Alkmaarsche Curant.
BE VOWM.
föüuMiiattd
Honden! drie en dertigste laargang.
Vrü<Sag s
Amerikaansche notities
Nieuws uit België.
Ho. 184
(Van onzen New-Yorkschen
correspondent).
Ik zat onlangs ™ct ^""j/fegendarische
Dat wil zeggen, met i Amerii(a verte
figuur, die in het bmt-cnlan {„ej^e]d
genwoordigt en die gewoonhjk
wordt als de lange magere m oestreepte
de hooge hoed met sterroi g |m .g een
broek met sous pieds. Mijn uiterüjk
man van vleescfi en bloed al Jdthip^Jg
veel op de symbolische -ïguur e -„hfereen
een geboren Yankee is, die jaren jr)
een bloeiende brandstoffenhandel 1 1
de buurt heeft gehad en hi] door J J.
schen kijk op zaken een genoege 1 j0j
is, zet ik graag een boom met he Ij-
mijn spijt ïan ik niet een natuurgetrouw
verslag van zijn opmerkingen ge ,en
door de noodige dialectische k° 1
verloren gaan. Voorop dien ik te s
mijn Oom Sam een rasechte honderd p
ter is met juist genoeg vooroordeelg
niet-Amerikaansche wereld om he
verrukkelijk onderwerp van debat te <-
en het nooit van hem te kur'"en winnen om
deze kleine eigenaardigheid. Hn
toch altijd beter en wij buitenlanders zijn
toch eigenlijk niet meer dan aime sukk
Eerst nog een klein staaltje van z'j
neerkunst. Alleen de Amerikanen zijn waar-
achtige democraten, anoere menscnen „aan
min of meer gebukt onder wat de oude Ki„ge
■placht te omschrijven met „groote heeien en
adellijke hanzen". Hier zijn wij allemaal ge
lijk, beweert Oom, „wanneer ik morgen in
Washington zou komen kan ik president
Hoover "de hand gaan schudden net als ik
het hier Jhnmie Dugan doe". (Mr. Dugan
is de burgemeester van zijn stadje). Ik heb
hem al meer aan het verstand trachten te
brengen, dat het heusch zoo gemakkelijk niet
gaat om den president der V. S. als een buur
man op te zoeken en ik spreek uit eigen on
dervinding, maar Oom is niet van zijn over
tuiging af te brengen, dat hij zoo maar het
Witte "Huis kan binnenloopen, hij is toch een
kiezer de laatste vijftig jaren? Op een keer
zat hij naast mij, toen ik een stapel brieven
ter verzending naar het vaderland klaar had
liggen. „Lange naam heeft die kerel", merkte
om terloops een blik op de bovenste envelop
werpend en onderwijl zijn pijp in brand ja
gend, „zeker zoo'n aristocraat?" Ik schater
de het uit, allemaal zakelijke correspondentie,
waaronder geen enkele geadresseerde zelfs
maar jonkheer was. „Dat zijn doodgewone
menschen, waarde heer, die ik normaal op
zijn Ho'.landsch adresseer met den weledel
geboren heer the well nobly born gentle
man" ik hield met schrik op. „Oh, dat zijn
geen edellieden, hé?" klonk er sarcastisch
terug. „Geen sprake van! Die noemen wij
highly born en highly well born (hooggebo
ren en hoog welgeboren) en dat is nog al
een verschil, zou ik zoo denken!" Oom bam
dacht het niet en wat meer zegt, hij bekende
lichtelijk duizelig te worden toen ik hem de
fijne schakeeringen tusschen weledel zeer
geleerd, hooggeleerd, weleerwaard hoogge
leerd en hoog edel gestreng had uitgelegd,
feiwijl hij vierkant weigerde te gelooven dat
wij de eene getrouwde vrouw met mevrouw en
de andere met juffrouw aanspraken, ook
wanneer de laatste niet een artieste was, zoo
als Marv Pickfofd of de dichteres Edna Vin
cent St. Millay, die nimmer met hun man's
namen vermeld worden.
