Dr. H.NANNING's HAEMOFERRIN f 2.60 p.'/i flesch, ƒ1.60 p '/fe flesch £cmd= en Humêouiu Geneeskundige brieven DE NEDERLANDSCHE DAGBLAD PERS. De Vereeniging De Nederlandsche Dag bladpers hield Dinsdag en Woensdag te Am sterdam haar drukbezochte vergadering on der voorzitterschap van den heer J. W. Hen- nv Vele vakbelangen werden behandeld. Het bestuur is na de verkiezing van den heer Th. M. Houwert in de plaats van den heer H. Diemer, die niet herkiesbaar was, als volgt samengesteld: voorzitter: de heer J. W. Henny (Leidsch Dagblad); vice-voorzit- ter: de heer H. Kuypers (De Maasbode); pen ningmeester: de heer H. Nijgh (Nieuwe Rot- terdamsche Courant); leden: Ir. A. Heldring (Alg. Handelsblad), Th. M. Houwert (Dag blad Tubantia), Mr. J. H. M. van Roosma len (Prov. N. B. en 's-Hertogenbossche Cou rant), A. W. Sijthoff (Haagsche Courant); secretaris (geen bestuurslid): Mr. W. G. J. Veenhoven. BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN. Gistermiddag is de onderwijzer J. van Balen uit Schiebroek in de badinrichting in den Wilgenpias aldaar gaan zwemmen. Toen hij omstreeks half zes niet naar huis teruggekeerd was, ging men informeeren of wellicht een ongeluk gebeurd was. Bij het ingestelde onderzoek werden allereerst zijn kleeren gevonden, terwijl' na eenige uren dreggen zijn lijk uit het ondiepe bad opge haald werd. Men vermoedt dat hij door hart verlamming om het leven gekomen is. VERDRONKEN. Gistermiddag is aan den Breukdijk alhier het driejarig zoontje van den heer Burg graaf, terwijl hij aan het spelen was, te wa ter geraakt en verdronken. HET VERVENERSBEDRIJF TE BARGER-COMPASCUUM. Inzake het conflict in het vervenersbedrijf heeft de vervenersbond aan den rijksbemid delaar, den heer De Vries, een telegram ge zonden, waarin gezegd wordt, dat de Ver venersbond Barger-Compascuum en Omstre ken ten sterkste protesteert tegen de beslis sing van den rijksbemiddelaar, welke vol gens de bond in strijd is met het <'ior hem te Zwolle gedane voorstel. De Bcnd blijft volgens de door den Bond aangeboden loonsvoorwaarden uitbetalen zooals is over eengekomen en verzoekt voorts den rijksbe middelaar aan de hand van het accountants rapport uit te maken of het veenbedrijf de loonen van 1930 al dan niet kan dragen. )NZE ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Een uit Den Haag afkomstige auto is gis termiddag omstreeks 1 uur op den onbewaak- ten overweg bij Schinkeldijk door den trein uit Aalsmeer, welke 1 u. 15 aan het Willems parkstation te Amsterdam moet arriveeren, gegrepen en geheel vernield. De chauffeur, die de eenige inzittende was, werd wonder boven wonder niet ernstig gewond onder zijn wagen vandaan gehaald. Vermoedelijk heeft hij slechts enkele schrammen opgeloopen. De locomotief is licht beschadigd. VERKEERSONGEVALLEN. Autobotsing. Gistermiddag reed mr. F. M A. Haff mans, notaris te Helden (L.), met groote vaart per auto over den Boschdijk. Ter hoogte van het gehucht Acht kwam uit de Maasstraat, een zijstraat van den Boschdijk, een vrachtauto aangereden. Blijkbaar heeft de heer Haffmans dezen te laat gezien, met het gevolg dat een botsing onvermijdelijk was* De vrachtauto kantelde, terwijl de auto van den heer-H.' van voren werd ingedrukt. De bestuurder van den vrachtwagen bekwam geen letsel, doch de heer H. brak zijn linker arm en liep ernstige inwendige kneuzingen op Dr. Burgerink uit Best verleende genees kundige hulp. De heer Haffmans is naar het ziekenhuis te Eindhoven overgebracht. Men achtte zijn toestand zeer ernstig. Door auto gedood. Gistermorgen is de bejaarde J. B., die op zijn fiets reed, op den Rijksstraatweg te Rijsoord door een auto aangereden en ge dood. KORTE BERICHTEN. Dinsdag is te Bloemendaal de 49e jaar vergadering gehouden van de Ned. Ver. ter Behartiging van de Belangen der jonge meis jes. In de Martha-stichting te Alphen a.d Rijn is Dinsdag de 23e algemeene vergade