aft - rbrSng-iSïii.oï De Vrouw in de 20e Eeuw. £cmd: m J-uin&ouM Onac JCoioniën oor?etl' gedachte heelt ia ook de vrieflden - Mi voor hét volgende geslacht is te dige, noch defS integendeel steeds dieper denkeu'if oeraken. Waar hypotheken door in schuld g vcrstrekt Zijn; dreigt de crisis {amilieledernocpen van de tuindersbevolking grglieelc b te ruineeren- troosteiooze toestand en de Wegen® d re<reering en gemeenten, kwa- passivite'1 "Je®den tot het besluit, dat het men°? d1 wordt, dat ook in Noord-Holland hoog tyd de tuinders zich aaneensluiten om de wcr, ;Üf front de strijd voor hun belan- in g€S f, nemen. Eveneens waren zij van gen OP de werkende tuinders in deze oordeel) belangen niet in botsing kom strijd,v°°r stedelijke arbeidenden en met die van dg landarbeiders, doen ^rkloozen in overeenstemming V uitbuiting plaats vindt zijn, kapitalisten klasse. Daarom waron de ja nood, tegen ver- georganiseerde stri a s chulden en on- foop wegens belastingen en moet betaalbare Parc;temn'f 3e werkers van de ste- •worden gevoer 1 gebaseerd zijn op S te betalen ondersteuning, om hen voor vofledige ineenstorting te behoeden. ^4° Verstrekking van kunstmest tegen ver- taagden pr^s of .zn° gratis door do ref!Sd tegen iedere gedwongen verkoop of executie wegens schulden en tegen opzeg- ging van pachtcontracten bij onmacht tot betaling. 6 Volledige premievrije sociale wetgeving voor alle werkende tuinders en vrouwen en kinderen in het bedrijf werkzaam; ziekte-, invaliditeits-, ongevallen- en ouderdomsver zekering. De vergadering is overeengekomen, om op dezen grondslag de werkende tuinders in N.-Holland te mobiliseeren voor de voorbe reiding tot een algemeen congres, dat tegen eindel931 moet worden gehouden (vermoe delijk te Hoorn), en opdracht te geven tot het trefefn van al de voorbereidende maatrege len an het Nederlandsch Boerencomité, dat voor ditwerk wordt aangevuld met de heeren A. v. d. Sluis en A. Voltrop te Beemster en C. Ramkema te De Rijp. De ondergeteekenden roepen alle noodlij dende tuinders en ook de landarbeiders op, om aan dit alles de grootst mogelijke bekend heid te geven, dorpsvergadering te helpen voorbereiden en op deze de afgevaardigden naar dit congres aan te wijzen. Een ieder, die met het bovenstaande in stemt, wordt verzocht zoo spoedig mogelijk naam en adres op te geven bij een der onder geteekenden of bij het Bureau van het Ne derlandsch Boerencomité, Rozengracht 73 te Amsterdam. A. VAN DER SLUIS, Beemster. A. VOLTROP, Beemster J. KENNEDIJ, Beemster. H. DE WEERDT, Nederhorst den Berg. M. HARMSEN, Aalsmeer. P. ZWAGERMAN. Nieuwe Niedorp. J. BRUYNS, De Rijp. A. MOORLAND, Amsterdam. belastingen, ALGEMEENE NEDERLANDSCHE ZUIVELBOND. De algemeene vergadering te Utrecht. Het inzicht van oud minister Posthuma. In de gister gehouden algemeene vergade ring van den Algegieenen Neöer'andsehen Zuivelbond in den Stadsschouwburg te Utrecht, hield de voorzitter, oud-minister dr. F. E. Posthuma, de openingsrede, waaraan wij het volgende ontkenen. Rede dr. Posthuma. Om tot een goed inzicht te komen betref- fende de moeilijkheden welke bestaan bij de coöperatieve zuivelbereiding en de mogelijk heden om deze moeilijkheden te overwinnen, begon spr. uitvoerig de verschillende prijzen in 1913 met die van 1929 te vergelijken Uit deze prijsvergelijking blijkt, dat de productie kosten méér gestegen zijn dan de prijzen der producten; ook de productie is sterk gestegen. Na nog uitvoerig cijfermateriaal te hebben gegeven betreffende den export- besprak dr. Posthuma de verschillende middelen, die worden aangewend door de F. N. Z. om het verbruik van zuivelproducten zoo groot mo gelijk te doen zijn. Wat wij konden doen, aldus spr., om