nikmaarsche Courant.
HAAS AZIJN
HEVEA f|ETSDANDEN
VOOR UW GEZONDHEID DE BESTE
""Hartert drie ea Jaargang.
DAROL FARQUHAR's
NACHTWANDELING.
Nieuws uit België.
Geneeskundige brieven
ysuciuos
Woensdag 5 Augustus
ir75 M. (Uitsluitend V.A.R A.)
Hilversum, 1*'°'7V45 Gymnastiekles on-
6.457.en pf~j/iêerek0per- 8.- Gra-
der leiding van G. lspei door Fr. Uyt-
mofoonplaten 93 Molgenwijding V.P.RO.
tenbogaard. 10. p i j(ers. 11-
10.15 Onze keuken doo j p0rtielje:
Gramofoonplaten. U Gramofoon-
„Natuurstudie irt Arte hd v A.R.A,
platen. 12.— Von n is Fvl en gramo-
septet onder leiding van is. ty *>staa,
foonplaten. 1 45 P^15MeSSne». 2.30
man-Kremer: „I f^lS,"laak het zelf" door
Gramofoonplaten J 30 Q
mevr. C. Schaake dervertellingen. 5.15
foonplaten. 4.30 Kin «enk1 6Con-
VrMenWlu^edw^H^^ue
eert door het V.A.K.JA- wHulb
onder leiding van joh oq Le-
Luns: .Beeldende Kunstenaars -
zing over Bijenteelt.8.- Amster-
8.15 Uitz. vanuit Theater Larre te tte
dam. „Madame Poropvd°"D'ias 11 -12.—
Leo Fall. In de pauze. Va/. Dias. n
Concert door het Ensemble uit h
orkest onder leiding van Harry Wigge
^,^'ISïl.- Ziekmdiarst 11-
12 'Harmoniumconcert door M. F. jur^
iaanz Mei. A. Geest, sopraan. 12.— r<>"
tieberichten. 12.15 Gramofoonpla en. 12.30
2.Concert. H. Hermann, viool. P.
Hurk fluit. J. Borgers, ceko. Mej. L. Lauen
roth,'piano en harmonium. 2.— Gramofoon
platen 2.30 Lezen van Chr. Lectuur door
mei. Wentink. 3.-4.30 Concert W. Tump,
viool. R. Hendriks., ceilc. C. Veelo, piano.
4 304.45 Gramofoonplaten. 5.6-—"Kin
deruurtje. 6.- 7.— Concert. Mevr. L. Hout
stra—van Dam, zang. A. C. Schuurman
kerkorgel. 7.- H. J. v. Engeland: „Electrici-
teitsverschijnseien in den dampkring, /..w
Po'itieber. 7.45 Gramofoonplaten. 8.—10.45
Concert door het Chr. Radio-orkest o. 1. v.
G Stam. 9.— J. W. v. Voorst: „Een bezoek
aan het Bijbelsch-Museum te Amsterdam.
Rond den Tabernakel van ds. Schouten
10.— Vaz Dias. 10.45—11.30 Gramofoonpl.
Daventry1554 M. 10.35 Morgenwijding.
12.20 Gramofoonpl. 1.05 Orgelconcert. 1.50
Orkestconcert. 3.50 Concert. Stedelijk orkest
van Bournemouth. 5.05 Concert-orgelbespe
ling 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek.
6 35 Nieuwsberichten. 7.— Pianomuziek van
Handel. 7.20 Lezing. 7.50 Variété. Jack
Paijne en zijn dans-orkest. 9.20 Nieuwsber
9 40 Lezing. 9.55 Kamermuziek. Piano, viool
en bariton. 11.20-12 20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05, 12.50,
1.25 en 6.50 Gramofoonmuziek. 9.05 „La
Bohème", opera van Puccini. Op gramofoon
platen.
Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Orkest
concert. 3.50—5.50 Orkestconcert en voor
dracht. 6 10—6.40 Gramofoonplaten. 8.20—
B.50 Viool-soli. 8.50—2.20 Dansmuziek en
refreinzang.
