aft - rbrSng-iSïii.oï
De Vrouw in de 20e Eeuw.
£cmd: m J-uin&ouM
Onac JCoioniën
oor?etl'
gedachte heelt ia ook de vrieflden -
Mi voor hét volgende geslacht is te
dige, noch defS integendeel steeds dieper
denkeu'if oeraken. Waar hypotheken door
in schuld g vcrstrekt Zijn; dreigt de crisis
{amilieledernocpen van de tuindersbevolking
grglieelc b
te ruineeren- troosteiooze toestand en de
Wegen® d re<reering en gemeenten, kwa-
passivite'1 "Je®den tot het besluit, dat het
men°? d1 wordt, dat ook in Noord-Holland
hoog tyd de tuinders zich aaneensluiten om
de wcr, ;Üf front de strijd voor hun belan-
in g€S f, nemen. Eveneens waren zij van
gen OP de werkende tuinders in deze
oordeel) belangen niet in botsing kom
strijd,v°°r stedelijke arbeidenden en
met die van dg landarbeiders, doen
^rkloozen in overeenstemming
V uitbuiting plaats vindt
zijn, kapitalisten klasse. Daarom
waron de ja nood, tegen ver-
georganiseerde stri a s chulden en on-
foop wegens belastingen en moet
betaalbare Parc;temn'f 3e werkers van de ste-
•worden gevoer 1 gebaseerd zijn op
S te betalen ondersteuning, om hen voor
vofledige ineenstorting te behoeden.
^4° Verstrekking van kunstmest tegen ver-
taagden pr^s of .zn° gratis door do
ref!Sd tegen iedere gedwongen verkoop
of executie wegens schulden en tegen opzeg-
ging van pachtcontracten bij onmacht tot
betaling.
6 Volledige premievrije sociale wetgeving
voor alle werkende tuinders en vrouwen en
kinderen in het bedrijf werkzaam; ziekte-,
invaliditeits-, ongevallen- en ouderdomsver
zekering.
De vergadering is overeengekomen, om op
dezen grondslag de werkende tuinders in
N.-Holland te mobiliseeren voor de voorbe
reiding tot een algemeen congres, dat tegen
eindel931 moet worden gehouden (vermoe
delijk te Hoorn), en opdracht te geven tot het
trefefn van al de voorbereidende maatrege
len an het Nederlandsch Boerencomité, dat
voor ditwerk wordt aangevuld met de heeren
A. v. d. Sluis en A. Voltrop te Beemster en
C. Ramkema te De Rijp.
De ondergeteekenden roepen alle noodlij
dende tuinders en ook de landarbeiders op,
om aan dit alles de grootst mogelijke bekend
heid te geven, dorpsvergadering te helpen
voorbereiden en op deze de afgevaardigden
naar dit congres aan te wijzen.
Een ieder, die met het bovenstaande in
stemt, wordt verzocht zoo spoedig mogelijk
naam en adres op te geven bij een der onder
geteekenden of bij het Bureau van het Ne
derlandsch Boerencomité, Rozengracht 73 te
Amsterdam.
A. VAN DER SLUIS, Beemster.
A. VOLTROP, Beemster
J. KENNEDIJ, Beemster.
H. DE WEERDT, Nederhorst den Berg.
M. HARMSEN, Aalsmeer.
P. ZWAGERMAN. Nieuwe Niedorp.
J. BRUYNS, De Rijp.
A. MOORLAND, Amsterdam.
belastingen,
ALGEMEENE NEDERLANDSCHE
ZUIVELBOND.
De algemeene vergadering te
Utrecht. Het inzicht van oud
minister Posthuma.
In de gister gehouden algemeene vergade
ring van den Algegieenen Neöer'andsehen
Zuivelbond in den Stadsschouwburg te
Utrecht, hield de voorzitter, oud-minister dr.
F. E. Posthuma, de openingsrede, waaraan
wij het volgende ontkenen.
