Dr. H.NANNING's
HAEMOFERRIN
f 2.60 p.'/i flesch, ƒ1.60 p '/fe flesch
£cmd= en Humêouiu
Geneeskundige brieven
DE NEDERLANDSCHE DAGBLAD
PERS.
De Vereeniging De Nederlandsche Dag
bladpers hield Dinsdag en Woensdag te Am
sterdam haar drukbezochte vergadering on
der voorzitterschap van den heer J. W. Hen-
nv Vele vakbelangen werden behandeld.
Het bestuur is na de verkiezing van den
heer Th. M. Houwert in de plaats van den
heer H. Diemer, die niet herkiesbaar was, als
volgt samengesteld: voorzitter: de heer J.
W. Henny (Leidsch Dagblad); vice-voorzit-
ter: de heer H. Kuypers (De Maasbode); pen
ningmeester: de heer H. Nijgh (Nieuwe Rot-
terdamsche Courant); leden: Ir. A. Heldring
(Alg. Handelsblad), Th. M. Houwert (Dag
blad Tubantia), Mr. J. H. M. van Roosma
len (Prov. N. B. en 's-Hertogenbossche Cou
rant), A. W. Sijthoff (Haagsche Courant);
secretaris (geen bestuurslid): Mr. W. G. J.
Veenhoven.
BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN.
Gistermiddag is de onderwijzer J. van
Balen uit Schiebroek in de badinrichting in
den Wilgenpias aldaar gaan zwemmen.
Toen hij omstreeks half zes niet naar huis
teruggekeerd was, ging men informeeren of
wellicht een ongeluk gebeurd was. Bij het
ingestelde onderzoek werden allereerst zijn
kleeren gevonden, terwijl' na eenige uren
dreggen zijn lijk uit het ondiepe bad opge
haald werd. Men vermoedt dat hij door hart
verlamming om het leven gekomen is.
VERDRONKEN.
Gistermiddag is aan den Breukdijk alhier
het driejarig zoontje van den heer Burg
graaf, terwijl hij aan het spelen was, te wa
ter geraakt en verdronken.
HET VERVENERSBEDRIJF TE
BARGER-COMPASCUUM.
Inzake het conflict in het vervenersbedrijf
heeft de vervenersbond aan den rijksbemid
delaar, den heer De Vries, een telegram ge
zonden, waarin gezegd wordt, dat de Ver
venersbond Barger-Compascuum en Omstre
ken ten sterkste protesteert tegen de beslis
sing van den rijksbemiddelaar, welke vol
gens de bond in strijd is met het <'ior hem
te Zwolle gedane voorstel. De Bcnd blijft
volgens de door den Bond aangeboden
loonsvoorwaarden uitbetalen zooals is over
eengekomen en verzoekt voorts den rijksbe
middelaar aan de hand van het accountants
rapport uit te maken of het veenbedrijf de
loonen van 1930 al dan niet kan dragen.
)NZE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Een uit Den Haag afkomstige auto is gis
termiddag omstreeks 1 uur op den onbewaak-
ten overweg bij Schinkeldijk door den trein
uit Aalsmeer, welke 1 u. 15 aan het Willems
parkstation te Amsterdam moet arriveeren,
gegrepen en geheel vernield. De chauffeur,
die de eenige inzittende was, werd wonder
boven wonder niet ernstig gewond onder zijn
wagen vandaan gehaald. Vermoedelijk heeft
hij slechts enkele schrammen opgeloopen. De
locomotief is licht beschadigd.
VERKEERSONGEVALLEN.
Autobotsing.
Gistermiddag reed mr. F. M A. Haff
mans, notaris te Helden (L.), met groote
vaart per auto over den Boschdijk. Ter
hoogte van het gehucht Acht kwam uit de
Maasstraat, een zijstraat van den Boschdijk,
een vrachtauto aangereden. Blijkbaar heeft
de heer Haffmans dezen te laat gezien, met
het gevolg dat een botsing onvermijdelijk
was* De vrachtauto kantelde, terwijl de auto
van den heer-H.' van voren werd ingedrukt.
