dagblad voor alkmaar en omstreken.
W. M. H. PELS ZOON
De Duitsche Ministers te Rome.
'DmeUjksch Ovecakht
buitenland
NIEUWE BESSEN p. tlesch 12.50
(LUIK. OP BRAND. p. Liter 12.35
jjt'O. 1§5 Directeur: C. KRAK.
ZATEItDAG 8 AUGUSTUS 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA,
133e Jaargang.
het naderende volks-
entscheid.
TEL 207. ALKMAAR.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
er Fees dagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 1—5 regels 125, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk-
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voornam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Dit nummer bestaat uit drie bladsn.
De publicaties in de dagbladen.
Weer een radiorede.
Wii hebben gisteren reeds het een en ander
meegedeeld over den grooten dag dien
Duitschland morgen (Zondag) beleven zal. I&-
mers dan zal het volk in Pruisen beslissen, of
de Pruisische Landdag ontbonden zal worden
of niet.
Het spreekt vanzelf dat men zich in Duitsch
land en speciaal in Pruisen zeer druk
maakt over deze actie, over dit naderende re
ferendum. Wij hebben gezien, dat minister
Severing een rede heeft gehouden, we hebben
gelezen, dat krachtens de noodverordening de
bladen gisteren een publicatie der Pruisische
regeering moesten opnemen, een publicatie,
welke natuurlijk geen reclame was voor het
Volksentscheid!
De bladen hebben dit gedaan, omdat ze wel
moesten. Van de bladen, die achter de regee-
rin| staan, en die alle den oproep groot opge
maakt hebben, bevat de „Vorwarts", zooals een
W. B. telegram aan het Hbld. luidt, een com
mentaar van bevoegde zijde, waarin gezegd
wordt, dat de regeering er slechts met een be
zwaard hart toe besloten heeft haar manifest
door gebruikmaking van de noodverordening te
verspreiden. De regeering erkent het hooglied
van de persvrijheid en zal nooit de hand leenen
tot een werkelijke schending van de persvrij
heid en tot haar willekeurige beperking. In het
onderhavige geval echter heeft zij de gelegen-
h'moeten aangrijpen om tot het heele volk
te kunnen spreken.
De pers der achter het referendum staande
partijen keert zich zoo scherp mogelijk tegen
den oproep en de wijze van verspreiding. De
meeste oppositiebladen, met name de „Deutsche
Zeitung" en de „Berlin am Morgen", drukten
den oproep ingevolge de bepalingen duidelijk
met vette letters, maar in een zeer kleine let
tersoort. De protesten worden daarentegen
door de oppositiebladen zoo groot mogelijk op
gemaakt met koppen in blokletters gegeven.
De „D. A. Z.", die van een document van
zwakheid en vrees spreekt, noemt het een
monsterachtige bewering om aan de voorstan
ders van het referendum generaliseerend gewe
tenloosheid te verwijten. In het bijzonder keert
het blad zich tegen de houding van den. Pruisi-
schen minister van de centrumpartij en zegt dat
e< i centrum-partij, die een dergelijken „groben
Unfug" duldt, zoo sterk mogelijk moet worden
bestreden.
De „Börsenzeitung" noemt den oproep een
zeer slecht artikel van een soc. dem, provinci
ale krant.
De „Deutsche Tageszeitung" zegt dat het ma
nifest zich van een toon bedient, die als hij an
ders in de pers zou gebezigd zijn geweest, tot
een verbod door de Pruisische autoriteiten
placht te voeren.
De gisteren voor het eerst weer verschijnende
„Rote Fahne" spreekt van een maximum
prestatie van fascistische regeeringskunst. Zoo
ziet, zegt het blad, de democratie der S. P. D.
er uit.
