Alkmaarscite Courant. De tocht der Vrijwillige Verkeerspolitie. DE BLAUWE DIAMANTEN VAN MIJNHEER MERCHISON. Jlculumieuws Sadiieton Stad m Omgeving Honderd drie en dertigste Jaargang. Maandag S Juni. Een leerzame tocht, waarbij gedemonstreerd werd wat men niet en wat men wel moet doen om een veilig verkeer te kunnen krijgen. Er bestaat gegronde hoop, dat de rubriek „verkeersongelukken" voorgoed uit onze courant zal kunnen verdwijnen. HET DIENSTWEIGERINGS- C&mRES TE ALKMAAR. £■-- Ho. 132 1931 Dinsdag 9 Juni. Hilversum, 298 M. (Uitsluitend A.V R.O J 9.5Ü üramofoonplaten. 10.—10.15 Mor genwijding. 10.3C—12.— A.V R.O.-kwartet o 1. v. D Groeneveld. 12.2.— Kovacs Lajos en zijn orkest. Bob Scholte, refrein- zang. 2.2.30 Lezing. 3.-4.Knipcursus. 4.5.üramofoonplaten. 5.5.30 Radio- kinderkoorzang o. 1. v. J. Hamel. 5.30Ó.15 Orgelconcert door Pierre Palla. 6.15—7. üramofoonplaten. 7.7.30 Mr. C. P. v Rossum: „Neu-üeist, demethode om het pes simisme te overwinnen". 7.308.Muziek- halfuurtje door het Trio Hellmann—van WezelBosmans. 8.-9.— Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. 9.9.30 Radio-tooneel „How he lied to her Husland" van B. Shaw E. Verkade, Nelt Stants en H. v. Meerten. 9 30 10.Vervolg omroeporkest. 10.Vaz Dias. 10.10—11.— Vervolg concert. 11.— 12.üramofoonplaten. Huizen, 18/ J M. (Uitsluitend K. R. O.) 8—9.30 üramofoonpl. 9.3010.30 Uitz. van de Plecthige Mis (Ter gelegenheid van de St. Gregorius-aagen) uit de 8t. Joseph- kerk te Den Haag. 10.30—11.30 Gramo- focnplaten. 11.30—12.— Godsd. halfuurtje door pastoor Perquin. 12.Politieberichten. 12.151.45 Concert door het K. R. O-lrio o 1. v. P. Lustenhouwer. 1.452.üra mofoonplaten. 2.3.Vrouwenuurtje. 3. 3.30 üramofoonplaten. 4.4.30 üramofoon platen. 4.30Concert door het K. R. O.- Kunstensemble o. 1. v P. Lustenhouwer. 6 630 Onderwijsfonds Binnenscheepvaart. 6.306.40 W. Graziano; „Zwitsersch Na tuurschoon". 6.407.30 üramofoonplaten. 7 30 Politieber. 7.458.Verbondskwar- tiertje. 8.11.Rerum Ncvarum Herden king Sprekers: Reet. J. F. A. Bots en H. Hermans. M. m. v het K. R. O.-orkest o. 1. v. j. Gerrits.en Ca. 9.— Vaz Dias. 11,-12.— üramofoonplaten. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwij ding. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelspel door E. O'Henry. 1.20 Orkestconcert. 2.15 Tele visie. 2.25 Uitz. voor scholen. 4.50 Orkest- concert. 5.35 Kinderuurtje. 0.20 Lezing. 6.35 Nieuwsber. 7.Strijkkwartet. 7.20 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. Militair orkest Thelma Reiss—Smith, 'cello. 8.20 Lezing. 8.50 Vervolg concert. 9.20 Berichten. 9.35 Berichten. 9.40 Lezing. 10.Dansmuziek en Variëté. 11.Dansmuziek. 12.0512.20 Lezing. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 üra mofoonplaten. 12.50 üramofoonplaten. 1.25 üramofoonplaten. 6.20 üramofoonpl. 9 20 üramofoonplaten. 9.05 Cello-concert. 9.20 Concert. Orkest en kwartet. Langenberg, 473 M. 1.258.20 üramo foonplaten. 10.35—11.20 üramofoonplaten. 12.30 üramofoonplaten. 1.25—2.50 Orkest- concert. 5.20- 6.20 Concert. 8.20—9.20 Or kestconcert. 9.35 „Die Löwin und der Gene ral". Hoorspel van Ed, Reinacher. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2 20 Orkest concert. 3.20—5.20 Orkestconcert en piano. g 359.05 Strijkorkest. 9.059.45 Tooneel- uitz. 9.4510.05 Piano-recital. 1020 11.20 Orkestconcert en piano. 