Lr" bestaan zoo van die verschillen tus
schen de landen, waar men nooit overheen
komt, in woord noch geschrift en die Kipling
zoo afdoende heeft geformuleerd in een paar
woorden East is East anci West is West'and
never the twain shall meet, (Oost is Oost en
West is West en nimmer zullen de beiden el
kaar ontmoeten) iets, dat bij wijze van spre
ken opgaat voor menschen, die een paar uur
reizen van elkaar afwonen. Oom Sam zal mij
nooit heelemaal begrijpen en ik hem niet; nu
eens is ons verschil van inzicht groot dan
weet Lein, maar volkomen eens zijn wij het
nooit Daarbij heb ik geleerd hem hooit let
terlijk op te vatten en teen hij mij de vorige
keer verwelkomde met de pessimistische op
merking: dit land gaat naar de haaien' vatte
ik dat maar niet al te letterlijk op, want bad
!vAe* £eze?^ ^ai? was hij mij aangevlogen.
Wat hem bijzonder moedeloos scheen te'ma
ken, was de mogelijkheid, dat Al Capone. die
eindelijk bij zijn kraag gepakt is na een on
wettige handel van honderden millioeren
dollars gedreven tc hebben en verantwoorde
lijk te zijn voor een kleine 500 moorden, de
minimum straf van 3 jaar gevangenis krijgt
in plaats van de maximum, zegge 34 jaar
„Het gaat er naar toe, dat een fatsoen'ijk
mensch geen kans meer krijgt om het te blij-
In het winkelraam van Grubasinski en
Co. te Warschau ligt een poes, die in het
zonnetje zich koestert, 't Is een mooie, zwarte
poes, wier velletje even mooi afsteekt tegen
de zacht-rose, gerookte zalm als tegen den
goudgelen boter, terwijl het met het vochtig-
rood van de aardbeien als met het donker
bruin van de verschgebrande koffie een har
monieus kleuren gamtna schept. Af en toe
rekt en strekt poes zich behagelijk uit of
i ?aar de menschen, die in de drukke
straat haastig voorbijgaan. Dikwijls blijft
oeze of gene eens even staan om te lonken
naar al het wonder-lekkere, dat er bij Gruba
sinski en Co. weder te koop ligt. Want Cru-
basinski en Co. is dat moeten de concur
renten toegeven - zonder kijf de eerste zaak
\/a van ^eze omgeving.
beha winkelraam> waarin de kat zoo
etiagehjk van 't zonnetje geniet, staat Jan
hoóf^1CZ' ,de dienstman, de pet scheef op 't
bropi/v?1 gescheurd hemd en gerafelden
ceintM, bIootsvoets, een uitgerafeld koord als
in He^ru°m Zljn m'ddel. Maarmet geld
dezen roekzak> want Jan Lisiewicz heeft
beter? "lor^en Soe'e verdienste gemaakt, een
]jaik an men als dienstman verwachten
en ii^ - benden te werk gaan
worHen Z'J "A handschoentjes aangepakt
Anfnwt'e ucbt daverde van een paar
vuurnmiW' e?n stuk of wa* onschuldige
S f' als voor-oefening van den
?nuena A iJ vd^ °P 4 Juli de Iucht in"
en h eerb,ed voor de wet gaat er uit
hoo,ïl Ji?n^e «eslacht ziet niets dan onge-
nl d ^"os otn zich heen en weet
of riü ^rrrt!! g'ng een zevenklapper
'i'f accompagnee:rd door een paar donder
hol dér, een schijnsel in de richting van
voorl-eefn °pWu n" ','Nou dat vuurwerk bij-
iïg0n ik' maar met een „Daar
On Hen I r\rd mi]' de pas afgesneden.