Rede dr. Posthuma.
Om tot een goed inzicht te komen betref-
fende de moeilijkheden welke bestaan bij de
coöperatieve zuivelbereiding en de mogelijk
heden om deze moeilijkheden te overwinnen,
begon spr. uitvoerig de verschillende prijzen
in 1913 met die van 1929 te vergelijken Uit
deze prijsvergelijking blijkt, dat de productie
kosten méér gestegen zijn dan de prijzen der
producten; ook de productie is sterk gestegen.
Na nog uitvoerig cijfermateriaal te hebben
gegeven betreffende den export- besprak dr.
Posthuma de verschillende middelen, die
worden aangewend door de F. N. Z. om het
verbruik van zuivelproducten zoo groot mo
gelijk te doen zijn.
Wat wij konden doen, aldus spr., om den
affzet binnen- en buitenlands te bevorderen is
gedaan, doch steun ondervonden wij daarbij
aet, wèl tegenwerking.
Wat doen om de moeilijkheden
het hoofd te bicden?
Uitvoerig behandelde spr. de belangrijke
vraag wat te doen om de nfoeilijkheden het
hoofd te bieden.
In de eerste glaats, aldus de heer Posthu
ma, zou ik ieder den raad willen geven, wordt
niet zenuwachtig.
Mijn tweede raad is:
Vraag niet alles aan de Regeering. Ik ben
overtuigd dat de overgroote meerderheid on
der ons ook thans nog in de eerste plaats
haar eigen krachten wil beproeven om het
hoofd boven water te houden.
Omdat ons uit de cijfers bleek, dat in 1930
door de boeren uit hooide der boter- en kaas-
prijzen rond veertig millioen gulden minder
melkgeld ontvangen was dan in het vooraf
gaande jaar, vroegen wij de regeering een
steentje bij te dragen om den afzet van onze
producten te helpen bevorderen en om deze
zoo duur mogiijk te verkoopen.
De crisis in Duitschland besprekend meent
spr. dat men ernstig moet pogen het geldelijk
JJico aan een export naar een land, waar het
™°gelijk is met nood-verordeningen te regee-
2°o klein mogelijk te doen zijn.
tppEHLZaalt' die ,wii naar mijn meening moe
ten doen - en die binnen ohs bereik ligt-
txeeren °nzer zuivelProduden concen-
ic nip*V°eri&lichtte spr deze stelling toe. Het
orSi Jt °en^C dat de boer in zuivel-
organisaties medewerkt om door keuringen
taiTop? middu'en de kwaliteit der procfuc-
ïi° Jangfr,l?1oe ^ter te maken, hij moet
ook daadwerkelijk medewerken tot den afzet
npprrpf Producten en wel een afzet tot de
J J prijzen. Om dit te kunnen bereiken
niet in vele in weinig handen liggen en
Hoe geheel anders wordt het beeld dat de
a,s de V€rk°op in weinig han-
fiJlna en 1 e behoorlijke afspraken met
e. kan der maken, en men zich daaraan houdt.
ten betere organisatie van den coöpera
tieven verkoop onzer zuivelproducten wordt
egengehouden door „melkprijsconcurrentie".
et gevolg van deze melkprijsconcurrentie is,
dat men uitsluitend naar de directe resulta
ten ziet en geen aandacht schenkt aan de
vraag. Hoe moet ik den verkoop opbouwen
om liet best gewaarborgd te zijn ook in tijden
van groote productie en onder moeilijke om
standigheden den besten prijs te bedingen?
ik wil ook gaarne mijn aandeel nemen in de
moeiten aie noodig zijn om deze slechte
tijden door te worstelen, maar ik eisch dan
ook, dat onze boeren daadwerkelijk zullen
helpen om van deze slechte tijden nog het
beste te maken, wat er van te maken is. Mijn
beste wenschen voor hun welslagen vergezel
len hen daarbij.
