nikmaarsche Courant. HAAS AZIJN HEVEA f|ETSDANDEN VOOR UW GEZONDHEID DE BESTE ""Hartert drie ea Jaargang. DAROL FARQUHAR's NACHTWANDELING. Nieuws uit België. Geneeskundige brieven ysuciuos Woensdag 5 Augustus ir75 M. (Uitsluitend V.A.R A.) Hilversum, 1*'°'7V45 Gymnastiekles on- 6.457.en pf~j/iêerek0per- 8.- Gra- der leiding van G. lspei door Fr. Uyt- mofoonplaten 93 Molgenwijding V.P.RO. tenbogaard. 10. p i j(ers. 11- 10.15 Onze keuken doo j p0rtielje: Gramofoonplaten. U Gramofoon- „Natuurstudie irt Arte hd v A.R.A, platen. 12.— Von n is Fvl en gramo- septet onder leiding van is. ty *>staa, foonplaten. 1 45 P^15MeSSne». 2.30 man-Kremer: „I f^lS,"laak het zelf" door Gramofoonplaten J 30 Q mevr. C. Schaake dervertellingen. 5.15 foonplaten. 4.30 Kin «enk1 6Con- VrMenWlu^edw^H^^ue eert door het V.A.K.JA- wHulb onder leiding van joh oq Le- Luns: .Beeldende Kunstenaars - zing over Bijenteelt.8.- Amster- 8.15 Uitz. vanuit Theater Larre te tte dam. „Madame Poropvd°"D'ias 11 -12.— Leo Fall. In de pauze. Va/. Dias. n Concert door het Ensemble uit h orkest onder leiding van Harry Wigge ^,^'ISïl.- Ziekmdiarst 11- 12 'Harmoniumconcert door M. F. jur^ iaanz Mei. A. Geest, sopraan. 12.— r<>" tieberichten. 12.15 Gramofoonpla en. 12.30 2.Concert. H. Hermann, viool. P. Hurk fluit. J. Borgers, ceko. Mej. L. Lauen roth,'piano en harmonium. 2.— Gramofoon platen 2.30 Lezen van Chr. Lectuur door mei. Wentink. 3.-4.30 Concert W. Tump, viool. R. Hendriks., ceilc. C. Veelo, piano. 4 304.45 Gramofoonplaten. 5.6-—"Kin deruurtje. 6.- 7.— Concert. Mevr. L. Hout stra—van Dam, zang. A. C. Schuurman kerkorgel. 7.- H. J. v. Engeland: „Electrici- teitsverschijnseien in den dampkring, /..w Po'itieber. 7.45 Gramofoonplaten. 8.—10.45 Concert door het Chr. Radio-orkest o. 1. v. G Stam. 9.— J. W. v. Voorst: „Een bezoek aan het Bijbelsch-Museum te Amsterdam. Rond den Tabernakel van ds. Schouten 10.— Vaz Dias. 10.45—11.30 Gramofoonpl. Daventry1554 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Gramofoonpl. 1.05 Orgelconcert. 1.50 Orkestconcert. 3.50 Concert. Stedelijk orkest van Bournemouth. 5.05 Concert-orgelbespe ling 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6 35 Nieuwsberichten. 7.— Pianomuziek van Handel. 7.20 Lezing. 7.50 Variété. Jack Paijne en zijn dans-orkest. 9.20 Nieuwsber 9 40 Lezing. 9.55 Kamermuziek. Piano, viool en bariton. 11.20-12 20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05, 12.50, 1.25 en 6.50 Gramofoonmuziek. 9.05 „La Bohème", opera van Puccini. Op gramofoon platen. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Orkest concert. 3.50—5.50 Orkestconcert en voor dracht. 6 10—6.40 Gramofoonplaten. 8.20— B.50 Viool-soli. 8.50—2.20 Dansmuziek en refreinzang. Langenberg, 473 M. 7.25, 11.— en 12 20 Gramofoonpl. 1.25 Solistenconcert. 5 20 Or kestconcert. 8.20 Dansmuziek. Kapel Ilja Livschakov. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. Ca. 7.—7.50 Gramofoon platen. 10.55—12.20 Berichten. 12.20 Gra mofoonplaten. 1.50—2.20 Berichten. 2.20— 3.20 Gramofoonplaten. 3.204.20 Lezin gen. 4.20—5.20 Concert. 5.20—8.20 Lezin gen. 8.20 Dansavond. 10.20 Berichten en daarna concert door orkest van werklooze musici onder leiding van Eugen Sonntagg. Brussel, 508 M. 5.20 In de dierentuin. 6.05 Vocaal concert. 6.35 Lezing. 6.50 Gramo foonplaten. 7.35 Lezing 7.50 Nieuws. 8.20 Harmonika. 8.45 Clowns. 8.55 Saxophoon. 9.05 Lezing. 9.20 Orkestconcert. 9.50 Fabels van La Fontaine. 10.— Vervolg concert.. 