den affzet binnen- en buitenlands te bevorderen is gedaan, doch steun ondervonden wij daarbij aet, wèl tegenwerking. Wat doen om de moeilijkheden het hoofd te bicden? Uitvoerig behandelde spr. de belangrijke vraag wat te doen om de nfoeilijkheden het hoofd te bieden. In de eerste glaats, aldus de heer Posthu ma, zou ik ieder den raad willen geven, wordt niet zenuwachtig. Mijn tweede raad is: Vraag niet alles aan de Regeering. Ik ben overtuigd dat de overgroote meerderheid on der ons ook thans nog in de eerste plaats haar eigen krachten wil beproeven om het hoofd boven water te houden. Omdat ons uit de cijfers bleek, dat in 1930 door de boeren uit hooide der boter- en kaas- prijzen rond veertig millioen gulden minder melkgeld ontvangen was dan in het vooraf gaande jaar, vroegen wij de regeering een steentje bij te dragen om den afzet van onze producten te helpen bevorderen en om deze zoo duur mogiijk te verkoopen. De crisis in Duitschland besprekend meent spr. dat men ernstig moet pogen het geldelijk JJico aan een export naar een land, waar het ™°gelijk is met nood-verordeningen te regee- 2°o klein mogelijk te doen zijn. tppEHLZaalt' die ,wii naar mijn meening moe ten doen - en die binnen ohs bereik ligt- txeeren °nzer zuivelProduden concen- ic nip*V°eri&lichtte spr deze stelling toe. Het orSi Jt °en^C dat de boer in zuivel- organisaties medewerkt om door keuringen taiTop? middu'en de kwaliteit der procfuc- ïi° Jangfr,l?1oe ^ter te maken, hij moet ook daadwerkelijk medewerken tot den afzet npprrpf Producten en wel een afzet tot de J J prijzen. Om dit te kunnen bereiken niet in vele in weinig handen liggen en Hoe geheel anders wordt het beeld dat de a,s de V€rk°op in weinig han- fiJlna en 1 e behoorlijke afspraken met e. kan der maken, en men zich daaraan houdt. ten betere organisatie van den coöpera tieven verkoop onzer zuivelproducten wordt egengehouden door „melkprijsconcurrentie". et gevolg van deze melkprijsconcurrentie is, dat men uitsluitend naar de directe resulta ten ziet en geen aandacht schenkt aan de vraag. Hoe moet ik den verkoop opbouwen om liet best gewaarborgd te zijn ook in tijden van groote productie en onder moeilijke om standigheden den besten prijs te bedingen? ik wil ook gaarne mijn aandeel nemen in de moeiten aie noodig zijn om deze slechte tijden door te worstelen, maar ik eisch dan ook, dat onze boeren daadwerkelijk zullen helpen om van deze slechte tijden nog het beste te maken, wat er van te maken is. Mijn beste wenschen voor hun welslagen vergezel len hen daarbij. In de voortgezette algemeene jaarlijksche vergadering van den Algemeenen Zuivelbond hield de heer C. Zwagerman, Rijkszuivel- consulent voor Zeeland een inleiding over het onderwerp: „Wat is er uit de wijze waar op de veehouderij- en fokkerij in Denemarken gedreven wordt voor ons land te leeren?" Spr. begon met in het kort een schets te geven van de ontwikkeling van het Deensche landbouwbedrijf in de laatste zeventig jaar en van de tegenwoordige landbouwtoestan- den. y Een der voornaamste punten is het feit, dat in de laatste helft der 19e eeuw een omzetting heeft plaats gehad van het graan in een veeteeltbedrijf. De uitnemende organisatie op het gebied van coöperatie en volksonderwijs is mede een factor, die van belang is bij het beoordeelen der Deensche toestanden. Samen vattend kan het Deensche boerenbedrijf als volgt gekarakteriseerd worden: 1. Overwegend middelgroote bedrijven, met aaneengesloten grondbezit, waarvan de bedrijfsgebouwen het middelpunt vormen. 2. Een sterke, vooral op klavergras en voederbieten gebaseerde plantenproductie. 3. Intensieve melkproductie met behulp van k aver, grasbieten, eigen graan en aan gekocht eiwitrijk veevoer. 