Brieven uit het hoop noorden.
£udttvuatt
£cmd= ca 5xiw&oiM
Jijdschtifteu
Pluimveeteelt.
DrTH. NANNING'S
fel 9 MilTANDPASTA
de gouverneur-generaal op.
audiëntie.
de kon. familie naar soestdijk.
Als de zon in 't westen achter de denne
bosschen wegkruipt, trekken de studenten in
groepjes naar de huizen der corpsen. Groote
vereenigingen yan studenten bestaan in
DE POSTVLUCHTEN NAAR EN
- VAN INDIE.
Het twintigste postvliegtuig.
TWEE VLIEGTUIGONGELUKKEN IN
ENGELAND.
HET VLIEGONGELUK BIJ
SAARBRUCKEN.
vliegongeluk bij dessau.
N 1 WM25&75c.p.tube
reinigt mond en tanden.
De nieuw benoemde gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië, jhr. mr. B. C. de
jonge, is gistermiddag ten paleize Her Loo
door prins Hendrik in audiëntie ontvangen.
De koninklijke familie vertrok hedenmorgen
omstreeks kwart over elf van Het Loo naar
Soestdijk.
jj' branden.
Te Eeserveen, gem. Borger (Dr.), is de
boerderij, toebehoorende aan den heer E.
Scholten, door onbekende oorzaak afge
brand.
Te Eindhoven.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
ontstond te Eindhoven brand in de boerderij
van den landbouwer G. van Lierop, wonende
in de Klauwierstraat. Na korten tijd was de
boerderij totaal afgebrand. Behalve den in
ventaris zijn twee runderen in vlammen om
gekomen. De oorzaak van den brand is on
bekend.
Driehonderd, gulden verloren gegaan.
Gisteravond is, waarschijnlijk door een de
fect aan den schoorsteen, brand ontstaan in
de boerderij van den landbouwer Hoek te Al-
bergen, onder den rook van Almelo. Daar
er geen blusschingsmateriaal aanwezig was,
was de boerderij in korten tijd tot den grond
toe afgebrand. Van den inboedel kon slechts
weinig worden gered. Een bedrag van 300
toebehoorende aan den Kostganger, ging
eveneens verloren.
EEN BALLON GEVONDEN.
Op het land van den landbouwer J. Slui
ter te Zuidwending (gem. Veendam, Gron.)
is een groot stuk zeildoek van een luchtbal
lon, waarbij anker en touwen gevonden. De
oiand ontbrak.
KORTE BERICHTEN.
De patiënten, die ten gevolge van het
eten van geïnfecteerde citroenvla door para-
typhus in het militair hospitaal te Den Haag
werden aangetast,
Vrijdag is te 's-Gravenhage, 59 jaar
oud, overleden gep. luit.-kolonel van het
O.-I. leger C. B. Dutry van Haeften, am
bachtsheer van Haaften.
Zaterdagmiddag is iemand uit Voor;
burg bij het zwemmen in zee verdronken. Hij
had zich aan het strand tusschen Schevenin-
gen en Wassenaarscheslag te water begeven
en is vermoedelijk te ver gegaan. Eenige
uren later is zijn lijk aangespoeld.
BSL.
De witte pet.
Ais 't voorjaar komt over het Zweedsche
land met plotseling openberstende weelde
van wilde bloemen op de glooiende weiden
en in de bosschen waar het teere groen der
bergen nog op zich wachten laat, dan ver
schijnt de witte pet. De witte pet der stu
denten met breede, glanzende klep, met zwar
ten band, met altijd achterover-getrokken bol,
die spierwit hoort te zijn, maar ook wel ver
geeld of groezelig is.
Mei is de maand van de witte pet, omdat
de studenten pas bij het feest van den eersten
Meinacht hun petten, die den geheelen win
ter aan een spijker op de „kast" hebben ge
hangen, weer zullen opzetten en tevens om
dat Mei de maand is van de eindexamens der
middelbare scholen en ieder, die geslaagd is,
die recht tot studeeren aan een universiteit
verkregen heeft, hier in Zweden student
wordt genoemd, dus ook wanneer hij of zij
totaal niet van plan is naar Upsala of Lund
of Stockholm te gaan, in de hoop na jaren
van blokken een academischen graad te be
machtigen.
