Eiken dag
spaart heel wat
in een jaar
DE OOL1JKE
JUcktszakm
De heer Groen lichtte nog een en ander
toe. Er is volstrekt niets gedaan om de eene
plaats voor de andere te trekken.
Het bevreemdde den heer Van der Wal dat
het Geestmerambacht geen bijdrage heeft
verleend. Het land aan de Zomersloot zou
veel productiever en dus ook duurder ge
maakt worden. Het voorstel van B. en W
werd aangenomen met 4 tegen 3 stemmen,
die der heeren Du Burck, Dijkhuizen en
Kroon.
B. en W. stelden voor, deze gemeente tot
1 Januari 1932 aan te sluiten bij de des
tructor van den kring Barsingerhorn.
De voorzitter deelde mede, dat indertijd
besloten is zich bij de Thermo Chemische
Fabrieken te Amsterdam aan te sluiten. Na
dat deze N.V. reeds een jaar uitstel heeft ge
vraagd, is het nog de vraag, of men wel een
destructor zal kunnen inrichten.
Het voorstel van B. en W. werd aangeno
men.
Het kohier der Hondenbelasting werd vast
gesteld met een totalen aanslag van 193.
De voorzitter deelde mede, dat aan tuin-
'éersvoorschotten is toegestaan een bedrag
van 12480. De gemeente is dus garant voor
30 of 3744.
De heer Groen vroeg of niet aanvankelijk
'f 20.000 is aangevraagd Zijn deze bedra
gen zoo door de Provincie besnoeid?
De voorzitter antwoordde, alleen te kun
nen zeggen dat deze bedragen zijn. verleend.
De heer Groen zeide, zich dan te hebben
vergist.
Rondvraag.
De heer Dijkhuizen vroeg naar de resul
taten van den ophaaldienst. Is er geen aan
leiding dezen dienst te bestendigen en het
vuil elke week te laten ophalen.
De voorzitter antwoordde dat het nog niet
•in B. en W. is overwogen. Het deed spr. ge
noegen, dat de heer Dijkhuizen van vurig
tegenstander voorstander is geworden.
De heer Groen vroeg om in verband met
het plan Kerkepad zoo spoedig mogelijk met
voorstellen te komen.
De voorzitter antwoordde in het najaar
met iplannen te zullen komen.
De heer Groen is het met den voorzitter
eens. Dan zullen er voorstdien uit den raad
moeten komen. Spr. zou echter gaarne nog
antwoord ontvangen op zijn indertijd tot B.
en W. gerichte vragen. Hij meende er recht
op te hebben, dat hij na 10 of 11 weken ant
woord krijgt. Dat is ook in het belang van
de gemeente.
L De voorzitter zeide dit toe.
'^•Hierna sluiting.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
(Zitting van Dinsdag 16 Juni.)
BIJ DAT GEVAARLIJKE HOEKJE
VORDT DUBBELE ATTENTIE MAAR
OOK BETER WAARSCHUWINGSMIDDEL
DRINGEND VEREISCHT.
De vrachtautochauffeur Joh. Petr. B. was
op 2 Maart het onbloedige slachtoffer van
het gevaar dat automobilisten bij niet zorg
vuldig uitzien dreigt op het verkeerspunt
Kogendijk—Heldersche weg nabij de Vlot
brug te Koedijk. Hij kwam toen bedoelden
Kogendijk af rijden met het doel den Helder
schenweg in richting Helder op te rijden, be
merkte niet tijdig, dat van die zijde rechts
van den weg naderde een personenwagen, be
stuurd door den cc-mmissionnair F. Moeijes
uit Heiloo. kneep links de bocht af en kreeg
toen den klap op de vuurpijl in den vorm van
.een botsing met bedoelden auto met het re
sultaat dat hij door den kantonrechter werd
iveroordeeid tot 12 boete of 12 dagen hech
tenis, benevens schadevergoeding aan den
heer Moeijes, wiens karretje, het was meenen
wij een Ford, er bij de botsing niet voor-
deelig was afgekomen.
