AlkmaarscSie Courant.
Radionieuws
Jeuiêieton
DE BLAUWE DIAMANTEN VAN
MIJNHEER MERCHISON.
Siad en Omgeving
Oe a.s. Gemeenteraads-Verkiezingen.
Honderd drie en dertigste Jaargang.
l>iiisda$ 10 Juni.
Dat dient u uit te maken, zeide dr, Ec-
No. 139 1931
Woensdag 17 Juni.
Hilversum, 298 M. (Uitsluitend V.A.R.A.)
6 457.en 7.307.45 Gymnastiek o. 1. v.
G. Kleerekoper. 8.Gramofoonpl. 9.30 Or
gelspel door Joh. Jong. 10.— Morgenwij
ding (V.P.R.O.) 10.15 Onze Keuken door
P. J. Kers. 11.Gramofoonpl. 11.05 Mevr.
J J- Jager—van Sluisdam; „Is opvoeding
tot de gezinstaak voor het meisje noodzake
lijk". 11.3512.Gramofoonpl. 12.Con
cert door het V.A.R.A.-septet onder leiding
van Is. Eyl en gramofoonplaten. 2.15 Gra
mofoonpl. 2.25 vrouwenuurtje. U5 Gramo
foonplaten. 3.20 K. de Boer: „De coöpera
tieve Theepot". 3.35 Maak het zelf door C
SchaakeVerkozen. 4.25 Gramofoonplaten.
4.30 Voor de kinderen. 6.Ondrewijsfonas
voor de Binnenvaart. 6.30 Gramofoonpl.
6.35 Dr. M. de Hartogh: „Doel en Wezen
der Stichting Ta. Vo. Na. en mondverzor-
ging in het algemeen". 6.55 Gramofoonpl.
7.M. J. Brusse: „Mijn leven onder de
menschen". 7.30 Liederenrecital door Berthe
Seroen. Vleugel: Phons Dusch. 8.— Concert
door het V.A.R.A.-Strijkoikest onder leiding
van Hugo de Groot. 8.30 Een en ander uit de
V.A.R.A. door A. de Vries. 8.40 Joodsch uur
tje. 9.40 „Altijd in de contramine", blijspel
in één bedrijf door Ch. R. Dufresny. Door het
Groot Volkstooneel. 10.15 Vervolg concert
V.A.R.A.-orkest o. 1. v. Hugo de Groot. 11
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend N.C.R.V.)
8.Schriftlezing 8.15—9.30 Gramofoonpl.
10.30 Ziekendienst. 11.— Harmoniumspel
M. F. Jurjaanz. Zang: mej. A. Geest, so
praan. 12.Politieberichten. 12.15 Gramo
foonplaten. 12.30 Concert. Mevr. C. van
Ravenswaay—Möllenkamp, zang. H. Her-
rnann, viool. H. v d. Horst Jr„ cello. Mevr.
R. A. v. d. Horst—Bleekrode, piano. 2
Gramofoonplaten. 2.30 Lezen van Chr. Lec
tuur door Mej. Wentink. 3.4.30 Concert.
Utr. Fluitkwartet. (P. v. d. Hurk, W. Cle-
mens, Joh. Koppert en H. v. Dapperen) m.
m. v. J. Monissen, piano. 4.30—4.45 Gramo
foonpl. 5.6.Kinderuurtje. 6.6.45 H.
Pilon„Vijanden van appel en peer". 6.45—
7.Causerie door A. Broen. 7.7.30 Brig.
BerthaSmith: „Japansche herinneringen".
7 30 Politieber. 7.45 Gramofoonpl. 8.9.
Concert. Amst. A capellea koor „Bel canto"
o. 1. v. A- Vranken. M. m. v. J. Zwart, orgel.
9.Mr. P Borst: Iets over beruchte proces
sen en beroemde advocaten". 9.30—10.30
Vervolg concert. 10.Vaz Dias. 10 30
11.30 Gramofoonplaten.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05—11.20 Lezing. 12.20 Gramofoonpl.
1.05 Orgelconcert. 1.50 Orkestconcert. 2.50
Schoollezing. 3.15 Pauze. 3.20 Lezing. 3.50
Concert. Bournemouth symphonie-orkest.