In de voortgezette algemeene jaarlijksche
vergadering van den Algemeenen Zuivelbond
hield de heer C. Zwagerman, Rijkszuivel-
consulent voor Zeeland een inleiding over
het onderwerp: „Wat is er uit de wijze waar
op de veehouderij- en fokkerij in Denemarken
gedreven wordt voor ons land te leeren?"
Spr. begon met in het kort een schets te
geven van de ontwikkeling van het Deensche
landbouwbedrijf in de laatste zeventig jaar
en van de tegenwoordige landbouwtoestan-
den. y
Een der voornaamste punten is het feit, dat
in de laatste helft der 19e eeuw een omzetting
heeft plaats gehad van het graan in een
veeteeltbedrijf. De uitnemende organisatie op
het gebied van coöperatie en volksonderwijs
is mede een factor, die van belang is bij het
beoordeelen der Deensche toestanden. Samen
vattend kan het Deensche boerenbedrijf als
volgt gekarakteriseerd worden:
1. Overwegend middelgroote bedrijven,
met aaneengesloten grondbezit, waarvan de
bedrijfsgebouwen het middelpunt vormen.
2. Een sterke, vooral op klavergras en
voederbieten gebaseerde plantenproductie.
3. Intensieve melkproductie met behulp
van k aver, grasbieten, eigen graan en aan
gekocht eiwitrijk veevoer.
4. Zeer intensieve varkensmesterij op de
grondslagen van ondermelk, eigen geteeld
graan en bijgekocht krachtvoer.
Tot zijn eigenlijk onderwerp komende, be
gon spr. met te constateeren, dat Denemar
ken, naar de bevolking, de dichtste rundvee
stapel van Europa bezit, nl. 460 melkkoeien
per 100 inwoners of 3 maal zooveel als Ne
derland.
Wat de rundveeproductie betreft zijn de
Denen zeer groote concurrenten en prijsdruk-
kers op de Neder'andsche rundvleeschmarkt.
De Hollandsche zuivelproductie is echter
meer gevarieerd dan de Deensche. In boter-
productie Denemarken ver boven ons. Wij
maken echter veel meer kaas en melkproduc
ten. Zoowel in Denemarken als in Nederland
'overheerscht het belang der zuivelproductie,
dat der vleeschproductie.
Spr. ging uitvoerig in op de in Denemar
ken toegepaste maatregelen tot veeverbete
ring. Het hart hiervan is de melkcontrole.
Alle koeien moeten worden gecontroleerd.
Er zijn 1517 vereenigingen, die zich met dé
ze controle belasten. Spr. is van oordeel, dat
in Nederland niet verder moet worden ge
gaan om van onze melkcontrole een straf ge
reglementeerde politiedienst te maken, wij
moeten naar het voorbeeld van Denemarken
de meer gemoedelijke en goedkoope vorm van
melkcontrole, tot een grooter ontwikkeling te
brergen. Deze wordt thans bij ons het best
uitgevoerd in het verband en met steun van
de zuivelfabriek. Het komt spreker gewenscht
voor van de melkcontrole, zoo veel mogelijk
een vaststelling en noteering van de hoeveel
heden krachtvoer te verbinden. Ook is het ge
wenscht, dat wie in ons land komen tot een
systematische publicatie van de resultaten
der melkcontrole. Enkele fabrieken en con-
trolevereenigingen (Lonneker, FokcentraJe
Roosendaal) geven ten deze al lang een goed
voorbeeld. Voorts noemde spreker als middel
dat in Denemarken belangrijk bijdroeg tot de
algemeene verbetering van den Deenschen
veestapel de gemeenschappelijke stierhou
ding. Ook in Nederland speelt deze een
groote rol in de Veeverbetering. De hoofdver
schillen zijn:
a Bij ons wordt geen speciaal subsidie ver
strekt.
b. Bij de keuze der stieren wordt bij ons
veel meer aandacht geschonken aan den bouw
dan aan de productie-afstamming.
