Eiken dag spaart heel wat in een jaar DE OOL1JKE JUcktszakm De heer Groen lichtte nog een en ander toe. Er is volstrekt niets gedaan om de eene plaats voor de andere te trekken. Het bevreemdde den heer Van der Wal dat het Geestmerambacht geen bijdrage heeft verleend. Het land aan de Zomersloot zou veel productiever en dus ook duurder ge maakt worden. Het voorstel van B. en W werd aangenomen met 4 tegen 3 stemmen, die der heeren Du Burck, Dijkhuizen en Kroon. B. en W. stelden voor, deze gemeente tot 1 Januari 1932 aan te sluiten bij de des tructor van den kring Barsingerhorn. De voorzitter deelde mede, dat indertijd besloten is zich bij de Thermo Chemische Fabrieken te Amsterdam aan te sluiten. Na dat deze N.V. reeds een jaar uitstel heeft ge vraagd, is het nog de vraag, of men wel een destructor zal kunnen inrichten. Het voorstel van B. en W. werd aangeno men. Het kohier der Hondenbelasting werd vast gesteld met een totalen aanslag van 193. De voorzitter deelde mede, dat aan tuin- 'éersvoorschotten is toegestaan een bedrag van 12480. De gemeente is dus garant voor 30 of 3744. De heer Groen vroeg of niet aanvankelijk 'f 20.000 is aangevraagd Zijn deze bedra gen zoo door de Provincie besnoeid? De voorzitter antwoordde, alleen te kun nen zeggen dat deze bedragen zijn. verleend. De heer Groen zeide, zich dan te hebben vergist. Rondvraag. De heer Dijkhuizen vroeg naar de resul taten van den ophaaldienst. Is er geen aan leiding dezen dienst te bestendigen en het vuil elke week te laten ophalen. De voorzitter antwoordde dat het nog niet •in B. en W. is overwogen. Het deed spr. ge noegen, dat de heer Dijkhuizen van vurig tegenstander voorstander is geworden. De heer Groen vroeg om in verband met het plan Kerkepad zoo spoedig mogelijk met voorstellen te komen. De voorzitter antwoordde in het najaar met iplannen te zullen komen. De heer Groen is het met den voorzitter eens. Dan zullen er voorstdien uit den raad moeten komen. Spr. zou echter gaarne nog antwoord ontvangen op zijn indertijd tot B. en W. gerichte vragen. Hij meende er recht op te hebben, dat hij na 10 of 11 weken ant woord krijgt. Dat is ook in het belang van de gemeente. L De voorzitter zeide dit toe. '^•Hierna sluiting. VOOR DEN POLITIERECHTER. (Zitting van Dinsdag 16 Juni.) BIJ DAT GEVAARLIJKE HOEKJE VORDT DUBBELE ATTENTIE MAAR OOK BETER WAARSCHUWINGSMIDDEL DRINGEND VEREISCHT. De vrachtautochauffeur Joh. Petr. B. was op 2 Maart het onbloedige slachtoffer van het gevaar dat automobilisten bij niet zorg vuldig uitzien dreigt op het verkeerspunt Kogendijk—Heldersche weg nabij de Vlot brug te Koedijk. Hij kwam toen bedoelden Kogendijk af rijden met het doel den Helder schenweg in richting Helder op te rijden, be merkte niet tijdig, dat van die zijde rechts van den weg naderde een personenwagen, be stuurd door den cc-mmissionnair F. Moeijes uit Heiloo. kneep links de bocht af en kreeg toen den klap op de vuurpijl in den vorm van .een botsing met bedoelden auto met het re sultaat dat hij door den kantonrechter werd iveroordeeid tot 12 boete of 12 dagen hech tenis, benevens schadevergoeding aan den heer Moeijes, wiens karretje, het was meenen wij een Ford, er bij de botsing niet voor- deelig was afgekomen. Gedurende de behandeling voor 't kantonge recht te Alkmaar kwam duidelijk naar voren dat bedoeld- verkeerspunt, omdat het uit licht op den Helderschen- weg niet voldoende Ivrij is, veel gevaar opleverde en eenige ver- ikeersaanwijzingen aldaar geen overbodige weeke genoemd mochten worden, j, De veroordeelde vrachtautochauffeur, niet