Brieven uit het hoop noorden. £udttvuatt £cmd= ca 5xiw&oiM Jijdschtifteu Pluimveeteelt. DrTH. NANNING'S fel 9 MilTANDPASTA de gouverneur-generaal op. audiëntie. de kon. familie naar soestdijk. Als de zon in 't westen achter de denne bosschen wegkruipt, trekken de studenten in groepjes naar de huizen der corpsen. Groote vereenigingen yan studenten bestaan in DE POSTVLUCHTEN NAAR EN - VAN INDIE. Het twintigste postvliegtuig. TWEE VLIEGTUIGONGELUKKEN IN ENGELAND. HET VLIEGONGELUK BIJ SAARBRUCKEN. vliegongeluk bij dessau. N 1 WM25&75c.p.tube reinigt mond en tanden. De nieuw benoemde gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, jhr. mr. B. C. de jonge, is gistermiddag ten paleize Her Loo door prins Hendrik in audiëntie ontvangen. De koninklijke familie vertrok hedenmorgen omstreeks kwart over elf van Het Loo naar Soestdijk. jj' branden. Te Eeserveen, gem. Borger (Dr.), is de boerderij, toebehoorende aan den heer E. Scholten, door onbekende oorzaak afge brand. Te Eindhoven. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag ontstond te Eindhoven brand in de boerderij van den landbouwer G. van Lierop, wonende in de Klauwierstraat. Na korten tijd was de boerderij totaal afgebrand. Behalve den in ventaris zijn twee runderen in vlammen om gekomen. De oorzaak van den brand is on bekend. Driehonderd, gulden verloren gegaan. Gisteravond is, waarschijnlijk door een de fect aan den schoorsteen, brand ontstaan in de boerderij van den landbouwer Hoek te Al- bergen, onder den rook van Almelo. Daar er geen blusschingsmateriaal aanwezig was, was de boerderij in korten tijd tot den grond toe afgebrand. Van den inboedel kon slechts weinig worden gered. Een bedrag van 300 toebehoorende aan den Kostganger, ging eveneens verloren. EEN BALLON GEVONDEN. Op het land van den landbouwer J. Slui ter te Zuidwending (gem. Veendam, Gron.) is een groot stuk zeildoek van een luchtbal lon, waarbij anker en touwen gevonden. De oiand ontbrak. KORTE BERICHTEN. De patiënten, die ten gevolge van het eten van geïnfecteerde citroenvla door para- typhus in het militair hospitaal te Den Haag werden aangetast, Vrijdag is te 's-Gravenhage, 59 jaar oud, overleden gep. luit.-kolonel van het O.-I. leger C. B. Dutry van Haeften, am bachtsheer van Haaften. Zaterdagmiddag is iemand uit Voor; burg bij het zwemmen in zee verdronken. Hij had zich aan het strand tusschen Schevenin- gen en Wassenaarscheslag te water begeven en is vermoedelijk te ver gegaan. Eenige uren later is zijn lijk aangespoeld. BSL. De witte pet. Ais 't voorjaar komt over het Zweedsche land met plotseling openberstende weelde van wilde bloemen op de glooiende weiden en in de bosschen waar het teere groen der bergen nog op zich wachten laat, dan ver schijnt de witte pet. De witte pet der stu denten met breede, glanzende klep, met zwar ten band, met altijd achterover-getrokken bol, die spierwit hoort te zijn, maar ook wel ver geeld of groezelig is. Mei is de maand van de witte pet, omdat de studenten pas bij het feest van den eersten Meinacht hun petten, die den geheelen win ter aan een spijker op de „kast" hebben ge hangen, weer zullen opzetten en tevens om dat Mei de maand is van de eindexamens der middelbare scholen en ieder, die geslaagd is, die recht tot studeeren aan een universiteit verkregen heeft, hier in Zweden student wordt genoemd, dus ook wanneer hij of zij totaal niet van plan is naar Upsala of Lund of Stockholm te gaan, in de hoop na jaren van blokken een academischen graad te be machtigen. Wilt ge het feest van den eersten Meinacht mee-vieren, wilt ge er de poezie, de bekoring van ondergaan, dan moet ge zorgen op den Jaatsten dag van Aprilmaand in Upsala