Gedurende de behandeling voor 't kantonge
recht te Alkmaar kwam duidelijk naar voren
dat bedoeld- verkeerspunt, omdat het uit
licht op den Helderschen- weg niet voldoende
Ivrij is, veel gevaar opleverde en eenige ver-
ikeersaanwijzingen aldaar geen overbodige
weeke genoemd mochten worden,
j, De veroordeelde vrachtautochauffeur, niet
voldaan met het gewezen vonnis, kwam in
hooger beroep en dus kregen we heden een
nog wat meer uitvoerige reprise van deze
'overtreding van het beroemde artikel 22
'Motor- en rijwielwet, dat van zoo ver strek
kende betekenis is, dat gevoegelijk wel 'n 50
andere artikelen naar de prullemand van
den ambtenaar konden worden verwezen
Evenals in eerste instantie beweerde de
links de bocht afgeknepen hebbende chauf
feur geen schuld. Het getuigenverhoor le
verde voorts geen nieuwe gezichtspunten op
pe schade door den heer Moeijes geleden
jbedroeg 87.50, doch de benadeelde hac
iizich met 50 tevreden gesteld, omdat de
[kantonrechter van geen hooger bedragen
(kennis neemt. De heer K. Slotemaker
,een spiksplinternieuwe getuige, die vanuit
[zijn woning de aanrijding had gehoord en
,direct naar de plaats van het onheil zich had
«begeven, deelde zijn bevindingen mede en
jwel dat de vrachtauto zich bevond links op
de voor Moeijes rechter weghelft. Deze ver
klaring gaf aan den appèllant den genade
slag en de officier kon tot geen andere con
clusie komen, dan bevestiging -van het door
den kantonrechter te Alkmaar gewezen von
nis te requireeren.
Hiermede was deze kous af en werd een
andere op de pen gezet.
GEEN 40 PLUS MAAR VOLVETTE
REMPANNEN.
De handelsreiziger en autobestuurder Si-
flion G. uit Wormer, had op 26 Maart ook
niet bepaald zijn „beau jour", aangezien hij
ie Bergen op de Breelaan een aanrijding
.veroorzaakte met een ander 4-wielig motor
rijtuig, bestuurd door den heer G. Hoog-
vorst, die volgens regelen van wegwet en
etiquette als komende uit een zijweg van
rechts, den voorrang om door te rijden had
Het scheen niet mogelijk den heer S. voor
aets anders te „grazen" te nemen dan voor
artikel 14, waarin de deugdelijkheid van twee
onafhankelijk van elkander krachtig werken
de, onder het bereik van den bestuurder zich
bevindende remmen onder handen wordt ge
nomen. E>e rijksveldwachter Vermeulen, die
een speciale studie van autotechniek heeft
gemaakt, had geconstateerd, dat bedoelde
remmen niet voldoende functi9neerden en des-
- DE NIEUWE MARGARINE -
^0 SKL-D1-025JB
wege proces-verbaal opgemaakt. Door hem I
werd bevonden, dat de rempannen aan vet-1
zucht laboreerden en de heer G. werd trots
zijn verweer, dat die remmen door de aan
rijding waren ontzet, veroordeeld tot 25
boete of 25 dagen hechtenis. Er waren twee
behandelingen noodig om tot dit resultaat te
komen aan de berechting van dit college
met het vonnis en kwam in hooger. beroep bij
de meervoudige strafkamer, die, laten wij het
maar ronduit bekennen, haar bestaansrecht in
hoofdzaak kan baseeren op dergelijke appèl
zaken. Indien alléén strafzaken, die op grond
van hun ernst en complicatie in aanmerking
komen aan de berechting van dit college te
moeten word-er. onderworpen, door het par
ket werden aangebracht, dan zou, naar onze
bescheiden meening, gemiddeld één strafzit
ting per maand voldoende geacht kunnen
worden. Het is toch de politierechter, die ten
dien aanzien de voltallige strafrechtbank veel
zaken uit de hand heeft genomen.
En na deze omvangrijke penneslip komen
wij terug op den heer Simon G. uit Wormer,
wiens zaak heden in hooger beroep werd be
handeld en waarin als getuigen werden ge
hoord-* de heeren Hoogvorst, slager, en aan-
-geredene, N. Vrasdonk, toeschouwer, N. G
Vermeulen, rijksveldwachter-deskundige, en
C. Nieuwland, monteur te Bergen, die op
trad in het belang van den appèllant, welke
heer had geconstateerd, dat de remmen niet
hadden kunnen werken, welk feit echter was
onderzocht na de aanrijding.
