dagblad voor alkmaar en omstreken. W. M. H. PELS ZOON De Duitsche Ministers te Rome. 'DmeUjksch Ovecakht buitenland NIEUWE BESSEN p. tlesch 12.50 (LUIK. OP BRAND. p. Liter 12.35 jjt'O. 1§5 Directeur: C. KRAK. ZATEItDAG 8 AUGUSTUS 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, 133e Jaargang. het naderende volks- entscheid. TEL 207. ALKMAAR. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- er Fees dagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs Van 1—5 regels 125, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk- kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Dit nummer bestaat uit drie bladsn. De publicaties in de dagbladen. Weer een radiorede. Wii hebben gisteren reeds het een en ander meegedeeld over den grooten dag dien Duitschland morgen (Zondag) beleven zal. I&- mers dan zal het volk in Pruisen beslissen, of de Pruisische Landdag ontbonden zal worden of niet. Het spreekt vanzelf dat men zich in Duitsch land en speciaal in Pruisen zeer druk maakt over deze actie, over dit naderende re ferendum. Wij hebben gezien, dat minister Severing een rede heeft gehouden, we hebben gelezen, dat krachtens de noodverordening de bladen gisteren een publicatie der Pruisische regeering moesten opnemen, een publicatie, welke natuurlijk geen reclame was voor het Volksentscheid! De bladen hebben dit gedaan, omdat ze wel moesten. Van de bladen, die achter de regee- rin| staan, en die alle den oproep groot opge maakt hebben, bevat de „Vorwarts", zooals een W. B. telegram aan het Hbld. luidt, een com mentaar van bevoegde zijde, waarin gezegd wordt, dat de regeering er slechts met een be zwaard hart toe besloten heeft haar manifest door gebruikmaking van de noodverordening te verspreiden. De regeering erkent het hooglied van de persvrijheid en zal nooit de hand leenen tot een werkelijke schending van de persvrij heid en tot haar willekeurige beperking. In het onderhavige geval echter heeft zij de gelegen- h'moeten aangrijpen om tot het heele volk te kunnen spreken. De pers der achter het referendum staande partijen keert zich zoo scherp mogelijk tegen den oproep en de wijze van verspreiding. De meeste oppositiebladen, met name de „Deutsche Zeitung" en de „Berlin am Morgen", drukten den oproep ingevolge de bepalingen duidelijk met vette letters, maar in een zeer kleine let tersoort. De protesten worden daarentegen door de oppositiebladen zoo groot mogelijk op gemaakt met koppen in blokletters gegeven. De „D. A. Z.", die van een document van zwakheid en vrees spreekt, noemt het een monsterachtige bewering om aan de voorstan ders van het referendum generaliseerend gewe tenloosheid te verwijten. In het bijzonder keert het blad zich tegen de houding van den. Pruisi- schen minister van de centrumpartij en zegt dat e< i centrum-partij, die een dergelijken „groben Unfug" duldt, zoo sterk mogelijk moet worden bestreden. De „Börsenzeitung" noemt den oproep een zeer slecht artikel van een soc. dem, provinci ale krant. De „Deutsche Tageszeitung" zegt dat het ma nifest zich van een toon bedient, die als hij an ders in de pers zou gebezigd zijn geweest, tot een verbod door de Pruisische autoriteiten placht te voeren. De gisteren voor het eerst weer verschijnende „Rote Fahne" spreekt van een maximum prestatie van fascistische regeeringskunst. Zoo ziet, zegt het blad, de democratie der S. P. D. er uit. O Er is ook nog weer een rede gehouden door een minister van Pruisen. Minister Höpker Aschoff sprak n.1. voor de radio over den fi- nancieelen en economischen toestand, waarin hij zich ook met het referendum bezig hield. Hij herinnerde daarbij aan het Engelsche voorbeeld, waar de politieke partijen, met het oog op den heerschenden nood een politiek moratorium heeft afgekondigd. Wij echter, aldus de minis ter, doelende op den Volksentscheid in Pruisen, staan op het punt elkaar in den politieken strijd te verscheuren. Indien dit referendum succes tou hebben, zou er een verkiezingsstrijd