11.20—12.50 Dansmuziek. Brussel, 338.2 en 508.5 M. 338.2 M.Or kestconcert. 6.35 üramofoonpl. 8.20 Solisten- concert, mannuikwartet, humorist. 508.5 M.: 5.20 Orkestconcert. 6.50 üramofoonplaten. 8 20 Orkestconcert en solisten. Zeesen, 1635 Al. Ca. 7.—7.50 üramo foonplaten. 10.30—12.50 Lezingen. 12.50-- 1.15 üramofoonpl. 1.15—2.20 Berichten. 220—3.20 üramofoonpl. 3.20-4.50 Lezin gen. 4.50—5.50 Concert. 5.50—8.50 Lezin gen. 8.50 Symphonieconcert. 9.35 „Die Löwin und der General" hoorspel van E. Reinacher. 10.30 Lezing en berichten en daarna concert. Geautoriseerde vertaling uit het Engglsch van J. S. FLETCHER door Jhr. C. A. L. v. d. W. 2) Dat had ik ook gedacht! viel hij met kinderlijk vuur in de rede, terwijl hij een op gevouwen kaart van een tafeltje nam en tas' schen ons uitspreidde, ik heb die kaart bestu deerd. Plaatsen als Huntingdon, Stanford, Grantham, Newark, York Durham. En nog vele anderen, aan beide zijden van den grooten weg, viel ik in de rede. Ik ken dien weg en de omstreken zeer goed. Prachtig! riep hij vroolijk uit. Daarom is het een goed plan naar het Noorden te gaan. Ik heb geen bepaald doel behalve dat, als wij in het Noorden zijn, ik naai Marrasdalc Moor wensch te gaan, om de kennismaking met die plaats te hernieuwen. Wij zullen echter nog een heel eind moeten afleggen, voor wij zoover zijn. Hij vouwde zijn kaart op, schoof die ter zijde en keek mij met een eigenaardigen, ver legen blik aan. En nu de voorwaarden? zeide hij schroomvallig. Ik geloof dat ik dat aan u moet over laten, mijnheer Mazaroff. Dat doe ik het liefste. Hij uitte een zucht van merkbare verlich- ting. Dat is nu juist, wat ik gaarne wenschte zeide hij eenvoudig. Dat zijn geen dingen, waarover heexea oadet eJMar Een grauwe lucht en dikke regendroppels bewezen, dat het bestuur der Vrijwillige ver keerspolitie zich waarschijnlijk een bladzijde vergist had toen het in de Enkhuizer alma nak een datum voor den grooten verkeers- tocht had uitgezocht. Het was regen en het bleef regen en het onmiddellijk gevolg daarvan was, dat er van de zestig auto's, waarop men Zaterdagmor gen te Alkmaar gerekend had, een dertiental ir, de Kruislaan aanwezig waren. Het spreekt vanzelf, dat deze dertien het getal op zichzelf was ook al een beetje on heilspellend de grootste optimisten van de geheele vereeniging bevatteiy Er bleken zelfs wagens uit Enkhuizen, Beverwijk en Bloe- mendaal en nadat men elkaar moed inge sproken had en algemeen verzekerd had dat het zomer was en het weer dus nog wel' zou veranderen, zette de motorpolitie zich aan den kop van den stoet en werd eerst een tochtje door Alkmaar gemaakt, dat oo een dergelijke manier doorkruist werd, dat de automobilisten, die onze stad niet kennen on willekeurig gedacht moeten hebben, dat zij in een gemeente van bijzondere uitgestrektheid te gast waren gekomen. Toen ging het de Friesche brug over en begon het eigenlijke doel van den tocht, hei propaganda-maken voor veilig verkeer op de buitenwegen, in vele plattelandsgemeenten waar men alleen de auto s en niet de verkeers regels kent. Het ijverige bestuur was bijzonder gul ge weest met verkeersreclame niet alleen in win kels en café's, waar men het altijd open oog met den rooden peil en het opschrift „Kijk uit! Veilig Verkeer!" achter de ramen zag hangen, maar ook op alle auto-ruiten, die volgeplakt waren met nuttige wenken en practische raadgevingen. Wie het