te zijn. Upsala is een echt studentenstadje. Oud en stil en rustig, gestrekt langs de hooge walle- Zweden niet, omdat de studenten zich provin- cie-gewijs georganiseerd hebben, in z.g.n. „nationer". Zoo is er een Varmlands-, een Stockholms-, een Vastgöta-nation. Met hun vaandels voorop marcheeren alle nationer naar een afgesproken plaats. Daar vormen ze een grooten stoet met alle nations- vlaggen en -vaandels aan 't hoofd, met fak keldragers in de buitenste rijen. En tegen een uur of negen trekt die stoet van duizenden studenten, allen met de witte pet op, als een witte slang met flonkerende lichten langs de kanten door de schemering naar den heuvel, waar het slot nu zwart en groot staat tegen de diepblauwe avondlucht. Ge moet dat zien, zooals de stoet daar op trekt tusschen de boom en, de witte vlaggen wijd-wit wapperend in den wind, de vonken sproeiende fakkels geheven, terwijl uit dui zenden jonge kelen het mooie, melodieuse lied der Zweedsche studenten klinkt. Precies negen uur ziin allen op het plein voor het slot verzameld. Het wordt stil. Rus tig klept de avondklok. Dan opeens schalt breed-wit de zang van het studentenkoor. Er wordt gezongen van de lente, die weer geko men is in 't Hooge Noordsche land, van de bloemen, die bloeien, van de vogels en de zon en de luchten. Iemand houdt een toespraak, heft op Zweedsche wijs een vier-voudig hoera voor de lente aan en weer wordt er gezongen, tenslotte door alle studenten. Nu vlammen in de vlakte, die zich in de donkere verten verliest, groote vuren op, vreugdevuren die sterke overeenkomst hebben met de Paaschvuren in het oosten van ons land, die immers ook vreugdevuren zijn, ont stoken om de terugkomst van de lente te vie ren. Je ziet de vuren dichtbij en veraf, groote met lekkende vlammen aan den rand van het stadje, dat nu stil beneden aan den voet van den heuvel ligt, kleine als lichtende plekjes op den verren horizon. En onder luid en blij gezang slingert de schemerige stoet van studenten met witte pet ten en witte vlaggen naar beneden, naar de nations-huizen, waar den geheelen nacht, den eersten Meinacht, het feest voortgezet zal worden met bezoeken van andere nationer, met dans en spel op de luit, met jolig gezang en gezonde pret. In de tweede helft van Mei worden de eindexamens van de middelbare scholen ge houden, het z.g.n. „studentexamen". Men hecht daaraan hier een zeer groote, soms wel wat overdreven beteekenis. Een jongen, die zijn studentenexamen heeft, wordt als man beschouwd, al is hij ook eigenlijk nog lang niet droog achter de ooren. Weken tevoren, als de examinandi nog zwaar zitten te blokken voor het mondeling, liggen de etalages van de heerenmodemaga zijnen vol met witte petten, de zilversmeden stallen wandelstokken met zilveren knoppen en geel-blauwe linten uit, de bloemenzaken prijken met kransen, waaraan kleine studen tenpetjes en wandelstokjes zijn gebonden, men ziet bonbons verpakt in studentenpetten van karton, menu's met studentenpetten bedrukt en ik weet niet wat al meer, dat met dit sym bool van het student-zijn getooid is. De leerlingen van de middelbare scholen hebben evenals in Duitschland ook be paalde schoolpetten. Hier in Zweden zijn die heelemaal zwart met een nikkelen mono grammetje voorop. De jongens, die eind examen zullen doen, en hun zwarte pet bin nenkort tegen de witte hopen te verwisselen, maken hun schoolpetten zoo vuil en zoo ka pot als maar mogelijk is. Die wordt dan met groote steken roode of groene of gele of blauwe wol weer wat bij elkaar gehaald en niet zelden wordt er boven op den bol nog een geweldig vraagteeken „geborduurd" Alles om maar heel goed te demonstreeren, dat ze voor 't eindexamen