VRUCHTEN TRUFFEL
REEPEN
dé ooijjiti: oi
JfawiucicuiC Tlieuws
Ooinaetdand
'Londensch aanteekenboek
NIEUW!
Uitsluitend Verkrijgbaar
in
Sinaasappel, Anana
Hollandse h-
Zwitsersche Reepen
s,
adviezen. Het slot was, dat de familie den
'huisarts bedankte en toen pas opname in het
door het c.b. noodig geoordeelde sanatorium
plaats vond.
Het rapport is belangrijk genoeg om er
meer algemeene bekendheid aan te geven. In
mijn volgenden brief hoop ik er daarom uit
voerig op in te gaan. H A S
SCHAGEN.
Aanbesteding.
Door het bestuur der woningbouwvere
niging „Goed Wonen" te Schagen is op Za
terdag 1 Aug. 1931 aanbesteed in het lokaal
van den heer Roobol: Het bouwen van 16
arbeiderswoningen, aan 4 blokken, met dub
bele schuurtjes, met verdere bijbehoorende
werkzaamheden aan de Lauriestraat te Scha
gen. Ingekomen 34 biljetten. Laa'gste in
schrijver: Gebrs. A. en B. Stegink, Eindho
ven, 36500. Hoogste inschrijver P. Veenis
Wzn. te Amsterdam voor 50312.
De begrooting van den bouwkundige S.
Vis te Oudkarspel bedraagt 41600. De gun
ning is nog niet bekend.
EGMONDBINNEN.
Zondag behaalde de fanfare „Eensge
zindheid" op 't nationale fanfarecorpsen te
Nieuwerdam-Amsterdam met 105 punten 'n
tweeden prijs in de superieure eere-afdeeling.
Op dezen concoursdag werd in den con
certwedstrijd slechts één eersten prijs toege
kend.
SCHERMERHORN.
De visscher K. Beets alhier haalde uit het
Water een paling van ongeveer 3 pond, wel
ke gestikt was in een rat. De rat zat hem
nog geheel in den bek.
WARMENHUIZEN.
Landdag van het Hollands Stu-
dentengilde Sint leroen.
J.l. Zondag hielden de leden van bovenge
noemde vereeniging hun eersten landdag al
hier. Vanuit hun kampeerplaats te Groet
kwamen zij in den voormiddag per rijwiel
hier aan.
Begunstigd door het mooie zomerweder
kwamen zij met drie vaandels voorop het
dorp binnen. Na de mis in de r.-k. kerk te
hebben bijgewoond, werden zij daarna door
B. en W. op het gemeentehuis ontvangen en
door den burgemeester toegesproken, waarop
door een der heeren studenten geantwoord
.werd.
Daarna werd een foto genomen van de
club met B. en W. in hun midden.
In den namiddag had er een vergadering
plaats in het Patronaatsgebouw, waar als
spreker optrad Rector Reijmers met als on
derwerp „De emancipatie der katholieken in
Holland".
Vervolgens werden eenige liederen gezon
gen waaronder ook het Wilhelmus en werd
toen het tooneelstuk opgevoerd door de hee
ren studenten van Krelis Louwen, of Alex-
ander op het poëtenmaal" van Pieter Lan-
gendijk, onder leiding van pater A. de Wit
s.j. Dit blijspel in drie bedrijven werd keurig
door hen gespeeld en kwam daarbij de
mooie kleeding zeer tot uiting. Met dit stuk-
kwamen de lachspieren los en was het de
spelers aan te zien dat zij hun jool in de va-
cantie met dit stuk naar voren brachten.
De pastoor sprak daarna nog een geestig
woord van dank tot de studenten, voor de
eer dat zij voor den eersten landdag War-
menhuizen hadden uitgekozen, hij hoopte dat
zij dankbare herinneringen van deze plaats
zouden medenemen. Als blijvende herinne
ring schonk hij hun een zilveren kruis voor
een der vaandels.
Deze onderscheiding werd door een der
heeren in dank aanvaard.
Vervolgens had op het voetbalterrein een
partijtje voetbal plaats door de plaatselijke
vereeniging Vios en de studenten club, wat
in het nadeel der laatstgenoemde club uitviel
met 7—0.
Na afloop daarvan had nog een gezellige
bijeenkomst plaats van de studenten met de
Vios-mannen. De heeren werden 's avonds
.uitgeleide gedaan met de fanfare voorop en
het slot van dezen aangenamen dag was een
rondedans van de heeren met de muziek ln
hun midden.
