STEMT Ijst THOMSEK! DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. I De fllkmaarsche Politie en de Buitengemeenten. Uit net %M£mwü föjumenltwd W.M.H. PELS Zn., Alkmaar ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voer Alkmaar 2. iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voor dam C 9, postgiro 37060. Telei. 3, redactie 33. Mo. 13Ï Directeur: C. KRAK. ZATËKÜAO 13 JUM 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 133e Jaargang. Oit nummer bestaat uit drie bladen. Bij ernstige misdrijven in onze omgeving eischt het algemeen belang een zoo doeltreffend mogelijk onderzoek. De naijverige dorpsveldwachter, die geen rechercheur op zijn terrein duldt, bewijst de gemeenschap een slechten dienst. Het is een verblijdend verschijnsel, dat be langrijke diensten en instellingen meer en meer in centrum-gemeenten gevestigd wor den om vandaaruit mede voor het platte landsgebied werkzaam te kunnen wezen. Het neutrale ziekenhuis met zijn staf van specialisten, de keuringsdienst, het slacht huis, de gasfabriek, het zijn alle instellin gen, die niet alleen voor Alkmaar werken maar van welker goede diensten tal van bui tengemeenten profiteeren. Het spreekwoord, dat wanneer de eene hand de andere wascht, beide schoon wor den, is hier volkomen van toepassing. De buitengemeenten profiteeren tegen een alles zins billijk tarief van een kostbare instelling, die zij zelf nooit in het leven kunnen roepen, de gemeente Alkmaar vindt voor haar bedrij ven en instellingen een ruimer arbeidsveld en de hoogere inkomsten, welke daaruit voortko men, kunnen in aller belang gebruikt wor den om den betrokken dienst nog beter te deen functionneeren. Het heeft ongetwijfeld ieders instemming verwerven, dat de gemeente Heiloo en daar na de gemeente Oudorp een overeenkomst met Alkmaar hebben getroffen waardoor on ze stedelijke orandweer ingeval van brand in een dezer dorpen onmiddellijk met haar materiaal naar de plaats des onheils kan trekken. Geen brandweer-autoriteit in een van bei de dorpen zal daarin een oneerlijke concur rentie zien of een poging om hem en zijn as sistenten de eer, den brand te hebben ge- bluscht, te ontnemen. Trouwens, al was dit wel zoo, dan zouden tcch nooit die gevoeligheidjes zwaarder mo gen wegen dan de toepassing van den doel- treffenden maatregel: elke kleine gemeente profiteere zooveel mogelijk van de beter ge outilleerde diensten van een centrum-ge meente. Het was ter bevordering van dit streven, dat wij ons dezer dagen eens tot den com missaris van Politie gewend hebben en hem de vraag hebben gesteldis het mogelijk, dat de buitengemeenten zoo noodig ook gebruik kunnen maken van den Alkmaarschen re cherche- en politie-dienst en van de hulpmid delen waarover onze stad beschikt ter op sporing van misdadigers? Wan het algemeen belang eischt bij mis daad meer nog dan bij een plaatselijken brand, dat zoo doeltreffend mogelijk wordt ingegrepen, dat de dader ontdekt wordt en zoo noodig onschadelijk wordt gemaakt. Ieder begrijpt wel, dat wij hier alleen de belangrijke gevallen op het oog hebben. Evenmin als men in Heiloo de Alkmaar sche brandweer zal alarmeeren als er bijv. een haardkleedje in brand vliegt, dat men zelf gemakkelijker in een emmer water kan stoppen, evenmin zal bijv. de burgemeester van Oudorp de hulp der Alkmaarshe politie inroepen als een dorpsgenoot uit zijn porte- monnaie een paar dubbeltjes kwijt is. Maar herhaaldelijk kan men in onze cou rant berichten vinden, afkomstig van gemeen ten uit onze omgeving, waarbij sprake is van belangrijke diefstallen, inbraken, forceering van brandkasten en een enkele maal zelfs van aanranding, al dan