De bestuurder van den vrachtwagen bekwam
geen letsel, doch de heer H. brak zijn linker
arm en liep ernstige inwendige kneuzingen
op Dr. Burgerink uit Best verleende genees
kundige hulp. De heer Haffmans is naar het
ziekenhuis te Eindhoven overgebracht. Men
achtte zijn toestand zeer ernstig.
Door auto gedood.
Gistermorgen is de bejaarde J. B., die op
zijn fiets reed, op den Rijksstraatweg te
Rijsoord door een auto aangereden en ge
dood.
KORTE BERICHTEN.
Dinsdag is te Bloemendaal de 49e jaar
vergadering gehouden van de Ned. Ver. ter
Behartiging van de Belangen der jonge meis
jes.
In de Martha-stichting te Alphen a.d
Rijn is Dinsdag de 23e algemeene vergade
ring gehouden van de Vereen, van Direc
teuren en Directrices van Rijks- en Particu
liere Opvoedingsgestichten in Nederland.
In het Nutsgebouw te Leiden heeft de
-Maatschappij der Nederlandsche Letterkun
de gister haar 165ste jaarvergadering ge
houden.
De minister van onderwijs, kunsten en
wetenschappen heeft gistermiddag in een der
lokalen van zijn departement geïnstalleerd
de commissie inzake de opleiding voor ma
chinisten en stuurlieden.
Bifiawren wat
Molotow en Lenfn.
Op den Westerling, die uit den aard der
zaak over de Russische toestanden moet oor-
deoltn naar de schaarsche en moeilijk te con-
tro!eeren berichten in zijn blad. maakt het
den r k a's zou het regime in Rusland,
sinds de komst van de bclsjewiki, vrijwel on
gewijzigd gebleven zijn. Een bekend En-
gelsch politicus zei zelfs eens, dat de sovjet-
regeering de eenige reeeering in Europa is,
die in den loop van 12 jaar ongewijzigd is
gebleven. Deze opvatting, evenals vele an
dere (o.a. rvtnals de vaak verkondigde mee
rling over de ..oa?S'viteit" van de Russische
massa), is onjuist. Het sovjet-regime heeft in
de 13 jaar van zijn bestaan verschillende
phasen doorgemaakt, die in elk ander land
alleen denkbaar zenden zijn bij een totale
verandering van de partijverhoudingen. In
Sovjet-Rusland zijn vele dier veranderingen
door dezelfde menschen verricht, die zich
aan hun macht vastklampen en bereid zijn
heel wat ovei boord te werpen als zij zich
maar staande kunnen houden. Het is vol
doende een parallel te trekken tusschen het
regime van het militaire communisme, de
NEP en het tegenwoordige regime om dit
d'Fdelijk in te zien. Gedeeltelijk is deze revo
lutie doorgemaakt onder de leiding van de
zelfde personen, maar slechts voor een klein
gedeelte. Van de adjudanten van Lenin, de
mannen die hem geholpen hadden zich mees
ter te maken van de macht, heeft niemand
zijn machtspositie kunnen behouden, behalve
Stalin dan, die echter toqn een ondergeschik
te rol had gespeeld. De plaats van de oude
garde door nieuwe menschen is geschied zon
der terechtstellingen. Het ergste wat den
ouden machthebbers is overkomen, is verban
ning naar het buitenland (Trotzky) of naar
afgelegen streken in Rusland (Rakowskv
e.o.) Daardoor mist de elle strijd om de
macht, die te Moskou woedt, het dramatische
karakter van den strijd om de macht in
Frankrijk tijdens de revolutie.
De laatste verschuivingen onder de macht
hebbers in het Kremlin hebben een man naai
voren geschoven, die in het Westen volkomen
onbekend is, n.1. Molotow (Skrajabin). Molo-
tow heeft den zwakken Rykow opgevolgd als
voorzitter van den raad van volkscommissa
rissen, d.w.z. als hoofd van de regeering van
de Sovjet-Unie. Dat is een zeer merkwaardig
man, die, indien de voorteekenen niet bedrie
gen, in de toekomst een groote rol zal spelen.