O
Er is ook nog weer een rede gehouden door
een minister van Pruisen. Minister Höpker
Aschoff sprak n.1. voor de radio over den fi-
nancieelen en economischen toestand, waarin
hij zich ook met het referendum bezig hield. Hij
herinnerde daarbij aan het Engelsche voorbeeld,
waar de politieke partijen, met het oog op den
heerschenden nood een politiek moratorium
heeft afgekondigd. Wij echter, aldus de minis
ter, doelende op den Volksentscheid in Pruisen,
staan op het punt elkaar in den politieken strijd
te verscheuren. Indien dit referendum succes
tou hebben, zou er een verkiezingsstrijd zonder
weerga op volgen. De communisten vallen
eenerzijds de staatsregeering aan met het pa
rool: „Weg met het fascisme, weg met de kapi
talistische economische orde". Aan den ande
ren kant staat de rechts-radicale oppositie met
het parool: „Weg met 't marxisme, weg met de
vijanden van de Pruisische economische orde
Ieder moet inzien dat na een succes van het
referendum de overwinnaars elkaar moeten ver
scheuren en dat het eind een zuiver militaire
dictatuur zou zijn, die het groote economische
probleem niet zou kunnen oplossen, of wel het
bolsjewisme.
Waarom dan eigenlijk, aldus de minister, de
ze vijandschap tegen de Pruisische staatsregee
ring? Zij heeft na den oorlog haar krachten in
gespannen, den ingestorten staat weer op
bouwen door een doelbewuste politiek vol ver
antwoordelijkheid. Pruisen heeft steeds den
wensch gekoesterd, de Duitsche republik hech
ter te maken en de rijksregeering bijgestaan bij
eiken moeilijken binnenlandschen politieken
strijd. De strijd om het grensgebied, de strijd
tegen de Fransche Rijnlandpolitiek in 1923 was
slechts mogelijk daar het bestuur van Pruisen
dezen strijd organiseerde.
Ook de goede betrekkingen met de andere
groote volken der wereld zouden, zoo betoogde
de minister, ten slotte, verstoord worden als
et referendum succes had. Daarom is er maar
parool: „Laten wij ons aaneensluiten als
Sw.
mannen die zich bij een dijkbreuk bijeenscharen
om den binnendringenden vloed af te dammen.
Het is geen tijd voor grooten binnenlandsch-
politieken strijd. Daarom blijft van den Volks
entscheid verre",
o
Tenslotte kunnen wij nog gewag maken van
een communistische betooging. Donderdag-
avond hadden de communisten n.1. in het Sport
paleis te Berlijn een betooging voor het refe
rendum georganiseerd, die zeer slecht bezocht
was. O. a. sprak daar het Fransche Kamerlid
Doriot. Onmiddellijk na zijn rede werd een Ber-
lijnsch communist, die aan den voet der spre
kers-tribune stond, door de politie meegeno
men, onder verdenking van medeplichtigheid
aan de schietpartij in de Frankfurter Allee,
waarbij een politiebeambte zwaar gewond
werd. Deze arrestatie gaf aanleiding tot het
gerucht, dat Doriot aangehouden was.
Toespraken van Mussolini en
Bruening.
Gisteravond heeft Mussolini ter eere van
zijn Duitsche gasten een diner gegeven,
waaraan ongeveer 46 personen deelnamen,
waaronder, behalve de beide Duitsche mi
nisters, Grandi en Mussolini, alle te Rome
aanwezige leden der regeering, de heeren van
de Duitsche ambassade te Rome en de aan
zienlijkste hoogwaardigheidsbekleeders van
Italië. Mussolini hield de volgende toespraak:
Het is mij een vreugde Uwe Excellenties
hartelijk welkom te heeten. De Iteliaansche
regeering en het Italiaansche volk hebben
met levendige genoegdoening het bezoek op
genomen van de officieele vertegenwoordi
gers van het Duitsche volk en begroeten U
als welkome gasten in deze vertrekken, waar
mannen geleefd hebben, die in de wereld de
Duitsche kunst en de Duitsche gedachte ver
tegenwoordigen, in deze vertrekken, waar
door de eeuwen heen de Duitsche en Ita
liaansche cultuur elkander hebben ontmoet
en wederzijdsch beïnvloedden.