10.20 Nieuwsberichten. (338 M.) 5.20 Le zing. 5.30 Dansmuziek. 6.35 Lezing. 6.50 Gramofoonplaten. 7.35 Lezing. 7.50 Nieuws. 3 20 Jazz op 2 piano's. 9.05 Voordracht. D.20 Concert in het Casino in Knokke. ui Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr. G. KELLER. HOOFDSTUK VIL Een ingeving des hemels. Natuurlijk ging dat niet maar zoo in eens. Vóór het zoo ver was jammerde Sheila s nieu we vriendin: Maar daar zit ik nu met mijn lunch geschoren. Het minste wat u nu kan doen om den goeden naam van uw kippenren op te houden is de plaats in te nemen van de vriendin van mijn oude vriendin en met mij te lunchen bij Les Lauriers. Neemt u mijn uit- noodiging aan? Of zij die aan zou nemen? In plaats van koud schapenvleesch en kletspraatjes in het Kattenhok een behoorlijk maal in een behoor lijk restaurant in gezelschap van een opge wekte dame, die gedurende een heerlijk uurtje de sombere gedachten van Sheila over haar toekomst zou verjagen Ja, ze zou de uit- noodiging niet aannemen! Tien minuten later zaten zij olijven knab belend aan een tafeltje voor twee onder het balkon. Onder dat tafeltje lag Emma met een koord aan een der pooten van de tafel vastge bonden en ijverig naar alle kanten snuffe lend. In een stortvloed van Fransche woorden, welke Sheila als muziek in de ooren klonk, had haar gastvrouw de kellners de noodige orders gegeven alvorens zij uitriep: Wat ben ik toch een domoor! Ik heb zoo waar vergeten u mijn nogal mallen naam te «ggen. Ik heet Peg Woffington, (Van onze correspondent.) Nog eens: de onderwijskwestie. Voor de Senaat met reces is gegaan, heeft hij een wetsontwerp goedgekeurd waarop wij uwe aandacht willen vestigen, omdat het van het grootste gewicht is voor de Vlamingen en de Nederlandsche bescha ving in België, namelijk het wetsontwerp be treffende de taalregeling bij het lager onder wijs. Jarenlang is het onderwijs in Vlaan deren een verfranschingsmachine geweest. Hoe men de verschillende vraagstukken, die zich in het Vlaamsche land voordeden, ook bekeek, steeds kwam men tot de slotsom dat geen enkele definitief zou kunnen worden op gelost, indien de onderwijskwestie niet werd geregeld. Sociale achterlijkheid in al haar vormen houdt steeds nauw verband met min derwaardig onderwijs. Elk ontwikkeld Vla ming heeft, sinds het ontstaan der Vlaam sche beweging, hiervan een krachtig besef gehad en zoo is het ook te verklaren, dat alle inspanning om verbetering te verkrijgen, werd samengetrokken op de vervlaamsching van de Gentsche universiteit, een van de twee bestaande Staatsuniversiteiten. De ver vlaamsching van Gent was een symbool ge worden. De vervlaamsching van Gent is thans een voldongen feit. Dat men met de vervlaamsching van bo venaf begonnen is in plaats van benedenaf, mag voor velen zonderling schijnen, maar Gent was, zooals wij reeds zeiden, een sym bool en in dezen geest eischten de Vlamin gen, voor alles, dezen maatregel. Nadien kon worden gezorgd voor de volledige ver vlaamsching van het lager-, het middelbaar en het hooger middelbaar onderwijs, waar voor reeds sedert verscheidene jaren maat regelen waren getroffen die, tot op een ze kere hoogte, recht lieten wedervaren aan het beginsel moedertaal-onderwijstaal. Bij de politieke marchandage voor de vervlaam sching van Gent werd door de liberalen ge tracht, toch nog iets te redden van de frans- kiljonsche cntaardingsmiddelen en werd als voorwaarde gesteld, dat, bij de regeling van van de kwestie van het lager en middelbaar onderwijs, de