DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad Hit Aet JUuCement lo. 131 ZATERDAG tt JIJ Al 1931 133e Jaargang. Dank zij de werkverschaffing zal onze middenstand spoedig uit de malaise worden geholpen. Alle bij de gemeente solliciteerende dames wordt aangeraden haar trouwplannen niet voor haar benoeming wereldkundig te maken. De gemeentelijke dwarskijker heeft dwarser naar de gemeente dan naar de veiling gekeken. Overigens hebben wiji de zelfbeheersching Tenslotte zag men aan de rechterzijde, met behulp van den vrijheidsbond, een amen dement-Vogelaar aangenomen, waardoor weliswaar de gehuwde vrouw als regel wordt buitengesloten, maar voor bepaalde gevallen, waarin de vrouw nu eenmaal als kostwinster zal moeten optreden, een uitzondering moge lijk zal blijven. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- er Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. De geheele Raad heeft zich Donderdag middag aan het zonnige gelaat van den heer Keesom gekoesterd, die in de dagbladen had laten bekend maken, dat hij een dezer dagen in het huwelijk hoopt te treden. En aangezien er tegenwoordig zoo weinig zonnestraaltjes in de raadszaal doordringen en een bruidegom in de rij der edelachtbaren een groote zeldzaamheid is, heeft de burge meester gaarne de gelegenheid aangegrepen om in het openbaar even aan dit heugelijk feit te herinneren en, mede namens den Raad, zijn beste wenschen voor een voorspoedige vaart van 's heeren Keesom's huwelijks bootje uit te spreken. De bruidegom heeft daarvoor met eenige vriendelijke woorden bedankt en het meer tastbare bewijs van zijn levensvreugde ver scheen een uurtje later, bij de gemeentelijke thee, in den vorm van een huwelijkscake waarvan alle edelachtbare en niet-edelacht- bare aanwezigen een dankbaar gebruik ge maakt hebben. Wij helpen hopen, dat deze bekend^ ac countant in zijn verder leven telken Vjare groote overschotten aan voorspoed en geluk zal mogen boeken en zullen gaarne onzt ge- lukwenschen nog eens te dezer plaatse her halen als in komende jaren het moscovisch gebak nog eens door een surprise in beschuit- vorm vervangen mocht blijken. Nadat bij de vaststelling der jaarwedden- van het Ziekenhuis-personeel mej. Carels op nieuw een lans had gebroken voor de titu latuur der daar werkzame dames en de keu ken- en naaijuffrouw met aller goedvinden tot hoofd van de keuken en hoofd van de naaikamer gepromoveerd waren - wat de gemeente niet op een hoogere salarieering te staan is gekomen werd een langdurige bespreking gehouden over een werkverscha.- fing aan crisiswerkloozen, met name aan si garenmakers en metaalarbeiders. Waarom juist deze beide categoriën zonder werk zijn is niet heelemaal duidelijk omdat zoowel het metaal als de sigaren ook in den zomer tot de geregelde gebruiksartikelen behooren, maar zij schenen nu eenmaal een streepje voor te hebben en te hunnen behoeve werd een werkverschaffing bij den plantsoendienst in het leven geroepen, die een bedrag van 11400 uit de gemeentelijke schatkist zou kosten. De heer Keesom vond dat een ongezonde economie omdat vijf menschen nu het werk zouden doen, dat anders door twee arbeiders verricht zou kunnen worden en hij vreesde bovendien, dat deze zomerwerkverschaiting de arbeidsobjecten voor den winter zou weg nemen, waarna de voorzitter hem uitlegde, dat het hier in hoofdzaak grasknippen en bloemetjes planten betrof en het geen over tollige weelde zou zijn als het gras van den winter nog eens geknipt werd en de bloeme tjes om dien tijd niet meer geplant behoeven te worden omdat zij dan al lang uitgebloeid zullen zijn. Wethouder Klaver heeft daarbij een be schouwing over werkverschaffing gehouden en uitgelegd, dat dit nu eenmaal inhoud., dat men ongeschoolden aan het werk moe zetten en dat dan het werk natuurlijk meer arbeiders vraagt dan wanneer men