fllkmaarsclie Courant.
„ARNHEM"
ve*zekering
Jladimdeums
DE IHTIONAfE KOLONIALE
TENTOONSTELLING PARIJS 1931.
9-euiCietou
levens-
maatschappij
Qememtecaden
Honderd drie en dertigste Jaargang.
Iliiiscla# 25 Au#ustu§
DAROL FARQUHAR's
NACHTWANDELING.
ls een waarborg voor het welzijn van Uw
gezin.
WARMENHUIZEN.
(Wordt vervolgd.)
No. 199
Woensdag 26 Augustus,
flii ersiun, 1875 M. (Uitsluitend V.A.R.A.)
^4j_7.— en 7.307.45 Gymnastiek. 8.01
nramofoonpl. 9.30 Orgelspel door Joh.
long. 10.— V.P.R.O.-Morgenwijding. 10.15
ftookpraatje door P. J. Kers. 11.— Gramo-
foonplaten. 11.05 Mevr. J. Stam—Dressel-
huys: Kinderen in den tuin 11.35 Gramo-
foonplaten. 12.01 Concert door het V.A.R.A -
Septet en gramofoonplaten. 2.15 Gramofoon
platen. 2.30 Coöperatie-kwartiertje. 2.45
Voor d kinderen. 3.30 „Maak het zelf"-cur-
sus. 4.25 Gramofoonplaten. 4.30 Voor de
kinderen. 6.— Concert door het V.A.R A -
Mandoline Ensemble en gramofoonplaten.
7.Huib Luns: Beeldende kunstenaars
7.30 Joodsch uurtje. Gramofoonpl. Toelich
ting door S. H. Englander. 8.— „Op Hoop
van Zegen" Spel van de zee van H. Heyer-
mans. 9.30 Vervolg Joodsch uurtje. 10.—
Persberichten 10.10 Concert door het
V.A.R.A.-orkest en gramofoonplaten. 11.30
Gramofoonplaten.
Huizen, 298 M. (Uitsluitend N. C. R. V.)
8.8.15 Schriftlezing. 8.159.45 Gramo
foonplaten. 10.30—11.— Ziekendienst. 11.
12.Opening van de Alg Vergadering van
den Alg. Nederl. Zuivelbond te Utrecht.
Spreker: Oud-minister dr Posthuma. 12.
12.15 Politieber. 12.15—12.30 Gramofoonpl.
12.30—2.— Concert. Zang, viool, cello en
piano. 2.—2.30 Gramofoonplaten. 2.30—
3.Lezen van Chr. Lectuur. 3.4.30 Con
eert. Alt-mezzo, fluit, viool en piano. 4.30—
4.45 Gramofoonplaten. 5.-6.— Kinderuur
tje 6.—6.30 Gramofoonpl. 6.30—7Ver-
teluurtje. 7.-8— Wijdingsdienst in de Dom
kerk te Utrecht. Sprekers en kerkkoor. 8.30
Politieber. 8.45—10.30 Concert. 10.—10.10
Persber. 10.30—11.30 Gramofoonplaten
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
12.20 Gramofoonpl. 1.05 Orgelconcert door
A. Biggs. 1.502.50 Orkestconcert. 3.50
Concert. Orkest. C. Smith, piano. 5.05 Or
gelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje. 6.20
Dansmuziek. 6.35 Berichten. 7.Zang door
Eleanore Toye en Dale Smith. 7.20 Lezing.
7.50 Concert door het Temple Kwartet. 8 20
Concert. Orkest. E. Steuermann, piano. 10.
Berichten. 10.15 Berichten. 10.20 Lezing.
10.35 Orkestconcert. 11.20—12.20 Dansmu
ziek.
Parijs Radio-Paris", 1725 M. 8.05 Gra
mofoonplaten. 12.50 Gramofoonpl. 1.25
Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonpl. 9 05
Viool-recital. 9.50 Concert. Harp, zang,
cello, fluit en orkest.
Langenberg, 473 M. 7.25—8.20 Gramo
foonplaten. 11.i2.05 Gramofoonpl. 12.30
1.10 Gramofoonplaten. 1.25—2.50 Orkest
concert. 5.206.20 Concert. Orkest. 9 05
„Landstreicher-Weltfahrer". Orkest en solis
ten. 10 20 Berichten. Daarna tot 12 20 Or
kestconcert.
