BOOG AZIJN?*
Jfchaakm&tiek
Xfxuitaéciek
DE BESTE VOOR PEH PRIIS CT
M M
Hierop letten!
DE OOLIJKË OESTER*
Haaagsctie brieven.
al een paar jaar geleden opgekomen en één
hunner had naar het gemeentebestuur ge
adresseerd. En plotseling, toen iedereen de
zaak vrijwel vergetetn had, zie, daar komt
plotseling de vergunning af. En het meest
verwonderd zijn de caféhouders zelf, die hun
aanvrage al lang in het laadje van de afge
haalde stukken hadden gedacht. Ieder wel
denkend mensch zou nu meenen, dat we van
daag over een week inderdaad een biertje
meer kunnen drinken in den zomernacht op
het caféterras of aan de leestafel bij het ge
joel in de roezemoezige gelegenheid, waar de
Amsterdamsche kunstenaars en zij, die zich
daarvoor uitgeven, gemeenlijk plegen te ver
toeven. Maar nee, hoor; geen schijn van
kans is er meer. Eerst protesteerden de ca-
fé's, die destijds niet mee hadden geadres
seerd en dus niet genoemd werden, toen pro
testeerden de kellners, daarna de koks en zoo
zitten we midden in een heerlijke kwestie van
principieele geschillen en arbeidsovereen
komsten, alsof het niet dat eene uurtjte en dat
eene biertje, maar ik weet niet wat betrof. Er
wordt weer getelegrafeerd en geconfereerd
en gerequestreerd en niemand weet eigenlijk-
precies wat er aan de hand is en van waar
deze vriendelijke vergunning zoo plotsklaps
gekomen is. Nu is er een kans om bij sociale
gelegenheden en bij het bezoek van buiten
landsche gasten het eens een uurtje later te
maken en nou mogen we, maar we mogen
ook eigenlijk weer niet. Hier wordt beweerd,
dat de burgemeester toch niet op een eens
genomen beslissing terug kan komen, terwijl
daar weer ingewijden vertellen, dat de werk
nemersbonden zooiets nooit zullen tolereeren.
Het is weer een prachtig ding om politieke
munt uit te slaan en de wonderlijke beslis
sing had eigenliik net voor de verkiezingen
moeten komen. Maar hoe het is, is het; raar
is het zeker. En nu gaat het nog maar om
eén uur. Stel u voor, dat er eens een exploi
tant zou komen, met een „all-night"-etablis-
sement, of een nachtelijke kapperszaak. Re
kent u zelf maar uit, hoe lang zoo een ver
gunning dan wel onder weg zou blijven en
wie er dan nog meer zouden protesteeren. En
het komt in onzen bureaucratischen tijd er
nog wel eens van, dat wij requestreeren voor
een komende generatie. Bboze tongen bewe
ren, dat de heele campagne tegen dat eene
uurtje en het laatste biertje op touw gezet is
door die gelegenheid, waar we, als we wer
kelijk dorst hebben om één uur, toch alle
maal naar toe gaan.
Want daar gaan wij maar tot vier uur ver
der en met de nieuwe regeling zou het voor
sommigen wel eens niet de moeite waard
meer kunnen zijn. Malle gevallen toch: Hier
iedere nacht tot vier uur en niemand, die wat
zegt, daar mogelijk één uurtje langer eens in
de veertien dagen en de heele stad is com
pleet in de war. En dat in een tijd van ge-
•neente-begrooting en belastingopcenten.
Van wereldstad gesproken.
VAN SIEGEN.
De zomer verloopt niet heel gunstig voor
Scheveningen, in geen enkel opzicht. Het
weer is guur, de economische omstandig
heden werken niet mee, de hotels zijn slechts
zeer matig bezet, de kamer verhurende be
woners van de badplaats klagen steen en
been, daarnaast eischt de zee bijna dagelijks
haar slachtoffers in steeds grooter getale.
Telkens kan men in de bladen lezen, dat aan
de kust een of meer personen verdronken
zijn. Nu komt het wel ieder jaar voor, dat
tijdens het warme seizoen een aantal baders
het slachtoffer worden van hen, vaak te ver
gedreven, verlangen om aan het strand te
gaan zwemmen, maar zoo erg als dit jaar is
het toch nog niet geweest. Of schijnt het
maar zoo en meenen we ieder jaar. onder den
indruk van de tragische gebeurtenissen, dat
het aantal slachtoffers, dat de zee maakt, nu
het grootst is? Ik geloof het niet, maar dat
zou tenslotte alleen door een statistiek zijn
uit te wijzen.
