DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad
Hit Aet JUuCement
lo. 131
ZATERDAG tt JIJ Al 1931
133e Jaargang.
Dank zij de werkverschaffing zal onze middenstand
spoedig uit de malaise worden geholpen.
Alle bij de gemeente solliciteerende dames wordt
aangeraden haar trouwplannen niet voor haar
benoeming wereldkundig te maken.
De gemeentelijke dwarskijker heeft dwarser naar de
gemeente dan naar de veiling gekeken.
Overigens hebben wiji de zelfbeheersching
Tenslotte zag men aan de rechterzijde,
met behulp van den vrijheidsbond, een amen
dement-Vogelaar aangenomen, waardoor
weliswaar de gehuwde vrouw als regel wordt
buitengesloten, maar voor bepaalde gevallen,
waarin de vrouw nu eenmaal als kostwinster
zal moeten optreden, een uitzondering moge
lijk zal blijven.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
er Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
De geheele Raad heeft zich Donderdag
middag aan het zonnige gelaat van den heer
Keesom gekoesterd, die in de dagbladen had
laten bekend maken, dat hij een dezer dagen
in het huwelijk hoopt te treden.
En aangezien er tegenwoordig zoo weinig
zonnestraaltjes in de raadszaal doordringen
en een bruidegom in de rij der edelachtbaren
een groote zeldzaamheid is, heeft de burge
meester gaarne de gelegenheid aangegrepen
om in het openbaar even aan dit heugelijk
feit te herinneren en, mede namens den Raad,
zijn beste wenschen voor een voorspoedige
vaart van 's heeren Keesom's huwelijks
bootje uit te spreken.
De bruidegom heeft daarvoor met eenige
vriendelijke woorden bedankt en het meer
tastbare bewijs van zijn levensvreugde ver
scheen een uurtje later, bij de gemeentelijke
thee, in den vorm van een huwelijkscake
waarvan alle edelachtbare en niet-edelacht-
bare aanwezigen een dankbaar gebruik ge
maakt hebben.
Wij helpen hopen, dat deze bekend^ ac
countant in zijn verder leven telken Vjare
groote overschotten aan voorspoed en geluk
zal mogen boeken en zullen gaarne onzt ge-
lukwenschen nog eens te dezer plaatse her
halen als in komende jaren het moscovisch
gebak nog eens door een surprise in beschuit-
vorm vervangen mocht blijken.
Nadat bij de vaststelling der jaarwedden-
van het Ziekenhuis-personeel mej. Carels op
nieuw een lans had gebroken voor de titu
latuur der daar werkzame dames en de keu
ken- en naaijuffrouw met aller goedvinden
tot hoofd van de keuken en hoofd van de
naaikamer gepromoveerd waren - wat de
gemeente niet op een hoogere salarieering te
staan is gekomen werd een langdurige
bespreking gehouden over een werkverscha.-
fing aan crisiswerkloozen, met name aan si
garenmakers en metaalarbeiders. Waarom
juist deze beide categoriën zonder werk zijn
is niet heelemaal duidelijk omdat zoowel het
metaal als de sigaren ook in den zomer tot
de geregelde gebruiksartikelen behooren,
maar zij schenen nu eenmaal een streepje
voor te hebben en te hunnen behoeve werd
een werkverschaffing bij den plantsoendienst
in het leven geroepen, die een bedrag van
11400 uit de gemeentelijke schatkist zou
kosten.
De heer Keesom vond dat een ongezonde
economie omdat vijf menschen nu het werk
zouden doen, dat anders door twee arbeiders
verricht zou kunnen worden en hij vreesde
bovendien, dat deze zomerwerkverschaiting
de arbeidsobjecten voor den winter zou weg
nemen, waarna de voorzitter hem uitlegde,
dat het hier in hoofdzaak grasknippen en
bloemetjes planten betrof en het geen over
tollige weelde zou zijn als het gras van den
winter nog eens geknipt werd en de bloeme
tjes om dien tijd niet meer geplant behoeven
te worden omdat zij dan al lang uitgebloeid
zullen zijn.
Wethouder Klaver heeft daarbij een be
schouwing over werkverschaffing gehouden
en uitgelegd, dat dit nu eenmaal inhoud.,
dat men ongeschoolden aan het werk moe
zetten en dat dan het werk natuurlijk meer
arbeiders vraagt dan wanneer men het door
vaklieden in vasten gemeentedienst laat uir-
voeren.
