STEMT Ijst THOMSEK!
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
I
De fllkmaarsche Politie en de Buitengemeenten.
Uit net %M£mwü
föjumenltwd
W.M.H. PELS Zn., Alkmaar
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voer Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven iranco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voor dam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3, redactie 33.
Mo. 13Ï
Directeur: C. KRAK.
ZATËKÜAO 13 JUM 1931
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
133e Jaargang.
Oit nummer bestaat uit drie bladen.
Bij ernstige misdrijven in onze omgeving eischt het algemeen belang
een zoo doeltreffend mogelijk onderzoek.
De naijverige dorpsveldwachter, die geen rechercheur op zijn terrein
duldt, bewijst de gemeenschap een slechten dienst.
Het is een verblijdend verschijnsel, dat be
langrijke diensten en instellingen meer en
meer in centrum-gemeenten gevestigd wor
den om vandaaruit mede voor het platte
landsgebied werkzaam te kunnen wezen.
Het neutrale ziekenhuis met zijn staf van
specialisten, de keuringsdienst, het slacht
huis, de gasfabriek, het zijn alle instellin
gen, die niet alleen voor Alkmaar werken
maar van welker goede diensten tal van bui
tengemeenten profiteeren.
Het spreekwoord, dat wanneer de eene
hand de andere wascht, beide schoon wor
den, is hier volkomen van toepassing. De
buitengemeenten profiteeren tegen een alles
zins billijk tarief van een kostbare instelling,
die zij zelf nooit in het leven kunnen roepen,
de gemeente Alkmaar vindt voor haar bedrij
ven en instellingen een ruimer arbeidsveld en
de hoogere inkomsten, welke daaruit voortko
men, kunnen in aller belang gebruikt wor
den om den betrokken dienst nog beter te
deen functionneeren.
Het heeft ongetwijfeld ieders instemming
verwerven, dat de gemeente Heiloo en daar
na de gemeente Oudorp een overeenkomst
met Alkmaar hebben getroffen waardoor on
ze stedelijke orandweer ingeval van brand
in een dezer dorpen onmiddellijk met haar
materiaal naar de plaats des onheils kan
trekken.
Geen brandweer-autoriteit in een van bei
de dorpen zal daarin een oneerlijke concur
rentie zien of een poging om hem en zijn as
sistenten de eer, den brand te hebben ge-
bluscht, te ontnemen.
Trouwens, al was dit wel zoo, dan zouden
tcch nooit die gevoeligheidjes zwaarder mo
gen wegen dan de toepassing van den doel-
treffenden maatregel: elke kleine gemeente
profiteere zooveel mogelijk van de beter ge
outilleerde diensten van een centrum-ge
meente.
Het was ter bevordering van dit streven,
dat wij ons dezer dagen eens tot den com
missaris van Politie gewend hebben en hem
de vraag hebben gesteldis het mogelijk, dat
de buitengemeenten zoo noodig ook gebruik
kunnen maken van den Alkmaarschen re
cherche- en politie-dienst en van de hulpmid
delen waarover onze stad beschikt ter op
sporing van misdadigers?
Wan het algemeen belang eischt bij mis
daad meer nog dan bij een plaatselijken
brand, dat zoo doeltreffend mogelijk wordt
ingegrepen, dat de dader ontdekt wordt en
zoo noodig onschadelijk wordt gemaakt.
Ieder begrijpt wel, dat wij hier alleen de
belangrijke gevallen op het oog hebben.
Evenmin als men in Heiloo de Alkmaar
sche brandweer zal alarmeeren als er bijv.
een haardkleedje in brand vliegt, dat men
zelf gemakkelijker in een emmer water kan
stoppen, evenmin zal bijv. de burgemeester
van Oudorp de hulp der Alkmaarshe politie
inroepen als een dorpsgenoot uit zijn porte-
monnaie een paar dubbeltjes kwijt is.
Maar herhaaldelijk kan men in onze cou
rant berichten vinden, afkomstig van gemeen
ten uit onze omgeving, waarbij sprake is van
belangrijke diefstallen, inbraken, forceering
van brandkasten en een enkele maal zelfs
van aanranding, al dan niet met ernstige
gevolgen, waarbij het toch zeker een alge
meen belang is, dat de dader zoo spoedig
mogelijk opgespoord en gearresteerd wordt.