De telkens opnieuw voorkomende ongeluk
ken zijn niet altijd aan roekeloosheid alleen
te wijten, hoewel het op zichzelf reeds een
roekeloosheid geacht mag worden, ais men-
schen gaan baden en zwemmen buiten de
daarvoor aangewezen gedeelten van het
strand, waar behoorlijk toezicht van badper-
soneel is. Wie daar baadt er zich houdt aan
de waarschuwingen van het personeel, zal
niet licht gevaar loopen te verdrinken Maar
er zijn altijd menseden, die dat een beetje kin
derachtig vinden, die vertrouwen op hun
goede zwemkunst en die zich óf te ver in
zee wagen of op gevaarlijke gedeelten op
eigen houtje gaan zwemmen, zonder zich te
storen aan de waarschuwingsborden, die op
bepaalde punten geplaatst zijn en die melden,
dat het zwemmen in zee daar gevaarlijk is
Dat die waarschuwingsborden niet uit
overdreven voorzichtigheid geplaatst wor
den blijkt wel uit de bijna dagelijks voor
komende ongevallen aan het strand, waarvan
er helaas te vele zijn met noodlottigen af
loop. De stroomingen aan onze heele kust,
maar niet het minst aan het Scheveningsche
zijn verraderlijk en gevaarlijk, ook voor zeer
goede zwemmers. In verschillende artikelen
van ter zake kundigen is daar den laatsten
tijd verhaaldelijk op gewezen. Wie door den
stroom gegrepen wordt en meegesleurd, is,
welk een goed zwemmer hij ook wezen mag,
zoo goed als zeker verloren, wanneer hij niet
óók nog beschikt over een stel stalen zenu
wen en een niet te schokken zelfbeheersching.
Dit laatste kan hem nog redden, als al zijn
zwemkunst hem reeds niet meer baat. Want
dan laat hij zich met den stroom afdrijven
tot hij er buiten raakt en dan-kan hij, als hij
•nog kracht genoeg heeft, naar land zwem
men. Maar ook dat is slechts een betrekkelijke
geringe reddingskans, omdat er zooveel bij
komstige factoren kunnen zijn die tot een
noodlottige afloop medewerken.
Onbekendheid met de plaatselijke omstan
digheden aan het Scheveningsche strand
spelen eveneens een groote rol bij het voor
komen der verschillende zwemongelukken
In zeer vele gevallen zijn de slachtoffers men
schen van buiten de stad, die zich in goed
vertrouwen in zee gewaagd hebben, zonder
al te veel acht te geven op de waarschu
wingsborden, omdat ze denken, dat die
waarschuwingsborden niet gelden voor
goede zwemmers En als ze ontdekken, dat
z" zich schromelijk vergist hebben, is het
ij. uuiW al t<s laat-
Zelfs voor kinderen, die in de zee spelen,
kan zij gevaarlijk zijn door de onderstroo-
mingen, die kunnen optreden en die hen van
de been kunnen slaan, voordat zij er op ver
dacht zijn en het verdient alle aanbeveling
om kinderen al vroeg te leeren zich niet te
ver in het water te wagen en op geen an
dere plaatsen te baden dan onder toezicht
van het badpersoneel.
Vreemdelingen, die de kust niet voldoende
kennen moeten zich ook liever houden, het
zij aan het volksbad, hetzij aan de voor het
baden bestemde gedeelten verder op het
strand en niet op eigen gelegenheid een
plaatsje gaan uitzoeken, dat er aantrekkelijk
uitziet, maar waar de dood op hen loeren
kan.
Er worden ten aanzien van ons strand tel
ken jare verschillende verbodsbepalingen ge
maakt, alle met de voortreffelijkste bedoelin
gen, schoon niet alle evenzeer toe te juichen.
Er wordt voorgeschreven wat men aan het
strand wel en niet mag aan hebben, waar
men in een badpak of andere luchtige strand-
kleeding wel of niet loopen, staan en zitten
mag en nog honderd andere dingen meer.