(Van onzen Londenschen correspondent.)
Oorlog het snoeimes der natuur.
De universiteit van Aberdeen heeft dezer
flagen haar nieuwen rector benoemd. Het is
een jaarlijksche benoeming. En het gebruik
wil dat deze nieuwe rectoren hun posten
aanvaarden met een rede welke door inhoud,
leering en vorm uitmunt en daarom 'n voor
beeldige herinnering kan blijven voor de
studenten, die de wereld ingaan. De nieuw
benoemde rector van de genoemde Schotsche
universiteit is prof. Sir Artur Keith, naar u
bekend zal zijn een anthropoloog van erken
de verdienste. Helaas zou het niet passenc
zijn geweest indien deze wetenschappelijke
schoenmaker zich in zijn rectorale rede bij
zijn wetenschappelijke leest had gehouden en
b.v. een voordracht had geleverd over den
oorsprong van den mensch, een onderwerp
waarover hij niet slechts bevoegd is te praten
maar waarover hij zeker hoogst belangwek
kende mededeelingen zou hebben gedaan.
Dat kon echter niet. Deze wetenschappelijke
(soms letterkundige) heeren moeten in hun
rede een algemeen onderwerp behandelen en
liefst een onderwerp, dat in de voorstelling
en de kenschetsing goede leiding kan geven
aan jonge gemoederen. Volgens de vredes
vrienden van Engeland en hun aantal is
groot heeft professor Keith dat allerminst
gedaan. Alle menschen, die het goed met de
wereld meenen, moeten over deze rectorale
uitlating tén zeerste teleurgesteld zijn ge
weest. „De natuur houdt haar menschelijken
boomgaard gezond door snoeien", verklaar
de de professor. „En de oorlog is haar snoei
mes". En om de zaak buiten allen twijfel te
beklinken voor zijn jeugdig gehoor, voegde
bij er aan toe: „Wij kunnen de diensten van
den oorlog niet missen".
En dit na alle recente vredesbetoogingen.
Macdonald heeft nog slechts luttele dagen
geleden een tijd geschilderd, „waarin de na
ties tot elkaar kunnen komen, zelfs niet den
kend aan oorlog maar het als vanzelfspre-
kend aannemend dat oorlog uit den tijd is
Henderson heeft in de duidelijkste en krac ï-
tigste taal de laatste weken herhaaldelijk be
toogd, dat het voor het behoud van de
menschheid noodzakelijk is, dat oorlog tot
het verleden behoort.
Een man, die blijkens de resultaten van
zijn bijzondere studiën zijn hersenen zoo
voortreffelijk kan gebruiken, moest er zich
voor schamen zulke domheden te verkondi
gen. Want niet alleen was de toon en de in-
houd van deze rede jammerlijk, de logica
van zijn redeneering was (gelukkig overi
gens) volstrekt zoek. De analogie van het in
dividu voor wien de wet den oorlog reeds
heeft vervangen, levert een juist bewijs voor
de stelling dat „de natuur" niet oppermach
tig is in haar omgang met de menschen. En
hoe moet men die „gezondheid" en dat
„snoeimes" zien in het licht van de voorstel
lingen van even knappe zoo niet knappere
menschen dan de heer Keith, die ons vertel
den dat een toekomstige oorlog, op de schaal
en met de machtsmiddelen die kunnen wor
den verwacht, de vernietiging van onze be
schaving zou beteekenen?
Er gaat geen dag voorbij in het leven van
deze natie, als in dit van andere naties,
waarin niet met rechtmatigen trots wordt
gehoord, dat men de zooveelste „overwin
ning op de natuur" heeft behaald. Zouden
wij, bij al deze overwinningen dan maar
klakkeloos aanzien, dat die zelfde natuur
„hutspot" van ons maakt, wanneer het haar
zoo gevalt?
De bekende Engelsche dichter John Drink
water heeft terstond na kennismaking met
deze zonderlinge uitspraken van een geleer
de een protest in dichtvorm het licht doen
zien. In dat gedicht vraagt Drinkwater of
de professor weet, dat „nature has the natu
re that we seek", dat de natuur haar richt
snoer en haar neigingen ontleent aan de
woorden die de mensehen spreken, dat elk
woord voor vrede leven, en dat elk woord
van oorlog dood beteekent. Tenslotte raadt
de dichter den professor aan in God's naam
zijn mond te houden indien hij geen beter
evangelie heeft voor de zielen der studenten.