In een dergelijk geval is de gemeenteveld
wachter de man, die de zaak ter hand neemt
en als een tweede Sherlock Holmes aan het
werk gaat om den misdadiger uit te vinden
en te achterhalen.
Waarschijnlijk vindt hij steun en leiding
bij zijn burgemeester en in vele gevallen be
moeit zich ook de Rijksveldwacht met de
kwestie.
Wij zullen niet gaarne beweren, dat hier
ondeskundigen aan het werk gaan. Niemand
beter dan de veldwachter kent menschen en
toestanden uit zijn omgeving en zoo nu en
dan bereiken deze dorpsautoriteiten bij hun
onderzoek zeer gunstige resultaten.
De veldwachters van nu zijn niet meer de
mannén, die allereerst gemeentebode waren
on daarnaast in hun vrijen tijd ook nog, zon
der eenige opleiding, politie-diensten verricht
ten. Meer en meer gaat men er ook op de
oorpen toe over de sollicitanten voor de
veldwachtersplaats te kiezen uit de geëxami
neerde politie-agenten van de groote steden
en wat de Rijksveldwachters betreft, deze
volgen, met het oog op hun promotie, gere
geld cursussen, waaruit zij heel wat kunnen
leeren, dat hun bij het opsporingsonderzoek
van nut zal kupnen zijn.
Er is zelfs aan het einde van het vorige
jaar voor Noord-Holland een regeling ge
troffen waardoor de hier gestationneerde
Rijksveldwachters een nog meer doeltreffen
de opleiding zullen ontvapgen.
Maar ten slotte moet men niet uit het oog
verliezen, dat niet alleen persoonlijke ge
schiktheid vcor het opsporingsonderzoek een
voorname factor voor succes is, maar dat
het evenzeer noodzakelijk is over een misda-
digersarchief en een zoo modern mogelijk
instrumentarium te beschikken en het is van
zelfsprekend, dat dit in de kleinere gemeenten
niet wordt aangetroffen.
Al zou een Oudorpsche brandmeester nog
veel bekwamer zijn dan een Alkmaarsche,
ten slotte beschikt de laatste over auto- en
motorspuiten en zonder dit materiaal zal ook
de meest handige brandweerman het onder
spit moeten delven.
Wij hebben meermalen bij misdrijven van
eenige beteekenis in onze omgeving de Alk
maarsche recherche ter plaatse aangetrof
fen, wat mogelijk is doordat de commissaris
ook commissaris van Rijkspolitie is en de re
chercheurs tevens als onbezoldigd Rijksveld
wachter kunnen optreden.
Zij hebben in vele gevallen richting aan
het onderzoek gegeven en materiaal ver
schaft, waardoor het onderzoek gemakkelij
ker is geworden.
Zij zullen ook wel eens tevergeefs gezocht
hebben, want er zijn altijd nog handige mis
dadigers, die elk spoor weten uit te wisschen.
Het is tot dusver de Amsterdamsche politie
nog niet gelukt den dader van den moord op
het Rokin te vinden en zelfs een bekend po-
litie-deskundige als de heer Van Ledden Hul
sebosch, die voor crimineel onderzoek over
een goed uitgerust laboratorium beschikt, is
niet altijd in staat de puzzle's welke men
hem voorlegt op te lossen. Men hoort ge
woonlijk alleen van de goede resultaten maar
verneemt zelden iets van de negatieve.
Al is het wel eens voorgekomen, dat bij
een inbraak in een der buitengemeenten ook
de Alkmaarsche politie den dader niet heeft
kunnen vinden, dan mag dit nog geen reden
zijn om onze recherche niet meer te raad
plegen.
Vast staat, dat tegenover de dorpspolitie
de Alkmaarsche veel beter geoutilleerd is, al
lereerst door haar rechercheurs, die dage
lijks niet anders doen dan allerlei kwesties
onderzoeken en die een groote kennis van
menschen en toestanden hebben gekregen.
En tegenover het vergrootglas van den
dorpsveldwachter en het Kodakje van den
gemeentesecretaris kan de Alkmaarsche poli
tie een buitengewoon goed instrumentarium
stellen, bijzondere vergrootingsapparaten,
een scherp foto-toestel en een speciale camera
voor het fotografeeren van vingerafdrukken.