1 oliik den Juli hoort er lawaai, verschrik-
tochten L te zijn' veel muziek> °P"
toespraken en natuurlijk moet
de lucht flikkeren en dreunen
ya"Jlei J™t- Dat is nu 152 jaar zoo ge
weest en dat kan niet anders
Laat ik mijn lezers verte len, dat de ver
koop en distributie van vuurwerk verboden
is bij de wet, evenzoo verboden als het verkoo-
pen van sterke drank of het links rijden op
oen weg. Er is eenvoudig niet aan te twijfe
len het mag niet en daarmee uit. Toch be
gint al een week voor den 4den Juli het lieve
leven van voren af aan en dat wel op een
manier, die aan wetten geloovende burgers
als Oom Sam een driftaanval zou moeten be
zorgen lij al.er lei winkels verschijnen étala
ges vol vuurwerk, het wordt met vlagden en
annonces aan den gevel geadverteerd:" koopt
hier uw vuurwerk. In mijn gehucht werd een
apart houten tentje opgericht, gedrapeerd
met ne. nationale dundoek, waar alles te
krijgen is. Met het noodwendige gevolg, dat
de jeugd er den heelen dag omheen zwerft
en c e eeiste de beste bemachtigde cent in het
begeerde speelgoed omzet. Vroeger heeft men
getracht een veiligen 4den Juli te bereiken
door te, waarschuwen voor liet gevaar, pre
cies als men door propaganda het onmatige
dunken of het autojagen langs den weg heeft
trachten tegen te gaan. Ik weet niet'of een
dolzinnig deel van het Land der Vrijheid,
waar alles zou mogen in vergelijking met
Europa, waar ieder zoogenaamd aan banden
ligt, er de oorzaak van is geweest, genoeg
zij, dat het met overredingskracht niet ging
en een van de wrange vruchten, die er het
gevolg van waren is bijvoorbeeld de Droog
legging. Dr. Nichoias Murray Butler, de
rector-magnificus van de New-Yorksche
Columbia Universiteit, heeft eenige dagen ge
leden bij zijn bezoek aan een Oostenrijksche
Universiteit terecht opgemerkt, dat er in
Amerika veel te veel wetten zijn, dat men er
haast stikt in de wetten en dat er daarom
nergens zooveel wetten overtreden worden als
in Amerika.
Wanneer men nu weet, dat volgens de
federale wet geen alcohol in het land inge
voerd, gemaakt, verkocht of gedronken mag
werden het is niet aan te nemen, dat de
voorraad van vóór 1919 nog zou opleveren,
enkele wijnkelders van millionnairs uitgezon-
zonderö is het dan niet zeldzaam brutaal
en een openlijke hoon van die wet, dat men in
zilverwinkels magazijnen van glas en aarde
werk en talrijke andere winkels kostbare of
practischc drinkparafernala in de étalage
of de winkelkasten ziet staan: cocktail sha
kers en stellen, alle scorien karaffen en wijn
glazen, champagnekoelers, dat men in het
kort in woord en beeld merkt in een land te
zijn waar normaal en zelfs misschien abnor
maal wordt gedronken? Hoe kan een groote
bekende zaak op Fifth Avenue in een der
allergrootste New Yorksche kranten een keu
rige lange advertentie zetten met alle moge
lijke en onmogelijke vuurwapenen, die bij de
wet verboden zijn en die morgen moeten
dienen om Onafhankelijkheidsdag met het
onmisbare geknal te vieren. Daarin wordt
o.a. een kamer-kanon aangeprezen, dat een
„zieleverheugende" boem laat hooien en dat
met een ruimen voorraad ammunitie voor den
schap pd ij ken prijs van 2.25 wordt geof
freerd.