In dit voor Duitschland zoo buitengewoon
moeilijke oogenblik, gelijk dit ook moeilijk is
voor alle andere landen der wereld, wordt
in Italië begrip gevonden voor de noodzake
lijkheden, die uit dezen toestand voortvloeien
en voor de verplichtingen, die ieder afzon
derlijk in het belang van allen heeft. Voor
alles zijn wij er van overtuigd, dat een ge
meenschappelijke en vriendöthappelijke sa
menwerking der regeeringen en volkeren er
toe zal bijdragen om uit de moeilijkheden te
komen en om allen een tijdperk van gedijen
en welstand te verzekëren. Het fascistische
Italië heeft alles gedaan, om een werkzaam
aandeel te geven in dit grootsch-opgezette
werk, teneinde de moreele en materieele kwa
len te genezen, die de oorlog gebracht heeft
en waaronder alle volkeren nog lijden. Het is
voornemens hierbij niet te blijven en verleent
zijn daadwerkelijke hulp aan alle initiatie
ven, die dienstbaar blijken aan dit doel, ge
lijk het dit heeft gedaan bij het voorstel van
president Hoover. Wij zijn er van overtuigd,
dat de verwerkelijking van een oprechte po
litieke en economische samenwerking tus-
schen de verschillende landen een steeds
grooteren en dieperen omvang zal krijgen,
zoodat ten slotte allen zullen meewerken tot
de schepping van een waren vrede, gegrond
vest op recht en rechtvaardigheid.
Het Italiaansche volk, dat met levendige
sympathie de groote prestaties heeft erkend,
die Duitschland op alle gebieden van ir.en-
schelijke arbeid bereikt heeft, is er zeker van,
dat het Duitsche volk zijn weg.met hernieuw
de kracht verder zal gaan en in vol bewust
zijn van de groote krachten, die het in zich
draagt.
Dit is niet slechts een wensch, het is een
overtuiging, waarin ik gesterkt word door
de verstandige en energieke activiteit, die
Uwe Excellenties ontwikkelen teneinde het
Duitsche volk weer in die gunstige omstan
digheden te voeren en te leiden naar die toe
komst, die het verdient.
In die overtuiging drink ik op het welzijn
van den rijkspresident, maarschalk von Hin
denburg en op dat van Uwe Excellenties,
Rijkskanselier Bruening en rijksminister van
buitenlandsche zaken, dr. Curtius, benevens
op het gedijen van Duitschland.
Toespraak van Bruening.
Rijkskanselier Bruening antwoordde daar
op met de volgende toespraak. De beminne
lijke woorden, die gij zooeven tot dr. Cur
tius en mij hebt gericht vervullen ons met
dankbare vreugde; vooral dank ik U voor
de woorden van warm begrijpen, die gij ge
wijd hebt aan den toestand van het Duitsche
volk in het huidige oogenblik en aan de mij
nestelde taak. Wij zijn naar de eeuwige stad
eekomen en maken gebruik van uwe bemin
nelijke gastvrijheid, doordrongen van de ge
dachte, dat in den toestand waarin zich te
genwoordig niet slechts afzonderlijke lan
den doch het grootste gedeelte van de wereld
bevindt, niets nuttiger schijnt dan het per
soonlijke contact en de openhartige gedach-
MBM
tenwisseling tusschen de mannen, die belast
zijn met de leiding van de politiek hunner
staten. Wij hebben het warm begroet, dat
mijnheer de minister-president ons bezoek
welkom geheeten hebt en wij zijn ten zeerste
verheugd, dat het ons ondanks de moeilijk
heden in ons land mogelijk is geweest U
thans in de hoofdstad van Italië, van uw
groot en onophoudelijk naar boven strevend
land op te zoeken.