Wij hebben de Alkmaarsche politie ge
vraagd waarom zij in voorkomende geval
len niet veel meer in onze omgeving op
treedt en de commissaris heeft ons medege
deeld, dat hij niets kan doen voordat de bur
gemeester der betrokken gemeente zijn hulp
heeft ingeroepen.
Gebeurt dit maar in vele gevallen ge
beurt het helaas niet dan kan men te al
len tijde op zijn medewerking rekenen. Eenig
geldelijk voordeel is daaraan voor de po
litie niet verbonden, want men brengt ten
slotte slechts het gebruikte materiaal en de
overuren der betrokken rechercheurs in re
kening.
Het betreft hier een vrijwillige hulpverlee
ning, maar wij zouden het niet onredelijk
vinden als voor de diensten onzer politie
evengoed iets betaald werd als voor die van
de brandweer, waarbij de belooning gebruikt
zou kunnen worden om het opsporingsmate
riaal ten algemeenen nutte uit te breiden en
te verbeteren.
Onderlinge naijver, waarop reeds zooveel
goede maatregelen gestrand zijn, behoeft
geen factor van beteekenis te zijn want de
Alkmaarsche politic is gaarne bereid alle eer
voor de verkregen resultaten aan de dorps-
autoriteiten ovt. t-, laten.
Bij inbraak is het opsporen van vingeraf
drukken een allereerste vereischte. De re
chercheurs, die zich daarmede bezig houden
gaan uiterst voorzichtig te werk, zij onder
zoeken waar de afdrukken zich ongeveer kun
nen bevinden en als zij ze aantreffen gebrui
ken zij hun matei iaal om ze te verduidelij
ken en op speciaal daarvoor geprepareerde
platen over te drukken. De politie bezit te
vens een uiterst scherpe camera, die geschikt
is om deze vingerafdrukken rechtstreeks
te fotografeeren.
Onze politie bezit een verzameling van
ruim twee duizend lijsten waarop de vinger
afdrukken voorkomen van alle misdadigers
van eenige beteekenis waarmede zij in den
loop der jaren in aanraking is gekomen!
Daarop zijn de afdrukken van alle vingers
afzonderlijk geplaatst en bovendien nog van
de tien vingers aan beide handen naast el
kander.
Alle lijsten zijn volgens bepaalde groepen
ingedeeld, gerangschikt en genummerd. Elke
groep heeft zijn bepaalde kenmerken en hoe
wel voor een leek al die vingerafdrukken op
elkaar gelijken, kan een geroutineerd politie
man binnen enkele minuten uit deze twee
duizend lijsten de gezochte vinden, wanneer
ze althans deel der verzameling uitmaakt.
Heeft in een der omliggende gemeenten een
inbraak plaats dan is in Alkmaar dus on
middellijk na te gaan of er een bekende van
onze politie aan het werk is geweest. Naast
de verzameling vingerafdrukken bezit de re
cherche bovendien een uitgebreide collectie
albums gerangschikt naar de verschillende
delicten waarin de portretten, en face en en
profiel, voorkomen van alle mannen of vrou
wen, die voor een ernstig vergrijp met de
politie te dezer stede hebben kennis gemaakt.
Ook deze foto's zijn in vele gevallen een
hulpmiddel voor herkenning gebleken.
Bij elke lijst van vingerafdrukken behoort
een conduitestaat, het signalement en het
portret van den betrokkene.
Vindt men te Alkmaar niet wat men zoekt
dan wendt men zich hier tot andere gemeen
ten, die een geclassificeerde verzameling vin
gerafdrukken bezitten*, wat in vele gevallen
zeer vlug tot een resultaat geleid heeft.
Doel van dit artikel is er alle burgemees
ters van buitengemeenten op te wijzen over
welke deskundigen en welk materiaal men
voor opsporingsonderzoek hier ter stede kan
beschikken.
Waar bij ernstige misdrijven het parket
ter plaatse komt zal het ook de justitie niet
onverschillig zijn, dat het politioneel onder
zoek zoo doeltreffend mogelijk plaats heeft
en een goede samenwerking tusschen den ge
meente-veldwachter, de Rijksveldwacht en de
Alkmaarsche recherche kan het onderzoek
slechts ten goede komen.