nog niet wist, kon bij het voorbijrijden van den stoet lecren, dat hij rechts moet houden, dat hij links moet inhalen en dat hij geen alcohol mag gebruiken tenminste zoolang hij nog sturen moet en de burgemeester van Castricum had zelfs zijn auto aan de achter zijde met een breed opschrift versierd, zoodat men, ook als hij reeds voorbij was, nog van zijn wijze lessen kon profiteeren. Alles werkte er toe mee om den tocht te doen slagen, behalve het weer en omdat dit bij dergelijke expedities een voorname factor is, zou zonder het onverwoestbaar optimisme van de rijders zeker de geheele tocht een mis lukking zijn geworden. Gelukkig kunnen we constateeren, dat er wel veel water in den tocht is gevallen, maar dat de tocht zelf niet in het water is gevallen. Er was consigne gegeven, dat in alle plaat sen, waar wij doortrokken, duchtig met de claxon gewerkt moest worden en zooals een spullebaas het publiek met veel lawaai, fan fares en slagen op de Turksche trom tot zich lokt, zoo kwamen uit alle deuren van de kleine huisjes haastig de bewoners naar buiten, toen de vredige dorpsstilte plotseling verbro ken werd door een angstwekkend geloei, dat van den eenen auto op den anderen overging, waarna het dertiental als een brullende slang langzaam door het dorp kroop, terwijl over al gretige handen naar de verkeerscouranten uitgesterkt werden, waarin als eerste les nogwel in dichtvorm staat aangegeven „Signaleer niet dan hoog noodig. Al dat lawaai is overbodig". Na deze practische les hoe het niet moet wij vertrouwen, dat de intelligente bevol king dezer streken dat wel begrepen zal heb ben begon de lucht een nog dreigender aanzien te krijgen. Door het gezellige Langendij'k, waar de menschen even voorspoedig schijnen te •groeien als de kool en waar overal mannen en vrouwen met glundere gezichten naar de verkeerscouranten grepen, ging de tocht naar Zuid- en Noord-Scharwoude, waar de regendruppels een beetje massiever werden, totdat weinige oogenblikken later een fiksche bui op de daken der auto's kletterde en in de volgende dorpen alle wijze lessen noodge dwongen gestaakt moesten worden bij gebrek aan leerlingen. gelen. Laat het aan mij over en u zult daar van geen spijt hebben. Ik ben zeer rijk, vriend, en rijke menschen hebben dikwijls hun eigenaardigheden, nietwaar? Dat is af gesproken en wanneer zoudt u kunnen vertrekken? Ik ben gereed, indien u mij een paar uren vooraf waarschuwt, antwoordde ik. Hij wreef zich vergenoegd de handen nooit zag ik een schooljongen zoo blij met zijn vacantie, als hij was over zijn uitstapje Prachtig prachtig! riep hij uit. Dan zal u eens vertellen, wat wij zullen doen. Laat uw valies vanmiddag hier brengen, dan vertrekken wij omstreeks vijf uur en rijden kalmpjes zoover wij willen tot etenstijd er zal wel ergens een stadpe zijn, waar wij een rustigen avond en nacht kunnen dooriyen- gen. Ik heb een mooie Rolls Royce en een door en door betrouwbaren chauffeur, hij heet Webster, een goede, brave kerel, aan wien wij ons ten voile kunnen toevertrouwen. Kom tegen vijf uur. Schikt u dat? Mooi! dan gaan wij nu maar naar beneden om te lunchen. Mijnheer Mazaroff en ik zaten een paar uren aan de lunch, onze sigaren en koffie. Het bleek, dat hij een royale gastheer was en een aar"- \i-"n prater. Het was werkelijk de moeitt waard om naar hem te luisteren. Het bier' - o-"Tg, dat hij veel