voldaan met het gewezen vonnis, kwam in hooger beroep en dus kregen we heden een nog wat meer uitvoerige reprise van deze 'overtreding van het beroemde artikel 22 'Motor- en rijwielwet, dat van zoo ver strek kende betekenis is, dat gevoegelijk wel 'n 50 andere artikelen naar de prullemand van den ambtenaar konden worden verwezen Evenals in eerste instantie beweerde de links de bocht afgeknepen hebbende chauf feur geen schuld. Het getuigenverhoor le verde voorts geen nieuwe gezichtspunten op pe schade door den heer Moeijes geleden jbedroeg 87.50, doch de benadeelde hac iizich met 50 tevreden gesteld, omdat de [kantonrechter van geen hooger bedragen (kennis neemt. De heer K. Slotemaker ,een spiksplinternieuwe getuige, die vanuit [zijn woning de aanrijding had gehoord en ,direct naar de plaats van het onheil zich had «begeven, deelde zijn bevindingen mede en jwel dat de vrachtauto zich bevond links op de voor Moeijes rechter weghelft. Deze ver klaring gaf aan den appèllant den genade slag en de officier kon tot geen andere con clusie komen, dan bevestiging -van het door den kantonrechter te Alkmaar gewezen von nis te requireeren. Hiermede was deze kous af en werd een andere op de pen gezet. GEEN 40 PLUS MAAR VOLVETTE REMPANNEN. De handelsreiziger en autobestuurder Si- flion G. uit Wormer, had op 26 Maart ook niet bepaald zijn „beau jour", aangezien hij ie Bergen op de Breelaan een aanrijding .veroorzaakte met een ander 4-wielig motor rijtuig, bestuurd door den heer G. Hoog- vorst, die volgens regelen van wegwet en etiquette als komende uit een zijweg van rechts, den voorrang om door te rijden had Het scheen niet mogelijk den heer S. voor aets anders te „grazen" te nemen dan voor artikel 14, waarin de deugdelijkheid van twee onafhankelijk van elkander krachtig werken de, onder het bereik van den bestuurder zich bevindende remmen onder handen wordt ge nomen. E>e rijksveldwachter Vermeulen, die een speciale studie van autotechniek heeft gemaakt, had geconstateerd, dat bedoelde remmen niet voldoende functi9neerden en des- - DE NIEUWE MARGARINE - ^0 SKL-D1-025JB wege proces-verbaal opgemaakt. Door hem I werd bevonden, dat de rempannen aan vet-1 zucht laboreerden en de heer G. werd trots zijn verweer, dat die remmen door de aan rijding waren ontzet, veroordeeld tot 25 boete of 25 dagen hechtenis. Er waren twee behandelingen noodig om tot dit resultaat te komen aan de berechting van dit college met het vonnis en kwam in hooger. beroep bij de meervoudige strafkamer, die, laten wij het maar ronduit bekennen, haar bestaansrecht in hoofdzaak kan baseeren op dergelijke appèl zaken. Indien alléén strafzaken, die op grond van hun ernst en complicatie in aanmerking komen aan de berechting van dit college te moeten word-er. onderworpen, door het par ket werden aangebracht, dan zou, naar onze bescheiden meening, gemiddeld één strafzit ting per maand voldoende geacht kunnen worden. Het is toch de politierechter, die ten dien aanzien de voltallige strafrechtbank veel zaken uit de hand heeft genomen. En na deze omvangrijke penneslip komen wij terug op den heer Simon G. uit Wormer, wiens zaak heden in hooger beroep werd be handeld en waarin als getuigen werden ge hoord-* de heeren Hoogvorst, slager, en aan- -geredene, N. Vrasdonk, toeschouwer, N. G Vermeulen, rijksveldwachter-deskundige, en C. Nieuwland, monteur te Bergen, die op trad in het belang van den appèllant, welke heer had geconstateerd, dat de remmen niet hadden kunnen werken, welk feit echter was onderzocht na de aanrijding. De heer Vermeulen