rechten zouden worden erkend van de taalminderheden. Dit beteekende dat degenen die, in Vlaanderen, slechts met min achting op de volksbeschaving neerzien en weigeren zich aan te passen aan het milieu waarin zij leven, het middel zouden moeten hebben om hun kinderen buiten het volk op te voeden. Hier raakte men de kern van de kwestie, want steeds? zijn de zoogenaamde rechten van de taalminderheden in het on derwijs gebruikt geweest om alles te vernie tigen wat ten gunste van een Vlaamsch on derwijs aan Vlaamsche kinderen werd ge daan. Deze zoogenaamde rechten van enke len, die door hun maatschappelijke positie, bezittingen en invloed, dikwijls toonaange vend zijn, was oorzaak, dat vele Fransche klassen werden gevormd, waarin dan niet alleen de kinderen van deze taalminderheden terecht kwamen, maar ook de kinderen van Vlaamsche ouders, die niet de minste kennis hadden van Fransch, maar, in hun verblin ding, en gesteld op een goede toekomst voor hun kinderen deze de lessen lieten volgen van de Fransche klassen, Immers, deze wer den ook gevolgd door de kinderen van de toonaangevenden en heel de Staatsmachine was Fransch, zoodat de kinderen toch Fransch moesten kennen om in het leven te slagen. Het slot was. in de meeste gevallen, daf achterlijken werden gekweekt. De taal minderheden waren het bederf van het on derwijs, en dit werd dan aangevuld door de zoogenaame vrijheid van het gezinshoofd, die het recht zou hebben zijn kinderen naar een Fransche school te sturen, zelf, wanneer zij de Fransche taal niet machtig zijn. Men moet begrijpen dat deze vrijheid, die, bij normale verhoudingen, in zekere mate kan worden aanvaard, in Vlaanderen een gansch andere beteekenis had. Zij werd beïnvloed door een gansch stelsel van vooroordeelen, dwang, invloeden en machinaties zoowel van invloedrijke plaatselijke personages als van schoolbesturen, die munt sloegen uit dezen toestand voor de concurrentie tusschen vrij en openbaar onderwijs. De vrijheid van het gezinshoofd werd aldus een ijdel woord. Gaf een openbare school onderwijs in het Ne- derlandsch, dan gaf de vrije katholieke hoofd' °P- - Toch niet dit Peg Woffington? Ik begrijp u niet. Wat bedoelt u? Ik denk aan die Peg Woffington, die zulke leuke dingen schrijft over de mode en er zulke aardige krabbels bij geeft. PinSen en krabbels, dat klinkt vriende lijk. nep de andere uit, maar ze was beschei- \cn ^en0e^ 0in z'cd nmt gekwetst te gevoe- f.n n?'ln naam is Sheila Curtis ■7- Pn doe* 11 'ets voor den kost? m^cP'dert u? Is u bij het tooneel? Neen. ik ben kantoorbediende. Laat ik juister zeggen: ik was het .En in een bui van overmoed liet zij er op volgen: juist toen ik u ontmoette had ik de bons gekregen! 77 Wat een geluk voor mij, anders had ik hier alleen moeten lunchen. Ben ik erg on bescheiden wanneer ik vraag, varom u de bons heeft gekregen, juffrouw Curtis? Omdat ik parels heb gestolen, naar men beweerde. Op dit oogenblik deed de houding van Peg Woffington denken aan die van den vriende lijken priester, die, wanneer een moordenaar hem in zijn verwarring opbiecht: „Vader, ik heb een moord gepleegd!' met minzame wel willendheid daarop de vraag laat volgen: „Zoon, hoe vaak?" Terwijl zij wat zout ovei haar aardappelsalade strooide vroeg zij vriendelijk: Parels gestolen? Te done! En heeft er veel gekaapt? Geen een, verklaarde Sheila met een glimlachje, terwijl zij zich gesterkt gevoelde door het maal, dat zij waarlijk wel noodig had gehad, niet minder evenwel door de