DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad. T)aqdiiksch Oxievzicht !BuitmCand Ao. 125 133e Jaargang. De publieke belangstelling werd gedemonstreerd door één tosschouwer, die zoo spoedig mogelijk vertrok toen zijn dochter benosmd was Men troost zich met de gedachte dat één kiezer op het stembiljet beter is dan tien op de publieke tribune ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- er Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voer Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. ZATERDAG 30 MEI 1031 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. UnUlBüJuMEWttHB» Dit nummer bestaat cït drie bladen. Eerlijk gezegd is deze raadsvergadering ons erg meegevallen. Na de daverende Mei-rede, welke de heer Westerhof onlangs in de Harmonie heeft ge houden en waarin hij den schrijver dezer overzichten onder de groote vijanden zijner partij rangschikte, omdat diens opvattingen wel eens van de zijne verschillen, en .waarbij hij daardoor een prachtige gelegenheid kreeg zijn kiezers nog eens voor te houden, waar om er alleen rood en niet anders mag ge stemd worden, hadden wij verwacht, dat de vergramde wethouder in een raadsvergade ring zoo vlak voor de groote verkiezingen nog eens uitvoerig gedemonstreerd zou heb ben wat de rocd-zwarte combinatie in den korten tijd van haar bestaan reeds tot stand gebracht heeft en waarom deze dus een zegen voor de geheele gemeente mag ge noemd worden. Edoch, noch in een der talrijke verkiezings blaadjes, die dezer dagen geluidloos door de brievenbus glippen, noch in den Raad is van 's heeren Westerhof's gramschap iets ge bleken en hij heeft er zich slechts toe beperkt, om nogmaals de pers als bruggetje te ge bruiken, waarover hij gedwongen moest heen stappen om als wethouder van financiën een zeer rooskleurig bleed van den gemeentelijken financieelen toestand te demonstreeren. Natuurlijk werd daarbij te pas gebracht wat in de laatste maanden van stedelijk regeeringsbeleid is tot stand gekomen, waar bij de bloemenklok netjes naast de t.b.c.-be- strijding en de kleuterzorg op een rijtje ge zet werd, maar daarnaast hebben wij een millioenenspeech beluisterd, die althans in den Alkmaarschen Raad iets zeer ongewoons mag genoemd worden. Toen de heer Thomsen nog wethouder van Financiën was, stond de financieele baro meter altijd op storm en slecht weer. Zuinig zijn was de boodschap en slechts zoo nu en dan meest de wethouder aan de hand der cij fers wel noodgedwongen toegeven, dat er voor al die zuinigheid dikwijls geen reden was geweest, maar dan had hij onderwijl zijn schaapjes, in den vorm van steenen spaar- varkentjes en reserve-potjes, reeds op het droge. De heer Weterhof doet het anders. Hij schudt niet bedenkelijk het hoofd bij elke nieuwe uitgave, integendeel, hij verklapt in den openbaren raad, dat de gemeente er bijzonder goed voorstaat en dat er op een verblijdend financieel overschot kan worden gerekend, zoo groot zelfs, dat bedenkingen tegen onderwijs-uitgaven geen reden van be staan hebben. Het is alles rozengeur en maneschijn met onze financiën en de wethouder zou dat blijk baar gaarne met zijn eigen beleid in verband brengen als de omstandigheid, dat hij nog maar zoo kort in functie is en tevens het feit, dat het overschot aan allerlei onberekenbare en onoverzienbare meevallertjes is te danken, dat verhinderde. Nu kon hij slechts een opsomming van Allerlei goede maatregelen geven, onder het beheer der rood-zwarte combinatie tot stand gekomen, aangenomen raadsvoorstellen daaronder er zeker zijn, die de gemeente ten f°ede zullen komen, maar vele die ongetwij feld niet tot bezuiniging maar tot belangrijke uitgaven zullen leiden. Wie ziet hoe het Gymnasium nu reeds ja renlang in een verouderd en totaal onge schikt gebouw is