persisteerde bij zijn diagnose betreffende de vette rempannetjes. Slot van dit onbeduidende auto-sportroman- netje: vernietiging van het kantonrechterlijk vonnis en vrijspraak. EEN TRAGISCHE GESCHIEDENIS OPNIEUW OPGERAKELD. In den nacht van 8 Augustus 1930 vertrok ken uit Alkmaar in een bij den garagehouder Tasche gehuurden tweezitter, na afloop van een huiselijk feestje een tweetal jonge lieden, William B als chauffeur en Age Post- huma, officier machinist bij de K. N M. te Helder, naar laatstgenoemde plaats, welk nachtelijk tochtje zou blijken een doodenrit te zijn. Ter hoogte toch van Callantsoog kwam de tweezitter vermoedelijk in snelle vaart in aanrijding met een brugleuning met het fu neste gevolg, dat de inzittenden uit den wagen werden geslingerd. De geweldige slag door de aanrijding veroorzaakt, gaf om wonenden aanleiding om te zien, wat er ge beurd was. Ook de rijksveldwachter Vroom was spoedig ter plaatse en er werd geconsta teerd, dat de bestuurder er goed was afge komen, doch de heer Posthuma lag in 5e- wusteloozen toestand op den weg en het was zelfs voor een leek aan te zien, dat hij in ernstigen toestand verkeerde, zóó ernstig zelfs, dat hij na eenige dagen in het St. Eli- sabethgesticht te Alkmaar tusschen leven en dood te hebben gezweefd, «aan de bekomen hersenverwondingen en wat dies meer zij, overleed. Tegen den bestuurder, den heer Willy B., werd na ingesteld onderzoek een strafver volging ingesteld wegens overtreding artikel 22 der Motor- en Rijwielwet. Verdachte stond daarop terecht voor het kantongerecht te Schagen en werd alstoen, op grond van ongesteldheid en verblijf in een ziekenhuis, vertegenwoordigd door zijn vader, notaris Boerlage uit Velsen. Deze ge machtigde bestreed krachtig de naar voren gebrachte meening, dat verdachte dien nacht onder den invloed van genoten alcoholische dranken zou hebben verkeerd. De verdachte werd bij schriftelijk vonnis en bij versterk veroordeeld tot 60 boete of 30 dagen hechtenis. Geen intrekking van rij bevoegdheid werd opgelegd. Tegen dit vonnis werd door veroordeelde en ook door den ambtenaar van het openbaar ministerie, mr. de Bruès Tack hooger beroep aangeteekend en deze lugubere zaak, die een jong en misschien veelbelovend menschen- leven had geëischt. opnieuw door de alge- meene strafkamer behandeld- De verdachte, 27 jaar en zonder beroep, wonende te Vclzen, thans in persoon aan wezig, werd in hooger beroep juridisch bij gestaan door mr. Belonje, advocaat en procu reur te Alkmaar. Appellant verklaarde heden, dat hij eerst na den ambtenaar van het openbaar ministe rie in hooger beroep was gekomen en ver meende geen schuld te hebben aan het on geluk. Het was dien avond donker en het regende. In den gehuurden auto bevond zich geen auto-wisscher. Het was verdachte onbe kend, dat de bewuste brug 1 meter smaller was dan de verkeersweg. Er werdi met pl.m. 50 K.M. gereden, welke vaart ver dachte niet te snel achtté. Hij had met het voorwiel even de brugleening geraakt en toen was de wagen over den kop geslagen.' De snelheid van 50 K.M. werd door den president mr. Ledeboer in casu gevaarlijk en roekeloos genoemd. Bijzittende rechter mr. Ubbens betwijfelde of verdachte wel goed had waargenomen, welke twijfel sterk door den officier werd gedeeld. De rijksveldwachter Vroom, omstreeks 1 Yi uur verschijnende op de plek van het on geval, had aangetroffen een bewusteloos persoon op een ladder en voorts verdachte, die den indruk maakte versuft te zijn en aan getuige verklaarde 60 kilometer te hebben ge reden. Op de brug springt het