. 1. v C. v. d. Lugt. 10.05 Vaz Dias. 10.15 Slot concert. 11.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N.C.R.V.) (Uitsluitend N.C.R.V.) 8.Schriftlezing. 8.159.30 Gramofoonplaten. 10.3011. Ziekendienst. 11.12.Concert. M. F. Jur- jaanz, harmonium. Mej. C. de Jager, so praan en mevr. D.Mijnhout, alt. 12. Politieberichten. 12.15 Gramofoonpl. 12.30 2.Concert. H. Hermann, viool. P. v. d. Hurk, fluit. M. Rood, fagot. Mej. L. Lauen- roth, piano en harmonium. 2.5.Uitz. v. d. Middagvergadering v. d. 13den Bondsdag v. d. Bond v. Meisjesvereen op Geref Grond slag in Needrland, vanuit Tivoli te Utrecht. 5_6.Kinderuurtje. 6.6.30 H. Pilon: „Zwamziekte in onz entuin". 6.307.Ds 'P. Kuylman: „Het Indische Boefje". 7.30 Politieber. 7.4-5 Gramofoonplaten. 8.9. Concert. Chr. Mannenkoor „Kunst naar Kracht" o. 1. v. H. J. Keman Jr. 9.9.30 Ds. A. G. Barkey Wolf: „Annètje Craets" uit de Klop op de Deur" van Ina Boudier Bakker. 9.30—10 30 Orgelconcer S. P. Vis ser. 10.30 Vaz Dias. 10.4011.30 Gramo foonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12 20 Gramofoonplaten 1.05 Orgelspel door W. S. Vale 1.502.50 Or kestconcert. 3.50 Orkestconcert. Margaret Albu, piano. 5.05 Orgelspel door Reginald 'New. 5.35 Kinderuurtje 6.35 Kinderuurtje. 6 35 Berichten. 7.Fluit-recital door René 'le Roy. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Con cert. Robert Murchie, fluit. Fred. Thurston, klarinet. Orkest. 9.20 Berichten. 9.35 Berich ten. 9.40 Toespraak door den Prins van iWales. 9.55 Kamermuziek. A. Catterall, viool. V. HelyHutchinson, piano. 10.50 Derde acte uit „Lohengrin" van Rich. Wag- ner. 11.5012.20 Dansmuziek. Parijs, 1725 M. 8.05, 12.50, 1.25 en 6.20 Gramofoonplaten. 9.05 Tooneel. Gezelschap Colin. 9.50 Gramofoonplaten. Brussel, 508 M. 5.20 Dansmuziek. 6.05 Gramofoonplaten. 6.35 Causerie. 6.50 Gra mofoonplaten. 7.35 Causerie. 8.20 Piano- en vioolconcert. 8.40 Mi'itaire muziek. 9.05 „La farce du cuvier" radiotooneel. 9.20 Concert. 338 M.: 5.20 Gramofoonplaten. 6.35 Cause rie. 6.50 Gramofoonpl. 7.35 Lezing. 7.50 Berichten. 8.20 Gramofoonplaten. 9.25 Ka mermuziek. Kwintet en kwartet van Brussel 10.20 Nieuwsberichten. Langenberg, 473 M. 7.258.20 Gramo foonplaten. 11.—11.20 Gramofoonpl. 11.35 12.15 Gramofoonplaten. 12.20 Gramo foonplaten. 1.25—2.50 Orkestconcert. 5.20— 6 20 Concert. 8.20—9.— Orkestconcert. 9.05 Orkestconcert envoordracht. 10.20 Berich ten. Daarna tot 11.50 Orkestconcert. 1150 —12.20 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 12.20-2.20 Orkest- concetr. 3.30—5.30 Orkestconcert en voor dracht. 6.10—6.40 Gramofoonplaten 8.20 9.20 Orkestconcert. 9.4010.25 Koor- en or kestconcert. 10.40—11.20 Orkestconcert. Zeesen, 1635 M. 7.— Gramofoonplaten 0.5012.20 Lezingen. 12.20 Gramofoonpl 1.15—2.20 Berichten. 2.20—3.05 Gramo foonplaten. 3.05—4.50 Lezingen. 4.50—5.50 Concert 5.50—8.20 Lezingen. 8.20 Orkest concert. 9.50 Lezing en berichten. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. RADIO-ZENDER MET EEN ZIJBAND. Afstemming van het ontvangtoestel Men meldt aan het Hbl.: Een nieuw systeem -voor kortegolf-radio- felefonie, genaamd „het één-zijbanc systeem", welks werking gedemonstreerd is in den nacht van 20 op 21 Mei 1931 op het radio-station van de Fransche firma „Le Matériel Téléphonique" te Trappes bij Pa rijs, heeft de vooruitzichten geopend op het tot stand komen van lange afstandsradiotele- fonie, even betrouwbaar door dp absolute af wezigheid van „sluiering", luchtstoringen en interferentie door andere stations als onze huidige telefonie langs draad en kabel. De radiotechnici der geheele wereld hebben reeds gedurende eenige jaren gezocht naar middelen voor een practische oplossing van het één-zijband systeem voor kortegolftelefo- nie, want de voordeden hiervan zijn reeds lang bij