vreemde lan den had bezocht en zonder dat hij bepaal de mededeelingen deed over zich zeiven eu zijn -bezigheden, vertelde hij mij, dat hij lange reizen had gemaakt in verschillende streken van Azië en Afrika, Arabia, Perzië, Indië, Birma, Somaliland, Uganda, Rhode- sia, Transvaal, Kaapland al deze landen werden in den loop van ons gesprek door itë» gggpsijid. Eu hoe laog£X hij" spjiaJL des .Over uitgestorven buitenwegen ging het van de eene gemeente naar de andere en de eenige belangstellende was overal een veld wachter, die zich met waren heldenmoed liet natregenen, niet uit pure nieuwsgierig heid of om het drukke verkeer te regelen, maar omdat hij nu eenmaal een -aanschrij ving had gekregen, dat de stoet daar zou jiasseeren en dus trouw op zijn post stond om, namens bevolking en gemeentebestuur, eenige acte de présence te geven. Al voor Hoogkarspel, waar het pijpesteelen regende, begon de burgervader dier gemeen te, die deel van den stoet uitmaakte, zijn claxon te laten werken. Hij had zich de joyeuse entrée in het gebied, waarover hij den scepter zwaait, waarschijnlijk heel an ders voorgesteld, want, ondanks het claxon- geloei was er in het heele dorp niemand te zien dan een druipenden veldwachter, die dankbaar zal geweest zijn toen de stoet weer voorbij was. De courantjes, hier en daar nog uitgewor pen, fladderden al spoedig op de modderige wegen, de heele stoet reed er overheen en men scheen in den voorsten auto, waar het bestuur, bestaande uit de heeren Conijn eu Walraven die in de binnenlanden van Noord-Holland uitstekend den weg blijken te weten de leiding van den tocht had geno men, dan ook maar besloten, met het uitdee- len van de practische verkeerswenken onder deze omstandigheden zoo zuinig mogelijk te zijn. Dat inmiddels een groot deel van West Friesland doorgetrokken werd, kan men be grijpen, als men bedenkt, dat de morgenrit ging over Sint Pancras, Broek op Langendijk, Zuid-Scharwoude, Noord-Scharwoude, Nie- dorper verlaat, Oude Niedorp, langs de Snip naar Hoogwoud, Sybecarspel, Benningbroek, Westwoud, Oostwoud, Hauwert, Zwaagdijk, Westwoud, Hoogkarspel, Lutjebroek, Groote broek, Bovenkarspel, Westeinde, Enkhuizen, Broekerhaven, Venhuizen, Ooster Blokker, Westerblokker naar Hoorn. In Hoorn werd halt gehouden en de lucht scheen een beetje lichter te worden. Doordat enkele auto's zich nog hadden aangesloten, bleek de stoet thans uit vijftien Wagens te be staan en de inzittenden daarvan vereenigden zich weldra aan een uitstekenden koffiemaal tijd in Hotel De Doelen, waar nog eens extra op den barometer getikt werd en tot aller ge ruststelling kon verklaard worden, dat er, wat het weer betreft, een gunstige verande ring op komst was. Na de koffie werden opnieuw de auto's op gezocht en met een waterig zonnetje vertrok de stoet voor het tweede deel van den rit over Berkhout, Burgt, de Goorn, Avenhorn, Mid den Beemster, door Purmerend naar Jisp, Wormer, Wormerveer, Zaandijk en Koog aan de Zaan naar Zaandam, waar we nog te vroeg bleken, zoodat de politieauto, welke ons aan de grens der gemeente zou opwach ten, den stoet midden in de stad tegen kwam, waarna de auto maar gedraaid werd en wij met geuniformde autoriteiten aan den kop onder hevig claxongeloei door de stad van wijlen Czaar Peter trokken, waarna de poli tieauto achterbleef en een eenvoudige dorps veldwachter verder de honeurs heeft