Alkmaarsche Curant. BE VOWM. föüuMiiattd Honden! drie en dertigste laargang. Vrü<Sag s Amerikaansche notities Nieuws uit België. Ho. 184 (Van onzen New-Yorkschen correspondent). Ik zat onlangs ™ct ^""j/fegendarische Dat wil zeggen, met i Amerii(a verte figuur, die in het bmt-cnlan {„ej^e]d genwoordigt en die gewoonhjk wordt als de lange magere m oestreepte de hooge hoed met sterroi g |m .g een broek met sous pieds. Mijn uiterüjk man van vleescfi en bloed al Jdthip^Jg veel op de symbolische -ïguur e -„hfereen een geboren Yankee is, die jaren jr) een bloeiende brandstoffenhandel 1 1 de buurt heeft gehad en hi] door J J. schen kijk op zaken een genoege 1 j0j is, zet ik graag een boom met he Ij- mijn spijt ïan ik niet een natuurgetrouw verslag van zijn opmerkingen ge ,en door de noodige dialectische k° 1 verloren gaan. Voorop dien ik te s mijn Oom Sam een rasechte honderd p ter is met juist genoeg vooroordeelg niet-Amerikaansche wereld om he verrukkelijk onderwerp van debat te <- en het nooit van hem te kur'"en winnen om deze kleine eigenaardigheid. Hn toch altijd beter en wij buitenlanders zijn toch eigenlijk niet meer dan aime sukk Eerst nog een klein staaltje van z'j neerkunst. Alleen de Amerikanen zijn waar- achtige democraten, anoere menscnen „aan min of meer gebukt onder wat de oude Ki„ge ■placht te omschrijven met „groote heeien en adellijke hanzen". Hier zijn wij allemaal ge lijk, beweert Oom, „wanneer ik morgen in Washington zou komen kan ik president Hoover "de hand gaan schudden net als ik het hier Jhnmie Dugan doe". (Mr. Dugan is de burgemeester van zijn stadje). Ik heb hem al meer aan het verstand trachten te brengen, dat het heusch zoo gemakkelijk niet gaat om den president der V. S. als een buur man op te zoeken en ik spreek uit eigen on dervinding, maar Oom is niet van zijn over tuiging af te brengen, dat hij zoo maar het Witte "Huis kan binnenloopen, hij is toch een kiezer de laatste vijftig jaren? Op een keer zat hij naast mij, toen ik een stapel brieven ter verzending naar het vaderland klaar had liggen. „Lange naam heeft die kerel", merkte om terloops een blik op de bovenste envelop werpend en onderwijl zijn pijp in brand ja gend, „zeker zoo'n aristocraat?" Ik schater de het uit, allemaal zakelijke correspondentie, waaronder geen enkele geadresseerde zelfs maar jonkheer was. „Dat zijn doodgewone menschen, waarde heer, die ik normaal op zijn Ho'.landsch adresseer met den weledel geboren heer the well nobly born gentle man" ik hield met schrik op. „Oh, dat zijn geen edellieden, hé?" klonk er sarcastisch terug. „Geen sprake van! Die noemen wij highly born en highly well born (hooggebo ren en hoog welgeboren) en dat is nog al een verschil, zou ik zoo denken!" Oom bam dacht het niet en wat meer zegt, hij bekende lichtelijk duizelig te worden toen ik hem de fijne schakeeringen tusschen weledel zeer geleerd, hooggeleerd, weleerwaard hoogge leerd en hoog edel gestreng had uitgelegd, feiwijl hij vierkant weigerde te gelooven dat wij de eene getrouwde vrouw met mevrouw en de andere met juffrouw aanspraken, ook wanneer de laatste niet een artieste was, zoo als Marv Pickfofd of de dichteres Edna Vin cent St. Millay, die nimmer met hun man's namen vermeld worden. Lr" bestaan zoo van die verschillen tus schen de landen, waar men nooit overheen komt, in woord noch geschrift en die Kipling zoo afdoende heeft geformuleerd in een paar woorden East is East anci West is West'and never the twain shall meet, (Oost is Oost en West is West en nimmer zullen de beiden el kaar ontmoeten) iets, dat bij wijze van spre ken opgaat voor menschen, die een paar uur reizen van elkaar afwonen. Oom Sam zal mij nooit heelemaal begrijpen en ik hem niet; nu eens is ons verschil van inzicht groot dan weet Lein, maar volkomen eens zijn wij het nooit Daarbij heb ik geleerd hem hooit let terlijk op te vatten en teen hij mij de vorige keer verwelkomde met de pessimistische op merking: dit land gaat naar de haaien' vatte ik dat maar niet al te letterlijk op, want bad !vAe* £eze?