gevestigd, wie hoort hoe flHe plannen om daarin verbetering te bren gen altijd weer afstuitten op een terugschrik ken voor de hooge kosten van een nieuw ge bouw, die moet zich wel onwillekeurig ver wonderen over het gemak waarmede op het oogenblik groote bedragen voor den bouw van nieuwe lagere scholen beschikbaar ge steld worden. Er is een tijd geweest, nog niet zoo lang geleden, dat men alle mogelijke verontschul digingen en uitvluchten gehoord zou hebben waarom b.v. de vierde gemeenteschool nog niet door een nieuwe vervangen behoefde te worden. Het argument van den inspecteur, dat de aangiften voor de eerste klassen in sterk dalende lijn gaan, zoodat zelfs te voor zien is, dat binnen afzienbaren tijd een ge bouw overbodig zal worden, zou dankbaar zijn aangegrepen om dezen nieuwbouw op de lange baan te schuiven. En ziet, thans is het alleen de oppositie, die niet zoo'n haast heeft deze gelden te voteeren. Maar gebouwd moet en zal er nu eenmaal worden ,dat is een punt van het compromis en als er een school overbodig wordt, welnu, dan kan er nog wel een an dere ontruimd worden, omdat de zekerheid bestaat, dat deze nieuwe altijd moderner en daarom beter zal wezen. Het besluit is nu eenmaal genomen en het geld moet uitgegeven worden. Kan men het missen en de heer Wester hof is wat dat betreft een geweldige optimist welnu des te beter, laat men dan de scho len maar verbeteren, maar laat men dan ook aan het Gymnasium denken, want de leer lingen daarvan moeten een goed wethouder van onderwijs even lief zijn als de kinderen der volksschool. Over de plaats, waar de nieuwe school ge vestigd zal worden, liepen de meeningen ho peloos uiteen. Wij kunnen ons ook niet begrij pen, waarom zij dicht bij twee andere in een woonwijk van de R-K. bouwvereeniging moet verrijzen en de heer Hoijtink zag daarin reeds een voorteeken, dat men ze weldra aan hei bijzonder onderwijs zou overdragen. Zelfs de heer Venneker, de groote man van „Goed Wonen", zag de school liever niet zoo dicht bij zijn nieuwe huizenblokken en de vrees van den burgemeester kan wel eens be waarheid worden, dat wij eerlang naast het Soc.-Dem. Rochdale nog een specifiek Katho lieke buurt zullen krijgen, zoodat de stao langzamerhand in wijken van diverse religie en politieke opvatting verdeeld wordt. De heer Govers brak nog een „warme" lans voor het Noord Oostelijk stadsgedeelte, de buurt van de Vlotbrug, waar hij in zijn jongensjaren knikkerde en waaraan hij nog altijd zijn hart verpand heeft, maar helaas, het bleek uiterst moeilijk een andere plaats voor deze school te bedenken en dus werd het voorstel van B. en W. ten slotte met groote meerderheid van stemmen aangenomen. De heer Thomsen ondervond de gevolgen van de geheimzinnigheid, waardoor de alge- meene vergaderingen der Alkmaarsche Ex portveilingen worden gekenmerkt. De pers heeft daar nog steeds geen toe gang kunnen krijgen en nu moge de heer Thomsen wel beweren, dat dit op alle verga deringen van aandeelhouders het geval is, toch is het duidelijk, dat deze hiermede niet vergeleken kunnen worden. Men doet een beetje al te veel moeite de pers te weren, zoo zelfs, dat het bestuur er telkens weer een hevig debat met enkele aan deelhouders voor over heeft. Juist dat heeft de argwaan van de pers wakker geroepen en al spoedig bleek, dat het op deze vergaderin gen zoo heftig toegaat, dat de pers er nog meer op belust werd daarvan notities te kun nen maken. Daarbij komt, dat het hier niet een gewone N.V. betreft, maar een onder neming waarbij de geheele gemeente belang heeft, doordat er een groot kapitaal uit onze stedelijke schatkist in belegd is. Er zijn zonderlinge toestanden aan deze veiling. De heer Thomsen, die indertijd tot gemeentelijke dwarskijker in het veilingsbe- stuur benoemd is juist omdat de