Den vorigen 4en Juli, toen ik nog in de
City woonde, werd ik cm zeven uur s mor
gens gewekt door zoo n instrument, dat be
diend werd door een buurventje in zijn ach
tertuin. Het jonge mensch is daar den heelen
dag mee bezig geweest tot het ging scheme
ren; toen ging hij raet pa naar een naburig
park een voorraad vuurpijlen, kanonslagen,
zevenklappers en wat er meer op dat gebied
bestaat afsteken. Men begrijpe mij wel: ik
ben geen tegenstander van vuurwerk tenzij
door deskundige hand aangestoken, maar ik
ben er wel tegen, dat elk klein kind met ar
men vol rondloopt tot zijn eigen onheil en
van vriendjes De wet denkt er blijkbaar ook
zoo over en verbiedt het, nu. vraag ik mij af
waarom 99 van de 100 daar niet aan gehoor
zamen en dat de politie er niets tegen doet.
„Ze hebben die „sane and safe Fourth" véél
te ver gedreven", beweerde Oom Sam, „na
tuurlijk moeten de menschen voorzichtig zijn,
maar als kleine jongen begon ik den dag
met zevenklappers en vreugdevuren en dat is
de ,,real spirit" (d~ ware stemming) van den
4den Juli. Wanneer de wind niet te sterk is
kan je heel veilig op dan maar een Dutchie".
„Ook al Is het verboden?"
lui
„Ach kom, dat is alleen rm.ar vooj* $tad§-
Naar aanleiding van het Ameri
kaansche voorstel De Belgi
sche financieele toestand.
Millioenentekort voor 1930 en
1931. Slecht financieel beleid
in de laatste jaren. Roeke-
looze uitgaven niet in verhou
ding met de inkomsten.
Nu de internationale aandacht zich met
België bezig houdt, naar aanleiding van de
houding, welke dit land aanneemt ten op
zichte van het voorstel-Hoover, loont het de
moeite te onderzoeken hoe België er finan
cieel aan toe is. Dit is van belang. Want in
dien België niet dadelijk hel voorstel van den
Anierikaanschen President met 'beide han
den heeft aangenomen, dan is het omdat er
heel wat op het spel staat, dat in het buiten
land niet dadelijk wordt begrepen.
Terwijl Hoover zijn voorstel aan de wereld
bekend maakte, begon de Belgische Kamer
met de behandeling, van de nieuwe belastin
gen. Wat Hoover voorstelt komt, practisch
gezien, van Belgisch standpunt neer op af
stand van 580 millioen frank. De Duitsche
annuïteit aan België bedraagt 851.80 fr.,
terwijl de Belgische betaling aan Amerika
slechts 271.80 fr. bedraagt. Het verschil, 580
millioen wordt elk jaar op de Belgische be
groeting geschreven. Valt dit bedrag weg,
dan moet de Belgische belastingbetaler een
nog grooter aderlating ondergaan van deze
welke reeds noodzakelijk wordt gemaakt door
het millioenentekort, dat men van 1930 af
heeft geboekt. Dit laatste tekort bedroeg 1200
millioen. Vcor 1931 zal het nog belangrijker
zijn. Sommigen spreken van 2 milliard, ande
ren van 2V: milliard. Dit beteekent, dat voor
een gezond beheer de regeering de middelen
vinden moet om het tekort van 1930 te beta
len, om te voorzien in dat van het loopende
begrootingsjaar en bovendien om een even
wichtige begrooting voor 1932 in te dienen.
Wanneer men voor een dergelijke taak staat,
dan begrijpt men, dat een voorstel als dat van
Hoover als een donderslag komt, al ziet men
in België ook zeer goed in, welke internatio
nale beteekenis het heeft, zoowel voor de eco
nomische opleving als voor de zaak van de
ontwapening. Ten bewijze het antwoord, dat
de Belgische regeering aan Washington heeft
gestuurd.