4. Zeer intensieve varkensmesterij op de grondslagen van ondermelk, eigen geteeld graan en bijgekocht krachtvoer. Tot zijn eigenlijk onderwerp komende, be gon spr. met te constateeren, dat Denemar ken, naar de bevolking, de dichtste rundvee stapel van Europa bezit, nl. 460 melkkoeien per 100 inwoners of 3 maal zooveel als Ne derland. Wat de rundveeproductie betreft zijn de Denen zeer groote concurrenten en prijsdruk- kers op de Neder'andsche rundvleeschmarkt. De Hollandsche zuivelproductie is echter meer gevarieerd dan de Deensche. In boter- productie Denemarken ver boven ons. Wij maken echter veel meer kaas en melkproduc ten. Zoowel in Denemarken als in Nederland 'overheerscht het belang der zuivelproductie, dat der vleeschproductie. Spr. ging uitvoerig in op de in Denemar ken toegepaste maatregelen tot veeverbete ring. Het hart hiervan is de melkcontrole. Alle koeien moeten worden gecontroleerd. Er zijn 1517 vereenigingen, die zich met dé ze controle belasten. Spr. is van oordeel, dat in Nederland niet verder moet worden ge gaan om van onze melkcontrole een straf ge reglementeerde politiedienst te maken, wij moeten naar het voorbeeld van Denemarken de meer gemoedelijke en goedkoope vorm van melkcontrole, tot een grooter ontwikkeling te brergen. Deze wordt thans bij ons het best uitgevoerd in het verband en met steun van de zuivelfabriek. Het komt spreker gewenscht voor van de melkcontrole, zoo veel mogelijk een vaststelling en noteering van de hoeveel heden krachtvoer te verbinden. Ook is het ge wenscht, dat wie in ons land komen tot een systematische publicatie van de resultaten der melkcontrole. Enkele fabrieken en con- trolevereenigingen (Lonneker, FokcentraJe Roosendaal) geven ten deze al lang een goed voorbeeld. Voorts noemde spreker als middel dat in Denemarken belangrijk bijdroeg tot de algemeene verbetering van den Deenschen veestapel de gemeenschappelijke stierhou ding. Ook in Nederland speelt deze een groote rol in de Veeverbetering. De hoofdver schillen zijn: a Bij ons wordt geen speciaal subsidie ver strekt. b. Bij de keuze der stieren wordt bij ons veel meer aandacht geschonken aan den bouw dan aan de productie-afstamming. Spr. wees voorts op het belang van ten toonstellingen en Fokveedagen, zooals deze in Penemarken worden georganiseerd, als mede op de wedstrijden tusschen den gehee- len veestapel. Het stelsel der stal- en familie- stamboekhouding heeft met geringe kosten prachtige resultaten opgeleverd. Een zeer al gemeen toegepast hulpmiddel voor de vee verbetering is nog het onderzoek naar de fok- prestaties van oudere stieren. Bij ons zijn de veehouders veel minder dan dat in Denemar k-en het geval is van de groote waarde van dit onderzoek overtuigd. Als laatste sluit steen van de veeverbeteringsmaatregelen noemde spr. nog het consulentwezen. Typee rend voor de Deensche veeverbeteringsmaat regelen is, dat de melkcontrole hierbij zulk een alles overwegende rol speelt. Al'e veeverbeteringsmaatregelen, ook ten toonstellingen, veeyerzekeringen en stam- boekvoedering, hebben niet een hoofdzakelijk formalistischen gronslag, z°°fls ,ia ,st€r^ mate in Nederland en Duitschland het geval S Het hart van alle maatregelen in Bene- marken klopt voor productie- economie, die de melk- en veevoedercontrole als waardeme ter heeft. Het hoofdverschil in grondslagvan de vecverbetering maatregelen in Nederland en Denemarken is hier te vinden. Bij ons een sterk formalistischen grondslag, hjk de vorm. Bij oe nerlijken grondslag steunend op de produc tie-economie. Ten opzichte van de rationeele voeding is Denemarken veel verder dan wij. Ons oude veeteeltland heeft aan de wetenschap der voe