ring gehouden van de Vereen, van Direc teuren en Directrices van Rijks- en Particu liere Opvoedingsgestichten in Nederland. In het Nutsgebouw te Leiden heeft de -Maatschappij der Nederlandsche Letterkun de gister haar 165ste jaarvergadering ge houden. De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft gistermiddag in een der lokalen van zijn departement geïnstalleerd de commissie inzake de opleiding voor ma chinisten en stuurlieden. Bifiawren wat Molotow en Lenfn. Op den Westerling, die uit den aard der zaak over de Russische toestanden moet oor- deoltn naar de schaarsche en moeilijk te con- tro!eeren berichten in zijn blad. maakt het den r k a's zou het regime in Rusland, sinds de komst van de bclsjewiki, vrijwel on gewijzigd gebleven zijn. Een bekend En- gelsch politicus zei zelfs eens, dat de sovjet- regeering de eenige reeeering in Europa is, die in den loop van 12 jaar ongewijzigd is gebleven. Deze opvatting, evenals vele an dere (o.a. rvtnals de vaak verkondigde mee rling over de ..oa?S'viteit" van de Russische massa), is onjuist. Het sovjet-regime heeft in de 13 jaar van zijn bestaan verschillende phasen doorgemaakt, die in elk ander land alleen denkbaar zenden zijn bij een totale verandering van de partijverhoudingen. In Sovjet-Rusland zijn vele dier veranderingen door dezelfde menschen verricht, die zich aan hun macht vastklampen en bereid zijn heel wat ovei boord te werpen als zij zich maar staande kunnen houden. Het is vol doende een parallel te trekken tusschen het regime van het militaire communisme, de NEP en het tegenwoordige regime om dit d'Fdelijk in te zien. Gedeeltelijk is deze revo lutie doorgemaakt onder de leiding van de zelfde personen, maar slechts voor een klein gedeelte. Van de adjudanten van Lenin, de mannen die hem geholpen hadden zich mees ter te maken van de macht, heeft niemand zijn machtspositie kunnen behouden, behalve Stalin dan, die echter toqn een ondergeschik te rol had gespeeld. De plaats van de oude garde door nieuwe menschen is geschied zon der terechtstellingen. Het ergste wat den ouden machthebbers is overkomen, is verban ning naar het buitenland (Trotzky) of naar afgelegen streken in Rusland (Rakowskv e.o.) Daardoor mist de elle strijd om de macht, die te Moskou woedt, het dramatische karakter van den strijd om de macht in Frankrijk tijdens de revolutie. De laatste verschuivingen onder de macht hebbers in het Kremlin hebben een man naai voren geschoven, die in het Westen volkomen onbekend is, n.1. Molotow (Skrajabin). Molo- tow heeft den zwakken Rykow opgevolgd als voorzitter van den raad van volkscommissa rissen, d.w.z. als hoofd van de regeering van de Sovjet-Unie. Dat is een zeer merkwaardig man, die, indien de voorteekenen niet bedrie gen, in de toekomst een groote rol zal spelen. Molotow is een kind van het volk en daar door onderscheidt hij zich in hooge mate van de oude garde, grootendeels menschen uit de hoogere maatschappelijke kringen (Lenin was edelman. Trotzky is een zoon van een rijken man, Krassin behoorde tot de hoogge plaatste kringen van het land enz.) Hij heeft in zijn kinderjaren veel ellende door staan, hij kent het harde leven van het volk, kan over het zwoegen, het hongerlijden der massa meespreken. Dat maakt hem bij die massa populair. Daarbij is hij een man met een sterken wil. hetgec» de massa imponeert. Naast deze goede eigenschappen heeft hij echter vele slechte, die funeste gevolgen kun nen hebben. Hij is in hoogste mate amoreel, uiterst primitief in zijn gevoelens, mist elke werkelijke beschaving, is onverdraagzaam, sluw. Voor het eerst staat dus naast Stalin een man, die in vele opzichten zijn evenknie is. Het heeft er cilen schijn van, dat deze twee mannen vroeger of later met elkaar slaags zullen raken om de macht. Molotow heeft zijn ambt aanvaard na een langdurig bestuur van den zwakkeling Rykow, toen dat ambt vrijwel