de langegolf-radio- en draadverbin ding bekend. Het één-zijband systeem berust op het feit, dat slechts een gedeelte van de uitgezonden radio-golf essentieel is voor een volmaakte ontvangst, mits daarbij de ontvanger precies afgkestemd blijft op het zendende station. Het was het constant houden van de afstem ming op frequenties van 18.000.000 per sec. wat tot voor eenige weken de onoverkomelijke moeilijkheid bleek te zijn. Het geheim van de oplossing is nu het bezigen van een zwakke „stuurgolf", die enkel en alleen wordt uitge zonden om den ontvanger in de juiste af stemming te houden. Talrijk en belangrijk zijn de voordeelen van het toepassen van een zijband, zoo is b.v. slechts een zesde van de normaal ver- eischte zenderenergie noodig, Practisch be- teekent dit, dat eenzelfde zender door het toe passen van dit systeem zesmaal zoo effectief wordt, waardoor verbinding tot stand kan worden gehouden onder omstandigheden waaronder dit nu onmogelijk is. HET ONTSLAG VAN MR. VAN DOORNE ALS BESTUURSLID VAN DE A. V. R. O. Op verzoek van het hoofdbestuur van het genootschap „Vrij Nederland" en van mr. Van Doorne heeft zich een eereraad ge vormd, bestaande uit de heeren prof. mr.&C. W. Star Busmann, hoogleeraar aan de rijks universiteit te Utrecht, prof. mr. J. A. Elge- man, hoogleeraar aan de H. Krijgsschool te 's-Gravenhage, en prof. mr. H. R. Ribbius, hoogleeraar aan de H. Handelsschool te Rotterdam, die het bekende conflict mr. van DoorneA.V.R.O. bestuur zal onderzoeken. Het genootschapsbestuur en mr. v. Doorne hebben resp. aangezocht prof. Star Busmann en prof. Eigeman, die in gezamenlijk overleg als -derde prof. Ribbius hebben uitgenoodigd. Aan den eereraad is verzocht te willen onder zoeken A. Of het royement van mr. Van Doorne en zijn ontslag als bestuurslid van de A. V. R. O. op regelmatige wijze heeft plaats ge vonden; B: Of de door en vanwege het A.V.R.O.- bestuur gepubliceerde beschuldigen tegen mr. Van Doorne geuit, waarop zijn royement en ontslag gebaseerd zijn, gerechtvaardigd zijn. Door MARJ0R1E BOWEN. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door C. E GUYE. 60 Aladame de Bellegarde zelf wist dit niet; alle gevoel was dood in haar, zij voelde zich zooals zij er uitzag een geraamte van een vrouw. Toen het concert voorbij was en de muzi kanten hun boeken sloten en hun lessenaars dicht vouwden, voelde zij dat haar leven voorbij was met 't concert, dat alle melodieën, die haar ooit verheugd hadden, voor de laat ste maal gespeeld en weggesloten waren in dichte boeken. Wat zij gedaan had was moeilijk geweest, maar zij had het ten einde gebracht. De vraag was hoe verder te leven nu het gedaan was? Het concert was voorbij. Een kilte daalde over den nacht; een plot selinge windvlaag woei naar binnen door de open ramen. Voor madame de Bellegarde rook de lucht naar verval en herstelijk ver welken tot dorre wintersche droefgeestig heid. Zij keek naar Carless en Robinetta, gezeten zij aan zij, hij pratende met Farryner, zij met miss Stalling en zij, de jonge beminden, leken haar toe als haarzelf en haar man, ge- zie" va« een verren afstand: zii trachtte hen door E. KIEFT. De heer E. Kieft, vroeger wonende in de Egmondermeer, thans reeds 20 jaar in Amerika verblijvend, zond ons dezer dagen een beschrijving van het drama in de sneeuw, waarvan wij onlangs reeds in onze courant melding hebben gemaakt. Ter wille van de treffende beschrijving willen wij aan hetgeen de heer Kieft ons thans toezond nog gaarne een afzonder lijk plaatsje verleenen. Te midden van een wereld van lief en leed is het een ware verfrissching als de n euwsbladen zoo nu en dan iets anders te vermelden hebben dan ellende, mis daad en schandaal. Op den 27sten Maart hebben we hier in Amerika een der hevigste sneeuw stormen gehad in