De heer Vermeulen persisteerde bij zijn
diagnose betreffende de vette rempannetjes.
Slot van dit onbeduidende auto-sportroman-
netje: vernietiging van het kantonrechterlijk
vonnis en vrijspraak.
EEN TRAGISCHE GESCHIEDENIS
OPNIEUW OPGERAKELD.
In den nacht van 8 Augustus 1930 vertrok
ken uit Alkmaar in een bij den garagehouder
Tasche gehuurden tweezitter, na afloop
van een huiselijk feestje een tweetal jonge
lieden, William B als chauffeur en Age Post-
huma, officier machinist bij de K. N M. te
Helder, naar laatstgenoemde plaats, welk
nachtelijk tochtje zou blijken een doodenrit te
zijn. Ter hoogte toch van Callantsoog kwam
de tweezitter vermoedelijk in snelle vaart in
aanrijding met een brugleuning met het fu
neste gevolg, dat de inzittenden uit den
wagen werden geslingerd. De geweldige slag
door de aanrijding veroorzaakt, gaf om
wonenden aanleiding om te zien, wat er ge
beurd was. Ook de rijksveldwachter Vroom
was spoedig ter plaatse en er werd geconsta
teerd, dat de bestuurder er goed was afge
komen, doch de heer Posthuma lag in 5e-
wusteloozen toestand op den weg en het was
zelfs voor een leek aan te zien, dat hij in
ernstigen toestand verkeerde, zóó ernstig
zelfs, dat hij na eenige dagen in het St. Eli-
sabethgesticht te Alkmaar tusschen leven en
dood te hebben gezweefd, «aan de bekomen
hersenverwondingen en wat dies meer zij,
overleed.
Tegen den bestuurder, den heer Willy B.,
werd na ingesteld onderzoek een strafver
volging ingesteld wegens overtreding artikel
22 der Motor- en Rijwielwet.
Verdachte stond daarop terecht voor het
kantongerecht te Schagen en werd alstoen,
op grond van ongesteldheid en verblijf in
een ziekenhuis, vertegenwoordigd door zijn
vader, notaris Boerlage uit Velsen. Deze ge
machtigde bestreed krachtig de naar voren
gebrachte meening, dat verdachte dien nacht
onder den invloed van genoten alcoholische
dranken zou hebben verkeerd.
De verdachte werd bij schriftelijk vonnis en
bij versterk veroordeeld tot 60 boete of 30
dagen hechtenis. Geen intrekking van rij
bevoegdheid werd opgelegd.
Tegen dit vonnis werd door veroordeelde
en ook door den ambtenaar van het openbaar
ministerie, mr. de Bruès Tack hooger beroep
aangeteekend en deze lugubere zaak, die een
jong en misschien veelbelovend menschen-
leven had geëischt. opnieuw door de alge-
meene strafkamer behandeld-
De verdachte, 27 jaar en zonder beroep,
wonende te Vclzen, thans in persoon aan
wezig, werd in hooger beroep juridisch bij
gestaan door mr. Belonje, advocaat en procu
reur te Alkmaar.
Appellant verklaarde heden, dat hij eerst
na den ambtenaar van het openbaar ministe
rie in hooger beroep was gekomen en ver
meende geen schuld te hebben aan het on
geluk. Het was dien avond donker en het
regende. In den gehuurden auto bevond zich
geen auto-wisscher. Het was verdachte onbe
kend, dat de bewuste brug 1 meter smaller
was dan de verkeersweg. Er werdi met
pl.m. 50 K.M. gereden, welke vaart ver
dachte niet te snel achtté. Hij had met het
voorwiel even de brugleening geraakt en
toen was de wagen over den kop geslagen.'
De snelheid van 50 K.M. werd door den
president mr. Ledeboer in casu gevaarlijk en
roekeloos genoemd. Bijzittende rechter mr.
Ubbens betwijfelde of verdachte wel goed
had waargenomen, welke twijfel sterk door
den officier werd gedeeld.
