'Mt
i Waarom noodeloos dag in, dag uit
aan doffe, onophoudelijke rugpijn
lijden met scherpe, stekende pijn
bij bukken of zich oprichten? Waar-
ioin die ellendige last van urine-
ikwalen, hoofdpijn en duizeligheid?
Deze kwalen wijzen maar al te vaak
lop nierzwakte, waardoor urinezuur
ten andere schad3Üjk" onzuiverheden
Sin het bloed achterblijven in plaats
jvan er uit gefiltreerd te worden.
£and- etiJMÜé&uw-
SPchaakuddeê
Voor kleine tuinen.
JÜ ilÉÉ lÉl!
tsÊtSi/. dÊÊk
YlPlP^
ut wn^'
w.
mmm
Iwm 'mm. mm. gr
1 y//jy///> v//a///.
w
'W,
WE AVumriJHIA VATV EEHT VERKEERSAGENT Jl E.
Waarom? Als blijkens de ervaring
van zoovelen Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen in dergelijke gevallen zoo
weldadig kunnen werken: de ver
zwakte nieren weder kunnen opwek-
leen en versterken, en zoodoende
zoowel rheumatiek, jicht, water
zucht, spit en niergruis kunnen
.voorkomen als verbeteren.
Verwaarloos geen kostbaren tijd!
Grijp de kwaal onmiddellijk ln haar
wortels aan
Bij alle drogisten enz. 1.75 p. flacon.
makenmijn commissaris is daar lieele-
maal niet op gesteld op dat soort dingen".
Nu was dat niet heelemaal juist. Want zelfs
de strengste politiecommissaris zou op den
duur gevallen zijn voor de overmacht van de
Frangaises meest prinsessen, gravinnen
en baronessen waren het die even later op
het terrein van den strijd volkomen meester
zouden zijn. Tot op het moment waarop de
eerste wagen met ontzettende snelheid de
finish nam, alsof het een record op Brook-
lands of Monthlery betrof, bieef de briggus
in touw. Meneer Lang, die er eigenlijk niets
mee te maken had, werc verbalisee'd maar
moest hartelijk lachen. Hij had voo- heetere
vuren gestaan. Het optreden van de poüfie
d'& brigadier kreeg even later nog versterking
maakte de heele voorstelling voor de Pari-
siennes nog een beetje goed. Waar een poli-
tiepet te zien is en twee menschen er om
heen, kijken de Amsterdammers graag mee.
Zoo ging het ook hier, waar het overigens
een treurige vertooning was voor het eind
punt van een motorrit. Van het sportieve
van dien rit was dan ook weinig overge
bleven. Door de talrijke eetpartijen onderweg,
om beurten welwillend aangeboden door
een der deelneemsters, maakte het een weinig
serieusen indruk. En de chauffeurs en echtge-
nooten, die in andere wagens de dames volg
den om de stukken op te rapen, zooals een
schoffie meende te mogen zeggen namen
elke andere illusie over de sportprestatie fi
naal weg. Voor de rest viel er niets op te zeg
gen. Er waren groote dure automobielen van
wereldmerken en vele elegante kostbaar en
chic gekleede chauffeuses. Het was een onge
organiseerde mode-show, maar vrouwelijk
Amsterdam ontbrak. De aangekondigde ont
vangst door het gemeentebestuur ging niet
door; wel zijn er nog talrijke lunches en
diners geweest, maar daarvoor hadden de
dames gerust per trein kunnen komen en
hadden wij geen uren behoeven te wachten
op een. leeg Stadionplein met een drentelen
den Franschen Consul, wat K.N.A.C officials
en een ijsco-tentje, dat eigenlijk nog het be
langrijkste deel van den midcag werd.