Langenberg, 473 M. 7.25, 11.— en 12 20
Gramofoonpl. 1.25 Solistenconcert. 5 20 Or
kestconcert. 8.20 Dansmuziek. Kapel Ilja
Livschakov. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M. Ca. 7.—7.50 Gramofoon
platen. 10.55—12.20 Berichten. 12.20 Gra
mofoonplaten. 1.50—2.20 Berichten. 2.20—
3.20 Gramofoonplaten. 3.204.20 Lezin
gen. 4.20—5.20 Concert. 5.20—8.20 Lezin
gen. 8.20 Dansavond. 10.20 Berichten en
daarna concert door orkest van werklooze
musici onder leiding van Eugen Sonntagg.
Brussel, 508 M. 5.20 In de dierentuin. 6.05
Vocaal concert. 6.35 Lezing. 6.50 Gramo
foonplaten. 7.35 Lezing 7.50 Nieuws. 8.20
Harmonika. 8.45 Clowns. 8.55 Saxophoon.
9.05 Lezing. 9.20 Orkestconcert. 9.50 Fabels
van La Fontaine. 10.— Vervolg concert..
10.20 Nieuwsberichten. (338 M.) 5.20 Le
zing. 5.30 Dansmuziek. 6.35 Lezing. 6.50
Gramofoonplaten. 7.35 Lezing. 7.50 Nieuws.
3 20 Jazz op 2 piano's. 9.05 Voordracht.
D.20 Concert in het Casino in Knokke.
ui
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr. G. KELLER.
HOOFDSTUK VIL
Een ingeving des hemels.
Natuurlijk ging dat niet maar zoo in eens.
Vóór het zoo ver was jammerde Sheila s nieu
we vriendin: Maar daar zit ik nu met mijn
lunch geschoren. Het minste wat u nu kan
doen om den goeden naam van uw kippenren
op te houden is de plaats in te nemen van de
vriendin van mijn oude vriendin en met mij te
lunchen bij Les Lauriers. Neemt u mijn uit-
noodiging aan?
Of zij die aan zou nemen? In plaats van
koud schapenvleesch en kletspraatjes in het
Kattenhok een behoorlijk maal in een behoor
lijk restaurant in gezelschap van een opge
wekte dame, die gedurende een heerlijk uurtje
de sombere gedachten van Sheila over haar
toekomst zou verjagen Ja, ze zou de uit-
noodiging niet aannemen!
Tien minuten later zaten zij olijven knab
belend aan een tafeltje voor twee onder het
balkon. Onder dat tafeltje lag Emma met een
koord aan een der pooten van de tafel vastge
bonden en ijverig naar alle kanten snuffe
lend.
In een stortvloed van Fransche woorden,
welke Sheila als muziek in de ooren klonk,
had haar gastvrouw de kellners de noodige
orders gegeven alvorens zij uitriep:
Wat ben ik toch een domoor! Ik heb zoo
waar vergeten u mijn nogal mallen naam te
«ggen. Ik heet Peg Woffington,
(Van onze correspondent.)
Nog eens: de onderwijskwestie.
Voor de Senaat met reces is gegaan,
heeft hij een wetsontwerp goedgekeurd
waarop wij uwe aandacht willen vestigen,
omdat het van het grootste gewicht is voor
de Vlamingen en de Nederlandsche bescha
ving in België, namelijk het wetsontwerp be
treffende de taalregeling bij het lager onder
wijs. Jarenlang is het onderwijs in Vlaan
deren een verfranschingsmachine geweest.
Hoe men de verschillende vraagstukken, die
zich in het Vlaamsche land voordeden, ook
bekeek, steeds kwam men tot de slotsom dat
geen enkele definitief zou kunnen worden op
gelost, indien de onderwijskwestie niet werd
geregeld. Sociale achterlijkheid in al haar
vormen houdt steeds nauw verband met min
derwaardig onderwijs. Elk ontwikkeld Vla
ming heeft, sinds het ontstaan der Vlaam
sche beweging, hiervan een krachtig besef
gehad en zoo is het ook te verklaren, dat
alle inspanning om verbetering te verkrijgen,
werd samengetrokken op de vervlaamsching
van de Gentsche universiteit, een van de
twee bestaande Staatsuniversiteiten. De ver
vlaamsching van Gent was een symbool ge
worden. De vervlaamsching van Gent is
thans een voldongen feit.
