VRUCHTEN TRUFFEL REEPEN dé ooijjiti: oi JfawiucicuiC Tlieuws Ooinaetdand 'Londensch aanteekenboek NIEUW! Uitsluitend Verkrijgbaar in Sinaasappel, Anana Hollandse h- Zwitsersche Reepen s, adviezen. Het slot was, dat de familie den 'huisarts bedankte en toen pas opname in het door het c.b. noodig geoordeelde sanatorium plaats vond. Het rapport is belangrijk genoeg om er meer algemeene bekendheid aan te geven. In mijn volgenden brief hoop ik er daarom uit voerig op in te gaan. H A S SCHAGEN. Aanbesteding. Door het bestuur der woningbouwvere niging „Goed Wonen" te Schagen is op Za terdag 1 Aug. 1931 aanbesteed in het lokaal van den heer Roobol: Het bouwen van 16 arbeiderswoningen, aan 4 blokken, met dub bele schuurtjes, met verdere bijbehoorende werkzaamheden aan de Lauriestraat te Scha gen. Ingekomen 34 biljetten. Laa'gste in schrijver: Gebrs. A. en B. Stegink, Eindho ven, 36500. Hoogste inschrijver P. Veenis Wzn. te Amsterdam voor 50312. De begrooting van den bouwkundige S. Vis te Oudkarspel bedraagt 41600. De gun ning is nog niet bekend. EGMONDBINNEN. Zondag behaalde de fanfare „Eensge zindheid" op 't nationale fanfarecorpsen te Nieuwerdam-Amsterdam met 105 punten 'n tweeden prijs in de superieure eere-afdeeling. Op dezen concoursdag werd in den con certwedstrijd slechts één eersten prijs toege kend. SCHERMERHORN. De visscher K. Beets alhier haalde uit het Water een paling van ongeveer 3 pond, wel ke gestikt was in een rat. De rat zat hem nog geheel in den bek. WARMENHUIZEN. Landdag van het Hollands Stu- dentengilde Sint leroen. J.l. Zondag hielden de leden van bovenge noemde vereeniging hun eersten landdag al hier. Vanuit hun kampeerplaats te Groet kwamen zij in den voormiddag per rijwiel hier aan. Begunstigd door het mooie zomerweder kwamen zij met drie vaandels voorop het dorp binnen. Na de mis in de r.-k. kerk te hebben bijgewoond, werden zij daarna door B. en W. op het gemeentehuis ontvangen en door den burgemeester toegesproken, waarop door een der heeren studenten geantwoord .werd. Daarna werd een foto genomen van de club met B. en W. in hun midden. In den namiddag had er een vergadering plaats in het Patronaatsgebouw, waar als spreker optrad Rector Reijmers met als on derwerp „De emancipatie der katholieken in Holland". Vervolgens werden eenige liederen gezon gen waaronder ook het Wilhelmus en werd toen het tooneelstuk opgevoerd door de hee ren studenten van Krelis Louwen, of Alex- ander op het poëtenmaal" van Pieter Lan- gendijk, onder leiding van pater A. de Wit s.j. Dit blijspel in drie bedrijven werd keurig door hen gespeeld en kwam daarbij de mooie kleeding zeer tot uiting. Met dit stuk- kwamen de lachspieren los en was het de spelers aan te zien dat zij hun jool in de va- cantie met dit stuk naar voren brachten. De pastoor sprak daarna nog een geestig woord van dank tot de studenten, voor de eer dat zij voor den eersten landdag War- menhuizen hadden uitgekozen, hij hoopte dat zij dankbare herinneringen van deze plaats zouden medenemen. Als blijvende herinne ring schonk hij hun een zilveren kruis voor een der vaandels. Deze onderscheiding werd door een der heeren in dank aanvaard. Vervolgens had op het voetbalterrein een partijtje voetbal plaats door de plaatselijke vereeniging Vios en de studenten club, wat in het nadeel der laatstgenoemde club uitviel met 7—0. Na afloop daarvan had nog een gezellige bijeenkomst plaats van de studenten met de Vios-mannen. De heeren werden 's avonds .uitgeleide gedaan met de fanfare voorop en het slot van dezen aangenamen dag was een rondedans van de heeren met de muziek ln hun midden. (Van onzen Londenschen correspondent.) Oorlog het snoeimes der natuur. De universiteit van Aberdeen heeft dezer