5.05 Concertorgelbespeling. 5.35 Kinderuur
tje. 6.20 Dansmuziek. 6.35 Nieuwsber. en
weerbericht. 7.Liederen van Brahms. 7.20
Lezing. 7.45 Lezing. 9.05 „Across the
Moon". Hoorspel. 9.25 Berichten. 9 40 Be
richten. 10.Orkestconcert. 11.12 20
Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra
mofoonpl. 1.50 Gramofoonpl. 6.20 Gramo
foonplaten. 9.05 Concert Pianomuziek. 9.50
Vervolg pianoconcert.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Con
cert. 3.50—5.50 Orkestconcert en soliste.
6.106.40 Gramofoonpl. 8.209.30 Orkest
concert 10.-10.20 Vioolsoli. 10.3511.20
Orkestconcert. 11.20—12.50 Dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 7.25—8.20 Gramo
foonpl. 11.—11.20 Gramofoonpl. 11.40
12.20 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonplaten
1.25—2.50 Orkestconcert. 5.20—6.20 Or
kestconcert en solist. 8.20 „Die Vogel", li-
risch-fantastisch spel. 11.2012.20 Dans
muziek.
Brussel, 508.5 M. en 338.2 M. 508.5 M.:
5.20 Gramofoonpl. 6.— Gramofoonpl. 6.50
Gramofoonplaten. 8.20 Kamermuziek 9.20
Vervolg kamermuziek. 9.35 „L'Ecole des
femmes", comedie in 5 akten van Molière.
338.2 M.: 5.20 Dansmuziek. Solisten. 6.20
Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonpl. 8.20
Militaire muziek. 9.05 „Compassion!", hm
moristische schets van H. van t Sas^ 9.20
Voortzetting militair concert. 9.50 Gramo
foonplaten.
Zeesen, 1635 M. Ca. 7.7.50
foonplaten. 9.20—12.20 Lezingen.
1.15 Gramofoonplaten. 1.15—2.20
Gramo-
12.20—
Berich-
Geautoriseerde vertalixg uit het Engelsch
van J. S. FLETCHER door Jhr,
C. A. L. v. d. W.
Bij Reiver's Den, onderbrak Musgrave,
aan de voet van de rotsen.
Zijn lijk is hierheen gebracht, vervolg
de Webster. Zijn gezicht is niet te herkennen,
wel zijn kleeren.
Ik kleedde mij haastig aan en ging met
hen naar het bijgebouw, waar een politie
agent en een jachtopziener het lijk hadden
neergelegd. Ik zal geen nadere bijzonder
heden mededeelen; ik hoorde echter, dat er
hermelijnen en wezels en dergelijk ongedierte
bij honderden in deze streek waren. Ik her
kende Mazaroff's kleeren en zag ook de moe
dervlek waarover hij gesproken had.
Aan den voet van de rotsen van Rei
ver's Den, tusschen varenstruiken, fluisterde
de agent.
Wij kwamen op de gedachte daar eens te
gaan kijken en vonden hem.
Het nieuws had zich reeds verspreid en
Manners, die mij ondervraagd had, kwam
haastig aanloopen. Alle zakken waren leeg,
horloge, ketting, ringen, zakdoekje, alles was
verdwenen. Hij keek mij' veelbeteekenend en
triomfantelijk aan. i
Wat heb ik u gezegd, kapitein? Zei ik
niet, dat het een roofdmoord was?. Had ik
ten. 2.20—2.50 Gramofoonplaten. 2.50
4.50 Lezingen. 4.50—5.50 Concert. 5.50—
8.05 Lezingen. 8.05 Dansmuziek. 8.55 Voet
balwedstrijd Zweden—Duitschland 9.20 Be
richten en lezing. 10.35 Orkestconcert.
Een vergadering van den Chtist.-Hist. Unie.
Gisteravond hield de chr. hist. Unie een
verkiezingsvergadering in het gebouw
„Waakt en Bidt". De vergadering was matig
bezocht. Voorzitter was de beer C. E 1 1 e s,
die, na de opening op de gebruikelijke wijze,
een kort woord van welkom sprak. Het mooie
weer in aanmerking genomen, viel hem het
bezoek niet tegen, al zou hij natuurlijk liever
gezien hebben dat de zaal te klein was ge
weest. Sprekende over de verkiezingslectuur,
zei de heer Elles, dat het verkiezingsblad der
chr.-hist. ook door tegenstanders geroemd
was als zakelijk. Het is dan ook alleen het
algemeen belang dat wij willen dienen, zei
spr., en wij bedenken wel, dat wij niet al te
veel op 't roomsch-roode verbond mogen af
geven, want dan zou men ons nog wel eens
kunnen tegenwerpen, dat wij toch indertijd
hebben meegedaan aan het oude elftal. Spr.
uitte den wensch, dat de naam van den heer
P. Schipper op de candidatenlijst zoovele
kiezers zal trekken, dat er straks drie chr.
hist. raadsleden komen.