Dit werk is niet improductief want net
moet toch gebeuren. Improductief is slechts
de arbeidstijd, die door de ongeschooldheid
der arbeiders meer dan normaal aan het
werk besteed wordt, maar deze improductivi-
teitsfactor treft men nu eenmaal bij elke
werkverschaffing aan.
Volgens wethouder Westerhof is deze im
productiviteit eigenlijk ook nog maar theore
tisch want gaf men deze menschen dat werk
niet, dan zou men ze geheel uit de gemeen e-
kas moeten ondersteunen en werk is in alle
opzichten boven steun te verkiezen.
Bovendien goochelde hij weer zoo handig
met cijfers, dat men langzamerhand den in
druk kreeg alsof deze werkverschaffing
eigenlijk een voordeeltje voor de gemeen.e
beloofde te worden. Immers, het kostte geen
11400 want men moest daar aftrekken de
gemeentelijke ondersteuning, welke men an
ders via het Armbestuur toch zou moeten be
talen. En bovendien bleek deze wethouder
met onverwoestbaar optimisme nogmaals be
reid bij den minister om Rijkssubsidie aan te
kloppen met de mededeeling, dat men welis
waar het uurloon op 43 cent gehandhaafd
had, maar dat deze crisissteun tot de bijzon
der noodlottige omstandigheden moest wor
den gerekend.
Hij betoogde, dat de middenstand met deze
werkverschaffing bijzonder in het schik was
omdat nu de koopkracht van de werkloozen
weer grooter zou worden en kwam teveps
aan alle kanten tot de overtuiging, dat het
de moeite niet waard was om over het geld
te spreken, ook al omdat de in de bijlage ver
melde loonen wel niet uitgekeerd zouden
worden, daar deze verband hielden met een
rijk gezegend huishouden, terwijl de gemeen
telijke statistieken uitgemaakt hadden, dat
elke werklooze gemiddeld anderhalf kind
heeft, wat hij, na eenige lcwasie verwonder
de uitroepen van edelachtbare zijde, ver
duidelijkte door mede te deelen, dat twee
echtparen samen drie kinderen hadden, wat
intusschen bedenkelijk veel op niet te
verdedigen familierelaties begon te lijken.
Hoofdzaak was, dat deze gemeentelijke
steun dank zij ook een Provinciale sub
sidie eigenlijk voor een koopje kon ge
schieden, wat niet wegneemt, dat wij na de
werkverschaffing in den winter geleidelijk te
hebben zien groeien, niet zonder bezorgdheid
zien, dat deze nu ook al in de zomermaanden
haar intree gedaan heeft.
Het zal bij malaise in sigaren- en metaal-
fabrieken niet blijven en wij vreezen, dat
ongemerkt de eerste stap gezet is op een ter
rein waar in de toekomst nog'heel wat Alk-
maarsche belastingpenningen voor Maat
schappelijke hulp gereserveerd zullen moeten
worden.
Iedere burger in deze gemeente is ver
plicht aan zijn woning of winkel een leelijk
bordje te laten bevestigen met de mededee
ling, dat het ter plaatse verboden is te par
keeren, dat rij- en voertuigen zich daar niet
mogen vertoonen, of dat de maximumsnel
heid daar een bepaald aantal Kilometers be
draagt.
Wil de winkelier evenwel van eenzelfde
gastvrijheid van de gemeente profiteeren
door een paar steigerpalen in den grond te
zetten of door een bordje te eigen behoeve uit
te steken waarop bijv. vermeld wordt, dat zijn
zaak van twaalf tot twee gesloten is of dat
een bepaald artikel in zijn winkel verkrijg
baar is, dan komt het op financieel gebied
uiterst vindingrijke college van B. en W. en
verkondigt, dat daarvoor een aparte belas
ting in den vorm van precario-rechten ver
schuldigd is. En omdat in het huwelijk de
liefde niet altijd van één kant kan komen,
heeft een verbolgen winkelier kort geleden
pertinent geweigerd zijn woning door gratis
verkeersbordjes te laten ontsieren met het
gevolg dat B. en W. thans voorstelden dit
voortaan bij verordening verplichtend te
stellen.