zonder weerga op volgen. De communisten vallen eenerzijds de staatsregeering aan met het pa rool: „Weg met het fascisme, weg met de kapi talistische economische orde". Aan den ande ren kant staat de rechts-radicale oppositie met het parool: „Weg met 't marxisme, weg met de vijanden van de Pruisische economische orde Ieder moet inzien dat na een succes van het referendum de overwinnaars elkaar moeten ver scheuren en dat het eind een zuiver militaire dictatuur zou zijn, die het groote economische probleem niet zou kunnen oplossen, of wel het bolsjewisme. Waarom dan eigenlijk, aldus de minister, de ze vijandschap tegen de Pruisische staatsregee ring? Zij heeft na den oorlog haar krachten in gespannen, den ingestorten staat weer op bouwen door een doelbewuste politiek vol ver antwoordelijkheid. Pruisen heeft steeds den wensch gekoesterd, de Duitsche republik hech ter te maken en de rijksregeering bijgestaan bij eiken moeilijken binnenlandschen politieken strijd. De strijd om het grensgebied, de strijd tegen de Fransche Rijnlandpolitiek in 1923 was slechts mogelijk daar het bestuur van Pruisen dezen strijd organiseerde. Ook de goede betrekkingen met de andere groote volken der wereld zouden, zoo betoogde de minister, ten slotte, verstoord worden als et referendum succes had. Daarom is er maar parool: „Laten wij ons aaneensluiten als Sw. mannen die zich bij een dijkbreuk bijeenscharen om den binnendringenden vloed af te dammen. Het is geen tijd voor grooten binnenlandsch- politieken strijd. Daarom blijft van den Volks entscheid verre", o Tenslotte kunnen wij nog gewag maken van een communistische betooging. Donderdag- avond hadden de communisten n.1. in het Sport paleis te Berlijn een betooging voor het refe rendum georganiseerd, die zeer slecht bezocht was. O. a. sprak daar het Fransche Kamerlid Doriot. Onmiddellijk na zijn rede werd een Ber- lijnsch communist, die aan den voet der spre kers-tribune stond, door de politie meegeno men, onder verdenking van medeplichtigheid aan de schietpartij in de Frankfurter Allee, waarbij een politiebeambte zwaar gewond werd. Deze arrestatie gaf aanleiding tot het gerucht, dat Doriot aangehouden was. Toespraken van Mussolini en Bruening. Gisteravond heeft Mussolini ter eere van zijn Duitsche gasten een diner gegeven, waaraan ongeveer 46 personen deelnamen, waaronder, behalve de beide Duitsche mi nisters, Grandi en Mussolini, alle te Rome aanwezige leden der regeering, de heeren van de Duitsche ambassade te Rome en de aan zienlijkste hoogwaardigheidsbekleeders van Italië. Mussolini hield de volgende toespraak: Het is mij een vreugde Uwe Excellenties hartelijk welkom te heeten. De Iteliaansche regeering en het Italiaansche volk hebben met levendige genoegdoening het bezoek op genomen van de officieele vertegenwoordi gers van het Duitsche volk en begroeten U als welkome gasten in deze vertrekken, waar mannen geleefd hebben, die in de wereld de Duitsche kunst en de Duitsche gedachte ver tegenwoordigen, in deze vertrekken, waar door de eeuwen heen de Duitsche en Ita liaansche cultuur elkander hebben ontmoet en wederzijdsch beïnvloedden. In dit voor Duitschland zoo buitengewoon moeilijke oogenblik, gelijk dit ook moeilijk is voor alle andere landen der wereld, wordt in Italië begrip gevonden voor de noodzake lijkheden, die uit dezen toestand voortvloeien en voor de verplichtingen, die ieder afzon derlijk in het belang van allen heeft. Voor alles zijn wij er van overtuigd, dat een ge meenschappelijke en vriendöthappelijke sa menwerking der regeeringen en volkeren er toe zal bijdragen om uit de moeilijkheden te komen en om allen een tijdperk van gedijen en welstand te verzekëren. Het fascistische Italië heeft alles gedaan, om een werkzaam aandeel te geven in dit grootsch-opgezette werk, teneinde de moreele en materieele kwa len te genezen, die de oorlog gebracht heeft en waaronder alle volkeren nog lijden. Het is voornemens hierbij niet te blijven en