Kalundborg, 1153 M. 12.25—2.20 Or
kestconcert 3.20-—5.20 Orkestconcert en
voordracht. 5.205.50 Gramofoonpl. 8 20
9 20 Orkestconcert. 9.20—10.20 Voordracht
en zang. 10.20—10.35 Saxofoon-soli. 10.50
LI 20 Orkestconcert.
Brussel, 508.5 en 338.2 M. 508 5 M.
5.20 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonpl
8.20 Kamermuziek. 9.20 Orkestconcert en
zang. 338.2 M 5.20 Dansmuziek 6 50 Gra
mofoonpl. 8.20 Gramofoonpl. 9.20 Orkest
concert en zang.
Zeesen, 1635 M. Ca. 7.—7.50 Gramofoon
platen. 9.20—9.45 Schooluitzending 10.55
—12.20 Berichten. 12.25 Gramofoonplaten.
1.15—2.20 Berichten. 2.20—3.20 Gramo
foonplaten. 3.204 20 Lezingen. 4.205 20
Concert. 5.20—8.20 Lezingen. 8.20 Orkest
concert. 9.20 Herdenking van Ludwig Tho-
ma. 10.30 Berichten en daarna tot 12.50
Dansmuziek.
„Hoog het glas; hoog het lied
Hoog het hart
Vandaag hebben we gejubeld, vandaag
hebben we opnieuw het glas opgeheven en
gedronken op het overweldigend succes, dat
ons kleine landje te Vincennes boekt, te mid
den van de reeks van machtige mogendheden,
waarbij we eigenlijk dachten in het niet te
verzinken. De hooge hoed, de pandenjas
waren de eenige beschavingsdeksels die in
tel waren en wie niet op die wijze was uitge
dost telde eenvoudig niet. En geduldig
hebben we zitten wachten in de door de
Hollandsche kweekers in een lusttuin her
schapen zaal, totdat het officieele cortège met
Maarschalk Lyautey als pièce de résistance
(en welke résistance) binnen zou komen Ik
heb er meermalen op gewezen, dat schijn
baar de vertegenwoordigers van een niet
monarchistischen staat zich niet de stiptheid
kunnen aanwennen, die men als regel de
„beleefdheid der koningen" noemt en als ik
er aan denk hoeveel men in een socialisti-
schen staat als Frankrijk als regel over tij J
is, dan betreur ik- nog erger de armen, die in
Rusland deze officieele plechtigheden mede
moeten maken, want daar zal men dan wel
uren over tijd zijn, indien niet etmalen. En
fin, Lyautey met gevolg kwamte zijner
tijd. En we stonden allen van onze stoelen
op met een gezicht, ernstiger dan wanneer
we voor den laatsten zegen in de kerk van
onzen stoel oprijzen, waaruit dus al weer
blijkt, dat geen land meer op de uiterlijke
vormen is gesteld dan een socialistisch land.
Vormen, uiterlijke vormen althans, zijn
prettig
Toen werd er gemummeld, lang gemum
meld tusschen de Fransche autoriteiten,
Lyautey, Paul Reynaud (nogmaals moet ik
eraan herinneren, dat hij hier „Bébé Cadum
heet en onzerzijds de heeren mr. Fock, dr.
Koningsberger, Swart, dr. Van der Waals,
jhr. Loudon, dr. Cosquino de Bussy (vergeef
me wanneer ik hier het Protocol met voeten
treed, maar ik ben monarchist en zij het me
vergeven) en meer anderen Zij smoezelden
m wij wachtten zooals we al een tijdje ge-
vacht haddenToen ging bet los!
Mr. Fock ging het eerst van wal en hield
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr. G. KELLER.
89)
De Franschman, die wèl een habitué was
kon een glimlach, over wat hij een kinderlijke
uitlating vond, niet onderdrukken.
Rijdt u schaatsen, juffrouw Curtis?
Ik wil er les in nemen, beleed Sheila.
Dan geloof ik iemand te kennen, die het
u dolgraag zal willen leeren, mengde
mevrouw Power zich in het gesprek, terwijl
Sheila iets begon te duchten Over wien
zouden zij het hebben? Het noodlot had het
aldus beslist: zij hadden het over den bewus-
ten persoon.