Spr. wees voorts op het belang van ten
toonstellingen en Fokveedagen, zooals deze
in Penemarken worden georganiseerd, als
mede op de wedstrijden tusschen den gehee-
len veestapel. Het stelsel der stal- en familie-
stamboekhouding heeft met geringe kosten
prachtige resultaten opgeleverd. Een zeer al
gemeen toegepast hulpmiddel voor de vee
verbetering is nog het onderzoek naar de fok-
prestaties van oudere stieren. Bij ons zijn de
veehouders veel minder dan dat in Denemar
k-en het geval is van de groote waarde van
dit onderzoek overtuigd. Als laatste sluit
steen van de veeverbeteringsmaatregelen
noemde spr. nog het consulentwezen. Typee
rend voor de Deensche veeverbeteringsmaat
regelen is, dat de melkcontrole hierbij zulk
een alles overwegende rol speelt.
Al'e veeverbeteringsmaatregelen, ook ten
toonstellingen, veeyerzekeringen en stam-
boekvoedering, hebben niet een hoofdzakelijk
formalistischen gronslag, z°°fls ,ia ,st€r^
mate in Nederland en Duitschland het geval
S Het hart van alle maatregelen in Bene-
marken klopt voor productie- economie, die
de melk- en veevoedercontrole als waardeme
ter heeft. Het hoofdverschil in grondslagvan
de vecverbetering maatregelen in Nederland
en Denemarken is hier te vinden. Bij ons een
sterk formalistischen grondslag, hjk
de vorm. Bij oe
nerlijken grondslag steunend op de produc
tie-economie.
Ten opzichte van de rationeele voeding is
Denemarken veel verder dan wij. Ons oude
veeteeltland heeft aan de wetenschap der voe
dingsleer nog vrijwel niets bijgedragen. De
tegenwoordige actie onzer provinciale vee-
voederbureaux tracht dien achterstand in te
halen. Spr. eindigde met het uitspreken van
den wensch, dat vele van onze jonge vee-
teeltkundigen en stamboekroenschen het voor
beeld van de jonge Denen navolgen, die naar
ons land komen om in dit oude zuivelland
hun blik te verruimen.
W ARMENHUIZEN.
Overzicht „C. V. V.' van 17 tot
en met 22 Augustus 1931,
Behalve met de koolsoorten, kan toch
gezegd worden, dat het in de afgeloopen
week met de andere producten vrij goed
gegaan is. Dit wil niet zeggen, dat de al
gemeene toestand verbeterd is. De aan
geboden partijen witte kool zijn alle-
maai verkocht. Alls aangevoerde roode
kool konden echter geen koopers krijgen.
Slechts één partij is verkocht.
In de prijzen van de Schotsche muizen
is in deze week hoegenaamd niets geen
verandering gekomen, tenroinsU verge
leken bij den eersten dag dezer week.
Over het algemeen was de noteering van
de vorige week een tikje lager dan die
van deze week. J.I. Dinsdag begon men
met 6.20 7. Van Woensdag tot en
met Vrijdag werd steeds betaald van
6.30 tot 6.60 en op den laatsten dag
van deze veilingweek van 6.50 tot
6.90 per 100 K.G. De drielingen waren
evenals de gewone muizen een ietwat
duurder dan de vorige week. De notee
ring hiervan bedroeg in deze week van
6.50 tot 6.80 per 100 K.G.
Waar op het einde der vorige week en
in het begin van deze week voor de ge-
w>ne eigenheimers ten hoogste 4.60
weid betaald, liepen de prijzen hiervan,
wellicht als gevolg van den geringen
aanvoer, e enhalve gulden per 100 K.G.
in de hoogte. Dit prijsverschil werd hier
voor het eerst waargenome" op Donder
dag j.1. Vrijdags daarna was de aanvoer
van blanke eigenheimers zeer miniem.