verleent zijn daadwerkelijke hulp aan alle initiatie ven, die dienstbaar blijken aan dit doel, ge lijk het dit heeft gedaan bij het voorstel van president Hoover. Wij zijn er van overtuigd, dat de verwerkelijking van een oprechte po litieke en economische samenwerking tus- schen de verschillende landen een steeds grooteren en dieperen omvang zal krijgen, zoodat ten slotte allen zullen meewerken tot de schepping van een waren vrede, gegrond vest op recht en rechtvaardigheid. Het Italiaansche volk, dat met levendige sympathie de groote prestaties heeft erkend, die Duitschland op alle gebieden van ir.en- schelijke arbeid bereikt heeft, is er zeker van, dat het Duitsche volk zijn weg.met hernieuw de kracht verder zal gaan en in vol bewust zijn van de groote krachten, die het in zich draagt. Dit is niet slechts een wensch, het is een overtuiging, waarin ik gesterkt word door de verstandige en energieke activiteit, die Uwe Excellenties ontwikkelen teneinde het Duitsche volk weer in die gunstige omstan digheden te voeren en te leiden naar die toe komst, die het verdient. In die overtuiging drink ik op het welzijn van den rijkspresident, maarschalk von Hin denburg en op dat van Uwe Excellenties, Rijkskanselier Bruening en rijksminister van buitenlandsche zaken, dr. Curtius, benevens op het gedijen van Duitschland. Toespraak van Bruening. Rijkskanselier Bruening antwoordde daar op met de volgende toespraak. De beminne lijke woorden, die gij zooeven tot dr. Cur tius en mij hebt gericht vervullen ons met dankbare vreugde; vooral dank ik U voor de woorden van warm begrijpen, die gij ge wijd hebt aan den toestand van het Duitsche volk in het huidige oogenblik en aan de mij nestelde taak. Wij zijn naar de eeuwige stad eekomen en maken gebruik van uwe bemin nelijke gastvrijheid, doordrongen van de ge dachte, dat in den toestand waarin zich te genwoordig niet slechts afzonderlijke lan den doch het grootste gedeelte van de wereld bevindt, niets nuttiger schijnt dan het per soonlijke contact en de openhartige gedach- MBM tenwisseling tusschen de mannen, die belast zijn met de leiding van de politiek hunner staten. Wij hebben het warm begroet, dat mijnheer de minister-president ons bezoek welkom geheeten hebt en wij zijn ten zeerste verheugd, dat het ons ondanks de moeilijk heden in ons land mogelijk is geweest U thans in de hoofdstad van Italië, van uw groot en onophoudelijk naar boven strevend land op te zoeken. Doordat gij aangeknoopt hebt aan de over leveringen van den ouden tijd, die onverbre kelijk verbonden is met het begrip van Ro- meinsche burgerdeugd, hebt gij de in Ita lië sluimerende krachten en prestaties op alle gebieden van de beschaving opgewekt, welke ons met groote achting vervullen. De moeilijke taak, waarmede de Dubsche regeering worstelt, is uwe excellentie bekend. Wij hebben vertrouwen in de kracht, den arbeidswil en de kracht tot ontzegging van ons volk, waarvan het reeds vaak genoeg bewijs gegeven heeft. Het is mij een bijzon der genoegen, dat gij, mijnheer de minister president, dezelfde opvatting zooeven spon taan tot uiting hebt gebracht. Wij weten, dat onze zorgen niet alleen ons eigen land, doch Europa en de wereld aangaan. Daar om hopen wij op het begrip van allen, die van goeden wille zijn en die de wereld uen vrede willen geven. Gij, mijnheer de minister president, zijt onder de eersten geweest, die de baanbrekende beteekenis van de bood schap van den president'der Ver. Staten hebt ingezien en met het U eigen vooruitziende staatsmansinzicht in overeenstemming met uw sedert lang aanvaarde principieele hou ding in een daad hebt omgezet. Daarvoor komt U ons aller dank toe. De reis naar Rome heeft ook in mij het beeld doen ontstaan van het eeuwenoude geestelijke verkeer tusschen onze volkeren dat aan beide kanten de waardevolste krachten heeft opgewekt en bevrucht. Wanneer ik denk aan de historische betee kenis van deze wederzij dsche cultureele be trekkingen, heb ik