flagen haar nieuwen rector benoemd. Het is een jaarlijksche benoeming. En het gebruik wil dat deze nieuwe rectoren hun posten aanvaarden met een rede welke door inhoud, leering en vorm uitmunt en daarom 'n voor beeldige herinnering kan blijven voor de studenten, die de wereld ingaan. De nieuw benoemde rector van de genoemde Schotsche universiteit is prof. Sir Artur Keith, naar u bekend zal zijn een anthropoloog van erken de verdienste. Helaas zou het niet passenc zijn geweest indien deze wetenschappelijke schoenmaker zich in zijn rectorale rede bij zijn wetenschappelijke leest had gehouden en b.v. een voordracht had geleverd over den oorsprong van den mensch, een onderwerp waarover hij niet slechts bevoegd is te praten maar waarover hij zeker hoogst belangwek kende mededeelingen zou hebben gedaan. Dat kon echter niet. Deze wetenschappelijke (soms letterkundige) heeren moeten in hun rede een algemeen onderwerp behandelen en liefst een onderwerp, dat in de voorstelling en de kenschetsing goede leiding kan geven aan jonge gemoederen. Volgens de vredes vrienden van Engeland en hun aantal is groot heeft professor Keith dat allerminst gedaan. Alle menschen, die het goed met de wereld meenen, moeten over deze rectorale uitlating tén zeerste teleurgesteld zijn ge weest. „De natuur houdt haar menschelijken boomgaard gezond door snoeien", verklaar de de professor. „En de oorlog is haar snoei mes". En om de zaak buiten allen twijfel te beklinken voor zijn jeugdig gehoor, voegde bij er aan toe: „Wij kunnen de diensten van den oorlog niet missen". En dit na alle recente vredesbetoogingen. Macdonald heeft nog slechts luttele dagen geleden een tijd geschilderd, „waarin de na ties tot elkaar kunnen komen, zelfs niet den kend aan oorlog maar het als vanzelfspre- kend aannemend dat oorlog uit den tijd is Henderson heeft in de duidelijkste en krac ï- tigste taal de laatste weken herhaaldelijk be toogd, dat het voor het behoud van de menschheid noodzakelijk is, dat oorlog tot het verleden behoort. Een man, die blijkens de resultaten van zijn bijzondere studiën zijn hersenen zoo voortreffelijk kan gebruiken, moest er zich voor schamen zulke domheden te verkondi gen. Want niet alleen was de toon en de in- houd van deze rede jammerlijk, de logica van zijn redeneering was (gelukkig overi gens) volstrekt zoek. De analogie van het in dividu voor wien de wet den oorlog reeds heeft vervangen, levert een juist bewijs voor de stelling dat „de natuur" niet oppermach tig is in haar omgang met de menschen. En hoe moet men die „gezondheid" en dat „snoeimes" zien in het licht van de voorstel lingen van even knappe zoo niet knappere menschen dan de heer Keith, die ons vertel den dat een toekomstige oorlog, op de schaal en met de machtsmiddelen die kunnen wor den verwacht, de vernietiging van onze be schaving zou beteekenen? Er gaat geen dag voorbij in het leven van deze natie, als in dit van andere naties, waarin niet met rechtmatigen trots wordt gehoord, dat men de zooveelste „overwin ning op de natuur" heeft behaald. Zouden wij, bij al deze overwinningen dan maar klakkeloos aanzien, dat die zelfde natuur „hutspot" van ons maakt, wanneer het haar zoo gevalt? De bekende Engelsche dichter John Drink water heeft terstond na kennismaking met deze zonderlinge uitspraken van een geleer de een protest in dichtvorm het licht doen zien. In dat gedicht vraagt Drinkwater of de professor weet, dat „nature has the natu re that we seek", dat de natuur haar richt snoer en haar neigingen ontleent aan de woorden die de mensehen spreken, dat elk woord voor vrede leven, en dat elk woord van oorlog dood beteekent. Tenslotte raadt de dichter den professor aan in God's naam zijn mond te houden