dingsleer nog vrijwel niets bijgedragen. De tegenwoordige actie onzer provinciale vee- voederbureaux tracht dien achterstand in te halen. Spr. eindigde met het uitspreken van den wensch, dat vele van onze jonge vee- teeltkundigen en stamboekroenschen het voor beeld van de jonge Denen navolgen, die naar ons land komen om in dit oude zuivelland hun blik te verruimen. W ARMENHUIZEN. Overzicht „C. V. V.' van 17 tot en met 22 Augustus 1931, Behalve met de koolsoorten, kan toch gezegd worden, dat het in de afgeloopen week met de andere producten vrij goed gegaan is. Dit wil niet zeggen, dat de al gemeene toestand verbeterd is. De aan geboden partijen witte kool zijn alle- maai verkocht. Alls aangevoerde roode kool konden echter geen koopers krijgen. Slechts één partij is verkocht. In de prijzen van de Schotsche muizen is in deze week hoegenaamd niets geen verandering gekomen, tenroinsU verge leken bij den eersten dag dezer week. Over het algemeen was de noteering van de vorige week een tikje lager dan die van deze week. J.I. Dinsdag begon men met 6.20 7. Van Woensdag tot en met Vrijdag werd steeds betaald van 6.30 tot 6.60 en op den laatsten dag van deze veilingweek van 6.50 tot 6.90 per 100 K.G. De drielingen waren evenals de gewone muizen een ietwat duurder dan de vorige week. De notee ring hiervan bedroeg in deze week van 6.50 tot 6.80 per 100 K.G. Waar op het einde der vorige week en in het begin van deze week voor de ge- w>ne eigenheimers ten hoogste 4.60 weid betaald, liepen de prijzen hiervan, wellicht als gevolg van den geringen aanvoer, e enhalve gulden per 100 K.G. in de hoogte. Dit prijsverschil werd hier voor het eerst waargenome" op Donder dag j.1. Vrijdags daarna was de aanvoer van blanke eigenheimers zeer miniem. Degenen de j.1. Zaterdag veilden, troffen geen slechte markt. Voor de eigenhei mers werd op laatstgenoemden dag be taald van 4.30 tot 5.10 per 100 K.G. Van de aardappelen is de blauwe aard appel thans het voornaamste artikel. De prijzen van de blauwe aardappelen zijn nu niet zoo kwaad. De prijzen waren niet erg varieerend. Van Dinsdag tot en met j 1. Zaterdag werd voor de blauwe betaald van 4.20 tot 5.90 per 100 K.G. De totale aanvoer van aardappelen be droeg in deze week 1925 K.G. tegen 90500 K.G. in de vorige week. Van de slaboonen waren er 2890 K.G. aan de markt tegen 3665 in de vorige week. Het slechte weer van deze week is wellicht de oorzaak van den minderen aanvoer van slaboonen. De vorige week werd geëindigd met eene noteering van 6.50. Reeds op Dinsdag betaalde men voor de dubbele slaboonen 11.80 per 100 K.G. Op Donderdag 20 Aug. van 11 tot 12. Als gevolg van de mindere mooie slaboonen was de noteering op Vrijdag slechts van 8.40 tot 10.10. Op Zaterdag (Jparna was de noteering veel hooger n.1. van 12.60 tot 15.30 per 100 K.G. Slechts 3000 K.G. roode kool is in deze week verkocht voor 0.70 per 100 K G. De vorige week bedroeg het aantal ver kochte K.G. 3400. Meido dezer week betaalde men voor de witte kool 0.10 0.20 meer dan op het einde der week. Meer dan 90 is echter niet betaald. De aanvoer bedroeg in deze week 27300 K.G. tegen 6600 K.G. in de vorige week. Ook de prijzen van de gele nep hielden zich deze week heel goed in stand. Aanvanke lijk liep de prijs in het begin van deze week iets in de hoogte. Waar men 's Maandags voor de nep 9.10—9 70 betaalde bedroeg de noteering op Donderdag 10.6012 per 100 K.G. Op Zaterdag werd echter we derom 8.7010.70 betaald. Voor de uien werd deze week betaald 46.10 en voor de drielingen 4—5.30 Aangevoerd werd in totaal 71050 K.G. tegen 32475 K.G. in de vorige week. De aanvoer van zilvernep enz. loopt voor dit seizoen thans op een afsnijder. De notee ring