fllkmaarsclie Courant. „ARNHEM" ve*zekering Jladimdeums DE IHTIONAfE KOLONIALE TENTOONSTELLING PARIJS 1931. 9-euiCietou levens- maatschappij Qememtecaden Honderd drie en dertigste Jaargang. Iliiiscla# 25 Au#ustu§ DAROL FARQUHAR's NACHTWANDELING. ls een waarborg voor het welzijn van Uw gezin. WARMENHUIZEN. (Wordt vervolgd.) No. 199 Woensdag 26 Augustus, flii ersiun, 1875 M. (Uitsluitend V.A.R.A.) ^4j_7.— en 7.307.45 Gymnastiek. 8.01 nramofoonpl. 9.30 Orgelspel door Joh. long. 10.— V.P.R.O.-Morgenwijding. 10.15 ftookpraatje door P. J. Kers. 11.— Gramo- foonplaten. 11.05 Mevr. J. Stam—Dressel- huys: Kinderen in den tuin 11.35 Gramo- foonplaten. 12.01 Concert door het V.A.R.A - Septet en gramofoonplaten. 2.15 Gramofoon platen. 2.30 Coöperatie-kwartiertje. 2.45 Voor d kinderen. 3.30 „Maak het zelf"-cur- sus. 4.25 Gramofoonplaten. 4.30 Voor de kinderen. 6.— Concert door het V.A.R A - Mandoline Ensemble en gramofoonplaten. 7.Huib Luns: Beeldende kunstenaars 7.30 Joodsch uurtje. Gramofoonpl. Toelich ting door S. H. Englander. 8.— „Op Hoop van Zegen" Spel van de zee van H. Heyer- mans. 9.30 Vervolg Joodsch uurtje. 10.— Persberichten 10.10 Concert door het V.A.R.A.-orkest en gramofoonplaten. 11.30 Gramofoonplaten. Huizen, 298 M. (Uitsluitend N. C. R. V.) 8.8.15 Schriftlezing. 8.159.45 Gramo foonplaten. 10.30—11.— Ziekendienst. 11. 12.Opening van de Alg Vergadering van den Alg. Nederl. Zuivelbond te Utrecht. Spreker: Oud-minister dr Posthuma. 12. 12.15 Politieber. 12.15—12.30 Gramofoonpl. 12.30—2.— Concert. Zang, viool, cello en piano. 2.—2.30 Gramofoonplaten. 2.30— 3.Lezen van Chr. Lectuur. 3.4.30 Con eert. Alt-mezzo, fluit, viool en piano. 4.30— 4.45 Gramofoonplaten. 5.-6.— Kinderuur tje 6.—6.30 Gramofoonpl. 6.30—7Ver- teluurtje. 7.-8— Wijdingsdienst in de Dom kerk te Utrecht. Sprekers en kerkkoor. 8.30 Politieber. 8.45—10.30 Concert. 10.—10.10 Persber. 10.30—11.30 Gramofoonplaten Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Gramofoonpl. 1.05 Orgelconcert door A. Biggs. 1.502.50 Orkestconcert. 3.50 Concert. Orkest. C. Smith, piano. 5.05 Or gelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.35 Berichten. 7.Zang door Eleanore Toye en Dale Smith. 7.20 Lezing. 7.50 Concert door het Temple Kwartet. 8 20 Concert. Orkest. E. Steuermann, piano. 10. Berichten. 10.15 Berichten. 10.20 Lezing. 10.35 Orkestconcert. 11.20—12.20 Dansmu ziek. Parijs Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra mofoonplaten. 12.50 Gramofoonpl. 1.25 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonpl. 9 05 Viool-recital. 9.50 Concert. Harp, zang, cello, fluit en orkest. Langenberg, 473 M. 7.25—8.20 Gramo foonplaten. 11.i2.05 Gramofoonpl. 12.30 1.10 Gramofoonplaten. 1.25—2.50 Orkest concert. 5.206.20 Concert. Orkest. 9 05 „Landstreicher-Weltfahrer". Orkest en solis ten. 10 20 Berichten. Daarna tot 12 20 Or kestconcert. Kalundborg, 1153 M. 12.25—2.20 Or kestconcert 3.20-—5.20 Orkestconcert en voordracht. 5.205.50 Gramofoonpl. 8 20 9 20 Orkestconcert. 9.20—10.20 Voordracht en zang. 10.20—10.35 Saxofoon-soli. 10.50 LI 20 Orkestconcert. Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508 5 M. 5.20 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonpl 8.20 Kamermuziek. 9.20 Orkestconcert en zang. 338.2 M 5.20 Dansmuziek 6 50 Gra mofoonpl. 8.20 Gramofoonpl. 9.20 Orkest concert en zang. Zeesen, 1635 M. Ca. 7.—7.50 Gramofoon platen. 9.20—9.45 Schooluitzending 10.55 —12.20 Berichten. 