Onze burgemeester, die het nut van een
goed archief en een modern instrumentarium
heeft begrepen Alkmaar beschikt nog over
heel wat meer hulpmiddelen, dan waarvan
wij hier melding maakten was steeds be
reid het opsporingsmateriaal van ons corjos
te verbeteren en aan te vullen en wanneer
de politie straks over een nieuw bureau be
schikt, zal het laboratorium daarvan zeker
zoo modern en volledig mogelijk worden in
gericht.
De Alkmaarsche politie heeft er geen enkel
belang bij haar medewerking in de buitenge
meenten te verleenen, er bestaat geen enkele
overeenkomst waarbij deze hulp gehonoreerd
wordt, elk streven naar eigen verheffing bo
ven de plattelandspolitie is ons corps vreemd.
Maar wanneer in het algemeen belang een
beroep .op zijn medewerking wordt gedaan
staat het dag en acht ter beschikking van
alle burgemeesters en wij hopen, dat Alk
maar als centrumgemeente ook op dit gebied
nog veel nuttig werk voor de geheele omge
ving zal verrichten.
DEN HAAG, 12 Juni 1931.
De Tweede Kamer heeft heden, na
verwerping van het nog eenig overge
bleven amendement van den heer Brau-
tigam op art. 15 van het wetsontwerp
tot wijziging der stuwadoorswet, het
bedoelde wetsontwerp aangenomen met
59 tegen 3 stemmen (Braat, Wijnkoop
en De Visser).
Hierna kwam aan de orde de interpel
latie van den heer Wijnkoop (comm.)
over de uitbanning van „De Tx-ibune"
uit de Openbare Leeszalen en den sta
tionsboekhandel. De spreker schetste
dit als een daad strijdig met de neutrali
teit van de Openbare Leeszalen, die zich
daarmede gelijkgesteld hebben met de
partijdige katholieke leeszalen. Van on
partijdigheid is daarbij geen sprake. In
een zeer warrelige rede, waarin hij veel
en velerlei bijeen bi-acht, den strijd tus
schen v.-d. en lib.. de geschriften van
Marnix van St. Aldegonde, lichtte de
spr. dit nader toe. Zijns inziens is het
vex-bod van de Tribune enkel gericht
tegen het communisme. Op het congres
dei- openbare leeszalen is dit ook gezegd
en afgekeurd.
De interpellar.t zet uiteen, dat de
Tribune steeds eenzelfden toon heeft
aangeslagen als in de nummers, welke
thans zoo heftig wordt bestreden en deed
een reeks van aanhalingen uit. vroegere
nummers. Er was dus geen reden om
plotseling zoo heftig op te treden. De
voor anderen aanstootelijke uitingen
zijn voor de communisten onmisbaar in
hun politieken strijd. Een strijd als
thans tegen de communisten en hun
denkbeelden wordt gevoerd, vindt men
terug in de geschiedenis telkens wan
neer een nieuwe gedachtevorm zich
naar voren dringt.
Spr. zet dan uiteen, dat in een open
bare leeszaal aan elke gedachtenuiting
toegang moet worden verleend en hij
verwondert er zich over, dat zelfs in
sommige leeszalen sociaal-democrati
sche bestuurders zich geschikt hebben
naar het verbod. Hij klaagde verder
over de toeneming van de censuur op
velerlei gebied. Gelukkig komen ook
van niet-communistische kanten protes
ten tegen dit optreden der regeering en
harer partijgenooten. Wat er thans
wordt gedaan is slechts een stukje strijd,
welke onder leiding van den paus tegen
het bolsjewisme wordt gevoerd. Men
heeft aan een proces gedacht, doch durft
dit niet aan omdat het de mooiste" pro
paganda voor het communisme zou zijn.
De spreker stelde ten slotte een aantal
vragen aan de regeering, o.a. of de re
geering een einde wil maken aan den
boycot van de Tribune.