^ ^ai? was hij mij aangevlogen. Wat hem bijzonder moedeloos scheen te'ma ken, was de mogelijkheid, dat Al Capone. die eindelijk bij zijn kraag gepakt is na een on wettige handel van honderden millioeren dollars gedreven tc hebben en verantwoorde lijk te zijn voor een kleine 500 moorden, de minimum straf van 3 jaar gevangenis krijgt in plaats van de maximum, zegge 34 jaar „Het gaat er naar toe, dat een fatsoen'ijk mensch geen kans meer krijgt om het te blij- In het winkelraam van Grubasinski en Co. te Warschau ligt een poes, die in het zonnetje zich koestert, 't Is een mooie, zwarte poes, wier velletje even mooi afsteekt tegen de zacht-rose, gerookte zalm als tegen den goudgelen boter, terwijl het met het vochtig- rood van de aardbeien als met het donker bruin van de verschgebrande koffie een har monieus kleuren gamtna schept. Af en toe rekt en strekt poes zich behagelijk uit of i ?aar de menschen, die in de drukke straat haastig voorbijgaan. Dikwijls blijft oeze of gene eens even staan om te lonken naar al het wonder-lekkere, dat er bij Gruba sinski en Co. weder te koop ligt. Want Cru- basinski en Co. is dat moeten de concur renten toegeven - zonder kijf de eerste zaak \/a van ^eze omgeving. beha winkelraam> waarin de kat zoo etiagehjk van 't zonnetje geniet, staat Jan hoóf^1CZ' ,de dienstman, de pet scheef op 't bropi/v?1 gescheurd hemd en gerafelden ceintM, bIootsvoets, een uitgerafeld koord als in He^ru°m Zljn m'ddel. Maarmet geld dezen roekzak> want Jan Lisiewicz heeft beter? "lor^en Soe'e verdienste gemaakt, een ]jaik an men als dienstman verwachten en ii^ - benden te werk gaan worHen Z'J "A handschoentjes aangepakt Anfnwt'e ucbt daverde van een paar vuurnmiW' e?n stuk of wa* onschuldige S f' als voor-oefening van den ?nuena A iJ vd^ °P 4 Juli de Iucht in" en h eerb,ed voor de wet gaat er uit hoo,ïl Ji?n^e «eslacht ziet niets dan onge- nl d ^"os otn zich heen en weet of riü ^rrrt!! g'ng een zevenklapper 'i'f accompagnee:rd door een paar donder hol dér, een schijnsel in de richting van voorl-eefn °pWu n" ','Nou dat vuurwerk bij- iïg0n ik' maar met een „Daar On Hen I r\rd mi]' de pas afgesneden. 1 oliik den Juli hoort er lawaai, verschrik- tochten L te zijn' veel muziek> °P" toespraken en natuurlijk moet de lucht flikkeren en dreunen ya"Jlei J™t- Dat is nu 152 jaar zoo ge weest en dat kan niet anders Laat ik mijn lezers verte len, dat de ver koop en distributie van vuurwerk verboden is bij de wet, evenzoo verboden als het verkoo- pen van sterke drank of het links rijden op oen weg. Er is eenvoudig niet aan te twijfe len het mag niet en daarmee uit. Toch be gint al een week voor den 4den Juli het lieve leven van voren af aan en dat wel op een manier, die aan wetten geloovende burgers als Oom Sam een driftaanval zou moeten be zorgen lij al.er lei winkels verschijnen étala ges vol vuurwerk, het wordt met vlagden en annonces aan den gevel geadverteerd:" koopt hier uw vuurwerk. In mijn gehucht werd een apart houten tentje opgericht, gedrapeerd met ne. nationale dundoek, waar alles te krijgen is. Met het noodwendige gevolg, dat de jeugd er den heelen dag omheen zwerft en c e eeiste de beste bemachtigde cent in het begeerde speelgoed omzet. Vroeger heeft men getracht een veiligen 4den Juli te bereiken door te, waarschuwen voor liet gevaar, pre cies als men door propaganda het onmatige dunken of het autojagen langs den weg heeft trachten tegen te gaan. Ik weet niet'of een dolzinnig deel van het