Doordat gij aangeknoopt hebt aan de over
leveringen van den ouden tijd, die onverbre
kelijk verbonden is met het begrip van Ro-
meinsche burgerdeugd, hebt gij de in Ita
lië sluimerende krachten en prestaties op alle
gebieden van de beschaving opgewekt, welke
ons met groote achting vervullen.
De moeilijke taak, waarmede de Dubsche
regeering worstelt, is uwe excellentie bekend.
Wij hebben vertrouwen in de kracht, den
arbeidswil en de kracht tot ontzegging van
ons volk, waarvan het reeds vaak genoeg
bewijs gegeven heeft. Het is mij een bijzon
der genoegen, dat gij, mijnheer de minister
president, dezelfde opvatting zooeven spon
taan tot uiting hebt gebracht. Wij weten, dat
onze zorgen niet alleen ons eigen land, doch
Europa en de wereld aangaan. Daar
om hopen wij op het begrip van allen, die
van goeden wille zijn en die de wereld uen
vrede willen geven. Gij, mijnheer de minister
president, zijt onder de eersten geweest, die
de baanbrekende beteekenis van de bood
schap van den president'der Ver. Staten hebt
ingezien en met het U eigen vooruitziende
staatsmansinzicht in overeenstemming met
uw sedert lang aanvaarde principieele hou
ding in een daad hebt omgezet. Daarvoor
komt U ons aller dank toe.
De reis naar Rome heeft ook in mij het
beeld doen ontstaan van het eeuwenoude
geestelijke verkeer tusschen onze volkeren dat
aan beide kanten de waardevolste krachten
heeft opgewekt en bevrucht.
Wanneer ik denk aan de historische betee
kenis van deze wederzij dsche cultureele be
trekkingen, heb ik vertrouwen, dat ook de
politieke en economische samenwerking tus
schen Duitschland en Italië ten zegen van
beide landen en ter bevordering van de alge-
meene internationale coöperatie op de basis
van reclit en rechtvaardigheid vruchtbaar tot
ontwikkeling zal komen. In dit vertrouwen
wordt ik niet alleen gesterkt door den vrien
delijken ontvangst, dien gij ons bereid hebt,
doch ook door den doelbewusten ernst, waar
mede gij, mijnheer de minister-president, de
samenwerking der regeeringen en der volke
ren nastreeft met het oog op de problemen,
aan welker oplossing wij tot welzijn van
onze landen en van de wereld onze geheele
kracht wijden.
Ik geef uiting aan de hoop, dat de tijd niet
al te ver meer zal zijn, dat wij ons zulkn
kunnen verheugen over het succes van onze
gezamenlijke bemoeiingen om de overwin
ning van de groote moeilijkheden van dien
huidigen tijd en dat wij dankbaar zullen kun
nen zeggen: Ita nunc cives respirantis in
pace confusionis miseros in gaudio recole-
mus. Ik drink op het welzijn van Zijne Ma
jesteit den koning Victor Emanuel den sou-
verein van dit groote land, op uw welzijn
en op een gelukkige toekomst van het Ita
liaansche volk.
FRNSTIG SPOORWEGONGELUK
IN POLEN.
Tot nu toe vijf dooden.
Gistermorgen heeft nabij Bialystock een
ernstig spoorwegongeluk plaats gehad. Een
uit Warschau komende personentrein moest,
tengevolge van een defect aan de locomotief,
ongeveer 14 K-M. voor Bialystock shoppen.
Tezelfder tijd vertrok langs dezelfde lijn
een sneltrein uit Warschau, eveneens naar
Bialystock. Aangezien het personeel van den
stilstaanden trein niet de voorgeschreven
veiligheidsmaatregelen had genomen en den
trein niet zoogenaamd had „afgedekt", reed
de sneltrein met volle vaart door en botste
met groote kracht op den stilstaanden per
sonentrein.