Door dergelijke verordeningen trekt de ge
meente natuurlijk altijd aan het langste eind,
maar het onbillijke in dit wederzijdsch hulp
betoon bleek toch tot den heer Bakker door
gedrongen en bij bepleitte zoo spoedig moge
lijke afschaffing van de precariorechten,
welk voorstel eenige maanden geleden onge
twijfeld met enthousiasme door den heer
Westerhof verdedigd zou zijn. Hij was nu
evenwel, naast strijder voor de belangen van
den verdrukten middenstand, ook nog wet
houder van financiën, met het gevolg, dat hij
te kennen gaf, dat hij niet thuis was en onmo
gelijk kon opgeven, wanneer men hem over
deze kwestie eens rustig te spreken zou kun
nen krijgen.
De middenstand bleek in den heer Govers
een ridder zonder vrees of blaam te hebben
gevonden. Twee- of driemaal heeft deze af
gevaardigde zicli voor den te zwaar belas
ten winkelier in het politieke strijdperk ge
worpen en het zou ons niet verwonderen als
tengevolge daarvan vele Aikmaarsche winke
liers zich in den loop dezer maand unaniem
voor de partij van den heer Govers verkla
ren.
van het edelachtbare gezelschap buitenge
woon bewonderd waar vrijwel niemand, zoo
vlak voor de groote verkiezingen, gebruik
maakte van de gelegenheid om nog eens een
politiek vischje uit te werpen, waaraan een
groepje argelooze kiezers zich zou kunnen
vastbijten.
Integendeel, sommige afgevaardigden
we zullen hier maar geen namen noemen
hébben al hun best gedaan om nog eens dui
delijk te demonstreeren, dat theorie en prac-
tijk er twee zijn en dat een levende vertegen
woordiger nog wel eens een en ander beeld
van een partij kan geven dan de doode letter
van het programma.
Bij de rood-zwarte combinatie was het niet
moeilijk de specifiekkatholieke wenschen in
verband met het samenvallen van Allerhei
ligen en de najaarsmarkt voor runderen in
vervulling te doen gaan, waarna uitvoerig
gedebatteerd is over een aangevraagde ver
plaatsing van de Zaterdagavondmarkt,
welke de bewoners van de Nieuwesloot
voortaan in dat stadsgedeelte willen houden.
De Zaterdagavondmarkt is eigenlijk een
vondelingetje, dat door iedereen verstooten j
werd, totdat men ontdekte, dat het een kindje
van kapitaalkrachtige ouders geweest is.
In den beginnen was niemand op die markt
gesteld en men moest ze op het doode einde
van de Laat houden, omdat anders de win
keliers door deze concurrentie benadeeld zou
den worden.
Toen daartegen de marktkooplieden pro
testeerden, bleek al spoedig, dat het spreek
woord volkomen opgaat, dat waar het volk
komt ook de nering is, met het gevolg, dat
de Laatbewoners thans hun hart aan deze
markt verpand hebben en alles in het werk
stellen om het den kooplieden zoo aange
naam mogelijk te maken.
Nu willen de Nieuweslooters ook wel eens
van die markt profiteeren en de heer Govers
wilde ze dan maar om de week verplaatsen,
maar een bij uitstek marktdeskundige als de
heer Thomsen ried; ebt ten sterkste af en door
den heer Bakker werd er op gewezen, dat op
de Nieuwesloot veel minder winkeliers be
voordeeld zouden worden, omdat dit een
eigenaardige straat is, die aan de eene zijde
wel eenig leven vertoont, maar aan de andere
zijde volkomen verlamd is.
Doordat de gemeente op de Laat ook de
noodige kosten aan schakelaars en licht-
haken gemaakt had, werd besloten het ver
zoek dus maar af te wijzen en het zou ons
niet verwonderen als de Laat-commissie he
denavond opnieuw een muziekcorpsje laat
optreden en de noodige illuminatie laat bran
den om van deze overwinning op de Nieuwe
sloot nog eens een even luisterrijk feest te
maken als toen de straat enkele weken ge
leden in enthousiaste buurtstemming het
heugelijk feit der asfalteering gevierd heeft,
Ten slotte kwam de hoofdschotel van het
gemeentelijke menue nogmaals ter tafel en
het bleek weldra dat zij, sinds de vorige week
nog niets van haar attractie op het edel
achtbare gezelschap verloren had.
Er is over ambtenaren heel wat te zeg
gen, niet alleen in verkiezingstijd, maar oök
in minder emotievolle tijden en de ambtenaar
zelf verkeert daarbij in de weinig benijdens
waardige omstandigheid, dat er zonder hem
en over hem wordt beraadslaagd1, zonder dat
de edelachtbare grootmachten er zich boven
dien veel van aantrekken of hij zich al dan
niet in de over hem uitgesproken vonnissen
zal weten te schikken.