gemeente een groot kapitaal in deze min of meer riskante onderneming heeft gestoken be paalt zich blijkbaar niet tot dwarskijken, maar heeft een actieve bestuursfunctie, het voorzitterschap, aanvaard. Hij is zelfs meer dan voorzitter, hij drijft er blijkbaar zijn wil door en is hier een soort dictator geworden, waartegen vele kool- en uien-telende groenteboeren in adoratie opzien Maar bij een veiling als deze kan men niet gemeentelijke dwarskijker en voorzitter tege lijk zijn, men verwaarloost dan het een of het ander en het is een feit, dat de heer Thomsen in den loop der tijden meer op de veiling dan op de gemeente gelet heeft, dat zijn officieele rapporten, waarbij hij zelfs den wethouder van het Marktwezen passeert, tot een mini mum beperkt blijven, dat hij in hooge mate de diplomatieke kunst verstaat van als hij iets zegt nog niets te zeggen en het resultaat is, dat hij het vertrouwen van den Raad vol komen heeft verloren. De heer Van Drunen betwijfelde, aan de hand van zijn gegevens, of de door de Export veiling toegezegde 500 wel gereserveerd waren en wilde onder die omstandigheden de gemeente niet opnieuw voor een geldleening dezer veiling ad; 10.000 garant doen zijn. Waar zelfs geen balans aanwezig bleek en de inlichtingen van den heer Thomsen allesbe halve duidelijk en geruststellend werden ge oordeeld, besloot de raad het in een vorige vergaderingen genomen garantie-besluit voorloopig njet ten uitvoer te brengen eu zal een nader onderzoek naar den toestand en de financiën der exportveiling worden inge steld. Men heeft van de zijde der Soc.-Dem. het vroegere elftal wel eens verweten, dat het, zonder de oppositie daarin te kennen, een voudig vaststelde wat aangenomen en ver worpen diende te werden De geschiedenis herhaalt zich thans in de rood-zwarte com binatie waar men, zonder de oppositie ook maar eenigermate te raadplegen, al uitge maakt had, dat de heeren Venneker, Bulens en mej. Carels benoemd zouden worden tot officieele bestuursleden van de nieuwe ge meentelijke instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon en men had wellicht ook nog een lid van de oppositiegroep aangewezen als men niet gevreesd had, dat deze onder derge lijke omstandigheden voor de eer zou bedan ken. Thans moest de vergadering geschorst worden om de heeren Hoijtink, Vogelaar, Thomsen en Govers gelegenheid tot krijgs raad te geven. De heer Hoijtink verdween geruimen tijd in het telefoonhokje en het vermoeden ligt voor de hand, dat hij daar Hotel Proot opgebeld heeft waar het vijfde verdrukte raadslid ter gelegenheid van de opening van het nieuwe bankgebouw aan een feestelijke lunch was gezeten. Het gevolg van dit overleg was, dat de heer Thomsen werd aangewezen en zijn officieele functies dus nog met een vermeerderd zag. Overigens was de stemming vol verras singen. In de middenstandsvereeniging had men het aftredend lid, den heer Englander, reeds ter wille van den heer Termaat om de een of andere onnaspeurbare reden van de voorkeursplaats laten verdwijnen en in den raad zelf hadden niet minder dan 13 leden het op den heer Koopmeiners gemunt, die blijkbaar geen persona grata was en voor nummero twee, den heer Th. Stam, heeft moeten plaats maken. De stadsautobus heeft opnieuw een sub sidie voor het exploitatie-tekort van 4000 gekregen en men heeft er den ondernemers een verwijt van gemaakt, dat zij daarin fa milie-kapitaal hadden gestoken, dat 6 procent rente moest opbrengen. Heel lang is daar over niet gedebateerd omdat ook zonder deze rente-uitgaaf het tekort reeds 4000 be droeg en zij dus geen factor voor de subsi die-aanvrage vormde. Wij gelooven met den burgemeester en den heer Westerhof, dat een rente van 6 pro cent voor geld, dat in een dergelijke riskante onderneming wordt gestoken de heer Westerhof vergeleek de bus zelfs met een t.b.c.