De heer Vogelaar
kreeg hierna het woord. Hij onderwierp spe
ciaal de verkiezingslectuur aan critiek en con
stateerde, dat zij niet al te bescheiden is. Het
gaat eigenlijk alleen over hetgeen de candi-
daten van een bepaalde partij deden of zul
len doen en waarbij dan de daden en be
weegredenen van anderen vaak worden afge
keurd en gehekeld.
In „Stemt Rood" no. 1 wordt beweerd, dat
met de chr. hist. niet is samen te werken, om
dat zij te conservatief zijn. Daartegenover
zegt de Vrijheidsbond, dat wij een koersver
andering hebben genomen en te democratisch
worden. Spr. zou den middenweg willen ne
men en zeggen: wij zijn juist democratisch
genoeg.
Wat is democratie? Meestal wordt daar
onder verstaan het behartigen op een be
paalde wijze van de belangen van een be
paalde groep.
In dien zin zijn de chr. hist niet democra
tisch, want zij willen de belangen van alle
klassen en groepen dienen.
Dit onderscheidt de chr. hist. sterk van de
soc. dem., die speciaal één klasse dienen.
Men gaat echter ook daar wel eens een an
deren kant op. Spr. zou zich wel wachten om
te beweren, dat de socialisten bewust andere
klassen verwaarloozen. Hij wilde aannemen,
dat zij uitgaan van het tweede gebod: Gij
zult uw naaste liefhebben als u zelf Maar,
zei spr., elke leer, die uitsluitend daarop is
gebaseerd, is gedoemd tot ondergang, omdat
men vergeet het eerste gebod, dat ons aanlei
ding is om den godsdienst ook in de regee
ring tot uiting te brengen.
De socialisten verwijzen den godsdienst
naar de binnenkamer.
Alle productie in handen van den staat, is
het doel der socialisten en daarin alleen zien
zij den grond van een huns inziens goeden
staatsvorm. Waar dit toe leidt, leert Rus
land, waar van den vrijen arbeid niets te
recht komt. Alles zal dan moeten worden ge
reglementeerd. De socialisten zeggen, dat
zij niet het voorbeeld van Rusland willen
volgen, maar voor spr. stond het vast, dat
zij niet anders zullen kunnen.
Op het financieele vraagstuk komende, stel
de spr. vast, dat wethouder Westerhof tot de
conclusie is gekomen, dat men een gulden
slechts éénmaal kan uitgeven. De vraag is
echter hoeveel guldens wij dan slechts één
keer uitgeven. Vast staat, dat voor de soc.
dem. de grens van de financieele mogelijk
heid anders is dan voor ons. De wethouder
zei nu wel in den gemeenteraad bij de be
spreking van vraagstukken, die financieele
gevolgen hebben: „wij kunnen het wel be
kostigen, de belastingen zullen niet behoeven
te worden verhoogd", maar dan is toch deze
goede financieele positie te danken aan de
voorzichtige financieele politiek van den vo-
rigen wethouder van financiën, gesteund
door het toenmalige elftal. Immers het te
genwoordige college is nog te kort aan het
bewind, om die nu reeds aan eigen optreden
te kunnen danken. En bovendien hebben de
heeren de begrooting van de afgetredenen
bijna ongewijzigd overgenomen.
De chr. hist. zijn geen tegenstanders van
het openbaar onderwijs. Men wil het wel eens
anders zeggen, en haalt dan aan, dat wij
vóór het bouwen van een nieuwe r.-k. school
geen gelijk? Dat was zoo klaar als een
klontje.
Ik antwoordde niet. Ik dacht aan andere
dingen. Hoe hij ook aan zijn einde mocht zijn
gekomen, zijn dood was thans een feit. En
nu was ik, voor zoover mij bekend, de eenige
ter wereld, die zijn geheim kende, een geheim,
dat ik zeker moest gaan mededeelen op Mar-
rasdale Tower.
HOOFDSTUK VI.
Mr. Crole van Bedford Bow.
Manners wist alles uitstekend te regelen.