vriendelijkheid waarmede zij werd bejegend Geen enkele parel, maar dat maakt geen verschil. Men taxeerde de waarde ervan Op zeven duizend pond. Men wie zijn dat? Dit is mijn firma, mijn voormalige fir ma, antwoordde Sheila. En met het zeer men- school dikwijls onderwijs in het Fransch, dit om de ouders te kunnen voorhouden: Uw kinderen zullen bij ons goed Fransch lee- ren, stuur ze bij ons. Het omgekeerde ge beurde ook en zoo beleefde men het geregeld dat jongens in het Nederlandsch les kregen, terwijl hun zusjes in het Fransch werden on derwezen! Van de vrijheid, voor een Vlaamsch gezinshoofd, om zijn kinderen in het Nederlandsch op te voeden, was bij dit alles geen sprake. De hervorming op een gezonde basis was dus een van de hoofdpunten van het pro gramma van elke Vlaamsche partij. Bij de samenstelling van de huidige regeering-Ren- kin, heeft de kwestie tot lastige onderhande- lïgen aanleiding gegeven met de liberalen, maar deze hebben er tenslotte toch moeten in berusten, dat geen enkel Vlaamsch volks vertegenwoordiger rechten wilde erkennen van de zoogenaamde taalminderheden. En bij den aanvang van de bespreking van 't ont werp in den Senaat werd door de oppositie zelf verklaard, dat zij van deze kwestie geen partijkwestie wenschte te maken en mede zou werken om een bevredigende oplossing tot stand te brengen. 1 Iet werd dan ook goed gekeurd met 108 stemmen tegen 11 en 8 ont houdingen. De basis van het ontwerp is dat, in beginsel, de streektaal onderwijstaal wordt: Nederlandsch.in Vlaanderen, Fransch in Wallonië en Duitsch in de Duitsche ge meenten van het Rijk. Indien een groep ouders, die te zamen ten minste 25 school plichtige kinderen hebben, den wensch te kennen geven, dat een leergang van de twee de taal wordt ingericht, dan moet dit, inge volge de wet, gebeuren. Deze leergang is dan evenwel niet verplicht voor de andere kinde ren. Hierbij dient opgemerkt, dat in Vlaande ren op 3.600 scholen 2.800 een dergelijken leergang hebben. Wat de minderheden be treft, bepaalt de wet, dat de schooloverheden een school kunnen oprichten voor deze kin deren indien hun aantal voldoende is, maar evenwel met onderwijs van de streektaal in die mate, dat de leerling in staat is om, na het lager onderwijs, bijv. vakonderwijs te ge nieten in de taa'. van de streek. Dit zijn de z.g. transmutatieklassen die, in den geest van de wet, de Franschsprekenden in Vlaan deren aan hun milieu moeten aanpassen evenals de Vlaamsche kinderen in Wallonië. In de tweetalige gemeenten, als te Brussel en op de taalgrens, wordt het tweetalenstel sel gehuldigd en wordt het onderwijs zoo op gevat dat, op 14 jaar, het kind zoowel Fransch als Nederlandsch moet kennen. De goede toepassing berust op een stelsel van controle door de schoolhoofden en de in specteurs van de regeering, van de verkla ringen van het gezinshoofd, betreffende de taal die het kind spreekt. Deze inspecteurs zullen benoemd worden volgens een lijst van candidaten, voorgesteld door de Vlaamsche Akademie. Hierin is nog niet alles, zooals het- zou behooren te zijn. Maar toch is er reeds een groote verbetering. Van Vlaamsch- nationalistische zijde wordt de wet niet als een overwinning beschouwd de Vlaamsch -nationalistische senatoren onthielden zich bij de stemming en verklaart men dat slechts één formule goed is, n.1. deze, welke bepaalt dat alle onderwijs aan leerplichtige kinderen in het gebied ten Noorden van de taalgrens moet worden gegeven in het Neder landsch en geen