wegdek eenigszins in en verdachte moest sterk rechts hebben gereden. Op een situatieteekening werd een en ander duidelijk gemaakt. Bij de andere bruggen blijft het wegdek onver- smald. Getuige Dijkshoorn, in de nabijheid wonende, lag. te bed en hoorde een geweldigen slag. Hij stond op en ging den weg op, waar hij een auto onderste boven zag liggen. Hij vond een persoon op den weg liggen en trof verdachte aan, die zeer ontdaan was en een dokter wilde hal-en. Dit is toen gedaan door getuige die beter met den plaatselijken toe stand op de hoogte was. Met verdachte had getuige weinig gesproken. De kleur van de brugleuning was geel. Ten slotte werd nog gehoord een monteur van den heer Tasche, die den auto had verhuurd. In den auto was wel een ruitenwisscher, doch geen auto matische. Het was een ouderwetsch wagentje met een capaciteit van ten hoogste 60 K.M. De rijksveldwachter Vroom verklaarde nog, geroken te hebben dat alcohol was ge bruikt, doch de president wenschte deze om standigheid liever onbesproken te laten. De officier, na het getuigenverhoor, gelegenheid verkregen hebbende tot het hou den van zijn requisitoir, releveerde, dat na onderzoek door den rechtercommissaris niet kon worden aangetoond, dat schuldmisdrijf aanwezig was. Echter was dit geen motief, dat niet artikel 22 der Motor- en Rijwielwet was overtreden Voorts becritiseerde spr. de verdedigingsgronden door den gemachtigde van appellant bij de behandeling voor het kantongerecht te Schagen naar voren ge- gebracht. Eindelijk ging de officier het gebeurde in dien nacht nog eens in bijzonderheden na en kwam tot de conclusie, dat verdachte na een doorwaakten dag en ook een gedeelte van den nacht, niet voldoende op zijn qui vive was en aan deze onachtzaamheid de 6chuld van het ongeluk moest worden toegeschreven. Ten slotte requireerde de officier vernietiging van het vonnis en veroordeeling tot de zelfde straf als in eersten aanleg opgelegd; 60 boete tot subsidiair 30 dagen hechtenis. Hierop hield mr. Belonje zijn pleidooi en deed daarin uitkomen, dat zijn cliënt op ver schillende manieren in "diverse processen werd betrokken. Pleiter stelde vervolgens in het licht, dat niet duidelijk was wat er dien nacht is voorgevallen, wel heeft men de gevolgen gekend. Ook was allerminst aangetoond, dat sterke drank was gebruikt, zoodat deze aan gelegenheid kon worden uitgeschakeld. De verdediger besprak voorts den plaatselijken toestand en de overwegingen van den kanton rechter en eindigde zijn betoog met vrij spraak, subsidiair de uiterste clementie te verzoeken, aangezien verdachte al voldoende is gestraft HEDENDAAGSCHE ZORGEN EN BESLOMMERINGEN VAN DEN WERKGEVER. De exploitant van een verlof-gelegenheid te Alkmaar, melodieus genaamd „café Popu lair", de heer F. S., schijnt terecht of ten on rechte, wat niet aan ons staat ter beoordee ling, niet te zijn, de „persona grata" van den Raad v. Arb. Misschien is deze awezigheid van sympathie wel wederkeerig, doch dit zullen wij buiten beschouwing laten. In ieder geval was de heer S. voornoemd in conflict gekomen met dit officiëele verzekeringsli chaam, omdat hij gedurende een geruimen tijd in gebreke was gebleven rentezegels te plakken, ten behoeve van een assistent in zijn verlofzaak, die niet voor bedongen vast loon werkte, doch moest sf>eculeeren op de mild dadigheid van de consumenten in den vorm van een ooi. Ook deze categorie werkne mers valt niét buiten het ressort van de rijks verzekering en de heer St. was volgens zijn met overtuiging uitgesproken verklaring niet ongenegen zijn plakplicht