Ik heb hem nog geen hulde gebrachL
vervolgde mevrouw Power, voor zijn prach
tige prestaties op het ijsfeest van vanmorgen
Vond u het niet schitterend, zooals hij, na
vijf minuten te voren van het geval in kennis
te zijn gesteld, is ingevallen voor den kam
pioen-kunstrijder? Ik zou toch wel eens wil
len weten, hoe het zit dat hij, dien ik altijd
heb gehouden voor een tennisser van de bo
venste plank, blijkt ook zoo'n kranig kunst-
ri'der te zijn, dat hij allen ver achter zich
Iaat.
Hij munt uit in elk soort van sport,
antwoordde de graaf met groote warmte. Hij
heeft mij medegedeeld, dat hij in Canada,
waar hij als kleine jongen twee jaar heeft ge
woond, het schaatsenrijden heeft geleerd. Zijn
moeder, zooals u weet de danseres Doralo
z.abelle had toen een engagement in de Ver-
eenmde Staten en ze had hem. Darol, in de
een redevoering, waarvan wij persmannen
allemaal, zonder uitzondering een afschrift
kregen en waarin hulde gebracht werd aan
een ieder, althans te oordeelen naar het tel
kens opklinkend applaus (open doekjes). We
kunnen ons zonde uitzondering indenken,
wat mr. Fock gezegd heeft, gezien het feit, dat
hij immers de President van het Comité is
Het eerste nummer is meestal niet het beste;
het programma moet iets stijgends vertoonen,
totdat we de climax bereiken, dan komt als
regel een soort uitsmijterNummer twee
was mr. De Jonge, de nieuw benoemde Gou
verneur-Generaal van Nederlandsch-Indië.
Na mr. de Jonge kwam „Ie Bébé Cadum"
onze kleine maar gewiekste minister van
Koloniën Paul Reynaud, die als het op
speechen aankomt iedereen mijlen achter zich
laat. Pardon, ik vergat te zeggen, dat voor
hem de grijze Maarschalk het woord voerdc-
doch waar hij bij het commandeeren van zijn
troepen in vroeger jaren het overwegende ge
deelte van zijn stem verloren heeft, zijn zijne
redevoeringen (gedurende de tentoonstelling
twee per uur) als regel een diep geheim voor
(■de hem omringende civiele troepen. Ik vrees
echter, dat we als natie van verwaandheid
gebloosd zouden hebben, wanneer we ook
maar de helft verstaan hadden.
De prestaties van Paul Reynaud als Mi
nister van Koloniën kan ik niet beoordeelen;
zijn prestaties als redenakr zijn buitenge
woon. En als regel is het niet in een paar
tellen afgeloopen wanneer Paul Reynaud
het woord krijgt. Vandaag evenwel maakte
hij het kort en krachtig, wist hij in enkele
woorden Holland meer lof toe te zwaaien
dan anderen in pagina's: „Toen Nederland
zijn eerste paviljoen opende toonde het ons
wat zijn koloniaal bezit was, nu met de ope
ning van het tweede paviljoen toont Gij wat
Holland is".
Daarna kwam als slot jhr. mr. Beelaerts
van Blokland aan het woord, waarna we in
optocht het gebouw bezichtigden. Dit be
hoeft geen nadere beschrijving. Slechts kan
worden vermeld, dat het nieuwe paneel van
Paulides toch nog tijdig is aangekomen en
zijn plaats in de ontvang-hall waardig in
neemt. De inhoud is wel veel minder inte
ressant dan die van het oude gebouw; het
kon niet anders, doch niettemin toont Neder
land wat het resultaat is van zijn vreedzaam
koloniaal beleid. De Hollandsche inzending
neemt een waardige plaats in, al is het op
buurt van Montreal in de kost gedaan. Het
was een pracht van een gelegenheid voor hem
om op het ijs thuis te geraken. Heeft u het
ook niet kranig gevonden, juffruw Curtis,
hoe onze vriend de graaf maakte een ge
baar met de hand om zijn woorden toe lich
ten heel zijn lichaam bijna in één lijn uit
strekte, alsof hij met het hoofd vooruit het ijs
wilde dorboren? Knap werk, en wat wist hij
zich mooi in evenwicht te houden! Heeft u hei
ook niet kranig gevonden?