tweede taal mag worden on derwezen voor het zevende jaar. Het is ongetwijfeld te betreuren dat geen sanctiemaatregelen zijn bepaald tegen de schooloverheden die, bijv. in strijd vooral met den geest van de wet,*Vlaamschspreken de kinderen in Fransche klassen zou plaat sen en ook dat een amendement van sena tor Vermeylen werd verworpen, luidende dat niemand mag worden benoemd om in de taal der streek te onderwijzen, indien uit zijn diploma niet blijkt, dat hij zijn examen heeft afgelegd in de taal van het onderwijs dat hij moet geven. Deze en nog enkele andere bij zonderheden laten de deur open voor mis bruiken. De vraag is, in hoeverre 't toezicht, dat door de wet wordt aangegeven, dit zal kunnen beletten. Elk jaar moet aan het par lement over de resultaten van het toezicht, verslag worden uitgebracht. Van de controle //c/21loop end- tf zersterfc schelijke verlangen van een eenzame ziel, die- in langen tijd niet in aanraking is geweest met haars gelijken, om haar hart eens uit te storten, vertelde zij haar nieuwe vriendin pre cies al wat haar op het kantoor van Mac- kenzie en Moss was overkomen, met weg lating alleen van de namen. Prachtig, merkte de schrijfster over modes op, terwijl zij daarbij waardeerend knikte. Ik houd, liet zij er op volgen met die losheid waar achter een scherp en gezond verstand schuil ging, van zoo'n „Roman po- licer"! Maar wat is er het slot van? Natuur lijk zijn we nu pas aan het begin. Doch vast en zeker zullen ze sjroedig uitvinden wie de werkelijke dief is. Sheila keek haar met een glimlachje aan. Niet waar? Dat wilde u toch zeggen? Ik wou alleen zeggen, dat u, juffrouw Woffington, het dus voor waar aanneemt, dat ik het niet ben. Wat niet bent? De dievegge. Zeg nu geen malligheden, kind! Jri, u denkt, dat het met mij heelemaal in orde is Neen, dat denk ik niet, dat weet ik, antwoordde Peg Woffington op ernstigen toon. Hoe weet u dat? Dat zou ik u niet kunnen zeggen. Maar wel weet ik, dat u evenmin in staat is om parels te stelen als dat ik nu, dat ik een hond zou kunnen vergiftigen! U gelooft me dus op mijn woord? zei Sheila zacht, terwijl haaf gedachten terug gingen naar den man, die verklaard had dat niet te kunnen doen. Zeker. En, vervolgde zij, ik geloof, dat u een eisch tot schadevergoeding zou kunnen instellen wegens laster, aantasting van uw goeden naam of iets dergelijks. Ik gevoel er bitter weinig voor hem nog eens in mijn leven te ontmoeten, zelfs in de rechtszaaL zal veel afhangen. In Vlaamsche kringen meent men niettemin dat de wet een stap vooruit is in de goede richting. Consultatie-bureaux. I. Van medische zijde wordt nog al eens be zwaar gemaakt tegen het verkondigen van geneeskundige zaken in door het groote publiek regelmatig gelegen dag- en week bladen. Deze klacht is gerechtvaardigd, wan neer onderwerpen behandeld worden, die door den doorsneelezer niet begrepen of althans niet met de noodige critiek gelezen kunnen worden. De scheeve voorstellingen, welke dan ontstaan, zullen zonder twijfel dikwijls schadelijk kunnen werken. De er varing bij het schrijven van welhaast 250 brieven heeft mij afdoende geleerd, hoe moei lijk het in vele gevallen is, de juiste maat te houden in het kiezen van onderwerpen, die misschien eenig nut kunnen doen en het vermijden van alles, wat niet geschikt of zelfs schadelijk voor den niet-deskundigen lezer kan zijn. Het onderwerp van dezen brief behoort zonder eenigen twijfel tot de eerste groep. Sedert het eind van de vorige eeuw