zijn geheele be- teekenis verloren had. Molotow wil zich ech ter niet tevreden stellen met de ondergeschik te rol, die Rykow gespeeld had, hij wil inder daad hoofd van de regeering zijn. Hij trof daarom een rij maatregelen, die de positie en bet aanzien van het ambt moest opvoeren Een van de eigenaardigheden van het sov jet-regime is de angst van de ambtenaren, zelfs van de allerhoogsten, iets op eigen risico te doen. De toestand doet eenigszins denken aan dien in sommige legers, wanneer ieder een er naar streeft „gedekt te zijn" door een bevel van een hooger geplaatsten, die op zijn beurt ook „gedekt" wil zijn. Wie tijdens den oorlog gemobiliseerd was, weet tot welke ge volgen dat leidt. Er ontstaat een lawine van paperassen, die ten slotte elk overzicht be moeilijkt. Het is in Sovjet-Rusland al zoover gekomen, dat zelfs volkscommissarissen be vreesd zijn iets op eigen verantwoording te doen en er de voorkeur aan geven zich achter een hooger geplaatste instelling of, indien dat niet gaat, achter een groep, al is het hun eigen college, te verschuilen. Dat heeft geleid tot een opstopping in alle departementen; zelfs de belangrijkste staatszaken reizen uit het eene bureau naar het andere, uit het eene departement naar het andere, maanden-, soms jarenlang. Er is geen schuldige, omdat iedereen gedekt is. Deze toestand bestond reeds ten tijde van Lenin, die vergeefs getracht had de lawine van paperassen te bezweren door naast den gewonen raad van volkscommissarissen een tweeden te scheppen om de regeering op deze wijze van het geweldige aantal onbelangrijke dingen te ontlasten. Na den dood van Lenin werd getracht op 'n andere wijze uitkomst te zoeken, o.a. door aan de departementen meer bevoegdheden te verschaffen, maar eveneens zonder eenig succes. Molotow besloot tot krasse maatregelen over te gaan. Hij heeft de commissie, inge steld door Lenin, afgeschaft. Voortaan moet elk departement zelf besluiten nemen op zijn gebied en mag de zaken niet meer bij den raad der volkscommissarissen indienen. De verantwoordelijkheid van de chefs van de ver schillende departementen is nu veel grooter geworden; zij mogen zich niet meer achter hun college verschuilen, zij hebben meer vol machten gekregen en dragen meer verant woordelijkheid. Dat heeft in zooverre verbete ring gebracht, dat de regeering ontlast is ge worden van veel onfoeteekenende zaken, die vroeger veel tijd in beslag namen. Hoelang dit zal duren, is niet met zekerheid te zeggen. Onder de sovjet-toestanden is het zeer waar schijnlijk, dat na eenigen tijd de vroegere wantoestand weer terugkeert: het risico voor de chefs der departementen is te groot. Een iweede maatregel van Molotow, die zijn positie moet versterken, is de instelling van de z.g. „commissie van uitvoering". Tot nu toe was de toestand zoo, dat Stalin, die het apparaat van de communistische partij tot zijn beschikking heeft, op de hoogte was van alles wat er in het land en in het regee- ringsapparaat gebeurde (men vergete niet, dat de communistische partij in Rusland de feitelijke heerscheres is, dat alle verantwoor delijke ambtenaren lid van die partij moeten zijn, dat de plaatselijke cellen de rijksambte naren controleeren enz.), terwijl het nomi nale hoofd van de regeering in het duister tastte. Dat was een der oorzaken van de machteloosheid van Rykow. De „commissie van uitvoering" stelt nu Molotow in staat het sovjet-apparaat te leeren kennen, op de hoogte te zijn van alles wat er onder de amb tenaren van alle rangen gaande is. Tot hoofd van deze commissie is een zekere Andrejew benoemd, die tegelijkertijd voorzitter van de centrale controle-commissie van de bolsjewis tische partij is (deze commissie houdt toe zicht op het doen en laten van alle bolsjewiki en kan ieder lid van de partij uit zijn ambt ontslaan, indien hij iets doet, dat de commis sie afkeurenswaardg acht). Andrejew is de