zitten en niet van plan zijn, hun oude kapotte pet nog te ver vangen door een andere schoolpet. Het eindexamen zelf gaat met evenveel zweet- en valeriaandruppels gepaard als bij ons. De schriftelijke opgaven worden met groote „koppen" er boven in de bladen ge publiceerd en half Zweden zit 's avonds met een velletje papier naast de krant te speuren of er nog iets van de ingepompte wijsheid is blijven hangen. Als de uitslag bekend gemaakt wordt, wachten ouders en vrienden en kennissen van de nieuwbakken „studenten" bij de school. Ze hebben bloemen en cadeaux bij zich en onder gejuich worden de gelukkige geslaag den met kransen en bloemenslingers omhan gen als ze het gebouw verlaten. En al gauw Krijgen 2e dan de witte pet op en den stu dommelend aan den voet van den steden heu vel, waarop het zware, oude slot troont, schoon zich afteekenend tegen de lucht. Eind-April zijn de flanken van dien heuvel wit van de anemonen, en in de vlakte, die zich naar alle kanten wijd uitstrekt tot blauwende dennebosschen op den horizon, liggen de bruine, pas opengeploegde akkers tusschen het frissche groen van de wintertarwe en doezelen mat-paars de berkensingels. 30 April, 's middags tegen een uur of twee, vullen de straten in 't centrum van het stadje zich met een bonte en jolige schare studenten, jongens en meisjes, bijna allen blootshoofds en met een pakje onder den arm, velen met dikke wandelstokken met geel- blauwe linten en velen met groote fleurige kinderballons aan een touwtje. Ze zitten in vensterbanken, trekken gearmd, in breede rijen door de volle straten, zijn geklauterd op de hekken langs de Fyris. Tegen drieën worat het nog drukker; de trein uit het zuiden heeft honderden oud-studenten, verloofden, pa's en ma's gebracht. En als de klok van den Dom 3 zware slagen door den lentenacht laat gal men, breekt een geweldig gejuich los, gezang schalt over 't oude stadje en tegelijkertijd wor den overal de witte petten uit de pakjes ge baald. met daverende hoera's gaan ze de hoogte in en dan op de jonge koppen der studenten. Weer gezang, gehos, gejuich. Maar de drukte luwt zoo langzamerhand, men trekt naar Gastis, waar altijd wel een der prinsen aan het „lentediner" deelneemt, naar Flustret, het zomerrestaurant bij 't Zwanewater, waar in alle zalen, in alle gan gen tafeltjes zijn geplaatst, waar 't minder deftig is dan in Gastis maar toch ook duur en enorm druk. zijn in de groote plaatsen althans in smoking op den dag van het student- examen, de meisjes in haar mooiste japon nen. Ouders, die het even kunnen betalen richten een groot, feestelijk diner aan, waar voor al dagen van te voren koortsachtig is ge zwoegd. De gelukkigen krijgen alle mogelijke cadeaux en worden op een wijze, die soms heelemaal niet in overeenstemming is met hun leeftijd en hun prestaties, befuifd en toe gesproken. Er wordt geweldig veel werk van gemaakt, belachelijk veel vaak. En ik weet dat het voorgekomen is, dat een jongeman, die zakte als een baksteen, tóch de witte pet kreeg, toch bejubeld werd alsof hij geslaagd was, omdat men het diner niet kon houden zonder een student en omdat de genoodigdeh toch niet meer afgezegd konden worden. De dagen die volgen worden besteed aan alle mogelijke fuiven en fuifjes op 't oogenbiik dat ik dit schrijf staat een troep geslaagden met de witte pelten geheven boven de blonde koppen in den tuin van mijn overbuurman, leeraar in aardrijkskunde, die juist zijn aardbeien mestte, te hoera-en; 's avonds wordt gesoupeerd met vrouwelijke geslaagden in den tuin van ten der restau rants van Djurgarden, den Prater van Stock holm, wordt gedanst bij de muziek van een stel harmonicaspelers in Tivoli of Gröna Lund, de permanente, van Kopenhagen na geaapte, Lunaparken. Daarna komt de „student" op een kantoor, wordt hij bediende in een groote zaak of zoekt hij een ander baantje. En maar een klein percentage wordt werkelijk studeerende stu dent. Maar de witte pet, de trofee die na veel moeite veroverd is, blijven allen die eind examen gedaan hebben, den geheelen zomer toch nog dragen en niet zelden halen ze hem tot ze oud en stijf geworden zijn elk jaar op 30 April nog voor den dag. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze lezers worden gezon den aan Dr. te Hennepe, Diergaardesin gel 96a te Rotterdam. Postzegel voor ant woord insluiten en blad vermelden. Slechte kippen tot Hooge Productie brengen? Een Droombeeld? Voor ik aan mijn onderwerp begin eerst een interessante brief uit Middel- harnis waarin staat: Ik kan niet nala ten misschien stelt U er belang in dat hier in Middelharnas huizen zijn waar naast de koopprijs bij verkoop „kapoengeldbetaald moet worden. Vroeger moesten de koopers van zoo'n huis een kapoen aan de verkoopers geven, later is dit in een zekere som gelds veranderd. Maar het kapoengeld wordt nog steeds betaald. Dat vond ik een bijzonder aardige op merking die wel bewijst, dat in die streek vroeger de kapoenen zeer in trek waren. Het zon interessant zijn eens te weten te komen hoe oud zoo'n gebruik al is, daar het ons het dagelijksche leven van ons volk in vroegere tijden leert be grijpen en een inzicht geeft in de pluim veehouderij van dien tijd. Nu over de proeven inzake de bein- vloeding van den leg bij kippen. Zooals we weten worden de dooiers in den eier stok gevormd en zoodra ze groot genoeg zijn komen ze in den eileider, waar ze met eiwit, eivliezen en kalkschaal om geven worden, allemaal bijzaken eigen lijk, want het gaat tenslotte om de kiem die op den dooier drijft. Deze wordt door eiwit en eierschaal beschut als zij in de buitenwereld komt en vindt bovendien in het eiwit geruimen tijd voedsel. Nu is de vraag maar: hoeveel eieren kan een kip leggen en hoeveel legt zij er? Daarbij moeten we uitgaan van de veronderstelling dat wij de kip dusdanig voeren dat zij ook werkelijk eieren kan leggen. Als het dier niet genoeg te eten en. te drinken krijgt zal natuurlijk de e'leg van zelf beinvloed worden en ten slotte ophouden. Maar maken we nu een goed gevoede kip open dan zien wij dat de eierstok, net een kleine druiventros, vol zit met allemaal kleine dooiertjes, sommige niet grooter dan een speldekr.op. Zoo'n eierstok wordt geschat wel duizend kiempjes te bevatten en als dus alles vlot ging, zou zoo'n kip ook wel een duizend eieren kunnen leggen. In de praktijk zien we daar echter niet veel van en zijn er nog niet zoo heel veel kip pen die bijvoorbeeld in een leven van drie jaren 500 eieren leggen. Alhoewel dus de dieren alle dooiertjes genoeg in haar eierstokken hebben legt de eene kip veel en dt andere weinig. Er moeten dus nog andere factoren in het spel zijn dan anatomische aanleg en voedering alleen. Om daaromtrent meer inzicht te krij gen werden aan de Universiteit te Eden- burgh in Schotland proeven genomen door Dr. Greenwood en Mej. Janet Blyth. Bij jonge henkuikens van ongeveer 13 tot 37 dagen oud werden door een handige operatie vlak voor de nieren de klieren ingeplant van jonge haantjes van denzelfden leeftijd. Men staat vaak verbaasd hoever de operatie technisch gevorderd is, om zulke moeilijke opera ties op zulke kleine beestjes met succes te volbrengen. Nu liet men deze kuikentjes rustig op groeien, naast andere kauikentjes van dezelfde ouders, die niet geopereerd waren. Op deze manier kan men precies de verschillen constateeren die ontstaan zouden. Zoodra nu de controle kuikens legrijp waren geworden en aan den leg gingen, kon men de geopereerde kuikens gaan vergelijken met deze. Wat bleek nu? 1. Er waren waarbij de operatie niets veranderd had en die da ook aan den leg gingen. 