Land der Vrijheid, waar alles zou mogen in vergelijking met Europa, waar ieder zoogenaamd aan banden ligt, er de oorzaak van is geweest, genoeg zij, dat het met overredingskracht niet ging en een van de wrange vruchten, die er het gevolg van waren is bijvoorbeeld de Droog legging. Dr. Nichoias Murray Butler, de rector-magnificus van de New-Yorksche Columbia Universiteit, heeft eenige dagen ge leden bij zijn bezoek aan een Oostenrijksche Universiteit terecht opgemerkt, dat er in Amerika veel te veel wetten zijn, dat men er haast stikt in de wetten en dat er daarom nergens zooveel wetten overtreden worden als in Amerika. Wanneer men nu weet, dat volgens de federale wet geen alcohol in het land inge voerd, gemaakt, verkocht of gedronken mag werden het is niet aan te nemen, dat de voorraad van vóór 1919 nog zou opleveren, enkele wijnkelders van millionnairs uitgezon- zonderö is het dan niet zeldzaam brutaal en een openlijke hoon van die wet, dat men in zilverwinkels magazijnen van glas en aarde werk en talrijke andere winkels kostbare of practischc drinkparafernala in de étalage of de winkelkasten ziet staan: cocktail sha kers en stellen, alle scorien karaffen en wijn glazen, champagnekoelers, dat men in het kort in woord en beeld merkt in een land te zijn waar normaal en zelfs misschien abnor maal wordt gedronken? Hoe kan een groote bekende zaak op Fifth Avenue in een der allergrootste New Yorksche kranten een keu rige lange advertentie zetten met alle moge lijke en onmogelijke vuurwapenen, die bij de wet verboden zijn en die morgen moeten dienen om Onafhankelijkheidsdag met het onmisbare geknal te vieren. Daarin wordt o.a. een kamer-kanon aangeprezen, dat een „zieleverheugende" boem laat hooien en dat met een ruimen voorraad ammunitie voor den schap pd ij ken prijs van 2.25 wordt geof freerd. Den vorigen 4en Juli, toen ik nog in de City woonde, werd ik cm zeven uur s mor gens gewekt door zoo n instrument, dat be diend werd door een buurventje in zijn ach tertuin. Het jonge mensch is daar den heelen dag mee bezig geweest tot het ging scheme ren; toen ging hij raet pa naar een naburig park een voorraad vuurpijlen, kanonslagen, zevenklappers en wat er meer op dat gebied bestaat afsteken. Men begrijpe mij wel: ik ben geen tegenstander van vuurwerk tenzij door deskundige hand aangestoken, maar ik ben er wel tegen, dat elk klein kind met ar men vol rondloopt tot zijn eigen onheil en van vriendjes De wet denkt er blijkbaar ook zoo over en verbiedt het, nu. vraag ik mij af waarom 99 van de 100 daar niet aan gehoor zamen en dat de politie er niets tegen doet. „Ze hebben die „sane and safe Fourth" véél te ver gedreven", beweerde Oom Sam, „na tuurlijk moeten de menschen voorzichtig zijn, maar als kleine jongen begon ik den dag met zevenklappers en vreugdevuren en dat is de ,,real spirit" (d~ ware stemming) van den 4den Juli. Wanneer de wind niet te sterk is kan je heel veilig op dan maar een Dutchie". „Ook al Is het verboden?" lui „Ach kom, dat is alleen rm.ar vooj* $tad§- Naar aanleiding van het Ameri kaansche voorstel De Belgi sche financieele toestand. Millioenentekort voor 1930 en 1931. Slecht financieel beleid in de laatste jaren. Roeke- looze uitgaven niet in verhou ding met de inkomsten. Nu de internationale aandacht zich met België bezig houdt, naar aanleiding van de houding, welke dit land aanneemt ten op zichte van het voorstel-Hoover, loont het de moeite te onderzoeken hoe België er finan cieel aan toe is. Dit is van belang. Want in dien België niet dadelijk hel voorstel van den Anierikaanschen President met 'beide han den heeft aangenomen, dan is het omdat er heel wat op het spel staat, dat in het buiten land niet dadelijk wordt begrepen. Terwijl Hoover zijn voorstel