Neen, deze introductie van Parijs op het
Stadionpelin in Amsterdam, zooals het hier
was voorbereid en georganiseerd, kan geen
succes worden geheeten. Als propaganda
voor het automobilisme als sport, een vol
komen mislukking. En het is eigenlijk te be
treuren dat een Koninklijke Nederiandsche
'.vutomobielclub haar medewerking verleent
bij dit soort „sport-evenementen". Men heeft
in Amsterdam het bezoek der Fransche vrou
welijke automobielclub met de 86-jarige pre
sidente, die als merkwaardigheid was meege
komen, genegeerd. Maar dit buitenlandsche
bezoek is ook niet beter waard geweest. Wij
zijn wel wijzer.
recht; zelfs voor den leek is het onbegrijpe
lijk, waarom de taxiprijzen sinds jaren te
hoog blijven, terwijl de prijzen der wagens,
van materialen, benzine, olie en banden ge
leidelijk lager geworden zijni De monopolie
kwestie schijnt ook hier evenwel een woordje
mee te spreken en dit systeem van vergunnin
gen tot een beperkt aantal is een leelijk ding
voor een stad als Amsterdam, waar tenslotte
het publiek toch maar zeer wordt gehandi
capt door het belangenoorlogje van een der
ondernemers. Wanneer morgen aan den dag
een nieuwe moderne, goed geoutilleerde
maatschappij van stationneerende taxis voor
de helft der huidige tarieven haar wagens in
de stad zou willen laten loopen, zou zij waar
schijnlijk geen vergunning krijgen. Dat dit
systeem voor het publiek en voor de geheele
stad dupeerend werkt, is komen vast te
staan uit de oprichting van ettelijke neven-
bedrijven op verhuurgebied in Amsterdam
en uit het steeds groeiende leger van snor
ders. Dat een autoverhuurbedrijf onder con
trole der autoriteiten zal moeten staan is
zeker. De veiligheid van publiek en passa
giers eischt dat. Maar dat concurrentie daar
bij uitgesloten zou worden is een wantoe
stand, een niet te tolereeren bevoordeeling
van een wel zeer kleine groep belanghebben
den tegenover een geheele gedupeerde stad.
Dat de Amsterdamsche autoriteiten in dit
verband eens naar Londen en Parijs zouden
kijken, kon ongetwijfeld zijn voordeelen heb
ben. Ook voor zoover het 't model der wa
gens en de handigheid, waarmede deze in
het drukke verkeer te besturen zijn. betreft.
De toestand, zooals Amsterdam 's avonds
tusschen 11 en 1 uur, tot lang na het sluiten
der café's, laat zien, is voor een stad, waar
orde en regel heerschL een ware schande.
Maar misschien gaan zij, die zich hieraan be
hoorden te ergeren, te vroeg naar bed.
VAN SIEOEN.
Wij kunnen evengoed de carousselclub van
„Amsterdamsche snorders" naar het buiten
land gaan afvaardigen, die eiken avond en
eiken nacht weer met hun geelbanben het
centrum van de stad beheerscht, als de auto-
mobielsport zoo wordt opgevat. De snorder
is de natuurlijke concurrent van den Amster-
damschen officieelen taxichauffeur, die een
zielige tragische figuur in het hoofdstedelijke
leven geworden is. Onze stadstaxis rijden
zoo goed als niet meer en dezer dagen zijn
wij opgeschrikt door een bericht, dat mis
schien in de toekomst er sprake vqn zal zijn,
dat de tarieven der officieele stationneerende
huurauto's verlaagd worden. Met zekerheid
is er nog niets van te zeggen. Neen, natuur
lijk niet, dat gaat allemaal niet zoo vlug.