rechterhand van Molotow en zoodoende heeft deze laatste een informatiebron, die met die van Stalin kan wedijveren. Hij kan nu de menschen in zijn groep houden, overal zijn partijgangers plaatsen en het apparaat ge leidelijk in zijn handen concentreeren. Het is dan ook Molotow gelukt de beteekenis van zijn ambt aanzienlijk op te voeren. .Wie echter gedacht had, dat de benoeming Bloedvonmend versterkingsmiddel. van Molotow tot hoofd var; de regeering aan het „sovjet-apparaat" (d.w.z. aan het regee- ringsapparaat) een overwicht zou geven bo ven het partij-apparaat, heeft zich vergist. Ook nu behoort de macht feitelijk aan het Polit-bureau, de belangrijkste instelling van de bolsjewistische partij. Indien Molotow dus werkelijk de macht in handen wil nemen, moet hij zich meester maken van de plaats van Stalin, den tegenwoordigen dictator, in het Politbureau en in de partij. De tegenwoordige toestand is als volgt: Stalin is de onbeperkte heerscher van net land en bezit meer macht dan de laatste tsa ren ooit hadden bezeten, al vervult hij offi cieel geen enkele werkelijke belangrijke func tie. wel is de positie van den dictator eenigs zins zwakker geworden nu aan 't hoofd van den raad der volkscommissarissen een man als Molotow staat, die zelf naar de heer schappij streeft, maar Molotow is verplicht zich te schikken naar de bevelen van het Politbureau, dus naar de bevelen van Stalin. Het Politbureau (d.wz. Stalin) stelt de hoofdlijnen van de politiek vast, zijn bevelen moeten onvoorwaardelijk uitgevoerd worden. Bijzonder groot is de belangstelling van het Politbureau voor de buitenlandsche politiek van de Sovjet-Unie: alle maatregelen van het volkscommissariaat van buitenlandsche zaken worden besproken door het Polit bureau. Hetzelfde geldt ook voor de G.P.Oe, Op deze wijze zijn twee departementen ge heel aan de macht van het officieele hoofd der regeering onttrokken. Tot in zekere mate. is dit bovendien het geval met het departe ment van oorlog. In de overige departementen is Molotow oppermachtig en geeft hij de al gemeene leiding. Behalve de leiding van de algemeene politiek moet Molotow toezicht houden op de voorbereiding van allerlei maatregelen en wetten, die daarna door hem ingediend worden bij de speciale commissie van het Politbureau, bestaande uit Stalin, Molotow en een paar andere personen Op deze wijze is het alweer Stalin, die per slot van rekening over alles beschikt, omdat hij het Politbureau beheerscht, voorzitter van de commissie is en er de meerderheid van stem men bezit. Uiterlijk zijn Stalin en Molotow goede vrienden. Molotow doet zelfs al het mogelijke om Stalin tot onbetwisten ideoloog van de partij te maken, maar daarnaast versterkt hij telkens weer zijn eigen positie en omringt zich met personen, op wier trouw hij meent te kunnen rekenen. Eevenals Lenin, dien hij in alles tracht na te volgen, minacht hij de mees te medewerkers. Hij kent hen allen door en door, weet van ieder hunner meer dan zij vermoeden (deze wetenschap put hij uit de geheime archieven en de rapporten van zijn agenten) en kan velen hunner dwingen hem te gehoorzamen, zelfs wanneer zij het niet willen. Dat alles maakt hem tot een geduch- ten tegenstander van Stalin. Deze laatste weet dat natuurlijk. Nu Molotow met behulp van Andrejew vasten voet wist te krijgen ir. het partij-apparaat, zag Stalin zich gedwon gen een officieele betrekking in het sovjet apparaat aan te nemen om op deze wijze zijn tegenstander voortdurend in het oog te kun nen houden en zijn eventueele zetten bijtijds te kunnen pareeren Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. REDUCTIE VAN SPOORWEG TARIEVEN VOOR GROENTEN. De heer Kampschöer heeft aan den minis ter van waterstaat de volgende vragen ge steld: Is de minister bereid, mede te deelen, of het juist is, dat de directie der Nederlandsche Spoorwegen aan de Westlandsche expor- teursvereeniging