Hetgeen wij moeten doen, kapitein, is
dit. Hij moet hier afgelegd worden; in deze
wildernis is geen lijkenhuis. Dan zal ik den
Coroner*) waarschuwen. Hij zal hier waar
schijnlijk morgen een vooiloopig onderzoek
komen instellen. Veel zal er niet gebeuren,
alleen een voorloopig onderzoek en het vast
stellen van zijn indentiteit, zoodat hij begra
ven kan worden. Het volledig onderzoek zal
later plaats hebben. En dan gaan wij zoeken
naar den moordenaar.
Gelooft u nog altijd aan moord? vroeg
ik. Hij kan van de rotsen gevallen zijn.
Waar is dan zijn geld gebleven en alles
wat hij in zijn zakken had? Neen, kapitein, ik
blijf bij hetgeen ik heb gezegd eerst moord,
daarna berooving. Hij is vermoord, bestolen
en daarna van de toppen van Reiver's Der.
naar beneden gegooid.
De moordenaar kan gepakt worden als
Iemand van de rechterlijke macht, die
het eerste onderzoek instelt bij het vinden van
een lijk, als vermoed wordt dat er van een on-
natuurlijkcn dood sprake kan zijn, P
stemden er tegen een nieuwe openbare Men
vergeet daarbij dan echter te zeggen, dat op
grond van de wet de r.-k. recht konden doen
gelden op een nieuwe school, zoodat zij bij
verwerping ervan bij een beroep op Gedep.
Staten toch de school zouden krijgen. Anders
stond het met de aanvrage om een openbare
school. De inspecteur zelf was er voor om
nog te wachten, opdat men de ontwikkeling
van het openbaar onderwijs in deze gemeente
kon gadeslaan. Het kon wel eens zijn, dat
hier over een paar jaar een school te veel is
Onder die omstandigheden waren wij vóór
uitstel.
Het instellen van Maatschappelijk Hulp
betoon had niet sprekers bewondering. Hij
wilde niet zeggen, dat hij er tegen was uit
principe, want met dat woord wilde hij voor
zichtig zijn. Hij verwees hierbij naar andere
gemeenten, waar de chr. hist. wel waren vóór
het Maatschappelijk Hulpbetoon, en naar de
vele sociale wetten, die toch ook voor een
groot deel door een chr. regeering zijn inge
voerd, al waren ook niet allen daarvóór. De
bewering, dat het Maatschappelijk Hulpbe
toon veel duurder zal komen, moet nog be
waarheid worden, «want dit zal liggen aan
de mannen, die deze week als raadsleden
worden gekozen. In elk geval staat vast, dat
het oude Armbestuur gereorganiseerd moest
worden.
De tribune op het Sportpark kwam hierna
ter sprake. Als wij hadden geweten, wat wij
er nu van weten, hadden wij daar niet vóör
gestemd, zei spr. Het stond zóó, dat er iets
gebeuren moest, en daarom werd advies in
gewonnen bij een bij uitstek deskundige en
die zeide, dat de meerdere uitgave op het
onderhoud kon worden bespaard.
De 814 procent voor pensioen van de amb
tenaren en weduwen, door den raad terugge
bracht tot 5 pCt.. is wel eens uitgelegd als
een daad van verkiezingsvrees. Spr legde
evenwel uit, dat 't heffen van 834 pCt. was
ingevoerd op grond van den financieelen toe
stand der gemeente en nu dit argument nier
meer in die mate mag gelden, hadden de chr.
hist. het wenschelijk geacht de pensioenpre
mie te verlagen.
De eisch van eenheid onder de chr. partij
en met daaraan vastgeknoopt het stemmen
van de a.-r., werd door spr. afgewezen. Hij
wilde graag eenheid, maar dan moet niet als
eerste eisch worden gesteld, dat de chr. hist
nu allen a.-r. moeten worden. Spr. hoonte dat
die hun zetel zullen houden, maar tevens,
dat de chr. hist. beslag blijven leggen op hun
twee afgevaardigden, zoo mogelijk nog op
een derden vertegenwoordiger.
De heer Ringers
begon met er op te wijzen, dat alle gemeente
gebouwen volgeplakt zitten met verkiezings
propaganda. Dat is een gevolg van de goed-
geefschhGd van het tegenwoordige college
van B. en W., dat zei „Plak maar raak, wij
zullen het wel weer laten schoon maken".