Maar zou het geen aanbeveling verdienen als
men nu maar eens heel drastisch het zwem
men en baden op andere dan de officieel daar
voor aangewezen strandgedeelten verbood,
teneinde het aantal ongelukken zooveel mo
gelijk te beperken? Waarschijnlijk zou er
dan toch nog wel hier en daar een onvoor
zichtige, die zich te ver waagde en niet luis
terde naar de waarschuwingen van het per
soneel, zijn waaghalzerij duur moeten be
talen, maar veel zou er zoo toch kunnen wor
den voorkomen.
Het vraagstuk van wat mag en niet mag,
vooral wat strandkleeding betreft heeft vaak
ook wel een komische zijde en zou tot grap
pige verwikkelingen aanleiding kunnen ge
ven, als iemand een ander eens op de spits
zou willen drijven om te zien wat er dan
zou gebeuren. Men is dit jaar aan het strand
wat voorschriften omtrent kleeding of
moeten we zeggen ontkleeding? betreft wel
heel liberaal en ruim van opvatting geweest.
De strandpyjama is als stranddracht toege
staan en nu ziet men er ook zoowat iedereen
mee loopen, zelfs in betrekkelijk drukke stra
ten, zoolang die maar tot Scheveningsch en
dus badplaats-terrein behooren. Men mag er
zelfs mee in de tram zitten. De kleurige bad
mantel had al veel eerder gratie gevonden en
dat is trouwens ook een buitengewoon
decent kleedingstuk, waar zelfs met den bes
ten wil niemand aanstoot aan kan nemen,
dunkt me. Of iemand met een badmantel aan
in de tram mag zitten weet ik niet precies.
Dat zal er wel van afhangen, wat er onder
zit In elk geval mag je niet met een badpak
aan in de tram zitten, onverschillig wat je
nog meer aan hebt. Als het alleen ging om
een badpak pur et simple, zou ik me dat
kunnen voorstellen, ik zou misschien zelfs
iets voor het verbod kunnen voelen. Maar
het mag ook niet, als de badpakdragende dat
keurig bedekt heeft en gecamoufleerd met het
aantrekken van kousen en schoenen, een
scarf en een mantel. Natuurlijk, als je er zoo
veel lagen kleeren over aantrekt, dat het bad
pak zeifs niet meer te vermoeden valt. glip je
ook tusschen de mazen van het net door.
Toegestaan fs het echter niet.
Onlangs stapte er een aardig jong meisje
in lijn 'drie, die tegenwoordig zoo ver ver
lengd is, dat men er vrijwel tot aan het
strand mee kan' komen. Van het eindpunt af is
het maar een kippestap, al leidt die over een
vrij hooge duinhelling. Ze droeg keurige
kousen en schoenen en een mantel. Desal
niettemin vond de conducteur haar suspect
Met een onbescheidenheid, die alleen door
zijn officieele positie gedekt werd, infor
meerde hij wat ze daaronder aan had Het
kind antwoordde oprecht: een badpak. Dat
maakte haar onmiddellijk in de conducteur-
lijke oogen tot een on-desirabele passagier en
ze mocht niet mee.
Het lijkt me onbillijk. Als er een mantel is
en een stel kousen en schoenen, die alles wat
aanstoot zou kunnen geven kuischeüjk be
dekt, wat hindert het dan wat daar nog on
der zit? Als het meisje nu eens had gezegd:
een baljapon? Wat dan? Had de conducteur
dan moeten beoordeelen of die correct van
snit en lengte was? Of hoe? En waarom
mag iemand, die gehuld is in mantel, plus
kousen en schoenen niet in een tram zitten
en een ander, zonder mantel in een mouw-
looze jurk en met bloote beenen, in open san
daaltjes wel? Want de bloote beenen, die in
de mode zijn cn ook in onze brave en deugd
zame stad op de publieke straat getolereerd
worden, worden veelvuldig vertoond, niet al
leen daar waar ze, om niet te zeggen te prij
zen, toch alleszins te rechtvaardigen zouden
wezen, maar ook in de drukke winkelstraten,
in tearooms, in winkels, en overal, waar ze,
dunkt me in het geheel niet op hun plaats
zijn, en die daar een veel incorrecteren indruk
maken dan meisjes in badpakken op weg naar
het strand, met of zonder mantel. Het is zoo
onlogisch, verzuchtte een van mijn kennis
sen. Maar wie tracht nu ook logica en mode
ooit te verzoenen!