Molotow is een kind van het volk en daar
door onderscheidt hij zich in hooge mate van
de oude garde, grootendeels menschen uit de
hoogere maatschappelijke kringen (Lenin
was edelman. Trotzky is een zoon van een
rijken man, Krassin behoorde tot de hoogge
plaatste kringen van het land enz.) Hij
heeft in zijn kinderjaren veel ellende door
staan, hij kent het harde leven van het volk,
kan over het zwoegen, het hongerlijden der
massa meespreken. Dat maakt hem bij die
massa populair. Daarbij is hij een man met
een sterken wil. hetgec» de massa imponeert.
Naast deze goede eigenschappen heeft hij
echter vele slechte, die funeste gevolgen kun
nen hebben. Hij is in hoogste mate amoreel,
uiterst primitief in zijn gevoelens, mist elke
werkelijke beschaving, is onverdraagzaam,
sluw. Voor het eerst staat dus naast Stalin
een man, die in vele opzichten zijn evenknie
is. Het heeft er cilen schijn van, dat deze
twee mannen vroeger of later met elkaar
slaags zullen raken om de macht.
Molotow heeft zijn ambt aanvaard na een
langdurig bestuur van den zwakkeling
Rykow, toen dat ambt vrijwel zijn geheele be-
teekenis verloren had. Molotow wil zich ech
ter niet tevreden stellen met de ondergeschik
te rol, die Rykow gespeeld had, hij wil inder
daad hoofd van de regeering zijn. Hij trof
daarom een rij maatregelen, die de positie
en bet aanzien van het ambt moest opvoeren
Een van de eigenaardigheden van het sov
jet-regime is de angst van de ambtenaren,
zelfs van de allerhoogsten, iets op eigen risico
te doen. De toestand doet eenigszins denken
aan dien in sommige legers, wanneer ieder
een er naar streeft „gedekt te zijn" door een
bevel van een hooger geplaatsten, die op zijn
beurt ook „gedekt" wil zijn. Wie tijdens den
oorlog gemobiliseerd was, weet tot welke ge
volgen dat leidt. Er ontstaat een lawine van
paperassen, die ten slotte elk overzicht be
moeilijkt. Het is in Sovjet-Rusland al zoover
gekomen, dat zelfs volkscommissarissen be
vreesd zijn iets op eigen verantwoording te
doen en er de voorkeur aan geven zich achter
een hooger geplaatste instelling of, indien
dat niet gaat, achter een groep, al is het hun
eigen college, te verschuilen. Dat heeft geleid
tot een opstopping in alle departementen;
zelfs de belangrijkste staatszaken reizen uit
het eene bureau naar het andere, uit het eene
departement naar het andere, maanden-,
soms jarenlang. Er is geen schuldige, omdat
iedereen gedekt is.
Deze toestand bestond reeds ten tijde van
Lenin, die vergeefs getracht had de lawine
van paperassen te bezweren door naast den
gewonen raad van volkscommissarissen een
tweeden te scheppen om de regeering op deze
wijze van het geweldige aantal onbelangrijke
dingen te ontlasten. Na den dood van Lenin
werd getracht op 'n andere wijze uitkomst te
zoeken, o.a. door aan de departementen meer
bevoegdheden te verschaffen, maar eveneens
zonder eenig succes.
Molotow besloot tot krasse maatregelen
over te gaan. Hij heeft de commissie, inge
steld door Lenin, afgeschaft. Voortaan moet
elk departement zelf besluiten nemen op zijn
gebied en mag de zaken niet meer bij den
raad der volkscommissarissen indienen. De
verantwoordelijkheid van de chefs van de ver
schillende departementen is nu veel grooter
geworden; zij mogen zich niet meer achter
hun college verschuilen, zij hebben meer vol
machten gekregen en dragen meer verant
woordelijkheid. Dat heeft in zooverre verbete
ring gebracht, dat de regeering ontlast is ge
worden van veel onfoeteekenende zaken, die
vroeger veel tijd in beslag namen. Hoelang
dit zal duren, is niet met zekerheid te zeggen.