Zeer opgewekt maar niet erg wetenschap
pelijk vergeleek de professor de verschillende
rassen der wereld met voetbalelftallen. Hij
zag in zijn vergelijking geheel over het
hoofd dat rassen zich niet van hun huiden
kunnen ontdoen, niet van kleur kunnen ver
anderen, zooals de voetballers, die slechts
de eene kleurige jersey voor de andere be
hoeven te verwisselen. Nochtans trok de ge
leerde uit dit valsche beeld conclusies over
den eeuwig conflicten zoekenden geest der
menschheid. Dat onze beschaving juist
bestaat en groeit door de menschelijke rede.
die „natuurlijke ontwikkeling" haar banen
aanwijst, is blijkbaar geheel aan de aan
dacht van dezen geleerde ontsnapt. Het be
kende weekblad „The New Statesman" is zoo
verstoord over de professorale enormiteiten,
dat 't blad niet kan nalaten te schrijven, dat
geen geleerde zich ooit zoo belachelijk heeft
gemaakt als deze prof. Keith.
Londen's Lido weer in opspraak.
Men zegt van Bernard Shaw, dat deze in
al zijn uitlatingen bij vele groepen menschen
een geest van verzet wakker port. Dit schijnt
op andere wijze ook het geval te zijn met
den braven minister Lansbury, die verant
woordelijk is voor de stichting van een open
bare zwemgelegenheid in de Serpentine van
Hyde Park, die men in spottend gevlei Lon
den's Lido heeft gedoopt. Toen Lansbury dit
plan doorzette kreeg hij alls „nice people"
van Londen tegen zich. De „nice people" zijn
niet zoo zeer de echte „nice people", dat wil
zeggen de menschen van goede manieren en
burgerzin gesteund door persoonlijke wel
vaart, als de lagere soort die een gansch
verkeerde opvatting heeft van de levensma
nieren en inzichten van de echte „nice peop
le" en die meenen, dat zij ook voor echt „ni
ce" zullen worden aangezien, indien zij maar
hard genoeg afgeven op de gedragingen van
de vulgaire massa. Van deze onverdraag-
zamen moest de goede heer Lansbury veel
meer hooren dan van de werkelijk beschaaf
de standen, die uiteraard juist wel ver
draagzaam zijn. Verzet van hen, die het
gewone volk in zijn vermaak de atmosfeer
van het deftige Hyde Park niet wilden laten
bederven en verzet van hen, die zich op
zwakke gronden opwerpen als verdedigers
der openbare zedelijkheid, heeft, naar be
kend, geen uitwerking gehad. De Lido van
Londen is er gekomen. Erg idyllisch was het
er inderdaad niet. Deze vrijplaats voor
zwemmers en zwemsters lokte veel ongema
nierd volk aan, dat de tractatie van hun mi
nister voor openbare werken slecht bleek te
waardeeren. Zij stelden zich soms ergerlijk
aan, gingen zich te buiten aan grove grap-
j>en en bedierven de vreugde van het water
door het al te overvloedig met sinaasappe
len- en bananenschillen te decoreeren. Maar
de minister antwoordde op het hatelijke „zie
je nu wel?" van zijn critici, dat het gedrag
der Lido-bezoekers wel beter zou worden
wanneer zij er zich zoogezegd ingezwommen
zouden hebben en de exaltatie van de nieu
wigheid zou hebben plaatsgemaakt voor de
stille bezonkenheid der ware vreugde. Ik
herinnert mij niet want dit alles dateert
van een jaar geleden of de minister voor
zijn vertrouwen in het volk beloond is
Maar nu heeft hij het zoo waar weer ver
korven en bij niemand minder dan den
Earl van Harewood, den echtgenoot van de
dochter des konings. Deze Earl is volgens de
in Engeland geldende criteria „one of the
first gentlemen" van 't land. En zijn woor
den hebben dus gewicht te meer daar hij zich
maar zelden over openbare aangelegenheden
laat hooren. De Earl heeft zich gestooten aan
de schermen, die in de zwemplaats zijn aan
gebracht om tegemoet te komen aan hen die
zich gezamenlijk voor 't oog van den gaan-
oen en komenden man in 't nat vermaakten
Zoo ziet men dus hoe de min. Lansbury deze
discipel van de beweging voor een onee-
wekter, blijer en kleuriger .Londen, als Ber
nard Shaw den geest van verzet wakker
wordt port in de verschillende groepen van
de bevolking. De Earl heeft zich niet uitge
laten over het doel der schermen maar over
in 4
smaken
Frambozen, Citroen.
de schermen zelf, die hij in het park een „eye
sore" vindt, dingen die het oog zeer doen.