2. Er waren er waarbij, de leg belang rijk vertraagd werd en veel later begon nen dan bij normale kuikens. Een der geopereerde kuikens ging pas op den leeftijd van 94 weken leggen, dus toen het dier bijna twee jaar oud was. 3. Er waren kuikens die heelemaal niet aan den leg gingen! Hieruit blijkt dus al dat bij normale eierstokken door deze operatie heel vaak de geheele eier- leg onderdrukt wordt. Verder bleek ech ter dat bij de geopereerde hennen die wel legden zeer veel gevallen van leg- nood voorkwamen, zoodat de eieren vaak operatief verwijderd moesten worcten. De eieren van deze kippen wa ren abnormaal van vorm, n.1. lang ge strekt, als het ware rolvormig. Toen men de oorzaak naging bleek dat de beenderen van het bekken van de hen nen niet veerkrachtig en soepel waren zooals bij normale hennen, maar hard en stijf. De bekkeningang en uitgang was, als men deze uitdrukking bij vogels zou kunnen gebruiken, sterk vernauwd en niet uitzetbaar. Verder was de eilei der veel nauwer dan van normale kip pen. Het legapparaat was dus geheel abnormaal gevormd. Dat de eene kip nog wel legde en de andere niet moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan het feit, dat in het eene geval de operatie beter gelukt was dan in het andere en dat dus in het eene geval de mannelijke klieren beter tot ontwikke ling waren gekomen. Uit deze proeven blijkt dus dat er be halve de normale eierstok en goed voer nog andere stoffen in het bloed circulee- ren, die óf een goede leg veroorzaken óf zelfs den leg kunnen tegen houden. Maar aan den anderen kant bleek ook weer bij proeven te Edenburgh, dat een normale leg ook kan plaats hebben bij een gedeeltelijk weggenomen eierstok. Men nam daartoe bij de kuikens een deel van de eierstok weg en zag nu dat deze dieren later uitstekend legden. De eierstok bij een normaal dier schijnt dan ook, als een deel weggenomen is, genoeg prikkel uit het bloed te ontvan gen om veel eieren te produceeren. Maar het wordt nog veel eigenaardi ger als we de proeven van andere onder zoekers hierbij vermelden. Bij zoogdie ren en vogels bevindt zich onder de her senen een kleine klier, welke voor het lichaam zeer noodige stoffen afscheidt en zoodra deze klier ziek is ontstaan allerlei ziekten van het lichaam. Wel nu, Smith en Engel opereerden zoogdie ren en brachten bij deze dieren de ge noemde hersenklieren in. Zij zagen dat deze dieren veel vroeger geslachtsrijp werden dan niet geopereerde en dat de eierstokken abnormaal veel dooiers pro duceerden. Nu is de vorming van een kleine eicel in den eierstok van een zoogdier veel gemakkelijker dan van een, in verhouding tot het lichaam reusachtig grooter dooier bij een kip, maa: eigenaardig is het toch wel dat hier de werking van den eierstok gewel dig opgewekt blijkt te worden door de werking van de hersenklier. Wat zou er nu uit deze proeven voor onze praktijk te halen zijn? Dat er dus stoffen zijn die in een bijna onaantoon bare dosis in het bloed gebracht, den eierstok tot sterke werking opwekken en dat.... als het mogelijk was dergelijke stoffen met de voeding in te geven, men dus van elke kip als het ware bij goede voeding een massa eieren kan verwach ten. Mogelijk een droombeeld? Maar dan moeten we bedenken dat vele droomen van gisteren in het heden tot werkelijkheid zijn geworden! Dr. TE HENNEPE. Het twintigste postvliegtuig, de P.H.