Minister Terpstra zette in antwoord
hierop uiteen, dat de regeering geen
rechtstreeksch ttoezicht op de openb.
leeszalen uitoefent, maar een centraal
lichaam met een inspecteur en bestuur,
dat toezicht houdt en adviseert in zake
de aanvragen om subsidie. De inspecteur
is geen ambtenaar. Deze heeft bij de be
sturen der openb. leeszalen bezwaren
geopperd tegen de Tiubune, het bestuur
heeft daarmede ingestemd en de minis
ter heeft het bestuur gemachtigd deze
bezwaren bij de leeszalen kenbaar te
maken. Er is daai-bij geen sprake van
een hetze, maar een besluit, dat niet in
strijd is met het onpartijdige karakter
der openbare leeszalen. Zoo objectief
als men hier te werk gaat, wordt men
niet overal elders. Terecht is bezwaar
gemaakt tegen de walgelijke wijze,
waarop de godsdienstige gevoelens van
anderen werden gekrenkt. Zooiets be
hoort niet thuis in de openbare leesza
len. Van een bemoeielijking van een
partij in haar strijd tegen godsdienstige
gevoelens is hierbij geen sprake.
Bij de beantwoording der vragen ver
klaarde de minister o.a. niet te weten,
dat de Tribune er zoo sterk door gepro
fiteerd wordtt, dat ze in oplage sterk is
vooi-uittgegaan. De bedoeling was trou
wens niet om het blad schade te berok
kenen. De houding tegen de Tribune is
alleen uitvloeisel van de wijze van op
treden van dat blad. Dat hier spi-ake zou
zijn van een bankroet van de godsdienst,
ontkende spr. Een boycot van het oofct-
munisme bestaat niet en de Tribune
heeft het zelf in de hand om te bevorde
ren, dat haar wedertoelating in de open
bare leeszalen in overweging kan wor
den genomen.
Minister Reijmer zette hierna uiteen,
dat de spoorwegdirecties, die op dit punt
vrij zijn, het wenschelijk hebben geacht
de Tribune uit de wachtkamers te ver
wijderen. De regeering had geen reden
om haar in anderen zin te adviseeren.
De heer Wijnkoop repliceerde en ver
klaarde zich niet bevredigd en zette zijn
standpunt nog eens uitesn Wil men on-
pai'tijdigheid betrachten, dan mag de
Tribune niet uit de leeszalen geweerd
worden. Men zou anders evengoed
„Marnix' „Beienkorf" als vinnig schot
schrift tegen de katholieke kerk uit de
leeszalen moeten weren.
En nog velerlei andere lectuur zou moeten
verboden worden in de openbare leeszalen.
Ten slotte verklaarde hij, dat de communisten
er niet aan denken het karakter van „De
Tribune" te veranderen.
De spr. stelde een motie voor om de Tribu
ne weder in de Openbare Leeszalen en den
spoorweg boekhandel toe te laten. Verschil
lende leden steunden deze motie.
De heer Boon (lib.) vond deze motie, na de
rede van den heer Wijnkoop, onaannemelijk.
Van een censuur is in dit geval niet te spre
ken. Spr. vraagt, of de inspecteur bij zijn op
treden advies heeft ingewonnen bij de com
missie van toezicht. Spr. veroordeelt intus-
schen van harte de religiage pdrnografie van
„De Tribune". En dat doet 98 pCt der Ka
mer, misschien wel 100 pCt. Politiek is geen
vrijbrief voor schunnigheid. Met het verbod
van „De Tribune" bij de spoorwegboekhan
del gaat spr. echter niet accoord.
Wat de bewering van den heer Wijnkoop
betreft, dat de Tribune in oplaag toeneemt,
leest spr. een fragment uit het nummer van
heden mede, waarin uitdrukkelijk erkend
wordt, dat het blad achteruit gaat (daverend
gelach. Heftige protesten van den heer De
Visser).
BERICHT.
Zij, die zich met 1 Juli e.s. voor min
stens 3 maanden op dit blad abonneeren,
ontvangen de tot dien datum ver
schijnende nummers franco en gratis.
DE DIRECTIE.
De heer Van der Heide (s. d. a. p.) heeft
als lid der commissie van toezicht het advies
zijner medeleden niet kunnen beamen, maar
hij wil wel zeggen, dat de belangstelling voor
„De Tribune" steeds zeer miniem is geweest
in de openbare leeszalen. Intusschen acht ook
hij de voorstellingen van „De Tribune" af
keerwekkend en geesteloos.