veertig jaar, volgens de berichten van het weerbureau. De storm begon zoo ongevc-, om ne gen uur in den morgen en duurde bijna twee dagen in sommige westersche sta ten. Gedurende het loeien van dezen gewel digen storm die met bittere koude ge paard ging, werd er in Colorado een on geëvenaard drama afgespeeld in het werkelijke leven van een groep van twin tig schoolkinderen, tusschen zes en veertien jaar oud. Geen drama werd er ooit in de fantastische en romantische verhalen van een dramatist weergege ven, dat vergeleken kan worden met het werkelijke drama dat meer dan dertig uur duurde in een schoolautobus, die onklaar en gedeeltelijk van den weg af geraakt was omdat de verblindende st-rm alle vervoer onmogelijk maakte Spoorwegverkeer was na den storm voor verscheidene dagen onderbroken alsook het telefoonverkeer. Vijf van de twintig kinderen verloren het leven en ook de chauffeur Karei Miller (29 jaar oud). De laatste was voor hulp uitgegaan en omgekomen nadat hij de kinderen gedurende den kouden avond en nacht in beweging en wakker had gehouden om doodvriezen te voor komen. Hoe het mogelijk is dat niet alle kin deren zijn omgekomen gedurende dezen langen tijd, zonder voedsel in zoo'n ge weldige kou, is te danken aan de hel denmoed der jongens en meisjes, die zich allen als helden en heldinnen gedroegen. Verder volgens verklaring der overge bleven kinderen aan de buitengewone zelfopoffering en karaktergrootheid van den 13-jarigen jongen Bryan Untiedt, die heden o?er geheel Amerika en bui ten Amerika door het publiek als de held der helden beschouwd wordt en overladen wordt met eerbewijzen. Hij zelf lag voor weken in het ziekenhuis omdat zijne handen en voeten ernstig bevroren waren. Hij en de andere kinde ren werden in het critieke uur, waarin de laatste hoop op redding bijna was ongegeven, gered door zijn vader en P. H. Stonebraker, die dag en nacht met bovenmenschelijke inspanning en angst gevochten i adden tegen wind, sneeuw en ijs. De jonge held Untiedt heeft zelfs een uimoodiging van den president ontvan- beiden lief te hebben, maar het was een zwak gevoel. Zij scheen niet in staat iets te voelen behalve dat zij oud en nutteloos was. Zij kon zich niet herinneren welke muziek er gespeeld was, noch wat zij tot Timothy Carless had gezegd in het donker buiten de ramen. Het geheel der gebeurtenissen van den avond was vervaagd, als een droom van smart die met den dageraad vervliegt, slechts een gewaarwording achterlatende van verlies en afgrijzen in den opgeschrikten slaper, die door leed is ontwaakt tot een angstige be wustwording van tot dusver ongekende smar ten. HOOFDSTUK IV. De vier oude musici, de pruikenmaker die Robisetta's krullen had opgemaakt, de mo- diste die de Louis XV japon pasklaar had ge maakt, het zijden keurslijf had geregen, de met diamantpoeier bestrooide strooken en de krotten glanzend licht had geschikt, waren allen vertrokken. En miss Stalling had den koffer van het meisje en haar eigen gesloten en de labels met een bevende hand geschre ven. Het was nog vroeg, een treurige en regen achtige morgen, de rivier was vaag zicht baar in een gesluierd landschap, want een koude mist vervulde de vallei en veegde de teere horizonten weg. Miss Stalling, geschokt maar dapper, ging naar madme de Bellegarde's vertrekken en werd toegelaten door een meisje, dat mei leedwèzen zeide, dat madame zeer vermoeid was na een slechten, slapeloozeu nacht. Madame 'was echter tot rust gejepwen en voor Uw oude, niet selectieve en storende, doch nog function» neerende 3- of meerlamps toe stel, bij aankoop van een Philips Radiotoestel 2634. U kunt deze Fl. 50.