niet met ernstige gevolgen, waarbij het toch zeker een alge meen belang is, dat de dader zoo spoedig mogelijk opgespoord en gearresteerd wordt. In een dergelijk geval is de gemeenteveld wachter de man, die de zaak ter hand neemt en als een tweede Sherlock Holmes aan het werk gaat om den misdadiger uit te vinden en te achterhalen. Waarschijnlijk vindt hij steun en leiding bij zijn burgemeester en in vele gevallen be moeit zich ook de Rijksveldwacht met de kwestie. Wij zullen niet gaarne beweren, dat hier ondeskundigen aan het werk gaan. Niemand beter dan de veldwachter kent menschen en toestanden uit zijn omgeving en zoo nu en dan bereiken deze dorpsautoriteiten bij hun onderzoek zeer gunstige resultaten. De veldwachters van nu zijn niet meer de mannén, die allereerst gemeentebode waren on daarnaast in hun vrijen tijd ook nog, zon der eenige opleiding, politie-diensten verricht ten. Meer en meer gaat men er ook op de oorpen toe over de sollicitanten voor de veldwachtersplaats te kiezen uit de geëxami neerde politie-agenten van de groote steden en wat de Rijksveldwachters betreft, deze volgen, met het oog op hun promotie, gere geld cursussen, waaruit zij heel wat kunnen leeren, dat hun bij het opsporingsonderzoek van nut zal kupnen zijn. Er is zelfs aan het einde van het vorige jaar voor Noord-Holland een regeling ge troffen waardoor de hier gestationneerde Rijksveldwachters een nog meer doeltreffen de opleiding zullen ontvapgen. Maar ten slotte moet men niet uit het oog verliezen, dat niet alleen persoonlijke ge schiktheid vcor het opsporingsonderzoek een voorname factor voor succes is, maar dat het evenzeer noodzakelijk is over een misda- digersarchief en een zoo modern mogelijk instrumentarium te beschikken en het is van zelfsprekend, dat dit in de kleinere gemeenten niet wordt aangetroffen. Al zou een Oudorpsche brandmeester nog veel bekwamer zijn dan een Alkmaarsche, ten slotte beschikt de laatste over auto- en motorspuiten en zonder dit materiaal zal ook de meest handige brandweerman het onder spit moeten delven. Wij hebben meermalen bij misdrijven van eenige beteekenis in onze omgeving de Alk maarsche recherche ter plaatse aangetrof fen, wat mogelijk is doordat de commissaris ook commissaris van Rijkspolitie is en de re chercheurs tevens als onbezoldigd Rijksveld wachter kunnen optreden. Zij hebben in vele gevallen richting aan het onderzoek gegeven en materiaal ver schaft, waardoor het onderzoek gemakkelij ker is geworden. Zij zullen ook wel eens tevergeefs gezocht hebben, want er zijn altijd nog handige mis dadigers, die elk spoor weten uit te wisschen. Het is tot dusver de Amsterdamsche politie nog niet gelukt den dader van den moord op het Rokin te vinden en zelfs een bekend po- litie-deskundige als de heer Van Ledden Hul sebosch, die voor crimineel onderzoek over een goed uitgerust laboratorium beschikt, is niet altijd in staat de puzzle's welke men hem voorlegt op te lossen. Men hoort ge woonlijk alleen van de goede resultaten maar verneemt zelden iets van de negatieve. Al is het wel eens voorgekomen, dat bij een inbraak in een der buitengemeenten ook de Alkmaarsche politie den dader niet heeft kunnen vinden, dan mag dit nog geen reden zijn om onze recherche niet meer te raad plegen. Vast staat, dat tegenover de dorpspolitie de Alkmaarsche veel beter geoutilleerd is, al lereerst door haar rechercheurs, die dage lijks niet anders doen dan allerlei kwesties onderzoeken en die een groote kennis van menschen en toestanden hebben gekregen. En tegenover het vergrootglas van den dorpsveldwachter en het Kodakje van den gemeentesecretaris kan de Alkmaarsche poli