'Maar met besliste zekerheid valt nu al wèl
te zeggen, dat wanneer de taxitarieven in
'Amsterdam verlaagd zullen zijn, juist op
dat oogenblik het geheele bedrijf dood zal
zijn. Snorders van uiteenloopende kwaliteit en
afkomst met een zeer gevarieerd wagenpark,
hebben bezit van de stad genomen op alle
die momenten, dat het publiek zich wel met
eigenlijk clandestien, deze geel-, groen-, oranje
een huurauto zou willen laten rijden. Het is
een roodbandtaxidienst, waarbij ook al weer
een geweldige verdeeldheid schijnt te be
staan en die zonder meer spot met regle
menten en orde in een groote stad. Immers
de politie staat machteloos tegenover deze
piraat-autoverhuurders, die niet staiionnee-
ren, maar rijden, steeds maar rijden. Rond de
pleinen, Rembandtsplein en Munt, snorren
zij, maar ook rond de menschen, die er uit
zien, alsof zij. wel eens wilden rijden. Het is
een vermakelijk gezicht, deze circulatie van
soms wel zeer vreemdsoortige voertuigen, die
een weinig betrouwbaren indruk voor den
kenner moeten maken. En natuurlijk heeft ons
officieele taxipark aljes vóór, behalve de ta
rieven. De wagens zijn keurig en staan even
als de bestuurders onder doorloopende con
trole van de verkeerspolitie, de meters werken
juist het ziet er alles keurig uit, maar is niet
te betalen. Van dezen abnormalen toestand
maakten de snorders een dankbaar gebruik.
En ook het publiek is op hun hand, En te-
DE RESULTATEN VAN HET
ONDERZOEK, INGESTELD DOOR
HET RIJKSLANDBOUWPROEF
STATION TE HOORN, INZAKE DE
UITBETALING VAN DE VOLLE
MELK, GELEVERD AAN DE COOP.
KAAS- EN BOTERFABRIEK.
Dr. Scheij betoogde over het bovenstaande
in de Vergadering van den Nieuwen Bonc
van Zuivelfabrieken het volgende:
Met groote belangstelling is door de
coöperatieve zuivelfabrieken in Noordhol
land en Friesland uitgezien naar de resu!
taten van een zeer omvangrijk onderzoek,
verricht door het Rijkslandbouwproefstation
te Hoorn inzake de beste methode van uitbe
taling der volle melk geleverd aan kaas- en
boterfabrieken. Onlangs is dit verschenen.
Ik stel mij nu tot taak u van dit zeer ver
dienstelijk werk, dat veel arbeid heeft gekost
op voor u bevattelijke wijze, datgene mede
te deelen, wat voor u van belang is te we
ten.
Er moesten vele monsters melk onderzocht
worden. Alleen voor Noordholland werd
gedurende een vol jaar om de andere week
het weekmonster onderzocht van de melk
geleverd door 10 leveranciers van 4 zuivel
fabrieken, dus van 40 leveranciers. De fa
brieken waren: Hoogkarspel, Heerhugo-
waard, Assendelft en Bobeldijk. Voor Fries
land is hetzelfde gedaan.
De bewerking van het groote cijfermate
riaal vormde een niet minder gewichtig dee'
van het onderzoek.
Het gaat om de vraag: moeten we voort
aan de melk uitbetalen naar berekend vetge
halte cf naar vetgehalte alleen? De wijze,
waarep het thans gaat is u bekend. Van de
bruto opbrengst voor de producten wordt
een bedrag voor onkosten afgetrokken én het
overblijvende netto melkgeld wordt verdeeld,
of over de K.G. geleverd vet of over de K.G
geleverd berekend vet, d.w.z. de K.G. vet
plus een derde van de K.G. vetvrije droge
stof. Daarbij wordt dus ook rekening gehou
den met het gehalte der melk aan vetvrije
droge stof, dus aan caseine, welke immers
voor een kaasfabriek ook van groote waarde
is. Toen een 30 jaren geleden hier begonnen
werd met de betaling naar gehalte, ontvin
gen de fabrieken geroomde avondmelk en
volle morgenmelk en in dat geval moet men
rekening houden met het caseinegehalte, om
dat de verhouding vet en caseine door de ge
deeltelijke ontrooming verbroken is gewor
den. Wanneer alle melk vol geleverd wordt,
staan wij voor een ander geval.