-lijder niet te hoog is. Het geld moet rollen, maar het is al meer gebleken, dat wie het in een Alkmaarsch stedelijk vervoermid del steekt het ziet wegrollen zonder dat het ooit weer terug komt. Men drong aan op een gescheiden boek houding en mej. Carels heeft terecht een be tere tijdsaanwijzing bij de halteplaatsen be pleit. Wij gelooven met haar, dat men van dezen dienst veel meer gebruik zou maken als men overal precies wist wanneer men een bus kan verwachtén. De heer Westerhof had door bevoordeeling van deze semi-gemeentelijke exploitatie al drie maal zijn trein gemist en was daarom be sloten voortaan maar te loopen, wat voor iemand, die meer dan een half uur van de treinen woont een besluit van verstrekkende beteekenis moet genoemd worden. Wij kunnen een dergelijk bewijs van voor zichtigheid in een wethouder van financiën slechts bewonderen. Terwijl wethouder Klaver, naar hij al thans verzekert, nog steeds bezig is het be stuur van „Volkshuisvesting" te doordrin gen van de gedachte, dat B. en W., die rich ting moeten geven aan den geheelen volks woningbouw, de „krot"-woningen van deze Vereeniging, waar leven en dood zich in een enkel kamertje afspelen, onmogelijk kunnen goedkeuren en hemel en aarde beweegt om het bestuur der oudste bouwvereeniging van Alkmaar tot menschelijker gedachten te bren gen, is reeds het bouwplan van „Goed Wo nen" in den Raad verscheneiv terwijl dat van „Rochdale" kort geleden in de diverse bladen gepubliceerd is. Het was te verwachten, dat het „Goed Wonen"-plan met groote meerderheid van stemmen zou worden aangenomen en het in teresseert ons zeer zeker of het door den heer Vogelaar aangevraagde rapport of arbeiders woningbouw thans nog wel noodzakelijk is, ter kennis van den Raad gebracht zal worden vóórdat het bouwplan van „Rochdale" ter tafel komtwanneer althans uit dat rap port zou blijken, dat er aan arbeidershuizen op het oogenblik geen behoefte meer bestaat. Wij vertrouwen evenwel, dat het rapport anders zal luiden en zien daarom met be langstelling ook de voorstellen der beide an dere vereenigingen tegemoet. Een gemeente die niet bouwt kan zich niet uitbreiden en verschillende omstandigheden de electrificatie der treinen, de West-Frie- sche kanalen en de droogmaking van de Zui derzee doen ons verwachten, dat Alkmaar binnen afzienbaren tijd een periode van meer dan normalen groei tegemoet gaat. Dat de heer Klaver, zoo dicht naast den wethouder van financiën gezeten, niets van den gunstigen financieelen toestand bleek af te weten, verwondert ons, dat hij, onder het motief van gedwongen bezuiniging, tegen een vierde zevende-klasse aan een der Open bare Lagere scholen was, verbaast ons min der, maar dat de oppositie daartegen ook van de zijde der heeren vrijheidsbonders kwam verwondert ons nog het meeste. In politiek opzicht lijkt ons dat, zoo vlak voor de verkiezingen, min of meer ontactisch, hoewel de heer Thomsen volkomen gelijk had toen hij betoogde, dat de boventallige onder wijzer, welke dit voorstel vraagt, niet alleen in gunstige, maar ook in ongunstige jaren met zijn salaris op onze begrooting blijft prijken. Na het rooskleurige beeld, dat onze wet houder van de gemeentelijke financiën heeft opgehangen en dat ons doet verwachten, dat later ingekomen subsidie-aanvragen een goe de kans van slagen zullen hebben, bleek zelfs de heer Thomsen overtuigd, dat de nieuwe zevende klasse niet tot een gemeente lijk bankroet zal leiden, zoodat meerdere kinderen, die op de Lagere school eind-onder- wijs genieten, met wat grooter geestelijk be zit den moeilijken strijd om het bestaan kun nen aanvaarden. De bewering dat de Raad een hindernis is, die zoo nu en dan door B. en W. eens „genomen" moet worden, is blijkbaar niet voor Alkmaar