waar genomen. Over Westzaan werd naar Krommenie en daarna dwars door de vuurlinie naar Heemskerk gereden, waar midden op een bui tenweg een geuniformde veldwachter stond, die waarschuwend zijn hand opstak en den stoet liet stoppen. Uit een auto, waarop een prachtig Hollandsch vlaggetje prijkte, kwam de burgemeester der gemeente te voorschijn, de eenige edelachtbare, die zich verplicht ge voeld had, den stoet aan de grens zijner ge meente persoonlijk op te wachten om daar mede zijn instemming met ons aller streven te betuigen. Of deze beleefdheid algemeen voldoende gewaardeerd werd, moeten wij helaas betwij felen, want toen het gesprek van den burge meester en bestuursleden een beetje lang duurde, brak er uit den stoet zoo'n oorverdoo- te meer was ik overtuigd dat hij geboren was ergens benoorden de Tweed zoo zelfs dat ik brutaal genoeg was om het hem botweg te vragen. U heeft ontzettend veel van de wereld gezien, zeide ik, maar toch heeft u uw Schot- schen tongval niet verloren. Hij lachte alsof die opmerking hem genoe gen deed. Het is begrijpelijk dat u denkt dat ik een Schot ben. Toch ben ik dat niet. Ik ben van de grens. Ik ben geboren aan de Engel- sche zijde van de Tweed, tusschen de Cher- rickheuvels Ik bracht de eerste vijftien jaar van mijn leven door op de boerderij van mijn grootvader in Selkirk en dat verklaart uw veronderstelling. Wij zullen misschien op onzen tocht een kijkje gaan nemen op die oude plaats maar al mijn luidjes zijn over leden. Hij zuchtte, een weinig treurig, maar spoe dig kwam zijn opgewektheid weer boven en begon hij vroolijk over onze reis te spreken. Daarna nam ik afscheid om mijn valies te pakken. Om vijf uur was ik terug in het hotel en een kwartier later vertrokken wij in een wagen zoo prachtig, als ik nooit had gezien. Het heeft geen zin om in bijzonderheden het eerste gedeelte van onzen tocht te be schrijven. Wij deden zooals Mazaroff had aangegeven en stopten waar en wanneer wij wenschten. Het was moeilijk afscheid te nemen van Stamford en Grantham. Nadat hij York oppervlakkig had bekeken, besloot hij daar een week te blijven; wij vertoefden daar intusschen tien dagen. Gedurende deze pauze in onze rondzwervingen ontving ik het eerste bewijs van zijn Oostersche gastvrij heid. Toen hij op een morgen aan het ontbijt fcwa», zat? hu mij beag kü.lgtt» W vend claxongeloei los, dat de burgemeester weldra begreep, dat wij nog lang niet aan ons eindpunt waren gekomen. Zijn Edel achtbare klom daarom maar spoedig in zijn auto en nam de leiding van den stoet, waar na nog een slippertje naar Castricum en Bak- kum gemaakt werd, bij welke gemeente na tuurlijk de auto van burgemeester Lom men naar voren schoot om op diens eigen ter rein aan den kop van den stoet weer de lei ding te kunnen nemen. Onder Heemskerk waren de voorste auto's al uit 't zicht, toen de burgemeester dier ge meente met zijn bevlagden wagen een zij paadje insloeg en de rest van den stoet vlie gensvlug den kop achterna ging, waarna door Beverwijk werd gereden en na twee overvaarten met de pont via Velsen en Drie huis naar hotel Velserend gestuurd werd, waar de deelnemers van aen Zuidelijken tocht reeds aangekomen bleken. Zooals wij Vrijdag reeds in ons artikel „Veilig Verkeer" schreven, zouden de leden onder het Noordzeekanaal een tocht door het Gooi en naar Aalsmeer maken, die eveneens in Velserend