De rijksveldwachter Vroom, omstreeks
1 Yi uur verschijnende op de plek van het on
geval, had aangetroffen een bewusteloos
persoon op een ladder en voorts verdachte,
die den indruk maakte versuft te zijn en aan
getuige verklaarde 60 kilometer te hebben ge
reden. Op de brug springt het wegdek
eenigszins in en verdachte moest sterk rechts
hebben gereden. Op een situatieteekening
werd een en ander duidelijk gemaakt. Bij de
andere bruggen blijft het wegdek onver-
smald. Getuige Dijkshoorn, in de nabijheid
wonende, lag. te bed en hoorde een geweldigen
slag. Hij stond op en ging den weg op, waar
hij een auto onderste boven zag liggen. Hij
vond een persoon op den weg liggen en trof
verdachte aan, die zeer ontdaan was en een
dokter wilde hal-en. Dit is toen gedaan door
getuige die beter met den plaatselijken toe
stand op de hoogte was. Met verdachte had
getuige weinig gesproken. De kleur van de
brugleuning was geel. Ten slotte werd nog
gehoord een monteur van den heer Tasche,
die den auto had verhuurd. In den auto was
wel een ruitenwisscher, doch geen auto
matische.
Het was een ouderwetsch wagentje met een
capaciteit van ten hoogste 60 K.M.
De rijksveldwachter Vroom verklaarde
nog, geroken te hebben dat alcohol was ge
bruikt, doch de president wenschte deze om
standigheid liever onbesproken te laten.
De officier, na het getuigenverhoor,
gelegenheid verkregen hebbende tot het hou
den van zijn requisitoir, releveerde, dat na
onderzoek door den rechtercommissaris niet
kon worden aangetoond, dat schuldmisdrijf
aanwezig was. Echter was dit geen motief,
dat niet artikel 22 der Motor- en Rijwielwet
was overtreden Voorts becritiseerde spr. de
verdedigingsgronden door den gemachtigde
van appellant bij de behandeling voor het
kantongerecht te Schagen naar voren ge-
gebracht.
Eindelijk ging de officier het gebeurde in
dien nacht nog eens in bijzonderheden na en
kwam tot de conclusie, dat verdachte na een
doorwaakten dag en ook een gedeelte van den
nacht, niet voldoende op zijn qui vive was en
aan deze onachtzaamheid de 6chuld van het
ongeluk moest worden toegeschreven. Ten
slotte requireerde de officier vernietiging van
het vonnis en veroordeeling tot de zelfde
straf als in eersten aanleg opgelegd; 60
boete tot subsidiair 30 dagen hechtenis.
Hierop hield mr. Belonje zijn pleidooi en
deed daarin uitkomen, dat zijn cliënt op ver
schillende manieren in "diverse processen werd
betrokken. Pleiter stelde vervolgens in het
licht, dat niet duidelijk was wat er dien nacht
is voorgevallen, wel heeft men de gevolgen
gekend. Ook was allerminst aangetoond, dat
sterke drank was gebruikt, zoodat deze aan
gelegenheid kon worden uitgeschakeld. De
verdediger besprak voorts den plaatselijken
toestand en de overwegingen van den kanton
rechter en eindigde zijn betoog met vrij
spraak, subsidiair de uiterste clementie te
verzoeken, aangezien verdachte al voldoende
is gestraft
HEDENDAAGSCHE ZORGEN EN
BESLOMMERINGEN VAN
DEN WERKGEVER.