Degenen de j.1. Zaterdag veilden, troffen
geen slechte markt. Voor de eigenhei
mers werd op laatstgenoemden dag be
taald van 4.30 tot 5.10 per 100 K.G.
Van de aardappelen is de blauwe aard
appel thans het voornaamste artikel. De
prijzen van de blauwe aardappelen zijn
nu niet zoo kwaad. De prijzen waren
niet erg varieerend. Van Dinsdag tot en
met j 1. Zaterdag werd voor de blauwe
betaald van 4.20 tot 5.90 per 100 K.G.
De totale aanvoer van aardappelen be
droeg in deze week 1925 K.G. tegen
90500 K.G. in de vorige week.
Van de slaboonen waren er 2890 K.G.
aan de markt tegen 3665 in de vorige
week. Het slechte weer van deze week is
wellicht de oorzaak van den minderen
aanvoer van slaboonen. De vorige week
werd geëindigd met eene noteering van
6.50. Reeds op Dinsdag betaalde men
voor de dubbele slaboonen 11.80 per
100 K.G. Op Donderdag 20 Aug. van 11
tot 12. Als gevolg van de mindere
mooie slaboonen was de noteering op
Vrijdag slechts van 8.40 tot 10.10. Op
Zaterdag (Jparna was de noteering veel
hooger n.1. van 12.60 tot 15.30 per
100 K.G.
Slechts 3000 K.G. roode kool is in deze
week verkocht voor 0.70 per 100 K G.
De vorige week bedroeg het aantal ver
kochte K.G. 3400.
Meido dezer week betaalde men voor
de witte kool 0.10 0.20 meer dan op
het einde der week. Meer dan 90 is
echter niet betaald. De aanvoer bedroeg
in deze week 27300 K.G. tegen 6600 K.G.
in de vorige week.
Ook de prijzen van de gele nep hielden
zich deze week heel goed in stand. Aanvanke
lijk liep de prijs in het begin van deze week
iets in de hoogte. Waar men 's Maandags
voor de nep 9.10—9 70 betaalde bedroeg
de noteering op Donderdag 10.6012
per 100 K.G. Op Zaterdag werd echter we
derom 8.7010.70 betaald. Voor de uien
werd deze week betaald 46.10 en voor
de drielingen 4—5.30 Aangevoerd werd
in totaal 71050 K.G. tegen 32475 K.G. in de
vorige week.
De aanvoer van zilvernep enz. loopt voor
dit seizoen thans op een afsnijder. De notee
ring van de zilvernep bedroeg op Dinsdag,
Woensdag en Donderdag 15—21.80 per
100 K.G.
Voor de zilverdrielingen is betaald van
f 46.50. De aanvoer bedroeg 1775 Kg.
tegen 13800 Kg. in de vorige week.
S n ij b o o n e n. De eerste snijboonen n
dt seizoen is in deze week aangevoerd 120
Kg. verkocht men voor 10.60 tot 12.70
per 100 Kg.
ik zou haast zeggen de discipelen van
Marie Jungius, bezield bij de oprichting van
het Marie Jungiusfonds, waarvan de grond
gedachte is, een rusttijd mogelijk te maken
voor de minvermogende werkende vrouw (de
huismoeder inbegrepen), teneinde haar in
staat te stellen haar verloren lichaamskrach
ten te herwinnen of ontbrekende kracht op
te doen door rust en buitenlucht. Een werk
dus geheel in den geest van de te jong ont
slapene.