indien hij geen beter evangelie heeft voor de zielen der studenten. Zeer opgewekt maar niet erg wetenschap pelijk vergeleek de professor de verschillende rassen der wereld met voetbalelftallen. Hij zag in zijn vergelijking geheel over het hoofd dat rassen zich niet van hun huiden kunnen ontdoen, niet van kleur kunnen ver anderen, zooals de voetballers, die slechts de eene kleurige jersey voor de andere be hoeven te verwisselen. Nochtans trok de ge leerde uit dit valsche beeld conclusies over den eeuwig conflicten zoekenden geest der menschheid. Dat onze beschaving juist bestaat en groeit door de menschelijke rede. die „natuurlijke ontwikkeling" haar banen aanwijst, is blijkbaar geheel aan de aan dacht van dezen geleerde ontsnapt. Het be kende weekblad „The New Statesman" is zoo verstoord over de professorale enormiteiten, dat 't blad niet kan nalaten te schrijven, dat geen geleerde zich ooit zoo belachelijk heeft gemaakt als deze prof. Keith. Londen's Lido weer in opspraak. Men zegt van Bernard Shaw, dat deze in al zijn uitlatingen bij vele groepen menschen een geest van verzet wakker port. Dit schijnt op andere wijze ook het geval te zijn met den braven minister Lansbury, die verant woordelijk is voor de stichting van een open bare zwemgelegenheid in de Serpentine van Hyde Park, die men in spottend gevlei Lon den's Lido heeft gedoopt. Toen Lansbury dit plan doorzette kreeg hij alls „nice people" van Londen tegen zich. De „nice people" zijn niet zoo zeer de echte „nice people", dat wil zeggen de menschen van goede manieren en burgerzin gesteund door persoonlijke wel vaart, als de lagere soort die een gansch verkeerde opvatting heeft van de levensma nieren en inzichten van de echte „nice peop le" en die meenen, dat zij ook voor echt „ni ce" zullen worden aangezien, indien zij maar hard genoeg afgeven op de gedragingen van de vulgaire massa. Van deze onverdraag- zamen moest de goede heer Lansbury veel meer hooren dan van de werkelijk beschaaf de standen, die uiteraard juist wel ver draagzaam zijn. Verzet van hen, die het gewone volk in zijn vermaak de atmosfeer van het deftige Hyde Park niet wilden laten bederven en verzet van hen, die zich op zwakke gronden opwerpen als verdedigers der openbare zedelijkheid, heeft, naar be kend, geen uitwerking gehad. De Lido van Londen is er gekomen. Erg idyllisch was het er inderdaad niet. Deze vrijplaats voor zwemmers en zwemsters lokte veel ongema nierd volk aan, dat de tractatie van hun mi nister voor openbare werken slecht bleek te waardeeren. Zij stelden zich soms ergerlijk aan, gingen zich te buiten aan grove grap- j>en en bedierven de vreugde van het water door het al te overvloedig met sinaasappe len- en bananenschillen te decoreeren. Maar de minister antwoordde op het hatelijke „zie je nu wel?" van zijn critici, dat het gedrag der Lido-bezoekers wel beter zou worden wanneer zij er zich zoogezegd ingezwommen zouden hebben en de exaltatie van de nieu wigheid zou hebben plaatsgemaakt voor de stille bezonkenheid der ware vreugde. Ik herinnert mij niet want dit alles dateert van een jaar geleden of de minister voor zijn vertrouwen in het volk beloond is Maar nu heeft hij het zoo waar weer ver korven en bij niemand minder dan den Earl van Harewood, den echtgenoot van de dochter des konings. Deze Earl is volgens de in Engeland geldende criteria „one of the first gentlemen" van 't land. En zijn woor den hebben dus gewicht te meer daar hij zich maar zelden over openbare aangelegenheden laat hooren. De Earl heeft zich gestooten aan de schermen, die in de zwemplaats zijn aan gebracht om tegemoet te komen aan hen die zich gezamenlijk voor 't oog van den gaan- oen en komenden man in 't nat vermaakten Zoo ziet men