12.25 Gramofoonplaten. 1.15—2.20 Berichten. 2.20—3.20 Gramo foonplaten. 3.204 20 Lezingen. 4.205 20 Concert. 5.20—8.20 Lezingen. 8.20 Orkest concert. 9.20 Herdenking van Ludwig Tho- ma. 10.30 Berichten en daarna tot 12.50 Dansmuziek. „Hoog het glas; hoog het lied Hoog het hart Vandaag hebben we gejubeld, vandaag hebben we opnieuw het glas opgeheven en gedronken op het overweldigend succes, dat ons kleine landje te Vincennes boekt, te mid den van de reeks van machtige mogendheden, waarbij we eigenlijk dachten in het niet te verzinken. De hooge hoed, de pandenjas waren de eenige beschavingsdeksels die in tel waren en wie niet op die wijze was uitge dost telde eenvoudig niet. En geduldig hebben we zitten wachten in de door de Hollandsche kweekers in een lusttuin her schapen zaal, totdat het officieele cortège met Maarschalk Lyautey als pièce de résistance (en welke résistance) binnen zou komen Ik heb er meermalen op gewezen, dat schijn baar de vertegenwoordigers van een niet monarchistischen staat zich niet de stiptheid kunnen aanwennen, die men als regel de „beleefdheid der koningen" noemt en als ik er aan denk hoeveel men in een socialisti- schen staat als Frankrijk als regel over tij J is, dan betreur ik- nog erger de armen, die in Rusland deze officieele plechtigheden mede moeten maken, want daar zal men dan wel uren over tijd zijn, indien niet etmalen. En fin, Lyautey met gevolg kwamte zijner tijd. En we stonden allen van onze stoelen op met een gezicht, ernstiger dan wanneer we voor den laatsten zegen in de kerk van onzen stoel oprijzen, waaruit dus al weer blijkt, dat geen land meer op de uiterlijke vormen is gesteld dan een socialistisch land. Vormen, uiterlijke vormen althans, zijn prettig Toen werd er gemummeld, lang gemum meld tusschen de Fransche autoriteiten, Lyautey, Paul Reynaud (nogmaals moet ik eraan herinneren, dat hij hier „Bébé Cadum heet en onzerzijds de heeren mr. Fock, dr. Koningsberger, Swart, dr. Van der Waals, jhr. Loudon, dr. Cosquino de Bussy (vergeef me wanneer ik hier het Protocol met voeten treed, maar ik ben monarchist en zij het me vergeven) en meer anderen Zij smoezelden m wij wachtten zooals we al een tijdje ge- vacht haddenToen ging bet los! Mr. Fock ging het eerst van wal en hield Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr. G. KELLER. 89) De Franschman, die wèl een habitué was kon een glimlach, over wat hij een kinderlijke uitlating vond, niet onderdrukken. Rijdt u schaatsen, juffrouw Curtis? Ik wil er les in nemen, beleed Sheila. Dan geloof ik iemand te kennen, die het u dolgraag zal willen leeren, mengde mevrouw Power zich in het gesprek, terwijl Sheila iets begon te duchten Over wien zouden zij het hebben? Het noodlot had het aldus beslist: zij hadden het over den bewus- ten persoon. Ik heb hem nog geen hulde gebrachL vervolgde mevrouw Power, voor zijn prach tige prestaties op het ijsfeest van vanmorgen Vond u het niet schitterend, zooals hij, na vijf minuten te voren van het geval in kennis te zijn gesteld, is ingevallen voor den kam pioen-kunstrijder? Ik zou toch wel eens wil len weten, hoe het zit dat hij, dien ik altijd heb gehouden voor een tennisser van de bo venste plank, blijkt ook zoo'n kranig kunst- ri'der te zijn, dat hij allen ver achter zich Iaat. Hij munt uit in elk soort van sport, antwoordde de graaf met groote warmte. Hij heeft mij medegedeeld, dat hij in Canada, waar hij als kleine