O, zeker. Maar zij zeide dit zonder een
spoor van haar vroegere opgewondenheid.
Was die zoo spoorloos verdwenen? Zonder
van bijzondere belangstelling blijk te geven,
bijna onverschillig liet zij er op volgen: Is hij
een uwer vrienden?
Een van mijn beste vrienden, een brave
vent. Ik heb allerprettigste weken met hem
doorgebracht, evenals mijn jongere broeders,
toen hij in den afgeloopen zomer ons op ons
kasteel had opgezicht. Dat ligt in Bretagne.
Onmiddellijk nadat hij was weggegaan uit
het hotel Magnifique, waar ik hem als ten
nisleeraar had leeren kennen Ja, waarom
niet? U kijkt wat verwonderd op, made-
moiselle, maar u weet toch ook wei, dat heel
wat van onze jonge officieren van beschaving
dergelijke baantjes hebben moeten aanne
men? Een uitstekende leermeester was hij.
Hij heeft mij heel wat geleerd en ik zou
graag nog meer les van hem willen hebben.
Toen Darol overhaast zijn vlucht had geno
men, zijn baantje in den steek had gelaten
En al'e gasten van het hotel in het on
zekere had gelaten omtrent de reden van zijn
verdwijning, viel mevrouw Po-wer hem in de
rede Ik wil wel bekennen, dat ik door meuws-
frierio-heid werd verteerd en ik dolgraag had
willen weten, waarom kapitein Farquhar er
van door was fTe£aaJ\;
kwam h!) bi] ons. Het was een al
lerprettigste logé en moeder beweerde, dat als
Een polls dor
ietwat bescheidener voet. Wij zijn de grond
idee trouw gebleven, iets wat niet te zeggen
is van de inzending van het Fransche Mi
nisterie van Luchtvaart
Dat is de merkwaardigste inzending, die
te Vincennes te zien is en ik zou alle ,ios-van-
Europa"-enthousiasten een bezoek aan dit
paviljoen aanraden om overtuigd te wotden
van de weldaden der Westersche beschaving.
In de hall draagt één der wanden een
schilderstuk, waarop men een Fransch vlieg
tuig boven de hoofden van een menigte in
landers ziet cirkelen. De Oosterlingen 'steken
smeekend de armen ten hemel in een gebaar,
dat het midden houdt tusschen aanbidding
en hopelooze vrees, begrippen, die somtijds
maar al te nauw met elkaar in verband
staan. Ter vermijding evenwel van vergis
singen staat in het blauwe hemelvlak ge
schreven: „Dank zij de lucht verbindingen,
•gevoelen de Fransche koloniën zich thans
vlak bij Frankrijk". Inderdaad vlak bij
Frankrijk en wellicht een beetje te dicht bij
Frankrijk; indien we althans het tableau
raadplegen, dat aan de rechterzijde van dit
schoon tafereel hangt, begint een gerechte
vrees op te kruipen, dat de „liaisons aérien-
nes" wat al te innig zijn. Leest wat het Mi
nisterie van Luchtvaart op de Internationale
Koloniale Tentoonstelling ons te leeren heeft
op het gebied van kolonisatie. Juli 1925 tot
Januari 1926 Marocco. Prestaties van den
\liegdienst: 12000 vlieguren, gedurende wel
ken tijd 5500 oorlogsmissies werden uitge
voerd, waarvan meer dan (letterlijk vertaald
van het paneel) 3000 bombardementen waar
bij 375 ton bommen werd uitgeworpen, het
geen 500 gewonden gaf. Voorts werden
14000 clichés opgenomen, d*e een nog niet
onderworpen terrein van 15,000 vierkante
kilometer bestreken!