dus hoe de min. Lansbury deze discipel van de beweging voor een onee- wekter, blijer en kleuriger .Londen, als Ber nard Shaw den geest van verzet wakker wordt port in de verschillende groepen van de bevolking. De Earl heeft zich niet uitge laten over het doel der schermen maar over in 4 smaken Frambozen, Citroen. de schermen zelf, die hij in het park een „eye sore" vindt, dingen die het oog zeer doen. De Earl van Harewood behoort althans tot die „nice people" van als zoodanig onbetwis- ten staat, die grauwheid en grijsheid, de do- mineerende tinterf van het aangezicht van Engeland, niet wenschen prijs te geven. De schermen van de Lido van Londen zijn hem een „eye sore", aangezien ze gestreept zijn in vlammende kleuren van oranje (misschien geïnspireerd op de sinaasappelschillen van verleden jaar) en vermillioen. En de bra ve Lansbury krijgt het weer op zijn gedul dig grijs hoofd. Gelukkig vindt hij de kranten, die de zaak besproken hebben, aan zijn zijde. En ook de paarden van Rotten Row, die op een morgen dat ik het tooneel ging aanschouwen, even rustig en voor naam als steeds hun ruiters over den rullen grond droegen en geen schijn van neiging vertoonden om door de schrikbare kleu ren van de zwemschermen in 't water op hol te slaan. Ook de duiven in de boomen kirden met dezelfde tevredenheid en zelf genoegzaamheid van vroeger. Neen de Earl krijgt weinig steun voor zijn veront waardiging. En inmiddels heeft de minister Miss Dorothy Ward, die de „Belle of New- York" is en bijna even sierlijk duikt en zwemt als onze zus Braun, weten te bewegen een middag van het tooneel van de Win ter Garden af te stappen en het goede volk van Londen in zijn Lido een proefje te ge ven van zwemmen en vrouwelijke schoon heid. En het spreekt vanzelf, dat de Lido van nu af iets van den luister van de „Bel le of New-York" zal bewaren in zijn aspect en dat de zwemlustigen dit fijne dametje indachtig zullen zijn, wanneer zij er zich verfrisschen. En laten wij hopen, dat hier mede nu alle critiek verstomd is. Rpieven uit RusBand Russisch Turkestan. (Nadruk verboden). In de zomermaanden ontwaakt bij den modernen mensch het instinct van den zwer ver, den nomade. De gehechtheid aan het geregelde leven, aan de vaste woonplaats, die in de wintermaanden zoo sterk is, wordt zwakker, bij velen ontstaat het verlangen naar een kamp, naar primitieve levensom standigheden, de zucht naar avonturen. Wie maar kan, verlaat zijn stad of dorp en trekt naar het buitenland, er ontstaat een soort moderne volkerenverhuizing. In dien tijd ontwaakt ook de belangstel ling voor de verre landen, vooral voor die onbekende streken, welke de Westerling al leen uit boeken kent en waarvan hij uit *den aard der zaak een eenigszins te romantische voorstelling heeft. De Westerling denkt dan veel aan het Oosten, dat hij zich voorstelt naar de films en de Engelsche romans. In werkelijkheid is het Oosten echter geheel an ders, prozaïscher, maar tevens ook interes santer, veel belovend. Over een dergelijk Oostersch land met een geweldige toekomst en indrukwekkend verle den, Russisch Turkestan, wil ik nu den lezer het een en ander vertellen. De lezer moet echter beginnen met de voorstellingen uit de verhalen van „Duizend en een Nacht" en de z.g. Oostersche films, made in U.S.A., op te geven Russisch Turkestan is een uitgestrekt land in Midden-Azië ten oosten van de Kaspische Zee, het grenst aan Perzië, Afghanistan, Britsch-Indië en China. Exotischer kan men dus moeilijk iets bedenken. Het is een "der oudste centra van beschaving, de bakermat van verschillende volkeren, een land dat veel groote veroveraars had aanschouwd, dat vele geweldige overwinningen en ontzettende ne derlagen heeft gekend, in vroegere