Een zeer logische methode van uitbetaling
zou zijn, het geleverde vet en de geleverde
caseine te betalen; de rest van de melk, de
wei, wordt onder de leveranciers weer ver
deeld. Maar we beschikken nog niet over
een in de praktijk uit te voeren massa metho
de om het gehalte aan caseine te bepalen,
zooals het vetgehalte.
Bij de betaling naar berekend vet. nemen
wij aan:
lo. de hoeveelheid geleverde vetvrije dro
ge wrongel (welke dus met het vet en het
vocht de hoeveelheid ongezouten kaas be
paalt) is gelijk aan het een derde van de
vetvrije droge stof der melk. In sommige ge
vallen werd een groot verschil gevonden tus
schen een derde der vetvrije drege stof en de
hoevelheid vetvrije droge wrongel, die een
leverancier leverde, waarop het toch aan
komt. Men heeft deze en alle andere vragen
nagegaan afzonderlijk voor den weidetijd en
den winter; gedurende den zomer was de
overeenkomst het best.
In het algemeen was de overeenstemming
nog al goed, zij die destijds een derde aan
namen, waren er heel dicht bij wat het ge
middelde betreft, dcch het aantal te sterke
afwijkingen is toch te groot.
2o. de waarde van die vetvrije droge
wrongel is gelijk aan die van het vet. De on
derzoekers nu hebben beide veronderstellin
gen aan de feiten getoetst en het is gebleken,
dat daarop wel wat is af te dingen. Ik ver
moed, dat wij allen aan de gelijkwaardigheid
van vet en vetvrije droge wrongel getwijfeld
lebben, maar we wisten er niets beters voor
in de plaats te stellen. In het rapport is deze
kwestie uitvoerig belicht. Wij voelen eigenlijk
ook wel (en het was mij een onbehagelijk ge
voel) dat die gelijkwaardigheid niet bestaat,
met kan bestaan. Wanneer er volvette kaas
werd gemaakt dan zou het nog gaan* dop*1
't gaat thans om onze kaas- en boterfabrie-
ken.
Een fabriek, die alleen boter maakt zal er
toch niet aan denken om het vet in waarde
gelijk te stellen aan de caseine, die over de
boerderijen verdeeld wordt voor voederdoel
einden.
Welnu bij de bereiding van 40 plas kaas,
is de boterproductie, wat hoeveelheid en gel
delijke opbrengst betreft, van belang.
Nu zou men voor een bepaalden kaasprijs
en boterprijs en bij een bepaalde vetverdee-
ling b.v. bij bereiding van uitsluitend 40 plus
kaas. een waarde verhouding kunnen vast
stellen, maar dan zit men direct verlegen,
wanneer de omstandigheden anders worden,
bijv. de prijzen der producten.
De onderzoekers hebben met deze feiten
volop rekening gehouden. Zij hebben vastge
steld, wat de 40 leveranciers, verdeeld over
4 fabrieken, gedurende den zomer en gedu
rende den winter voor de melk toekwam,
wanneer de becijfering zoo veel mogelijk de
waarheid benadert en daarmede vergeleken,
hoeveel er per 100 K.G. melk meer of minder
is uitbetaald volgens de vetmethode of naar
berekend vet, bij verschillende waardever
houdingen tusschen vet en vetvrije droge
kaas.
Bij de betaling naar vetgehalte gaan we
van de veronderstelling uit, dat vettere melk
ook meer caseine bevat. Bij de proeven des
tijds in Friesland genomen viel dat mee,
maar het betrof toen gemengde fabrieksmelk,
terwijl het hier gaat om de melk van boerde
rijen afzonderlijk.
Het onderzoek heeft nu geleerd, dat het
op en neergaan van het vetgehalte en caseine
gehalte niet meevalt vooral niet gedurende
den tijd van de grootste productie aan melk.