zijn eindpunt zou vinden. Die stoet, waarbij zich c.a. de inspecteur van de Rijksveidwacht, de heer Dozy, be vond, v/as ongeveer van gelijke grootte en had in dezelfde mate van den regen geprofi teerd. Nu er een 180 K.M. afgelegd was, bleken de aperitiefs in bijzonder goede aarde te val len en het bestuur der vereeniging, dat hier en daar nog enkele demonstraties had gegeven hoe iets niet moet gebeuren ook dat is wel eens leerzaam voor de voorbijgan gers riep het gezelschap weldra aan een welvoorzienen disch, waar men het een woord van welgemeende hulde voor het vlot verloop van dezen eersten verkeerstocht ge bracht heeft, In het bijzonder werd op de verblijdende aanwezigheid van vele dames getoost en vol enthousiasme werd besloten, dat een derge lijke onderneming voortaan elk jaar op het programma zal staan, omdat door deze leer zame uitstapjes het saamhoorigheidsgevoel tusschen de leden nog grooter zal wor den en men daardoor nog krachtiger zal kun nen samenwerken om de leuze „Veilig Ver keer" in heel Noord-Holland tot werkelijk heid te doen worden. Tj. De eerste dag. Zaterdagavond begon het openbaar de monstratief dienstweigeraarscongres, dat ge durende Zaterdag en Zondag in de Har monie hier ter stede gehouden werd. Deze eerste avond v/as belegd, om eenige sprekers getuigenissen hooren af te leggen t.o.v. de dienstweigering. De zaal van de Harmonie was bijna geheel gevuld, toen de heer Kaspers uit Hilversum namens het hoofdcomité de vergadering opende. ïn zijn openingsrede merkte spr. op, dat het militairisme een groot kwaad is. Het kon niet anders, of eens zou een tijd komen, aldus spr., dat er een strijd zou ontstaan tegen het militairisme. In Nederland open baarde Zich dit het eerst in 1898, toen de eerste persoonlijke dienstweigeraar zich aan meldde: de Bruin uit Den Haag. Een jaar later waren er twee militairen, die aienst- weigerden en langzamerhand kwamen er meerderen, ook in Noord-Holland. De beweging groeide, zij het ook lang zaam. Maar al die mannen begrepen, dat de oorlog alleen voorkomen kan worden, als het volk den oorlog niet wilde. Toen dan ook in 1914 de wereldoorlog uitbrak, werd het aantal dienstweigeraars veel groou-r. terwijl anderen hoewel vrij van dienst zijnde de pogingen van de dienstweige raars steunden door een manifest op te stel len en rond te zenden. Dat was in 1915. De overheid ging zich met dat manifest be moeien en nam tal van onderteekenaars ge vangen en liet ze voor de rechtbank v?'- schijnen, ook voor de Alkmaarsche recht bank. Later kwam een nieuw manifest „Mobili- seeren", en hoewel de inhoud er van krach tiger was dan die van het eerste, was de re actie der regeering lang zoo fel niet als in 1915. Wellicht schrok men terug van het aantal onderteekenaars, dat tot 2200 ge groeid is. brieven en het openen van pakjes; toen hij mij vroeg naar de reden van die bijzondere gebeurtenis, vertelde ik hem dat het mijn ver jaardag was. Hij maakte daarover alleen een schetsende opmerking door te zeggen, dat hij zijn verjaardag vergeten was. Toen wij ech ter 's avonds aan tafel zaten en ik mijn ser vet opnam vond ik daarin een bankbiljet van vijfhonderd pond; ik keek hem verbaasd aan, waarop hij bloosde als een jongen, die be trapt wordt na het uithalen van een ondeu gend grapje. Mijnheer Mazaroff! zeide ik, u is te edelmoedig! Hij keek rond, bang dat de bedienden hem