De Earl van Harewood behoort althans tot
die „nice people" van als zoodanig onbetwis-
ten staat, die grauwheid en grijsheid, de do-
mineerende tinterf van het aangezicht van
Engeland, niet wenschen prijs te geven. De
schermen van de Lido van Londen zijn hem
een „eye sore", aangezien ze gestreept zijn in
vlammende kleuren van oranje (misschien
geïnspireerd op de sinaasappelschillen van
verleden jaar) en vermillioen. En de bra
ve Lansbury krijgt het weer op zijn gedul
dig grijs hoofd. Gelukkig vindt hij de
kranten, die de zaak besproken hebben, aan
zijn zijde. En ook de paarden van Rotten
Row, die op een morgen dat ik het tooneel
ging aanschouwen, even rustig en voor
naam als steeds hun ruiters over den rullen
grond droegen en geen schijn van neiging
vertoonden om door de schrikbare kleu
ren van de zwemschermen in 't water
op hol te slaan. Ook de duiven in de boomen
kirden met dezelfde tevredenheid en zelf
genoegzaamheid van vroeger. Neen de
Earl krijgt weinig steun voor zijn veront
waardiging. En inmiddels heeft de minister
Miss Dorothy Ward, die de „Belle of New-
York" is en bijna even sierlijk duikt en
zwemt als onze zus Braun, weten te bewegen
een middag van het tooneel van de Win
ter Garden af te stappen en het goede volk
van Londen in zijn Lido een proefje te ge
ven van zwemmen en vrouwelijke schoon
heid. En het spreekt vanzelf, dat de Lido
van nu af iets van den luister van de „Bel
le of New-York" zal bewaren in zijn aspect
en dat de zwemlustigen dit fijne dametje
indachtig zullen zijn, wanneer zij er zich
verfrisschen. En laten wij hopen, dat hier
mede nu alle critiek verstomd is.
Rpieven uit RusBand
Russisch Turkestan.
(Nadruk verboden).
In de zomermaanden ontwaakt bij den
modernen mensch het instinct van den zwer
ver, den nomade. De gehechtheid aan het
geregelde leven, aan de vaste woonplaats,
die in de wintermaanden zoo sterk is, wordt
zwakker, bij velen ontstaat het verlangen
naar een kamp, naar primitieve levensom
standigheden, de zucht naar avonturen. Wie
maar kan, verlaat zijn stad of dorp en trekt
naar het buitenland, er ontstaat een soort
moderne volkerenverhuizing.
In dien tijd ontwaakt ook de belangstel
ling voor de verre landen, vooral voor die
onbekende streken, welke de Westerling al
leen uit boeken kent en waarvan hij uit *den
aard der zaak een eenigszins te romantische
voorstelling heeft. De Westerling denkt dan
veel aan het Oosten, dat hij zich voorstelt
naar de films en de Engelsche romans. In
werkelijkheid is het Oosten echter geheel an
ders, prozaïscher, maar tevens ook interes
santer, veel belovend.
Over een dergelijk Oostersch land met een
geweldige toekomst en indrukwekkend verle
den, Russisch Turkestan, wil ik nu den lezer
het een en ander vertellen. De lezer moet
echter beginnen met de voorstellingen uit de
verhalen van „Duizend en een Nacht" en de
z.g. Oostersche films, made in U.S.A., op te
geven
Russisch Turkestan is een uitgestrekt land
in Midden-Azië ten oosten van de Kaspische
Zee, het grenst aan Perzië, Afghanistan,
Britsch-Indië en China. Exotischer kan men
dus moeilijk iets bedenken. Het is een "der
oudste centra van beschaving, de bakermat
van verschillende volkeren, een land dat veel
groote veroveraars had aanschouwd, dat vele
geweldige overwinningen en ontzettende ne
derlagen heeft gekend, in vroegere eeuwen
een der rijkste en bloeiendste landen der we
reld, nu een arm en verlaten land, dat echter
o-nieuw in het begin van een nieuwe bloeipe
riode staat.