Onder de sovjet-toestanden is het zeer waar
schijnlijk, dat na eenigen tijd de vroegere
wantoestand weer terugkeert: het risico voor
de chefs der departementen is te groot.
Een iweede maatregel van Molotow, die
zijn positie moet versterken, is de instelling
van de z.g. „commissie van uitvoering". Tot
nu toe was de toestand zoo, dat Stalin, die
het apparaat van de communistische partij
tot zijn beschikking heeft, op de hoogte was
van alles wat er in het land en in het regee-
ringsapparaat gebeurde (men vergete niet,
dat de communistische partij in Rusland de
feitelijke heerscheres is, dat alle verantwoor
delijke ambtenaren lid van die partij moeten
zijn, dat de plaatselijke cellen de rijksambte
naren controleeren enz.), terwijl het nomi
nale hoofd van de regeering in het duister
tastte. Dat was een der oorzaken van de
machteloosheid van Rykow. De „commissie
van uitvoering" stelt nu Molotow in staat
het sovjet-apparaat te leeren kennen, op de
hoogte te zijn van alles wat er onder de amb
tenaren van alle rangen gaande is. Tot hoofd
van deze commissie is een zekere Andrejew
benoemd, die tegelijkertijd voorzitter van de
centrale controle-commissie van de bolsjewis
tische partij is (deze commissie houdt toe
zicht op het doen en laten van alle bolsjewiki
en kan ieder lid van de partij uit zijn ambt
ontslaan, indien hij iets doet, dat de commis
sie afkeurenswaardg acht). Andrejew is de
rechterhand van Molotow en zoodoende heeft
deze laatste een informatiebron, die met die
van Stalin kan wedijveren. Hij kan nu de
menschen in zijn groep houden, overal zijn
partijgangers plaatsen en het apparaat ge
leidelijk in zijn handen concentreeren. Het is
dan ook Molotow gelukt de beteekenis van
zijn ambt aanzienlijk op te voeren.
.Wie echter gedacht had, dat de benoeming
Bloedvonmend versterkingsmiddel.
van Molotow tot hoofd var; de regeering aan
het „sovjet-apparaat" (d.w.z. aan het regee-
ringsapparaat) een overwicht zou geven bo
ven het partij-apparaat, heeft zich vergist.
Ook nu behoort de macht feitelijk aan het
Polit-bureau, de belangrijkste instelling van
de bolsjewistische partij. Indien Molotow dus
werkelijk de macht in handen wil nemen,
moet hij zich meester maken van de plaats
van Stalin, den tegenwoordigen dictator, in
het Politbureau en in de partij.
De tegenwoordige toestand is als volgt:
Stalin is de onbeperkte heerscher van net
land en bezit meer macht dan de laatste tsa
ren ooit hadden bezeten, al vervult hij offi
cieel geen enkele werkelijke belangrijke func
tie. wel is de positie van den dictator eenigs
zins zwakker geworden nu aan 't hoofd van
den raad der volkscommissarissen een man
als Molotow staat, die zelf naar de heer
schappij streeft, maar Molotow is verplicht
zich te schikken naar de bevelen van het
Politbureau, dus naar de bevelen van Stalin.
Het Politbureau (d.wz. Stalin) stelt de
hoofdlijnen van de politiek vast, zijn bevelen
moeten onvoorwaardelijk uitgevoerd worden.