het door vaklieden in vasten gemeentedienst laat uir- voeren. Dit werk is niet improductief want net moet toch gebeuren. Improductief is slechts de arbeidstijd, die door de ongeschooldheid der arbeiders meer dan normaal aan het werk besteed wordt, maar deze improductivi- teitsfactor treft men nu eenmaal bij elke werkverschaffing aan. Volgens wethouder Westerhof is deze im productiviteit eigenlijk ook nog maar theore tisch want gaf men deze menschen dat werk niet, dan zou men ze geheel uit de gemeen e- kas moeten ondersteunen en werk is in alle opzichten boven steun te verkiezen. Bovendien goochelde hij weer zoo handig met cijfers, dat men langzamerhand den in druk kreeg alsof deze werkverschaffing eigenlijk een voordeeltje voor de gemeen.e beloofde te worden. Immers, het kostte geen 11400 want men moest daar aftrekken de gemeentelijke ondersteuning, welke men an ders via het Armbestuur toch zou moeten be talen. En bovendien bleek deze wethouder met onverwoestbaar optimisme nogmaals be reid bij den minister om Rijkssubsidie aan te kloppen met de mededeeling, dat men welis waar het uurloon op 43 cent gehandhaafd had, maar dat deze crisissteun tot de bijzon der noodlottige omstandigheden moest wor den gerekend. Hij betoogde, dat de middenstand met deze werkverschaffing bijzonder in het schik was omdat nu de koopkracht van de werkloozen weer grooter zou worden en kwam teveps aan alle kanten tot de overtuiging, dat het de moeite niet waard was om over het geld te spreken, ook al omdat de in de bijlage ver melde loonen wel niet uitgekeerd zouden worden, daar deze verband hielden met een rijk gezegend huishouden, terwijl de gemeen telijke statistieken uitgemaakt hadden, dat elke werklooze gemiddeld anderhalf kind heeft, wat hij, na eenige lcwasie verwonder de uitroepen van edelachtbare zijde, ver duidelijkte door mede te deelen, dat twee echtparen samen drie kinderen hadden, wat intusschen bedenkelijk veel op niet te verdedigen familierelaties begon te lijken. Hoofdzaak was, dat deze gemeentelijke steun dank zij ook een Provinciale sub sidie eigenlijk voor een koopje kon ge schieden, wat niet wegneemt, dat wij na de werkverschaffing in den winter geleidelijk te hebben zien groeien, niet zonder bezorgdheid zien, dat deze nu ook al in de zomermaanden haar intree gedaan heeft. Het zal bij malaise in sigaren- en metaal- fabrieken niet blijven en wij vreezen, dat ongemerkt de eerste stap gezet is op een ter rein waar in de toekomst nog'heel wat Alk- maarsche belastingpenningen voor Maat schappelijke hulp gereserveerd zullen moeten worden. Iedere burger in deze gemeente is ver plicht aan zijn woning of winkel een leelijk bordje te laten bevestigen met de mededee ling, dat het ter plaatse verboden is te par keeren, dat rij- en voertuigen zich daar niet mogen vertoonen, of dat de maximumsnel heid daar een bepaald aantal Kilometers be draagt. Wil de winkelier evenwel van eenzelfde gastvrijheid van de gemeente profiteeren door een paar steigerpalen in den grond te zetten of door een bordje te eigen behoeve uit te steken waarop bijv. vermeld wordt, dat zijn zaak van twaalf tot twee gesloten is of dat een bepaald artikel in zijn winkel verkrijg baar is, dan komt het op financieel gebied uiterst vindingrijke college van B. en W. en verkondigt, dat daarvoor een aparte belas ting in den vorm van precario-rechten ver schuldigd is. En omdat in het huwelijk de liefde niet altijd van één kant kan komen, heeft een verbolgen winkelier kort geleden pertinent geweigerd zijn woning door gratis verkeersbordjes te laten ontsieren met het gevolg dat B. en W. thans voorstelden dit voortaan bij verordening verplichtend te stellen. Door dergelijke verordeningen trekt de ge meente natuurlijk altijd aan het langste eind, maar het onbillijke in dit wederzijdsch hulp betoon bleek toch