zijn tal rijke consultatie-bureaux (in het vervolg aan te duiden door c.b.) opgericht en een groot deel van ons volk komt er mee ir. aanraking. Ik vermoed, dat de titel alleen reeds vol doende zal zijn voor menigen lezer, om be langstelling te wekken voor hetgeen volgt. Hoewel ik er vroeger ook al eens over ge schreven heb, gaf het rapport van een com missie der Ned. Maatach. v. Geneeskunst ge- reede aanleiding, het nog eens te doen. Het is een doorwrocht stuk, waaraan drie jaar gewerkt is. De aanleiding was een geschil in 1928. Het c.b. achtte voor een patiënt sana torium-opname gewensent, de huisarts vond een ziekenhuis beter. Vertraging in de be handeling was het gevolg. Voor den patiënt zouden hieruit nadeelige gevolgen hebben kunnen ontstaan. Zoo blijkt reeds aanstonds, dat het publiek bij deze kwestie belang heeft. Er zijn verschillende soorten c.b.: tuber culose, zuigelingen, kleuters, moeilijke kinde ren, lichamelijk gebrekkigen. kanker, alcoho lisme, zenuw- en zielsziekten, geslachtsziekten, onderzoek voor het huwelijk en misschien nog wel meer. De algemeene bedoeling, waarvan de op richting uitging, is voor allen vrijwel de zelfde. Men bespeurde een tekort in de be strijding van vele ziekten, dikwijls werd niet tijdig ingezien, dat geneeskundige hulp noo- dig was, zoodat pas te laat duidelijk werd, dat het goede tijdstip voor doelmatige be handeling reeds voorbij was, voorbehoeden de maatregelen konden door onwetendheid niet op tijd genomen worden en wanneer bij zondere maatregelen in een gegeven geval noodzakelijk waren, wist men niet den goeden weg om daartoe te geraken. Het c.b. tracht dus. door aan al deze bezwaren tegemoet te komen, de volksgezondheid te verbeteren. Aldus beschouwd, zou men dus meenen, dat iedereen, zonder uitzondering, deze in stellingen een goed hart zou toedragen niet alleen, maar naar vermogen tot hun ontwik keling en bloei zou wenschen bij te dragen In de eerste plaats mag dit van de artsen wereld verwacht worden, maar wij zullen zien, dat hieraan nog wel iets ontbreekt. Met een oppervlakkig cynisme oordeelende, zou men kunnen zeggen, dat, indien alle huis artsen hun plicht deden, de c.b. overbodig zouden zijn. Alles wat het c.b. doet. kan de huisarts ook. Hij kan in de gezinnen waar hij geregeld practiseert. de voeding en ver zorging van den zuigeling regelen, hij kan toezicht houden op de ontwikkeling van den kleuter, hij kan bij het geringste teeken van tuberculose dadelijk ingrijpen, zoowel wat de behandeling van den patiënt als de voor behoeding van de overige gezinsleden be treft, hij kan bij de andere genoemde afwij kingen, zooals lichamelijk gebrekkigen, al coholisme, kanker, zenuwstoornissen, zooal niet zelf optreden, dan toch die inrichtingen of specialisten aanwijzen, waar hulp te ver- Het zou voor u een rehabilitatie zijn, daargelaten de vergoeding in. geld, welke u zoudt ontvangen. Het zou hen ten minste overtuigen van uw onschuld Al mijn woord hen niet heeft kunnen overtuigen, zou ik niet willen, dat zij langs anderen weg moesten worden overtuigd. Dat ben ik wel weer met u eens. Intusschen, liet Sheila er met gedemp te stem op volgen, heb ik niet de flauwste idee hoe het verder met me moet gaan Op vriendelijk beknorrenden toon ant woordde Peg Woffington: Maar dat heb ik toch al gezegd, kind! Je gaat morgen met mij mee naar Parijs. Neen, ik maak geen grapjes, liet zij er op volgen als antwoord op den ongeloovigen blik van Sheila. Ik meen het in allen ernst: Toen ik daar straks op de stoep van je kippenhok zeide, dat ik je met me medenam, wist ik heel goed wat ik wilde Een mensch heeft soms van die plotselinge ingevingen, gevoelt, dat men zich aan een misdaad schuldig zou maken, zoo men de ge legenheid liet voorbijgaan om een bevriende ziel te winnen. Sheila kreeg een kleur van opwinding, ter wijl haar gastvrouw vervolgde: Ik was eerst van plan je als mijn gast mede ten nemen, maar zou het je niet toe lachen langer tijd bij me te blijven, b.v. als mijn kantoorjuffrouw? Waarom zou je dat baantje niet even goed bij mij kunnen vervul len als bij die lui van Mackenzie en Moss? Neen, ik men het, het is een volkomen zakelijk voorstel. Ik wil hetzelfde salaris betalen als die heeren ongerekend kost en inwoning. Ga je mee? Sheila zette groote oogen op. Is het u ernst? Waarom zou ik iets zeggen wat ik niet meen? Maar Er is ruimte te over in mijn woning te Parijs, beste kind. Er zijn drie appartemen ten in 't huis. Een kunstenaar heeft er een fan, een operazangeres heeft het andere be- wachten is Wanneer derhalve een c.b. noo- dig is, heeft hij dit aan zich zelf te wijten. Het c.b. moet opkomen voor zijn verzuim Deze voorstelling, al schuilt er misschien een kern van waarheid in, is natuurlijk sterk overdreven. En ook niet geheel juist en recht vaardig. Wat in iemands vermogen ligt, kan hij daarom nog niet altijd practisch uitvoe ren en toepassen. Wat in den ouden tijd regel was, dat de huisarts, tevens huisvriend; niet afwachtte, tot hij geroepen werd, maar de familie bezocht en raad gaf, zoo dikwijls en wanneer hij het noodig vond, komt moge lijk nog sporadisch, maar over het geheel ge nomen, niet meer voor. Bij kleine afwijkin gen laat men hem thuis, behelpt zich met huismiddeltjes of*aalt iets bij den apotheker of drogist, om van grovere kwakzalverij' maar niet te spreken. Doch er is meer ver anderd. Om bij tuberculose te blijven, de noodzakelijkheid der c.b. werd voornamelijk gevoeld, zoodra het gelukte, de ziekte reeds in het allereerste stadium te herkennen. Dit is evenwel niet gemakkelijk. In de beste sanatoria komt het voor, dat eerst na een onderzoek, dat dagen en weken kan duren, door physisch en röntgenologisch onderzoek, door het doen van talrijke huidreacties, bloed onderzoek enz. de diagnose gesteld wordt. Den huisarts ontbreken de hiervoor noodige tijd en hulpmiddelen. En ook het c.b. is in den regel beter toegerust dan de huisarts, waar bij nog komt, dat uit den aard der zaak de aan het c.b. werkzame arts zich onwillekeurig tot specialist ontwikkelt en beter tot oor- deelen in staat is. Alweer kan men zeggen, dat de huisarts toch zeker zijn patiënt, die door hem niet nauwkeurig genoeg kan worden onderzocht, zelf naar een specialist met meer ervaring en hulpmiddelen zal doorzenden. De ervaring leert helaas, dat dit niet altijd het geval is. Vooral toen de c.b. pas waren opgericht, kantten verscheidene artsen zich heftig daar tegen en dat desniettegenstaande de toeloop steeds aangroeide, was waarlijk niet aan de artsen te danken. De meeste patiënten kwa men uit zich zelf. Zij schenen het belang der c.b. w e 1 in te zien. Er waren, en helaas moet gezegd worden: er zijn nog altijd enkele artsen, die hun patiënten als een soort pri vaat bezit beschouwen, waar een ander niet aan raken mag. Daar zullen er zeker onder zijn, die voor zich zelf overtuigd zijn, dat zij het minstens even goed, zelfs beter dan dat vreemde c.b. kunnen en dat elke neiging tot neringziekte