van toepassing. De Raad is hier nogal volgzaam en als B. en W. voorstellen een weg naar het Eilandje te leggen, blijkt men al reeds met dien weg begonnen zonder vrees, dat de Raad het werk ongedaan zal laten maken. De volgende week zullen B. en W. voor stellen een crisis-werkverschaffing in het le ven te roepen, maar de daarbij betrokkenen zijn nu alvast te werk gesteld en de heer Van Slingerland, die mededeelde, dat hij de hem toegestane weeginrichting voor de piepkui- kenmarkt door een andere wilde vervangen en daarvoor toestemming vroeg, moest eer lijk bekennen, dat de andere machine intus- schen niet alleen reeds aangeschaft was, maar dat er al een groote hoeveelheid piep- puikens mee was afgewogen. Wij hadden het voor het prestige van den Raad toch niet kwaad geacht als deze zijn goedkeuring nu eens geweigerd had. Wij vreezen alleen, dat de schadevergoe ding aan den leverancier den heer Van Slin gerland een belangrijk deel van zijn wethou- derlijk inkomen zou gekost hebben. Uit de rest der debatten stippen wij nog aan, dat het niet in de bedoeling van B. en W. ligt om het terrein van het oude Stads ziekenhuis te doen bebouwen, een besluit, dat wij, met het oog op de weinige groote pleinen in deze gemeente, van harte toejui chen. De Raad is ten slotte aangevangen met de behandeling van een ambtenarenreglement, waarbij de discussie over allerlei onderdeel tjes zulk een omvang aannam, dat men vol komen vastliep en de volgende week een nieuwe vergadering noodig zal zijn om zich door deze ambtelijke rijstebrei-berg heen te werken. De mededeeling van den heer Westerhof, dat dit vraagstuk nu al acht jaar in porte feuille ligt en dat den Soc.-Dem. de eer toe komt het in korten tijd tot uitvoering te heb ben gebracht, is nog niet heelemaal bewaar heid, maar de volgende week komt men er wel doorheen en aangezien wij dan nog dich ter den fatalen verkiezingsdatum zijn gena derd, is er voor hem en zijn partijgenooten nog volop gelegenheid ook dit politieke kluif je in de hoogte te steken en het triomfontelijk aan den volke te vertoonen. DE OVERWINNING VAN BRIAND. Een heftige aanval van Franklin Bouillon. Een motie van wantrouwen verworpen. Voorloopig kan Frankrijk gerust zijn: Briand heeft na weken van teleurstelling een mooie overwinning behaald in de Kamer en hij zal dus minister van buitenlandsche za ken blijven, totdat hij weer eens een motie van wantrouwen in zijn beleid ziet aangeno men, of totdat het kabinet in zijn geheel zal vallen. Het was te voorzien, dat de Kamerdebatten van Donderdag zeer interessant zouden wor den en daarom was de belangstelling ook buitengewoon groot. Het voornaamste punt was de kwestie-Briand. Onmiddellijk na de opening betrad de op posant Franklin Bouillon de sprekerstribune, om zijn interpellatie, waarin het aftreden van Briand geëischt werd, toe te lichten. Bouillon critiseerde de beslissingen van Geneve ten aanzien van de Duitsch—Oostenrijksche Tol- unie en verweet Briand, dat deze te vroeg uit Geneve is vertrokken in plaats van, zooals noodzakelijk was, aan de besprekingen over de Poolsche kwestie deel te nemen. Hierna verkreeg Briand het woord om Franklin Bouillon van repliek te dienen. Li het eerste deel van zijn redevoering verdedig de Briand zijn houding te Geneve en weer legde o.a. de lezing van Bouillon als zou de Kleine Entente het voorzitterschap van de Ontwapeningsconferentie van de hand zou hebben gewezen. Overigens was Henderson de eenige candidaat van beteekenis. Spr. heeft gedurende de geheele zitting steeds in een atmosfeer van volmaakte hartelijkheid verkeerd. In het bijzonder besprak Briand het resul taat der presidentsverkiezingen, waarbij hij ontkende, dat dit een veroordeeling zou zijn van de door hem gevolgde buitenlandsche politiek. Briand verklaarde