eeuwen een der rijkste en bloeiendste landen der we reld, nu een arm en verlaten land, dat echter o-nieuw in het begin van een nieuwe bloeipe riode staat. Het is een land waar het verleden en he den, beschaving en barbarij, schoonheid en afzichtelijkheid op een phantastische, onge looflijke wijze vermengd zijn. Het land is voor een groot gedeelte woest en onherbergzaam, de bergen zijn majestu eus, de bergkloven zijn romantisch. Het landschap in het ontzagwekkende gebergte van Aj-Dere, de Maanbergen, het Dal des Doods behoort tot het imposantste van het geen wij op onze planeet kunnen aanschou wen. Eindeloos strekt zich de barre woestijn uit en bedreigt den moedigen reiziger met den dood. Maar de mensch laat zich niet af schrikken door de bergen van door de zon verbleekte beenderen van kameelen, schapen, paarden en menschen, die zoo onheilwekkend schemeren in den tooverachtigen schijn van de maan. De karavanen verlaten telkens weer de dorpen en trekken door de onherbergzame woestijn naar Afghanistan, China, Perzië. Sommige reizigers bereiken hun doel, ande ren vinden een vroegtijdigen dood in de woestijn tijdens een der ontzettende zand stormen of bij een schermutseling met de roofzieke nomaden, die de woestijn nog steeds onveilig maken. Maar in de woestijn bevin den zich oasen, die den reiziger lokken door den bedwelmenden geur van hun tuinen, door de koele bronnen. En aan den zoom van de woestijn strekken zich vruchtbare stre ken uit. De woestijn. Bij een Westerling wekt dit fascineerende woord zooveel gedachten en voorstellingen. Maar de woestijn is niet zoo als de Westerling denkt, zij is lang niet zoo romantisch en aantrekkelijk. En nomaden, die met hun kudden door de woestijn en de waterarme steppen aan den rand ervan zwer ven, lijken in het geheel niet op die gelukki ge oosterlingen op de vurige paarden, in ro mantische gewaden, die ge op de films ziet. Hun onafhankelijkheid, ridderlijkheid, lenig- rW uw"2* Zr'n ,Pro<Wt van de phantasie er Westerlingen. Het leven in de woestijn is hard en vol ontberingen. Het voedsel van deze menschen is uiterst sober en lang niet altijd in eenigszins toereikende mate te vin den. De nonjade moet zich met zeer weinig weden stellen. De woestijn bezorgt den in woners scorbut en tuberculose, de kinderen der nomaden lijden aan •rachitis, de meeste hebben zieke oogen en maagziekten. ]d Het leven is er hsrd en wordt ,irr door gewoonten, die duizenden jaren oud riin Daarnaast bestaat er nog zooiets als een burgerlijk wetboek, een w'etboek va strafrecht enz., maar deze dingen es hoofdzakelijk voor den schijn, het S°d1 eeuwenoude opvattingen der ijboorbn- gen doen ons vreemd aan, zijn in J onze opvattingen van goed en kwaad m onze voorstellingen over de.nomaden en hun liefde tot de dieren Zoo bijv. wordteen meel, die verdwaald raakt, nooit £edre"k\' zou het dier van dorst omkomen op deze wijze wil men den zwervenden kameel gen naar zijn eigenaar terug te keere kan hij het niet, dan komt hij maar om; komen immers ook veel menschen in de woes tij Officieel heet het, dat Turkestan reeds lang gepacificeerd is en dat de z.g. „nas matsjr' (opstandelingen, die tegen het sov jet-regime en voor de oude toestanden vee ten) uitgeroeid zijn. In werkelijkheid woe de strijd tusschen de bolsjewiki en de voor standers van de Mohammedaansche vette onafgebroken voort. Uit Afghanistan, waar de basmatsji hun hoofdkwartieren hebben, sluipen de ruiteis naar Turkestan, vallen de grensbewaker» aan, leveren gevechten aan kleine legerafde lingen en vluchten, zoodra een grootere le germacht zich vertoont. Een enkelen keer vin den zelfs ware veldslagen plaats. En het ge beurt, dat bolsjewiki, door een Turkmen om gastvrijheid vragen, door