tie een buitengewoon goed instrumentarium stellen, bijzondere vergrootingsapparaten, een scherp foto-toestel en een speciale camera voor het fotografeeren van vingerafdrukken. Wij hebben de Alkmaarsche politie ge vraagd waarom zij in voorkomende geval len niet veel meer in onze omgeving op treedt en de commissaris heeft ons medege deeld, dat hij niets kan doen voordat de bur gemeester der betrokken gemeente zijn hulp heeft ingeroepen. Gebeurt dit maar in vele gevallen ge beurt het helaas niet dan kan men te al len tijde op zijn medewerking rekenen. Eenig geldelijk voordeel is daaraan voor de po litie niet verbonden, want men brengt ten slotte slechts het gebruikte materiaal en de overuren der betrokken rechercheurs in re kening. Het betreft hier een vrijwillige hulpverlee ning, maar wij zouden het niet onredelijk vinden als voor de diensten onzer politie evengoed iets betaald werd als voor die van de brandweer, waarbij de belooning gebruikt zou kunnen worden om het opsporingsmate riaal ten algemeenen nutte uit te breiden en te verbeteren. Onderlinge naijver, waarop reeds zooveel goede maatregelen gestrand zijn, behoeft geen factor van beteekenis te zijn want de Alkmaarsche politic is gaarne bereid alle eer voor de verkregen resultaten aan de dorps- autoriteiten ovt. t-, laten. Bij inbraak is het opsporen van vingeraf drukken een allereerste vereischte. De re chercheurs, die zich daarmede bezig houden gaan uiterst voorzichtig te werk, zij onder zoeken waar de afdrukken zich ongeveer kun nen bevinden en als zij ze aantreffen gebrui ken zij hun matei iaal om ze te verduidelij ken en op speciaal daarvoor geprepareerde platen over te drukken. De politie bezit te vens een uiterst scherpe camera, die geschikt is om deze vingerafdrukken rechtstreeks te fotografeeren. Onze politie bezit een verzameling van ruim twee duizend lijsten waarop de vinger afdrukken voorkomen van alle misdadigers van eenige beteekenis waarmede zij in den loop der jaren in aanraking is gekomen! Daarop zijn de afdrukken van alle vingers afzonderlijk geplaatst en bovendien nog van de tien vingers aan beide handen naast el kander. Alle lijsten zijn volgens bepaalde groepen ingedeeld, gerangschikt en genummerd. Elke groep heeft zijn bepaalde kenmerken en hoe wel voor een leek al die vingerafdrukken op elkaar gelijken, kan een geroutineerd politie man binnen enkele minuten uit deze twee duizend lijsten de gezochte vinden, wanneer ze althans deel der verzameling uitmaakt. Heeft in een der omliggende gemeenten een inbraak plaats dan is in Alkmaar dus on middellijk na te gaan of er een bekende van onze politie aan het werk is geweest. Naast de verzameling vingerafdrukken bezit de re cherche bovendien een uitgebreide collectie albums gerangschikt naar de verschillende delicten waarin de portretten, en face en en profiel, voorkomen van alle mannen of vrou wen, die voor een ernstig vergrijp met de politie te dezer stede hebben kennis gemaakt. Ook deze foto's zijn in vele gevallen een hulpmiddel voor herkenning gebleken. Bij elke lijst van vingerafdrukken behoort een conduitestaat, het signalement en het portret van den betrokkene. Vindt men te Alkmaar niet wat men zoekt dan wendt men zich hier tot andere gemeen ten, die een geclassificeerde verzameling vin gerafdrukken bezitten*, wat in vele gevallen zeer vlug tot een resultaat geleid heeft. Doel van dit artikel is er alle burgemees ters van buitengemeenten op te wijzen over welke deskundigen en welk materiaal men voor opsporingsonderzoek hier ter stede kan beschikken. Waar bij ernstige misdrijven het parket ter plaatse komt zal het ook de justitie niet