Het is een land waar het verleden en he
den, beschaving en barbarij, schoonheid en
afzichtelijkheid op een phantastische, onge
looflijke wijze vermengd zijn.
Het land is voor een groot gedeelte woest
en onherbergzaam, de bergen zijn majestu
eus, de bergkloven zijn romantisch. Het
landschap in het ontzagwekkende gebergte
van Aj-Dere, de Maanbergen, het Dal des
Doods behoort tot het imposantste van het
geen wij op onze planeet kunnen aanschou
wen.
Eindeloos strekt zich de barre woestijn uit
en bedreigt den moedigen reiziger met den
dood. Maar de mensch laat zich niet af
schrikken door de bergen van door de zon
verbleekte beenderen van kameelen, schapen,
paarden en menschen, die zoo onheilwekkend
schemeren in den tooverachtigen schijn van
de maan. De karavanen verlaten telkens weer
de dorpen en trekken door de onherbergzame
woestijn naar Afghanistan, China, Perzië.
Sommige reizigers bereiken hun doel, ande
ren vinden een vroegtijdigen dood in de
woestijn tijdens een der ontzettende zand
stormen of bij een schermutseling met de
roofzieke nomaden, die de woestijn nog steeds
onveilig maken. Maar in de woestijn bevin
den zich oasen, die den reiziger lokken door
den bedwelmenden geur van hun tuinen,
door de koele bronnen. En aan den zoom
van de woestijn strekken zich vruchtbare stre
ken uit.
De woestijn. Bij een Westerling wekt dit
fascineerende woord zooveel gedachten en
voorstellingen. Maar de woestijn is niet zoo
als de Westerling denkt, zij is lang niet zoo
romantisch en aantrekkelijk. En nomaden,
die met hun kudden door de woestijn en de
waterarme steppen aan den rand ervan zwer
ven, lijken in het geheel niet op die gelukki
ge oosterlingen op de vurige paarden, in ro
mantische gewaden, die ge op de films ziet.
Hun onafhankelijkheid, ridderlijkheid, lenig-
rW uw"2* Zr'n ,Pro<Wt van de phantasie
er Westerlingen. Het leven in de woestijn is
hard en vol ontberingen. Het voedsel van
deze menschen is uiterst sober en lang niet
altijd in eenigszins toereikende mate te vin
den. De nonjade moet zich met zeer weinig
weden stellen. De woestijn bezorgt den in
woners scorbut en tuberculose, de kinderen
der nomaden lijden aan •rachitis, de meeste
hebben zieke oogen en maagziekten. ]d
Het leven is er hsrd en wordt ,irr
door gewoonten, die duizenden jaren oud
riin Daarnaast bestaat er nog zooiets als
een burgerlijk wetboek, een w'etboek va
strafrecht enz., maar deze dingen es
hoofdzakelijk voor den schijn, het
S°d1 eeuwenoude opvattingen der ijboorbn-
gen doen ons vreemd aan, zijn in J
onze opvattingen van goed en kwaad m
onze voorstellingen over de.nomaden en hun
liefde tot de dieren Zoo bijv. wordteen
meel, die verdwaald raakt, nooit £edre"k\'
zou het dier van dorst omkomen op deze
wijze wil men den zwervenden kameel
gen naar zijn eigenaar terug te keere
kan hij het niet, dan komt hij maar om;
komen immers ook veel menschen in de woes
tij Officieel heet het, dat Turkestan reeds
lang gepacificeerd is en dat de z.g. „nas
matsjr' (opstandelingen, die tegen het sov
jet-regime en voor de oude toestanden vee
ten) uitgeroeid zijn. In werkelijkheid woe
de strijd tusschen de bolsjewiki en de voor
standers van de Mohammedaansche vette
onafgebroken voort.