Dat men met de vervlaamsching van bo
venaf begonnen is in plaats van benedenaf,
mag voor velen zonderling schijnen, maar
Gent was, zooals wij reeds zeiden, een sym
bool en in dezen geest eischten de Vlamin
gen, voor alles, dezen maatregel. Nadien
kon worden gezorgd voor de volledige ver
vlaamsching van het lager-, het middelbaar
en het hooger middelbaar onderwijs, waar
voor reeds sedert verscheidene jaren maat
regelen waren getroffen die, tot op een ze
kere hoogte, recht lieten wedervaren aan het
beginsel moedertaal-onderwijstaal. Bij de
politieke marchandage voor de vervlaam
sching van Gent werd door de liberalen ge
tracht, toch nog iets te redden van de frans-
kiljonsche cntaardingsmiddelen en werd als
voorwaarde gesteld, dat, bij de regeling van
van de kwestie van het lager en middelbaar
onderwijs, de rechten zouden worden erkend
van de taalminderheden. Dit beteekende dat
degenen die, in Vlaanderen, slechts met min
achting op de volksbeschaving neerzien en
weigeren zich aan te passen aan het milieu
waarin zij leven, het middel zouden moeten
hebben om hun kinderen buiten het volk op
te voeden. Hier raakte men de kern van de
kwestie, want steeds? zijn de zoogenaamde
rechten van de taalminderheden in het on
derwijs gebruikt geweest om alles te vernie
tigen wat ten gunste van een Vlaamsch on
derwijs aan Vlaamsche kinderen werd ge
daan. Deze zoogenaamde rechten van enke
len, die door hun maatschappelijke positie,
bezittingen en invloed, dikwijls toonaange
vend zijn, was oorzaak, dat vele Fransche
klassen werden gevormd, waarin dan niet
alleen de kinderen van deze taalminderheden
terecht kwamen, maar ook de kinderen van
Vlaamsche ouders, die niet de minste kennis
hadden van Fransch, maar, in hun verblin
ding, en gesteld op een goede toekomst voor
hun kinderen deze de lessen lieten volgen
van de Fransche klassen, Immers, deze wer
den ook gevolgd door de kinderen van de
toonaangevenden en heel de Staatsmachine
was Fransch, zoodat de kinderen toch
Fransch moesten kennen om in het leven te
slagen. Het slot was. in de meeste gevallen,
daf achterlijken werden gekweekt. De taal
minderheden waren het bederf van het on
derwijs, en dit werd dan aangevuld door de
zoogenaame vrijheid van het gezinshoofd,
die het recht zou hebben zijn kinderen naar
een Fransche school te sturen, zelf, wanneer
zij de Fransche taal niet machtig zijn. Men
moet begrijpen dat deze vrijheid, die, bij
normale verhoudingen, in zekere mate kan
worden aanvaard, in Vlaanderen een gansch
andere beteekenis had. Zij werd beïnvloed
door een gansch stelsel van vooroordeelen,
dwang, invloeden en machinaties zoowel van
invloedrijke plaatselijke personages als van
schoolbesturen, die munt sloegen uit dezen
toestand voor de concurrentie tusschen vrij
en openbaar onderwijs. De vrijheid van het
gezinshoofd werd aldus een ijdel woord. Gaf
een openbare school onderwijs in het Ne-
derlandsch, dan gaf de vrije katholieke
hoofd' °P- - Toch niet dit
Peg Woffington?
Ik begrijp u niet. Wat bedoelt u?
Ik denk aan die Peg Woffington, die
zulke leuke dingen schrijft over de mode en
er zulke aardige krabbels bij geeft.
PinSen en krabbels, dat klinkt vriende
lijk. nep de andere uit, maar ze was beschei-
\cn ^en0e^ 0in z'cd nmt gekwetst te gevoe-
f.n n?'ln naam is Sheila Curtis
■7- Pn doe* 11 'ets voor den kost?
m^cP'dert u? Is u bij het tooneel?
Neen. ik ben kantoorbediende. Laat ik
juister zeggen: ik was het .En in een bui van
overmoed liet zij er op volgen: juist toen ik u
ontmoette had ik de bons gekregen!
77 Wat een geluk voor mij, anders had
ik hier alleen moeten lunchen. Ben ik erg on
bescheiden wanneer ik vraag, varom u de
bons heeft gekregen, juffrouw Curtis?
Omdat ik parels heb gestolen, naar men
beweerde.