Marie Jungius 'n tengere gestalte, met
een sterken, grooten geest. De tegenwoordi
ge jeugd heeft haar niet meer gekend, de
vrouw wier levensvlam zoo spoedig werd ge-
bluscht, maar voor wie de jaren, die zij leef
de, dubbel telden, omdat zij met haar geest
en met haar hart heeft gewerkt voor ande
ren, zich geheel heeft gewijd aan humanitair
werk, en daarbij niet enkel groote plannen
ontwierp en in alle onderdeelen uitwerkte en
hielp verwezenlijken met zeldzaam practi-
schen geest, maar naast de scheppende
kracht en de organisatrice altijd de moeder
bleef, met koesterende teederheid voor al
het zwakke. Of daar in haar naaste omge
ving een zwak menschenkind moest gesteund,
getroost of opgeheven, of daar een ziek dier
moest beschermd, of zij haar medegevoel
schonk aan de vrouw, die achter een veel te
zware kar met steenen ging, of aan de aan-
j staande moeder, die in de fabriek loodvergift
i inademde en daarmede haar kind voor de
I geboorte schaadde, Marie Jungius zag alle
j wonde plekken en trachtte ze te heelen. Zij
j gaf zichzelf of haar arbeid in dienst van al
wat leed, al wat verbetering behoefde, alle
maatschappelijke en humanitair werk, niet
enkel in comité's of besturen, waarin zij de
bezielende krasht was, maar ook recht
streeks, zelf de nooden ziend en ontdekkend.
Geen wonder, dat deze vrouw, die de wer
kende vrouw voor altijd aan zich verplichtte
door haar organisatie van dat prachtige
werk, de tentoonstelling van Vrouwenarbeid
in 1898, (in een tijd, dat de economische on
afhankelijkheid voor iedere ongehuwde vrouw
nog pas een vraagstuk begon te worden),
geen wonder, dat die vrouw besefte, hoe
iedere werkster haar rusttijd behoeft en hoe
de overwerkte, de zwakke, de pas herstelde,
bovenal gelegenheid moet hebben te rusten,
in de buitenlucht, haar vacantie te genieten
zonder drukkende geldelijke zorgen, zonder
de gejaagde gedachte aan den arbeid, die
wacht, aan het te ontbertn salaris.
En die gedachte hebben zij, die Marie Jun
gius hebben bewonderd en liefgehad, die met
haar hebben samengewerkt, vastgehouden bij
de verwezenlijking van het naar haar ge
noemde fonds „uit welks rente minvermogen
de, werkende vrouwen (huismoeders natuur
lijk inbegrepen) zullen worden in staat ge
steld verloren lichaamskrachten of energie
te herwinnen of ontbrekende kracht voor een
ernstige taak op te doen door rust, buiten
lucht of andere middelen, ter beoordeeling
van het bestuur" zoo staat het in artikel
2 van het reglement. Die woordenkeuze is
reeds geheel in den geest van de vrouw, die
het aan den lijve heeft ondervonden, hoeveel
energie er noodig is, om met een zwak
lichaam sterk te blijven, te werken, als het
lichaam zoozeer behoefte heeft aan rust.
Het fonds bestaat reeds vele jaren en reeds
vele zwakken werden in den loop der ja
ren door geholpen, nu eens doordat het ont
brekende bedrag om naar buiten te gaan
werd aangevuld, dan weer, omdat een zwak
ke er door werd in staat gesteld tijdelijke
hulp te nemen of extra voeding te genieten.
En zij, die dit werk ter hand namen, de
den het niet half. Soms was het mogelijk
bij de werkhuizen van de arme naaister, die
nog een oude moeder had te onderhouden,
aan te kloppen, om gedaan te krijgen, dat de
vacantie niet beteekende verlies van de be
trekking of van het salaris gedurende de va
cantie.
„Het is een eentonige film" lezen we
in een van de jaarverslagen „maar voor
wie dieper ziet, een vaak interessante film,
deze reeks van korte inkijkjes in de levens
van onze zuster, jong en oud".
Het bleef onder één kringetje het werk.