zouden hooren. Geen woord, vriend! mompelde hij. Stop het in je zak en praat er niet meer over ik ben er zeker van, dat je meer ver dient dan zoo'n klein beetje geld! Ik begreep, waar hij op doelde. Gedurende onzen tocht hield hij niet op met te informee- ren naar den oorlog en naar hetgeen ik ge daan had. Het gaf niets om te zeggen dat ik heel veel daarvan vergeten was; hij wilde alles weten. Hij kon daarover in groote extase komen; hij genoot bij het verhaal van een overwinning en was zeer terneergeslagen bij het vernemen van een onzer nederlagen; somtijds schreeuwde hij het uit bij het hooren van een bijzonder pakkende gebeurtenis. Voor alle jongelieden, die daarin hun aandeel had den gehad, was hij vol bewondering, een be wondering, die dikwijls overging in een hel- denvereering. Wat een prachtkerels! riep hij dan uit. O, als ik maar dertig jaren jonger geweest was! Wij konden het uitstekend met elkaar vin- Ook dit manifest vond men niet voldoende, Er werden boekjes en brochures uitgegeven, er werden congressen gehouden! En nu, voor het eerst, is er zoo'n congres in de provincie Noord-Holland. Spr. eindigde vervolgens zijn korte toe. spraak en gaf de leiding der vergadeiing ver der over aan den heer Vernee, den voorzitter van het Aikmaarsche actie-comité. De heer Vernee vond het een mooi werk, om tegen het militairisme te vechten. Hij stelde voor, om een telegram van sympathie aan de dienst weigeraars in Scheveningen te zenden, het welk groot applaus verwekte. Verder deelde spr. eenige veranderingen mede in het pro gramma en eindigde met de hoop uit te spreken, dat dit congres een mstig, doch enthousiast verloop mocht hebben en dat het er toe zou bijdragen, dat de bedoeling van dit congres zijn uitwerking niet zou missen. Nadat mej. Meins eenige liederen had ge zongen, daarbij begeleid door mevr. Groot, was het woord aan Fedde Schurer uit Amsterdam, die allereerst opmerkte, dat het anti-militarisme tegenwoordig „troef" is. Spr. vroeg zich echter af, of men het woord bij het uitbreken van een nieuwen oorlog, in een werkelijke daad zal omzetten. Hij ge loofde, dat er zeer veler, zijn, die anti-mili- tairist zijn uit een grooten redeloozen angst voor den oorlog en op dezen is niet te bouwen. Spr. was van meening, dat de oorlog de consequentie is van onze eigen daden en onze eigen levensrichting Iedereen heeft dus schuid aan den oorlog. En dan moest spr. vooral denken aan de schuld der kerken, die den naam van Christus misbruikt hebben, en aan het socialisme, dat den oorlog had kun nen verhinderen, als het geweigerd had', Maar men kwam niet gauw genoeg tot be zinning. Spr.'s overtuiging is, dat het christendom en militairisme scherp tegenover elkaar staan en dat het christendom nog een groote boodschap ir. de wereld te brengen heeft. Iemand, die in God gelooft, kan niet anders dan anti-militarist zijn. Er meet dus een nieuwe geest geboren worden, een geest der liefde. Die nieuwe geest duit geen oorlog, zelfs geen voorbereidingen tot den oorlog. Nu zegt men dikwijls, dat de massa moet dienstweigeren en dat persoonlijke dienst weigering niets geeft, maar spr. meende, dat de persoonlijke dienstweigering veel be langrijker is. De massa is veel te los van samenstelling en wordt veel te gemakkelijk meegesleept door net suggestieve in het militairisme. Laten we, aldus spr., de ernst van deze zaak doorvoelen