te vervullen, doch de hier bovén bedoelde kellner bleef, tenge volge van droevige huiselijke omstandighe den in gebreke, zijn rentekaart ter bijwerking met de gebruikelijke zegels in handen te stellen van zijn patroon. En toen eindelijk, dank zij de krachtige pressie van den ambte naar van den Raad van Arbeid, den heer Brandon Bravo, die kaart eindelijk op de proppen kwam, werd de hr. St. niet meer in de gelegenheid gesteld, de rentekaart met de vereischte zegels te sieren, doch werd tegen hem proces-verbaal opgemaakt. Hij stond te recht voor den kantonrechter, die hem, met ter zijde stelling van zijn gevoerd verweer, dat hem de gelegenheid was benomen aan zijn verplichting te voldoen, veroordeelde tot 34 maal 0.50, subs. 34 maal 1 dag hech tenis. De veroordeelde kon zich echter met den besten wil ter wereld met dit, overigens in normale gevallen, zeer billijke vonnis abso luut niet vereenigen. Zijn animo om aan den ontvanger der registratie 34 X 50 ets af te dragen stond gelijk aan nul komma nul en om gedurende 34 dagen vergast te worden op het degelijke, doch weinig variabele menu dat de staat aan weigerachtige tot betaling van boete gedwongen boetelingen aanbiedt, kon hem allerminst bekoren. Bovendien ech ter achtte hij zich ten onrechte veroordeeld en beleedigd door den ambtenaar n smaad, die hij als taaie Fries niet voornemens was op zich te laten zitten en dus kwam hij in hooger beroep bij de meervoudige strafkamer in de verwachting, dat dit hoogere college bereid zou zijn, een ander en hem méér voor- deelig vonnis te vellen en hem te rehabilitee- ren. Natuurlijk hield de heer St. hetzelfde verweer als voor den kahtonrechter en deed hierbij vooral uitkomen dat hij was beleedigd door den ambtenaar yan het openbaar minis terie, die had beweerd, dat hij onder een hoedje had gespeeld met zijn kellner inzake de noodzakelijkheid zegels te moeten plakken, welke samenzweering door den appellant pertinent werd ontkend. Na veel gepraat omtrent het aantal plakweken en dagen, wel ke getallen niet klopten met de administratie van den heer Brandon Bravo en nog méér besbilles requireerde de officier ontslag van rechtvervolging, omdat de patroon geen ge legenheid had om te plakken en dus overmacht bestond. De heer St. was content en had geen be denkingen meer. HET BERUCHTE TEXELSCHE OUWE STEENENPPOCES OPNIEUW IN BEHANDELING. Nu 6 zegge zes, getuigen gedagvaard! Onze lezers herinneren zich misschien nog en als zij het niet doen, is het absoluut niet vcin beteekenis, dat wij in de week van 21 April een punctueel verslag uitbrachten om trent een hooger beroepzaak uit Texel, waar in een hoopje puinsteenen als de „Casus Belli, de oorzaak tot oorlog kon worden genoemd. Het was de circa 60-jarige beroeplooze heer Cornelis B., gedomicilieerd op bovenge noemde overzeesche bezitting, aan wien de heldenrol in dit juridisch drama was aange wezen, een ondachtig, gemoedelijk heertje, bij wien het van buiten niet was aan te zien wat er alzoo van binnen te koop was, uiterlijk een onschuldig schaaisch begroeid zandheuvel tje, maar inwendig een gloeiende, rommelen de en bruischende vulcaan! Het betrof hier dan een hoopje steenen, ook wel genaamd brik, dat genoemde heer B. tot diepe ergernis van het zindelijke gemeente bestuur had geëtaleerd op of langs een land weg, die door het gemeentebestuur tot alge- meenen verkeerwseg was verklaard, doch door den heere B. werd beschouwd als parti culier eigendom, waarop hij kon doen en laten, alnaar het hem vrijstond en beliefde. De burgemeester van Texel en zijn mede