Wie met de kennis van zulke exploten nog
steeds den Oosterling aan zijn lot wil over
laten en hem de heerlijke Westersche bescha
ving wil onthouden, is niet recht snik. Maar
in Syrië deed men beter! Gedurende een
zelfde aantal vlieguren werden 6000 oorlogs-
misaies uitgevoerd, waaronder meer dan
4000 bombardementen. Niet minder dan 600
ton bommen, derhalve 600,000 kilo bommen,
werden naar beneden gesmeten ter leering en
ontwikkeling van die domme Oosterlingen,
waarvan er, en daar legt Syrië het leelijk
tegen Marokko af, slechts 200 gewond wer
den weggedragen. Maar laten we hopen, dat
de vliegers niet goed geteld' hebben en het
2000 dooden en gewonden waren. Dan heeft
althans Syrië ook daar gewonnen.
Indo-China probeert mede te doen, maar
moet het smadelijk afleggen. Ze hebben vrij
wel niets om prat op te gaan en het eenige,
waarop ze zich kunnen beroemen is, dat men
in 1791 te Saigon een Montgolfisre deed op
stijgen en in 1884 luitenant Julien per ballon
de kolonne van generaal Millat behulpzaam
was bij den opmarsch tegen Bac Ninh, ge
volgd door het beleg van Thai Ngnyen en
ten slotte Hung Hoa „avec un succès com
plet". Het lijkt evenwel een tam succesje,
want indien het iets van belang was geweest
had het ministerie er wel aan toegevoegd,
dat de luitenant Julien idem zooveel bommen
naar beneden had gekeild en idem zooveel
dooden en gewonden had geboekt.
De rest van dit Fransche luchtvaartpavil
joen is niet de moeite van het bezien waard
Zuiver commercieele vliegtuigen, avions
waarop zelfs geen onnoozel machinegeweer
geplaatst is, kort en goed hopeloos doode
materie in vergelijk met de leerrijke stof uit
de ontvanghall. Slechts vinden we als grap
pig intermezzo hier en daar een schilderij,
waarbij de groote verdiensten van het vlieg
tuig als koloniseerende macht worden uit
gebeeld. Een eindelooze woestijn waardoor
Oosterlingen trekken op kameelen, die te
vergeefs dekking zoeken voor de bommen,
die enkele vliegtuigen als pepernoten rond
strooien.
Het Fransche Ministerie voor Luchtvaart
heeft ons hier een lesje gegeven in koloniaal
beleid, dat werkelijk de moeite waard is.
„Grace aux liaisons aériennes, toutes les
Colonies Franpaises sentent maintenent la
France tout prés d'elles". Trop prés ware
wellicht beter
Parijs, 18 Augustus 1931.
A. P.
zij hem twintig jaar vroeger had leeren ken
nen zij misschien verliefd op hem was gewor
den en graag met hem had willen trouwen
Een prachtkarakter! Geen betere vriend was
er te wenschenHij zou misschien wel
langer bij ons zijn gebleven, maar, helaas,
aan alle goede dingen komt een einde. Toen
de winter aanbrak, hebben we ons kasteel
verlaten en zijn te Parijs komen wonen. Om
mijn raad besloot Darol het winterseizoen
aan de Riviera door te brengen.
Zoo, is hij dus ook aan de Riviera ge
weest? viel mevrouw hem weder in de rede,
en onder haar zi'verwitte haren gingen haar
donkere wenkbrauwen omhoog en haar oogen
glinsterden alsof zij op het punt stond een
groot geheim te vernemen. Blijkbaar vond zij
wat zij hoopte te hooren van bijzonder ge
wicht. Ik heb dat nooit geweten (zij hield
even op om den kellner toe te fluisteren: ja,
ja, de andere heer komt over een paar minu
ten). Ik heb nooit geweten, dat hij aan de
Riviera is geweest.
Zeker. Ik had hem er op gewezen, dat
hij daar vermoedelijk heel wat van zijn vroe
gere klanten zou aantreffen, daar het voor
het grootste deel menschen zijn, die de zon
opzoeken", verklaarde de jonge graaf.
Onwil'ekeurig luisterde Sheila naar hem
zonder een woord te verliezen. Al wat dien
bewusten persoon betrof boezemde haar in
stinctmatig belang in. Zou, sinds zij hem,
naar zij hoopte, voor het laatst te Londen
had gezien, de jonge Farquhar zijn zwerf
tochten over heel het vasteland hebben uitge
strekt?