tot den heer Bakker door gedrongen en bij bepleitte zoo spoedig moge lijke afschaffing van de precariorechten, welk voorstel eenige maanden geleden onge twijfeld met enthousiasme door den heer Westerhof verdedigd zou zijn. Hij was nu evenwel, naast strijder voor de belangen van den verdrukten middenstand, ook nog wet houder van financiën, met het gevolg, dat hij te kennen gaf, dat hij niet thuis was en onmo gelijk kon opgeven, wanneer men hem over deze kwestie eens rustig te spreken zou kun nen krijgen. De middenstand bleek in den heer Govers een ridder zonder vrees of blaam te hebben gevonden. Twee- of driemaal heeft deze af gevaardigde zicli voor den te zwaar belas ten winkelier in het politieke strijdperk ge worpen en het zou ons niet verwonderen als tengevolge daarvan vele Aikmaarsche winke liers zich in den loop dezer maand unaniem voor de partij van den heer Govers verkla ren. van het edelachtbare gezelschap buitenge woon bewonderd waar vrijwel niemand, zoo vlak voor de groote verkiezingen, gebruik maakte van de gelegenheid om nog eens een politiek vischje uit te werpen, waaraan een groepje argelooze kiezers zich zou kunnen vastbijten. Integendeel, sommige afgevaardigden we zullen hier maar geen namen noemen hébben al hun best gedaan om nog eens dui delijk te demonstreeren, dat theorie en prac- tijk er twee zijn en dat een levende vertegen woordiger nog wel eens een en ander beeld van een partij kan geven dan de doode letter van het programma. Bij de rood-zwarte combinatie was het niet moeilijk de specifiekkatholieke wenschen in verband met het samenvallen van Allerhei ligen en de najaarsmarkt voor runderen in vervulling te doen gaan, waarna uitvoerig gedebatteerd is over een aangevraagde ver plaatsing van de Zaterdagavondmarkt, welke de bewoners van de Nieuwesloot voortaan in dat stadsgedeelte willen houden. De Zaterdagavondmarkt is eigenlijk een vondelingetje, dat door iedereen verstooten j werd, totdat men ontdekte, dat het een kindje van kapitaalkrachtige ouders geweest is. In den beginnen was niemand op die markt gesteld en men moest ze op het doode einde van de Laat houden, omdat anders de win keliers door deze concurrentie benadeeld zou den worden. Toen daartegen de marktkooplieden pro testeerden, bleek al spoedig, dat het spreek woord volkomen opgaat, dat waar het volk komt ook de nering is, met het gevolg, dat de Laatbewoners thans hun hart aan deze markt verpand hebben en alles in het werk stellen om het den kooplieden zoo aange naam mogelijk te maken. Nu willen de Nieuweslooters ook wel eens van die markt profiteeren en de heer Govers wilde ze dan maar om de week verplaatsen, maar een bij uitstek marktdeskundige als de heer Thomsen ried; ebt ten sterkste af en door den heer Bakker werd er op gewezen, dat op de Nieuwesloot veel minder winkeliers be voordeeld zouden worden, omdat dit een eigenaardige straat is, die aan de eene zijde wel eenig leven vertoont, maar aan de andere zijde volkomen verlamd is. Doordat de gemeente op de Laat ook de noodige kosten aan schakelaars en licht- haken gemaakt had, werd besloten het ver zoek dus maar af te wijzen en het zou ons niet verwonderen als de Laat-commissie he denavond opnieuw een muziekcorpsje laat optreden en de noodige illuminatie laat bran den om van deze overwinning op de Nieuwe sloot nog eens een even luisterrijk feest te maken als toen de straat enkele weken ge leden in enthousiaste buurtstemming het heugelijk feit der asfalteering gevierd heeft, Ten slotte kwam de hoofdschotel van het gemeentelijke menue nogmaals ter tafel en het bleek weldra dat zij, sinds de vorige week nog niets van haar attractie op het edel achtbare gezelschap verloren had. Er is over ambtenaren heel wat te zeg gen, niet alleen in verkiezingstijd, maar oök in minder emotievolle tijden en de ambtenaar zelf verkeert