Wilt ge het feest van den eersten Meinacht
mee-vieren, wilt ge er de poezie, de bekoring
van ondergaan, dan moet ge zorgen op den
Jaatsten dag van Aprilmaand in Upsala te
zijn.
Upsala is een echt studentenstadje. Oud en
stil en rustig, gestrekt langs de hooge walle-
Zweden niet, omdat de studenten zich provin-
cie-gewijs georganiseerd hebben, in z.g.n.
„nationer". Zoo is er een Varmlands-, een
Stockholms-, een Vastgöta-nation.
Met hun vaandels voorop marcheeren alle
nationer naar een afgesproken plaats. Daar
vormen ze een grooten stoet met alle nations-
vlaggen en -vaandels aan 't hoofd, met fak
keldragers in de buitenste rijen. En tegen een
uur of negen trekt die stoet van duizenden
studenten, allen met de witte pet op, als een
witte slang met flonkerende lichten langs de
kanten door de schemering naar den heuvel,
waar het slot nu zwart en groot staat tegen
de diepblauwe avondlucht.
Ge moet dat zien, zooals de stoet daar op
trekt tusschen de boom en, de witte vlaggen
wijd-wit wapperend in den wind, de vonken
sproeiende fakkels geheven, terwijl uit dui
zenden jonge kelen het mooie, melodieuse lied
der Zweedsche studenten klinkt.
Precies negen uur ziin allen op het plein
voor het slot verzameld. Het wordt stil. Rus
tig klept de avondklok. Dan opeens schalt
breed-wit de zang van het studentenkoor. Er
wordt gezongen van de lente, die weer geko
men is in 't Hooge Noordsche land, van de
bloemen, die bloeien, van de vogels en de zon
en de luchten. Iemand houdt een toespraak,
heft op Zweedsche wijs een vier-voudig hoera
voor de lente aan en weer wordt er gezongen,
tenslotte door alle studenten.
Nu vlammen in de vlakte, die zich in de
donkere verten verliest, groote vuren op,
vreugdevuren die sterke overeenkomst hebben
met de Paaschvuren in het oosten van ons
land, die immers ook vreugdevuren zijn, ont
stoken om de terugkomst van de lente te vie
ren. Je ziet de vuren dichtbij en veraf, groote
met lekkende vlammen aan den rand van het
stadje, dat nu stil beneden aan den voet van
den heuvel ligt, kleine als lichtende plekjes
op den verren horizon.
En onder luid en blij gezang slingert de
schemerige stoet van studenten met witte pet
ten en witte vlaggen naar beneden, naar de
nations-huizen, waar den geheelen nacht, den
eersten Meinacht, het feest voortgezet zal
worden met bezoeken van andere nationer,
met dans en spel op de luit, met jolig gezang
en gezonde pret.
In de tweede helft van Mei worden de
eindexamens van de middelbare scholen ge
houden, het z.g.n. „studentexamen". Men
hecht daaraan hier een zeer groote, soms wel
wat overdreven beteekenis. Een jongen, die
zijn studentenexamen heeft, wordt als man
beschouwd, al is hij ook eigenlijk nog lang
niet droog achter de ooren.
Weken tevoren, als de examinandi nog
zwaar zitten te blokken voor het mondeling,
liggen de etalages van de heerenmodemaga
zijnen vol met witte petten, de zilversmeden
stallen wandelstokken met zilveren knoppen
en geel-blauwe linten uit, de bloemenzaken
prijken met kransen, waaraan kleine studen
tenpetjes en wandelstokjes zijn gebonden, men
ziet bonbons verpakt in studentenpetten van
karton, menu's met studentenpetten bedrukt
en ik weet niet wat al meer, dat met dit sym
bool van het student-zijn getooid is.
De leerlingen van de middelbare scholen
hebben evenals in Duitschland ook be
paalde schoolpetten. Hier in Zweden zijn die
heelemaal zwart met een nikkelen mono
grammetje voorop. De jongens, die eind
examen zullen doen, en hun zwarte pet bin
nenkort tegen de witte hopen te verwisselen,
maken hun schoolpetten zoo vuil en zoo ka
pot als maar mogelijk is. Die wordt dan met
groote steken roode of groene of gele of
blauwe wol weer wat bij elkaar gehaald en
niet zelden wordt er boven op den bol nog
een geweldig vraagteeken „geborduurd"
Alles om maar heel goed te demonstreeren,
dat ze voor 't eindexamen zitten en niet van
plan zijn, hun oude kapotte pet nog te ver
vangen door een andere schoolpet.