W. P.
Oplossing probleem 353.
1. d4 cd3 2. Db3 mat.
1- P. speelt 2. Pf4 mat.
1L. speel. 2. Lc7 mat.
1. Ke6 2. do mat.
Oplossing eindspel 472.
1. Pe6 Lh4. 2. Pc5f K. onverschillig. 3.
Pe4. Zwart speelt 4. h7 en wint of
1. Pe6 Lg3 2. Pd4t K. speelt 3. Pf3. Zw.
speelt 4. h7 en wint.
Oplossing eindspel 473.
1 Tc4f Kf3. 2. Th4 g2 3. 1 h3 Kf4 (na
Kf2 volgt 4. Th2). 4. Th4f Kf5. 5. Th5+
Kf6 6. Thl hlD of T. pat.
Probleem 354
(W. H. Tnonipson).
abcdefgh
Tweezet.
Eindspel 474
(Kubbel).
a t) c tl e 1 g h
Wit speelt en maakt remise,
(patstelling).
Eindspel 475
(Kubbel)
f S
a b c d e
Wit speelt en wint.
De jaarlijksche bondswedstrijden van
den N. S. B. hebben dit jaar plaats in
Zeist van 25 tot en met 23 Aug. dus deze
week. De wedstrijd heeft 5 afdeelingen
ir. de ho:fdklasse waarvoor alleen in de
le en 2e groep spelers met werkelijk
hoofdklassecapacitteiten. In de le groep
maakt Dr. J. Pannekoek een goede kans
voor de le prijs, hoewel er nog niets
zeker valt te zeggen.
Te Bied heeft een grootmeestertour-
nooi plaats waaraan bijna alle groot-
mee ters van naam deelnemen Er ont
breken o.m. Dr. Euwe, Capablanca, Dr.
Lasker, die heelemaal niet meer speelt,
en Rubinstein.
Te Rotterdam heeft een zeskamp
plaats van de Nederlandsche sterkste
spelers, waaraan deelnemen Euwe, Lan-
dau, Addicks, Van Weering, Wertheim-
en Noteboom. Van de uitslag valt nog
niet veel te zeggen
De volgende partij is een uit een Oos-
tenrijksche wedstrijd.
Wit: Choun. Zw. Kleyn.
1. d4 Pf6
2. Pf3 d5
3. c4 c6
4. Pc3 dc4
5. a4 Lf5
6. Ph4 Aaibevolen door den analy-
sator Dr. Krause.
6Lg6
7. Pg6 hgö
8. e4 e5
9. Lc4! Dd4
10. Db3 Dd7
11. Le3 Pg4
De W. S. zegt hier: Als zwart met
11b6 de volgende combinatie
wil verhinderen, dan zal volgen
12. aó! bijv.: 12b5 13. Pb5 cb5
14. Lbo Pc6 15. Tel Tc8 16. Da4 en
wint. Als echter 11Lb6 ge-
geschiedt, antwoordt wit 12. Tdl om
13. Lc5 Pe8 14. 0—0 Dc7 15. Td6! Pd6
16. Ld6 Dd6 17. Db7 Pd7 18. Tdlf en
is in 't voordeel.
12 Tadl Dc7
13. Lf7+ Dc7
14. Td8f Kd8
Zwart offert zijn D. om erger te
voorkomen. Verkeerd zou zijn
14Ke7 wegens 15. Db7f Ke6
(na Kf6 volgt 16. Lg5f) 16. Dc8f Ke7
(na Kf6 16. Dg4) 17. Lg5f Pf6 18. 0—0
en wit wint door Tfdl.
15. Db7 Pbd7
16. Ke2 Pe3
17. f3 Kf7
18. Pb5f! Dit breekt de laatste tegen
stand.
18Kc8? Nog een fout boven
dien, er is echter niets moer tte be
derven.
19. De8 mat.
Aan de Dammers I
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1187 (nieuwe speel
wijze, auteur Huizer).
Stand.
Zw. 3 sch. op: 10, 15, 20 n twee dam
men op 25, 36.
W. 3 sch. op: 34, 43, 45 en twee dam
men op 38, 39.