Het vorige college was zuiniger geweest en
had als eisch gesteld, dat de plakkende par
tijen zelf den boel weer schoon maakten.
Het is niet de gewoonte der chr.-hist. om
te vertellen wat zij zooal deden in den raad.
Dat deed en doet wel de s. d'. a p., die in
„Stemt rood" o.a. zei, dat door den sterken
drang van de soc.-dem. de woningbouw op
den voorgrond trad. Dat is een halve waar
heid, zei spr., want reeds 15 jaar vóór de
soc. er mee begonnen, bestond al de ver-
eeniging „Volkshuisvesting". Zoo zijn er
meer halve waarheden gedebiteerd door de
socialisten. In den korten tijd dat zij in
het college zitten, hadden zij niet alles kun
nen voorbereiden; daaruit blijkt wel, dat het
reeds eerder was ter sprake gebracht en in
orde gebracht.
Spr. wees o.m. op de voorbereiding van het
bouwen van woningen voor groote gezin
nen.
Spr. maakte er de soc. d^n. een grief van,
dat zij hebben afgewezen deB bouw van der
tig kleine woningen door Volkshuisvesting,
waarmee deze vereeniging tegemoet zou
komen aan den wensch van hen, die een
goede, maar toch goedkoope woning willen
Zij zouden bestemd worden voor woningen
voor menschen, die thans circa 2 per week
betalen, en dus zouden de nieuwe huizen
toch ook reeds veel hoogere huur voor hen
beteekenen.
Het college van B. en W. wil nog grootere
opoffering voor die menschen, en die zullen
deze niet kunnen betalen.
Door aan den wensch naar betere wonin
gen op bescheiden schaal tegemoet te komen,
waardoor krotten zouden kunnen worden
ontruimd, wil Volkshuisvesting dus wel op
voedend werken, maar het huidige college
belet dit.
Een antwoord op de vraag van Volkshuis
vesting om grond aan den Bergerweg voor
hij probeert om te verkoopen wat hij heeft
gestolen. Zulke kostbare dingen
Juist, kapitein, daarom verzoek ik u eert
lijst van hetgeen hij bij zich had. Schrijf alles
zoo nauwkeurig mogelijk op, kapitein.
Alvorens hieraan te kunnen beginnen kwam
dr. Eccleshare de herberg binnen. Hij' had
gehoord, dat Mazaroff was gevonden en
kwam van High Cap Lodge om zijn diensten
als geneesheer aan te bieden. Even later
kwam de plaatselijke geneesheer, voor het
zelfde doel. Zij gingen samen den doode on
derzoeken. Na eenigen tijd kwam dr. Eccles
hare alleen terug.
Mijnheer, zeide hij, uw vriend is dood
geschoten.
Manners en ik uitten een kreet van verba
zing.
Doodgeschoten, dokter? zeide de ser
geant. Ik heb heelemaal niets gezien van
Misschien niet, viel dr. Eccleshare kalm
in de rede, u heeft alleen vermeld, dat zijn
gezicht was aangevreten door dieren en u is
er niet toe gekomen om zijn achterhoofd te
onderzoeken. Hij werd van achteren door zijn
hoofd geschoten en met een gewoon gan-
zeroer. Kijk eens!
Hij toonde ons eenige kleine kogeltjes.
Zijn hoofd was doorzeefd! zeide hij be-
teekenisvol. Dat is hagel no. 12.
Manners stond beteuterd te kijken bij het
hooren van deze mededeeling. Dit deed zijn
theorie in duigen vallen, want het was niet
waarschijnlijk, dat de veedrijvers, die hij ver
dacht, een geweer zouden bezitten.
Nu heeren, als dat zoo is, dan is het
zoo, mompelde hij. Maar wie gaat er nu in
donker met een geweer uit?
een ander type woningen is nog niet ge
komen. Maar wel is geantwoord op een
verzoek om steun voor den bouw van 52
woningen door Rochdale. Zoo langzamerhand
beginnen de woningen dier vereeniging te
gelijken op middenstandswoningen, maar
daaraan is geen behoefte, want het parti
culier initiatief voorziet nog wel voldoende
in die soort woningen.