De botsing was zoo hevig dat de achterste
wagon van laatstgenoemden trein geheel ia
elkaar werd gedrukt. De locomotief van den
sneltrein ontspoorde en stortte van den
spoorwegdijk naar beneden Tot nu toe zijn
van onder de puinhoopen vijf lijken en vele
zwaar gewonden geborgen. Onder de doo
den bevinden zich twee soldaten en twee
vrouwen. Ongeveer dertig personen liepen
lichtere verwondingen op.
Volgens een Wolff-telegram had het per
soneel van den stilstaanden trein wel degelijk
maatregelen genomen en door het plaatsen
van groote lichten daarop de aandacht ge
vestigd. De seinwachter had echter niet op
deze lichten gelet zoodat de stationschef van
Lapy den D-trein uit Warschau doorliet
Twee rijtuigen van den stilstaanden trein
werden volgens dit bericht door de locomo-
motief van den tweeden trein verbrijzeld.
Door den schok stortte de locomotief zelf,
een rijtuig met zich meeslepend, van den
spoordijk.
De stationschef van Lapy werd gearres
teerd daar hij zich er van had moeten over
tuigen dat de eerste trein doorgereden was
vóór hij den D-trein door liet gaan.
ERNSTIG ONGELUK OP HET
BODENMEER.
Door passagiers van het schip dat vaart
tusschen FriearichshafenKonstanz is gis
termiddag in de nabijheid van Immenstaad
een roeiboot ontdekt, die zonder opvarenden
ronddreef, op het Bodenmeer. Tijdens het on
middellijk ingestelde onderzoek bleek, dat de
roeiboot gehuurd was ovor een pleziertochtje
door de familie Hamann. Eerst tegen 7 uur
gisteravond werd het lijk gevonden van de
46-jarige mevr. Hamann, terwijl de lijken
van den vader, den zoon en de dochter nog
niet ontdekt zijn. Oe oorzaak van dit onge
luk is onbekend.
UITBREIDING DER STAKINGS
BEWEGING.
en
Uit geheel Spanje worden stakingen
botsingen met de politie gemeld.
Te Barcelona is het bij een demonstratie
der telfoonbeambten tot ernstige incidenten
gekomen. De politie moest van de vuurwape-
n engebruik maken. Verscheidene personen
werden gewond, terwijl eenige demonstran
ten werden gearresteerd.
Te Cadiz hebben demeeste arbeiders zich
bij de stakingsbeweging aangesloten. De
guardia civil is geconsigneerd.
Te Oviedo heeft de burgerlijke gouverneur
bijzondere maatregelen getroffen ten einde
eventueele ordeverstoringen te verhinderen.
De politie patrouilleert in de straten. Men
vreest dat de stakingsbeweging van Barce
lona zich zal uitbreiden tot Oviedo.
DE NOODVERORDENING INZAKE
POLITIEKE EXCESSEN.
Persstemmen over wijzigings
voorstel Hindenburg.
De Berlijnsche avondbladen bespreken
voor een deel den eisch van den Rijkspresi
dent wijziging te brengen in de Noordveror
dening op politieke excessen met het oog op
de Donderdag door de Pruisische regeering
uitgevaardigde proclamatie.
De „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft
onder den titel „De citadel der Democratie":
Rijkspresident von Hindenburg heeft de con
sequenties getrokken uit het beroep der Prui
sische Staatsregeering op zijn Noordverorde
ning inzake de pers welke in de geheele Duit
sche geschiedenis een ongehoorden dwang
beteekent van publicatie door alle Pruisische
bladen van een zuiver partijpolitieke mani
festatie. De generaal-veldmaarschalk heeft
ten slotte een verlossend woord gevonden en
indien zijn initiatief-voorstel spoedig in behati
deling zal komen, zal dit milloenen der beste
Duitschers een zekere opluchting geven in
een steeds zwaarder worden gewetenscon
flict.