aan de wereld bekend maakte, begon de Belgische Kamer met de behandeling, van de nieuwe belastin gen. Wat Hoover voorstelt komt, practisch gezien, van Belgisch standpunt neer op af stand van 580 millioen frank. De Duitsche annuïteit aan België bedraagt 851.80 fr., terwijl de Belgische betaling aan Amerika slechts 271.80 fr. bedraagt. Het verschil, 580 millioen wordt elk jaar op de Belgische be groeting geschreven. Valt dit bedrag weg, dan moet de Belgische belastingbetaler een nog grooter aderlating ondergaan van deze welke reeds noodzakelijk wordt gemaakt door het millioenentekort, dat men van 1930 af heeft geboekt. Dit laatste tekort bedroeg 1200 millioen. Vcor 1931 zal het nog belangrijker zijn. Sommigen spreken van 2 milliard, ande ren van 2V: milliard. Dit beteekent, dat voor een gezond beheer de regeering de middelen vinden moet om het tekort van 1930 te beta len, om te voorzien in dat van het loopende begrootingsjaar en bovendien om een even wichtige begrooting voor 1932 in te dienen. Wanneer men voor een dergelijke taak staat, dan begrijpt men, dat een voorstel als dat van Hoover als een donderslag komt, al ziet men in België ook zeer goed in, welke internatio nale beteekenis het heeft, zoowel voor de eco nomische opleving als voor de zaak van de ontwapening. Ten bewijze het antwoord, dat de Belgische regeering aan Washington heeft gestuurd. Het is een feit, dat de belastingbetaler, tevens kiezer, zich weinig bekommert om de wijze, waarop het door hem afgestane geld wordt besteed. Moest dit wel het geval zijn, dan zou er een algemecne beweging van pro test ontstaan zijn, sedert maanden, tegen het financieel beheer, hetwelk sedert verscheidene jaren duurt en waartegen nu zelfs volksver tegenwoordigers uit de meerderheid opkomen, nu het te laat is en zij natuurlijk de handen in onschuld willen wasschen. Want wanbe heer is het wanneer de tering niet naar de nering wordt gezet en wanneer de uitgaven maar steeds worden verhoogd, terwijl de in komsten verminderen. Toen in 1926 de „groote penitencie" aanving, om den frank te redden, werden nieuwe belastingen inge voerd, welke slechts vier jaar mochten worden geheven en waarvan werd verwacht, dat zij per jaar 1 milliard 500 millioen zouden op brengen. In erkelijkheid bracht zij op de drie jaar van 1927 tot 1929 veel meer op, n.1. 8 milliard 6 millioen frank. En toch kwam 1930 met een begrootingstekort. De economische crisis, welke van begin 1929 zwaar op het zakenleven drukte, was een der eerste oor zaken. Eigenaardig was het dat er bij de vaststelling van de begrooting voor 1930 een vermindering van inkomsten was voorzien, wat niet kon beletten, dat de begrooting 1 milliard 1H meer bedroeg dan deze van 1929! Bovendien moest de druk der belastin gen verminderd worden, daar de regeering het gegeven woord moest gestand doen, nu de vier jaren van penitencie waren verstre ken. Er werden voor ruim twee milliard be lastingen afgeschaft, maar, zonder zich om al deze elementen te bekommeren, werden tevens door het parlement zes nieuwe wetten goedgekeurd, waarvan men zelfs niet kon be rekenen hoeveel uitgaven zij zouden veroor zaken. In 1930 kostte de uitvoering 670 mil lioen frank en dit jaar schijnt het 900 mil lioen te zullen worden. De sociale wetten, waartegen wel het minst kan worden aange voerd, 'kosten aan België 1 milliard 100 mil lioen per jaar. Onzettend is wat in België aan pensioenen wordt betaald. Een senator heeft hierop gewezen in den Senaat. In 1931 zal de pensioendienst aan de schatkist 2 mil liard 152 millioen kosten, hetzij het vierde gedeelte van de totale ontvangsten, wat een ex-minister van Arbeid heeft verbeterd door er aan toe te voegen dat de, pensioenen 28 pet. bedragen van de opbrengst der belastin- Daarom