Een halve waarheid is ook wat geschreven
werd in „Stemt rood" no. 3 ten aanzien van
de werkverschaffing. Het gaat er maar om,
of men de behoefte aan werkverschaffing er
bij in overweging neemt. Spr toonde aan de
hand van vele cijfers zan, dat de voorstelling
in bedoeld siuk sterk geflatteerd is. Verzwegen
is b.v. wat gedaan is ten aanzien van werk
verruiming aan de Van Houtenkade en de
Juliana van Stolberglaan, en daarom noemde
spr. dergelijke scheeve voorstelling geen eer
lijke politiek.
Spr. herinnerde aan het doel om te pogen
de subsidie van het rijk te krijgen en hij zeide,
dat er f '7400 is verloren gegaan (het
een vierde deel gaat hier nog af als gevolg
van 1214 pCt. subsidie van de provincie).
Ware dit bedrag verkregen, dan zou er méér
aan werkverschaffing hebben kunnen ge
schieden dan nu is gebeurd.
Herinnerend aan' de hooge prijzen, door de
gemeente betaald voor de perceelen aan den
Bergerweg, zei de heer Ringers, dat hij daar
tegen was geweest (in den raad was hij toen
afwezig, maar te voren had hij zijn meening
gegeven). De oppositie was er tegen, zei hij,
maar dat geeft niets, als het gaat om voor
stellen, waarop de heeren van het elftal van
thans elkaar gevonden hebben.
Afkeurend liet spr. zich uit over het z.i.
onwaardig pogen van de a.r. om de stemmen
der chr. te krijgen, omdat daartoe verkeerde
middelen en voorstellingen waren gebruikt.
Spr. keurde het af, dat men van die zijde b.v
zei: „het geeft niets, dat de heer Vogelaar
voor de deur blijft staan, als onze candidaat
er maar komt met zoo mogelijk een tweede
erbij." Zoo moest men geen propaganda voe
ren voor een eveneens rechtsche partij, ciie
met de c. h. hetzelfde grondbeginsel heeft. Spr
uitte den wensch, dat de dag van Woensdag
de c. h. niet zal teleurstellen.
De heer O C. Dun
herinnerde in zijn slotwoord er aan, dat wij
thans staan aan den avond vóór den slag.
Het is tevens een wapenschouw, omdat het
goed is te weten op hoeveel stemmen we
mogen rekenen.
Er zullen twee raadsleden méér moeren
komen en dan wil elke partij graag daarvan
één afvaardigen. Daardoor zit er meer span
ning in de verkiezing dan anders wel is waar
genomen.
Het raadslidmaatschap is geen sinecure en
jammer genoeg gaat allerwege het peil van
de gemeenteraden achteruit met als gevolg,
dat niet altijd die personen, die men daar
graag zou zien, zich beschikbaar stellen. Spr.
beschouwde het daarom als een opoffering,
als de heeren Ringers en Vogelaar zich weer
verkiesbaar willen stellen. Hij stelde in het
licht, dat de kiezers hen vertrouwen en dat
dezen weten dat deze twee beseffen vertegen-
De revolutionnair-socialisten en de
a.s. raadsverkiezingen.
Voor de tweede keer in deze periode van
verkiezingsstrijd had de afd. Alkmaar der
Rev. Soc. een vergadering belegd in de Har
monie en al was de opkomst ook nu niet
overweldigend, de belangstelling was toch
vrij wat grooter dan de vorige keer.
De voorzitter, de heer v. d. Wal, heette de
aanwezigen welkom voor deze tweede bij
eenkomst en gaf al spoedig he: woord aan
den heer Sneevliet, voorzitter van het N.A.S.,
den spreker van dezen avond.
De heer Sneevliet merkte allereerst op, dat
de voorstelling van soc.-dem. zijde, als zou
den door het meedingen der rev. soc. naar een
raadszetel een aantal stemmen voor de ar
beidersklasse verloren gaan, onjuist is. Met
feiten kan volgens spr. worden aangetoond,
dat de afstand tusschen de burgerlijke par
tijen en de soc.-dem. kleiner is dan de afstand
tusschen de rev. soc. en de soc. dem. en het is
het goed recht van de rev. soc. om te trach
ten, de stem van den onverzoenlijken klassen
strijd in den Alkmaarschen Raad te laten
weerklinken.
Ongetwijfeld is de soc.-dem. beweging een
strijd geweest, om de grondslagen van het
kapitalisme te ondermijnen en dit stelsel van
uitbuiting en wanorde ten val te brengen.