daarbij in de weinig benijdens waardige omstandigheid, dat er zonder hem en over hem wordt beraadslaagd1, zonder dat de edelachtbare grootmachten er zich boven dien veel van aantrekken of hij zich al dan niet in de over hem uitgesproken vonnissen zal weten te schikken. De katholieken handhaafden hun voorstel om geen gehuwde vrouwen in gemeentedienst aan te stellen en tegenover dit principe heeft de heer Westerhof een afschrikwekkend beeld opgehangen van de toestanden op fabrieken in het Zuiden waar tal van gehuwde vrou wen onder moeilijke omstandigheden een deel van het gezinsloon moeten verdienen. Waarom dan de gehuwde vrouw geweerd uit de zooveel gemakkelijker gemeentebetrek- kingn, waar blijft dan het principe! riep de heer Westerhof uit, maar de heer Wolden- dorp deed hem hetzelfde verwijt door te zeg gen, dat wanneer de wethouder arbeid van de gehuwde vrouw in fabric..-.i afkeurde, deze ook tegen de gehuwde vrouw in gemeen tedienst moest zijn, temeer omdat hij altijd beweerd heeft, dat de gemeente bij verkeerde toestanden het voorbeeld van verbetering dient te géven. Mej. Carels, die zich als een tweede Jeanne d'Arc in volle wapenrusting in het strijdperk had geworpen om haar bedreigde sexegenooten te beschermen, moest den hope- loozen strijd weldra opgeven, maar toen even later beslist moest worden of de ambtenares, die in het huwelijksbootje stapt, voor goed afscheid van de gemeente zal moeten nemen, trof zij overwachts de beide veteranen van den Vrijheidsbond aan haar zijde, met wier hulp het haar gelukte dezenaaPïal PC bedreigde vrouwelijke zelfbeschikkingsrecht af te slaan. Toen even later gestemd werd over de vraag of de vrouw, die met onverzorgde kin deren achterblijft als de man en kostwinner in dienst der gemeente gestorven is, ook een uitkeering zal krijgen als zij niet met dien man gehuwd is geweest en geen familie van hem is, liep mej. Carels plotseling naar het kamp van den politieken vijand over, zoodat de heer Sietsma de eenige was, die hierbij de zijde der roode opposanten heeft gekozen. Vergiste zij zich bij het uitbrengen van haar stem, of maakt zij ook deel uit van vrouwenorganisaties, die alleen het wettelijke huwelijk bij gemeentelijken steun, als conditio sine qua non willen erkennen? Vastgesteld is, dat een ambtenaar in zijn vrijen tijd niets doen mag, dat zijn dienst kan schaden en ook niets doen mag, „wanneer derden daardoor in hun bestaan zouden kun nen worden geschaad". De uitdrukking is vrij vaag en wij zijn blij, dat wij in ieder geval niet voor de beslissing gesteld zullen worden of de een of andere bijverdienste al dan niet verkregen wordt door bezigheden waardoor een ander kan worden geschaad. Wij gevoelen in het algemeen weinig voor persoonlijke vrijheidsbeperking en het lijkt in derdaad wat onbillijk, dat een ambtenaar, die in den regel ook geen millionnair is en die door huiselijke omstandigheden toch op zware lasten kan komen, niet het recht van iederen burger zou hebben om zijn vrijen tijd productief te maken. Men voert daartegen aan, dat hij anderen zal kunnen beconcurreeren, maar dat kan iedereen, die betaalden arbeid verricht, al be grijpen wij de ontstemming van ingezetenen, die in hun belasting aan de ambtenaarssala rissen moeten bijdragen en zich terzelfder tijd door die ambtenaren die door hun vaste positie op veel gunstiger voorwaarden kunnen werken beconcurreerd zien. Maatstaf voor beoordeeling lijkt ons nog Hun taak zal allesbehalve een aangename zijn, wij vreezen, dat men op de veiling de wrange vruchten zal plukken van wat men in de laatste jaren in breede teelerskringen aan ontevredenheid gezaaid heeft en wij hopen slechts, dat weldra mag blijken, dat er nog iets te redden valt omdat niet zoozeer be straffing der schuldigen dan wel de weder opbloei van deze nuttige stichting ten slotte het