hun vreemd is, maar als regel zal hun houding toch niet in het belang der patiënten zijn. Gelukkig is de tegenstand sterk afge nomen en over het algemeen kan thans van een gelukkige samenwerking tusschen het c.b. en den huisarts gesproken worden. Al leen de vrees, dat het c.b. de patiënten aan hun behandeling zal onttrekken, is nog niet verdwenen. Het rapport levert hiervan dui delijke bewijzen. De volkssanatoria voor tuberculoselijder# hebben veel. tot den bloei der c.b. bijgedra gen. In den aanvang moest bii de opname worden afgegaan op het attest van den huis arts of het geval wel geschikt was voor sanatoriumbehandeling. Al spoedig bleken de huisarts en evenmin de hier en daar door het sanatorium aangewezen raadgevende artsen, in staat om de voor dat oordeel noodige ge gevens met voldoende zekerheid te geven. De c.b. waren daarvoor een groote verbetering. Toen de Invaliditeitswet aan de Rijksver zekeringsbank het recht gaf, op voorstel van de Raden van Arbeid bepaalde patiënten voor hare rekening in een sanatorium te laten be handelen, werd door deze lichamen al spoe dig zoo goed als uitsluitend afgegaan op het oordeel van de c.b., waardoor hun positie belangrijk versterkt werd. De tegenstanders moesten wel water in hun wijn doen. Zij za gen in, niet tegen den stroom op te kunnen roeien. Maar dat dit niet zonder verzet ging, 'blijkt uit het genoemde geval, dat aanleiding tot het rapport gaf. De organisatie, welke voor de behandeling van den patiënt instond1, wenschte neutraal te blijven en bleef dus werkloos na de beide elkaar tegensprekende trokken en ik bewoon het derde appartement. Ik kan je een ruime kamer op de zolderver dieping geven. In mijn appartement kan ik een jong meisje voor allerlei gebruiken. Ik heb dikwijls meer aan de hand dan ik af kan. Ik zou je b.v. een boel van mijn geschrijf kun nen dicteeren je zoudt heel wat bood schappen voor me kunnen doen mijn af spraken met courturières kunnen noteeren, me vergezellen naar de groote magazijnen, bij gelegenheid met met naar premières gaan, met den hond gaan wandelen als ik het te druk heb. (Ja, ik heb ook te Parijs een hond. Ik heb nooit zonder hond, niet waar Emma?) Je zoudt honderd en één dingen voor me kunnen doen. We zouden het erg prettig en gezellig kunnen hebben. Je moet met me mede gaan, besluit er maar dadelijk toe. Afge sproken? Het is een ingeving des hemels, stamel de Sheila. Het is te mooi. U is een barmhar tige Samaritaan voor me. Maar maar stel u eens voor, het kon best het geval zijn, dat ik geen Sheila Curtis heette. Waarom zou ik niet San lrancisco Annie of Chicago Blan- che of een andere pareldief kunnen zijn? Zeker, dat klinkt wel mogelijk, maar ik weet beter, omdat ik, zooals ik reeds zeide, genoeg menschekennis heb om me niet te ver gissen. Nog steeds in de war door den onverwach- ten keer in haar lot, wijdde Sheila den avond aan het pakken van haar boeltje, dat gedu rende een half jaar haar woning was ge weest, en den volgenden morgen stond zij in 'haar mantel, met haar nauwsluitend hoedje, haar zwarte kaplaarsjes en met een gelaat van vroolijke verwachting op het perron van het Victoriastation. Weldra voegde Juffrouw Woffington zich bij' haar, gehuld in een bontmantel, met dë noodige bagage, die haar allerhartelijkst begroette. Daarna volgde de reis door het modderige Kent, de aankomst te Dover, de drukte om aan boord van de boot te komen. x (Wordt vervolgd). A,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5