een reductie aangeboden heeft van 15 procent, als een bepaald aantal wagons per jaar verzonden wordt? Kan de minister ook mededeelen, of de di rectie der Spoorwegen van oordeel is, dat de spoorwegen met het verkenen van deze re ductie het vervoer van land- en tuinbouw producten, dat thans per vrachtauto ge schiedt, zullen terugwinnen? Is de minister niet van oordeel, dat het meer in het algemeen belang is, dat een alge meene verlaging der tarieven tot stand komt, te meer, daar het voorgestelde reductiestel sel voor den land- en tuinbouw weinig waar de heeft, omdat de reductie voor een belang rijk deel aan de exporteurs ten goede komt? ALKMAARSCHE EXPORTVEILING. Bij een bezoek aan de Alkm. Exportveiling valt dadelijk op de ietwat vreemde manier van veilen. Alvorens de veiling begint staat alle groenten en fruit in de loods en helaas ook buiten, waar de partijen door de koop lieden groot en klein worden bekeken, ge taxeerd en genoteerd. Want als de kooplieden voor de „klok" zit ten, .ziet men geen groente of fruit. De klok kenist die ook met kennersblik de partijen heeft getaxeerd kondigt aan wat er ge veild wordt en zet, aan de hand van zijn aanteekeningen, de partij in. Blijkbaar gaat het goed en een andere weg is er ook niet, want het voor de klok rijden is aan de Alkm. veiling niet mogelijk. Men moet eerst aan dien toestand gewennen. Het is een gewoonte die men elders niet aantreft. In de afgeloopen week waren er mooie partijen aardbeien, een niet groote partij le soort bloemkool, een te veel aan 2e kwaliteit sla, mooie kwaliteit komkommers en partijen groot en klein van diverse groenten. Over het algemeen genomen was le soort bloemkool duur, de prijzen varieerden van 24 tot 32, 2e soort idem gold pl.m, 10 18, terwijl 3e soort voor alle prijzen weg ging. Kropsla werd in groote kwantums aan gevoerd en alleen le soort kon den prijs handhaven. De prijzen varieerden van 1— 3.50 per 100 stuks, alleen extra kwaliteit was iets hooger in prijs. Komkommers wer den in mooie kwaliteit aangevoerd, de handel was vlug, de prijzen van 10—18 per 100 stuks. Postelein was een gewild artikel, de kwaliteit vrij goed, de prijzen van 0.45— 0.65 per dubbele bak. Peen was duur, is trouwens altijd duurder dan in Beverwijk waar de bossen 1/3 kleiner zijn. In dit licht bezien was de prijs van 1015 per 100 bos, opmerkelijk hooger dan elders. Rabarber zat in den put, hoewel het deze week beduidend beter was dan de vorige week. Mooie kwaliteit gold 3.505.50, afwijkende kwaliteit 1.503 per 100 bos Bosgroente werd vlug gekocht, vrijwel alles was duur en vooral selderie en radijs, ook uien waren best te plaatsen. De noteeringen waren voor radijs 3.505, selderie 5.508, raapstelen 2.503 en uien 4.50—6.50, per 100 bos. Spercieboonen en peulen, beide in kleine kwantums aangevoerd, waren duur. Spercie boonen golden 60—70 en peulen 40 50 per 100 pond. Spinazie, dat in kleine kwantums werd aangevoerd, was duur, de noteering 11.70 per bak. Aardbeien werden in mooie partijtjes aangevoerd, doch het grootste deel bestond uit afwijkende kwa liteit. le soort aardbeien zijn veel duurder dan elders, de noteering voor le soort was 30—50, 2e soort 12—25 per 100 doosjes. De overige aanvoer bestond uit on beduidende partijtjes met sterk wisselende prijzen. Proeven op mensch en dier. Over vivisectie is reeds veel geschre ven. Er zou een vergelijking te maken zijn tusschei#de felle bestrijders der vi visectie en de dame, wier schrijven in mijn vorigen brief zoo duidel ijken af schuw van den oorlog aantoonde. Het is dikwijls moeilijk, ons gevoel vrede te doen hebben met feitelijk bestaande toestanden. De vivisectie is toch een zuivere gevoelskwestie. Aan den eenen kant staan zij, die het vreeselijk vinden, een dier te zien lijden, aan don anderen kant zij, die al het mogelijke willen doen om de genezingskansen van den zieken mensch te verbeteren en daarbij