doel van elk gemeentelijk onderzoek en van elke reorganisatie zal moeten wezen. DEN HAAG, 5 Juni 1931. De Kamer heeft heden de behandeling van de wijziging van de Auteurswet voortgezet. Eerste spreker was de heer T e u 1 i n g s (r. k.) die uit vrees voor een buitenlandsche monopolie voorstander van het wetsontwerp verklaarde te zijn. Voor belanghebbenden achtte hij een dergelijk monopolie onge- wenscht. Zijn opvatting zou anders zijn, wanneer er kans bestond op een desnoods internationale samenwerking. Intusschen achtte hij het ontwerp juridisch niet boven bedenking, doch de spr. wenschte ter wille van het openbaar belang daarover heen te stappen. De heer Knottenbelt (lib.) is in theorie voorstander van een wettelijke rege ling van de inning der auteursrechten, maar wil daartoe geen blanco volmacht aan den minister verstrekken. Spr. dringt dus aan op een betere regeling dan thans is voorge steld. Spr. is echter voorstander van de orga nisatie van een nationale instelling en licht dit nader toe. Daardoor kan willekeur worden voorko men, belanghebbenden kunnen invloed heb ben op de samenstelling van het bureau, toe zicht worden gehouden op de tarieven. Maar in het wetsontwerp komt dit alles niet tot uiting; ten onrechte is elke richtlijn weggela ten. Spr. raadt daarom den minister zijn ontwerp terug te nemen ten einde met een meer de finanrieele toestand waarin een he betel' voorstel te komen- Met amendementen meer de nnancieele toestand waarin een be- vap niet te werken paald ambtenaarsgezin verkeert dan de aard van de nevenbetrekking, temeer omdat bijv. hét bezoldigd bestuurdersschap van een veree- niging of het zitten in een examencommissie geen beletsel blijken en men daardoor onwil lekeurig de hoogere ambtenaren boven de anderen zal kunnen protegeeren. De materie is uiterst lastig, er zitten aller lei verrassingen in en men zou bijv. kunnen vragen waarom de Soc.-Dem., die zoo tegen de bestaansbedreiging van anderen zijn, wel goedvinden, dat de gehuwde vrouw in ge meentedienst komt, waardoor toch onnoodig het bestaan van andere sollicitanten op ern stige wijze geschaad zal kunnen worden. B. en W. moeten het verder maar uitzoe ken en wij gelooven wel, dat zij in vele ge vallen deze verordening met de noodige soe pelheid zullen toepassen. Bij vrijwel elk artikel van het reglement bleken een of meer afgevaardigden de noodi ge vragen te willen stellen of amendementen gereed te hebben en de heer Sietsma, die zelf ambtenaar is en het gemeentelijk voorstel blijkbaar met tal van andere reglementen vergeleken had, was zoo onuitputtelijk in zijn voorstellen tot verandering, dat de bur gemeester een ernstig beroep op hem deed om op deze wijze niet voort te gaan, daar de behandeling dan nog ettelijke raadsvergade ringen in beslag zou kunnen nemen. Als eenig antwoord vroeg de heer Sietsma daarop of het vrij geven op „Paaschfeest" niet verduidelijkt moest worden door er het woord „Christelijk" bij te zetten. Hij was blijkbaar beducht, dat het geheele gemeente- personeel op Israëlitisch Paschen recht op va- cantie zou laten gelden, maar de burgemees ter heeft toen nog wat meer spoed achter de behandeling gezet, zoodat weldra zoowel het reglement als de bepalingen van het scheidsgerecht zonder hoofdelijke siemming konden worden aangenomen. Als slot van het gemeentelijk vuurwerk heeft de heer Van Drunen een reusachtigen zevenklapper laten ontploffen, welk slotstuk met het noodige knaleffect gepaard ging en op alle aanwezigen dan ook een onvergete- lijken indruk gemaakt heeft. Hij vroeg of B. en W. al een onderzoek naar de balans van de Exportveiling hebben ingesteld, of het hun bekend is, dat het leven der ook op gemeentegeld drijvende instelling nu weer bedreigd wordt, doordat men een grooten exporteur het veilen belet heeft, en eindigde met de benoeming van