Het is een feit, dat de belastingbetaler,
tevens kiezer, zich weinig bekommert om de
wijze, waarop het door hem afgestane geld
wordt besteed. Moest dit wel het geval zijn,
dan zou er een algemecne beweging van pro
test ontstaan zijn, sedert maanden, tegen het
financieel beheer, hetwelk sedert verscheidene
jaren duurt en waartegen nu zelfs volksver
tegenwoordigers uit de meerderheid opkomen,
nu het te laat is en zij natuurlijk de handen
in onschuld willen wasschen. Want wanbe
heer is het wanneer de tering niet naar de
nering wordt gezet en wanneer de uitgaven
maar steeds worden verhoogd, terwijl de in
komsten verminderen. Toen in 1926 de
„groote penitencie" aanving, om den frank
te redden, werden nieuwe belastingen inge
voerd, welke slechts vier jaar mochten worden
geheven en waarvan werd verwacht, dat zij
per jaar 1 milliard 500 millioen zouden op
brengen. In erkelijkheid bracht zij op de drie
jaar van 1927 tot 1929 veel meer op, n.1. 8
milliard 6 millioen frank. En toch kwam 1930
met een begrootingstekort. De economische
crisis, welke van begin 1929 zwaar op het
zakenleven drukte, was een der eerste oor
zaken. Eigenaardig was het dat er bij de
vaststelling van de begrooting voor 1930 een
vermindering van inkomsten was voorzien,
wat niet kon beletten, dat de begrooting 1
milliard 1H meer bedroeg dan deze van
1929! Bovendien moest de druk der belastin
gen verminderd worden, daar de regeering
het gegeven woord moest gestand doen, nu
de vier jaren van penitencie waren verstre
ken. Er werden voor ruim twee milliard be
lastingen afgeschaft, maar, zonder zich om
al deze elementen te bekommeren, werden
tevens door het parlement zes nieuwe wetten
goedgekeurd, waarvan men zelfs niet kon be
rekenen hoeveel uitgaven zij zouden veroor
zaken. In 1930 kostte de uitvoering 670 mil
lioen frank en dit jaar schijnt het 900 mil
lioen te zullen worden. De sociale wetten,
waartegen wel het minst kan worden aange
voerd, 'kosten aan België 1 milliard 100 mil
lioen per jaar. Onzettend is wat in België
aan pensioenen wordt betaald. Een senator
heeft hierop gewezen in den Senaat. In 1931
zal de pensioendienst aan de schatkist 2 mil
liard 152 millioen kosten, hetzij het vierde
gedeelte van de totale ontvangsten, wat een
ex-minister van Arbeid heeft verbeterd door
er aan toe te voegen dat de, pensioenen 28
pet. bedragen van de opbrengst der belastin-
Daarom nu is Jan Lisiewicz besloten het
vandaag er eens van te nemen.
Zoo staat hij dus nu voor het uitstalraam
om uit te kiezen dat, wat zijn maag zou kun
nen streelen: misschien één pondje of ook
wel twee van dat lekkere wittebrood, dat
daarbinnen ligt, met daarbij een half pondje
van die goudgele boter en een beetje van die
rose zalm en van die sappige ham; verder
nog een fleschje van dien kostelijken jenever,
zooals die daar nog in een reeks van fles-
schen geschaard ligt voor hen, die,geld heb
ben. En hij overdenkt hoe prettig het zou zijn
als men al dat lekkers zou kunnen hebben
zonder zóóveel geld er voor af te moeten
staanen na een tijdje lost denken
zich op in een heimelijk lachjeHij heen
M Als Jan LisieVia den winkel f
staat Pan Grubasinski op van zijn plaats
het burVan, in den «"XSS
Vajankidstówiczfheeft'den eigenaar echter al
'■"'proseïï pS'. nien Itan toch alles knopen
f„ het winkelraam hebt liggen?"
JAls tacn 't geld ervoor heeft, Jan", lacht
Grubasinski, „dan stellig!"
„Prosche pana", zegt Jan en haalt een
handvol vuil papiergeld uit zijn broekzak.
„Ik verzoek u om een pondje zwarte-poes,
zooals ze daar in de uitstalkast ligt".
Pan Grubasinski lacht: „Je benteen koddi
ge kerel, héhéhé, prosche pana!"
„Prosche pana, ik kom om een pondje
zw'arte-poes, zooals er in het winkelraam
ligt".
„Héhéhé!" lacht Pan Grubasinski, „een
zeer leuke mop!"