Op dit oogenblik deed de houding van Peg
Woffington denken aan die van den vriende
lijken priester, die, wanneer een moordenaar
hem in zijn verwarring opbiecht: „Vader, ik
heb een moord gepleegd!' met minzame wel
willendheid daarop de vraag laat volgen:
„Zoon, hoe vaak?" Terwijl zij wat zout ovei
haar aardappelsalade strooide vroeg zij
vriendelijk:
Parels gestolen? Te done! En heeft
er veel gekaapt?
Geen een, verklaarde Sheila met een
glimlachje, terwijl zij zich gesterkt gevoelde
door het maal, dat zij waarlijk wel noodig
had gehad, niet minder evenwel door de
vriendelijkheid waarmede zij werd bejegend
Geen enkele parel, maar dat maakt geen
verschil. Men taxeerde de waarde ervan Op
zeven duizend pond.
Men wie zijn dat?
Dit is mijn firma, mijn voormalige fir
ma, antwoordde Sheila. En met het zeer men-
school dikwijls onderwijs in het Fransch, dit
om de ouders te kunnen voorhouden: Uw
kinderen zullen bij ons goed Fransch lee-
ren, stuur ze bij ons. Het omgekeerde ge
beurde ook en zoo beleefde men het geregeld
dat jongens in het Nederlandsch les kregen,
terwijl hun zusjes in het Fransch werden on
derwezen! Van de vrijheid, voor een
Vlaamsch gezinshoofd, om zijn kinderen in
het Nederlandsch op te voeden, was bij dit
alles geen sprake.
De hervorming op een gezonde basis was
dus een van de hoofdpunten van het pro
gramma van elke Vlaamsche partij. Bij de
samenstelling van de huidige regeering-Ren-
kin, heeft de kwestie tot lastige onderhande-
lïgen aanleiding gegeven met de liberalen,
maar deze hebben er tenslotte toch moeten
in berusten, dat geen enkel Vlaamsch volks
vertegenwoordiger rechten wilde erkennen
van de zoogenaamde taalminderheden. En bij
den aanvang van de bespreking van 't ont
werp in den Senaat werd door de oppositie
zelf verklaard, dat zij van deze kwestie geen
partijkwestie wenschte te maken en mede
zou werken om een bevredigende oplossing
tot stand te brengen. 1 Iet werd dan ook goed
gekeurd met 108 stemmen tegen 11 en 8 ont
houdingen. De basis van het ontwerp is dat,
in beginsel, de streektaal onderwijstaal
wordt: Nederlandsch.in Vlaanderen, Fransch
in Wallonië en Duitsch in de Duitsche ge
meenten van het Rijk. Indien een groep
ouders, die te zamen ten minste 25 school
plichtige kinderen hebben, den wensch te
kennen geven, dat een leergang van de twee
de taal wordt ingericht, dan moet dit, inge
volge de wet, gebeuren. Deze leergang is dan
evenwel niet verplicht voor de andere kinde
ren. Hierbij dient opgemerkt, dat in Vlaande
ren op 3.600 scholen 2.800 een dergelijken
leergang hebben. Wat de minderheden be
treft, bepaalt de wet, dat de schooloverheden
een school kunnen oprichten voor deze kin
deren indien hun aantal voldoende is, maar
evenwel met onderwijs van de streektaal in
die mate, dat de leerling in staat is om, na
het lager onderwijs, bijv. vakonderwijs te ge
nieten in de taa'. van de streek. Dit zijn de
z.g. transmutatieklassen die, in den geest
van de wet, de Franschsprekenden in Vlaan
deren aan hun milieu moeten aanpassen
evenals de Vlaamsche kinderen in Wallonië.