De vrouwen, die er jaren inzaten, bleven in
bet bestuur; Suze Groshans,«die de trouwe
vriendin was van Marie Jungius, die met
haar werkte in het Nat. Bureau voor Vrou
wenarbeid, het blijvend monument van de
tentoonstelling van Vrouwenarbeid, in Kin-
derbond, enz. bleef presidente en Mary van
Dijk, penningmeesteresse, Mevrouw ftingst,
secretaresse. Enkelen van de oude garde zijn
echter heengegaan. Margaretha Meyboom,
met Marie Jungius een van de edelste figu
ren, die de Nederlandsche vrouwenwereld
heeft gekend, over wie mevrouw Sandberg
kort geleden in „Kinderverzorging en Opvoe
ding" schreef, dat zij en Marie Jungius „een
zegen waren voor haar omgeving, voor haar
eigen tijd en voor het nageslacht, omdat zij
hebben bewezen in vleesch en bloed, dat een
vrouw zonder man en kinderen kan zijn een
voluitgegroeid rijk mensch" Margaretha
Meyboom is niet meer. Een paar jaar gele
den, toen het bestuur van het Marie Jungius
fonds enkele vrienden van Marie Jungius bij
Marie Jungiusfonds.
In het Columbarium II op Westerveld is
dezer dagen een monument onthuld voor dr.
Aletta Jacobs, waar de asch van de vurige
feministe en van haar echtgenoot een plaats
vonden. Vele vereerders van de overleden
voorgangsters hebben bij deze gelegenheid
opnieuw van hun dankbare gevoelens en van
de genegenheid, welke zij dr. Jacobs bij nnat
leven toedroegen, getuigd. Zulk een gedenk-
teeken is op zichzelf een waardig stoffelijk
bewijs van de erkentelijkheid voor den arbeid
van onze groote mannen en vrouwen, en on
ze tijd, die niet bang is voor uiterlijkheid,
toont nog al te hechten aan dezen vorm om
de nagedachtenis van belangrijke persoon
lijkheden te eeren.
Toch schijnt nog steeds de beste hulde,
welke men hun kan betoonen, hun nagedach
tenis te doen voortleven voor de geslachten,
die na hen komen, die hen niet hebben ge
kend, maar tot wier verbeelding men kan
spreken door hun werk te bestendigen, door
in hun geest inrichtingen in het leven te roe-
een riep om middelen te beramen, om meer
bekendheid te geven aan het fonds, waaraan
enkele begunstigers ontvielen, zonder te
worden aangevuld, was zij het, die ons Ma
rie Jungius schetste op de haar eigen wijze,
gaaf en mooi, idealistisch, zooals zij het zag',
val schoonheid, omdat zij in de wereld enkel
het mooie kon zien.
Men wilde toen zoowel hen, die gelden
konden geven, als haar die van het fonds
konden partij trekken, bereiken. Maar de
nood was nog niet zoo groot, men vreesde
alleen, dat het fonds niet zou kunnen blij
ven bestaan* als steeds oude krachten het
ontvielen en deze werden niet aangevuld
door jongere.
Intusschen spreekt een later jaarverslag
van de behoefte aan uitbreiding der begun
stigers van het fonds, dat werd gevormd en
onderhouden door middel van vrijwillige
stortingen, die als gift ineens, als jaarlijksche
bijdrage of bij testamentaire beschikking kon
den worden gegeven. Het zijn hier als overal
de tijdsomstandigheden, die deden getuigen,
dat de vaste bijdragen een bedenkelijke da
ling vertoonden en de giften ineens belang
rijk verminderden in de laatste jaren. Wel
werd met erkentelijkheid gewaagd van nieu
we aanwinsten, maar de behoefte aan een
flinkeren opzet deed zich gevoelen. Want in
plaats van het aantal der vrouwen, die men
kon helpen in te krimpen, zou men dit gaar
ne vermeerderen, zooveel mogelijk allen, die
in de termen vallen, om van het fonds partij
te trekken, helpen of tegemoetkomen. Daartoe
is het eenerzijds noodig, dat het fonds zoo
veel mogelijk bekend is bij hen, die de steun-
behoevenden kunnen aanbrengen, zoowel bij
de minvermogenden zelf als bij hun werkge
vers; anderzijds is verhooging van het getal
vaste contribuanten en losse giften hoogst
gewenscht. En zelfs werd gevraagd om de
helpende handen en hoofden, die leden wier
ven en patiënten aanbrachten, die als be
middelaars het bestuur terzijde staan, haaf
als correspondenten op deh oogte houden
van de bestaande nooden en de bestaande
goede gelegenheden, om de zwakken en on
dervoeden op te kweeken.