onverschillig zijn, dat het politioneel onder zoek zoo doeltreffend mogelijk plaats heeft en een goede samenwerking tusschen den ge meente-veldwachter, de Rijksveldwacht en de Alkmaarsche recherche kan het onderzoek slechts ten goede komen. Onze burgemeester, die het nut van een goed archief en een modern instrumentarium heeft begrepen Alkmaar beschikt nog over heel wat meer hulpmiddelen, dan waarvan wij hier melding maakten was steeds be reid het opsporingsmateriaal van ons corjos te verbeteren en aan te vullen en wanneer de politie straks over een nieuw bureau be schikt, zal het laboratorium daarvan zeker zoo modern en volledig mogelijk worden in gericht. De Alkmaarsche politie heeft er geen enkel belang bij haar medewerking in de buitenge meenten te verleenen, er bestaat geen enkele overeenkomst waarbij deze hulp gehonoreerd wordt, elk streven naar eigen verheffing bo ven de plattelandspolitie is ons corps vreemd. Maar wanneer in het algemeen belang een beroep .op zijn medewerking wordt gedaan staat het dag en acht ter beschikking van alle burgemeesters en wij hopen, dat Alk maar als centrumgemeente ook op dit gebied nog veel nuttig werk voor de geheele omge ving zal verrichten. DEN HAAG, 12 Juni 1931. De Tweede Kamer heeft heden, na verwerping van het nog eenig overge bleven amendement van den heer Brau- tigam op art. 15 van het wetsontwerp tot wijziging der stuwadoorswet, het bedoelde wetsontwerp aangenomen met 59 tegen 3 stemmen (Braat, Wijnkoop en De Visser). Hierna kwam aan de orde de interpel latie van den heer Wijnkoop (comm.) over de uitbanning van „De Tx-ibune" uit de Openbare Leeszalen en den sta tionsboekhandel. De spreker schetste dit als een daad strijdig met de neutrali teit van de Openbare Leeszalen, die zich daarmede gelijkgesteld hebben met de partijdige katholieke leeszalen. Van on partijdigheid is daarbij geen sprake. In een zeer warrelige rede, waarin hij veel en velerlei bijeen bi-acht, den strijd tus schen v.-d. en lib.. de geschriften van Marnix van St. Aldegonde, lichtte de spr. dit nader toe. Zijns inziens is het vex-bod van de Tribune enkel gericht tegen het communisme. Op het congres dei- openbare leeszalen is dit ook gezegd en afgekeurd. De interpellar.t zet uiteen, dat de Tribune steeds eenzelfden toon heeft aangeslagen als in de nummers, welke thans zoo heftig wordt bestreden en deed een reeks van aanhalingen uit. vroegere nummers. Er was dus geen reden om plotseling zoo heftig op te treden. De voor anderen aanstootelijke uitingen zijn voor de communisten onmisbaar in hun politieken strijd. Een strijd als thans tegen de communisten en hun denkbeelden wordt gevoerd, vindt men terug in de geschiedenis telkens wan neer een nieuwe gedachtevorm zich naar voren dringt. Spr. zet dan uiteen, dat in een open bare leeszaal aan elke gedachtenuiting toegang moet worden verleend en hij verwondert er zich over, dat zelfs in sommige leeszalen sociaal-democrati sche bestuurders zich geschikt hebben naar het verbod. Hij klaagde verder over de toeneming van de censuur op velerlei gebied. Gelukkig komen ook van niet-communistische kanten protes ten tegen dit optreden der regeering en harer partijgenooten. Wat er thans wordt gedaan is slechts een stukje strijd, welke onder leiding van den paus tegen het bolsjewisme wordt gevoerd. Men heeft aan een proces gedacht, doch durft dit niet aan omdat het de mooiste" pro paganda voor het communisme zou zijn. De spreker stelde ten slotte een aantal vragen aan de regeering, o.a. of de re geering een einde wil maken aan den boycot van de Tribune. Minister Terpstra zette in antwoord hierop uiteen, dat de regeering geen