Laten we het militairisme tegentreden, en laat men ons klaar vinden, als de groote tijd komt. Spr. eindigde met de bekende woorden: „Breekt de zwaarden over de knie en regi menten, gaat uiteen!" Deze rede, welke veel applaus ontlokte, werd opgevolgd door zang en muziek van het bovengenoemd duo, waarna Mevr. Prins—Burgers uit Amersfoort het woord verkreeg. Deze spreekster trachtte in 't kort de ideeën van de vrouwen t. o. v. de dienstweigering en de vrede naar voren te brengen. Spr. vreesde, dat de wereld ten gronde zal gaan door de zucht naar macht, als men aan die zucht geen tegenstand meer biedt. De machtsvorming kwam vroeger helder en duidelijk tot stand: door roof en moord, zooals de geschiedenis leert. En de macht werd zelfs verheerlijkt. De christelijke goêgemeente doet alzoo en ver heerlijkt de macht in God. Het hoogtepunt van de machtsvorming is echter verlegd van het zwaard naar het goud (of naar de petro leum, als men wil). Dat zien we in Nederland: zelf, waar een minister van oorlog uit de oliemagnaten voortkomt en omgekeerd. Men wordt geregeerd door deze oliekoningen en door de met hen samenwerkende industrieën. Dat wordt natuurlijk uitgebuit en zoo zien we, dat de economische oorlog in vollen gang is en millioenen werkloozen, levens moedigen en verhongerden een langzamen dood sterven. Is dat vrede? vroeg spr Onder vrede ver staat spr. een menschelijke organisatie, waar in de liefde de grootste rol speelt- Echter. als we alleen het militairisme en den oorlog bestreden en de rest lieten voort- groeien, deden we dom. Deze staat moet uit geroeid worden en een nieuw stelsel moet gemaakt worden, dat tot volledigen opbouw, der maatschappij moet leiden. Op dezen avond moeten we begrijpen, waarom wi! „neen!" moeten zeggen. Eerst moeten we zien, hoe het niet moet. Onze strijd wordt broederlijke metgezel. Na het einde van een maand waren wij onafscheidelijk van elkaar geworden. Toen wij in het Zuidelijk gedeelte van Northumberland waren gekomen, ga! hij zij nchauffeur order den hoofdweg te ver- laten en over Hexham en Wark te rijden naar de herberg „De Houtsnip" in Marras date Moor. HOOFDSTUK II. Herberg „De Houtsnip". Een uur lang, voordat wij de plaats van bestemming bereikten, waren wij door een wilde en eenzame landstreek gereden, over wegen, die, dat bleek duidelijk, weinig in den smaak vielen van onzen chauffeur, Webster. Den hoofdweg hadden wij bij Hexham vaar wel gezegd, daarna reden wij over slecht on derhouden wegen. Een daarvan bracht ons naar „De Houtsnip", de herberg, die vol- gens de kaart van Mazaroff in deze schaarsch bewoonde streek aan een zijweg lag. Toen wij, na het passeeren van een met heide begroeide rug, welke langzaam af-i glooide op onzen weg, ons doel zagen liggen, was ik hoogst verbaasd dat er een herberg, van welke soort dan ook, in zulk een verlaten oord bestond De herberg stond aan den kant van een groote heide, ingesloten door hooge heuvels zoo verlaten als men zich moeilijk kan indenken. Behalve die herberg was ér geen spoor van een woning te ontdekken. Wat een hoogst eigenaardige plek voor een herberg! nep ik uit, toen wij naderbij kwamen, zou daar ooit iemand komen? Mazaroff wees met zijn hand naar de om* streken,, als om duidelijk te maken dat h" uistekend met elkaar vin- van&gitfgfc 9fi de hoogte was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5