De katholieken handhaafden hun voorstel
om geen gehuwde vrouwen in gemeentedienst
aan te stellen en tegenover dit principe heeft
de heer Westerhof een afschrikwekkend beeld
opgehangen van de toestanden op fabrieken
in het Zuiden waar tal van gehuwde vrou
wen onder moeilijke omstandigheden een deel
van het gezinsloon moeten verdienen.
Waarom dan de gehuwde vrouw geweerd
uit de zooveel gemakkelijker gemeentebetrek-
kingn, waar blijft dan het principe! riep de
heer Westerhof uit, maar de heer Wolden-
dorp deed hem hetzelfde verwijt door te zeg
gen, dat wanneer de wethouder arbeid
van de gehuwde vrouw in fabric..-.i afkeurde,
deze ook tegen de gehuwde vrouw in gemeen
tedienst moest zijn, temeer omdat hij altijd
beweerd heeft, dat de gemeente bij verkeerde
toestanden het voorbeeld van verbetering
dient te géven.
Mej. Carels, die zich als een tweede
Jeanne d'Arc in volle wapenrusting in het
strijdperk had geworpen om haar bedreigde
sexegenooten te beschermen, moest den hope-
loozen strijd weldra opgeven, maar toen even
later beslist moest worden of de ambtenares,
die in het huwelijksbootje stapt, voor goed
afscheid van de gemeente zal moeten nemen,
trof zij overwachts de beide veteranen van
den Vrijheidsbond aan haar zijde, met wier
hulp het haar gelukte dezenaaPïal PC
bedreigde vrouwelijke zelfbeschikkingsrecht
af te slaan.
Toen even later gestemd werd over de
vraag of de vrouw, die met onverzorgde kin
deren achterblijft als de man en kostwinner
in dienst der gemeente gestorven is, ook een
uitkeering zal krijgen als zij niet met dien
man gehuwd is geweest en geen familie van
hem is, liep mej. Carels plotseling naar het
kamp van den politieken vijand over, zoodat
de heer Sietsma de eenige was, die hierbij de
zijde der roode opposanten heeft gekozen.
Vergiste zij zich bij het uitbrengen van
haar stem, of maakt zij ook deel uit van
vrouwenorganisaties, die alleen het wettelijke
huwelijk bij gemeentelijken steun, als conditio
sine qua non willen erkennen?
Vastgesteld is, dat een ambtenaar in zijn
vrijen tijd niets doen mag, dat zijn dienst kan
schaden en ook niets doen mag, „wanneer
derden daardoor in hun bestaan zouden kun
nen worden geschaad".
De uitdrukking is vrij vaag en wij zijn blij,
dat wij in ieder geval niet voor de beslissing
gesteld zullen worden of de een of andere
bijverdienste al dan niet verkregen wordt
door bezigheden waardoor een ander kan
worden geschaad.
Wij gevoelen in het algemeen weinig voor
persoonlijke vrijheidsbeperking en het lijkt in
derdaad wat onbillijk, dat een ambtenaar,
die in den regel ook geen millionnair is
en die door huiselijke omstandigheden toch
op zware lasten kan komen, niet het recht
van iederen burger zou hebben om zijn vrijen
tijd productief te maken.
Men voert daartegen aan, dat hij anderen
zal kunnen beconcurreeren, maar dat kan
iedereen, die betaalden arbeid verricht, al be
grijpen wij de ontstemming van ingezetenen,
die in hun belasting aan de ambtenaarssala
rissen moeten bijdragen en zich terzelfder
tijd door die ambtenaren die door hun
vaste positie op veel gunstiger voorwaarden
kunnen werken beconcurreerd zien.
Maatstaf voor beoordeeling lijkt ons nog
Hun taak zal allesbehalve een aangename
zijn, wij vreezen, dat men op de veiling de
wrange vruchten zal plukken van wat men in
de laatste jaren in breede teelerskringen aan
ontevredenheid gezaaid heeft en wij hopen
slechts, dat weldra mag blijken, dat er nog
iets te redden valt omdat niet zoozeer be
straffing der schuldigen dan wel de weder
opbloei van deze nuttige stichting ten slotte
het doel van elk gemeentelijk onderzoek en
van elke reorganisatie zal moeten wezen.