Bijzonder groot is de belangstelling van het
Politbureau voor de buitenlandsche politiek
van de Sovjet-Unie: alle maatregelen van
het volkscommissariaat van buitenlandsche
zaken worden besproken door het Polit
bureau. Hetzelfde geldt ook voor de G.P.Oe,
Op deze wijze zijn twee departementen ge
heel aan de macht van het officieele hoofd
der regeering onttrokken. Tot in zekere mate.
is dit bovendien het geval met het departe
ment van oorlog. In de overige departementen
is Molotow oppermachtig en geeft hij de al
gemeene leiding. Behalve de leiding van de
algemeene politiek moet Molotow toezicht
houden op de voorbereiding van allerlei
maatregelen en wetten, die daarna door hem
ingediend worden bij de speciale commissie
van het Politbureau, bestaande uit Stalin,
Molotow en een paar andere personen Op
deze wijze is het alweer Stalin, die per slot
van rekening over alles beschikt, omdat hij
het Politbureau beheerscht, voorzitter van de
commissie is en er de meerderheid van stem
men bezit.
Uiterlijk zijn Stalin en Molotow goede
vrienden. Molotow doet zelfs al het mogelijke
om Stalin tot onbetwisten ideoloog van de
partij te maken, maar daarnaast versterkt hij
telkens weer zijn eigen positie en omringt zich
met personen, op wier trouw hij meent te
kunnen rekenen. Eevenals Lenin, dien hij in
alles tracht na te volgen, minacht hij de mees
te medewerkers. Hij kent hen allen door en
door, weet van ieder hunner meer dan zij
vermoeden (deze wetenschap put hij uit de
geheime archieven en de rapporten van zijn
agenten) en kan velen hunner dwingen hem
te gehoorzamen, zelfs wanneer zij het niet
willen. Dat alles maakt hem tot een geduch-
ten tegenstander van Stalin. Deze laatste
weet dat natuurlijk. Nu Molotow met behulp
van Andrejew vasten voet wist te krijgen ir.
het partij-apparaat, zag Stalin zich gedwon
gen een officieele betrekking in het sovjet
apparaat aan te nemen om op deze wijze zijn
tegenstander voortdurend in het oog te kun
nen houden en zijn eventueele zetten bijtijds
te kunnen pareeren
Dr. BORIS RAPTSCHINSKY.
REDUCTIE VAN SPOORWEG
TARIEVEN VOOR GROENTEN.
De heer Kampschöer heeft aan den minis
ter van waterstaat de volgende vragen ge
steld:
Is de minister bereid, mede te deelen, of
het juist is, dat de directie der Nederlandsche
Spoorwegen aan de Westlandsche expor-
teursvereeniging een reductie aangeboden
heeft van 15 procent, als een bepaald aantal
wagons per jaar verzonden wordt?
Kan de minister ook mededeelen, of de di
rectie der Spoorwegen van oordeel is, dat de
spoorwegen met het verkenen van deze re
ductie het vervoer van land- en tuinbouw
producten, dat thans per vrachtauto ge
schiedt, zullen terugwinnen?
Is de minister niet van oordeel, dat het
meer in het algemeen belang is, dat een alge
meene verlaging der tarieven tot stand komt,
te meer, daar het voorgestelde reductiestel
sel voor den land- en tuinbouw weinig waar
de heeft, omdat de reductie voor een belang
rijk deel aan de exporteurs ten goede komt?
ALKMAARSCHE EXPORTVEILING.
Bij een bezoek aan de Alkm. Exportveiling
valt dadelijk op de ietwat vreemde manier
van veilen. Alvorens de veiling begint staat
alle groenten en fruit in de loods en helaas
ook buiten, waar de partijen door de koop
lieden groot en klein worden bekeken, ge
taxeerd en genoteerd.
Want als de kooplieden voor de „klok" zit
ten, .ziet men geen groente of fruit. De klok
kenist die ook met kennersblik de partijen
heeft getaxeerd kondigt aan wat er ge
veild wordt en zet, aan de hand van zijn
aanteekeningen, de partij in. Blijkbaar gaat
het goed en een andere weg is er ook niet,
want het voor de klok rijden is aan de Alkm.
veiling niet mogelijk. Men moet eerst aan
dien toestand gewennen. Het is een gewoonte
die men elders niet aantreft.
In de afgeloopen week waren er mooie
partijen aardbeien, een niet groote partij le
soort bloemkool, een te veel aan 2e kwaliteit
sla, mooie kwaliteit komkommers en partijen
groot en klein van diverse groenten.