Spr. is het overigens niet eens met de hou
ding der regeering en de leden der vereeni-
ging „De Haagsche Openbare Leeszaal"
hebben evenmin ingestemd met de houding
van het bestuur. Waarom ook zooveel stof op
gejaagd voor zooiets onbeduidends? Intus
schen blijft hij de uitbanning van „De Tri
bune" een fout, welke strookt met het streven
van de huidige regeering om de geestesvrij
heid aan banden te leggen. Het verbod van
de rede over Spinoza is daarvan een nieuw
bewijs. Spr. zal vóór de ingediende motie
stemmen.
Na hem spraken nog de heer Marchant
(v.-d.) en enkele anderen. Na een korte re
pliek van minister Terpstra en een slotwoord
van den heer Wijnkoop stelde de voozitter de
staemming over de motie uit tot Dinsdag en
sloot de vergadering.
Roode Bordeaux f 0 85 pr, fl.
Oporto- en Samoswijnen f 0.95
Spaansche Wijn f 1.30
Korting bij afname van 12, 24, 48 fl.;
resp. 5 7 10
N. V. GLASFABRIEK „LEERDAM".
Een der directeuren ontslagen.
In de „Industrieele Club" had gistermorgen
de buitengewone algemeene vergadering van
aandeelhouders plaats, ter behandeling van het
door het commissariaat gedane voorstel om
aan den directeur Ir. H. L. Copijn ontslag te
verleenen. Aanwezig waren ruim dertig aan
deelhouders, tezamen uitbrengende 210 stem
men.
Na een korte uiteenzetting van ir. Copijn
nam diens raadsman mr. von Baumhauer het
woord, die in een lang betoog trachtte aan te
toonen, dat de schorsing van den heer Copijn
overbodig was geweest, evenals de voordracht
tot ontslag, aangezien immers door den heer
Copijn reeds het voornemen was te kennen ge
geven om heen te gaan als directeur.
De voorzitter mr. H. v. d. Vegte wees erop,
dat de heer Copijn slechts enkele dagen vóór
deze vergadering officieel ontslag had ge
vraagd, en van tevoren slechts had gezegd de
verklaring te zullen afleggen de verantwoorde
lijkheid voor de leiding niet meer te kunnen
aanvaarden, om dan op zijn gemak met com
missarissen over de voorwaarden van een ont
slag te komen spreken.
Commissarissen hebben den heer Copijn de
uiterste gelegenheid gegeven zich tegenover
hen uit te spreken, maar inplaats van, zooals hjj
had toegezegd, zijn bezwaren kenbaar te ma
ken in een aandeelhoudersvergadering, is hij er
toe overgegaan zijn inzichten op de publieke
markt te brengen, daarmede dus de belangen
der vennootschap schade toebrengend. Dit ge
voegd bij het feit, dat de heer Copijn er zich in
zulke krasse termen over uitsprak, onmogelijk
met zijn mededirecteur samen te kunnen wer
ken, gaf het commissariaat aanleiding hem te
schorsen en voor ontslag voor te dragen. Dui
delijk zette spr. voorts uiteen, dat het ondanks
de vele daartoe gedane pogingen ook voor
commissarissen niet mogelijk meer was tot
goede samenwerking met den heer Copijn te
komen.
Na uitvoerige re- en dupliek, waaraan 'di
verse aandeelhouders deelnamen, werd ten
slotte het voorstel van commissarissen om aan
den heer Copijn eervol ontslag te verleenen,
geheel ongewijzigd en met algemeene .-tem
men aangenomen.
ARBEIDSBEMIDDELING.
De Nationale Bond van handels- en ka»,
toorbedienden „Mercurius" Heeft aan den mi
nister van Arbeid een adres gezonden, waar
in een motie, de vorige maand' door de bonds
vergadering aangenomen, met een uitgebrei
de toelichting onder de aandacht van den
minister wordt gebracht. In deze motie wordt
gevraagd de wet op de arbeidsbemiddeling
ten spoedigste in te voeren en dat de regee
ring al die maatregelen neme, welke verder
in het belang van de Nederlandsche arbeids
markt moeten worden toegepast,