van de zilvernep bedroeg op Dinsdag, Woensdag en Donderdag 15—21.80 per 100 K.G. Voor de zilverdrielingen is betaald van f 46.50. De aanvoer bedroeg 1775 Kg. tegen 13800 Kg. in de vorige week. S n ij b o o n e n. De eerste snijboonen n dt seizoen is in deze week aangevoerd 120 Kg. verkocht men voor 10.60 tot 12.70 per 100 Kg. ik zou haast zeggen de discipelen van Marie Jungius, bezield bij de oprichting van het Marie Jungiusfonds, waarvan de grond gedachte is, een rusttijd mogelijk te maken voor de minvermogende werkende vrouw (de huismoeder inbegrepen), teneinde haar in staat te stellen haar verloren lichaamskrach ten te herwinnen of ontbrekende kracht op te doen door rust en buitenlucht. Een werk dus geheel in den geest van de te jong ont slapene. Marie Jungius 'n tengere gestalte, met een sterken, grooten geest. De tegenwoordi ge jeugd heeft haar niet meer gekend, de vrouw wier levensvlam zoo spoedig werd ge- bluscht, maar voor wie de jaren, die zij leef de, dubbel telden, omdat zij met haar geest en met haar hart heeft gewerkt voor ande ren, zich geheel heeft gewijd aan humanitair werk, en daarbij niet enkel groote plannen ontwierp en in alle onderdeelen uitwerkte en hielp verwezenlijken met zeldzaam practi- schen geest, maar naast de scheppende kracht en de organisatrice altijd de moeder bleef, met koesterende teederheid voor al het zwakke. Of daar in haar naaste omge ving een zwak menschenkind moest gesteund, getroost of opgeheven, of daar een ziek dier moest beschermd, of zij haar medegevoel schonk aan de vrouw, die achter een veel te zware kar met steenen ging, of aan de aan- j staande moeder, die in de fabriek loodvergift i inademde en daarmede haar kind voor de I geboorte schaadde, Marie Jungius zag alle j wonde plekken en trachtte ze te heelen. Zij j gaf zichzelf of haar arbeid in dienst van al wat leed, al wat verbetering behoefde, alle maatschappelijke en humanitair werk, niet enkel in comité's of besturen, waarin zij de bezielende krasht was, maar ook recht streeks, zelf de nooden ziend en ontdekkend. Geen wonder, dat deze vrouw, die de wer kende vrouw voor altijd aan zich verplichtte door haar organisatie van dat prachtige werk, de tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898, (in een tijd, dat de economische on afhankelijkheid voor iedere ongehuwde vrouw nog pas een vraagstuk begon te worden), geen wonder, dat die vrouw besefte, hoe iedere werkster haar rusttijd behoeft en hoe de overwerkte, de zwakke, de pas herstelde, bovenal gelegenheid moet hebben te rusten, in de buitenlucht, haar vacantie te genieten zonder drukkende geldelijke zorgen, zonder de gejaagde gedachte aan den arbeid, die wacht, aan het te ontbertn salaris. En die gedachte hebben zij, die Marie Jun gius hebben bewonderd en liefgehad, die met haar hebben samengewerkt, vastgehouden bij de verwezenlijking van het naar haar ge noemde fonds „uit welks rente minvermogen de, werkende vrouwen (huismoeders natuur lijk inbegrepen) zullen worden in staat ge steld verloren lichaamskrachten of energie te herwinnen of ontbrekende kracht voor een ernstige taak op te doen door rust, buiten lucht of andere middelen, ter beoordeeling van het bestuur" zoo staat het in artikel 2 van het reglement. Die woordenkeuze is reeds geheel in den geest van de vrouw, die het aan den lijve heeft ondervonden, hoeveel energie er noodig is, om met een zwak lichaam sterk te blijven, te werken, als het lichaam zoozeer behoefte heeft aan rust. Het fonds bestaat reeds vele jaren en reeds vele zwakken werden in den loop der ja ren door geholpen, nu eens doordat het ont brekende bedrag om naar buiten te gaan werd aangevuld, dan weer, omdat een zwak ke er door