Uit Afghanistan, waar de basmatsji hun
hoofdkwartieren hebben, sluipen de ruiteis
naar Turkestan, vallen de grensbewaker»
aan, leveren gevechten aan kleine legerafde
lingen en vluchten, zoodra een grootere le
germacht zich vertoont. Een enkelen keer vin
den zelfs ware veldslagen plaats. En het ge
beurt, dat bolsjewiki, door een Turkmen om
gastvrijheid vragen, door dezen in zijn huis
worden binnengelaten en er rustig slapen,
's nachts hooren, hoe hun gastheer en zijn
vrienden hun paarden zadelen, hun geweren
schoonmaken, de sabels wetten; daarna weer
klinkt hoevengetrappel op den steenachtigen
weg en een troep ruiters verwijdert zich in
de richting van de Afghaansche grens. De
gastvrije Turkmen, dien de sovjet-ambtenaren
voor een trouwen voorstander van het nieuwe
regime hielden, was in werkelijkheid een der
basmatsji.
Er bestaan in Turkestan veel cellen van oe
organisatie der Godloochenaars, maar de
Profeet wordt er nog even vereerd als vroe
ger. Overal zijn er in het land sovjets, boven
de regeeringsbareaux wappert de roode viag
met de sovjet-emblemen, maar de macht der
vorstengeslachten is er even groot als vroe
ger.
Een der machtigste dier vorsten is de veel
bezongen Kerim-Khan, de algemeen erkende
leider der Beloedzjen. Wanneer deze man
zich temidden van zijn slamgenooten ver
toont, dan worden de zoom van zijn mantel
en zijn handen ootmoedig gekust. Wanneer
hij zijn tent dicht bij de Perzische grens op
slaat, dan verzamelen zich de Beloedzjen
aan den Perzischer. kant van het grensrivier-
tje en volgen elke beweging van den machti
gen leider. En is de groote zwarte tent
verdwenen, dan trekken zij over 't riviertje,
verzamelen de aarde, waarop hij gezeten had,
in zakjes en keeren naar Perzië terug.
De sovjet-grensbewakers schieten op deze
mannen, die zij voor contra-bandisten aan
zien, dooden daarbij eenigen hunner, maar
dat weerhoudt de anderen nief, bij de eerste
de beste gelegenheid hetzelfde te doen. Voor
de groote zwarte tent van den ongekroonden
heerscher der Beloedzjen liggen veel wollen
dekens, waarop de bezoekers neerhurken. In
den hoek van de tent staat de „boentsjoek"
(een kwast van paardenhaar), het oeroude
teeken van zijn waardigheid. Aan den boents
joek hangen twee zakken: een met het gewij
de Koran-boek, de tweede met aarde uit
Mekka en uit de geboortestreek van den
machthebber En niet ver van die tent bevindt
zich een sovjet
Turkestan is in net algemeen het land van
de meest onverwachte tegenstrijdigheden. De
bevolking is onwetend, de mannen, die de
moeilijke kunst van lezen verstaan, zijn er te
tellen, de grond wordt op een barbaarsche
wijze bewerkt, het graan wordt er met een
handmolentje gemalen, er is gebrek aan
alles. En daarnaast verrijzen fabrieken, die
van de allernieuwste machines voorzien wor
den, worden kolchozen gesticht, waar de
maagdelijke grond door tractors diep be
ploegd wordt, worden hoogescholen opge
richt.
En er zijn in Turkestan menschen, die in
hun verbeelding reeds het geheele land ver
anderd zien in een geweld ïgenkold^TTu
land zou geïndustrialiseerd worden, de bewu
king zou de voordeelen van electrificatie
ren kennen. Maar die idealen zijn ver
verwezenlijking. Een tiental tractors (tvDh^u
is liet volgende: de tractors, die in het ron
Westen" al lang bestaan, worden door h
bolsjewiki als een soort toovermiddel C
schouwd, dat als in een sprookje alles Lj'
veranderen, elk land m een paradijs hei4?
pen) kan echter geen ware revolutie inTi
economische en maatschappelijke leven brtn
gen en Turkestan blijft nog steeds het acht*
fijke en arme Oostersche land met trachoom
hooge kindersterfte, vreeselijke vervuil^
armoede.
De kolchozen groeien er snel, maar nit.
mand kan met zekerheid zeggen, 0f
nieuwe scheppingen van de bolsjewiki in
oeroude Aziatisch land een lang leven zul
len hebben. Zij kunnen even snel verdwijn»
als zij ontstaan. Op een nacht kan de beVol
king der kolchozen de nieuwe bedrijven ver'
laten en naar de woestijn vertrekken, gedre!
ven door een eigenaardig en onuitroeibaar
instinct. Zulke dingen zijn daar overigens al
meer voorgekomen.