rechtstreeksch ttoezicht op de openb. leeszalen uitoefent, maar een centraal lichaam met een inspecteur en bestuur, dat toezicht houdt en adviseert in zake de aanvragen om subsidie. De inspecteur is geen ambtenaar. Deze heeft bij de be sturen der openb. leeszalen bezwaren geopperd tegen de Tiubune, het bestuur heeft daarmede ingestemd en de minis ter heeft het bestuur gemachtigd deze bezwaren bij de leeszalen kenbaar te maken. Er is daai-bij geen sprake van een hetze, maar een besluit, dat niet in strijd is met het onpartijdige karakter der openbare leeszalen. Zoo objectief als men hier te werk gaat, wordt men niet overal elders. Terecht is bezwaar gemaakt tegen de walgelijke wijze, waarop de godsdienstige gevoelens van anderen werden gekrenkt. Zooiets be hoort niet thuis in de openbare leesza len. Van een bemoeielijking van een partij in haar strijd tegen godsdienstige gevoelens is hierbij geen sprake. Bij de beantwoording der vragen ver klaarde de minister o.a. niet te weten, dat de Tribune er zoo sterk door gepro fiteerd wordtt, dat ze in oplage sterk is vooi-uittgegaan. De bedoeling was trou wens niet om het blad schade te berok kenen. De houding tegen de Tribune is alleen uitvloeisel van de wijze van op treden van dat blad. Dat hier spi-ake zou zijn van een bankroet van de godsdienst, ontkende spr. Een boycot van het oofct- munisme bestaat niet en de Tribune heeft het zelf in de hand om te bevorde ren, dat haar wedertoelating in de open bare leeszalen in overweging kan wor den genomen. Minister Reijmer zette hierna uiteen, dat de spoorwegdirecties, die op dit punt vrij zijn, het wenschelijk hebben geacht de Tribune uit de wachtkamers te ver wijderen. De regeering had geen reden om haar in anderen zin te adviseeren. De heer Wijnkoop repliceerde en ver klaarde zich niet bevredigd en zette zijn standpunt nog eens uitesn Wil men on- pai'tijdigheid betrachten, dan mag de Tribune niet uit de leeszalen geweerd worden. Men zou anders evengoed „Marnix' „Beienkorf" als vinnig schot schrift tegen de katholieke kerk uit de leeszalen moeten weren. En nog velerlei andere lectuur zou moeten verboden worden in de openbare leeszalen. Ten slotte verklaarde hij, dat de communisten er niet aan denken het karakter van „De Tribune" te veranderen. De spr. stelde een motie voor om de Tribu ne weder in de Openbare Leeszalen en den spoorweg boekhandel toe te laten. Verschil lende leden steunden deze motie. De heer Boon (lib.) vond deze motie, na de rede van den heer Wijnkoop, onaannemelijk. Van een censuur is in dit geval niet te spre ken. Spr. vraagt, of de inspecteur bij zijn op treden advies heeft ingewonnen bij de com missie van toezicht. Spr. veroordeelt intus- schen van harte de religiage pdrnografie van „De Tribune". En dat doet 98 pCt der Ka mer, misschien wel 100 pCt. Politiek is geen vrijbrief voor schunnigheid. Met het verbod van „De Tribune" bij de spoorwegboekhan del gaat spr. echter niet accoord. Wat de bewering van den heer Wijnkoop betreft, dat de Tribune in oplaag toeneemt, leest spr. een fragment uit het nummer van heden mede, waarin uitdrukkelijk erkend wordt, dat het blad achteruit gaat (daverend gelach. Heftige protesten van den heer De Visser). BERICHT. Zij, die zich met 1 Juli e.s. voor min stens 3 maanden op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum ver schijnende nummers franco en gratis. DE DIRECTIE. De heer Van der Heide (s. d. a. p.) heeft als lid der commissie van toezicht het advies zijner medeleden niet kunnen beamen, maar hij wil wel zeggen, dat de belangstelling voor „De Tribune" steeds zeer miniem is geweest in de openbare leeszalen. Intusschen