werd in staat gesteld tijdelijke hulp te nemen of extra voeding te genieten. En zij, die dit werk ter hand namen, de den het niet half. Soms was het mogelijk bij de werkhuizen van de arme naaister, die nog een oude moeder had te onderhouden, aan te kloppen, om gedaan te krijgen, dat de vacantie niet beteekende verlies van de be trekking of van het salaris gedurende de va cantie. „Het is een eentonige film" lezen we in een van de jaarverslagen „maar voor wie dieper ziet, een vaak interessante film, deze reeks van korte inkijkjes in de levens van onze zuster, jong en oud". Het bleef onder één kringetje het werk. De vrouwen, die er jaren inzaten, bleven in bet bestuur; Suze Groshans,«die de trouwe vriendin was van Marie Jungius, die met haar werkte in het Nat. Bureau voor Vrou wenarbeid, het blijvend monument van de tentoonstelling van Vrouwenarbeid, in Kin- derbond, enz. bleef presidente en Mary van Dijk, penningmeesteresse, Mevrouw ftingst, secretaresse. Enkelen van de oude garde zijn echter heengegaan. Margaretha Meyboom, met Marie Jungius een van de edelste figu ren, die de Nederlandsche vrouwenwereld heeft gekend, over wie mevrouw Sandberg kort geleden in „Kinderverzorging en Opvoe ding" schreef, dat zij en Marie Jungius „een zegen waren voor haar omgeving, voor haar eigen tijd en voor het nageslacht, omdat zij hebben bewezen in vleesch en bloed, dat een vrouw zonder man en kinderen kan zijn een voluitgegroeid rijk mensch" Margaretha Meyboom is niet meer. Een paar jaar gele den, toen het bestuur van het Marie Jungius fonds enkele vrienden van Marie Jungius bij Marie Jungiusfonds. In het Columbarium II op Westerveld is dezer dagen een monument onthuld voor dr. Aletta Jacobs, waar de asch van de vurige feministe en van haar echtgenoot een plaats vonden. Vele vereerders van de overleden voorgangsters hebben bij deze gelegenheid opnieuw van hun dankbare gevoelens en van de genegenheid, welke zij dr. Jacobs bij nnat leven toedroegen, getuigd. Zulk een gedenk- teeken is op zichzelf een waardig stoffelijk bewijs van de erkentelijkheid voor den arbeid van onze groote mannen en vrouwen, en on ze tijd, die niet bang is voor uiterlijkheid, toont nog al te hechten aan dezen vorm om de nagedachtenis van belangrijke persoon lijkheden te eeren. Toch schijnt nog steeds de beste hulde, welke men hun kan betoonen, hun nagedach tenis te doen voortleven voor de geslachten, die na hen komen, die hen niet hebben ge kend, maar tot wier verbeelding men kan spreken door hun werk te bestendigen, door in hun geest inrichtingen in het leven te roe- een riep om middelen te beramen, om meer bekendheid te geven aan het fonds, waaraan enkele begunstigers ontvielen, zonder te worden aangevuld, was zij het, die ons Ma rie Jungius schetste op de haar eigen wijze, gaaf en mooi, idealistisch, zooals zij het zag', val schoonheid, omdat zij in de wereld enkel het mooie kon zien. Men wilde toen zoowel hen, die gelden konden geven, als haar die van het fonds konden partij trekken, bereiken. Maar de nood was nog niet zoo groot, men vreesde alleen, dat het fonds niet zou kunnen blij ven bestaan* als steeds oude krachten het ontvielen en deze werden niet aangevuld door jongere. Intusschen spreekt een later jaarverslag van de behoefte aan uitbreiding der begun stigers van het fonds, dat werd gevormd en onderhouden door middel van vrijwillige stortingen, die als gift ineens, als jaarlijksche bijdrage of bij testamentaire beschikking kon den worden gegeven. Het zijn hier als overal de tijdsomstandigheden, die deden getuigen, dat de vaste bijdragen een bedenkelijke da ling vertoonden en de giften ineens belang rijk verminderden in de laatste jaren. Wel werd