In den loop der jaren hebben verschillende
grootere en kleine gebeurtenissen het karak
ter van de soc.-dem. geheel veranderd, zoc-
dat al spreekt de soc.-dem. nog steeds van
klassenstrijd in de practijk daarvan niets
blijkt. Integendeel is ze een stevig bolwerk
van de burgerlijke orde geworden, zoodat
de behartiging van de arbeidersbelangen niet
langer aan haar, maar aan de rev. soc. moet
worden toevertrouwd.
Spr. stond vervolgens uitvoerig stil bij de
regeeringsverandering in Spanje, waar het
oude regime van Alfonso plaats moest maken
voor een republikeinsche regeering. De illu
sies, toen door de arbeidersklasse gewekt,
zijn echter niet bewaarheid, en de tallooze
dreigende stakingen zijn daarvan o.m. een
bewijs. De blijde verwachtingen, geuit van
soc. dem. zijde, bleven uit en het eenige, wat
deze omwenteling leerde, was, dat door ver
kiezingen alleen nie: een goede maatschappij
kan komen, zooais men dat van Joc.-dem. zijde
we! eens verwacht.
Spr. vond het gezegde van Lenin, dat de
burgeroorlog de hoogste vorm van den klas
senstrijd is, nog steeds een waarheid, al ont
kende hij later in zijn betoog ook de waarde
van den parlementairen strijd niet.
Uitvoerig stond spr. stil bij de beginselen
der rev. soc. partij, die van meer belang zijn,
dan de specifieke Alkmaarsche belangen en
kwam tenslotte tot de conclusie, dat de
wereldoorlog helaas niets geleerd heeft, dat
het aantal wrijvingsoppervlakten na den
oorlog' steeds zijn toegenomen en dat de
wanorde eveneens steeds is gegroeid. Dat
de arbeider niets geleerd heeft, is de schuld1
van de soc.-dem., die de strijdbaarheid ver
nield heeft.
Spr. schetste verder in zijn betoog den toe
stand in Indië en in het Verre Oosten, terwjjl
hij verder wees op het werk der soc.-dem. in
Duitschland en dat der Labour-partij in En
geland, waaruit volgens spr. duidelijk bleek,
dat de theorie der soc.-dem. tot geen resul
taat leidt voor de arbeiders. Spr. zou willen
zeggen, dat de soc.-dem. als vechter in
woordigers te zijn van de partij die den naam 1 ,^en klassenstrijd heeft afgedaan. Ze breekt
van Christus vrvrt het zelfvertrouwen van de arbeiders. Op grond1
van vele voorbeelden zou spr. willen zeggen
van Christus voert.
Van den heer Ringers, die het vertrouwen
der kiezers onlangs nog ondervond, toen hij
gekozen werd als Statenlid, wiens naam her
innert aan het Duitsche „ringen", zal blijken
een worstelaar te blijven, een strijder voor
de christelijke beginselen.
De naam van den heer Vogelaar herinnerde
spr. aan een volière, en hij vertrouwde, dat
diens gefluit in de volière (zooals de raad
soms is) nog meermalen zal kunnen worden
gehoord en dat de menschen zullen erkennen
hij is een goede vogelaar.
Wijzende op hetgeen in Schoorl is gebeurd
met de verkiezingen, zei de heer Dun, dat er
gewicht moet worden gehecht aan elke
stem.
Zou het niet mogelijk zijn ook den derden
c. h. in den raad te brengen? Het zou een
edel driemanschap zijn, allen mannen van
oud-Hollandsche beginselen en met oud-
Hollandsche namen. De belangen van Alk
maar en van de chr. hist. unie zullen bij hen
in veilige handen zijn.
De heer Elles sprak aan het slot nog een
enkel woord. Na gemeenschappelijk gezang
,,'k Wil U, o God, mijn dank betalen" en
dankzegging, waarin de heer Dun voorging,
ging de vergadering uiteen.
cleshare Wij deelen u alleen de doodsoor
zaak mede. En daaraan valt niet te twijfelen
De twee doktoren gingen heen.
Dat is een vreemde geschiedenis, kapi
tein! zeide hij. Doodgeschoten! Daaraan heb
ik niet gedacht. En zooals ik al gezeg heb,
wie gaat in donker met een geweer op stap?
Het was nog niet donker, toen hij uit
ging, zeide ik. Het begon te schemeren.
In dat geval begon hij. Hij vol
tooide den zin riiet, doch bleef in nadenken
verzonken.
Er zijn heel wat menschen, die jachtver
gunning hebben. Maar nu iets anders
weet u waar zijn familie woont?