Oplossing.
1. 3829 1. 36 40 (horizonttaa!).
2. 4338 2. 25 30 over 43 en 27.
3. 45: 5!
Een fraai partijgedeelte.
In een correspondentiepartij door on
zen stadgenoot H. J. Toepoel gespeeld
met den heer van Veen in den Haag
kwam de volgende positie voor:
Zw. 9 sch. op: 7, 12/15, 19, 23, 24, 26.
W. 9 sch. op: 25, 27, 28, 32, 33, 34, 37,
38, 40.
zeer
merkwaardige verloop:
1.
40—35
1. 7—11
2.
35—30
2. 24 35
3
33—29
3. 26—31
4.
29 :16
4. 31:31
5.
16—11
5. 31—36
6.
11— 7
6. 36—41
7.
7— 1
7. 41-47
8.
32—28
8. 47—42
1— 6
0. 42—20
10
34—30
10. 35:24
Herna speelde wit 6—22 en was een
hoogst interessante remise positie ont
staan. Er volgde nog 24—30, (229)
14 3 (25 23) 30—34 (23—18) en 3—8.
Van den heer W. Verkroost te St. Pan-
cras ontvingen wij het volgende:
M Mm mm. firn,
VMf, mm. mm, m/m, m
m
m 'mm
Zw. 10 sch. op: 6, .7, 8, 12, 14, 17, 18, 21,
24, 25.
W. 10 sch. op: 26, 32, 33, 34, 39, 40, 42,
45, 49, 50.
Wit speelt 3328! Speelt zwart nu 17
22 en slaat wit 28 17, dan volgt 18—
22, 7—11 en 11 35.
Maar hei merkwaardige is, dat wit na
1722 niet slaat 28 17, maar 26 17
waarop volgt 22 35 van zwart. Nu wit
50—44, 34—30, 44—40 en 49 9.
Mooi gezien!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1188 van W. Verkroost te
St. Pancras.
W& WW,
21Z£ 10 S°h' °P: 4' 8' 9' U' 13, 18, 19,
40^42147SCh' °P: 2"2' 29' 32, 33' 34, 37, 39,
Hoe speelt wit verder?
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Poeders en tabletten zijn alléén echt. als
m." VhorP/c .'"f is van den naam
Mljnhardt. Let bij het koopen daar speciaal
op, want dit alleen garandeert U de echtheid.
gHewesi mt B&Hijn
(Van onzen correspondent.)
Wanneer men eenige weken de enorme we
reldstad Berlijn achter zich gelaten heeft en
in en buiten Duilschland andere lucht heeft
ingeademd, dan merkt men bij terugkeer
eerst, hoe drukkend de atmosfeer in de riike
hoofdstad is, hoe overprikkeld en onvriende
lijk de menschen zijn, hoe ze hun wegen
gaan als gebukt onder een loodzwaren last
kortom, welk een ongelukkig leven de
menschen in Duitschlands groote steden
eigenlijk leiden.
We zitten nog in Augustus, de Rijnlandera
zijn met kind en kraai nog in de verlofdagen
„genieten" in het gebergte en aan Noord- en
Oostzeekusten van een matige warmte, die al
te vaak voor storm of regen moet plaats ma.
ken, en op de prachtige wateren rondom de"
hoofdstad des rijks bollen nog duizenden ze
geljachten hun blanke zeilen en zoeken zich
zeker tienduizenden peddelaars hun weg
door bekrooste sloten en vaarten van idvlK
sche schoonheid.
Maar nog slechts een week en de herfst
maanden melden zich, de vacanties zijn voor"
bij, de harde werkelijkheid is troef.