Héhéhé, kun je dat dan ook betalen?.."
'„Wat moet dat kosten, dat pondje zwarte-
poes. prosche pana?
„Wat het kost? hij vraagt wat het
kosten moet! Héhéwat een pondje
zwarte-poes kosten moetveel, zeer veel
kost datzwarte-poes is op dit oogen-
blik heel lastig te verkrijgenhéhéhé!"
„Prosche pana, wat moet het kosten
dat pondje zwarte-poes?"
„Psia Kreff, wat het kost!drie mark
kost een pond ham, prosche pana! En var
kens zijn er te over! Zwarte poezen zijn er
niet zoovele, zijn er weinighéhéhé
het pondje zal daarom wel zes mark kosten,
prosche panazes mark het pondje
héhéhéhet pondje zwarte-poes!"
Jan Lisiewicz grijpt in zijn zak en zoekt uit
het papiergeld een twintig-markbiljet
Slachtoffer van de gasontploffing (die plotseling een
paar uit een kast gevallen schoenen in de gaten krijgt):
„Goeie genade, als dat mijn voeten zijn, dan heb ik een
Ieelljk ongeluk gehad."
(London Opinion).
iv
gen, hetzij meer dan wat aan loonen wordt
uitbetaald aan het Staatspersoneel, uitgezon
derd dat van Landsverdediging. De regeering
heeft steeds met de begrootingscijfers gegoo
cheld, zoodat feitelijk slechts specialisten
konden klaar zien. Het middel hiertoe was de
aanvullende credieten, die van het parlement
werden geëischt en die telkens waren uitge
geven alvorens het ontwerp bij de Kamer
werd ingediend. Op vier jaar werden door de
Kamer 6 milliard 400 millioen aan aanvul
lende credieten goedgekeurd. Niet alleen de
regeering, de afgetreden regeering Jaspar,
is hiervoor verantwoordelijk, de Kamer zelf
heeft aan verkiezingspolitiek gedaan door de
goedkeuring van allerlei initiatiefvoorstellen,
welke uitsluitend de verkiezingscliëntèle moes- j
ten bevredigen. Sommige Kamerleden zijn
o.m. opgekomen voor verhooging van de pen
sioenen aan de oorlogs-invaliden, welke vol
strekt niet laag zijn. Een verhooging van
50 pet. werd aangenomen, zoogenaamd uit
sluitend voor de invaliden die tot een strijden
de eenheid hebben behoord1. Men wist zelfs
niet hoeveel zulks aan de schatkist zou kos
ten. Thans vragen 90 pet. van de invaliden
de verhooging! Aan eiken oud-strijder wordt
een frontrentie betaald. Voor hen moest ook
iets worden gedaan en dit komt de schatkist
ook op 300 millioen te staan. Het gevolg van
dit alles was ,dat het geld, dat België van
Duitscfiland ontving voor het herstel en dat
bestemd1 was voor de uitvoering van groote
werken, gewoon werd besteed aan vrij nutte-
looze of ongerechtvaardigde uitgaven. De
oorlogspensioenen alleen kosten aan de Bel
gische schatkist in 1931 1 milliard 115 mil
lioen frank. In 1926 was dit slechts 400 mil
lioen.