jongen twee jaar heeft ge woond, het schaatsenrijden heeft geleerd. Zijn moeder, zooals u weet de danseres Doralo z.abelle had toen een engagement in de Ver- eenmde Staten en ze had hem. Darol, in de een redevoering, waarvan wij persmannen allemaal, zonder uitzondering een afschrift kregen en waarin hulde gebracht werd aan een ieder, althans te oordeelen naar het tel kens opklinkend applaus (open doekjes). We kunnen ons zonde uitzondering indenken, wat mr. Fock gezegd heeft, gezien het feit, dat hij immers de President van het Comité is Het eerste nummer is meestal niet het beste; het programma moet iets stijgends vertoonen, totdat we de climax bereiken, dan komt als regel een soort uitsmijterNummer twee was mr. De Jonge, de nieuw benoemde Gou verneur-Generaal van Nederlandsch-Indië. Na mr. de Jonge kwam „Ie Bébé Cadum" onze kleine maar gewiekste minister van Koloniën Paul Reynaud, die als het op speechen aankomt iedereen mijlen achter zich laat. Pardon, ik vergat te zeggen, dat voor hem de grijze Maarschalk het woord voerdc- doch waar hij bij het commandeeren van zijn troepen in vroeger jaren het overwegende ge deelte van zijn stem verloren heeft, zijn zijne redevoeringen (gedurende de tentoonstelling twee per uur) als regel een diep geheim voor (■de hem omringende civiele troepen. Ik vrees echter, dat we als natie van verwaandheid gebloosd zouden hebben, wanneer we ook maar de helft verstaan hadden. De prestaties van Paul Reynaud als Mi nister van Koloniën kan ik niet beoordeelen; zijn prestaties als redenakr zijn buitenge woon. En als regel is het niet in een paar tellen afgeloopen wanneer Paul Reynaud het woord krijgt. Vandaag evenwel maakte hij het kort en krachtig, wist hij in enkele woorden Holland meer lof toe te zwaaien dan anderen in pagina's: „Toen Nederland zijn eerste paviljoen opende toonde het ons wat zijn koloniaal bezit was, nu met de ope ning van het tweede paviljoen toont Gij wat Holland is". Daarna kwam als slot jhr. mr. Beelaerts van Blokland aan het woord, waarna we in optocht het gebouw bezichtigden. Dit be hoeft geen nadere beschrijving. Slechts kan worden vermeld, dat het nieuwe paneel van Paulides toch nog tijdig is aangekomen en zijn plaats in de ontvang-hall waardig in neemt. De inhoud is wel veel minder inte ressant dan die van het oude gebouw; het kon niet anders, doch niettemin toont Neder land wat het resultaat is van zijn vreedzaam koloniaal beleid. De Hollandsche inzending neemt een waardige plaats in, al is het op buurt van Montreal in de kost gedaan. Het was een pracht van een gelegenheid voor hem om op het ijs thuis te geraken. Heeft u het ook niet kranig gevonden, juffruw Curtis, hoe onze vriend de graaf maakte een ge baar met de hand om zijn woorden toe lich ten heel zijn lichaam bijna in één lijn uit strekte, alsof hij met het hoofd vooruit het ijs wilde dorboren? Knap werk, en wat wist hij zich mooi in evenwicht te houden! Heeft u hei ook niet kranig gevonden? O, zeker. Maar zij zeide dit zonder een spoor van haar vroegere opgewondenheid. Was die zoo spoorloos verdwenen? Zonder van bijzondere belangstelling blijk te geven, bijna onverschillig liet zij er op volgen: Is hij een uwer vrienden? Een van mijn beste vrienden, een brave vent. Ik heb allerprettigste weken met hem doorgebracht, evenals mijn jongere broeders, toen hij in den afgeloopen zomer ons op ons kasteel had opgezicht. Dat ligt in Bretagne. Onmiddellijk