In de tweetalige gemeenten, als te Brussel
en op de taalgrens, wordt het tweetalenstel
sel gehuldigd en wordt het onderwijs zoo op
gevat dat, op 14 jaar, het kind zoowel
Fransch als Nederlandsch moet kennen. De
goede toepassing berust op een stelsel van
controle door de schoolhoofden en de in
specteurs van de regeering, van de verkla
ringen van het gezinshoofd, betreffende de
taal die het kind spreekt. Deze inspecteurs
zullen benoemd worden volgens een lijst van
candidaten, voorgesteld door de Vlaamsche
Akademie. Hierin is nog niet alles, zooals
het- zou behooren te zijn. Maar toch is er
reeds een groote verbetering. Van Vlaamsch-
nationalistische zijde wordt de wet niet als
een overwinning beschouwd de Vlaamsch
-nationalistische senatoren onthielden zich
bij de stemming en verklaart men dat
slechts één formule goed is, n.1. deze, welke
bepaalt dat alle onderwijs aan leerplichtige
kinderen in het gebied ten Noorden van de
taalgrens moet worden gegeven in het Neder
landsch en geen tweede taal mag worden on
derwezen voor het zevende jaar.
Het is ongetwijfeld te betreuren dat geen
sanctiemaatregelen zijn bepaald tegen de
schooloverheden die, bijv. in strijd vooral
met den geest van de wet,*Vlaamschspreken
de kinderen in Fransche klassen zou plaat
sen en ook dat een amendement van sena
tor Vermeylen werd verworpen, luidende dat
niemand mag worden benoemd om in de
taal der streek te onderwijzen, indien uit zijn
diploma niet blijkt, dat hij zijn examen heeft
afgelegd in de taal van het onderwijs dat hij
moet geven. Deze en nog enkele andere bij
zonderheden laten de deur open voor mis
bruiken. De vraag is, in hoeverre 't toezicht,
dat door de wet wordt aangegeven, dit zal
kunnen beletten. Elk jaar moet aan het par
lement over de resultaten van het toezicht,
verslag worden uitgebracht. Van de controle
//c/21loop end- tf zersterfc
schelijke verlangen van een eenzame ziel, die-
in langen tijd niet in aanraking is geweest
met haars gelijken, om haar hart eens uit te
storten, vertelde zij haar nieuwe vriendin pre
cies al wat haar op het kantoor van Mac-
kenzie en Moss was overkomen, met weg
lating alleen van de namen.
Prachtig, merkte de schrijfster over
modes op, terwijl zij daarbij waardeerend
knikte. Ik houd, liet zij er op volgen met die
losheid waar achter een scherp en gezond
verstand schuil ging, van zoo'n „Roman po-
licer"! Maar wat is er het slot van? Natuur
lijk zijn we nu pas aan het begin. Doch vast
en zeker zullen ze sjroedig uitvinden wie de
werkelijke dief is.
Sheila keek haar met een glimlachje aan.
Niet waar? Dat wilde u toch zeggen?
Ik wou alleen zeggen, dat u, juffrouw
Woffington, het dus voor waar aanneemt,
dat ik het niet ben.
Wat niet bent?
De dievegge.
Zeg nu geen malligheden, kind!
Jri, u denkt, dat het met mij heelemaal
in orde is
Neen, dat denk ik niet, dat weet ik,
antwoordde Peg Woffington op ernstigen
toon.
Hoe weet u dat?
Dat zou ik u niet kunnen zeggen. Maar
wel weet ik, dat u evenmin in staat is om
parels te stelen als dat ik nu, dat ik een
hond zou kunnen vergiftigen!
U gelooft me dus op mijn woord? zei
Sheila zacht, terwijl haaf gedachten terug
gingen naar den man, die verklaard had dat
niet te kunnen doen.
Zeker. En, vervolgde zij, ik geloof, dat
u een eisch tot schadevergoeding zou kunnen
instellen wegens laster, aantasting van uw
goeden naam of iets dergelijks.
Ik gevoel er bitter weinig voor hem nog
eens in mijn leven te ontmoeten, zelfs in de
rechtszaaL
zal veel afhangen. In Vlaamsche kringen
meent men niettemin dat de wet een stap
vooruit is in de goede richting.
Consultatie-bureaux. I.
Van medische zijde wordt nog al eens be
zwaar gemaakt tegen het verkondigen van
geneeskundige zaken in door het groote
publiek regelmatig gelegen dag- en week
bladen. Deze klacht is gerechtvaardigd, wan
neer onderwerpen behandeld worden, die
door den doorsneelezer niet begrepen of
althans niet met de noodige critiek gelezen
kunnen worden. De scheeve voorstellingen,
welke dan ontstaan, zullen zonder twijfel
dikwijls schadelijk kunnen werken. De er
varing bij het schrijven van welhaast 250
brieven heeft mij afdoende geleerd, hoe moei
lijk het in vele gevallen is, de juiste maat te
houden in het kiezen van onderwerpen, die
misschien eenig nut kunnen doen en het
vermijden van alles, wat niet geschikt of
zelfs schadelijk voor den niet-deskundigen
lezer kan zijn.