De exploitant van een verlof-gelegenheid
te Alkmaar, melodieus genaamd „café Popu
lair", de heer F. S., schijnt terecht of ten on
rechte, wat niet aan ons staat ter beoordee
ling, niet te zijn, de „persona grata" van den
Raad v. Arb. Misschien is deze awezigheid
van sympathie wel wederkeerig, doch dit
zullen wij buiten beschouwing laten. In ieder
geval was de heer S. voornoemd in conflict
gekomen met dit officiëele verzekeringsli
chaam, omdat hij gedurende een geruimen
tijd in gebreke was gebleven rentezegels te
plakken, ten behoeve van een assistent in zijn
verlofzaak, die niet voor bedongen vast loon
werkte, doch moest sf>eculeeren op de mild
dadigheid van de consumenten in den vorm
van een ooi. Ook deze categorie werkne
mers valt niét buiten het ressort van de rijks
verzekering en de heer St. was volgens zijn
met overtuiging uitgesproken verklaring niet
ongenegen zijn plakplicht te vervullen, doch
de hier bovén bedoelde kellner bleef, tenge
volge van droevige huiselijke omstandighe
den in gebreke, zijn rentekaart ter bijwerking
met de gebruikelijke zegels in handen te
stellen van zijn patroon. En toen eindelijk,
dank zij de krachtige pressie van den ambte
naar van den Raad van Arbeid, den heer
Brandon Bravo, die kaart eindelijk op de
proppen kwam, werd de hr. St. niet meer in
de gelegenheid gesteld, de rentekaart met de
vereischte zegels te sieren, doch werd tegen
hem proces-verbaal opgemaakt. Hij stond te
recht voor den kantonrechter, die hem, met
ter zijde stelling van zijn gevoerd verweer,
dat hem de gelegenheid was benomen aan
zijn verplichting te voldoen, veroordeelde tot
34 maal 0.50, subs. 34 maal 1 dag hech
tenis.
De veroordeelde kon zich echter met den
besten wil ter wereld met dit, overigens in
normale gevallen, zeer billijke vonnis abso
luut niet vereenigen. Zijn animo om aan den
ontvanger der registratie 34 X 50 ets af te
dragen stond gelijk aan nul komma nul en
om gedurende 34 dagen vergast te worden
op het degelijke, doch weinig variabele menu
dat de staat aan weigerachtige tot betaling
van boete gedwongen boetelingen aanbiedt,
kon hem allerminst bekoren. Bovendien ech
ter achtte hij zich ten onrechte veroordeeld
en beleedigd door den ambtenaar n smaad,
die hij als taaie Fries niet voornemens was
op zich te laten zitten en dus kwam hij in
hooger beroep bij de meervoudige strafkamer
in de verwachting, dat dit hoogere college
bereid zou zijn, een ander en hem méér voor-
deelig vonnis te vellen en hem te rehabilitee-
ren. Natuurlijk hield de heer St. hetzelfde
verweer als voor den kahtonrechter en deed
hierbij vooral uitkomen dat hij was beleedigd
door den ambtenaar yan het openbaar minis
terie, die had beweerd, dat hij onder een
hoedje had gespeeld met zijn kellner inzake
de noodzakelijkheid zegels te moeten plakken,
welke samenzweering door den appellant
pertinent werd ontkend. Na veel gepraat
omtrent het aantal plakweken en dagen, wel
ke getallen niet klopten met de administratie
van den heer Brandon Bravo en nog méér
besbilles requireerde de officier ontslag van
rechtvervolging, omdat de patroon geen ge
legenheid had om te plakken en dus overmacht
bestond.
De heer St. was content en had geen be
denkingen meer.
HET BERUCHTE TEXELSCHE OUWE
STEENENPPOCES OPNIEUW IN
BEHANDELING.
Nu 6 zegge zes, getuigen
gedagvaard!
Onze lezers herinneren zich misschien nog
en als zij het niet doen, is het absoluut niet
vcin beteekenis, dat wij in de week van 21
April een punctueel verslag uitbrachten om
trent een hooger beroepzaak uit Texel, waar
in een hoopje puinsteenen als de „Casus
Belli, de oorzaak tot oorlog kon worden
genoemd.
Het was de circa 60-jarige beroeplooze
heer Cornelis B., gedomicilieerd op bovenge
noemde overzeesche bezitting, aan wien de
heldenrol in dit juridisch drama was aange
wezen, een ondachtig, gemoedelijk heertje, bij
wien het van buiten niet was aan te zien wat
er alzoo van binnen te koop was, uiterlijk een
onschuldig schaaisch begroeid zandheuvel
tje, maar inwendig een gloeiende, rommelen
de en bruischende vulcaan!
Het betrof hier dan een hoopje steenen, ook
wel genaamd brik, dat genoemde heer B. tot
diepe ergernis van het zindelijke gemeente
bestuur had geëtaleerd op of langs een land
weg, die door het gemeentebestuur tot alge-
meenen verkeerwseg was verklaard, doch
door den heere B. werd beschouwd als parti
culier eigendom, waarop hij kon doen en
laten, alnaar het hem vrijstond en beliefde.