nadat hij was weggegaan uit het hotel Magnifique, waar ik hem als ten nisleeraar had leeren kennen Ja, waarom niet? U kijkt wat verwonderd op, made- moiselle, maar u weet toch ook wei, dat heel wat van onze jonge officieren van beschaving dergelijke baantjes hebben moeten aanne men? Een uitstekende leermeester was hij. Hij heeft mij heel wat geleerd en ik zou graag nog meer les van hem willen hebben. Toen Darol overhaast zijn vlucht had geno men, zijn baantje in den steek had gelaten En al'e gasten van het hotel in het on zekere had gelaten omtrent de reden van zijn verdwijning, viel mevrouw Po-wer hem in de rede Ik wil wel bekennen, dat ik door meuws- frierio-heid werd verteerd en ik dolgraag had willen weten, waarom kapitein Farquhar er van door was fTe£aaJ\; kwam h!) bi] ons. Het was een al lerprettigste logé en moeder beweerde, dat als Een polls dor ietwat bescheidener voet. Wij zijn de grond idee trouw gebleven, iets wat niet te zeggen is van de inzending van het Fransche Mi nisterie van Luchtvaart Dat is de merkwaardigste inzending, die te Vincennes te zien is en ik zou alle ,ios-van- Europa"-enthousiasten een bezoek aan dit paviljoen aanraden om overtuigd te wotden van de weldaden der Westersche beschaving. In de hall draagt één der wanden een schilderstuk, waarop men een Fransch vlieg tuig boven de hoofden van een menigte in landers ziet cirkelen. De Oosterlingen 'steken smeekend de armen ten hemel in een gebaar, dat het midden houdt tusschen aanbidding en hopelooze vrees, begrippen, die somtijds maar al te nauw met elkaar in verband staan. Ter vermijding evenwel van vergis singen staat in het blauwe hemelvlak ge schreven: „Dank zij de lucht verbindingen, •gevoelen de Fransche koloniën zich thans vlak bij Frankrijk". Inderdaad vlak bij Frankrijk en wellicht een beetje te dicht bij Frankrijk; indien we althans het tableau raadplegen, dat aan de rechterzijde van dit schoon tafereel hangt, begint een gerechte vrees op te kruipen, dat de „liaisons aérien- nes" wat al te innig zijn. Leest wat het Mi nisterie van Luchtvaart op de Internationale Koloniale Tentoonstelling ons te leeren heeft op het gebied van kolonisatie. Juli 1925 tot Januari 1926 Marocco. Prestaties van den \liegdienst: 12000 vlieguren, gedurende wel ken tijd 5500 oorlogsmissies werden uitge voerd, waarvan meer dan (letterlijk vertaald van het paneel) 3000 bombardementen waar bij 375 ton bommen werd uitgeworpen, het geen 500 gewonden gaf. Voorts werden 14000 clichés opgenomen, d*e een nog niet onderworpen terrein van 15,000 vierkante kilometer bestreken! Wie met de kennis van zulke exploten nog steeds den Oosterling aan zijn lot wil over laten en hem de heerlijke Westersche bescha ving wil onthouden, is niet recht snik. Maar in Syrië deed men beter! Gedurende een zelfde aantal vlieguren werden 6000 oorlogs- misaies uitgevoerd, waaronder meer dan 4000 bombardementen. Niet minder dan 600 ton bommen, derhalve 600,000 kilo bommen, werden naar beneden gesmeten ter leering en ontwikkeling van die domme Oosterlingen, waarvan er, en daar legt Syrië het leelijk tegen Marokko af, slechts 200 gewond wer den weggedragen. Maar laten we hopen, dat de vliegers niet goed geteld' hebben en het 2000 dooden en gewonden waren. Dan heeft althans Syrië ook daar gewonnen. Indo-China probeert mede te doen, maar moet het smadelijk afleggen. Ze hebben vrij wel niets om prat op te gaan en het eenige, waarop ze zich