De „Berliner Boersen Zeitung" zegt o.m.:
De opwinding over den dictatorialen dwang,
waaronder thans de rechtsche pers de procla
matie van de Pruisische staatsregeering tegen
het Volksentscheid moest publiceeren, is alge
meen. De gedragslijn der Pruisische Staats
regeering zal thans in het juiste licht worden
gesteld door het door ons vanzelfsprekend
verwachte ingrijpen van den heer Rijkspresi
dent von Hindenburg.
De „Vössische Zeitung" schrijft: Het is 'a
hopen, dat dit het einde beteekent van de
Persnoodverordening. Sneller dan men had
kunnen verwachten is gebleken, dat de toepas
sing der juiste grondgedachte der Verorde
ning geheel te niet doen. De Pruisische hee
ren zijn slecht geadviseerd geweest toen zij
hun massa-oplaag in het geheim opstelden
°-n deze over de hoofden der opperpresidenten
het land instuurden. Wij vreesden, zegt het
blad, dat zij gisteren een boomerang hebben
weggeslingerd. Wij hopen, dat deze niet op
hen zal terugvallen.
Onder den titel: „Het resultaat van een
storm van verontwaardiging" schrijft de
„Nachtausgabe": De maatregel der Pruisi
sche Staatregeering is door deze verklaring
der Rijksregeering en door het optreden van
den Rijkspresident zoo scherp veroordeeld,
dat ieder verder woord overbodig is.
De Pruisische regeering, die van de zijde
van den Rijkspresident de scherpste critiek
heeft gekregen, zal Zondag 9 Augustus van
millioenen in Pruisen wonende mannen en
vrouwen het juiste antwoord ontvangen: Zij
zullen bij het Volksentscheid een stembriefje
afgeven met een aangestreept Ja ten gunste
van de wet.
De Deutsche Tageszeitung" formuleert
haar meening als volgt:
De boog moet te strak gespannen worden
en indien niet alles bedriegt, zal de Pruisische
regeering na haar gisteren gepleegden ge-
weldproef thans gelegenheid krijgen, te be
treuren dat haar partijpolitiek optreden aldus
wordt ontvangen. Blijkbaar heeft de Rijks
president toch werkelijk andere opvattingen
van volksrechten en van democratische vrij
heden dan de Pruisische minister-president
en zijn medeministers.
De „Deutsche Zeitung" is van meening,
dat de Pruisische regeering deze werking van
haar optreden niet van te voren heeft inge
zien. Zij heeft zich zelf een welverdiende
nederlaag bereid, zwaarder dan gedacht had
kunnen worden. Tegelijkertijd is evenwel de
officieele mededeeling een bevestiging van het
gebrek in de verordening zelve, die na drie
weken een zachten dood ingaat.
De „Berliner Lokalenzeiger" neemt prin
cipieel stelling en legt er den nadruk op, dat
het vanzelfsprekend ten zeerste is toe te
juichen, dat Rijkspresident von Hindenburg
heeft ingegrepen en dat hij nadrukkelijk heeft
laten mede deelen, waarom hij ingegrepen
heeft. Wat wordt practisch hiermede bereikt?
Geen opheffing der Verordening, doch een
wijziging. Een wijziging, vermoedelijk van be
scheiden omvang. Slechts met macht kan iets
bereitk worde nen deze macht ligt in handen
van ieder persoon bij het Volksentscheid van
9 Augustus.
De „Abend", de late uitgave van de „Vör-
waerts" schrijft, dat deze stap het antwoord
is op het ongehoord drieste schrijven van de
Stahlhelm, dat zeer beleedigend is voor de
Pruisische Staatsregeering.
Het „Acht-Uhr-Abendblatt" legt er den
nadruk op, dat door de stellingneming van
den heer Rijkspresident eventueel niet blijkt,
dat hij zich daarmede aan de zijde van hef
Volksentscheid en tegen de Pruisische Staats
regeering keert.