Het onderwerp van dezen brief behoort
zonder eenigen twijfel tot de eerste groep.
Sedert het eind van de vorige eeuw zijn tal
rijke consultatie-bureaux (in het vervolg aan
te duiden door c.b.) opgericht en een groot
deel van ons volk komt er mee ir. aanraking.
Ik vermoed, dat de titel alleen reeds vol
doende zal zijn voor menigen lezer, om be
langstelling te wekken voor hetgeen volgt.
Hoewel ik er vroeger ook al eens over ge
schreven heb, gaf het rapport van een com
missie der Ned. Maatach. v. Geneeskunst ge-
reede aanleiding, het nog eens te doen. Het
is een doorwrocht stuk, waaraan drie jaar
gewerkt is. De aanleiding was een geschil in
1928. Het c.b. achtte voor een patiënt sana
torium-opname gewensent, de huisarts vond
een ziekenhuis beter. Vertraging in de be
handeling was het gevolg. Voor den patiënt
zouden hieruit nadeelige gevolgen hebben
kunnen ontstaan. Zoo blijkt reeds aanstonds,
dat het publiek bij deze kwestie belang heeft.
Er zijn verschillende soorten c.b.: tuber
culose, zuigelingen, kleuters, moeilijke kinde
ren, lichamelijk gebrekkigen. kanker, alcoho
lisme, zenuw- en zielsziekten, geslachtsziekten,
onderzoek voor het huwelijk en misschien nog
wel meer.
De algemeene bedoeling, waarvan de op
richting uitging, is voor allen vrijwel de
zelfde. Men bespeurde een tekort in de be
strijding van vele ziekten, dikwijls werd niet
tijdig ingezien, dat geneeskundige hulp noo-
dig was, zoodat pas te laat duidelijk werd,
dat het goede tijdstip voor doelmatige be
handeling reeds voorbij was, voorbehoeden
de maatregelen konden door onwetendheid
niet op tijd genomen worden en wanneer bij
zondere maatregelen in een gegeven geval
noodzakelijk waren, wist men niet den goeden
weg om daartoe te geraken. Het c.b. tracht
dus. door aan al deze bezwaren tegemoet te
komen, de volksgezondheid te verbeteren.
Aldus beschouwd, zou men dus meenen,
dat iedereen, zonder uitzondering, deze in
stellingen een goed hart zou toedragen niet
alleen, maar naar vermogen tot hun ontwik
keling en bloei zou wenschen bij te dragen
In de eerste plaats mag dit van de artsen
wereld verwacht worden, maar wij zullen
zien, dat hieraan nog wel iets ontbreekt.
Met een oppervlakkig cynisme oordeelende,
zou men kunnen zeggen, dat, indien alle huis
artsen hun plicht deden, de c.b. overbodig
zouden zijn. Alles wat het c.b. doet. kan de
huisarts ook. Hij kan in de gezinnen waar
hij geregeld practiseert. de voeding en ver
zorging van den zuigeling regelen, hij kan
toezicht houden op de ontwikkeling van den
kleuter, hij kan bij het geringste teeken van
tuberculose dadelijk ingrijpen, zoowel wat
de behandeling van den patiënt als de voor
behoeding van de overige gezinsleden be
treft, hij kan bij de andere genoemde afwij
kingen, zooals lichamelijk gebrekkigen, al
coholisme, kanker, zenuwstoornissen, zooal
niet zelf optreden, dan toch die inrichtingen
of specialisten aanwijzen, waar hulp te ver-
Het zou voor u een rehabilitatie zijn,
daargelaten de vergoeding in. geld, welke u
zoudt ontvangen. Het zou hen ten minste
overtuigen van uw onschuld
Al mijn woord hen niet heeft kunnen
overtuigen, zou ik niet willen, dat zij langs
anderen weg moesten worden overtuigd.
Dat ben ik wel weer met u eens.