- ook gebruiken als eerste termijn, wanneer U het toestel op gemakkelijke betalings voorwaarden wilt koopen. dronk koffie in haar salon. Dicht achter haar, aan den met satijn be- kleeden wand, hing het miniatuur van wijlen den hertog Ruzè de Bellegarde; het treffen de, levendige gelaat, het eenige portret daar, bracht beslist een andere persoonlijkheid in de kamer. Madame de Bellegarde stak haar hand uit. lik wilde graag dat je kwam. Ik wilde graag eens met je praten. U veroordeelt mij, zeide miss Stalling ellendig. U haat mij, geloof ik, van nu af. Madame de Bellegarde keek verbijsterd. Omdat ik dat meisje hier gebracht heb, voegde miss Stalling erbij, want alles, waar op zij hadden gezinspeeld, wat zij hadden ontweken, vermeden en niet hadden geweten, moest nu open zijn tusschen hen. Daar heb ik ooit aan gedacht, glim lachte madame de Bellegarde oprecht. U gaf hem gisteravond op, beschuldig de miss Stalling, bijna ruw. U gaf hem op voor haar. Madame de Beliegarde keek haar helder en vast aan. Ik weet nauwelijks wat er gisteravond gebeurd is, ik weet niet volkomen wat ik zei- de Wat ik deed. Hij wilde mij ten huwelijk vragen omdat hij dacht dat ik dit verwachtte. Op een of andere manier voorkwam ik dit. U vertelde hem dat u niet om hem gaf? Hoe kon u dat doen? Het was meer dan dat. Ik moest het op slinksehe wijze doen. Ik geloof dat ik hem vertelde, dat ik hem hier had gevraagd om Robinetta te ontmoeten en dat ik altijd uiijja man heb liefgehad. gen om eenige dagen in Washington te komen logeeren, waai hem het bed, waarop de vermaarde vlieger Lindbergh sliep, tijdens zijn verblijf aldaar, als lo geerbed is aangeboden. Bryan Untiedt kan het tot dusverre maar niet begrijpen waarom hem al deze eer aangedaan wordt. Hij zegt, „ik be grijp niet dat de anderen, die niet omge komen zijn, niet met me mede kunnen gaan naar Washington, doch ik veron derstel dat er misschien geen plaats voor ons allen is". Hij verklaarde dat sommigen der kin deren en vooral sommigen der oudere meisjes, die den dood ontkwamen, zich niet minder goed verweerd hadden dan hij in volharding en zelfopoffering voor het behoud van de levens der jongere kinderen. Zijn verhaal aan de Denver Post brengt dat duidelijk aan het licht. Meer en meer sneeuw kwam er lang zamerhand in de bus, vertelde hij. De kinderen begonnen te schreien van angst. Om vier uur ging ons vuurtje uit. Kinderen blijf in beweging er. loop en stamp zooveel als ge kunt, zei Karei de chauffeur. Karei had geen lucifer meer. Later bleek echter dat er nog een weinig vuur was overgebleven. Bryan vervolgde met te vertellen dat sommigen der oudere meisjes alle macht in het werk stelden om den moed er in te houden. Alice Huffacker was de leidster in dit werk. Weinige klachten kwamen van haar, zij bleef behulpzaam en opge ruimd tot het uiterste. Een ding is zeker dat we hier niet zoo gemakkelijk ver suffen, was een harer grappige uitingen. Zij Eunice Frost en Rosemary Brown bleven maar geregeld aan het raadsels vragen en grappen verkoopen zoolang hun levenskrachten het toelieten. Ik geloof niet dat we het uit kunnen houden gedurende den nacht, was de gedachte van Karei. „Zie eens" fluister de hij tot mij en keek naar de sneeuw in het achtereind van de bus. Doch wan neer een der kleine kinderen hem iets vroeg, gaf hij steecis een bemoedigend antwoord. IU deed llerfei pogingen om een vuurtje aan te houden in een eetketel. Zoo af en toe flikkerde het even op. De eenige brandstof die we hadden waren spaanders, die Karei hakte met behulp van zijn zakmes. Doch hij kon slechts weinig hout los snijden van de banken der bus. Daarna werden de kus sens der banken opengesneden en ge tracht om de vulling te verbranden. Vervolgens vroeg Karei of hij mijn ge leend boek mocht nemen om het vuurtje wakker te houden, wat ik gaarne toe stond. Mijn plan was om Gerald, van wien ik het geleend had, een ander te koopen. In geval van nood moet men er