-A.F. R. is Zaterdag te 4.40 uur uit Gaza vertrok ken en te 10.50 uur te Bagdad aangekomen, om 12.30 uur vandaar vertrokken en te 17 uur te Bushir geland. Zondag vertrok het vliegtuig te 5.20 uur uit'Bushir en landde om 10.40 uur te Djask Om 11.35 werd vertrokken uit Djsak, waar na het vliegtuig om 19 uur te Karachi aan kwam. Alles was wel aan boord. Vandaag wordt de reis voortgezet. Het retcurvliegtuig. De P. H. A. F. O. is Zondagmorgen om 5 uur 20 uit Bangkok vertrokken, te 9.38 te Rangoon geland, vandaar weer vertrokken is om 10 uur 15 en om 16 uur 8 te Calcutta is gearriveerd. Alles is wel aan boord. Heden wordt de reis voortgezet. Bij een vliegdemonstratie te Cambridge is op een hoogte van 70 meter een der vleugels van een machine afgeknapt. Het toestel stort te neer en werd verpletterd. De piloot is aan de bekomen verwondingen overleden. Bij een proefvlucht is voorts een watervliegtuig na bij Felixtown neergestort. Beide inzittende vliegerofficieren wisten zich op 1000 meter hoogte met behulp van parachutes in veilig heid te stellen. De machine zelf boorde zich diep in de aarde. Het bij Saarbrücken neergestorte vliegtuig, bij welk ongeluk vier menschenlevens te be treuren zijn, was een verkeersvliegtuig van de lijn SaarbrückenKeulen, en wel een Dornier-Merkur D. 1455. Kort na den start van Saarbrücken, schijnt de motor defect te zijn geraakt, waardoor het dalen bemoeilijkt werd en de machine tegen den grond botste en in brand vloog. Omtrent het ernstig vliegtuigongeval, dat Zaterdag te Saarbrücken heeft plaats ge had, wordt nog gemeld, dat even voor het neerstorten een reeks ontploffingen zouden zijn gehoord. Tragisch is ook het lot van den piloot Weichard, die gedurende den wereldoorlog als vlieger heeft dienst gedaan en thans door een ongeluk den dood moest vinden. Een dei- passagiers, Weigel geheeten, was door zijn vader per auto naar het vliegveld gebracht en deze zag de machine voor zijn oogen neerstorten. CREMATIE H. HINDRIKS. Zeer velen waren Zaterdagmiddag in het crematorium te Velsen vereenigd om de laat ste eer te bewijzen aan den sportvlieger H. Hindriks, die de vorige week op het vlieg veld Eelde is om het leven gekomen. Er wa ren o.a. de burgemeester van Eelde, de heer Legro, vertegenwoordigers van de K.L.M., van de Nat. Luchtvaartschool, van de Rot- terdamsche Aero-Club, van de Noord-Neder- landsche Motorclub, een deputatie van het vliegveld Eelde, mr. J. Linthorst Homan na mens de commissie voor motorrennen in Veendam en Drente, de heer Pander, voor de Panderfabriek, dr. ir. Van der Maas na mens den Rijksstudiedienst voor de lucht vaart, baron Snouckaert van Schauburg voor de luchtvaartafdeeling van de A.P.C, verscheidene vliegers en vertegenwoordigers van den Bond van Steendrukkerijen. De burgemeester van Eelde, de heer Le gro voerde het eerst het woord en gewaagde van de groote ontsteltenis, die dit vliegonge- lijk, waarvan Hindriks het slachtoffer werd, in zijn gemeente heeft gewekt. De heer Van Tijen voerde het woord na- mens de Rotterd. Aero-club. Spr. van de groote vriendschap, die voor Hindriks gevoeld werd. De heer M. A. Jacobson, voorzitter van den Bond van Steendrukkerijen, herdacht den overledene als een bekwaam en rusteloos werkend vakgenoot. Namens de K.L.M. en het personeel sprak de heer Van der Pauw een hartelijk woord van afscheid; waarna mr. Linthorst Homan den overledene herdacht als leidend sport man in Groningen en Drente en als goed vriend. Als vriend voerde de heer Veenman nog het woord; de heer Wildevuur sprak namens de sociëteit „Het Noorden", de heer Robertus namens de Groningsche Vrijwillige Verkeers- brigade, de heer Valkenburg namens het per* soneel der drukkerij. Een broeder van den overledene dankte. Twee dooden Zaterdagmiddag om 6 