acht ook hij de voorstellingen van „De Tribune" af keerwekkend en geesteloos. Spr. is het overigens niet eens met de hou ding der regeering en de leden der vereeni- ging „De Haagsche Openbare Leeszaal" hebben evenmin ingestemd met de houding van het bestuur. Waarom ook zooveel stof op gejaagd voor zooiets onbeduidends? Intus schen blijft hij de uitbanning van „De Tri bune" een fout, welke strookt met het streven van de huidige regeering om de geestesvrij heid aan banden te leggen. Het verbod van de rede over Spinoza is daarvan een nieuw bewijs. Spr. zal vóór de ingediende motie stemmen. Na hem spraken nog de heer Marchant (v.-d.) en enkele anderen. Na een korte re pliek van minister Terpstra en een slotwoord van den heer Wijnkoop stelde de voozitter de staemming over de motie uit tot Dinsdag en sloot de vergadering. Roode Bordeaux f 0 85 pr, fl. Oporto- en Samoswijnen f 0.95 Spaansche Wijn f 1.30 Korting bij afname van 12, 24, 48 fl.; resp. 5 7 10 N. V. GLASFABRIEK „LEERDAM". Een der directeuren ontslagen. In de „Industrieele Club" had gistermorgen de buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders plaats, ter behandeling van het door het commissariaat gedane voorstel om aan den directeur Ir. H. L. Copijn ontslag te verleenen. Aanwezig waren ruim dertig aan deelhouders, tezamen uitbrengende 210 stem men. Na een korte uiteenzetting van ir. Copijn nam diens raadsman mr. von Baumhauer het woord, die in een lang betoog trachtte aan te toonen, dat de schorsing van den heer Copijn overbodig was geweest, evenals de voordracht tot ontslag, aangezien immers door den heer Copijn reeds het voornemen was te kennen ge geven om heen te gaan als directeur. De voorzitter mr. H. v. d. Vegte wees erop, dat de heer Copijn slechts enkele dagen vóór deze vergadering officieel ontslag had ge vraagd, en van tevoren slechts had gezegd de verklaring te zullen afleggen de verantwoorde lijkheid voor de leiding niet meer te kunnen aanvaarden, om dan op zijn gemak met com missarissen over de voorwaarden van een ont slag te komen spreken. Commissarissen hebben den heer Copijn de uiterste gelegenheid gegeven zich tegenover hen uit te spreken, maar inplaats van, zooals hjj had toegezegd, zijn bezwaren kenbaar te ma ken in een aandeelhoudersvergadering, is hij er toe overgegaan zijn inzichten op de publieke markt te brengen, daarmede dus de belangen der vennootschap schade toebrengend. Dit ge voegd bij het feit, dat de heer Copijn er zich in zulke krasse termen over uitsprak, onmogelijk met zijn mededirecteur samen te kunnen wer ken, gaf het commissariaat aanleiding hem te schorsen en voor ontslag voor te dragen. Dui delijk zette spr. voorts uiteen, dat het ondanks de vele daartoe gedane pogingen ook voor commissarissen niet mogelijk meer was tot goede samenwerking met den heer Copijn te komen. Na uitvoerige re- en dupliek, waaraan 'di verse aandeelhouders deelnamen, werd ten slotte het voorstel van commissarissen om aan den heer Copijn eervol ontslag te verleenen, geheel ongewijzigd en met algemeene .-tem men aangenomen. ARBEIDSBEMIDDELING. De Nationale Bond van handels- en ka», toorbedienden „Mercurius" Heeft aan den mi nister van Arbeid een adres gezonden, waar in een motie, de vorige maand' door de bonds vergadering aangenomen, met een uitgebrei de toelichting onder de aandacht van den minister wordt gebracht. In deze motie wordt gevraagd de wet op de arbeidsbemiddeling ten spoedigste in te voeren en dat de regee ring al die maatregelen neme, welke verder in het belang van de Nederlandsche arbeids markt moeten worden toegepast,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1