DEN HAAG, 5 Juni 1931.
De Kamer heeft heden de behandeling van
de wijziging van de Auteurswet voortgezet.
Eerste spreker was de heer T e u 1 i n g s
(r. k.) die uit vrees voor een buitenlandsche
monopolie voorstander van het wetsontwerp
verklaarde te zijn. Voor belanghebbenden
achtte hij een dergelijk monopolie onge-
wenscht. Zijn opvatting zou anders zijn,
wanneer er kans bestond op een desnoods
internationale samenwerking. Intusschen
achtte hij het ontwerp juridisch niet boven
bedenking, doch de spr. wenschte ter wille
van het openbaar belang daarover heen te
stappen.
De heer Knottenbelt (lib.) is in
theorie voorstander van een wettelijke rege
ling van de inning der auteursrechten, maar
wil daartoe geen blanco volmacht aan den
minister verstrekken. Spr. dringt dus aan
op een betere regeling dan thans is voorge
steld. Spr. is echter voorstander van de orga
nisatie van een nationale instelling en licht
dit nader toe.
Daardoor kan willekeur worden voorko
men, belanghebbenden kunnen invloed heb
ben op de samenstelling van het bureau, toe
zicht worden gehouden op de tarieven. Maar
in het wetsontwerp komt dit alles niet tot
uiting; ten onrechte is elke richtlijn weggela
ten. Spr. raadt daarom den minister zijn
ontwerp terug te nemen ten einde met
een
meer de finanrieele toestand waarin een he betel' voorstel te komen- Met amendementen
meer de nnancieele toestand waarin een be- vap niet te werken
paald ambtenaarsgezin verkeert dan de aard
van de nevenbetrekking, temeer omdat bijv. hét
bezoldigd bestuurdersschap van een veree-
niging of het zitten in een examencommissie
geen beletsel blijken en men daardoor onwil
lekeurig de hoogere ambtenaren boven de
anderen zal kunnen protegeeren.
De materie is uiterst lastig, er zitten aller
lei verrassingen in en men zou bijv. kunnen
vragen waarom de Soc.-Dem., die zoo tegen
de bestaansbedreiging van anderen zijn, wel
goedvinden, dat de gehuwde vrouw in ge
meentedienst komt, waardoor toch onnoodig
het bestaan van andere sollicitanten op ern
stige wijze geschaad zal kunnen worden.
B. en W. moeten het verder maar uitzoe
ken en wij gelooven wel, dat zij in vele ge
vallen deze verordening met de noodige soe
pelheid zullen toepassen.
Bij vrijwel elk artikel van het reglement
bleken een of meer afgevaardigden de noodi
ge vragen te willen stellen of amendementen
gereed te hebben en de heer Sietsma, die zelf
ambtenaar is en het gemeentelijk voorstel
blijkbaar met tal van andere reglementen
vergeleken had, was zoo onuitputtelijk in
zijn voorstellen tot verandering, dat de bur
gemeester een ernstig beroep op hem deed
om op deze wijze niet voort te gaan, daar de
behandeling dan nog ettelijke raadsvergade
ringen in beslag zou kunnen nemen.
Als eenig antwoord vroeg de heer Sietsma
daarop of het vrij geven op „Paaschfeest"
niet verduidelijkt moest worden door er het
woord „Christelijk" bij te zetten. Hij was
blijkbaar beducht, dat het geheele gemeente-
personeel op Israëlitisch Paschen recht op va-
cantie zou laten gelden, maar de burgemees
ter heeft toen nog wat meer spoed achter de
behandeling gezet, zoodat weldra zoowel
het reglement als de bepalingen van het
scheidsgerecht zonder hoofdelijke siemming
konden worden aangenomen.
Als slot van het gemeentelijk vuurwerk
heeft de heer Van Drunen een reusachtigen
zevenklapper laten ontploffen, welk slotstuk
met het noodige knaleffect gepaard ging en
op alle aanwezigen dan ook een onvergete-
lijken indruk gemaakt heeft.
Hij vroeg of B. en W. al een onderzoek
naar de balans van de Exportveiling hebben
ingesteld, of het hun bekend is, dat het leven
der ook op gemeentegeld drijvende instelling
nu weer bedreigd wordt, doordat men een
grooten exporteur het veilen belet heeft, en
eindigde met de benoeming van een raads
commissie te vragen, die den chaos aan deze
veiling zal moeten onderzoeken.