nu is Jan Lisiewicz besloten het vandaag er eens van te nemen. Zoo staat hij dus nu voor het uitstalraam om uit te kiezen dat, wat zijn maag zou kun nen streelen: misschien één pondje of ook wel twee van dat lekkere wittebrood, dat daarbinnen ligt, met daarbij een half pondje van die goudgele boter en een beetje van die rose zalm en van die sappige ham; verder nog een fleschje van dien kostelijken jenever, zooals die daar nog in een reeks van fles- schen geschaard ligt voor hen, die,geld heb ben. En hij overdenkt hoe prettig het zou zijn als men al dat lekkers zou kunnen hebben zonder zóóveel geld er voor af te moeten staanen na een tijdje lost denken zich op in een heimelijk lachjeHij heen M Als Jan LisieVia den winkel f staat Pan Grubasinski op van zijn plaats het burVan, in den «"XSS Vajankidstówiczfheeft'den eigenaar echter al '■"'proseïï pS'. nien Itan toch alles knopen f„ het winkelraam hebt liggen?" JAls tacn 't geld ervoor heeft, Jan", lacht Grubasinski, „dan stellig!" „Prosche pana", zegt Jan en haalt een handvol vuil papiergeld uit zijn broekzak. „Ik verzoek u om een pondje zwarte-poes, zooals ze daar in de uitstalkast ligt". Pan Grubasinski lacht: „Je benteen koddi ge kerel, héhéhé, prosche pana!" „Prosche pana, ik kom om een pondje zw'arte-poes, zooals er in het winkelraam ligt". „Héhéhé!" lacht Pan Grubasinski, „een zeer leuke mop!" Héhéhé, kun je dat dan ook betalen?.." '„Wat moet dat kosten, dat pondje zwarte- poes. prosche pana? „Wat het kost? hij vraagt wat het kosten moet! Héhéwat een pondje zwarte-poes kosten moetveel, zeer veel kost datzwarte-poes is op dit oogen- blik heel lastig te verkrijgenhéhéhé!" „Prosche pana, wat moet het kosten dat pondje zwarte-poes?" „Psia Kreff, wat het kost!drie mark kost een pond ham, prosche pana! En var kens zijn er te over! Zwarte poezen zijn er niet zoovele, zijn er weinighéhéhé het pondje zal daarom wel zes mark kosten, prosche panazes mark het pondje héhéhéhet pondje zwarte-poes!" Jan Lisiewicz grijpt in zijn zak en zoekt uit het papiergeld een twintig-markbiljet Slachtoffer van de gasontploffing (die plotseling een paar uit een kast gevallen schoenen in de gaten krijgt): „Goeie genade, als dat mijn voeten zijn, dan heb ik een Ieelljk ongeluk gehad." (London Opinion). iv gen, hetzij meer dan wat aan loonen wordt uitbetaald aan het Staatspersoneel, uitgezon derd dat van Landsverdediging. De regeering heeft steeds met de begrootingscijfers gegoo cheld, zoodat feitelijk slechts specialisten konden klaar zien. Het middel hiertoe was de aanvullende credieten, die van het parlement werden geëischt en die telkens waren uitge geven alvorens het ontwerp bij de Kamer werd ingediend. Op vier jaar werden door de Kamer 6 milliard 400 millioen aan aanvul lende credieten goedgekeurd. Niet alleen de regeering, de afgetreden regeering Jaspar, is hiervoor verantwoordelijk, de Kamer zelf heeft aan verkiezingspolitiek gedaan door de goedkeuring van allerlei initiatiefvoorstellen, welke uitsluitend de verkiezingscliëntèle moes- j ten bevredigen. Sommige Kamerleden zijn o.m. opgekomen voor verhooging van de pen sioenen aan de oorlogs-invaliden, welke vol strekt niet laag zijn. Een verhooging van 50 pet. werd aangenomen, zoogenaamd uit sluitend voor de invaliden die tot een strijden de eenheid hebben behoord1. Men wist zelfs niet hoeveel zulks aan de schatkist zou kos ten. Thans vragen 90 pet. van de invaliden de verhooging! Aan eiken oud-strijder wordt een frontrentie betaald. Voor hen moest ook iets worden gedaan en dit komt de schatkist ook op 300 millioen te staan. Het gevolg van dit alles was ,dat het geld, dat België van Duitscfiland ontving voor het herstel en dat bestemd1 was voor de uitvoering van groote werken, gewoon