met erkentelijkheid gewaagd van nieu we aanwinsten, maar de behoefte aan een flinkeren opzet deed zich gevoelen. Want in plaats van het aantal der vrouwen, die men kon helpen in te krimpen, zou men dit gaar ne vermeerderen, zooveel mogelijk allen, die in de termen vallen, om van het fonds partij te trekken, helpen of tegemoetkomen. Daartoe is het eenerzijds noodig, dat het fonds zoo veel mogelijk bekend is bij hen, die de steun- behoevenden kunnen aanbrengen, zoowel bij de minvermogenden zelf als bij hun werkge vers; anderzijds is verhooging van het getal vaste contribuanten en losse giften hoogst gewenscht. En zelfs werd gevraagd om de helpende handen en hoofden, die leden wier ven en patiënten aanbrachten, die als be middelaars het bestuur terzijde staan, haaf als correspondenten op deh oogte houden van de bestaande nooden en de bestaande goede gelegenheden, om de zwakken en on dervoeden op te kweeken. Het leek ons niet ongewenscht hier nog eens de aandacht te vestigen op een instel ling, welke door te weinig propaganda wel licht bij de huisvrouwen en andere werkge vers, die voor leden van hun personeel (voor zoover die hiervoor in aanmerking komen) steun verlangen, te weinig bekend is, en mis schien ook om haar doel sympathieën zou kunnen winnen in kringen, waar men van meening is, dat zoo al deze tijden moeilijk zijn, ieder die zelf reist nog wel eens wat kan afzonderen, om anderen in de gelegen heid te stellen hun gezondheid te herwin nen. Er bestaat wel een vereeniging reisbe- tasting, maar ook het Marie Jungiusfonds komt allicht in aanmerking voor een kleine gift van reizigers, die bereid zijn tot een klein offer voor de minderbedeelden, als zij zelf hebben genoten. Voor de verschillende groepen uit onze samenleving, die gaarne contact zoeken met het bestuur van het fonds, vermelden we daarom in den vacantietiid hier nog eens de adressen van secretaresse en penningmeesteresse. Ze zijn resp.: mevr. A Hingst, Platanenlaan 32, Bloemendaal (N.H.) en mevr. M. van Dijk, Emmapark 1, 's-Gravenhage. EMMY J. B. BRAND OP DE PASSAR GAMBIR. Een slag voor vermaak zoekend Batavia. Het Haagsche Aneta-kantoor meldde gis* ter aan het Hbld. Bij een telefoongesprek met het hoofdkan toor te Batavia, gistermorgen om elf uur vijftien gehouden, werd door Batavia mede gedeeld dat juist op dat oogenblik een hevige brand was uitgebroken op de passar Gam bir, die vandaag, 26 Aug., geopend zou wor den. Op het moment van het telefoongesprek hadden de vlammen het Europeesche restau rant Versteeg, een der middelpunten van de passar Gambir, totaal vernield. De overige gebouwen konden behouden worden Tot zoover het door ons tegen het mid daguur ontvangen bericht, dat zeker typee rend is voor de mogelijkheden van den tele foondienst NederlandIndië, aangezien juist tijdens het telefoongesprek het bericht van den brand in het Aneta-kantoor te Ba tavia binnenkwam en dus gedurende het za kelijke onderhoud meteen kon worden door gegeven. De passar Gambir, de jaarmarkt of ker mis (passar) on tanah lapang Gambir (het Koningsplein) 'is het traditioneele feest ter gelegenheid van den Oranjedag, dat reeds werd gehouden onder de regeering van ke ning Willem III. Ze wordt jaarlijks georga niseerd door een nauw met den gemeente raad in contact staand comité en ondanks de pressie van sommige zijden om dit jaar io verband met de crisis de passar Gambir met te doen houden, vooral ten einde den Inlaü' der zijn geld in den zak te doen houden, be- Jtenstbode. de telefoon antwoordend: .-Nee, mevrouw is niet thuis. En ze kan morgen ook niet bi] O op visite komen, want dat ls miln vrije dag." (London Oplhlon).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 7