kunnen beroemen is, dat men in 1791 te Saigon een Montgolfisre deed op stijgen en in 1884 luitenant Julien per ballon de kolonne van generaal Millat behulpzaam was bij den opmarsch tegen Bac Ninh, ge volgd door het beleg van Thai Ngnyen en ten slotte Hung Hoa „avec un succès com plet". Het lijkt evenwel een tam succesje, want indien het iets van belang was geweest had het ministerie er wel aan toegevoegd, dat de luitenant Julien idem zooveel bommen naar beneden had gekeild en idem zooveel dooden en gewonden had geboekt. De rest van dit Fransche luchtvaartpavil joen is niet de moeite van het bezien waard Zuiver commercieele vliegtuigen, avions waarop zelfs geen onnoozel machinegeweer geplaatst is, kort en goed hopeloos doode materie in vergelijk met de leerrijke stof uit de ontvanghall. Slechts vinden we als grap pig intermezzo hier en daar een schilderij, waarbij de groote verdiensten van het vlieg tuig als koloniseerende macht worden uit gebeeld. Een eindelooze woestijn waardoor Oosterlingen trekken op kameelen, die te vergeefs dekking zoeken voor de bommen, die enkele vliegtuigen als pepernoten rond strooien. Het Fransche Ministerie voor Luchtvaart heeft ons hier een lesje gegeven in koloniaal beleid, dat werkelijk de moeite waard is. „Grace aux liaisons aériennes, toutes les Colonies Franpaises sentent maintenent la France tout prés d'elles". Trop prés ware wellicht beter Parijs, 18 Augustus 1931. A. P. zij hem twintig jaar vroeger had leeren ken nen zij misschien verliefd op hem was gewor den en graag met hem had willen trouwen Een prachtkarakter! Geen betere vriend was er te wenschenHij zou misschien wel langer bij ons zijn gebleven, maar, helaas, aan alle goede dingen komt een einde. Toen de winter aanbrak, hebben we ons kasteel verlaten en zijn te Parijs komen wonen. Om mijn raad besloot Darol het winterseizoen aan de Riviera door te brengen. Zoo, is hij dus ook aan de Riviera ge weest? viel mevrouw hem weder in de rede, en onder haar zi'verwitte haren gingen haar donkere wenkbrauwen omhoog en haar oogen glinsterden alsof zij op het punt stond een groot geheim te vernemen. Blijkbaar vond zij wat zij hoopte te hooren van bijzonder ge wicht. Ik heb dat nooit geweten (zij hield even op om den kellner toe te fluisteren: ja, ja, de andere heer komt over een paar minu ten). Ik heb nooit geweten, dat hij aan de Riviera is geweest. Zeker. Ik had hem er op gewezen, dat hij daar vermoedelijk heel wat van zijn vroe gere klanten zou aantreffen, daar het voor het grootste deel menschen zijn, die de zon opzoeken", verklaarde de jonge graaf. Onwil'ekeurig luisterde Sheila naar hem zonder een woord te verliezen. Al wat dien bewusten persoon betrof boezemde haar in stinctmatig belang in. Zou, sinds zij hem, naar zij hoopte, voor het laatst te Londen had gezien, de jonge Farquhar zijn zwerf tochten over heel het vasteland hebben uitge strekt? Ik schreef, vervolgde de graaf, aan een der hoteldirecteuren, dat hij bezoek zou krij gen van een tennisleeraar, een kennis van mij. Daarop moest hij een wedstrijd houden met drie vakspeler3 van andere hotels, om te laten zien wat hij kende. Hij spee'de singles en bleef de baas. Het was niet schitterend, De raad dezer gemeente kwam Maandag middag te 3 uur in openbare vergadering bij een, onder voorzitterschap van burgemeester H. Nolet. Afdezig de heer van Rijn, die bericht van verhindering had gezonden. De voorzitter deelt