wel alles aan wagen. Het duurde echter niet lang en ook het boek was door het vuurtje verteerd. Daarna ging het voor goed uit omdat er geen brandstof meer was. Karei riep uit: „Blijf in beweging kin deren, anders bevriezen jullie. Vlug op". Daarna sprong en danste ieder tot hij niet meer kon. „Ga nu op een hoopje" was het volgen de commando van Karei. En zoo pasten we deze methode van warmhouden gedurende den nacht toe. „Blijf wakker, anders vries je dood", was de geregelde waarschuwing van Karei. Het was moeilijk om wakker te blijven en nog moeilijker om de driftende sneeuw te ontwijken. Vroeg in den morgen deden we aller lei pogingen om onze brood en koffie- keteltjes op te sporen onder de zitplaat sen. Doch het was niet mogelijk, alles was vastgevroren. De storm was nu een weinig kalmer geworden, doch niet genoeg om eenig goed te kunnen doen voor ons. Karei werd een weinig wanhopig en het was geen wonder. Hij noch ik hadden 'n jas aan. Hij had haast geen ruimte om zich in beweging te houden. Hij droeg tevens zoo'n geweldige verantwoordelijkheid op zijn schouders. „O, God, dit is geweldig, dit is gewel dig, het is verschrikkelijk! O, God help ons! O, o, Heere het isen hij stopte en staarde in de sneeuw. Een ieder begon te bidden, sommigen Miss Stalling was verbijsterd door de vol komenheid van die overgave; zij barstte uit in wat zij wist dat ijdele verwijten waren. Waarom deed u dat? Ik verzeker u dat u het s, aan wie hij per slot de voorkeur geeft. Robinetta zal kansen krijgen bij hoop jes het was maar een fantasie van haar kant. Het kan zijn. Ik heb daaraan gedacht. Ik heb gedacht zeer waarschijnlijk komt zij er overheen, meisjes doen dat, veronder stel ik. Maar zou het niet zijn om medelijden mee te hebben, als zij het deed? En kansen? Zijn er zoovele voor voor meisjes als Robi netta. Niet kansen van mannen als Timothy. Hij zal haar leven erg prettig maken Gelooft u dat hij haar zal trouwen? stamelde miss Stalling. Ja, zeide madame de Bellegarde rustig. Hij heeft haar lief. Hij verried zich gister avond geheel, arme Timothy. Ik zag zijn ge laat toen hij begreep dat ik hem vrij maakte. Het is voor mij een uitkomst geweest. Onder stel dat ik met hem getrouwd was en dien blik had gezien dien hij gisteravond op Robi netta wierp Ik weet niet hoe u over dit alles zóó kunt spreken Ik ook niet. Maar ge hebt alles van het begin af geweten en het lijkt natuurlijk dat ik met je spreek Maar ik kan het moeilijk verdragen! Doet het je leed om mij? vroeg madame de Bellegarde als verwonderd. Maar ver wachtte je niet dat ik dit zou doen? Geloofde je dat ik mij zou gedragen als een harde, be geerde vrouw? Wie had (Jat kugnen doei} schreiden, terwijl anderen hun best de den hem op te beuren. „Indien we iets te eten h -dden, zou er kans zijn te leven", zeide Karei. Nadat hij de levensgeesten van eenige der ster vende kinderen, door wrijven en mas- seeren weer wat opgewekt had, besloot Karei om te vertrekken. Hij zei: ik moet hulp halen, ik kan zoo ongeveer tien kilometer maken met dezen wind en hoop 'n huis te vinden binnen dezen af stand. Velen onzer verzochten hem om niet te gaan. „Gij zult zeker dood vriezen" zeiden we tot hem. „Gij zult uw weg verliezen, ga niet Karei". Het hielp allemaal niets, hij had zijn besluit genomen. „Neen, ik ga", was zijn eenvoudig en kalm antwoord. Daarna gaven we hem zijn jas, die hij tot dusveri e voor de kin deren gebruikt had. We venscliten hem nog meer bedekking te geven, doch hij wilde niet luisteren en ging naar de deur, opende-deze en ging uit de bus. Voor het sluiten sprak hij zijn laatste woordei. „Het is een zware taak, ik zal mijn best doen, Goeden dag en het beste, kinderen, God zegene U. Hoop en bid voor hulp en God zal U helpen. Ik weet Hij wil". „En Bryan" sprak hij