Niemand minder dan de zeer verdienstel ii
ke tegenwoordig rijkskanselier dr. HeinrirR
Brüning, 'de eerst 46-jarige staatsman met d*
ongelooflijk-snelle carrière, heeft onlangs in
een onderhoud met den hoofdredacteur van
een Londensch blad binnen- en buitenland
er op voorbereid, dat de aanstaande winfer
vermoedelijk de moeilijkste en gevaarliiJcil
zal worden, die het Duitsche volk sedert ion
jaren zal hebben doorgemaakt. Dr Brünimr
is een rustig en verstandig man met een wf
doende dosis gezond verstand. Hij weet riai
een regeerend staatsman niet al te pessimis!
tisch mag zijn ja zelfs liever in gematigd ot
timisme moet doen om der massa een h3
onder den riem te steken. En waagt hii 2 ju
pessimistische voorstellingen als ditmaal
waarbij zelfs van 7 millioenen werklooS
gesproken wordt, dan moet men er haast 7*
5M*". dat hji """feta» de taeS-lu
tuatie nog veel ernstiger aanziet'
Wij buitenlandsche beoordeelaars in
Duitschland zijn in overgroote meerderheid
stellig even pessimistisch geweest als thans
de Duitsche Rijkskanselier. Voor ons gold
het beginsel van optimisme-naar-buiten niet
En daarom waagden wij het reeds in 1924*
toen de buitenlnndsche credieten naar
Duitschland stroomden en de Duitschers hun
uiterste best deden ons er van te overtuigen
dat ze „over den berg heen waren", er waar'
schuwend op te wijzen, dat ze hun buiten,
landsche verplichtingen met geleend geld na
kwamen, dat het eveneens geleend geld was,
waarmee ze hun steden verfraaiden, hun ha*
vens uitbaggerden, hun sluizen, stadions,
handelsvloten, fabrieken bouwen. En dat ei
een tijd moest komen van reactie, waarin de
buitenlandsche geldschieters hun dikke dui
ten op hooge rente zouden terugverlangen.
Die tijd is, door een ongedacht heftige crisis
in veie andere landen, in het bijzonder in
Noord- en Zuid-Amerika en in Groot-Brit-
tapnië, iets eerder gekomen dan te verwach-
tep was.
>Nu zit „Japie in de misère". En zelfs de
Duitschers zijn het er over eens, dat de
hulpmiddeltjes, waarmee men de wonden
vfcorloopig gesloten heeft, slechts enkele we
ken, hoogsten twee- tot drie maanden, op
luchting geven zullen, en dat de ellende tegen
November nog nijjoender zal zijn dan een
jaar geleden en tegen Februari—Maart wel
licht tot een catastrophe van onberekenbare
gevolgen voeren zal, als men intusschen niet
verstandiger geworden is en tot internationa
le maatregelen van zeer ingrijpen aard beslo
ten zal hebben. Waarvoor de voorstellen, die
de commissie-Colijn indertijd vergeefs in Ge-
nève gedaan had, wellicht toch nog als voor
beelden zouden kunnen dienen.
Voorloopig intusschen merkt men
Duitschland nog weinig of niets.
Ja, men moet zelfs een zekere opluchting
bij de bevolking vaststellen.
Dat is natuurlijk de uitwerking van de
hulpactie van het buitenland, het mislukken
van het volksreferendum in Pruisen en de
krachtige wijze waarop de regeering-Brüning
zich zonder parlement dictonisch door alle
moeilijkheden weet heen te slaan.
Zomermaanden zijn niet geschikt voor
groote ontevredenheid en nog minder voor
uitbarstingen. Zoolang de zon nog fiksche
warmte geeft en de massa's Zondags buiten
de stad verstrooiing kunnen vinden, is voor
opruiers geen werk te vinden. Dat deson
danks de stemming nu reeds beneden hst
nulpunt is, geeft te meer reden tot ongerust
heid voor de naaste toekomst.
Steeds talrijker worden hier de centra van
ineenstorting en catastrophe. Een zoo ener
gieke handelsstad als Bremen heeft de laatste
maanden klappen gekregen, die niemand
voor mogelijk gehouden zou hebben. Men
behoeft slechts aan talrijke schandaalgeval-
131. Ze kijkt links en rechts. Op de gewone
plaats zit hij niet. Waar zou hij dan zijn? Onder
het bed? Ze kijkt onder het bed: niets te zien.
Ze kijkt in koffers en kasten, ja, zelfs in het
laadje van haar nachttafeltje, je kunt nooit we
ten, denkt ze,,,.
132. Maar opeens
lachje op haar bed zitten.
daar gaat ze
Er is haar'e_UjJd.
lh i» rel"'
vallen. Ze is nu immers in de menscheowe
Ze is een gewone dame geworden cn
wone dame houdt er geen staart op na.
lacht tante Zeekat, hoe kon ik zoo do®