mede, dat zijn ingeko men Proces- verbaal van opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger. Ingekomen was o.a. een verzoek van de N.H. Ver. „Het Witte Kruis", om subsidie voor de ontsmettingsinrichting. Te behandelen bij de begrooting 1932 Een verzoek van het Centraal Archief in zake maatschappelijk hulpbetoon tot aanslui ting Als voren. De begrooting van de gezondheidscommis sie te Schagen over 1932. Als voren. Bericht van de heeren J. Swan, J. Gut- ker, G. v. d. Wal en J. de Groot, dat zij hun benoeming tot lid van de schattingscommissie aannemen. Voor kennisgeving aangenomen. Het verslag van de Noorder Stoomtram mij. over 1930. Voor kennisgeving aangenomen. Een schrijven van de heeren P. de Groot en G. v. d. Wal, resp. voorzitter en lid van het algemeen armbestuur, inzake de rekening 1930. B. en W. stelden voor, dit schrijven te be handelen bij de begrooting 1932. Aldus besloten. De goedkeuring van de wijziging van de begrooting over 1930. De begrooting werd, nadat nog een twee tal wijzigingen waren aangebracht, aldus vastgesteld. Hierna kwam aan de orde de vaststelling van het ambtenaren-reglement. In verband met het bepaalde in art. 125 van de ambtenarenwet stellen B. en W. voor een ambtenaren-reglement vast te stellen on der mededeeling, dat de betrokken organisa ties zijn gehoord. Het concept reglement werd hierna arti- kels-gewijze behandeld. De arbeidstijd werd vastgesteld op 8Va uur per dag en 48 uur per week. Betreffende het overwerk werd be sloten, dit te handhaven, zooals het in het werkliedenreglement voorkwam. Indien een ambtenaar gedurende eenige weken de herha lingsoefeningen moet medemaken, wordt hem het loon toch uitbetaald. Over de kwestie der wachtgeldregeling ontspon zich een uitgebreide discussie, waar bij gewezen werd op het ontbreken van elke etimulance. Voorts werd nog besloten alle ambtenaren een vacantie-toeslag van 10 te verleenen. Het concept-reglement werd hierna z.h.st. vastgesteld. De heer Molenaar betoogde nog de wen- schelijkheid van een commissie van georga niseerd overleg, waarvan de voorzitter de noodzakelijkheid niet in zag in een kleine ge meente als Warmenhuizen. Vervolgens werd de gemeenterekening over 1930 aangeboden in ontvangst op 133.459.75 en in uitgaaf op 134.213.40; aldus een nadeelig slot op den gewonen dienst van 753.65 en op den kapitaal- dienst in ontvangst op 71.916.87, in uit gaaf 49.138.37, aldus een batig slot van 22.778.50. Tot leden van de controle-commissie wer den benoemd de heeren Nannes, Tesselaar, Molenaar, Slot en van Rijn. Voorts kwam in behandeling een voorstel van B. en W. om over te gaan tot conversie van eenige geldleeningen met de spaarbank ver. „Zutphen", tot een totaal bedrag van 50.146. Na toelichting door den voorzitter werd aldus besloten. Voorstel tot onbewoonbaar-verklaring woning. Overeenkmstig het advies van de gezond heids-commissie stellen B. en W. voor de woning, gelegen te Schooridam aan den Ka. naalweg no. 2, daar deze woning niet meer in bewoonbaren staat kan worden gebracht onbewoonbaar te verklaren. Het voorstel werd z.h.st. aangenomen. Verder stelden B. en W. voor aan C I Regter ontheffing van de hondenbelasting tot een bedrag van 3 te verleenen. Aldus besloten. Hierna werd de rondvraag gehouden Wethouder de Groot zag gaarne, dat meet gelet werd op het melkvaren van de motor- booten en rijden van motorrijwielen. De voorzitter gaf de verzekering, dat dooi de