De burgemeester van Texel en zijn mede
bestuurders waren evenwel een andere min
der liberale meening toegedaan. Dit verschil
van meening gaf aanleiding tot een ernstig
en diepgaand conflict Ter handhaving van
de gemeente-verordening werd een geregelde
locaaldienst geopend door den stevig ge
bouwden gemeenteveldwachter Goïnga tus
schen bedoelde puinhoop en het gemeentehuis
en werden zoo ongeveer een dozijn processen-
verbaal opgemaakt, zonder dat deze ambtelij-
lijken stormloop op den heer B. eenigen merk
baren indruk maakte.
De kantonrechter, om den ambtenaar dan
maar met eerbiedig stilzwijgen voorbij te
gaan, werd ook tureluurs door deze lawine
van strafzaken en legde, om zijn verontrust
gemoed wat af te koelen een zóó buitenspo
rige boete op, dat deze zelfs de niet geringe
verlangens van den ambtenaar, nog verre
overtrof.
Natuurlijk dacht de heer B. er niet aan in
dit kasruineerend vonnis te berusten en hij
nam dus de vrijheid, te bedenken dat in Alk
maar een rechtscollege zetelde, dat jura et
facto de macht bezat, de uitspraken van alle
kantonrechters in dit arrondissement, te ver
nietigen en krachteloos te maken.
Hij maakte dus gebruik van zijn goed
recht vastgelegd in artikel 564 strafvorde
ring en teekende appèl aan. Aanvankelijk
ging het gerucht, dat hij in hooger beroep
zou worden verdedigd door niemand minder
dan de welbekende grootpoliticus mr. Jan
Duijs, maar in de ipractijk bleek, dat als ver
dediger en raadsman optrad, mr. C. Smal,
minder populair, maar toch knap genoeg,
om die Texelsche puinhoop mee te helpen op
ruimen.
De behandeling van deze tot een Mount
Everest opgeblazen puinzaakjes had dan
plaats op 21 April en nu bleek na afloop van
het getuigenverhoor, de officier absoluut niet
onder den indruk te verkeeren. Deze magi
straat beweerde boutweg, dat hij deze zaken
als zeer eenvoudige beschouwde. Het betrof
fen overtredingen van een gemeenteverorde
ning, die zoo klaar waren als een klontje,
terwijl de voorgeschiedenis die aan deze
strafzaakjes kleefde, den officier beslist ijs
koud liet. Gevorderd werd dan ook bevesti
ging van het gewezen vonnis door den Hel
derschen kantonrechter, met uitzondering
evenwel van de opgelegde straf, die ook den
officier, in verband met de aPr,'n„u
overtreding, wat al te gepenerd g leicl der
die hij dus wenschte gewijzigd 4 *en
opleggen van slechts 75 §oete oMn"1 he*
gen. Nadat de heer B. na dit f L°L3°, d*
langrijk voordeeliger requisitoir ES be*
verklaard, ook al werd hij tot de had
boete veroordeeld, in cassatie te zul£lnngste
Kïi rïpn Hnncrpn Doo/4 _t UU&l front.
bij den Hoogen Raad der Ned~?Aaaa
sloeg de meery. strafkamer de bajone"^n>
gelaste schorsing der zaken, ten einde a?f en
ook den gemeente-secretaris te W noS
werd de verdere behandeling voor S en
den tijd uitgesteld. 00r onbepaal-
We hebben met deze inleiding ge,rflrJkl
door concentratie van onze fnfeiifïf
krachten, de muffe hoop vergruisdrU lUeelï!
steenen, liggende op of aan een Texef/f1
particulieren of algemeenen VerltZ n
(doorhalen wat niet gewenscht wordt)
eenigszins genietbaar litterair brood ri iu
werken en zullen nu in 't kort nog
maken van hetgeen Dinsdagmiddag t'ng
deze appèlzaken opnieuw aan de orde W1
men, ten dien aanzien werd verhandeld
Schenk ons daartoe 'n oogenblik uw
willende aandacht! Om te beginnen k-nnn
we melden, dat 3 door verdachte gedaS?
de getuigen niet verschenen waren. GehÓmvi
werd in de eerste plaats burgemeester Onrt
die verklaringen aflegde omtrent de on™
baarheid van bedoelden weg.