Intusschen, liet Sheila er met gedemp
te stem op volgen, heb ik niet de flauwste
idee hoe het verder met me moet gaan
Op vriendelijk beknorrenden toon ant
woordde Peg Woffington: Maar dat heb
ik toch al gezegd, kind! Je gaat morgen met
mij mee naar Parijs. Neen, ik maak geen
grapjes, liet zij er op volgen als antwoord op
den ongeloovigen blik van Sheila. Ik meen
het in allen ernst: Toen ik daar straks op de
stoep van je kippenhok zeide, dat ik je met
me medenam, wist ik heel goed wat ik wilde
Een mensch heeft soms van die plotselinge
ingevingen, gevoelt, dat men zich aan een
misdaad schuldig zou maken, zoo men de ge
legenheid liet voorbijgaan om een bevriende
ziel te winnen.
Sheila kreeg een kleur van opwinding, ter
wijl haar gastvrouw vervolgde:
Ik was eerst van plan je als mijn gast
mede ten nemen, maar zou het je niet toe
lachen langer tijd bij me te blijven, b.v. als
mijn kantoorjuffrouw? Waarom zou je dat
baantje niet even goed bij mij kunnen vervul
len als bij die lui van Mackenzie en Moss?
Neen, ik men het, het is een volkomen zakelijk
voorstel. Ik wil hetzelfde salaris betalen als
die heeren ongerekend kost en inwoning. Ga
je mee?
Sheila zette groote oogen op.
Is het u ernst?
Waarom zou ik iets zeggen wat ik niet
meen?
Maar
Er is ruimte te over in mijn woning te
Parijs, beste kind. Er zijn drie appartemen
ten in 't huis. Een kunstenaar heeft er een
fan, een operazangeres heeft het andere be-
wachten is Wanneer derhalve een c.b. noo-
dig is, heeft hij dit aan zich zelf te wijten. Het
c.b. moet opkomen voor zijn verzuim
Deze voorstelling, al schuilt er misschien
een kern van waarheid in, is natuurlijk sterk
overdreven. En ook niet geheel juist en recht
vaardig. Wat in iemands vermogen ligt, kan
hij daarom nog niet altijd practisch uitvoe
ren en toepassen. Wat in den ouden tijd
regel was, dat de huisarts, tevens huisvriend;
niet afwachtte, tot hij geroepen werd, maar
de familie bezocht en raad gaf, zoo dikwijls
en wanneer hij het noodig vond, komt moge
lijk nog sporadisch, maar over het geheel ge
nomen, niet meer voor. Bij kleine afwijkin
gen laat men hem thuis, behelpt zich met
huismiddeltjes of*aalt iets bij den apotheker
of drogist, om van grovere kwakzalverij'
maar niet te spreken. Doch er is meer ver
anderd. Om bij tuberculose te blijven, de
noodzakelijkheid der c.b. werd voornamelijk
gevoeld, zoodra het gelukte, de ziekte reeds
in het allereerste stadium te herkennen. Dit
is evenwel niet gemakkelijk. In de beste
sanatoria komt het voor, dat eerst na een
onderzoek, dat dagen en weken kan duren,
door physisch en röntgenologisch onderzoek,
door het doen van talrijke huidreacties, bloed
onderzoek enz. de diagnose gesteld wordt.
Den huisarts ontbreken de hiervoor noodige
tijd en hulpmiddelen. En ook het c.b. is in den
regel beter toegerust dan de huisarts, waar
bij nog komt, dat uit den aard der zaak de
aan het c.b. werkzame arts zich onwillekeurig
tot specialist ontwikkelt en beter tot oor-
deelen in staat is.
Alweer kan men zeggen, dat de huisarts
toch zeker zijn patiënt, die door hem niet
nauwkeurig genoeg kan worden onderzocht,
zelf naar een specialist met meer ervaring en
hulpmiddelen zal doorzenden. De ervaring
leert helaas, dat dit niet altijd het geval is.
Vooral toen de c.b. pas waren opgericht,
kantten verscheidene artsen zich heftig daar
tegen en dat desniettegenstaande de toeloop
steeds aangroeide, was waarlijk niet aan de
artsen te danken. De meeste patiënten kwa
men uit zich zelf. Zij schenen het belang der
c.b. w e 1 in te zien. Er waren, en helaas moet
gezegd worden: er zijn nog altijd enkele
artsen, die hun patiënten als een soort pri
vaat bezit beschouwen, waar een ander niet
aan raken mag. Daar zullen er zeker onder
zijn, die voor zich zelf overtuigd zijn, dat zij
het minstens even goed, zelfs beter dan dat
vreemde c.b. kunnen en dat elke neiging tot
neringziekte hun vreemd is, maar als regel
zal hun houding toch niet in het belang der
patiënten zijn.