bestuurders waren evenwel een andere min der liberale meening toegedaan. Dit verschil van meening gaf aanleiding tot een ernstig en diepgaand conflict Ter handhaving van de gemeente-verordening werd een geregelde locaaldienst geopend door den stevig ge bouwden gemeenteveldwachter Goïnga tus schen bedoelde puinhoop en het gemeentehuis en werden zoo ongeveer een dozijn processen- verbaal opgemaakt, zonder dat deze ambtelij- lijken stormloop op den heer B. eenigen merk baren indruk maakte. De kantonrechter, om den ambtenaar dan maar met eerbiedig stilzwijgen voorbij te gaan, werd ook tureluurs door deze lawine van strafzaken en legde, om zijn verontrust gemoed wat af te koelen een zóó buitenspo rige boete op, dat deze zelfs de niet geringe verlangens van den ambtenaar, nog verre overtrof. Natuurlijk dacht de heer B. er niet aan in dit kasruineerend vonnis te berusten en hij nam dus de vrijheid, te bedenken dat in Alk maar een rechtscollege zetelde, dat jura et facto de macht bezat, de uitspraken van alle kantonrechters in dit arrondissement, te ver nietigen en krachteloos te maken. Hij maakte dus gebruik van zijn goed recht vastgelegd in artikel 564 strafvorde ring en teekende appèl aan. Aanvankelijk ging het gerucht, dat hij in hooger beroep zou worden verdedigd door niemand minder dan de welbekende grootpoliticus mr. Jan Duijs, maar in de ipractijk bleek, dat als ver dediger en raadsman optrad, mr. C. Smal, minder populair, maar toch knap genoeg, om die Texelsche puinhoop mee te helpen op ruimen. De behandeling van deze tot een Mount Everest opgeblazen puinzaakjes had dan plaats op 21 April en nu bleek na afloop van het getuigenverhoor, de officier absoluut niet onder den indruk te verkeeren. Deze magi straat beweerde boutweg, dat hij deze zaken als zeer eenvoudige beschouwde. Het betrof fen overtredingen van een gemeenteverorde ning, die zoo klaar waren als een klontje, terwijl de voorgeschiedenis die aan deze strafzaakjes kleefde, den officier beslist ijs koud liet. Gevorderd werd dan ook bevesti ging van het gewezen vonnis door den Hel derschen kantonrechter, met uitzondering evenwel van de opgelegde straf, die ook den officier, in verband met de aPr,'n„u overtreding, wat al te gepenerd g leicl der die hij dus wenschte gewijzigd 4 *en opleggen van slechts 75 §oete oMn"1 he* gen. Nadat de heer B. na dit f L°L3°, d* langrijk voordeeliger requisitoir ES be* verklaard, ook al werd hij tot de had boete veroordeeld, in cassatie te zul£lnngste Kïi rïpn Hnncrpn Doo/4 _t UU&l front. bij den Hoogen Raad der Ned~?Aaaa sloeg de meery. strafkamer de bajone"^n> gelaste schorsing der zaken, ten einde a?f en ook den gemeente-secretaris te W noS werd de verdere behandeling voor S en den tijd uitgesteld. 00r onbepaal- We hebben met deze inleiding ge,rflrJkl door concentratie van onze fnfeiifïf krachten, de muffe hoop vergruisdrU lUeelï! steenen, liggende op of aan een Texef/f1 particulieren of algemeenen VerltZ n (doorhalen wat niet gewenscht wordt) eenigszins genietbaar litterair brood ri iu werken en zullen nu in 't kort nog maken van hetgeen Dinsdagmiddag t'ng deze appèlzaken opnieuw aan de orde W1 men, ten dien aanzien werd verhandeld Schenk ons daartoe 'n oogenblik uw willende aandacht! Om te beginnen k-nnn we melden, dat 3 door verdachte gedaS? de getuigen niet verschenen waren. GehÓmvi werd in de eerste plaats burgemeester Onrt die verklaringen aflegde omtrent de on™ baarheid van bedoelden weg. Verdachte als naar gewoonte, zwaar wapend met een bundel papieren en een block-note, hield ijverige