vertrouwen, dat ook de politieke en economische samenwerking tus schen Duitschland en Italië ten zegen van beide landen en ter bevordering van de alge- meene internationale coöperatie op de basis van reclit en rechtvaardigheid vruchtbaar tot ontwikkeling zal komen. In dit vertrouwen wordt ik niet alleen gesterkt door den vrien delijken ontvangst, dien gij ons bereid hebt, doch ook door den doelbewusten ernst, waar mede gij, mijnheer de minister-president, de samenwerking der regeeringen en der volke ren nastreeft met het oog op de problemen, aan welker oplossing wij tot welzijn van onze landen en van de wereld onze geheele kracht wijden. Ik geef uiting aan de hoop, dat de tijd niet al te ver meer zal zijn, dat wij ons zulkn kunnen verheugen over het succes van onze gezamenlijke bemoeiingen om de overwin ning van de groote moeilijkheden van dien huidigen tijd en dat wij dankbaar zullen kun nen zeggen: Ita nunc cives respirantis in pace confusionis miseros in gaudio recole- mus. Ik drink op het welzijn van Zijne Ma jesteit den koning Victor Emanuel den sou- verein van dit groote land, op uw welzijn en op een gelukkige toekomst van het Ita liaansche volk. FRNSTIG SPOORWEGONGELUK IN POLEN. Tot nu toe vijf dooden. Gistermorgen heeft nabij Bialystock een ernstig spoorwegongeluk plaats gehad. Een uit Warschau komende personentrein moest, tengevolge van een defect aan de locomotief, ongeveer 14 K-M. voor Bialystock shoppen. Tezelfder tijd vertrok langs dezelfde lijn een sneltrein uit Warschau, eveneens naar Bialystock. Aangezien het personeel van den stilstaanden trein niet de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen had genomen en den trein niet zoogenaamd had „afgedekt", reed de sneltrein met volle vaart door en botste met groote kracht op den stilstaanden per sonentrein. De botsing was zoo hevig dat de achterste wagon van laatstgenoemden trein geheel ia elkaar werd gedrukt. De locomotief van den sneltrein ontspoorde en stortte van den spoorwegdijk naar beneden Tot nu toe zijn van onder de puinhoopen vijf lijken en vele zwaar gewonden geborgen. Onder de doo den bevinden zich twee soldaten en twee vrouwen. Ongeveer dertig personen liepen lichtere verwondingen op. Volgens een Wolff-telegram had het per soneel van den stilstaanden trein wel degelijk maatregelen genomen en door het plaatsen van groote lichten daarop de aandacht ge vestigd. De seinwachter had echter niet op deze lichten gelet zoodat de stationschef van Lapy den D-trein uit Warschau doorliet Twee rijtuigen van den stilstaanden trein werden volgens dit bericht door de locomo- motief van den tweeden trein verbrijzeld. Door den schok stortte de locomotief zelf, een rijtuig met zich meeslepend, van den spoordijk. De stationschef van Lapy werd gearres teerd daar hij zich er van had moeten over tuigen dat de eerste trein doorgereden was vóór hij den D-trein door liet gaan. ERNSTIG ONGELUK OP HET BODENMEER. Door passagiers van het schip dat vaart tusschen FriearichshafenKonstanz is gis termiddag in de nabijheid van Immenstaad een roeiboot ontdekt, die zonder opvarenden ronddreef, op het Bodenmeer. Tijdens het on middellijk ingestelde onderzoek bleek, dat de roeiboot gehuurd was ovor een pleziertochtje door de familie Hamann. Eerst tegen 7 uur gisteravond werd het lijk gevonden van de 46-jarige mevr. Hamann, terwijl de lijken van den vader, den zoon en de dochter nog niet ontdekt zijn. Oe oorzaak van dit onge luk is onbekend. UITBREIDING DER STAKINGS BEWEGING. en Uit geheel Spanje worden stakingen botsingen met de politie gemeld. Te Barcelona is het bij een demonstratie der telfoonbeambten tot ernstige incidenten gekomen. De politie moest van de vuurwape- n engebruik maken. Verscheidene personen werden gewond, terwijl eenige demonstran ten werden gearresteerd. Te Cadiz hebben demeeste arbeiders zich bij de stakingsbeweging aangesloten. De guardia civil is geconsigneerd. Te Oviedo heeft de burgerlijke gouverneur bijzondere