tot mij: „wan neer ik vertrek, neem jij de verantwoor ding van de schoolbus. Houdt de kinde ren warm tot hulp komt. Indien ik je niet meer zie, vaarwel". Het doode lichaam van Karei Miller, wiens dochtertje ook omkwam door het zware lijden in de schoolbus, werd later gevonden op vijf kilometer afstand van de meest nabijgelegen boerenwoning. De reputatie van Bryan Untiedt als een groote held, kwam door de zelfopof fering, zijn eigen kleeren tot het hoogst noodige uit te trekken om zijn kleine broertje Arlo voor doodvriezen te be schermen en tevens zijn betoonde moed en volharding, waarmee hij de kinderen zooveel mogelijk in beweging hield tot dat hulp opdaagde. Doch hij wil van zijn goede daden niet hooren en vervolgde: De uren rolden voort. Onze levenskrach ten werden minder en het einde naderde met rasse schreden. Een ieder van ons werkte zoo lang als de krachten het toe- li Hen. Ik probeerde om zooveel mogelijk te handelen, zooals ik dacht dat mijn va der zou doen in mijn pdaats. Hij is even kalm en berekend voor een zware taak als men iemand vinden kan. Om twee uur in den namiddag maakte ik 'n plan om tegen den wind in naar de school terug te gaan, doch na enkele meters gegaan te zijn keerde ik weder tei ug. Het was te erg voor mij. Eenigen tijd later, de storm werd een weinig minder, trachtte ik weer eens te gaan. Dezen keer ging Karei Huffaker met mij mee, doch ouk nu moesten we na honderd meter weer terug keeren. Daarna gingen we de stervenden weer helpen, totdat een ieder bijna uitgeput was. Op eenmaal scheen het ons toe dat we het schoolhuis konden zien. Alice Huf facker in tranen van blijdschap riep uit tot hare vriendin: „Kom Rosemary, laat ons er naar toe gaan, doch helaas het waren luchtkasteelen en visioenen. Om half vier hoorden we een geklin gel. We dachten het was het geluid van de kettingen van een reddingswagen, doch ook dit was een valsche klank. We begonnen weer bij elkaar op een hoopje te kruipen. Bob Brown was zeer zwak. Louise Stonebraker lag in de sneeuw, in het achtereinde der bus. Wij konden haar niet bewegen. Plotseling opende ze hare oogen en stierf. „O, kin deren, zij is dood", riep Rosemary. „Bob is ook dood", zei een ander aalmweg. „Ik wil hem niet laten sterven", jam merde Rosemary en schreide bitter. Opnieuw probeerden we om wat van het bevroren voedsel dat onder de ban ken was, los te werken, doch het lukte niet, (Slot volgt). Timothy vasthouden in zijn eigen fanta sie terwijl terwijl zij daar zoo aar dig en zacht was! O! voegde de vrouw er hartstochtelijk bij, ziet ge niet dat zij elkan der liefhebben en dat hij mij nooit heeft liefgehad? Dat deed hij wel, hield miss Stalling vol met koppig hartzeer, hij deed het, ik geloof dat hij het nu doet Neen, dat gelooft ge niet. Ge hebt hen dagen lang gade geslagen. Evenals ik. Zij volkomen argeloos hij ertegen worstelende en ik die haar moeder had behooren te zijn, niet haar mededingster! Dat was de on rust in de atmosfeer, die alles bedierf. U is te fantastisch, dat is u altijd ge weest. Ik kan ook scherpzinnig zijn. Ik ben hier niet fantastisch geweest. Ik zag alles volkomen duidelijk. Als ik hem had getrouwd, zou er een dag gekomen zijn, dat ik had moe ten zien. Ik zal vijftig zijn voordat hij vijl en dertig is. U is mooi, wonderlijk mooi; hoe kunt u zoo onmenschelijk zijn tegenover u zelf? Vrouwen als u worden niet oud Er zijn zooveel van die aardige drog redenen, glimlachte madame de Bellegarde. En met al onze bedriegerijtjes en al onze voorwendsels. wat zijn we anders dan precies onze leeftijd? Maar miss Stalling zette met bloedend hart haar krachtig protest voort. U is ziekelijk U is fantastisch, u heeft uw geluk weggeworpen voor heelemaaj niets! heelemaal niets!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5