Het eindexamen zelf gaat met evenveel
zweet- en valeriaandruppels gepaard als bij
ons. De schriftelijke opgaven worden met
groote „koppen" er boven in de bladen ge
publiceerd en half Zweden zit 's avonds met
een velletje papier naast de krant te speuren
of er nog iets van de ingepompte wijsheid is
blijven hangen.
Als de uitslag bekend gemaakt wordt,
wachten ouders en vrienden en kennissen
van de nieuwbakken „studenten" bij de school.
Ze hebben bloemen en cadeaux bij zich en
onder gejuich worden de gelukkige geslaag
den met kransen en bloemenslingers omhan
gen als ze het gebouw verlaten. En al gauw
Krijgen 2e dan de witte pet op en den stu
dommelend aan den voet van den steden heu
vel, waarop het zware, oude slot troont,
schoon zich afteekenend tegen de lucht.
Eind-April zijn de flanken van dien heuvel
wit van de anemonen, en in de vlakte, die zich
naar alle kanten wijd uitstrekt tot blauwende
dennebosschen op den horizon, liggen de
bruine, pas opengeploegde akkers tusschen
het frissche groen van de wintertarwe en
doezelen mat-paars de berkensingels.
30 April, 's middags tegen een uur of
twee, vullen de straten in 't centrum van het
stadje zich met een bonte en jolige schare
studenten, jongens en meisjes, bijna allen
blootshoofds en met een pakje onder den
arm, velen met dikke wandelstokken met geel-
blauwe linten en velen met groote fleurige
kinderballons aan een touwtje. Ze zitten in
vensterbanken, trekken gearmd, in breede
rijen door de volle straten, zijn geklauterd op
de hekken langs de Fyris. Tegen drieën worat
het nog drukker; de trein uit het zuiden heeft
honderden oud-studenten, verloofden, pa's en
ma's gebracht. En als de klok van den Dom
3 zware slagen door den lentenacht laat gal
men, breekt een geweldig gejuich los, gezang
schalt over 't oude stadje en tegelijkertijd wor
den overal de witte petten uit de pakjes ge
baald. met daverende hoera's gaan ze de
hoogte in en dan op de jonge koppen der
studenten. Weer gezang, gehos, gejuich.
Maar de drukte luwt zoo langzamerhand,
men trekt naar Gastis, waar altijd wel een
der prinsen aan het „lentediner" deelneemt,
naar Flustret, het zomerrestaurant bij 't
Zwanewater, waar in alle zalen, in alle gan
gen tafeltjes zijn geplaatst, waar 't minder
deftig is dan in Gastis maar toch ook duur
en enorm druk.
zijn in de groote plaatsen althans
in smoking op den dag van het student-
examen, de meisjes in haar mooiste japon
nen. Ouders, die het even kunnen betalen
richten een groot, feestelijk diner aan, waar
voor al dagen van te voren koortsachtig is ge
zwoegd. De gelukkigen krijgen alle mogelijke
cadeaux en worden op een wijze, die soms
heelemaal niet in overeenstemming is met
hun leeftijd en hun prestaties, befuifd en toe
gesproken. Er wordt geweldig veel werk van
gemaakt, belachelijk veel vaak. En ik weet dat
het voorgekomen is, dat een jongeman, die
zakte als een baksteen, tóch de witte pet
kreeg, toch bejubeld werd alsof hij geslaagd
was, omdat men het diner niet kon houden
zonder een student en omdat de genoodigdeh
toch niet meer afgezegd konden worden.
De dagen die volgen worden besteed aan
alle mogelijke fuiven en fuifjes op 't
oogenbiik dat ik dit schrijf staat een troep
geslaagden met de witte pelten geheven
boven de blonde koppen in den tuin van mijn
overbuurman, leeraar in aardrijkskunde, die
juist zijn aardbeien mestte, te hoera-en;
's avonds wordt gesoupeerd met vrouwelijke
geslaagden in den tuin van ten der restau
rants van Djurgarden, den Prater van Stock
holm, wordt gedanst bij de muziek van een
stel harmonicaspelers in Tivoli of Gröna
Lund, de permanente, van Kopenhagen na
geaapte, Lunaparken.