Een zeer belangrijke kwestie is de volgen
de:
De fabrieken houden van het bruto melk
geld de onkosten af, en verdeelen de rest. Dit
wordt gedaan bij betaling zoowel naar vet
als naar berekend vet. Men zou ook de bruto
opbrengst kunnen verdeelen over de K.G.
vet (resp. berekend vet) en van het bruto
melkgeld van de leveranciers afhouden de
expolitatiekosten, berekend over de hoeveel
heid geleverde melk. In dit geval slaat men
die kosten over de hoeveelheid melk om, ter
wijl bij de algemeen gebruikelijke methode
de onkosten over de K G. vet (resp. berekend
vet) worden ingehouden.
Het is, dunkt mij, zonder twijfel, dat de
heffing van de kosten over de melk billijk is.
Nu doet zich bij de betaling naar vetgehalte
het eigenaardige geval voor, dat men 2 fou
ten kan maken, die elkaar tegenwerken, zoo
dat het slot der rekening vrijwel klopF. Een
veehouder, die vette melk levert, betaalt te
veel onkosten, wanneer deze over het vet in
plaats van over de melk worden ingehou
den. Maar hij levert minder caseine dan met
het hooge vetgehalte zou overeenkomen, dus
dat compenseert den te hoogen aftrek.
Bij de betaling naar berekend vet doet zich
die tweede omstandigheid niet Voor dus men
maakt een fout door de onkosten om te
slaan over de geleverde K.G. berekend vet.
Het onderzoek heeft dan. ook duidelijk ge
leerd, dat een fabrieR, die naar berekend vet
wil betalen de onkosten over de melk en niet
over het berekend vet moet omslaan.
Een der conclusies van het rapport is dus,
dat de methode van uitbetaling naar bere
kend vet, zooals die thans wordt uitgevoerd,
gewogen en te licht bevonden is. De fabrie
ken kunnen daarmede niet voortgaan.
Wanneer zij voortaan de onkosten over de
melk verdeelen en wanneer zij gaan invoeren
een veranderlijk verhoudingsgetal ter omre
kening van de waarde der vetvrije droge stof
op vetwaarde, dan wint die betalingsmethode
het van de betaling naar vet alleen, vooral
in de zomermaanden. Evenwel is er kans,
dat voor semmige boerderijen de berekening
der geleverde vetvrije droge kaas als zijnde
een derde van de vetvrije droge stof der melk
te onnauwkeurig is.
Hoe staan wij nu tegenover deze voor
waarden
Het komt mij voor, dat de verdeeling der
onkosten over de melk geen te groote bezwa
ren zal medebrengen, de vaststelling van de
waardeverhouding van vet en vetvrije droge
wrongel, zal wel vele moeilijkheden geven.
Voor de groote fabrieken wil ik dit niet be
weren; zij beschikken over deskundige
krachten.
Maar voor de kleinere kaas- en boterfa
brieken zal het niet uitvoerbaar zijn en dan
is het voor haar aan te bevelen om maar de
meest eenvoudige methode dus betaling naar
vetgehalte te kiezen, welke immers bruik
baar is gebleken. Hierbij moeten we dus de
onkosten omslaan over de hoeveelheid gele
verd vet.
Misschien kunnen wij over eenige jaren
het caseinegehalte der melk even gemakkelijk
bepalen als nu het vetgehalte en dan staan
wij weer anders voor de kwestie.
Sommige boerderijen zullen per jaar nog
heel wat te veel of te weinig ontvangen.
Melk is nu eenmaal een vloeistof met zeer
wisselende samenstelling en we kunnen de
waarde slechts benaderen.
Trouwens wat is de waarde? Men denke
maar even aan de kwaliteit.
Wat nu de kaasfabrieken betreft, die dus
de avondmelk in gedeeltelijk afgeroomden
toestand ontvangen, is het van zelfsprekend,
dat zij niet naar vetgehalte kunnen betalen.