Ik schreef, vervolgde de graaf, aan een
der hoteldirecteuren, dat hij bezoek zou krij
gen van een tennisleeraar, een kennis van
mij. Daarop moest hij een wedstrijd houden
met drie vakspeler3 van andere hotels, om te
laten zien wat hij kende. Hij spee'de singles
en bleef de baas. Het was niet schitterend,
De raad dezer gemeente kwam Maandag
middag te 3 uur in openbare vergadering bij
een, onder voorzitterschap van burgemeester
H. Nolet.
Afdezig de heer van Rijn, die bericht van
verhindering had gezonden.
De voorzitter deelt mede, dat zijn ingeko
men
Proces- verbaal van opneming van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger.
Ingekomen was o.a. een verzoek van de
N.H. Ver. „Het Witte Kruis", om subsidie
voor de ontsmettingsinrichting.
Te behandelen bij de begrooting 1932
Een verzoek van het Centraal Archief in
zake maatschappelijk hulpbetoon tot aanslui
ting
Als voren.
De begrooting van de gezondheidscommis
sie te Schagen over 1932.
Als voren.
Bericht van de heeren J. Swan, J. Gut-
ker, G. v. d. Wal en J. de Groot, dat zij hun
benoeming tot lid van de schattingscommissie
aannemen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Het verslag van de Noorder Stoomtram
mij. over 1930.
Voor kennisgeving aangenomen.
Een schrijven van de heeren P. de Groot
en G. v. d. Wal, resp. voorzitter en lid van
het algemeen armbestuur, inzake de rekening
1930.
B. en W. stelden voor, dit schrijven te be
handelen bij de begrooting 1932.
Aldus besloten.
De goedkeuring van de wijziging van de
begrooting over 1930.
De begrooting werd, nadat nog een twee
tal wijzigingen waren aangebracht, aldus
vastgesteld.
Hierna kwam aan de orde de vaststelling
van het ambtenaren-reglement.
In verband met het bepaalde in art. 125
van de ambtenarenwet stellen B. en W. voor
een ambtenaren-reglement vast te stellen on
der mededeeling, dat de betrokken organisa
ties zijn gehoord.
Het concept reglement werd hierna arti-
kels-gewijze behandeld. De arbeidstijd werd
vastgesteld op 8Va uur per dag en 48 uur
per week. Betreffende het overwerk werd be
sloten, dit te handhaven, zooals het in het
werkliedenreglement voorkwam. Indien een
ambtenaar gedurende eenige weken de herha
lingsoefeningen moet medemaken, wordt hem
het loon toch uitbetaald.
Over de kwestie der wachtgeldregeling
ontspon zich een uitgebreide discussie, waar
bij gewezen werd op het ontbreken van elke
etimulance. Voorts werd nog besloten alle
ambtenaren een vacantie-toeslag van 10
te verleenen.
Het concept-reglement werd hierna z.h.st.
vastgesteld.
De heer Molenaar betoogde nog de wen-
schelijkheid van een commissie van georga
niseerd overleg, waarvan de voorzitter de
noodzakelijkheid niet in zag in een kleine ge
meente als Warmenhuizen.
Vervolgens werd de gemeenterekening
over 1930 aangeboden in ontvangst op
133.459.75 en in uitgaaf op 134.213.40;
aldus een nadeelig slot op den gewonen
dienst van 753.65 en op den kapitaal-
dienst in ontvangst op 71.916.87, in uit
gaaf 49.138.37, aldus een batig slot van
22.778.50.
Tot leden van de controle-commissie wer
den benoemd de heeren Nannes, Tesselaar,
Molenaar, Slot en van Rijn.
Voorts kwam in behandeling een voorstel
van B. en W. om over te gaan tot conversie
van eenige geldleeningen met de spaarbank
ver. „Zutphen", tot een totaal bedrag van
50.146.
Na toelichting door den voorzitter werd
aldus besloten.
Voorstel tot onbewoonbaar-verklaring
woning.
Overeenkmstig het advies van de gezond
heids-commissie stellen B. en W. voor de
woning, gelegen te Schooridam aan den Ka.
naalweg no. 2, daar deze woning niet meer
in bewoonbaren staat kan worden gebracht
onbewoonbaar te verklaren.
Het voorstel werd z.h.st. aangenomen.
Verder stelden B. en W. voor aan C I
Regter ontheffing van de hondenbelasting
tot een bedrag van 3 te verleenen.