Daarna komt de „student" op een kantoor,
wordt hij bediende in een groote zaak of
zoekt hij een ander baantje. En maar een klein
percentage wordt werkelijk studeerende stu
dent. Maar de witte pet, de trofee die na veel
moeite veroverd is, blijven allen die eind
examen gedaan hebben, den geheelen zomer
toch nog dragen en niet zelden halen ze hem
tot ze oud en stijf geworden zijn elk jaar op
30 April nog voor den dag.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door onze lezers worden gezon
den aan Dr. te Hennepe, Diergaardesin
gel 96a te Rotterdam. Postzegel voor ant
woord insluiten en blad vermelden.
Slechte kippen tot Hooge Productie
brengen?
Een Droombeeld?
Voor ik aan mijn onderwerp begin
eerst een interessante brief uit Middel-
harnis waarin staat: Ik kan niet nala
ten misschien stelt U er belang in
dat hier in Middelharnas huizen zijn
waar naast de koopprijs bij verkoop
„kapoengeldbetaald moet worden.
Vroeger moesten de koopers van zoo'n
huis een kapoen aan de verkoopers
geven, later is dit in een zekere som
gelds veranderd. Maar het kapoengeld
wordt nog steeds betaald.
Dat vond ik een bijzonder aardige op
merking die wel bewijst, dat in die
streek vroeger de kapoenen zeer in trek
waren. Het zon interessant zijn eens te
weten te komen hoe oud zoo'n gebruik
al is, daar het ons het dagelijksche leven
van ons volk in vroegere tijden leert be
grijpen en een inzicht geeft in de pluim
veehouderij van dien tijd.
Nu over de proeven inzake de bein-
vloeding van den leg bij kippen. Zooals
we weten worden de dooiers in den eier
stok gevormd en zoodra ze groot genoeg
zijn komen ze in den eileider, waar ze
met eiwit, eivliezen en kalkschaal om
geven worden, allemaal bijzaken eigen
lijk, want het gaat tenslotte om de kiem
die op den dooier drijft. Deze wordt door
eiwit en eierschaal beschut als zij in de
buitenwereld komt en vindt bovendien
in het eiwit geruimen tijd voedsel.
Nu is de vraag maar: hoeveel eieren
kan een kip leggen en hoeveel legt zij
er? Daarbij moeten we uitgaan van de
veronderstelling dat wij de kip dusdanig
voeren dat zij ook werkelijk eieren kan
leggen. Als het dier niet genoeg te eten
en. te drinken krijgt zal natuurlijk de
e'leg van zelf beinvloed worden en ten
slotte ophouden.
Maar maken we nu een goed gevoede
kip open dan zien wij dat de eierstok,
net een kleine druiventros, vol zit met
allemaal kleine dooiertjes, sommige
niet grooter dan een speldekr.op. Zoo'n
eierstok wordt geschat wel duizend
kiempjes te bevatten en als dus alles
vlot ging, zou zoo'n kip ook wel een
duizend eieren kunnen leggen. In de
praktijk zien we daar echter niet veel
van en zijn er nog niet zoo heel veel kip
pen die bijvoorbeeld in een leven van
drie jaren 500 eieren leggen. Alhoewel
dus de dieren alle dooiertjes genoeg in
haar eierstokken hebben legt de eene
kip veel en dt andere weinig. Er moeten
dus nog andere factoren in het spel zijn
dan anatomische aanleg en voedering
alleen.
Om daaromtrent meer inzicht te krij
gen werden aan de Universiteit te Eden-
burgh in Schotland proeven genomen
door Dr. Greenwood en Mej. Janet Blyth.
Bij jonge henkuikens van ongeveer
13 tot 37 dagen oud werden door een
handige operatie vlak voor de nieren de
klieren ingeplant van jonge haantjes
van denzelfden leeftijd. Men staat vaak
verbaasd hoever de operatie technisch
gevorderd is, om zulke moeilijke opera
ties op zulke kleine beestjes met succes
te volbrengen.
Nu liet men deze kuikentjes rustig op
groeien, naast andere kauikentjes van
dezelfde ouders, die niet geopereerd
waren. Op deze manier kan men precies
de verschillen constateeren die ontstaan
zouden. Zoodra nu de controle kuikens
legrijp waren geworden en aan den leg
gingen, kon men de geopereerde kuikens
gaan vergelijken met deze. Wat bleek
nu?
1. Er waren waarbij de operatie niets
veranderd had en die da ook aan den
leg gingen.