een raads commissie te vragen, die den chaos aan deze veiling zal moeten onderzoeken. Het bleek, dat B. en W. inderdaad de ba lans gezien hadden en daarin zoo weinig vertrouwen stelden, dat zij zullen voor stellen, de door den Raad gegeven garantie voor een geldleening der veiling weer in te trekken en waar zelfs de heer Thomsen, die als gemeentelijke dwarskijker dwarser naar de gemeente dan naar de veiling heeft ge keken, met onverwoestbaar optimisme zelf het aanwijzen van een dergelijke commissie aanbeval, werd besloten, dat deze inderdaad zal worden ingesteld en dat de voorzitter daarvoor dezer dagen uit het edelachtbaar geglscfeip. een aantip aanwijzen, j De heer Var. den B ergh (s. d. a. p.) acht een monopolie op het gebied van het muziekauteursrecht gewenscht en acht het noodig, dat een nationaal bureau vooralsnog dit monopolie krijgt. Een monopolie van de S.A.C.E.M. is ongewenscht met het oog op haar gestie op verschillende punten, o.a. wat betreft de auteursbiljetten, het heffen van onverschuldigd auteursrecht enz. Wel zijn er ook ernstige grieven tegen de B.U.M, A. maar die zijn goeddeels voor verbetering vatbaar. Het wetsontwerp is z.i. niet in strijd met de Berner Conventie. Spr. hoopt dus op aanneming van het ontwerp evenals zijne fractie. De heer W ij n k o o p (comm.) is tegen het wetstvoorstel omdat het een particulier monopolie schept. De oprichting van een Staatsbureau heeft veelmeer zijn liefde. Spr, zal tegen het ontwerp stemmen. Zijn opmer king, dat het Parlement een „kletscollege" was, bezorgde hem een berisping des voor zitter waarvan hij zich niets aantrok. Toen kwam minister Donner aan het woord. Hij zette uiteen de bedoeling van het ontwerp als een poging tot bescherming van een zeer eigenaardig recht zooals het muzikaal auteursrecht is. Dat is de oorzaak van de vorming der auteursbureaux waarvan in elk land slechts één bureau voorkomt be halve ten onzent, waar er meer dan één wordt gevonden. Spr. schetste het ongewenschte van dezen toestand vooral omdat het Neder- landsche bureau werd overvleugeld door het buitenlandsche, wat de regeering tot optre den dwong. Er zijn bezwaren in te brengen tegen het standpunt der regeering doch dit was onvermijdelijk geworden. Spr. erkent dat het ontwerp een anderen toestand zal schep pen dan elders, maar strijd met de Berner Conventie ontkent hij. Ook ontkent hij, dat de materiëele positie der auteursgerechtigden slechter zal worden. De voorgedragen wet behoefde geen regeling aan te geven, zij bedoelde slechts de mogelijkheid van conces- sieverleening vast te stellen kon dus de uit werking van het beginsel aan de regeering overlaten. Met de gestie van B.U.M.A. is de minister niet ingenomen, maar voor een deel ligt dit aan het bestaan van meer dan één bureau. Bij een monopolie komt dat niet voor. Tegen onredelijkheden zal kunnen worden gemaakt, maar met de hoogte der tarieven mag de regeering zich niet bemoeien. De minister verwacht, dat de practijk de redelijkheid van het ontwerp zal uitwijzen. Aan het advies van mr. Knottenbelt om de wet rijker aan inhoud te maken, wenscht de minister geen gevolg te geven. Hierop repliceerde mej. mr. K a t z (c. h.)j en handhaafde hare bezwaren. Bij wijze van intermezzo werd hiertusschen overeenkomstig art. 112 van het Regl. v. orde. dat den Vrijdagnamiddag aanwijst als het' oogenblik waarop mondelinge vragen kunnen' worden gesteld, de heer W ij n k o o p (comm.)} in de gelegenheid gesteld den minister van binnenl. zaken vragen te stellen betreffend® de invoering der Tarwewet. Hij vroeg den minister of hij wist, dat importeurs personeel] ontslaan en inlandsche tarwe duurder wordt; zoodat er 10 millioen meer voor brood zal moeten vos den betaald, het brood met 2 cent' m.800gr. duurder u\ w.or&n. <fcr%

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1