Het leek ons niet ongewenscht hier nog
eens de aandacht te vestigen op een instel
ling, welke door te weinig propaganda wel
licht bij de huisvrouwen en andere werkge
vers, die voor leden van hun personeel (voor
zoover die hiervoor in aanmerking komen)
steun verlangen, te weinig bekend is, en mis
schien ook om haar doel sympathieën zou
kunnen winnen in kringen, waar men van
meening is, dat zoo al deze tijden moeilijk
zijn, ieder die zelf reist nog wel eens wat
kan afzonderen, om anderen in de gelegen
heid te stellen hun gezondheid te herwin
nen. Er bestaat wel een vereeniging reisbe-
tasting, maar ook het Marie Jungiusfonds
komt allicht in aanmerking voor een kleine
gift van reizigers, die bereid zijn tot een
klein offer voor de minderbedeelden, als zij
zelf hebben genoten. Voor de verschillende
groepen uit onze samenleving, die gaarne
contact zoeken met het bestuur van het fonds,
vermelden we daarom in den vacantietiid
hier nog eens de adressen van secretaresse
en penningmeesteresse. Ze zijn resp.: mevr.
A Hingst, Platanenlaan 32, Bloemendaal
(N.H.) en mevr. M. van Dijk, Emmapark 1,
's-Gravenhage. EMMY J. B.
BRAND OP DE PASSAR GAMBIR.
Een slag voor vermaak zoekend
Batavia.
Het Haagsche Aneta-kantoor meldde gis*
ter aan het Hbld.
Bij een telefoongesprek met het hoofdkan
toor te Batavia, gistermorgen om elf uur
vijftien gehouden, werd door Batavia mede
gedeeld dat juist op dat oogenblik een hevige
brand was uitgebroken op de passar Gam
bir, die vandaag, 26 Aug., geopend zou wor
den. Op het moment van het telefoongesprek
hadden de vlammen het Europeesche restau
rant Versteeg, een der middelpunten van de
passar Gambir, totaal vernield. De overige
gebouwen konden behouden worden
Tot zoover het door ons tegen het mid
daguur ontvangen bericht, dat zeker typee
rend is voor de mogelijkheden van den tele
foondienst NederlandIndië, aangezien
juist tijdens het telefoongesprek het bericht
van den brand in het Aneta-kantoor te Ba
tavia binnenkwam en dus gedurende het za
kelijke onderhoud meteen kon worden door
gegeven.
De passar Gambir, de jaarmarkt of ker
mis (passar) on tanah lapang Gambir (het
Koningsplein) 'is het traditioneele feest ter
gelegenheid van den Oranjedag, dat reeds
werd gehouden onder de regeering van ke
ning Willem III. Ze wordt jaarlijks georga
niseerd door een nauw met den gemeente
raad in contact staand comité en ondanks de
pressie van sommige zijden om dit jaar io
verband met de crisis de passar Gambir met
te doen houden, vooral ten einde den Inlaü'
der zijn geld in den zak te doen houden, be-
Jtenstbode. de telefoon antwoordend: .-Nee, mevrouw
is niet thuis. En ze kan morgen ook niet bi] O op visite
komen, want dat ls miln vrije dag." (London Oplhlon).