politie zooveel mogelijk een strenge con- trole wordt toegepast. Wethouder de Groot drong er voorts op aan, dat de grond benoodigd voor de ver» breeding van den weg, welke transactie voor vele jaren heeft plaats gehad zou worden overgeschreven. De voorzitter zegde <jit toe. Nog pleitte wethouder de Groot voor her ziening van de pachtprijzen, dit in verband met de samenstelling van de begrooting. Spr. wilde over de geheele linie een ver- laging van de pachtprijzen en eveneens de huur van het grasland onder de loupe ne men. De voorzitter wees op de moeilijkheid om aan dezen wensch te voldoen, daar alles toch openbaar wordt verpacht. Nadat de heer Molenaar nog had gezegd, dat enkel reductie zou kunnen worden ver leend, oordeelde de heer Slot, dat de nieuwe raad hierover maar een oordeel moest vellen. Den heer Slot was medegedeeld, dat door de politie proces-verbaal was opgemaakt, doordat bij het kantafslaan de slooten waren verontreinigd. Spr. vroeg of het de bedoeling was de evrordening in dien geest door te voe ren. De voorzitter antwoordde, dat door de Rijkspolitie proces-verbaal was opgemaakt aan de hand van bedoelde verordening, waarbij het verboden is de slooten te veront reinigen. Meerdere leden wezen erop, dat de veror dening hierbij niet letterlijk kan worden na gekomen, waarna de voorzitter toezegde, met de gedane opmerkingen rekening te zullen houden. Voorts vroeg de heer Slot of de rooilijn van de Oude Wal veranderd was, daar een wo ning aanmerkelijk dichter bij den weg wordt gebouwd, dan met de bestaande het geval is. De voorzitter antwoordde, dat B. en W., aan de hand van de verordening hebben be« paald, dat de woning 10 M. van de as van den weg verwijderd moest zijn. De heer Slot drong er verder op aan, dai werk, dat voor de gemeente moet worden verricht, door ingezetenen wordt gedaan, om aldus de heerschende werkloosheid te be strijden. Desnoods zou in den vervolge d< bepaling in de voorwaarden kunnen worden opgenomen, dat zoo mogelijk, werklieden uit deze gemeente moesten worden aangenomen. De voorzitter wees óp de onaangename er varingen, die het gemeentebestuur had opge daan, doch zegde overweging toe. Nog opperde de heer Slot bezwaren tegen het feit, dat het sluitingsuur op kermis- Maandag was bepaald op 12 uur, waarmede verschillende leden zich solidair verklaarden. De voorzitter gaf de toezegging naar een oplossing te zullen zoeken. Hierna richtte de voorzitter zich tot de scheidende raadsleden en wel allereerst tot de beide wethouders. Wethouder de Groot had sinds 1907 onafgebroken zitting in den Raad, sinds 1913 als wethouder; wethouder Swan was sinds 1904 raadslid en werd in 1917 tot wethouder gekozen Spr. dankte deze beide leden voor het vele, dat zij in die lange reeks van jaren voor de gemeente hebben gedaan. Het is min of meer onaangenaam, dat de uitspraak van de kiezers aldus is ge weest, waardoor gij niet langer in openba ren dienst voor de gemeente werkzaam kunt zijn, doch spr. hoopte, dat ze beiden mogen neerzien op het werk, dat door hun voor d« gemeente is verricht. In het bijzonder dankte spr. voor de bereidwilligheid en steun, die zij hem bij den aanvang van zijn burgemees terschap hadden betoond. Voorts dankte spr. de heeren Nansen en van Rijn, die resp. sinds 1910 en 1929 zit ting in den Raad hadden voor hetgeen zij in dien tijd voor de gemeente hadden gedaan en uitte den wensch, dat allen tot in lengte van dagen met genoegen