van de Kamer te verwachten dat zij hierover haar definitieve houding zal uitspreken. De organisatie van den vrede, aldus ver volgde Briand, hangt af van zekere interna tionale verplichtingen, zooals het Kellogg- pact. Deze verplichtingen worden in haar geheel door het Fransche parlement erkend. De gebeurtenissen te Geneve hebben aan getoond, dat de door mij, aldus Briand, ge volgde politiek van Europeesche toenadering, zich mag verheugen in algemeenen bijval. Om deze reden meent de minister het recht te hebben te mogen beweren, dat zijn werk zaamheden in deze aangelegenheid niet ver- geefsch geweest zijn. Wat de kwestie der DuitschOostenrijk- sche „Anschluss" aangaat, zeide Briand, dat hiervan zoowel de politieke, als de juridische en economische zijden besproken zijn. In werkelijkheid kan de onafhankelijkheid niet worden aangetast zonder dat de Volken bondsraad zich hierover heeft uitgesproken. Er mag geen verschil worden gemaakt tus- schen politieke en economische onafhanke lijkheid. Franklin Bouillon heeft derhalve niet het recht te zeggen, dat ik, aldus Briand, de Fransche zaak te Geneve heb verraden. Briand eindigde zijn redevoering, die door levendigen bijval van de leden van links en het midden werd begroet, met de woorden: „Het is niet waar, dat de Nationale Verga dering van Versailles de buitenlandsche po litiek heeft veroordeeld. Dat zal de stemming van heden aantoonen". Na de rede van Briand diende afgevaar digde Drouot (links-republikein, lid der groep Tardieu), een resolutie in, waarin de Kamer haar vertrouwen uitspreekt in de door de regeering tot nu toe gevolgde vredes-poli- tiek, en uitgenoodigd wordt deze politiek voort te zetten. De minister-president verklaarde zijn in stemming met deze resolutie en stelde voor over te gaan tot stemming over deze resolu tie voor de behandeling der prioriteitseisch der Radicaal-socialisten. Laval stelde hierbij de vertrouwenskwestie. Het prioriteitsvoor- stel der Radicaal-socialisten werd verworpen met 318 tegen 261 stemmen. Zoodat de re geering dus een meerderheid had verkregen van 57 stemmen. Briand, i.d. de Fransche regeering, was dus gered. Wel zal hij nog tal van aanvallen moeten afslaan, maar die zullen in vergelij king met dezen, slechts beschouwd kunnen worden als schermutselingen, waarbij de overwinning van Briand bij voorbaat al ver zekerd is! Het kan niet anders, of de overwinning van Briand moet als een gelukkig teeken voor Frankrijk beschouwd worden, dat nu verder kan gaan met zijn buitenlandsche politiek, dat langzamerhand een stuk levensgeschiede nis van Briand geworden is, en dat alleen door Briand verder kan worden uitgewerkt. „TIJGERKATTEN". Protest van een schouwburg- bezoekster. In het Royalty Theatre te Londen werd de zer dagen een reprise in de Engelsche verta ling gegeven van Karen Bramson's „Tijger- katten". Toen het scherm zakte en het pu bliek zijn bijval betuigde klonk er plotseling een vrouwenstem van de eerste rij: „Ik pro testeer" zeide de stem. „Zoo zijn de vrouwen niet. Waarom schrijft de schrijfster geen stuk tegen de mannen?" De vertolker van een der hoofdrollen, Robert Loraine, poogde de eige nares der stem, een aardige jonge brunette, te kalmeeren door te zeggen dat de schrijf ster over iets dergelijks dacht. (Het stuk doet het voorkomen of alle vrouwen tijgerkatten zijn en dat zij, als zij niet kunnen krijgen wat zij willen hebben, haar klauwen uitslaan en krabben). EGYPTISCHE ARBEIDERS DOOR ZAND BEDOLVEN. Veertien personen omgekomen. Vijf arbeiders, die op een zandheuvel bij Luksor (in Egypte) aan het werk waren, zijn door een zandverschuiving bedolven. Deze bedolf eveneens negen mannen, die den ar beiders te hulp kwamen. Alle bedoiveaen kwamen om het leven,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1