Mijn advies aan die fabrieken is om door te
gaan met de betaling naar berekend vet, met
de waardeverhouding 3 K.G. vetvrije droge
stof in de melk is 1 K.G. vet. Zij verwerken
al het vet der melk tot kaas en niet een be
langrijk deel tot boter. Dit maakt dat deze
uitbetalingswijze in dien te eenvoudigen
vorm juister is voor de kaasfabriek dan voor
de kaas- en boterfabriek.
Maar een ding moeten de kaasfabrieken
wijzigen, n.1. de onkosten niet langer verdee
len over de K.G. berekend vet, doch over de
melk.
Dit is toch ook billijk. Zij, die dunne melk
leveren veroorzaken meer kosten aan het be
drijf. De uitvoering der gewijzigde berekening
biedt geen bezwaar van eenige beteekenis.
Zoo omstreeks Pinksteren is het
gewoonte om onze bloemperken te k
planten met zomerbloemen. Waar de*"
voorjaar*.
perken nu beplant zijn met
bloeiers zullen we even moeten
ten tot deze zijn uitgebloeid, of althan"
minder mooi gaan worden. Voor zomer
beplanting kan men tal van potplanten
en zaaibloemen gebruiken. De Geranium
(Pelargonium zonale) zal als perknlan»
wel niet gemakkelijk verdrongen wen
den, daar deze doorbloeiende en gemak"
kelijk te kweeken potplant terecht een
algemeene bokendheid geniet. Vooral
aangeplant in combinatie met ander
platenmateriaal komen de veelal
scherpe kleuren goed uit. Als aanvul
lend materiaal zijn inzonderheid goed t«
gebruiken verschillende planten met
zilverwit blad als: Gnaphalium lana
turn, Centaurea candidissima, Cineraria
maritima, Leucophytum Brownu, \n
tenaria tomentosa, Santolina, e. a óok
bij andere perkplantcn met een heldere
bloemkleur zijn deze planten met succes
te verwerken; zoo b.v in combinatie
met Catceolaria, heldergeel bloeiend
Salvia splendens, met lielderroode bloe'
men, S. patens, hemelblauw, Lobelia
fulgens, met bruinroorie bladeren en
vuurroode bloemen, verschillende ge.
gouiasoorten enz. Vooral in Engelschè
tuinen en parken worden deze en andere
perkplanten in combinatie met boven
genoemde zilvergrijze bladplanten aan
geplant en een dergelijke ondergrond
doet de kleuren bijzonder mooi uit
komen. Ook moet men bloemperken niet
stijf symmetrisch beplanten, immers
gaat het natuurlijke van zoo'n tuinon-
derdeel daardoor te veel verloren. Bij
beplanting van 'n tuin moet men wel be
denken dat men niet te doen heeft met
hout of steen, maar met levende natuur-
kinderen die bij voorkeur niet als sol-
daten in het gelid staan. Voor schaduw,
rijke plaetsen kan men voor beplanting
geb-uik maken van de zoo mooie Knol
begonia's, welke daar juist op hun plaats
zijn. Da .Struikbegonia's groeien hier
ook nog wel maar zijn toch mooier op
een eer zonnige standplaats. Geef Be
gonia's vooral een luchtigen, humusrij-
ken grond en breng zoo noodig een
laagje turfmolm, vermengd, met oude
koemest aan, wat dan door den boven
grond wordt vermengd. Van de eenjari
ge zomerbloemen zijn lage Asters, lage
Afrikanen, lage O. I kers, Mimulus. Ibe-
ris of scheefbloem, Nemesia, Antirhnum
of leeuwenbek. Penstemon en Dimor-
photeca goed geschikt voor perkbeplan-
ting.
Dgl
Oplossing tweezet 340.
Ke
Kc4
d3
fe4
f4
Oplossing eindspel 446.
1 Pc6! dc6 2. Pg6 f3 3. Peó f2
Dhl. mat.
Dg8 mat.