op hun raadslid maatschap zouden terugzien. schreef hij mij, maar het was voldoende. Men nam hem aan Wanneer was dat? vroeg mevrouw Power, heimelijk de feiten die zij kende en die ze nu hoorde met elkaar in verband bren gend. Nu, dat zal ongeveer een maand gele den zijn. Hij werd voor het geheele seizoen aangenomen En hij ging weg, terwijl het tennissen in vollen gang was! Waarom heeft hij dat gedaan? Ik weet er evenveel van als u, mevrouw Power. Ik kom hier, om hem aan te treffen als een hartstochtelijk schaatsenrijder. Blijk baar beviel het hem niet aan de Cote d'Azuf En weer is hij er vandoor gegaan, er tus schen uitgeknepen! Blijkbaar behoort dat tot zijn gewoon ten! riep de Amerikaansche lachend uit. Wat zou de bedoeling daarvan zijn? De Franschman haalde even de schouders op, terwijl hij antwoordde: Vraag het hem zelf, mevrquw Hij zal nu wel op komende wegen zijn. Komt hij bij ons? vroeg Sheila uiterlijk volkomen kalm. (Hij!) Ja, ik had kapitein Farquhar aan tafel genoodigd, in het bijzonder om u aangenaam te zijn Kijk, daar komt hij juist Met haar keurig gemanicureerde handje wuifde mevrouw Power naar iemand, die even te voren de zaal was binnengetreden. Wat een aangename verrassing voor hem, wanneer hij zulk een bekoorlijke land- genoote hier aantreft, zei met een vriendelijk glimlachje de graaf, die zijn sympathie voor dit verlegen Engelsche meisje voelde groeien. Inderdaad zag zij er nu op haar voordeeligst uit. Zoo levendig1 Met schitterende oogen en wangen met een even verhoogd blosje! Had zij dat reeds te danken aan haar verblijf in de open lucht? Of lag het enkel aan de op winding van een pretje? Wat was de oorzaak van dien toestand van opwinding? Niets an ders den toorn! Sheila voelde zich vertoornd, dat hij zich zou nederzetten aan haar tafel. Die kerel? Die gehate, beleedigende valsch aard, die diamanthandelaar uit dat grieze lige kantoor in Hatton Garden? Zou hij dat wagen? Die kerel, die de oorzaak was van den zwartsten dag in Sheila's leven? Al een half jaar lang had zij zitten broeden over die beleedigende woorden„Als u het niet ge weest is, wie kan het dan anders zijn, juf frouw Curtis?" In haar ziel klonken die woorden nu duizendmaal bitterder dan toen zij pas waren uitgesprokenEn nu zou zij hem hier ontmoeten, zou hij aan een vrien- dendisch aan haar worden voorgesteld. Van alle kennissen had hij de eer genoten uitge- noodigd te worden, met de speciale bedoe ling om haar een pleziertje te doen (nu vraag ik je!)En dien man had zij kunnen vermoorden! Want zoo blikken een vijand zouden kunnen dooden, ware kapitein Far quhar ontzield ter aarde gevallen op de vuile vloer van het kantoor van Mackenzie en Moss op 't oogenblik dat zij een laatsten blik naar hem wierp, toen zij voor goed uit dat kantoor was weggejaagd. Zonder naar den ingang te kijken voelde Sheila zijn nadering, terwijl hij zich een weg baande tusschen de tafels. Hij zou naast haar komen zitten en Sheila zou zich geplaatst zien tusschen den man, die haar beschuldig de van diefstal van parels en dezen Fransen man, die tot zijn vrienden behoorde. Hij was trouwens ook zeer bevriend met de Ameri kaansche dame, zij noemden hem beiden Darol en zij waren vol sympathie voor hem. Ze moesten hem eens kennen! Maar wat zou er nu gaan gebeuren? Met spanning wachtte Sheila dit af, terwijl Farquhar ten slotte aan hun tafel belandde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 5