2. Er waren er waarbij, de leg belang
rijk vertraagd werd en veel later begon
nen dan bij normale kuikens. Een der
geopereerde kuikens ging pas op den
leeftijd van 94 weken leggen, dus toen
het dier bijna twee jaar oud was.
3. Er waren kuikens die heelemaal
niet aan den leg gingen! Hieruit blijkt
dus al dat bij normale eierstokken door
deze operatie heel vaak de geheele eier-
leg onderdrukt wordt. Verder bleek ech
ter dat bij de geopereerde hennen die
wel legden zeer veel gevallen van leg-
nood voorkwamen, zoodat de eieren
vaak operatief verwijderd moesten
worcten. De eieren van deze kippen wa
ren abnormaal van vorm, n.1. lang ge
strekt, als het ware rolvormig. Toen
men de oorzaak naging bleek dat de
beenderen van het bekken van de hen
nen niet veerkrachtig en soepel waren
zooals bij normale hennen, maar hard
en stijf. De bekkeningang en uitgang
was, als men deze uitdrukking bij vogels
zou kunnen gebruiken, sterk vernauwd
en niet uitzetbaar. Verder was de eilei
der veel nauwer dan van normale kip
pen. Het legapparaat was dus geheel
abnormaal gevormd. Dat de eene kip
nog wel legde en de andere niet moet
waarschijnlijk worden toegeschreven
aan het feit, dat in het eene geval de
operatie beter gelukt was dan in het
andere en dat dus in het eene geval de
mannelijke klieren beter tot ontwikke
ling waren gekomen.
Uit deze proeven blijkt dus dat er be
halve de normale eierstok en goed voer
nog andere stoffen in het bloed circulee-
ren, die óf een goede leg veroorzaken
óf zelfs den leg kunnen tegen houden.
Maar aan den anderen kant bleek ook
weer bij proeven te Edenburgh, dat een
normale leg ook kan plaats hebben bij
een gedeeltelijk weggenomen eierstok.
Men nam daartoe bij de kuikens een
deel van de eierstok weg en zag nu dat
deze dieren later uitstekend legden. De
eierstok bij een normaal dier schijnt
dan ook, als een deel weggenomen is,
genoeg prikkel uit het bloed te ontvan
gen om veel eieren te produceeren.
Maar het wordt nog veel eigenaardi
ger als we de proeven van andere onder
zoekers hierbij vermelden. Bij zoogdie
ren en vogels bevindt zich onder de her
senen een kleine klier, welke voor het
lichaam zeer noodige stoffen afscheidt
en zoodra deze klier ziek is ontstaan
allerlei ziekten van het lichaam. Wel
nu, Smith en Engel opereerden zoogdie
ren en brachten bij deze dieren de ge
noemde hersenklieren in. Zij zagen dat
deze dieren veel vroeger geslachtsrijp
werden dan niet geopereerde en dat de
eierstokken abnormaal veel dooiers pro
duceerden. Nu is de vorming van een
kleine eicel in den eierstok van een
zoogdier veel gemakkelijker dan van
een, in verhouding tot het lichaam
reusachtig grooter dooier bij een kip,
maa: eigenaardig is het toch wel dat
hier de werking van den eierstok gewel
dig opgewekt blijkt te worden door de
werking van de hersenklier.
Wat zou er nu uit deze proeven voor
onze praktijk te halen zijn? Dat er dus
stoffen zijn die in een bijna onaantoon
bare dosis in het bloed gebracht, den
eierstok tot sterke werking opwekken en
dat.... als het mogelijk was dergelijke
stoffen met de voeding in te geven, men
dus van elke kip als het ware bij goede
voeding een massa eieren kan verwach
ten. Mogelijk een droombeeld? Maar
dan moeten we bedenken dat vele
droomen van gisteren in het heden tot
werkelijkheid zijn geworden!
Dr. TE HENNEPE.
Het twintigste postvliegtuig, de P.H.-A.F.
R. is Zaterdag te 4.40 uur uit Gaza vertrok
ken en te 10.50 uur te Bagdad aangekomen,
om 12.30 uur vandaar vertrokken en te 17
uur te Bushir geland.
Zondag vertrok het vliegtuig te 5.20 uur
uit'Bushir en landde om 10.40 uur te Djask
Om 11.35 werd vertrokken uit Djsak, waar
na het vliegtuig om 19 uur te Karachi aan
kwam.