uur is het school- vliegtuig van de Anhalter Verein für Luft- fahrt „Boelcke" tengevolge van een vliegfout van ongeveer 100 meter komen te vallen. Het vliegtuig vloog in brand tengevolge van de ontploffing der benzinetank De bestuurder Niemann, een nog jonge vlieger, en zijn pas sagier Bartels verbrandden. ENGELSCH VLIEGTUIG NEERGESTORT. Boven Verneuil sur Avre stortte een En* gelsch vliegtuig neer en vloog in brand. De inzittenden, de piloot Harold Broek en de passagier John Robertson, kwamen in de vlammen om. Hun verkoolde lijken zijn naar het hospitaal te Verneuil vervoerd. DE HOOGE KALIPRIJZÈN. Bezwaren van de drie centrale or- ganisa/ies. Het Kon. Ned. Landbouw Comité, de r. k. Boeren- en Tuindersbond, en de chr. L. en T.- bond hebben aan de directie van het Kali syndicaat te Berlijn en te Mulhouse het vol gende telegram verzonden: „Ondergeteekenden, vormende de drie Cen trale Landbouw Organisaties in Nederland, brengen te Uwer kennis, dat de vanwege de Kalimaaischappij gepubliceerde prijzen der Kalizouten in geen enkel opzicht rekening houden met de ernstige omstandigheden, waarin onze landbouwers verkeeren. In ver band met de daardoor ontstane algemeene on tevredenheid dringen zij aan op herziening dei door de Kalimaatschappij vastgestelde prijzen". De Waterkampioen. Dit weekblad trekt altijd allereerst de aan dacht door zijn fraaie foto's. Maar ook de artikelen, waarvan wij noemen: Het jollen- kampioenschap en het slot van de Hollandia- wedstrijd, zijn als steeds zeer interessant. Verder de gewone rubrieken. ,JDe Wandelaar". Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren de Juni-af levering van „De Wandelaar"maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuurbescherming, heem schut, geologie, folklore, buitenleven en toe risme. Jan P. Strijbos beschrijft het leven der steeds zeldzamer wordende grielen, terwijl de redacteur, Rinke Tolman, de aandacht vraagt voor het beroemde keverboek Coleop- tera Neerlandica. Gerlof Kalma deelt verdere bijzonderheden mede omtrent de slangensoor ten, die in Nederland voorkomen en C. A. van der Gen, zelf een bekwaam fotograaf, zet uiteen welke wonderen kunnen worden ver richt met camera's van klein formaat. Een volkszangdag gaf Gabriël Smit een schetsje in de pen, terwijl Herman J. Langman geest driftig gewaagt van een wandeling langs den Dommel. De bloeiende linden hadden de aandacht van J. H. Brinkgreve-Entrop, de grillig gevormde jeneverbessen die van Gerh. Krekelberg; beiden schetsen welke plaats de genoemde boomen in het volksleven innemen. Tenslotte leidt F. A. Brunklausons naar het Limburgsche mijngebied en wel speciaal naar de streek van Brunssum. In de uitvoerige rubriek Van en voor de le zers (natuurhistorisch allerlei) worden tien tallen onderwerpen aangeroerd. Talrijke schitterende foto's illustreeren als steeds den afwisselenden tekst. Het Kind uitgave Ploegsma te Zeist brengt een gedicht van Frederik van Eeden „Toen ons kindje glimlachte". De redactie schrijft over de Duitsche Versuchschüler en E. CouvéeBogaerts bespreekt het zwemmen in het belang van de veiligheid en vervolgens komt de brievenroman weer in behandeling. Mevr. S. G. PrinsWillekes Macdonald geeft nog een kort antwoord op enkele vragen waarbij de redactie een slotwoord publiceert. Van de andere bijdragen noemen wij die over den moederdag van mevr. R. M. Ligthart Lion Cachet en van mevr. A. E. E. Vecht manVeth over vegetarisme. - Vuilnisman„Neem me niet kwalijk mevrouw, maar O heeft geloof ik het nummer van „Liefdesdraden" van deze week niet weggegooid. Mijn vrouw leest alle ver- yolgen ziet h.*/ UPasslng £8mwJL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 7