Slechts nu is de regeering gaan inzien, dat
zij dringend het hoofd had te bieden aan den
toestand en dit is ook wel mede een van de
rednen waarom de regeering Renkin betrek
kelijk vlug is tot stand gekomen en waarom
de campagne tegen deze regeering zelfs in
organen van de meerderheidspers, is ge
luwd. Men moet het haar wel vergeven, dat
zij voor de Vlamingen een en ander gaat ver
wezenlijken, om tevens de financieele moei
lijkheden te boven te kunnen komen. Dezelf
de minister, die mede verantwoordelijk is
voor de overdreven uitgaven ,is in de regee
ring gebleven van Renkin. Deze, de heer
Houtart, is een energiek man, al heeft hij de
reputatie, dat hij zoo vriendelijk is, dat hij
aan niemand iets kan weigeren. De heer
Houtart heeft een plan gereed om de finan
ciën te verbeteren, dat reeds gedeeltelijk ten
uitvoer wordt gelegd, namelijk bezuinigin
gen, leeningen en nieuwe belastingen. De be
zuinigingen vertegenwoordigen 300 millioen
frank. Er zullen twee leeningen worden aan
gegaan, een van 300 millioen, over tien jaar,
voor steun aan onvrijwillige werkloozen en
een andere, de belangrijkste, waaromtrent
spoedig een besluit zal vallen, van een mil
liard, om het tekort op de begrootingen van
1930 en 1931 te dekken. De nieuwe belastin
gen, waaromtrent het parlement moet uit
spraak doen, moeten de gewone begrooting
voor 1931 sluitende maken en het evenwicht
verzekeren voor deze van 1932. De opbrengst
wordt geschat op 1300 millioen. Er is even
wel niemand, noch in de regeering, noch in de
Kamer of in den Senaat, die zich in staat
voelt om te verzekeren, dat al deze inkomsten
zullen volstaan. Integendeel. Men houdt er
nu reeds rekening mee, dat dit niet het geval
zal zijn. Het is dan ook in deze gedachten-
orde, dat men het Belgische standpunt moet
begrijpen ten opzichte van het Amerikaan
sche aanbod. Indien België geen inkomsten
vindt om de Duitsche betalingen te vervan
gen, dan beteekent dit zooveel meer, dat is
meer dan van de belastingbetalers werd ge
ëischt bij de crisis van 1926.
KASTEKORT.
Bij den ontvanger van een polder,
Men meldt aan het Dagblad van Noord
brabant uit Philippine: Naar verluidt is bij
een dezer dagen gehouden kas-controle op <Js
'bescheiden van dén onlangs overleden ont-
van de Philippinepolder den heer E. C. een
kastekort geconstateerd van pl.m. 4000.
Naar het blad verneemt, zal morgen een of
ficieel onderzoek plaats vinden.
„Prosche pana.één pondje zwarte-poes!"
Nu wordt het Pan Grubasinski toch wat
warm, wat heel warm om 't hoofd. De zwarte
poes is pani Grubasinska's lievelingen
pani Grubasinska zal het verre van goed op
nemen, als ze hoort, dat Pan Grubasinski
haar lieveling verkocht heeftpondsge
wijze verkochtheeft. En dan ook
nog: de concurrentie! En de kanten, al die
keurige klanten, die bij Grubasinski en Co.
komen, omdat men daar de fijnste Krakauer
worst, de malsche ham koopen kan. Wat zal
men zeggen, als het bekend wordt, dat men
bij Grubasinski en Co. zwarte poezen per
pond koopen kan psia krreff psia krreff!
Wanneer hij echter nu niet op een prettige
manier van dezen vent afkomt, loopt die na
tuurlijk naar anderen en bazuint rond ja,
wat niet al zal hij rondbazuinen! En er zijn
altijd domme menschen genoeg, die van mee
ning zullen zijn, dat zwarte poezen niet in
delicatessen-winkelramen thuis behooren en
die de Krakauer worst en de heerlijke Pooi-
sche braadworst een specialiteit van Gru
basinski en Co. voortaan alleen nog maar
met boozen achterdocht zullen bekijken
Daarom werpt Grubasinski het nu over
een anderen boeg:
„Prosche pana, waarom wil je eigenlijk
zwarte-poes eten? Zwarte poese-vleesch is,
onder ons gezegd, niet goed enzwarte-
BRUTALE KIPPENDIEF.
Schoot een man, die hem- verrasttx
in liet been.
Gisternacht te ongeveer half twee, juist
tijdens een hevig onweder, hoorde dé landbou
wer van Egdom nabij' de Klomp (Veenen-
daal) geraas in de aan den overkant van den
weg staande kippenhokken. Toen hij die
hokken naderde, zag hij bij het felle licht van
den bliksem een manspersoon, die eenige
zakken droeg, zich verwijderen.