Alles was wel aan boord. Vandaag wordt
de reis voortgezet.
Het retcurvliegtuig.
De P. H. A. F. O. is Zondagmorgen om
5 uur 20 uit Bangkok vertrokken, te 9.38 te
Rangoon geland, vandaar weer vertrokken is
om 10 uur 15 en om 16 uur 8 te Calcutta is
gearriveerd. Alles is wel aan boord. Heden
wordt de reis voortgezet.
Bij een vliegdemonstratie te Cambridge is
op een hoogte van 70 meter een der vleugels
van een machine afgeknapt. Het toestel stort
te neer en werd verpletterd. De piloot is aan
de bekomen verwondingen overleden. Bij een
proefvlucht is voorts een watervliegtuig na
bij Felixtown neergestort. Beide inzittende
vliegerofficieren wisten zich op 1000 meter
hoogte met behulp van parachutes in veilig
heid te stellen. De machine zelf boorde zich
diep in de aarde.
Het bij Saarbrücken neergestorte vliegtuig,
bij welk ongeluk vier menschenlevens te be
treuren zijn, was een verkeersvliegtuig van
de lijn SaarbrückenKeulen, en wel een
Dornier-Merkur D. 1455. Kort na den start
van Saarbrücken, schijnt de motor defect te
zijn geraakt, waardoor het dalen bemoeilijkt
werd en de machine tegen den grond botste
en in brand vloog.
Omtrent het ernstig vliegtuigongeval, dat
Zaterdag te Saarbrücken heeft plaats ge
had, wordt nog gemeld, dat even voor het
neerstorten een reeks ontploffingen zouden
zijn gehoord.
Tragisch is ook het lot van den piloot
Weichard, die gedurende den wereldoorlog
als vlieger heeft dienst gedaan en thans door
een ongeluk den dood moest vinden. Een dei-
passagiers, Weigel geheeten, was door zijn
vader per auto naar het vliegveld gebracht
en deze zag de machine voor zijn oogen
neerstorten.
CREMATIE H. HINDRIKS.
Zeer velen waren Zaterdagmiddag in het
crematorium te Velsen vereenigd om de laat
ste eer te bewijzen aan den sportvlieger H.
Hindriks, die de vorige week op het vlieg
veld Eelde is om het leven gekomen. Er wa
ren o.a. de burgemeester van Eelde, de heer
Legro, vertegenwoordigers van de K.L.M.,
van de Nat. Luchtvaartschool, van de Rot-
terdamsche Aero-Club, van de Noord-Neder-
landsche Motorclub, een deputatie van het
vliegveld Eelde, mr. J. Linthorst Homan na
mens de commissie voor motorrennen in
Veendam en Drente, de heer Pander, voor
de Panderfabriek, dr. ir. Van der Maas na
mens den Rijksstudiedienst voor de lucht
vaart, baron Snouckaert van Schauburg
voor de luchtvaartafdeeling van de A.P.C,
verscheidene vliegers en vertegenwoordigers
van den Bond van Steendrukkerijen.
De burgemeester van Eelde, de heer Le
gro voerde het eerst het woord en gewaagde
van de groote ontsteltenis, die dit vliegonge-
lijk, waarvan Hindriks het slachtoffer werd,
in zijn gemeente heeft gewekt.
De heer Van Tijen voerde het woord na-
mens de Rotterd. Aero-club. Spr.
van de groote vriendschap, die voor Hindriks
gevoeld werd.
De heer M. A. Jacobson, voorzitter van
den Bond van Steendrukkerijen, herdacht
den overledene als een bekwaam en rusteloos
werkend vakgenoot.
Namens de K.L.M. en het personeel sprak
de heer Van der Pauw een hartelijk woord
van afscheid; waarna mr. Linthorst Homan
den overledene herdacht als leidend sport
man in Groningen en Drente en als goed
vriend.
Als vriend voerde de heer Veenman nog
het woord; de heer Wildevuur sprak namens
de sociëteit „Het Noorden", de heer Robertus
namens de Groningsche Vrijwillige Verkeers-
brigade, de heer Valkenburg namens het per*
soneel der drukkerij.
Een broeder van den overledene dankte.