maatregelen getroffen ten einde eventueele ordeverstoringen te verhinderen. De politie patrouilleert in de straten. Men vreest dat de stakingsbeweging van Barce lona zich zal uitbreiden tot Oviedo. DE NOODVERORDENING INZAKE POLITIEKE EXCESSEN. Persstemmen over wijzigings voorstel Hindenburg. De Berlijnsche avondbladen bespreken voor een deel den eisch van den Rijkspresi dent wijziging te brengen in de Noordveror dening op politieke excessen met het oog op de Donderdag door de Pruisische regeering uitgevaardigde proclamatie. De „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft onder den titel „De citadel der Democratie": Rijkspresident von Hindenburg heeft de con sequenties getrokken uit het beroep der Prui sische Staatsregeering op zijn Noordverorde ning inzake de pers welke in de geheele Duit sche geschiedenis een ongehoorden dwang beteekent van publicatie door alle Pruisische bladen van een zuiver partijpolitieke mani festatie. De generaal-veldmaarschalk heeft ten slotte een verlossend woord gevonden en indien zijn initiatief-voorstel spoedig in behati deling zal komen, zal dit milloenen der beste Duitschers een zekere opluchting geven in een steeds zwaarder worden gewetenscon flict. De „Berliner Boersen Zeitung" zegt o.m.: De opwinding over den dictatorialen dwang, waaronder thans de rechtsche pers de procla matie van de Pruisische staatsregeering tegen het Volksentscheid moest publiceeren, is alge meen. De gedragslijn der Pruisische Staats regeering zal thans in het juiste licht worden gesteld door het door ons vanzelfsprekend verwachte ingrijpen van den heer Rijkspresi dent von Hindenburg. De „Vössische Zeitung" schrijft: Het is 'a hopen, dat dit het einde beteekent van de Persnoodverordening. Sneller dan men had kunnen verwachten is gebleken, dat de toepas sing der juiste grondgedachte der Verorde ning geheel te niet doen. De Pruisische hee ren zijn slecht geadviseerd geweest toen zij hun massa-oplaag in het geheim opstelden °-n deze over de hoofden der opperpresidenten het land instuurden. Wij vreesden, zegt het blad, dat zij gisteren een boomerang hebben weggeslingerd. Wij hopen, dat deze niet op hen zal terugvallen. Onder den titel: „Het resultaat van een storm van verontwaardiging" schrijft de „Nachtausgabe": De maatregel der Pruisi sche Staatregeering is door deze verklaring der Rijksregeering en door het optreden van den Rijkspresident zoo scherp veroordeeld, dat ieder verder woord overbodig is. De Pruisische regeering, die van de zijde van den Rijkspresident de scherpste critiek heeft gekregen, zal Zondag 9 Augustus van millioenen in Pruisen wonende mannen en vrouwen het juiste antwoord ontvangen: Zij zullen bij het Volksentscheid een stembriefje afgeven met een aangestreept Ja ten gunste van de wet. De Deutsche Tageszeitung" formuleert haar meening als volgt: De boog moet te strak gespannen worden en indien niet alles bedriegt, zal de Pruisische regeering na haar gisteren gepleegden ge- weldproef thans gelegenheid krijgen, te be treuren dat haar partijpolitiek optreden aldus wordt ontvangen. Blijkbaar heeft de Rijks president toch werkelijk andere opvattingen van volksrechten en van democratische vrij heden dan de Pruisische minister-president en zijn medeministers. De „Deutsche Zeitung" is van meening, dat de Pruisische regeering deze werking van haar optreden niet van te voren heeft inge zien. Zij heeft zich zelf een welverdiende nederlaag bereid, zwaarder dan gedacht had kunnen worden. Tegelijkertijd is evenwel de officieele mededeeling een bevestiging van het gebrek in de verordening zelve, die na drie weken een zachten dood ingaat. De „Berliner Lokalenzeiger" neemt prin cipieel stelling en legt er den nadruk op, dat het vanzelfsprekend ten zeerste is toe te juichen, dat Rijkspresident von Hindenburg heeft ingegrepen en dat hij nadrukkelijk heeft laten mede deelen, waarom hij ingegrepen heeft. Wat wordt practisch hiermede bereikt? Geen opheffing der