Over het algemeen genomen was le soort
bloemkool duur, de prijzen varieerden van
24 tot 32, 2e soort idem gold pl.m, 10
18, terwijl 3e soort voor alle prijzen weg
ging. Kropsla werd in groote kwantums aan
gevoerd en alleen le soort kon den prijs
handhaven. De prijzen varieerden van 1—
3.50 per 100 stuks, alleen extra kwaliteit
was iets hooger in prijs. Komkommers wer
den in mooie kwaliteit aangevoerd, de handel
was vlug, de prijzen van 10—18 per 100
stuks. Postelein was een gewild artikel, de
kwaliteit vrij goed, de prijzen van 0.45—
0.65 per dubbele bak. Peen was duur, is
trouwens altijd duurder dan in Beverwijk
waar de bossen 1/3 kleiner zijn. In dit licht
bezien was de prijs van 1015 per 100
bos, opmerkelijk hooger dan elders.
Rabarber zat in den put, hoewel het deze
week beduidend beter was dan de vorige
week. Mooie kwaliteit gold 3.505.50,
afwijkende kwaliteit 1.503 per 100 bos
Bosgroente werd vlug gekocht, vrijwel alles
was duur en vooral selderie en radijs, ook
uien waren best te plaatsen. De noteeringen
waren voor radijs 3.505, selderie
5.508, raapstelen 2.503 en uien
4.50—6.50, per 100 bos.
Spercieboonen en peulen, beide in kleine
kwantums aangevoerd, waren duur. Spercie
boonen golden 60—70 en peulen 40
50 per 100 pond. Spinazie, dat in kleine
kwantums werd aangevoerd, was duur, de
noteering 11.70 per bak. Aardbeien
werden in mooie partijtjes aangevoerd, doch
het grootste deel bestond uit afwijkende kwa
liteit. le soort aardbeien zijn veel duurder
dan elders, de noteering voor le soort was
30—50, 2e soort 12—25 per 100
doosjes. De overige aanvoer bestond uit on
beduidende partijtjes met sterk wisselende
prijzen.
Proeven op mensch en dier.
Over vivisectie is reeds veel geschre
ven. Er zou een vergelijking te maken
zijn tusschei#de felle bestrijders der vi
visectie en de dame, wier schrijven in
mijn vorigen brief zoo duidel ijken af
schuw van den oorlog aantoonde. Het
is dikwijls moeilijk, ons gevoel vrede te
doen hebben met feitelijk bestaande
toestanden. De vivisectie is toch een
zuivere gevoelskwestie. Aan den eenen
kant staan zij, die het vreeselijk vinden,
een dier te zien lijden, aan don anderen
kant zij, die al het mogelijke willen doen
om de genezingskansen van den zieken
mensch te verbeteren en daarbij in de
vivisectie een onmisbaar hulpmiddel
zien.
Om elkaar goed ie begrijpen, moeten
wij de zaak zuiver stellen. Dat overbo
dige kwelling van dieren afkeuring ver-
dent, dat dierproeven alleen dan geno
men mogen worden, indien daarvan
naar menschelijke berekening vooruit
gang der wetenschap, dus practisch nut
ten voordeele van der, zieken mensch
mag worden verwacht, dat alle onnoodig
lijden moet worden vermeden, zooals
trouwens tegenwoordig zoo goed als alle
proeven in narcose worden verricht
daarover behoeft niet getwist te worden
omdat ieder het daarmee eens is. De af
schuwwekkende tafreelen, door de be
strijders soms ten be-te gegeven, zijn óf
ui: den tijd, óf onjuist weergegeven, óf
betreffen eindelijk enkele gevallen, wel
ke door den voorstander der vivisectie
even zoo goed worden afgekeurd. Het
eigenlijk beginsel, waar alles om draait,
is deze vraag: „Mag men ten voordeele
van den zieken mensch een dier opoffe
ren?"