In dat vreemde en raadselachtige land is
alles mogelijk Bedriegen de voorteekenen
<niet, dan wacht dat land een schitterende toe.
komst. Er zullen daar Amerikaansche ste.
den verrijzen, groote fabrieken zullen er ge
bouwd worden en over een jaar of vijftig zal
het land geheel onherkenbaar worden. i
De woestijn zal door spoorwegen doorsne-
den worden en er zal een spoorwegverbindin»
ontstaanParijs—Moskou—Tasjkent—
Herat—Delhi—Singapore.
Een geweldig kanaal zal Kara-Koem door
snijden, tienduizenden schapen zullen in de
geïrrigeerde steppen grazen, plantages van
heveaboomen, rijstvelden, katoenplantages
Het land, dat een brug vormt tusschen vtI.
schillende Aziatische rijken met een groot-
sche toekomst, zal opnieuw in een tuin veran
dert worden Tenzijtenzij datzelfde land
een vreeselijke, titanische worsteling zal aan-
schouwen, dat Turkestan in een woestenij zal
veranderen. Want die gunstige ligging van
het land kan het maken tot het tooneel van
een geweldigen oorlog. Zooals herhaaldelijk
in de vorige eeuwen. Overigens is de eerste
mogelijkheid veel grooter en Turkestan her-
rijst telkens weer vroeger of later uit zijn
asch.
Het is moeilijk den Westerling eenige
voorstelling van oat merkwaardige en won
derlijke land te geven. Turkestan is schoon
en afzichtelijk, rijk en arm, romantisch en
prozaïsch. Het is het echte Oosten met al
zijn schoonheid en schaduwkanten. Het lijkt
weinig op het Oosten van de rpmans en
films, maar is tevens veel fascineerender,
werkt sterk op onze verbeelding, trekt ons on
weerstaanbaar aan.
Dr. BORIS RAPTSCHINSKY
HET BREDASCHE AUTOPEDVERBOD.
En de consequentie ervan.
Naar aanleiding van het bericht over het
verbod van het gebruik van autopeds te Breda
schrijft men van welingelichte zijde het vol
gende aan het Hbld:
Dit krasse besluit van den Brabantschen
politie-autoriteiten komt ons vooral onder
de huidige tijdsomstandigheden gedurfd
voor. Om de eenvoudige reden dat, indien
het gehandhaafd zou blijven en wellicht vooi
andere gemeenten aanleiding worden tot het
nemen van dergelijke maatregelen, een aantal
Nederlandsche bedrijven daarvan ernstige
schade zouden ondervinden. Immers, de auto
peds, zoowel die van hout en op duflfl'
wieltjes met massieve bandjes als die uit rij-
wiel-onderdeelen samengesteld en op lacht
banden gemonteerd, worden vrijwel v°°t
95 in eigen land vervaardigd.
Hier zou dus door een eenvoudig besluit
van een wellicht wat over-ijverig politie-cV
die van de periode van waarneming Nat#
hoogste macht gebruik maakt om een hejF
daad te verrichten, de reeds met zoo talri®
en veel verschillende moeilijkheden kamp"1®
nationale nijverheid een ernstigen klap w°r'
den toegebracht. En dat juist op het montfnl
dat men in Waddinxveen en van Gronings
tot Maastricht, van Oldenzaal tot Den H»"
der overal in de gewoonlijk bescheiden t*
briekjes op volle kracht werkt om vooral teg
het Sint-Nicolaasfeest en Kerstmis duizenu®
en nog eens duizenden autopeds via den w"0"
keiier aan den man te kupnen brengen.
ril
87. Maar Ohadden ze dat toch niet
gedaan. Hun onaangenaam voorgevoel
blijkt nu maar al te juist te zijn geweest.
Opeens en alleronverwachts komt de
haai naar voren gezwommen, recht op
de broertjes afZe schrikken heftig,
willen nog vluchten, maar het is of hun
beentjes verlamd zijn
Ja en dan gebeurt het vr n hé*
dan slokt de haai met zijn gr0 ee®
vol scherpe tanden hen op. bid'
stroom water mee glijden ze ker ke®
nen, eerst door een nauw er. do ,0f \0
gat en dan belanden ze met e ^jr
de haaienmaag. Boeh, wat is aiceliff'
donker en benauwd. Het ruik a#r d
allerlei voorwerpen ligge,l e 'j0 „rs
broertjes tegen op botsen, fav
akeelig avontuur, hoorl