Verdachte als naar gewoonte, zwaar
wapend met een bundel papieren en een
block-note, hield ijverige aanteekeningen en
stelde verschillende vragen.
Aan den verdachte, die meermalen inter
rumpeerde, werd gepresenteerd bij dezen
voortgang uit de zaal te worden gezet
De secretaris van het Witte Kruis, Wierin.
ga, verklaarde dat de vereeniging „Het Witte'
Kruis" den weg had beschikbaar gesteld
voor het algemeen verkeer. De gemeente
zorgt voor verlichting en onderhoud. Geen
vergunning was verkregen voor opslag van
steenen.
Volgde als getuige de heer Pieter Klmpel
'n 44-jarig arbeider, welke heer mededeelde'
dat hij huurde een boerderijtje van de stich
ting „Cornelis Boon" en van verdacht had
gekocht een partijtje steenen voor 35, welke
steenen hij echter nimmer had gebruikt voor
het bouwen van een varkenshok. Hij had de
steenen ook niet betaald, maar de heer Cor
nelis B. had de steenen later weer overgeno
men. De president was van meening dat deze
getuige maar wat verhaaltjes stond op te
disschen.
De heer Klippel ontkende thans in Sep
tember aan den gem. veldwachter Gooïnga
te hebben verklaard, dat hij van die steenen
niets afwist, terwijl hij in December schrif
telijk mededeelde, dat die steenen reeds in
Juli zijn eigendom waren.
De gemeentesecretaris Corn. Jonker werd
eveneens gehoord over de openbaarheid van
den Witte Kruisweg en gaf daaromtrent wei
nig belangwekkende bijzonderheden
Eindelijk werd gehoord de huishoudster
van de stichting, mej. Jannetje Elisabeth de
Haas als getuige a décharge. Welke dame
inlichtingen gaf over bedoelde steenen.
Hierop verkreeg de officier het woord,
wiens requisitoir slechts een aanvulling was
van hetgeen door den vertegenwoordiger van
het openbaar ministerie bereids bij de vorige
behandeling was opgemerkt. De verklaring
van getuige Klippel vertrouwde de officier
niet bijzonder en indien het mocht blijken
uit de verdediging, dat deze verklaring als
overwegend werd beschouwd, zou de offi
cier er sterk over denken, tegen gezegden
Klippel een vervolging in te stellen wegens
verdenking van meineed.
De officier eindigde zijn requisitoir met
evenals de vorige maal te vorderen 75
boete subs. 30 dagen hechtenis
Mr. Smal, verdediger en raadsman van ver
dachte, trachtte over de zaak een ander, voor
zijn cliënt meer voordeeiig licht te werpen
en pleitte zoowel op juridisch als °P
gronden voor verdachte vrijspraak subsidiair
ontslag van rechtsvervolging.
Hierop volgde nog een algemeene ens*
cussie over het feit, of bedoelde weg
onder het nrovinciaal reglement op de WIT®
wat door verdachte en verdediger weid 0
kend. - ja
Uitspraak volgende week.
UITKEERINGEN WEGENS
AANRIJDING.
Mej. C. Oberman te Leiden was op
April 1928, toen zij op het trottoir van n
Korte Rapenburg liep, aangereden door
aan den architect W. Fontein, toebehoor®
den en door dr. Ca. C. J. Fontein bestu
auto tengevolge van welke aanrijding
zich onder medische behandeling moest
Deswege stelde zij bij de rechtbank
schillende vorderingen in tegen den eig
en de bestuurster van den auto. e
De Haagsche rechtbank wees hierv
5. In het vrije speelkwartier vermaken de
Oesterkinderen met hun vriendjes zich buiten.
U hebben Zachanas Zeester te pakken gekre
gen een grooten jongen, maar even dom als hij
groot is. De stouterds hebben ieder een punt
van hem beet, kijk ze trekken! Maar Zacharias
vindthetn.es leuk en als Siem Schildpad
s7 er een iQK"
6. Terwijl ze zoo bezig »jn fainiU«
visch voorbij, die in de vert
van Zacharias en die zijn ach te dlkk«
neefje helpen wil! Hij spu.^ dus
straal zwart water in den r n&ar all
schrikken de rekels nu. Ze stu
kanten.
J