dezen in zijn huis worden binnengelaten en er rustig slapen, 's nachts hooren, hoe hun gastheer en zijn vrienden hun paarden zadelen, hun geweren schoonmaken, de sabels wetten; daarna weer klinkt hoevengetrappel op den steenachtigen weg en een troep ruiters verwijdert zich in de richting van de Afghaansche grens. De gastvrije Turkmen, dien de sovjet-ambtenaren voor een trouwen voorstander van het nieuwe regime hielden, was in werkelijkheid een der basmatsji. Er bestaan in Turkestan veel cellen van oe organisatie der Godloochenaars, maar de Profeet wordt er nog even vereerd als vroe ger. Overal zijn er in het land sovjets, boven de regeeringsbareaux wappert de roode viag met de sovjet-emblemen, maar de macht der vorstengeslachten is er even groot als vroe ger. Een der machtigste dier vorsten is de veel bezongen Kerim-Khan, de algemeen erkende leider der Beloedzjen. Wanneer deze man zich temidden van zijn slamgenooten ver toont, dan worden de zoom van zijn mantel en zijn handen ootmoedig gekust. Wanneer hij zijn tent dicht bij de Perzische grens op slaat, dan verzamelen zich de Beloedzjen aan den Perzischer. kant van het grensrivier- tje en volgen elke beweging van den machti gen leider. En is de groote zwarte tent verdwenen, dan trekken zij over 't riviertje, verzamelen de aarde, waarop hij gezeten had, in zakjes en keeren naar Perzië terug. De sovjet-grensbewakers schieten op deze mannen, die zij voor contra-bandisten aan zien, dooden daarbij eenigen hunner, maar dat weerhoudt de anderen nief, bij de eerste de beste gelegenheid hetzelfde te doen. Voor de groote zwarte tent van den ongekroonden heerscher der Beloedzjen liggen veel wollen dekens, waarop de bezoekers neerhurken. In den hoek van de tent staat de „boentsjoek" (een kwast van paardenhaar), het oeroude teeken van zijn waardigheid. Aan den boents joek hangen twee zakken: een met het gewij de Koran-boek, de tweede met aarde uit Mekka en uit de geboortestreek van den machthebber En niet ver van die tent bevindt zich een sovjet Turkestan is in net algemeen het land van de meest onverwachte tegenstrijdigheden. De bevolking is onwetend, de mannen, die de moeilijke kunst van lezen verstaan, zijn er te tellen, de grond wordt op een barbaarsche wijze bewerkt, het graan wordt er met een handmolentje gemalen, er is gebrek aan alles. En daarnaast verrijzen fabrieken, die van de allernieuwste machines voorzien wor den, worden kolchozen gesticht, waar de maagdelijke grond door tractors diep be ploegd wordt, worden hoogescholen opge richt. En er zijn in Turkestan menschen, die in hun verbeelding reeds het geheele land ver anderd zien in een geweld ïgenkold^TTu land zou geïndustrialiseerd worden, de bewu king zou de voordeelen van electrificatie ren kennen. Maar die idealen zijn ver verwezenlijking. Een tiental tractors (tvDh^u is liet volgende: de tractors, die in het ron Westen" al lang bestaan, worden door h bolsjewiki als een soort toovermiddel C schouwd, dat als in een sprookje alles Lj' veranderen, elk land m een paradijs hei4? pen) kan echter geen ware revolutie inTi economische en maatschappelijke leven brtn gen en Turkestan blijft nog steeds het acht* fijke en arme Oostersche land met trachoom hooge kindersterfte, vreeselijke vervuil^ armoede. De kolchozen groeien er snel, maar nit. mand kan met zekerheid zeggen, 0f nieuwe scheppingen van de bolsjewiki in oeroude Aziatisch land een lang leven zul len hebben. Zij kunnen even snel verdwijn» als zij ontstaan. Op een nacht kan de beVol king der kolchozen de nieuwe bedrijven ver' laten en naar de woestijn vertrekken, gedre! ven door een eigenaardig en onuitroeibaar instinct. Zulke dingen zijn daar overigens al meer voorgekomen. In dat vreemde