Gelukkig is de tegenstand sterk afge
nomen en over het algemeen kan thans van
een gelukkige samenwerking tusschen het
c.b. en den huisarts gesproken worden. Al
leen de vrees, dat het c.b. de patiënten aan
hun behandeling zal onttrekken, is nog niet
verdwenen. Het rapport levert hiervan dui
delijke bewijzen.
De volkssanatoria voor tuberculoselijder#
hebben veel. tot den bloei der c.b. bijgedra
gen. In den aanvang moest bii de opname
worden afgegaan op het attest van den huis
arts of het geval wel geschikt was voor
sanatoriumbehandeling. Al spoedig bleken de
huisarts en evenmin de hier en daar door het
sanatorium aangewezen raadgevende artsen,
in staat om de voor dat oordeel noodige ge
gevens met voldoende zekerheid te geven. De
c.b. waren daarvoor een groote verbetering.
Toen de Invaliditeitswet aan de Rijksver
zekeringsbank het recht gaf, op voorstel van
de Raden van Arbeid bepaalde patiënten voor
hare rekening in een sanatorium te laten be
handelen, werd door deze lichamen al spoe
dig zoo goed als uitsluitend afgegaan op het
oordeel van de c.b., waardoor hun positie
belangrijk versterkt werd. De tegenstanders
moesten wel water in hun wijn doen. Zij za
gen in, niet tegen den stroom op te kunnen
roeien. Maar dat dit niet zonder verzet ging,
'blijkt uit het genoemde geval, dat aanleiding
tot het rapport gaf. De organisatie, welke
voor de behandeling van den patiënt instond1,
wenschte neutraal te blijven en bleef dus
werkloos na de beide elkaar tegensprekende
trokken en ik bewoon het derde appartement.
Ik kan je een ruime kamer op de zolderver
dieping geven. In mijn appartement kan ik
een jong meisje voor allerlei gebruiken. Ik
heb dikwijls meer aan de hand dan ik af kan.
Ik zou je b.v. een boel van mijn geschrijf kun
nen dicteeren je zoudt heel wat bood
schappen voor me kunnen doen mijn af
spraken met courturières kunnen noteeren,
me vergezellen naar de groote magazijnen,
bij gelegenheid met met naar premières gaan,
met den hond gaan wandelen als ik het te
druk heb. (Ja, ik heb ook te Parijs een hond.
Ik heb nooit zonder hond, niet waar Emma?)
Je zoudt honderd en één dingen voor me
kunnen doen. We zouden het erg prettig en
gezellig kunnen hebben. Je moet met me mede
gaan, besluit er maar dadelijk toe. Afge
sproken?
Het is een ingeving des hemels, stamel
de Sheila. Het is te mooi. U is een barmhar
tige Samaritaan voor me. Maar maar
stel u eens voor, het kon best het geval zijn,
dat ik geen Sheila Curtis heette. Waarom zou
ik niet San lrancisco Annie of Chicago Blan-
che of een andere pareldief kunnen zijn?
Zeker, dat klinkt wel mogelijk, maar ik
weet beter, omdat ik, zooals ik reeds zeide,
genoeg menschekennis heb om me niet te ver
gissen.
Nog steeds in de war door den onverwach-
ten keer in haar lot, wijdde Sheila den avond
aan het pakken van haar boeltje, dat gedu
rende een half jaar haar woning was ge
weest, en den volgenden morgen stond zij in
'haar mantel, met haar nauwsluitend hoedje,
haar zwarte kaplaarsjes en met een gelaat
van vroolijke verwachting op het perron van
het Victoriastation. Weldra voegde Juffrouw
Woffington zich bij' haar, gehuld in een
bontmantel, met dë noodige bagage, die haar
allerhartelijkst begroette. Daarna volgde de
reis door het modderige Kent, de aankomst te
Dover, de drukte om aan boord van de boot
te komen.
x (Wordt vervolgd).
A,