De „Berliner Boersen kurier" en „Tempo"
publiceeren de verklaring van den Rijkspresi
dent onder den titel: „Hindenburg steunt de
Persvrijheid".
„VLOOTBOUWVACANTIE" IN
AMERIKA.
Geruchten omtrent voorstellen
der Ver. Staten.
Terwijl een V.D.-telegram gisteren mede-
deelingen deed omtrent den inhoud van het
Amerikaansche vlootbouwprogram voor 1932
meldt het N. T. A. thans uit Washington dat
de Amerikaansche regeering voornemens zou
zijn binnenkort voorstellen te doen betreffen
de een tweejarige „vlootbouwvacantie" voor
de vijf grootste zeemogendheden.
In politieke kringen te Washington merkt
men in verband hiermede op dat de Ameri
kaansche regeering daarbij een tweeledig
doel voor oogen heeft n.1. in de eerste plaats
een verderen stap te doen in de richting der
ontwapening en ten tweede een belangrijke
bezuiniging op de begrooting te bereiken.
De vlootbouwvacantie zal evenwel slechts
die schepen betreffen die volgens het bauw-
program nog moeten worden gebouwd, eo
niet die, welke reeds op stapel zijn gezet.
De tegenspraak laat niet op zich
wachten.
Een later Reu ter-telegram meldt reeds dat
de „geruchten" aangaande de tweejarige
„vlootbouwvacantie" in het Witte Huis en het
departement van buitenlandsche zaken wor
den tegensproken.
Verklaard wordt dat er niet de minste
wensch bestaat om de kwestie der vlootbeper-
king te heropenen, althans niet voor de Ont
wapeningsconferentie van Februari a.s. Wat
de Ver. Staten betreft wordt gezegd dat er
een periode van stilstand voor het geheele
ontwapeningsvraagstuk is ingetreden,
ning van dr. Krüger te smokkelen en het
origineel weer op zijn plaa's te zetten.
De geschiedenis werd ontdekt, doordat hef
beeld in de woning van Krüger door een
beeldhouwer werd herkend als het werk van
diens collega Kolbe, dat uit de villa vna dr.
Jeidel was verdwenen.
De schilder Spiro, als getuige gehoord,
deelde mede, dat hij Heckendorf lang gekend
had. Slechts wie Franz Heckendorf goed
kent, kan deze geschiedenis begrijpen, meen
de hij. Heckendorf n.1., die iedereen graag
mocht om zijn vroolijkheid en snaaksheid,
was altijd een wildebras geweest, eigenlijk
een groot kind, die steeds allerlei domheden
deed en met zijn 43 jaren nog als een kind
in het leven stond.
Als een staaltje van het karakter van
Heckendorf vertelde Spiro ten slotte, hoe hij
een paar jaar geleden met zijn vrouw in ge
zelschap van H. een studiereis door Dalma-
tië had gemaakt. Op een goeden dag had
zijn vrouw een palm bewonderd, die ergens
op een balkon stond. Dit was voldoende om
Fleckendorf te doen besluiten tegen het bal
kon op te klimmen, den palm weg te halen
en met een diepe buiging aan mevrouw Spiro
aan te bieden. Dat is Heckendorf, verklaarde
S.piro, zooals hij is en leeft.
Zoo zette hij ook dit dolle plan in elkaar
zonder aan de gevolgen te denken.
Het slot van de zaak was, dat de recht
bank Franz Heckendorf vijf maanden voor-
waordelijk gaf, zijn broer Walter echter der
tien maanden gewone gevangenisstraf.
EEN LYNCH-GEVAL.
Een lynch-geval te Hayneville ,in den Ala*>
barna, was weer van den gewonen gruwelij-,
ken aard. Een negerknaap van 16 had een
meisje van 11 aangerand. De jongen werd
afgemaakt met een zelfs onder de omstandig
heden hoogst stuitende verwoedheid. Het Hik
vertoonde 32 kogelwonleiu