Twee dooden
Zaterdagmiddag om 6 uur is het school-
vliegtuig van de Anhalter Verein für Luft-
fahrt „Boelcke" tengevolge van een vliegfout
van ongeveer 100 meter komen te vallen. Het
vliegtuig vloog in brand tengevolge van de
ontploffing der benzinetank De bestuurder
Niemann, een nog jonge vlieger, en zijn pas
sagier Bartels verbrandden.
ENGELSCH VLIEGTUIG
NEERGESTORT.
Boven Verneuil sur Avre stortte een En*
gelsch vliegtuig neer en vloog in brand. De
inzittenden, de piloot Harold Broek en de
passagier John Robertson, kwamen in de
vlammen om. Hun verkoolde lijken zijn naar
het hospitaal te Verneuil vervoerd.
DE HOOGE KALIPRIJZÈN.
Bezwaren van de drie centrale or-
ganisa/ies.
Het Kon. Ned. Landbouw Comité, de r. k.
Boeren- en Tuindersbond, en de chr. L. en T.-
bond hebben aan de directie van het Kali
syndicaat te Berlijn en te Mulhouse het vol
gende telegram verzonden:
„Ondergeteekenden, vormende de drie Cen
trale Landbouw Organisaties in Nederland,
brengen te Uwer kennis, dat de vanwege de
Kalimaaischappij gepubliceerde prijzen der
Kalizouten in geen enkel opzicht rekening
houden met de ernstige omstandigheden,
waarin onze landbouwers verkeeren. In ver
band met de daardoor ontstane algemeene on
tevredenheid dringen zij aan op herziening
dei door de Kalimaatschappij vastgestelde
prijzen".
De Waterkampioen.
Dit weekblad trekt altijd allereerst de aan
dacht door zijn fraaie foto's. Maar ook de
artikelen, waarvan wij noemen: Het jollen-
kampioenschap en het slot van de Hollandia-
wedstrijd, zijn als steeds zeer interessant.
Verder de gewone rubrieken.
,JDe Wandelaar".
Zooeven verscheen bij den uitgever A. G.
Schoonderbeek te Laren de Juni-af levering
van „De Wandelaar"maandblad, gewijd
aan natuurstudie, natuurbescherming, heem
schut, geologie, folklore, buitenleven en toe
risme.
Jan P. Strijbos beschrijft het leven der
steeds zeldzamer wordende grielen, terwijl
de redacteur, Rinke Tolman, de aandacht
vraagt voor het beroemde keverboek Coleop-
tera Neerlandica. Gerlof Kalma deelt verdere
bijzonderheden mede omtrent de slangensoor
ten, die in Nederland voorkomen en C. A.
van der Gen, zelf een bekwaam fotograaf, zet
uiteen welke wonderen kunnen worden ver
richt met camera's van klein formaat. Een
volkszangdag gaf Gabriël Smit een schetsje
in de pen, terwijl Herman J. Langman geest
driftig gewaagt van een wandeling langs
den Dommel. De bloeiende linden hadden
de aandacht van J. H. Brinkgreve-Entrop,
de grillig gevormde jeneverbessen die van
Gerh. Krekelberg; beiden schetsen welke
plaats de genoemde boomen in het volksleven
innemen. Tenslotte leidt F. A. Brunklausons
naar het Limburgsche mijngebied en wel
speciaal naar de streek van Brunssum.
In de uitvoerige rubriek Van en voor de le
zers (natuurhistorisch allerlei) worden tien
tallen onderwerpen aangeroerd. Talrijke
schitterende foto's illustreeren als steeds den
afwisselenden tekst.
Het Kind uitgave Ploegsma te Zeist
brengt een gedicht van Frederik van Eeden
„Toen ons kindje glimlachte". De redactie
schrijft over de Duitsche Versuchschüler en
E. CouvéeBogaerts bespreekt het zwemmen
in het belang van de veiligheid en vervolgens
komt de brievenroman weer in behandeling.
Mevr. S. G. PrinsWillekes Macdonald
geeft nog een kort antwoord op enkele vragen
waarbij de redactie een slotwoord publiceert.
Van de andere bijdragen noemen wij die over
den moederdag van mevr. R. M. Ligthart
Lion Cachet en van mevr. A. E. E. Vecht
manVeth over vegetarisme.
-
Vuilnisman„Neem me niet kwalijk mevrouw, maar
O heeft geloof ik het nummer van „Liefdesdraden" van
deze week niet weggegooid. Mijn vrouw leest alle ver-
yolgen ziet h.*/ UPasslng £8mwJL