Het bleek, dat B. en W. inderdaad de ba
lans gezien hadden en daarin zoo weinig
vertrouwen stelden, dat zij zullen voor
stellen, de door den Raad gegeven garantie
voor een geldleening der veiling weer in te
trekken en waar zelfs de heer Thomsen, die
als gemeentelijke dwarskijker dwarser naar
de gemeente dan naar de veiling heeft ge
keken, met onverwoestbaar optimisme zelf
het aanwijzen van een dergelijke commissie
aanbeval, werd besloten, dat deze inderdaad
zal worden ingesteld en dat de voorzitter
daarvoor dezer dagen uit het edelachtbaar
geglscfeip. een aantip aanwijzen, j
De heer Var. den B ergh (s. d. a. p.)
acht een monopolie op het gebied van het
muziekauteursrecht gewenscht en acht het
noodig, dat een nationaal bureau vooralsnog
dit monopolie krijgt. Een monopolie van de
S.A.C.E.M. is ongewenscht met het oog op
haar gestie op verschillende punten, o.a.
wat betreft de auteursbiljetten, het heffen
van onverschuldigd auteursrecht enz. Wel
zijn er ook ernstige grieven tegen de B.U.M,
A. maar die zijn goeddeels voor verbetering
vatbaar. Het wetsontwerp is z.i. niet in strijd
met de Berner Conventie. Spr. hoopt dus op
aanneming van het ontwerp evenals zijne
fractie.
De heer W ij n k o o p (comm.) is tegen
het wetstvoorstel omdat het een particulier
monopolie schept. De oprichting van een
Staatsbureau heeft veelmeer zijn liefde. Spr,
zal tegen het ontwerp stemmen. Zijn opmer
king, dat het Parlement een „kletscollege"
was, bezorgde hem een berisping des voor
zitter waarvan hij zich niets aantrok.
Toen kwam minister Donner aan
het woord. Hij zette uiteen de bedoeling van
het ontwerp als een poging tot bescherming
van een zeer eigenaardig recht zooals het
muzikaal auteursrecht is. Dat is de oorzaak
van de vorming der auteursbureaux waarvan
in elk land slechts één bureau voorkomt be
halve ten onzent, waar er meer dan één wordt
gevonden. Spr. schetste het ongewenschte
van dezen toestand vooral omdat het Neder-
landsche bureau werd overvleugeld door het
buitenlandsche, wat de regeering tot optre
den dwong. Er zijn bezwaren in te brengen
tegen het standpunt der regeering doch dit
was onvermijdelijk geworden. Spr. erkent dat
het ontwerp een anderen toestand zal schep
pen dan elders, maar strijd met de Berner
Conventie ontkent hij. Ook ontkent hij, dat de
materiëele positie der auteursgerechtigden
slechter zal worden. De voorgedragen wet
behoefde geen regeling aan te geven, zij
bedoelde slechts de mogelijkheid van conces-
sieverleening vast te stellen kon dus de uit
werking van het beginsel aan de regeering
overlaten.
Met de gestie van B.U.M.A. is de minister
niet ingenomen, maar voor een deel ligt dit
aan het bestaan van meer dan één bureau.
Bij een monopolie komt dat niet voor. Tegen
onredelijkheden zal kunnen worden gemaakt,
maar met de hoogte der tarieven mag de
regeering zich niet bemoeien. De minister
verwacht, dat de practijk de redelijkheid van
het ontwerp zal uitwijzen. Aan het advies
van mr. Knottenbelt om de wet rijker aan
inhoud te maken, wenscht de minister geen
gevolg te geven.
Hierop repliceerde mej. mr. K a t z (c. h.)j
en handhaafde hare bezwaren.
Bij wijze van intermezzo werd hiertusschen
overeenkomstig art. 112 van het Regl. v. orde.
dat den Vrijdagnamiddag aanwijst als het'
oogenblik waarop mondelinge vragen kunnen'
worden gesteld, de heer W ij n k o o p (comm.)}
in de gelegenheid gesteld den minister van
binnenl. zaken vragen te stellen betreffend®
de invoering der Tarwewet. Hij vroeg den
minister of hij wist, dat importeurs personeel]
ontslaan en inlandsche tarwe duurder wordt;
zoodat er 10 millioen meer voor brood zal
moeten vos den betaald, het brood met 2 cent'
m.800gr. duurder u\ w.or&n. <fcr%