Aldus besloten.
Hierna werd de rondvraag gehouden
Wethouder de Groot zag gaarne, dat meet
gelet werd op het melkvaren van de motor-
booten en rijden van motorrijwielen.
De voorzitter gaf de verzekering, dat dooi
de politie zooveel mogelijk een strenge con-
trole wordt toegepast.
Wethouder de Groot drong er voorts op
aan, dat de grond benoodigd voor de ver»
breeding van den weg, welke transactie voor
vele jaren heeft plaats gehad zou worden
overgeschreven.
De voorzitter zegde <jit toe.
Nog pleitte wethouder de Groot voor her
ziening van de pachtprijzen, dit in verband
met de samenstelling van de begrooting.
Spr. wilde over de geheele linie een ver-
laging van de pachtprijzen en eveneens de
huur van het grasland onder de loupe ne
men.
De voorzitter wees op de moeilijkheid om
aan dezen wensch te voldoen, daar alles toch
openbaar wordt verpacht.
Nadat de heer Molenaar nog had gezegd,
dat enkel reductie zou kunnen worden ver
leend, oordeelde de heer Slot, dat de nieuwe
raad hierover maar een oordeel moest vellen.
Den heer Slot was medegedeeld, dat door
de politie proces-verbaal was opgemaakt,
doordat bij het kantafslaan de slooten waren
verontreinigd. Spr. vroeg of het de bedoeling
was de evrordening in dien geest door te voe
ren.
De voorzitter antwoordde, dat door de
Rijkspolitie proces-verbaal was opgemaakt
aan de hand van bedoelde verordening,
waarbij het verboden is de slooten te veront
reinigen.
Meerdere leden wezen erop, dat de veror
dening hierbij niet letterlijk kan worden na
gekomen, waarna de voorzitter toezegde, met
de gedane opmerkingen rekening te zullen
houden.
Voorts vroeg de heer Slot of de rooilijn van
de Oude Wal veranderd was, daar een wo
ning aanmerkelijk dichter bij den weg wordt
gebouwd, dan met de bestaande het geval is.
De voorzitter antwoordde, dat B. en W.,
aan de hand van de verordening hebben be«
paald, dat de woning 10 M. van de as van
den weg verwijderd moest zijn.
De heer Slot drong er verder op aan, dai
werk, dat voor de gemeente moet worden
verricht, door ingezetenen wordt gedaan,
om aldus de heerschende werkloosheid te be
strijden. Desnoods zou in den vervolge d<
bepaling in de voorwaarden kunnen worden
opgenomen, dat zoo mogelijk, werklieden uit
deze gemeente moesten worden aangenomen.
De voorzitter wees óp de onaangename er
varingen, die het gemeentebestuur had opge
daan, doch zegde overweging toe.
Nog opperde de heer Slot bezwaren tegen
het feit, dat het sluitingsuur op kermis-
Maandag was bepaald op 12 uur, waarmede
verschillende leden zich solidair verklaarden.
De voorzitter gaf de toezegging naar een
oplossing te zullen zoeken.
Hierna richtte de voorzitter zich tot de
scheidende raadsleden en wel allereerst tot
de beide wethouders. Wethouder de Groot
had sinds 1907 onafgebroken zitting in den
Raad, sinds 1913 als wethouder; wethouder
Swan was sinds 1904 raadslid en werd in
1917 tot wethouder gekozen Spr. dankte deze
beide leden voor het vele, dat zij in die lange
reeks van jaren voor de gemeente hebben
gedaan. Het is min of meer onaangenaam,
dat de uitspraak van de kiezers aldus is ge
weest, waardoor gij niet langer in openba
ren dienst voor de gemeente werkzaam kunt
zijn, doch spr. hoopte, dat ze beiden mogen
neerzien op het werk, dat door hun voor d«
gemeente is verricht. In het bijzonder dankte
spr. voor de bereidwilligheid en steun, die
zij hem bij den aanvang van zijn burgemees
terschap hadden betoond.