Verordening, doch een wijziging. Een wijziging, vermoedelijk van be scheiden omvang. Slechts met macht kan iets bereitk worde nen deze macht ligt in handen van ieder persoon bij het Volksentscheid van 9 Augustus. De „Abend", de late uitgave van de „Vör- waerts" schrijft, dat deze stap het antwoord is op het ongehoord drieste schrijven van de Stahlhelm, dat zeer beleedigend is voor de Pruisische Staatsregeering. Het „Acht-Uhr-Abendblatt" legt er den nadruk op, dat door de stellingneming van den heer Rijkspresident eventueel niet blijkt, dat hij zich daarmede aan de zijde van hef Volksentscheid en tegen de Pruisische Staats regeering keert. De „Berliner Boersen kurier" en „Tempo" publiceeren de verklaring van den Rijkspresi dent onder den titel: „Hindenburg steunt de Persvrijheid". „VLOOTBOUWVACANTIE" IN AMERIKA. Geruchten omtrent voorstellen der Ver. Staten. Terwijl een V.D.-telegram gisteren mede- deelingen deed omtrent den inhoud van het Amerikaansche vlootbouwprogram voor 1932 meldt het N. T. A. thans uit Washington dat de Amerikaansche regeering voornemens zou zijn binnenkort voorstellen te doen betreffen de een tweejarige „vlootbouwvacantie" voor de vijf grootste zeemogendheden. In politieke kringen te Washington merkt men in verband hiermede op dat de Ameri kaansche regeering daarbij een tweeledig doel voor oogen heeft n.1. in de eerste plaats een verderen stap te doen in de richting der ontwapening en ten tweede een belangrijke bezuiniging op de begrooting te bereiken. De vlootbouwvacantie zal evenwel slechts die schepen betreffen die volgens het bauw- program nog moeten worden gebouwd, eo niet die, welke reeds op stapel zijn gezet. De tegenspraak laat niet op zich wachten. Een later Reu ter-telegram meldt reeds dat de „geruchten" aangaande de tweejarige „vlootbouwvacantie" in het Witte Huis en het departement van buitenlandsche zaken wor den tegensproken. Verklaard wordt dat er niet de minste wensch bestaat om de kwestie der vlootbeper- king te heropenen, althans niet voor de Ont wapeningsconferentie van Februari a.s. Wat de Ver. Staten betreft wordt gezegd dat er een periode van stilstand voor het geheele ontwapeningsvraagstuk is ingetreden, ning van dr. Krüger te smokkelen en het origineel weer op zijn plaa's te zetten. De geschiedenis werd ontdekt, doordat hef beeld in de woning van Krüger door een beeldhouwer werd herkend als het werk van diens collega Kolbe, dat uit de villa vna dr. Jeidel was verdwenen. De schilder Spiro, als getuige gehoord, deelde mede, dat hij Heckendorf lang gekend had. Slechts wie Franz Heckendorf goed kent, kan deze geschiedenis begrijpen, meen de hij. Heckendorf n.1., die iedereen graag mocht om zijn vroolijkheid en snaaksheid, was altijd een wildebras geweest, eigenlijk een groot kind, die steeds allerlei domheden deed en met zijn 43 jaren nog als een kind in het leven stond. Als een staaltje van het karakter van Heckendorf vertelde Spiro ten slotte, hoe hij een paar jaar geleden met zijn vrouw in ge zelschap van H. een studiereis door Dalma- tië had gemaakt. Op een goeden dag had zijn vrouw een palm bewonderd, die ergens op een balkon stond. Dit was voldoende om Fleckendorf te doen besluiten tegen het bal kon op te klimmen, den palm weg te halen en met een diepe buiging aan mevrouw Spiro aan te bieden. Dat is Heckendorf, verklaarde S.piro, zooals hij is en leeft. Zoo zette hij ook dit dolle plan in elkaar zonder aan de gevolgen te denken. Het slot van de zaak was, dat de recht bank Franz Heckendorf vijf maanden voor- waordelijk gaf, zijn broer Walter echter der tien maanden gewone gevangenisstraf. EEN LYNCH-GEVAL. Een lynch-geval te Hayneville ,in den Ala*> barna, was weer van den gewonen gruwelij-, ken aard. Een negerknaap van 16 had een meisje van 11 aangerand. De jongen werd afgemaakt met een zelfs onder de omstandig heden hoogst stuitende verwoedheid. Het Hik vertoonde 32 kogelwonleiu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1