aanteekeningen en stelde verschillende vragen. Aan den verdachte, die meermalen inter rumpeerde, werd gepresenteerd bij dezen voortgang uit de zaal te worden gezet De secretaris van het Witte Kruis, Wierin. ga, verklaarde dat de vereeniging „Het Witte' Kruis" den weg had beschikbaar gesteld voor het algemeen verkeer. De gemeente zorgt voor verlichting en onderhoud. Geen vergunning was verkregen voor opslag van steenen. Volgde als getuige de heer Pieter Klmpel 'n 44-jarig arbeider, welke heer mededeelde' dat hij huurde een boerderijtje van de stich ting „Cornelis Boon" en van verdacht had gekocht een partijtje steenen voor 35, welke steenen hij echter nimmer had gebruikt voor het bouwen van een varkenshok. Hij had de steenen ook niet betaald, maar de heer Cor nelis B. had de steenen later weer overgeno men. De president was van meening dat deze getuige maar wat verhaaltjes stond op te disschen. De heer Klippel ontkende thans in Sep tember aan den gem. veldwachter Gooïnga te hebben verklaard, dat hij van die steenen niets afwist, terwijl hij in December schrif telijk mededeelde, dat die steenen reeds in Juli zijn eigendom waren. De gemeentesecretaris Corn. Jonker werd eveneens gehoord over de openbaarheid van den Witte Kruisweg en gaf daaromtrent wei nig belangwekkende bijzonderheden Eindelijk werd gehoord de huishoudster van de stichting, mej. Jannetje Elisabeth de Haas als getuige a décharge. Welke dame inlichtingen gaf over bedoelde steenen. Hierop verkreeg de officier het woord, wiens requisitoir slechts een aanvulling was van hetgeen door den vertegenwoordiger van het openbaar ministerie bereids bij de vorige behandeling was opgemerkt. De verklaring van getuige Klippel vertrouwde de officier niet bijzonder en indien het mocht blijken uit de verdediging, dat deze verklaring als overwegend werd beschouwd, zou de offi cier er sterk over denken, tegen gezegden Klippel een vervolging in te stellen wegens verdenking van meineed. De officier eindigde zijn requisitoir met evenals de vorige maal te vorderen 75 boete subs. 30 dagen hechtenis Mr. Smal, verdediger en raadsman van ver dachte, trachtte over de zaak een ander, voor zijn cliënt meer voordeeiig licht te werpen en pleitte zoowel op juridisch als °P gronden voor verdachte vrijspraak subsidiair ontslag van rechtsvervolging. Hierop volgde nog een algemeene ens* cussie over het feit, of bedoelde weg onder het nrovinciaal reglement op de WIT® wat door verdachte en verdediger weid 0 kend. - ja Uitspraak volgende week. UITKEERINGEN WEGENS AANRIJDING. Mej. C. Oberman te Leiden was op April 1928, toen zij op het trottoir van n Korte Rapenburg liep, aangereden door aan den architect W. Fontein, toebehoor® den en door dr. Ca. C. J. Fontein bestu auto tengevolge van welke aanrijding zich onder medische behandeling moest Deswege stelde zij bij de rechtbank schillende vorderingen in tegen den eig en de bestuurster van den auto. e De Haagsche rechtbank wees hierv 5. In het vrije speelkwartier vermaken de Oesterkinderen met hun vriendjes zich buiten. U hebben Zachanas Zeester te pakken gekre gen een grooten jongen, maar even dom als hij groot is. De stouterds hebben ieder een punt van hem beet, kijk ze trekken! Maar Zacharias vindthetn.es leuk en als Siem Schildpad s7 er een iQK" 6. Terwijl ze zoo bezig »jn fainiU« visch voorbij, die in de vert van Zacharias en die zijn ach te dlkk« neefje helpen wil! Hij spu.^ dus straal zwart water in den r n&ar all schrikken de rekels nu. Ze stu kanten. J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 6