Voorts dankte spr. de heeren Nansen en
van Rijn, die resp. sinds 1910 en 1929 zit
ting in den Raad hadden voor hetgeen zij in
dien tijd voor de gemeente hadden gedaan
en uitte den wensch, dat allen tot in lengte
van dagen met genoegen op hun raadslid
maatschap zouden terugzien.
schreef hij mij, maar het was voldoende. Men
nam hem aan
Wanneer was dat? vroeg mevrouw
Power, heimelijk de feiten die zij kende en die
ze nu hoorde met elkaar in verband bren
gend.
Nu, dat zal ongeveer een maand gele
den zijn. Hij werd voor het geheele seizoen
aangenomen
En hij ging weg, terwijl het tennissen
in vollen gang was! Waarom heeft hij dat
gedaan?
Ik weet er evenveel van als u, mevrouw
Power. Ik kom hier, om hem aan te treffen
als een hartstochtelijk schaatsenrijder. Blijk
baar beviel het hem niet aan de Cote d'Azuf
En weer is hij er vandoor gegaan, er tus
schen uitgeknepen!
Blijkbaar behoort dat tot zijn gewoon
ten! riep de Amerikaansche lachend uit. Wat
zou de bedoeling daarvan zijn?
De Franschman haalde even de schouders
op, terwijl hij antwoordde: Vraag het hem
zelf, mevrquw Hij zal nu wel op komende
wegen zijn.
Komt hij bij ons? vroeg Sheila uiterlijk
volkomen kalm. (Hij!)
Ja, ik had kapitein Farquhar aan tafel
genoodigd, in het bijzonder om u aangenaam
te zijn Kijk, daar komt hij juist
Met haar keurig gemanicureerde handje
wuifde mevrouw Power naar iemand, die
even te voren de zaal was binnengetreden.
Wat een aangename verrassing voor
hem, wanneer hij zulk een bekoorlijke land-
genoote hier aantreft, zei met een vriendelijk
glimlachje de graaf, die zijn sympathie voor
dit verlegen Engelsche meisje voelde groeien.
Inderdaad zag zij er nu op haar voordeeligst
uit. Zoo levendig1 Met schitterende oogen en
wangen met een even verhoogd blosje! Had
zij dat reeds te danken aan haar verblijf in
de open lucht? Of lag het enkel aan de op
winding van een pretje? Wat was de oorzaak
van dien toestand van opwinding? Niets an
ders den toorn! Sheila voelde zich vertoornd,
dat hij zich zou nederzetten aan haar tafel.
Die kerel? Die gehate, beleedigende valsch
aard, die diamanthandelaar uit dat grieze
lige kantoor in Hatton Garden? Zou hij dat
wagen? Die kerel, die de oorzaak was van
den zwartsten dag in Sheila's leven? Al een
half jaar lang had zij zitten broeden over
die beleedigende woorden„Als u het niet ge
weest is, wie kan het dan anders zijn, juf
frouw Curtis?" In haar ziel klonken die
woorden nu duizendmaal bitterder dan toen
zij pas waren uitgesprokenEn nu zou zij
hem hier ontmoeten, zou hij aan een vrien-
dendisch aan haar worden voorgesteld. Van
alle kennissen had hij de eer genoten uitge-
noodigd te worden, met de speciale bedoe
ling om haar een pleziertje te doen (nu
vraag ik je!)En dien man had zij kunnen
vermoorden! Want zoo blikken een vijand
zouden kunnen dooden, ware kapitein Far
quhar ontzield ter aarde gevallen op de vuile
vloer van het kantoor van Mackenzie en
Moss op 't oogenblik dat zij een laatsten blik
naar hem wierp, toen zij voor goed uit dat
kantoor was weggejaagd.
Zonder naar den ingang te kijken voelde
Sheila zijn nadering, terwijl hij zich een weg
baande tusschen de tafels. Hij zou naast haar
komen zitten en Sheila zou zich geplaatst
zien tusschen den man, die haar beschuldig
de van diefstal van parels en dezen Fransen
man, die tot zijn vrienden behoorde. Hij was
trouwens ook zeer bevriend met de Ameri
kaansche dame, zij noemden hem beiden
Darol en zij waren vol sympathie voor hem.
Ze moesten hem eens kennen! Maar wat zou
er nu gaan gebeuren? Met spanning wachtte
Sheila dit af, terwijl Farquhar ten slotte aan
hun tafel belandde.