Mijnheer Mazaroff was juist uit Zuid-
Afrika teruggekomen en daarna zijn wij op
reis gegaan Hij was in vele jaren niet in En
geland geweest.
Vrienden dan, merkte hij op. Of een ad
vocaat af zaakwaarnemer? Een rijk man
heeft toch iemand, die zijn zaken waarneemt?
Ik zal zijn papieren eens doorkijken,
wellicht vind ik iets, antwoordde ik.
Hij vertrok en ik ging ontbijten. Ik had
echter wenig eetlust. Het geheim van Maza
roff drukte mij. Moest ik dat geheim bewaren
of moest ik het aan mevrouw Elphinstone
mededeelen? Het kwam mij voor, dat ik dat
rr.ocst doen, want als Mazaroff werkelijk
Merchison was, dan gingen zijn eigendom
men over op zijn vrouw en dochter. Toch
vond ik dat geen aangenomen taak. De oude
Elphinstone was mij sympathiek en het zoude
weinig fijngevoelig zijn om hem te gaan zeg
gen, dat de eerste echtgenoot van zijn vrouw
tot nog toe steeds geleefd had, en zoo voorts.
En dan Sheila, op wie ik dat kon ik niet
ontkennen verliefd was: ik vind het ver-
tot de arbeiders: laat U niet met illusies
voeren, doch maakt U op voor den strijd!
Immers, het tempo, waarin we leven, is sncT.
Men weet niet, of wat nu nog ver weg
schijnt te leggen, morgen niet bereikbaar is.
En met mooie optochten komt men er heusch
niet, terwijl de bourgeoisie geen respect
heeft voor den arbeider. We moeten orts
niets wijs laten maken. We mogen niet weer
loos staan tegenover de bezittende klasse, we
moeten strijden met alle middelen, die er zijn.
Een van die middelen is de parlementaire
strijd, al is die ook van secundair belang.
Deze strijd kan een politieke scholing zijn
van den arbeider en daarom is het van be
lang, dat de rev. ook parlementair optreedt
in den Alkmaarschen gemeenteraad. De mo
gelijkheid daartoe moet althans gemaakt
worden. Het is van beteekenis, dat ook in den
Alkmaarschep raad de rev. groeit en kleur
bekent. Alle arbeiders moeten in dezen tijd
van spanning letten op de onmacht en de
teleurstelling van de soc.-dem„ waarvan de
bewijzen in binnen- en buitenland getuigen
zijn.
De voorzitter sloot daarna (er was geen
debat) met een kort woord van opwekking
om morgen op de rev.-soc. te stemmen, de
vergadering.
schrikkelijk te moeten vertellen, dat haar
vader vermoord was! Toch
Op dat oogenblik kwam de hulp, waarnaar
ik verlangde. Toen ik ontbeten had, stond er
een rijtuig voor de herberg stil en daaruit
stapte iemand van middelbaren leeftijd en
een jongmensch. Zij kwamen de gang in en
daar de deur open stond, hoorde ik mij naam
noemen. Ik trad hen tegemoet.
Mijnheer Holt? vroeg de oudste van
het tweetal. Ik ben Lincoln Crole van het no
taris- en advocatenkantoor Crole en Wyati.
Ik las in de kranten over het verdwijnen van
mijnheer Mazaroff en daarom nam ik de;i
nachttrein naar hier. Is mijnheer Mazaroff
reeds gevonden?
Ja, antwoordde ik. Vanmorgen ver
moord!
Hij keek verbaasd op en wees naar de ka
mer, die ik juist had verlaten.
Kunnen wij hier binnengaan? vroeg hij.
Dit is Frank Maythorne, van wien u wel zult
gehoord hebben als een van de bekwaamste
particuliere detectieves. Uw naam ken ik ea
omdat ik de zaken van mijnheer Mazaroff heb
waargenomen sinds zijn komst in Engeland,
trof mij dat bericht zeer. Ik besloot daarom
om naar hier te komen en Maythorne mee te
nemen ik wist dat Mazaroff geen vrienden of
kennissen hier heeft en daarover maakte ik
mij bezorgd. En nu is hij dood Wij had
den geen gelegenheid om te ontbijten, dus
zullen we dat nu graag doen. U kunt ons
dan op de hoogte houden van alles wat hier
gebeurd is.
Ik was zeer verheugd, dat Crole en de
detective waren gekomen.