werd besteed aan vrij nutte- looze of ongerechtvaardigde uitgaven. De oorlogspensioenen alleen kosten aan de Bel gische schatkist in 1931 1 milliard 115 mil lioen frank. In 1926 was dit slechts 400 mil lioen. Slechts nu is de regeering gaan inzien, dat zij dringend het hoofd had te bieden aan den toestand en dit is ook wel mede een van de rednen waarom de regeering Renkin betrek kelijk vlug is tot stand gekomen en waarom de campagne tegen deze regeering zelfs in organen van de meerderheidspers, is ge luwd. Men moet het haar wel vergeven, dat zij voor de Vlamingen een en ander gaat ver wezenlijken, om tevens de financieele moei lijkheden te boven te kunnen komen. Dezelf de minister, die mede verantwoordelijk is voor de overdreven uitgaven ,is in de regee ring gebleven van Renkin. Deze, de heer Houtart, is een energiek man, al heeft hij de reputatie, dat hij zoo vriendelijk is, dat hij aan niemand iets kan weigeren. De heer Houtart heeft een plan gereed om de finan ciën te verbeteren, dat reeds gedeeltelijk ten uitvoer wordt gelegd, namelijk bezuinigin gen, leeningen en nieuwe belastingen. De be zuinigingen vertegenwoordigen 300 millioen frank. Er zullen twee leeningen worden aan gegaan, een van 300 millioen, over tien jaar, voor steun aan onvrijwillige werkloozen en een andere, de belangrijkste, waaromtrent spoedig een besluit zal vallen, van een mil liard, om het tekort op de begrootingen van 1930 en 1931 te dekken. De nieuwe belastin gen, waaromtrent het parlement moet uit spraak doen, moeten de gewone begrooting voor 1931 sluitende maken en het evenwicht verzekeren voor deze van 1932. De opbrengst wordt geschat op 1300 millioen. Er is even wel niemand, noch in de regeering, noch in de Kamer of in den Senaat, die zich in staat voelt om te verzekeren, dat al deze inkomsten zullen volstaan. Integendeel. Men houdt er nu reeds rekening mee, dat dit niet het geval zal zijn. Het is dan ook in deze gedachten- orde, dat men het Belgische standpunt moet begrijpen ten opzichte van het Amerikaan sche aanbod. Indien België geen inkomsten vindt om de Duitsche betalingen te vervan gen, dan beteekent dit zooveel meer, dat is meer dan van de belastingbetalers werd ge ëischt bij de crisis van 1926. KASTEKORT. Bij den ontvanger van een polder, Men meldt aan het Dagblad van Noord brabant uit Philippine: Naar verluidt is bij een dezer dagen gehouden kas-controle op <Js 'bescheiden van dén onlangs overleden ont- van de Philippinepolder den heer E. C. een kastekort geconstateerd van pl.m. 4000. Naar het blad verneemt, zal morgen een of ficieel onderzoek plaats vinden. „Prosche pana.één pondje zwarte-poes!" Nu wordt het Pan Grubasinski toch wat warm, wat heel warm om 't hoofd. De zwarte poes is pani Grubasinska's lievelingen pani Grubasinska zal het verre van goed op nemen, als ze hoort, dat Pan Grubasinski haar lieveling verkocht heeftpondsge wijze verkochtheeft. En dan ook nog: de concurrentie! En de kanten, al die keurige klanten, die bij Grubasinski en Co. komen, omdat men daar de fijnste Krakauer worst, de malsche ham koopen kan. Wat zal men zeggen, als het bekend wordt, dat men bij Grubasinski en Co. zwarte poezen per pond koopen kan psia krreff psia krreff! Wanneer hij echter nu niet op een prettige manier van dezen vent afkomt, loopt die na tuurlijk naar anderen en bazuint rond ja, wat niet al zal hij rondbazuinen! En er zijn altijd domme menschen genoeg, die van mee ning zullen zijn, dat zwarte poezen niet in delicatessen-winkelramen thuis behooren en die de Krakauer worst en de heerlijke Pooi- sche braadworst een specialiteit van Gru basinski en Co. voortaan alleen nog maar met boozen achterdocht zullen bekijken Daarom werpt Grubasinski het nu over een anderen boeg: „Prosche