Er zullen er zijn, die deze vraag met
een beslist „neen" beantwoorden. Dit
standpunt eerbiedigend, valt met deze
lieden niet verder te praten. Alleen mag
dan van hen de consequentie verwacht
worden, dat ook voor den gezonden
mensch geen dier opgeofferd mag wor
den. Zij zijn uit den aard der zaak stren
ge vegetariërs, d.w.z. dat zij bijv. ook
geen melk boter en kaas gebruiken. Tm-
mers, voor het verkrijgen van melk is
het noodzakelijk in zulk een hoeveelheid
dat, om de wereid niet in korten tijd met
koebeesten overbevolkt te krijgen, slach
ten onvermijdelijk wordt. Eieren zijn
dan hut eenige dierlijke voedsel, dat zij
toi zich mogen nemen, omdat de vogel
genoopt kan worden tot nroductie van
meer eieren, dan uitgebroed kunnen
worden. Feitelijk mag zoo iemand de
muizen, torren en kleiner ongedierte in
zijn huis niet verdelgen, legen mügge-
s+eken mag hij zich beveiligen, maar de
diertjes zelf mag hij niet/loodep, ook al
weet hij, dat hun vermenigvuldiging
misschien aan vele menschen malaria
bezorgen zal. Als hij in een streek gaat
wonen, waar tijgers, wolven, slangen
huizen, zal hij zich tegen de aanvallen
dier dieren mogen beveiligen, echter
zonder ze te dooden. Strikt genomen,
zou hij verbandstof, noodig voor behan
deling van zijn wonden, met mogen ste-
riliseeren, omdat dit proces berust op
het dooden van organismen, die in een
wond schadelijk kunnen werken. Im
mers, elk leven is hem heilig. Alleen
wordt dan niet bedacht, dat het leven
zelf een onafwijsbaar element van strijd
bevat.
Het spreekt van zelf, dat het geschil
derde uiterste niet in grooten getale
voorkomt. Toch zijn er vele anderen,
die afkeurend over de vivisectie denken,
schrijven en spreken. Die anderen zou
ik willen wijzen op het Fransche spreek
woord: alles begrijpen beteekent alles
vergeven. Bij velen ontbreekt toch het
juiste inzicht le. van wat de vivisectie
eigenlijk is, hoe zij wordt uitgeoefend en
2e. omtrent de door de vivisectie werke
lijk bereikte verbetering in de toepas
sing der geneeskundige wetenschap. Om
met het tweede punt te beginnen, mis
schien mag wel als algemeen bekend
worden veronderstetld, dat vroeger, bijv.
50 jaar geleden, een onstellend hoog
sterftecijfer bij kinderen bestond door
-diphteritis, terwijl thans een doodelijke
afloop dier ziekte tot de uitzonderingen
behoort. Welnu, de geneeswijze, welke
v ij aari Behring te danken hebben, zou
zonder dierproeven onmogelijk gevon
den zijn. Zullen ouders, die het behoud
van een kind aan deze geneeswijze te
dankeh hebben, de vivisectie nog durven
veroordeelen?
En wat de uitvoering der vivisectie be
treft, het kan niet ontkend worden, dat
wel eens overbodig en zonder nut een
dier aan »<efnemingen is opgeofferd.
In zooverre de actie der anti-visisectio-
nisten er toe heeft bijgedragen om deze
excessen te laten verdwijnen, kunnen
wij hen daarvoor slechts dankbaar zijn.
Maar men kan veilig beweren, dat niet-
toelaatbare praktijken op dit gebied in
d.r wetenschappelijke wereld. tot het ver
leden behooren. Ook bij het slachten zijn
de oude ruwe methoden afgeschaft.