in de vivisectie een onmisbaar hulpmiddel zien. Om elkaar goed ie begrijpen, moeten wij de zaak zuiver stellen. Dat overbo dige kwelling van dieren afkeuring ver- dent, dat dierproeven alleen dan geno men mogen worden, indien daarvan naar menschelijke berekening vooruit gang der wetenschap, dus practisch nut ten voordeele van der, zieken mensch mag worden verwacht, dat alle onnoodig lijden moet worden vermeden, zooals trouwens tegenwoordig zoo goed als alle proeven in narcose worden verricht daarover behoeft niet getwist te worden omdat ieder het daarmee eens is. De af schuwwekkende tafreelen, door de be strijders soms ten be-te gegeven, zijn óf ui: den tijd, óf onjuist weergegeven, óf betreffen eindelijk enkele gevallen, wel ke door den voorstander der vivisectie even zoo goed worden afgekeurd. Het eigenlijk beginsel, waar alles om draait, is deze vraag: „Mag men ten voordeele van den zieken mensch een dier opoffe ren?" Er zullen er zijn, die deze vraag met een beslist „neen" beantwoorden. Dit standpunt eerbiedigend, valt met deze lieden niet verder te praten. Alleen mag dan van hen de consequentie verwacht worden, dat ook voor den gezonden mensch geen dier opgeofferd mag wor den. Zij zijn uit den aard der zaak stren ge vegetariërs, d.w.z. dat zij bijv. ook geen melk boter en kaas gebruiken. Tm- mers, voor het verkrijgen van melk is het noodzakelijk in zulk een hoeveelheid dat, om de wereid niet in korten tijd met koebeesten overbevolkt te krijgen, slach ten onvermijdelijk wordt. Eieren zijn dan hut eenige dierlijke voedsel, dat zij toi zich mogen nemen, omdat de vogel genoopt kan worden tot nroductie van meer eieren, dan uitgebroed kunnen worden. Feitelijk mag zoo iemand de muizen, torren en kleiner ongedierte in zijn huis niet verdelgen, legen mügge- s+eken mag hij zich beveiligen, maar de diertjes zelf mag hij niet/loodep, ook al weet hij, dat hun vermenigvuldiging misschien aan vele menschen malaria bezorgen zal. Als hij in een streek gaat wonen, waar tijgers, wolven, slangen huizen, zal hij zich tegen de aanvallen dier dieren mogen beveiligen, echter zonder ze te dooden. Strikt genomen, zou hij verbandstof, noodig voor behan deling van zijn wonden, met mogen ste- riliseeren, omdat dit proces berust op het dooden van organismen, die in een wond schadelijk kunnen werken. Im mers, elk leven is hem heilig. Alleen wordt dan niet bedacht, dat het leven zelf een onafwijsbaar element van strijd bevat. Het spreekt van zelf, dat het geschil derde uiterste niet in grooten getale voorkomt. Toch zijn er vele anderen, die afkeurend over de vivisectie denken, schrijven en spreken. Die anderen zou ik willen wijzen op het Fransche spreek woord: alles begrijpen beteekent alles vergeven. Bij velen ontbreekt toch het juiste inzicht le. van wat de vivisectie eigenlijk is, hoe zij wordt uitgeoefend en 2e. omtrent de door de vivisectie werke lijk bereikte verbetering in de toepas sing der geneeskundige wetenschap. Om met het tweede punt te beginnen, mis schien mag wel als algemeen bekend worden veronderstetld, dat vroeger, bijv. 50 jaar geleden, een onstellend hoog sterftecijfer bij kinderen bestond door -diphteritis, terwijl thans een doodelijke afloop dier ziekte tot de uitzonderingen behoort. Welnu, de geneeswijze, welke v ij aari Behring te danken hebben, zou zonder dierproeven onmogelijk gevon den zijn. Zullen ouders, die het behoud van een kind aan deze geneeswijze te dankeh hebben, de vivisectie nog durven veroordeelen? En wat de uitvoering der vivisectie be treft, het kan niet ontkend worden, dat wel eens overbodig en zonder nut een dier aan »<efnemingen is opgeofferd. In zooverre de actie der anti-visisectio- nisten er toe heeft bijgedragen om deze excessen te laten verdwijnen, kunnen wij hen daarvoor slechts dankbaar zijn. Maar men kan veilig beweren, dat niet- toelaatbare praktijken op dit gebied in d.r