Pc3 mat.
Dg8 mat.
Dd4 of Td4 mat.
4 Pd3
flu c. Pb2 en wit zet in den volgenden
zet mat, omdat de zw. Dame (dank zij
1. Pc6!) geen schaak kan bieden.
Oplossing eindspel 447.
1. Pcl6 e3 2. Pf7f Kh7 3. Pgó+ Kh6 (of a)
4. Kf7! (niet 4. Keö? wegens e2 5. Pf3
elDf 6 Pel gó enz.) 4e2 5. Kg8 elD
6. Pf7 mat.
a. 3Kh8 i. Kg6 e2 5. Pf3 Kg8
Kg5! en Kf4 met winst.
Probleem 341
(W. A. Shinkman).
6.
Tweezet.
Eindspel no. 448
M. Ha vel.
pp ||p i» m
f g h
Wit speelt en wint.
Eindspel 449.
Dr. Skalicka en Dr. Schubert.
8
m- -v
a I) c d e
Wit speelt en wint.
Een mijner getrouwe lezers verzoekt
mij iets over de Fransche partij en de
beste voortzetting voor wit zoowel als
voor zwart te geven en (of) een practisch
studieboekje daaromtrent aan te wijzen.
In' antwoord daarop geef ik het vol
gende: De kleine schaakgids van Mieses
—Schelfhout. Uitgave in 't Holjandsch
van G B. v Goor Den Haag
Dit boekje is 't derde der drie deeltjes
van de Duitsche uitgave van Mieses
naar 't Hollandsch bewerkt door Schelf
hout en kost 't luttele bedrag van 45 ct.
't Is verdeeld in le deel (de oudste
speelwijze 1. e4 e6 met 2. f4 dó).
2e speelwijze 1. e4 e6 2. r4
3e speelw ijze 1. e4 eG 2. De2
4e speelwijze 1. e4 e6 2. eó.
5e speelwijze 1. e4 efi 2. d3
6e speelwijze 1. e4 e6 2. b3.
7e speelwijze 1. e4 e6 2. g3
2e deel regelm. speelwijzen,
le speelwijze 1. e4 66 2. d4 dó 3. edó
2e speelwijze 1. e4 e6 2. d4 dó 3 eó.
3e speelwijze 1. e4, eR 2. d4 dó 3 Pbd2
4e speelwijze 1. e4 e6, 2. d4 dó 3 Ld3
5e speelwijze 1. e4 e6 2. d4 d5 3, Le3
6e speelwijze 1. e4 e6 2. d4 dó 3. Pc3
met Varinaten
I 3Lb4
II 3cö (Marshall).
III 3Po6 (Alapin).
IV 3de4 (Lasker).
V 3Pf6
Ondervarianten van V
A 4. ed5
B 4. Ld3
C. 4 e5 (Steinitz).
D 4. Lgó
Ondervarianten van V.D.
a. 4de4 (Lasker)
b. 4Lb4 (Max Cutcheon).
c. 4. Lc7
Ondervarianten van V.D. c
1. 5. Lf6
2. 5. edó
5. eó
3.
599. Vergezeld van den officier van de wacht en de
grootvizier en gevolgd door twee wachten van het
paleis, verliet het lieve prinsesje, geheel in het wit ge
kleed, de plaats, waar zij zoolang gevangen had geze
ten. Wat zal men nu met mij doen, vroeg zij zich
angstig af.
600. Eindelijk kwam het schuitje, waarin allen had-^
oen plaats genomen, om naar het eiland in de rivi®
e worden gebracht, bij dit eiland. Daar was ook he
matroosje op zijn paard. Het matroosje, ook niet van
gister, die een valstrik verwachtte, zeide: Als he
prinsesje uit het bootje op het eiland is, dan kotnt d
sultan, die in de lucht gevangen wordt gehouden,
naar beneden. Maar ook niet eerder, brave lieden, zei-
de hij plagend lachend.