Maar al geschiedt het slachten dan ook
op zoogenakmde „humane" wijze, het
slachtdier verliest er niet minder zeker
het leven bij. Zoolang het slachten ge
oorloofd is, kan geen gegrond motief
worden aangevoerd om vivisectie te
verbieden. Het eerste geschiedt om den
mensch te voeden, het andere met de
bedoeling om de oorzaak van ziekte op
te sporen en om nieuwe middelen tot ge
nezing te vinden. Als die pogingen sla
gen, kunnen soms duizenden menschen
voor een anders zekeren dood behoed
worden. De wetenschan wil, nu eenmaal
vooorwaarts, zij rust niet voordat een be
paald gesteld doel is bereikt. Terecht
wees prof. Van Rijnberk er onlangs op,
dat door proeven op dieren voorberei
dende onderzoekingen plaats hebben,
da' proeven op menschen onnoodig wor
den.
In dit verband is het zeker niet zon
der belang, na te gaan, in hoeverre proe
ven op menschen wel geoorloofd zijn.
Hoe noodzakelijk een proefneming op
den levenden mensch menigmaal gevon
den wordt bewijzen talrijke voorbeel
den, waarbij geleerden op zich zelf, soms
zeer gevaarlijke, proeven namen, terwijl
uit hun omgeving collega's, assistenten,
verplegend personeel zich evenzeer tot
dat doel beschikbaar stelden. Nog niet
lang geleden heeft hier te lande dr. Kor-
teweg zich voor bestudeering der ma
laria opzettelijk met deze ziekte laten
besmetten. Op die wijze kan echer in
den regel slechts op gezonde menschen
geëxperimenteerd worden. Men kan dan
waardevolle gegevens verkrijgen over
oorzaak, optreden en overbrenging van
ziektetoestanden. Maar als iemand
meent, een nieuw middel gevonden te
hebben om een bepaalde ziekte te bestrij
den, dan kan hij dit alleen beproeven
op een patiënt met die bepaalde ziekte.
Over het geoorloofde van proeven op
menschen heeft het vorige jaar de Duit-
sche regeering een veertiental stellingen
gepubliceerd, welke na ampele bespre
king door den Rijksgezondheidsraad
waren ontworpen. Dat deze raad zich op
een waardig s.andpunt plaatst, moge
blijken uit de eerste stelling luidende:
„De geneeskundige wetenschap zou blij
ven stilstaan, als in gepaste gevallen
niet een proef met nieuwe middelen en
methoden ter genezing mocht worden
genomen. Ook kan zij wetenschap
pelijke proefnemingen op menschen
niet geheel ontbe-en. De arts moet zich
daarbij echter zijn groote verantwoorde
lijkheid bewust blijven."
In de volgende stellingen wordt het
vraagstuk nader uitgewerkt. Zoo moeten
aan de proeven op menschen steeds die
op dieren voorafgaan. De proefpersoon
moet zijn toestemming verleenen, nadat
hem de beteekenis der proefneming is
ter kennis gebracht. Vooral met perso
nen beneden 18 jaar, waarvoor de toe»
stemming vatn den wettigen vertegen
woordiger noodig is, moet bijzondere
zorgvuldigheid worden betracht. Maat
schappelijke noodstand van een zieke
mag nimmer misbruikt worden om toe
stemming te verkrijgen. In ziekenhuizen
en poliklinieken draagt de geneeskun
dige leider de volle verantwoordelijk
heid. Bij mededeeling van den uitslag
der proeven mag de aan den zieke ver
schuldigde achting niet uit het oog ver
loren worden. Als dierproeven in staat
zijn, een vraagstuk op te lossen, mogen
deze niet op menschen worden geno
men. Op personen beneden 18 jaar mo
gen alleen beslist onschadelijke proeven
genomen worden. Proeven op stervenden
zijn niet toegestaan. Ten slotte wordt er
nog eens op gewezen, dat het gevoel van
verantwoordelijkheid tegenover den
mensch, dat den arts drijft om zijn proe
ven te ondernemen, de beste waarborg
is, dat hij de noodige voorzorgen niet
zal verzuimen.
H. A. S.
Vrouw: „O, ben ie daar, Egbert? Doedeltje wil zIJk
muilkorf niet aan hebben. Doe JIJ hem nu een paar
minuten voor. dan kan de snoezepoes zien dat het niet*
ergs en dan went hij er aan Py (Humorlstj,