pana, waarom wil je eigenlijk zwarte-poes eten? Zwarte poese-vleesch is, onder ons gezegd, niet goed enzwarte- BRUTALE KIPPENDIEF. Schoot een man, die hem- verrasttx in liet been. Gisternacht te ongeveer half twee, juist tijdens een hevig onweder, hoorde dé landbou wer van Egdom nabij' de Klomp (Veenen- daal) geraas in de aan den overkant van den weg staande kippenhokken. Toen hij die hokken naderde, zag hij bij het felle licht van den bliksem een manspersoon, die eenige zakken droeg, zich verwijderen. Hij sommeerde te blijven staan, waarop deze de zakken neergooide een revolver voor den dag haalde en daarmede van Egdom een kogel in het bovenbeen schoot. Hierna vlucht te de dader met achterlating van een zak met kippen en nog vijf ledige zakken. Van Egdom moest zich onder geneeskundige behandeling stellen. De wond is niet ernstig. De mare chaussee uit Veenendaal stelt een nauwkeurig onderzoek in, doch dit is tot nog toe vruchte loos, aangezien men ieder spoor van den da der mist. WATERLEIDING IN NOORDWEST- OVERIJSEL. Eerste steenlegging watertoren, Gistermiddag werd door den commissaris van de koningin in de provincie Overijsel, baron van Voorst tot Voorst, de eerste steen gelegd voor den watertoren van de N.V. Noordoverijselsche Waterleiding, welke het N.W. deel van Overijsel van water zal voor zien. De plechtigheid verliep onder groote be langstelling. Onder de aanwezigen bevonden zich de dagelijksche besturen van de gemeen ten Oldemark, Giethoorn, Steenwijkerwolde, Kuinre. en Blankenham. Door verschillende autoriteiten werdén toepasselijke woorden ge sproken. OVERBRUGGING DER GROOTE RIVIEREN. Door Provinciale Staten van Gelderland zijn gistermiddag voorstellen aangenomen in zake den bouw van vaste bruggen bij Nijmegen, Arnhem en Doetinchem. Deze voorstellen hielden in om aan Gede puteerde Staten machtiging te verleenen om overeenkomsten aan te gaan met de gemeen ten Nijmegen en Arnhem. DE HUURDERSSTAKING TE ROTTERDAM GEËINDIGD. De staking van de huurders in de Tuift dersstraat te Rotterdam is geëindigd. De huurders hebben hun eischen ingewilligd gekregen, zoodat dus de huren door elkaar genomen 75 ct. per week worden verlaagd. Bovendien wordt de achterstallige huut kwijtgescholden en krijgen de stakers een be drag van 250 als schadevergoeding uitge keerd. De huurder, die uit zijn woning is gezel, krijgt deze woning terug. Behalve voor de woningen aan de Tuin dersstraat geldt deze verlaging van huur poes is duur ook prosche pana! veel duur der b.v. dan die zalm daar, waarvan ik jou het pondje voor twee wat zeg ik!voor ééne mark zal latenmaar alléén maar aan jou, prosche pana, omdat ik je vriend ben psia krreff en veel duurder dan dat rolhammetje hier, waarvan ik aan jou het pondje ook voor twee mark wil laten pro sche pana, omdat ik het goed met je meen psia krreff Jan Lisiewicz is geen onmensch. Wanneer hij na een kwartiertje den winkel van Gru basinski en Co. verlaat, fluit hij vergenoegd in zichzelf „tirilitirili!" Onder zijn arm draagt hij een pakjeinplaats van zwarte- poes een pond heerlijke zalm, een pondje rose ham, een pondje goudgele boter en een flesch jenever, wat hij allemaal voor een vierde ge deelte van den winkelprijs gekregen heeft, dien anderen moeten betalen In het winkelraam van Grubasinski en Co. "igt een zwarte poes, die zich braadt in de 'ion. Af en toe rekt en strekt zij zich behage lijk uit, of ze staart naar de menschen, die voorbijgaan, die in de drukke winkelstraat langs komen. Opeens echter grijpt een ruwe vuist de kat bij het nekvel en schudt haar, zoodat ze kla gelijk miauwt en gooit haar door de achter deur naar buiten En poes staat te kijken, een en al verbazing Ze begrijpt er niets van.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 9