en raadselachtige land is alles mogelijk Bedriegen de voorteekenen <niet, dan wacht dat land een schitterende toe. komst. Er zullen daar Amerikaansche ste. den verrijzen, groote fabrieken zullen er ge bouwd worden en over een jaar of vijftig zal het land geheel onherkenbaar worden. i De woestijn zal door spoorwegen doorsne- den worden en er zal een spoorwegverbindin» ontstaanParijs—Moskou—Tasjkent— Herat—Delhi—Singapore. Een geweldig kanaal zal Kara-Koem door snijden, tienduizenden schapen zullen in de geïrrigeerde steppen grazen, plantages van heveaboomen, rijstvelden, katoenplantages Het land, dat een brug vormt tusschen vtI. schillende Aziatische rijken met een groot- sche toekomst, zal opnieuw in een tuin veran dert worden Tenzijtenzij datzelfde land een vreeselijke, titanische worsteling zal aan- schouwen, dat Turkestan in een woestenij zal veranderen. Want die gunstige ligging van het land kan het maken tot het tooneel van een geweldigen oorlog. Zooals herhaaldelijk in de vorige eeuwen. Overigens is de eerste mogelijkheid veel grooter en Turkestan her- rijst telkens weer vroeger of later uit zijn asch. Het is moeilijk den Westerling eenige voorstelling van oat merkwaardige en won derlijke land te geven. Turkestan is schoon en afzichtelijk, rijk en arm, romantisch en prozaïsch. Het is het echte Oosten met al zijn schoonheid en schaduwkanten. Het lijkt weinig op het Oosten van de rpmans en films, maar is tevens veel fascineerender, werkt sterk op onze verbeelding, trekt ons on weerstaanbaar aan. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY HET BREDASCHE AUTOPEDVERBOD. En de consequentie ervan. Naar aanleiding van het bericht over het verbod van het gebruik van autopeds te Breda schrijft men van welingelichte zijde het vol gende aan het Hbld: Dit krasse besluit van den Brabantschen politie-autoriteiten komt ons vooral onder de huidige tijdsomstandigheden gedurfd voor. Om de eenvoudige reden dat, indien het gehandhaafd zou blijven en wellicht vooi andere gemeenten aanleiding worden tot het nemen van dergelijke maatregelen, een aantal Nederlandsche bedrijven daarvan ernstige schade zouden ondervinden. Immers, de auto peds, zoowel die van hout en op duflfl' wieltjes met massieve bandjes als die uit rij- wiel-onderdeelen samengesteld en op lacht banden gemonteerd, worden vrijwel v°°t 95 in eigen land vervaardigd. Hier zou dus door een eenvoudig besluit van een wellicht wat over-ijverig politie-cV die van de periode van waarneming Nat# hoogste macht gebruik maakt om een hejF daad te verrichten, de reeds met zoo talri® en veel verschillende moeilijkheden kamp"1® nationale nijverheid een ernstigen klap w°r' den toegebracht. En dat juist op het montfnl dat men in Waddinxveen en van Gronings tot Maastricht, van Oldenzaal tot Den H»" der overal in de gewoonlijk bescheiden t* briekjes op volle kracht werkt om vooral teg het Sint-Nicolaasfeest en Kerstmis duizenu® en nog eens duizenden autopeds via den w"0" keiier aan den man te kupnen brengen. ril 87. Maar Ohadden ze dat toch niet gedaan. Hun onaangenaam voorgevoel blijkt nu maar al te juist te zijn geweest. Opeens en alleronverwachts komt de haai naar voren gezwommen, recht op de broertjes afZe schrikken heftig, willen nog vluchten, maar het is of hun beentjes verlamd zijn Ja en dan gebeurt het vr n hé* dan slokt de haai met zijn gr0 ee® vol scherpe tanden hen op. bid' stroom water mee glijden ze ker ke® nen, eerst door een nauw er. do ,0f \0 gat en dan belanden ze met e ^jr de haaienmaag. Boeh, wat is aiceliff' donker en benauwd. Het ruik a#r d allerlei voorwerpen ligge,l e 'j0 „rs broertjes tegen op botsen, fav akeelig avontuur, hoorl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 6