wetenschappelijke wereld. tot het ver leden behooren. Ook bij het slachten zijn de oude ruwe methoden afgeschaft. Maar al geschiedt het slachten dan ook op zoogenakmde „humane" wijze, het slachtdier verliest er niet minder zeker het leven bij. Zoolang het slachten ge oorloofd is, kan geen gegrond motief worden aangevoerd om vivisectie te verbieden. Het eerste geschiedt om den mensch te voeden, het andere met de bedoeling om de oorzaak van ziekte op te sporen en om nieuwe middelen tot ge nezing te vinden. Als die pogingen sla gen, kunnen soms duizenden menschen voor een anders zekeren dood behoed worden. De wetenschan wil, nu eenmaal vooorwaarts, zij rust niet voordat een be paald gesteld doel is bereikt. Terecht wees prof. Van Rijnberk er onlangs op, dat door proeven op dieren voorberei dende onderzoekingen plaats hebben, da' proeven op menschen onnoodig wor den. In dit verband is het zeker niet zon der belang, na te gaan, in hoeverre proe ven op menschen wel geoorloofd zijn. Hoe noodzakelijk een proefneming op den levenden mensch menigmaal gevon den wordt bewijzen talrijke voorbeel den, waarbij geleerden op zich zelf, soms zeer gevaarlijke, proeven namen, terwijl uit hun omgeving collega's, assistenten, verplegend personeel zich evenzeer tot dat doel beschikbaar stelden. Nog niet lang geleden heeft hier te lande dr. Kor- teweg zich voor bestudeering der ma laria opzettelijk met deze ziekte laten besmetten. Op die wijze kan echer in den regel slechts op gezonde menschen geëxperimenteerd worden. Men kan dan waardevolle gegevens verkrijgen over oorzaak, optreden en overbrenging van ziektetoestanden. Maar als iemand meent, een nieuw middel gevonden te hebben om een bepaalde ziekte te bestrij den, dan kan hij dit alleen beproeven op een patiënt met die bepaalde ziekte. Over het geoorloofde van proeven op menschen heeft het vorige jaar de Duit- sche regeering een veertiental stellingen gepubliceerd, welke na ampele bespre king door den Rijksgezondheidsraad waren ontworpen. Dat deze raad zich op een waardig s.andpunt plaatst, moge blijken uit de eerste stelling luidende: „De geneeskundige wetenschap zou blij ven stilstaan, als in gepaste gevallen niet een proef met nieuwe middelen en methoden ter genezing mocht worden genomen. Ook kan zij wetenschap pelijke proefnemingen op menschen niet geheel ontbe-en. De arts moet zich daarbij echter zijn groote verantwoorde lijkheid bewust blijven." In de volgende stellingen wordt het vraagstuk nader uitgewerkt. Zoo moeten aan de proeven op menschen steeds die op dieren voorafgaan. De proefpersoon moet zijn toestemming verleenen, nadat hem de beteekenis der proefneming is ter kennis gebracht. Vooral met perso nen beneden 18 jaar, waarvoor de toe» stemming vatn den wettigen vertegen woordiger noodig is, moet bijzondere zorgvuldigheid worden betracht. Maat schappelijke noodstand van een zieke mag nimmer misbruikt worden om toe stemming te verkrijgen. In ziekenhuizen en poliklinieken draagt de geneeskun dige leider de volle verantwoordelijk heid. Bij mededeeling van den uitslag der proeven mag de aan den zieke ver schuldigde achting niet uit het oog ver loren worden. Als dierproeven in staat zijn, een vraagstuk op te lossen, mogen deze niet op menschen worden geno men. Op personen beneden 18 jaar mo gen alleen beslist onschadelijke proeven genomen worden. Proeven op stervenden zijn niet toegestaan. Ten slotte wordt er nog eens op gewezen, dat het gevoel van verantwoordelijkheid tegenover den mensch, dat den arts drijft om zijn proe ven te ondernemen, de beste waarborg is, dat hij de noodige voorzorgen niet zal verzuimen. H. A. S. Vrouw: „O, ben ie daar, Egbert? Doedeltje wil zIJk muilkorf niet aan hebben. Doe JIJ hem nu een paar minuten voor. dan kan de snoezepoes zien dat het niet* ergs en dan went hij er aan Py (Humorlstj,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 7