Hij sommeerde te blijven staan, waarop
deze de zakken neergooide een revolver voor
den dag haalde en daarmede van Egdom een
kogel in het bovenbeen schoot. Hierna vlucht
te de dader met achterlating van een zak met
kippen en nog vijf ledige zakken. Van Egdom
moest zich onder geneeskundige behandeling
stellen. De wond is niet ernstig. De mare
chaussee uit Veenendaal stelt een nauwkeurig
onderzoek in, doch dit is tot nog toe vruchte
loos, aangezien men ieder spoor van den da
der mist.
WATERLEIDING IN NOORDWEST-
OVERIJSEL.
Eerste steenlegging watertoren,
Gistermiddag werd door den commissaris
van de koningin in de provincie Overijsel,
baron van Voorst tot Voorst, de eerste steen
gelegd voor den watertoren van de N.V.
Noordoverijselsche Waterleiding, welke het
N.W. deel van Overijsel van water zal voor
zien.
De plechtigheid verliep onder groote be
langstelling. Onder de aanwezigen bevonden
zich de dagelijksche besturen van de gemeen
ten Oldemark, Giethoorn, Steenwijkerwolde,
Kuinre. en Blankenham. Door verschillende
autoriteiten werdén toepasselijke woorden ge
sproken.
OVERBRUGGING DER GROOTE
RIVIEREN.
Door Provinciale Staten van Gelderland
zijn gistermiddag voorstellen aangenomen
in zake den bouw van vaste bruggen bij
Nijmegen, Arnhem en Doetinchem.
Deze voorstellen hielden in om aan Gede
puteerde Staten machtiging te verleenen om
overeenkomsten aan te gaan met de gemeen
ten Nijmegen en Arnhem.
DE HUURDERSSTAKING TE
ROTTERDAM GEËINDIGD.
De staking van de huurders in de Tuift
dersstraat te Rotterdam is geëindigd. De
huurders hebben hun eischen ingewilligd
gekregen, zoodat dus de huren door elkaar
genomen 75 ct. per week worden verlaagd.
Bovendien wordt de achterstallige huut
kwijtgescholden en krijgen de stakers een be
drag van 250 als schadevergoeding uitge
keerd. De huurder, die uit zijn woning is
gezel, krijgt deze woning terug.
Behalve voor de woningen aan de Tuin
dersstraat geldt deze verlaging van huur
poes is duur ook prosche pana! veel duur
der b.v. dan die zalm daar, waarvan ik jou
het pondje voor twee wat zeg ik!voor
ééne mark zal latenmaar alléén maar
aan jou, prosche pana, omdat ik je vriend ben
psia krreff en veel duurder dan dat
rolhammetje hier, waarvan ik aan jou het
pondje ook voor twee mark wil laten pro
sche pana, omdat ik het goed met je meen
psia krreff
Jan Lisiewicz is geen onmensch. Wanneer
hij na een kwartiertje den winkel van Gru
basinski en Co. verlaat, fluit hij vergenoegd
in zichzelf „tirilitirili!" Onder zijn arm
draagt hij een pakjeinplaats van zwarte-
poes een pond heerlijke zalm, een pondje rose
ham, een pondje goudgele boter en een flesch
jenever, wat hij allemaal voor een vierde ge
deelte van den winkelprijs gekregen heeft,
dien anderen moeten betalen
In het winkelraam van Grubasinski en Co.
"igt een zwarte poes, die zich braadt in de
'ion. Af en toe rekt en strekt zij zich behage
lijk uit, of ze staart naar de menschen, die
voorbijgaan, die in de drukke winkelstraat
langs komen.
Opeens echter grijpt een ruwe vuist de kat
bij het nekvel en schudt haar, zoodat ze kla
gelijk miauwt en gooit haar door de achter
deur naar buiten
En poes staat te kijken, een en al verbazing
Ze begrijpt er niets van.